Opdrachten bij ‘Klimaatverandering beïnvloedt de hydrologische cyclus’ Henk Donkers Vooraf (voor de docent) De waterkringloop of hydrologische cyclus is een standaardonderdeel van het aardrijkskundeprogramma. Sommige schoolboeken behandelen de waterkringloop echter niet correct; andere schoolboeken behandelen de waterkringloop onvolledig of oppervlakkig. Daarom zijn hier enkele opdrachten opgenomen over de waterkringloop an sich. Ook klimaatverandering is een vast onderdeel van het aardrijkskundeprogramma en krijgt in het nieuwe programma voor de Tweede Fase een prominente plaats. Meestal beperkt de behandeling van klimaatverandering zich tot het (versterkte) broeikaseffect en de zeespiegelrijzing, en wordt er niet echt (diepgaand) ingegaan op de effecten daarvan op de hydrologische cyclus. Op dit laatste aspect gaat prof. Han Dolman in zijn artikel in Geografie dieper in. Ook over het verband tussen klimaatverandering en de hydrologische cyclus zijn hier verwerkingsopdrachten gemaakt. Omdat er behalve klimaatveranderingen nog andere factoren zijn die de hydrologische kringloop verstoren, zijn ook daarover opdrachten opgenomen. We gaan ervan uit dat de leerlingen een kopie van het Geografie-artikel uitgereikt krijgen en gelezen hebben. Het artikel achten we (met ondersteuning) geschikt voor de bovenbouw havo/vwo. Voor deze doelgroep zijn de opdrachten ook bedoeld. A. Opdrachten waterkringloop Twee dingen zijn kenmerkend voor de waterkringloop: a) Het water (H2O) gaat over van de ene toestand in de andere. b) Het water gaat van het ene reservoir naar het andere. M.b.t. punt a) Over welke drie toestanden gaat het hier? Welke (natuurkundige) processen zorgen ervoor dat het water van de ene (aggregatie)toestand overgaat in de andere? Sommige mensen denken dat wolken bestaan uit waterdamp. Waarom klopt dat niet? Waaruit bestaan wolken? Hoe ontstaan wolken? Hoe ontstaat neerslag? Waarom regent het wel uit donkere wolken en niet uit lichte wolken? Wanneer valt de neerslag in de vorm van regen? Wanneer in de vorm van sneeuw? En wanneer in de vorm van hagel? De zon is dé grote motor achter de hydrologische kringloop. Voor het op gang houden van die kringloop is een gigantische hoeveelheid energie nodig. Per dag is dat meer dan de mensheid tot nu toe aan fossiele brandstoffen gebruikt heeft! Leg uit waarom de zon direct én indirect de motor van de waterkringloop is. M.b.t. punt b) Het water op aarde bevindt zich in verschillende reservoirs. In onderstaande tabel staat hoeveel water zich in welk reservoir bevindt. De hydrologische kringloop verbindt de verschillende waterreservoirs met elkaar en zorgt ervoor dat water van het ene reservoir overgaat naar het andere. Bedenk een aantal routes die het water daarbij kan afleggen. Geef ze weer in tekeningen. Waar bevindt het water op aarde zich? Reservoir Oceanen Grondwater Zout/brak Zoet Bodemvocht Ijskappen en gletsjers Antarctica Groenland + arctische eilanden Berggebieden Permafrost Meren Zoet Zout Moerassen Rivieren Biologisch water Atmosfeer Totale hoeveelheid water Totale hoeveelheid zoet water Hoeveelheid water in duizenden km3 Percentage van de wereldvoorraad Alle water Zoet water 1.338.000,00 96,5 23.400,00 1,7 12.853,50 10.530,00 0,76 16,50 0,001 24.064,00 1,74 21.600,00 1,56 2.423,50 0,176 40,60 300,00 176,40 91,00 85,40 11,47 2,12 1,12 12,90 1.385.984,00 35.029,00 0,003 0,022 0,013 0,007 0,006 0,0008 0,0002 0,0001 0,001 100 2,53 Bron: Igor Shiklomanov, World fresh water resources In: P. Gleick (ed.), 1993 Water in crisis, Oxford University Press Op het eerste gezicht vallen de aggregatietoestanden van het water en de reservoirs waarin het zich bevindt samen. Dat is echter alleen op het eerste gezicht zo. Leg uit dat dit (a) in grote lijnen het geval is, maar dat er (b) ook uitzonderingen zijn. De gemiddelde verblijfsduur van het water in de verschillende reservoirs loopt erg uiteen. Zo is de gemiddelde verblijfsduur van water in de atmosfeer 9,6 dagen en in de oceaan 37.000 jaar. Rangschik de reservoirs naar de gemiddelde verblijfsduur van het water. Misschien heb jij vanochtend thee gezet van water waarin de Egyptische prinses Cleopatra ruim 2000 jaar geleden een bad genomen heeft vóór haar afspraak met Julius Caesar die smoorverliefd op haar was. Hoe kan dat? En wat heeft de hydrologische kringloop daarmee te maken? Door het grote aantal (mogelijke) reservoirs en de grote verschillen in de gemiddelde verblijfsduur van het water daarin, kan de lengte van de hydrologische cyclus erg uiteenlopen. Bedenk twee korte waterkringlopen en twee lange waterkringlopen, waaronder een heel erg lange. Veel mensen denken dat de neerslag die op het land valt afkomstig is van water dat vanuit de zeeën en oceanen verdampt is. Bewijs aan de hand van de tekening van de hydrologische cyclus in het Geografie-artikel en de getallen die daar in staan dat dit beeld niet (helemaal) klopt. Er zijn simpele tekeningen van de hydrologische cyclus te maken die niet onjuist zijn. Maak duidelijk dat de hydrologische cyclus toch een zeer complexe kringloop is. Hieronder staan een aantal weergaves van de hydrologische kringloop, o.a. uit studie- en schoolboeken. Niet al deze tekeningen zijn echter (helemaal) correct. Bestudeer ze aandachtig en geef aan welke correct zijn en welke niet. 30,1 0,05 68,7 61,7 6,92 0,12 0,86 0,26 0,03 0,006 0,003 0,04 100 B. Opdrachten verandering/verstoring waterkringloop De hydrologische cyclus kan op vele manieren veranderen of verstoord worden. Dat kan gebeuren door natuurlijke oorzaken, door menselijke oorzaken of door een combinatie van beide. Daarover gaan onderstaande opdrachten. Gedurende de ijstijden had de mens geen enkele invloed op het klimaat. Toch veranderde ook toen het klimaat ingrijpend met gevolgen voor de hydrologische cyclus. In welke opzichten verschilde de hydrologische cyclus toen van die van nu? Meteorologen en klimatologen zijn ervan overtuigd dat we momenteel een klimaatverandering meemaken in de vorm van een broeikaseffect dat deels door de mens en deels door de natuur versterkt wordt. o Waarom zou (menselijk) leven op aarde zonder broeikaseffect onmogelijk zijn? o Welke rol speelt water daarbij? o Welke natuurlijke en welke menselijke factoren kunnen het broeikaseffect versterken? o Wat is het gevaar van een al te sterk versterkt broeikaseffect? Volgens wetenschappers als prof. Han Dolman leidt het broeikaseffect tot ‘een intensivering van de hydrologische cyclus’. Wat bedoelen ze daarmee en waardoor wordt die intensivering veroorzaakt? Volgens Dolman kan de gemiddelde temperatuur op twee manieren gaan stijgen. Op welke twee manieren? Wat maakt het uit op welke manier de temperatuur gaat stijgen? Dolman maakt ook onderscheid tussen geleidelijke en abrupte klimaatveranderingen. Waarom is dat onderscheid belangrijk? De hydrologische cyclus is een zeer ingewikkeld systeem dat bestaat uit een mondiaal hoofdsysteem met talrijke (regionale) sub-systemen. Wetenschappers hebben nog maar een beperkt inzicht in dat systeem en kunnen slechts globale uitspraken doen. Veel uitspraken zijn bovendien hypothetisch of zelfs speculatief. Dolman geeft twee voorbeelden van MOGELIJKE effecten van klimaatveranderingen op hydrologische systemen. o Leg uit hoe de vergrote afvoer van Russische rivieren als de Ob, Lena en Jenessei als gevolg van de temperatuurstijging zou kunnen leiden tot een temperatuurdaling of zelfs een nieuwe ijstijd in Noord-West-Europa. o Leg uit hoe een zeespiegelstijging ten gevolge van het versterkte broeikaseffect tot een zodanige verstoring van het hydrologische systeem in West-Nederland zou kunnen leiden dat gebied (nagenoeg) onbewoonbaar wordt. De mondiale hydrologische kringloop en de regionale kringlopen veranderen niet alleen door klimaatveranderingen maar ook door direct ingrijpen van de mens. o Welke invloed heeft de aanleg van duizenden grote dammen en stuwmeren op de (regionale) hydrologische cyclus? o Welke invloed heeft het grootschalig onttrekken van water aan rivieren en meren? Zie over dit onderwerp ook het artikel ‘Een tragisch lot voor veel rivieren’ in de Geografie van april 2000, pagina 14- 17 o Welke invloed heeft het grootschalig onttrekken van grondwater? Zie over dit onderwerp ook het artikel ‘Overexploitatie grondwater wereldwijd probleem’ in de Geografie van april 2000, pagina 28-31 o Welke invloed heeft de grootschalige ontbossing en het verwijderen van andere vegetatie?