Tot op dit moment is het document niet in te zien

advertisement
RAADSVOORSTEL 09. 0021
Rv. nr.: 09.0021
Initiatiefvoorstel GroenLinks
Naam programma +onderdeel:
Omgevingskwaliteit
Onderwerp:
Leiden Klimaatneutraal in 10.000 dagen
Aanleiding:
Het merendeel van Nederland en ook Leiden ligt onder NAP en is daarom extra kwetsbaar
voor klimaatverandering en het daarbij behorende stijging van de zeespiegel. Om echt wat te
kunnen doen aan de verandering van het klimaat moeten concrete maatregelen genomen
worden.
Doel:
Een klimaatneutraal Leiden in 2035
Kader:
Plan van aanpak Klimaatprogramma (B&W.nr. 08.0683).
Overwegingen:
De gevolgen van Leids beleid zijn vaak groter dan alleen voor onze stad. Een goed voorbeeld
hiervan zijn de klimaateffecten van ons beleid. Klimaatbeleid lijkt veel te groot om als
middelgrote gemeente, zoals Leiden, aan te pakken, maar juist op het lokale niveau liggen er
veel kansen. Zo heeft de gemeente Leiden met een begroting van circa 450 miljoen euro een
grote invloed op de duurzaamheid van diverse producten. Ook zijn er naast Leiden al meerdere
grote steden met klimaatplannen, als alle gemeenten in Nederland een klimaatplan maken en
daadwerkelijk uitvoeren, kan Nederland klimaatneutraal worden op een manier die bij iedere
gemeente past, niet opgelegd vanuit het Rijk, maar lokaal bedacht en toegepast.
Financiën:
Het klimaatbeleid kan grotendeels budgetneutraal worden ingevoerd. Een deel kan ook worden
gefinancierd door fondsen die mogelijk vrijkomen na een stofkamoperatie van het college bij de
voorzieningen en reserves binnen het programma omgevingskwaliteit.
Evaluatie:
Jaarlijks rapporteert het college over de resultaten van het voorgaande jaar en de maatregelen
voor het komende jaar.
Bijgevoegde informatie:
Nota GroenLinks ‘Leiden klimaatneutraal in 10.000 dagen
RAADSBESLUIT
De raad van de gemeente Leiden:
Gezien het voorstel van de fractie van GroenLinks (raadsvoorstel 09.0021 van 2009), mede
gezien het advies van de commissie,
BESLUIT:
1.
Het doel van het klimaatbeleid van de gemeente Leiden vast te stellen op:
Een reductie van de CO2 uitstoot van 100% in 2035 (referentiejaar 2005) met als
tussendoelen:
 Een reductie van 10% in 2012 (referentiejaar 2005)
 Een reductie van 35% in 2020 (referentiejaar 2005)
 Een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie in 2015;
2. de uitgangspunten (kaders) van het klimaatbeleid van de gemeente leiden vast te stellen:
a. De regionale klimaatnota dient als fundament van het Leidse klimaatbeleid
b. Maximale besparing van energie: voor zowel de gemeente, als burgers en
bedrijven zal worden gestreefd naar besparing van energie door o.a. een grote
inspanning op isolatie.
c. Inzet op hernieuwbare, klimaatneutrale energie: het beleid heeft als doel om in te
zetten op maatregelen te nemen die zorgen dat zowel de gemeente als burgers en
bedrijven veel hernieuwbare energie zullen opwekken en daarnaast de inkoop van
groene stroom te stimuleren.
d. Klimaatvriendelijke vervoer: een inzet op stimulering van schonere
vervoersmiddelen, zoals de fiets, openbaar vervoer en zuinige (vracht)auto’s.
e. Verleiding, voorlichting en educatie: door het overtuigen dat klimaatbesparing vaak
geld oplevert en door bewustzijn te kweken en kennis over het klimaatprobleem te
vergroten zal de steun voor en medewerking aan het klimaatbeleid worden
vergroot.
f. Als regisseur stelt de gemeente voorwaarde bij contractpartijen met betrekking tot
het klimaat, werkt het samen met andere organisaties bij het inkopen en deelt het
kennis met betrekking tot klimaatbesparende maatregelen.
3.
Het college de opdracht te geven de maatregelen uit de nota Leiden klimaatneutraal in
10.000 dagen uit te werken.
Gedaan in de openbare raadsvergadering van
de Griffier,
,
de Voorzitter,
Pagina 2/11
B&W.nr. 09.0138., d.d. 3 maart 2009
B&W-Aanbiedingsformulier
Onderwerp
Advies Klimaatnota Groen Links
BESLUITEN
Behoudens advies van de commissie
1. Akkoord te gaan met bijgaande concept-brief aan de raad, inzake het op 13 januari
2009 door de raad aan het college van B&W gevraagde advies, betreffende het Groen
Links initiatief raadsvoorstel en de daarbij horende nota “Leiden klimaatneutraal in
10.000 dagen”.
Samenvatting
Op 13 januari heeft de raadscommissie Bestuur en Leefmilieu besloten het college advies te
vragen over mogelijk aanvullende ambities voor klimaatbeleid als plus op het op 22 juli 2008
vastgestelde “Plan van aanpak Klimaatprogramma Holland Rijnland en Rijnstreek 2008-2012”,
(verder klimaatprogramma genoemd).
Aanleiding tot het verzoek is een initiatief raadsvoorstel van GroenLinks dat op 13 januari 2009
in de raadscommissie vergadering is behandeld.
Besloten is dit advies te geven in de vorm van een brief, te behandelen in de vergadering van
de commissie Bestuur en Leefbaarheid van 3 maart 2009.
Pagina 3/11
Burgemeester en Wethouders
Retouradres: Postbus 9100, 2300 PC Leiden
Gemeente Leiden
Bezoekadres
Aan de gemeenteraad
Stadhuis
Stadhuisplein 1
Postadres
Postbus 9100
2300 PC Leiden
Telefoon
E-mail
Website
Datum
9 februari 2009
Ons kenmerk .
Onderwerp
Contactpersoon
Doorkiesnummer
071-5165165
[email protected]
www.leiden.nl/gemeente
G.J Schraa
071-4083697
Advies m.b.t. het initiatiefraadsvoorstel van
GroenLinks over klimaatprogramma
Geachte leden van de raad,
Op 13 januari heeft de raadscommissie Bestuur en Leefbaarheid besloten ons college
advies te vragen over mogelijk aanvullende ambities voor klimaatbeleid als plus op het
op 22 juli 2008 door ons college vastgestelde “Plan van aanpak Klimaatprogramma
Holland Rijnland en Rijnstreek 2008-2012”, (verder klimaatprogramma genoemd).
Aanleiding tot het verzoek is een initiatiefraadsvoorstel van GroenLinks dat op 13 januari
2009 in de raadscommissievergadering is behandeld.
Het voorstel houdt onder meer de volgende doelstelling in:
1.a.
100% CO2-reductie in 2025
1.b.
10% reductie van CO2- in 2012 (referentiejaar 2005)
1.c.
35% reductie van CO2- in 2020 (referentiejaar 2005)
Wij stellen dat het hoge ambitieniveau van doelstelling 1.a grote investeringen vergt
(ordegrootte honderd miljoen euro). Wij adviseren daarom deze doelstelling nu niet
verder te beschouwen bij afwezigheid van een verdergaand haalbaarheidsonderzoek.
Het voorstel heeft als uitgangspunt het klimaatprogramma (punt 2.a.) en een aantal
specifieke maatregelen, namelijk:
2.b Maximale besparing van energie: voor zowel de gemeente, als burgers en
bedrijven zal worden gestreefd naar besparing van energie door o.a. een grote
inspanning op isolatie.
2.c Inzet op hernieuwbare, klimaatneutrale energie: het beleid heeft als doel om in te
zetten op maatregelen te nemen die zorgen dat zowel de gemeente als burgers en
bedrijven veel hernieuwbare energie zullen opwekken en daarnaast de inkoop van
groene stroom te stimuleren
2.d Klimaatvriendelijk vervoer: een inzet op stimulering van schonere
vervoersmiddelen, zoals de fiets, openbaar vervoer en zuinige (vracht)auto’s.
2.e Verleiding, voorlichting en educatie: door het overtuigen dat klimaatbesparing vaak
geld oplevert en door bewustzijn te kweken en kennis over het klimaatprobleem te
vergroten zal de steun voor en medewerking aan het klimaatbeleid worden
vergroot.
Pagina 4/11
2.f. Als regisseur stelt de gemeente voorwaarden bij contractpartijen met betrekking tot
het klimaat, werkt samen met andere organisaties bij het inkopen en deelt het
kennis met betrekking tot klimaatbesparende maatregelen
Uitgangspunt van ons advies is het initiatiefraadsvoorstel.
Doelstelling 2.b en 2.c gaan respectievelijk 7% en 28% verder in CO2-reductie dan het
vastgestelde klimaatprogramma. Dit is te bereiken door extra projecten en/of door
versnelde uitvoering van het klimaatprogramma. Een versnelde uitvoering van het
klimaatprogramma heeft nadelen, namelijk:
Het natuurlijke vervangingsmoment kan minder worden benut.
De verwachte innovatieve maatregelen uit de derde golf (zie blz. 8 van het
klimaatprogramma) kunnen niet worden benut.
Daar staat tegenover dat andere steden dergelijke hoge ambities wel haalbaar achten.
Onderstaand worden de door GroenLinks aangedragen maatregelen beoordeeld op
effectiviteit en benodigde investeringen ten behoeve van een aanvulling/versnelling van het
klimaatprogramma. Als middel voor de voorgestelde versnelde uitvoering in de bestaande
woningbouw voegen wij als advies de optie van voor een Gemeentelijk
Energiebesparingsfonds toe.
Versneld uitvoeren betekent een grotere inspanning van verschillende afdelingen van de
Milieudienst en de gemeente.
2.b Energiebesparing voor gemeente, burgers en bedrijven o.a. door een grote
inspanning op isolatie.
Maatregelen als isolatie zijn al onderdeel van het klimaatprogramma. Een versnelde
uitvoering is mogelijk. Onderstaande opties zijn mogelijk.
 Voor de gemeente betekent dit een versnelde uitvoering van alle energiebesparende
maatregelen, met een terugverdientijd binnen hun levensduur in de gemeentelijke
gebouwen (publieksgebouwen, kantoorgebouwen, sportaccommodaties, sociaalculturele gebouwen en meer).
 Naast het realiseren van energiezuinige gemeentelijke gebouwen kan de gemeente
samen met het basis en voortgezet onderwijs werken aan energiezuinige en gezonde
scholen. Scholen worden geconfronteerd met steeds hogere energielasten. Gemiddeld
kan het energieverbruik van oude scholen met de helft omlaag. Een slecht
binnenklimaat leidt tot ziekteverzuim; ook lijden de leerprestaties eronder. (Frisse en
zuinige scholen is geen project in het klimaatprogramma)
 Richting burgers zien wij vooral kansen voor versnelde uitvoering van het programma
door middel van het aanbieden van gerichte informatie, gunstige
financieringsmogelijkheden en gemeentelijke subsidie ten behoeve van
energiebesparende maatregelen.
Dit is mogelijk door het oprichten van een Gemeentelijk Energiebesparingsfonds. Uit
het fonds worden laagrente leningen verstrekt, de aflossingen vloeien weer terug in het
fonds (revolverend fonds). Het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse
gemeenten (SVn)1 faciliteert het oprichten van een dergelijk fonds en beheert het. De
kosten die dit met zich meebrengt voor de gemeente bestaan uit een deel renteverlies
(verschil gemeenterente en het verstrekte rentepercentage) en beheerkosten van het
SVn. Na opheffing van het fonds gaan de gelden, inclusief de ontvangen rente weer
terug naar de gemeente.
Om de uitvoering van de maatregelenpakketten (30% energiebesparing per woning)
verder te stimuleren, kan Leiden de terugverdientijd van deze pakketten, die nu tussen
10 á 15 jaar liggen2 d.m.v. gemeentelijke subsidie terugbrengen naar 7 á 10 jaar
 Ook richting bedrijfsleven kan het Energiebesparingsfonds worden ingezet. Hoewel het
bedrijfsleven verplicht is alle maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar uit te
1
De gemeente Leiden is al deelnemer van het SVn en heeft dus al ervaring opgedaan met deze partij (starterslening).
Ons inziens is het SVn dermate ervaren en efficiënt met het beheer van deze revolverende fondsen dat er niet gezocht
behoeft te worden naar andere manieren voor het beheer van een Energiebesparingsfonds.
2 Bron: stichting Spaar het Klimaat
Pagina 5/11

voeren, kan een gratis energiescan het proces versnellen. Voor bedrijven bestaan
fiscale voordeelregelingen, EIA en VAMIL/MIA.
Ten slotte kan richting burgers nog een versnelling worden gerealiseerd door een
vervolg te geven aan eerdere acties van de gemeente Leiden waarbij
Energieboxen werden verstrekt aan particulieren.
2.c. Gebruik en opwekking van duurzame energie door gemeente burgers en
bedrijven
Deze maatregelen zijn onderdeel van het klimaatprogramma. Een versnelde uitvoering is
mogelijk.
 Richting burger kan voornoemde Energiebesparingsfonds ook ingezet worden om
duurzame energieopwekking te stimuleren. Particulieren en burgers kunnen dan
laagrente leningen krijgen om te investeren in zonnepanelen, zonneboilers,
windturbines, warmtepompen enz. aangevuld met rijkssubsidies Stimulering Duurzame
Energieproductie en Subsidieregeling Duurzame Warmte.
 Richting bedrijven geldt hetzelfde als voor energiebesparende maatregelen (zie 2.b).
 Voor de gemeente geldt dat behalve het bestaande groene elektriciteit contract ook het
contract voor de afname van aardgas aangepast zou moeten worden naar één voor
groen gas. De extra kosten die dit met zich meebrengt is afhankelijk van de actuele
marktsituatie. Momenteel is groen gas per kubieke meter een paar cent duurder dan
gewoon aardgas.
Eén van de meest effectieve methoden om genoemde doelstellingen te realiseren is het
opwekken van veel vermogen aan duurzame energie binnen de gemeentegrenzen.
Behalve de optie van een warmtekrachtcentrale op verantwoorde biobrandstof of biomassa
ligt momenteel vooral het gebruik van windturbines daarbij voor de hand. Binnen de
gemeente Leiden zijn momenteel geen grote (2 MW en meer vermogen) turbines
aanwezig. Er zijn op Leids grondgebied een paar locaties geschikt voor het plaatsen van
turbines. Uit onderzoek is gebleken dat het vaak gemeenten zelf zijn die uiteindelijk
plannen van derden voor het plaatsen van turbines onmogelijk maakt. Door een
inventarisatie te maken van mogelijke locaties en actief partijen te zoeken die deze locatie
als windturbinelocaties willen ontwikkelen kan de gemeente Leiden een grote impuls geven
aan haar klimaatambities. De Leidse Milieuraad (LMR) heeft een adviesnota opgesteld
waarin 5 optionele locaties zijn beschreven, waaronder twee in de Oostvlietpolder (d.d. 1
februari 2009 “Windturbines binnen de gemeente grenzen”).
2.d. Klimaatvriendelijk vervoer: inzet op stimulering schonere vervoersmiddelen
(fiets, openbaar vervoer en zuinige ((vracht)auto’s)
Deze maatregelen zijn ook onderdeel van het klimaatprogramma. Het succes van de
betreffende projecten is sterk afhankelijk van de investeringen die hiervoor nodig zijn. Het
klimaatprogramma heeft geen investeringsbudget.
De toekomst van schoon vervoer moet vooral gezocht worden in het rijden op elektriciteit.
Hier geldt het “kip ei principe”. Zonder oplaadpunten geen vraag naar elektrische auto’s.
Zonder vraag geen aanbod. Amsterdam en Rotterdam investeren bijvoorbeeld veel in het
aanleggen van een infrastructuur van oplaadpunten in de stad. Leiden kan dit voorbeeld
volgen. De inspanning van Leiden ligt voornamelijk in het beschikbaar stellen van ruimte,
het stimuleren van elektrisch vervoer d.m.v. het parkeerbeleid en
samenwerkingovereenkomsten met het bedrijfsleven. Het goede voorbeeld geven met het
eigen wagenpark.
Voor wat betreft openbaar vervoer en het gebruik van de fiets zijn wij van mening dat het
klimaatprogramma daar al voldoende aandacht aanbesteed.
2.e. Verleiding, voorlichting en educatie
Een van de belangrijkste onderdelen van het klimaatprogramma is communicatie. Een
extra stimulans is te realiseren door aanvullend budget voor communicatie.
Pagina 6/11
2.f. Duurzame inkoop en kennis delen
Beide punten zijn onderdeel van het klimaatprogramma. Leiden is daarmee al op de goede
weg. Intensivering is noodzakelijk. Voor wat betreft inkoop van duurzame energie zie ook
punt 2.c.
Toelichting op kosten en taakverdeling
De Milieudienst heeft al opdracht van de gemeente Leiden voor diverse activiteiten uit het
klimaatprogramma. Bij een versnelling of intensivering van het programma moet rekening
worden gehouden met aanvullende investeringsbudgetten en benodigde extra inzet van de
Milieudienst.
Het principe van het klimaatprogramma voor wat betreft investeringskosten en
taakverdeling is:

Duurzame overheid
o
De milieudienst doet de uitvoeringsbegeleiding van het beleid
o
Het gaat om gemeentelijke gebouwen, (eventueel schoolgebouwen),
duurzame inkoop, openbare verlichting en andere infrastructuur
o
De investeringen en eventuele energieonderzoeken zijn ten laste van
de gemeente.

Bedrijven
o
Uitvoeringsbegeleiding doet de Milieudienst
o
Voor Leiden voert de Milieudienst, afdeling bedrijven ook de
vergunningverlening en handhaving uit.
o
Er is een energieloket www.energieefficientondernemen.nl voor de
bedrijven
o
De investeringen en eventuele energieonderzoeken zijn ten laste van
de bedrijven

Bestaande woningen (particulieren en woningcorporaties)
o
Uitvoeringsbegeleiding doet de Milieudienst
o
Er zijn twee energieloketten www.warmwonen.nl www.verlichtwonen.nl
voor de burgers
o
De investeringen en eventuele energieonderzoeken zijn ten laste van
de burgers of de woningcoporaties. Leiden kan om de uitvoering te
versnellen de burgers subsidie geven en/of een rentevoordeel bieden
op leningen.

Nieuwbouw (woningen en utiliteit)
o
Uitvoeringsbegeleiding doet de Milieudienst
o
De investeringen en eventuele energieonderzoeken zijn ten laste van
het project.

Verkeer en vervoer
o
Uitvoeringsbegeleiding doet de Milieudienst
o
De investeringen en eventuele energieonderzoeken zijn ten laste van
het project.

Duurzame energieopwekking
o
Uitvoeringsbegeleiding doet de Milieudienst
o
De investeringen en eventuele energieonderzoeken zijn ten laste van
het project.
Financiële consequenties van een plus op het klimaatprogramma
Een plus op het klimaatprogramma en de daarvoor benodigde extra projecten en/of
versnelde uitvoering maken extra gemeentebudget noodzakelijk bovenop de uren en de
investeringsbudgetten die het klimaatprogramma de komende jaren al zal vragen.
Uitgaande van de doelstelling 1.b en 1.c bedraagt het benodigde extra budget circa €
400.000,-- per jaar (specificatie: zie bijlage 1). Dit bedrag bestaat uit uren en kosten (intern
en extern) inclusief de kosten voor een Energiebesparingsfonds maar exclusief de kosten
voor een Gemeentelijke subsidiefonds.
Pagina 7/11
De benodigde omvang van het Energiebesparingsfonds bedraagt circa 2 miljoen euro. Dat
bedrag kan door periodieke stortingen in enkele jaren worden opgebouwd, dan wel in één
keer worden gevormd. De fondsgelden (incl. renteopbrengsten) keren terug naar de
gemeente na opheffing van het fonds.
De jaarlijkse kosten voor een Gemeentelijk Subsidiefonds kunnen in de miljoenen lopen.
Resumé
Wij hebben in juli 2008 al besloten een klimaatprogramma uit te voeren.
Indien uw raad wil voorstellen het klimaatprogramma van een plus te voorzien, dan zouden
de volgende besluiten in overweging genomen kunnen worden:
 Energiedoelstellingen taakstellend neer te leggen bij gebouwbeheerders van de
gemeentelijke gebouwen.
 Duurzaam inkopen taakstellend neer te leggen bij afdeling inkoop.
 De bestaande stromen van (vervangings) investeringen tegen het licht te houden en
deze te richten op het realiseren van een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie. Te
onderzoeken of een apart investeringsfonds klimaatneutrale gemeentelijke organisatie
nodig is.
 Een project voor frisse en energiezuinige scholen t.b.v. het basis en voortgezet
onderwijs op te zetten
 Een Gemeentelijk Energiebesparingsfonds op te richten eventueel aangevuld met een
Gemeentelijk Subsidiefonds t.b.v. van energiebesparende investeringen in de
bestaande woningbouw.
 Een projectleider speciaal voor Leiden aan te stellen t.b.v. de coördinatie versnelde
uitvoering van het klimaatprogramma.
 Jaarlijks een extra budget vrij te maken t.b.v. de versnelde uitvoering van het
klimaatprogramma bovenop de investeringsbudgetten die het vastgestelde
klimaatprogramma gaat vragen.
Uw raad dient zich te realiseren dat - uitgaande van de doelstelling 1.b en 1.c - het
benodigde extra budget circa € 400.000,-- per jaar bedraagt (specificatie: zie bijlage 1). Dit
bedrag bestaat uit uren en kosten (intern en extern) inclusief de kosten voor een
Energiebesparingsfonds maar exclusief de kosten voor een Gemeentelijke subsidiefonds.
De benodigde omvang van het Energiebesparingsfonds bedraagt circa 2 miljoen euro. Dat
bedrag kan door periodieke stortingen in enkele jaren worden opgebouwd, dan wel in één
keer worden gevormd. De fondsgelden (incl. renteopbrengsten) keren terug naar de
gemeente na opheffing van het fonds.
Voor eventuele extra maatregelen boven op ons klimaatprogramma van juli 2008 is op dit
moment geen geld. Er is noch in de begroting, noch in de meerjarenraming rekening mee
gehouden.
Indien uw raad desondanks tot extra maatregelen zou besluiten, dient u voor de
meerkosten die bij dat hogere ambitieniveau horen de dekking aan te geven, maar
nogmaals, er is op dit moment geen geld voor nieuw beleid.
Hoogachtend,
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
de Secretaris,
de Burgemeester,
Pagina 8/11
Bijlagen:
1.
Specificatie geraamd extra budget per jaar ten behoeve van een
“plusprogramma”
2.
Het initiatief raadsvoorstel van Groen Links dat op 13 januari 2009 in de
raadscommissie vergadering (Bestuur en Leefbaarheid) behandeld is.
3.
De Groen Links nota “Leiden in 10.000 dagen klimaatneutraal” die de basis
vormt van genoemd initiatiefvoorstel.
Pagina 9/11
Benodigd budget t.b.v. plusklimaatprogramma Leiden CO2-neutraal (indicatief).
Omvang
eenheid
kosten per eenheid
totaal plusprogramma
plusprogramma/jaar
versnelt bezoeken, extra voorlichting, gratis energiescans
€ 100.000,00
MDWH, bezoek bedrijven, 1 fte/jr.
giebesparingscans totaal
1.500 scans
€ 600,00
€ 900.000,00
€ 75.000,00
(Forceren natuurlijk moment, geen innovatieve maatregelen).
n wijkaanpak per jaar
3 wijkaanpak
€ 15.000,00
€ 45.000,00
€ 30.000,00
eer energiebesparingfonds 0,3 fte/jr.
n fonds á 2,5% (20% van de 20.000 te
n woningen leent € 5000,- over 10 jaar). NB
entekosten lopen door tot 2030
00 Energieboxen verstrekken aan
en gedurende 10 jaar (kosten: box +
g)
jaarlijkse
€ 2.000.000,00 leensom
5000 stuks
€ 50.000,00
€ 50
€ 250.000
€ 25.000
€ 30.000,00
MDWH, 0,3 fte/jr.
ie plusprogramma t.b.v. de zes thema's
€ 50.000,00
er coördinatie plusprogramma, 0,5 fte/jr.
oject
b.v. terugbrengen terugverdientijd
paringpakketten. Omvang 0,66 van de
voor 1975 (43000 woningen), bij 70% zijn
egelen te nemen
P.M.
€ 405.000,00
20.000 woningen
€ 3.000,00
€ 60.000.000,00
€ 5.000.000,00
Pagina 2/11
Download