[Onderwerp] - Netwerk Directeuren Stedelijke Ontwikkeling

advertisement
Terugkoppeling bijeenkomst WBI en netwerk DSO,
donderdag 12 januari
Onderstaand een korte toelichting en een verslag van de bijeenkomst van 12
januari met een uitwerking van de vervolgafspraken. WWI heet sinds kort officieel
WBI (Wonen Bouwen Integratie). Hieronder gebruiken we dan ook de naam WBI.
Bij de beschrijving van de vervolgafspraken staat een concrete vraag voor de
andere gemeenten in het netwerk. Ik vraag jullie deze te lezen en hier
waarmogelijk mee aan de slag te gaan!
Achtergrond en aanleiding
Een van de doelstellingen van het netwerk DSO is een platform creëren om te
werken aan gemeenschappelijke belangen van gemeenten. In dit kader hebben
vorig jaar een aantal directeuren vanuit het netwerk een gesprek gevoerd bij WBI
met o.a. Mark Frequin, Directeur Generaal van WBI, over de toekomst van
ruimtelijke ontwikkeling bij gemeenten.
In dit gesprek is afgesproken om in een werksessie aan de hand van concrete
cases de knelpunten van gemeenten, en de mogelijke rol van het rijk daarin, te
bespreken. Deze werksessie heeft donderdag 12 januari plaatsgevonden.
Ter voorbereiding hierop hebben we in de netwerkbijeenkomst van 12 oktober drie
cases van Enschede, Maastricht en Oss besproken. Na overleg met WWI is
afgesproken tijdens de bijeenkomst van 12 januari twee cases te bespreken:

Enschede: grootschalige aanpak van duurzaamheid

Maastricht: regionale programmering in de regio Zuid-Limburg
Aanwezigen
Vanuit ons netwerk waren de volgende personen aanwezig:

Gemeente Enschede:
− Leo van der Ree (programmadirecteur Netwerksamenwerking Enschede,
oud directeur Stedelijke Ontwikkeling)
− Paul Westenbrink (Strateeg Wonen en projectleider duurzaamheid)

Gemeente Maastricht
− Jos Simons (Sectormanager Ruimte gemeente Maastricht)
− Mirjam Depondt (algemeen directeur - bestuurder Woonpunt en voorzitter
van de stuurgroep Wonen in Zuid Limburg)
Vanuit het netwerk was daarnaast Wil Ronken vanuit Dordrecht aanwezig.
Vanuit BZK/WBI waren de volgende personen aanwezig:

Bert van Delden – plaatsvervangend directeur WBI, min BZK

Marcel Brok – senior beleidsmedewerker min I&M, en aanspreekpunt voor
bouw- en investeringsvragen van gemeenten

Cees Schut – coördinerend beleidsmedewerker min BZK

Richard de Haan - coördinerend beleidsmedewerker min BZK
Ter ondersteuning was Martijn Minderhoud (Hiemstra & De Vries) aanwezig.
Belangrijkste uitkomsten
Bert van Delden begon met de aankondiging dat WWI nu WBI is geworden: Wonen,
Bouwen en Integratie. Onderdeel hiervan is de Woonomgeving (in plaats van
wijken), waarin specifiek wordt gekeken naar krimp, Rotterdam-zuid en het vervolg
van de wijkaanpak. Energiebesparing is een belangrijk onderdeel van Bouw.
Volgens Bert is de rol van WBI de komende jaren om zonder subsidiegeld de
investeringscondities te beïnvloeden. Dit doet ze op 4 manieren:

(aanpassen van) wet en regelgeving

slimme inzet eigen grond en gebouwen van het rijk (het ‘rijksactief’)

financiële instrumenten, anders dan subsidies (fiscaliteit, garanties, e.d.)

(ondersteunen van) kennisontwikkeling en -uitwisseling
Bert benadrukt (net als Mark Frequin in het eerdere gesprek) dat het doel van WBI
is om de bestaande ambities zoveel mogelijk in de lucht te houden, ondanks de
crisis. Dit wil WBI bereiken door, met alle betrokken partijen, innovatiever en
marktgerichter te worden. Hoe dit er concreet uit komt te zien is in dit gesprek niet
verder besproken.
Case: regionale programmering in de regio Zuid-Limburg, Maastricht
De cases zijn eerst toegelicht door de betrokken gemeenten.
De woningmarkt in Zuid-Limburg staat sterk onder druk door onder andere
woningoverschot in huur- en koopsector. Een nieuw evenwicht tussen vraag en
aanbod is noodzakelijk. Dit vraagt een integrale, gezamenlijke aanpak van de
herstructurering van de woningmarkt. De regio heeft hiervoor een coalition of the
willing georganiseerd getrokken door provincie en drie centrumgemeenten samen
met private partijen.
De




regio loopt hierbij aan tegen vier concrete problemen:
Leegstand in de particuliere woningvoorraad: financieel probleem
Afname van publieke investeringen
Opschaling in niveau van leven van buurt (van kerkdorpen naar
centrumgemeenten): cultuur probleem)
Bestuurlijke versnippering
De laatste twee punten moet en wil Zuid Limburg vooral zelf oplossen. Bij de eerste
twee punten is ook een rol voor het Rijk gewenst. De betrokkenen uit Zuid Limburg
vragen hierbij in eerste instantie commitment van het rijk bij de lastige,
inhoudelijke ontwikkelopgave. Ook is participatie van het rijk van belang volgens
het motto “mee te investeren in plaats van doneren”. Wat betreft dit laatste
presenteerden ze een aantal concrete mogelijke veranderingen om hier invulling
aan te geven:
1. De ‘Omgekeerde grex’: De essentie is een laag fiscaal tarief op investeringen
met een negatieve opbrengst maar een duidelijk maatschappelijk rendement.
Als iemand uit maatschappelijke overwegingen geld wil steken in het
opknappen van een wijk en het accepteert dat hij hierop geld toelegt, is het
ongewenst dat hij hierover ook nog een hoog fiscaal tarief moet betalen.
Hierdoor kunnen investeringen worden aangemoedigd;
2. Renovatie door ‘Gedwongen erfpacht’: Het creëren van een publiekrechtelijke
mogelijkheid om behoudenswaardige woningen op te kopen, te renoveren en te
verhuren totdat de gemaakte kosten zijn terugverdiend. Daarna worden de
woning weer aan de oorspronkelijke eigenaar teruggegeven. Daarmee kan
dreigende verkrotting in wijken worden aangepakt. België kent een dergelijke
regeling al, en dit lijkt daar succesvol te werken.
3. Een laag Btw tarief voor specifieke investeringen om projecten als vliegwiel aan
de gang te krijgen (niet generiek)
Tot slot levert de Limburgse delegatie kritiek op het recht op koop van
corporatiewoningen.
2
Als eerste reactie geeft Bert aan dat indien (zoals in Zuid-Limburg) de
‘businesscases niet rond komen’ gemeenten eerst zelf financiële prioriteiten moeten
stellen en eventuele reserves moeten aanspreken. Als dit niet lukt is de provincie
de eerste ‘hulp bron’. Pas als gemeenten er ook met de provincie niet uitkomen kan
het rijk ‘in specifieke gevallen’ mogelijk ondersteunen, door bijvoorbeeld het
Gemeentefonds aan te passen. Bert vraagt zich af of het rijk zich moet
committeren aan de ontwikkelopgaven van de regio.
Bert reageerde daarna concreet op de drie ingebrachte voorstellen. Hij geeft aan
de eerste twee punten (omgekeerde grex en gedwongen erfpacht) interessant te
vinden en deze graag nader te verkennen. Afgesproken is dat we deze punten
verder uitwerken (aan de hand van concrete casuïstiek) en voorleggen aan WBI. Bij
het derde punt geeft hij aan dat ze de mogelijkheid hiertoe meermaals hebben
onderzocht en dat dit (juridisch) onmogelijk is Hij gaat hier dus niets mee doen.
Wat betreft het recht op koop wijst Bert erop dat dit is afgesproken in het
coalitieakkoord.
Tijdens de nabespreking komt nog een ander idee ter sprake om via fiscaliteit
investeringen te bevorderen. Wil Ronken brengt in dat Btw staat voor Belasting
Toegevoegde Waarde. In een case zoals die van Maastricht, waarin bijvoorbeeld 4
huizen worden gesloopt om er 1 voor terug te bouwen, is vaak eerder sprake van
afgenomen waarde. Vraag is dan of je, bijvoorbeeld op de sloopwerkzaamheden,
wel belasting zou moeten betalen, of misschien zelfs geld zou terug moeten krijgen
(negatieve BTW) Bert gaf aan dit ‘gedachte-experiment’ interessant te vinden. Er
zijn geen concrete afspraken gemaakt over verdere uitwerking hiervan.
Case: Verduurzaming van de woningvoorraad, Enschede
Enschede heeft de doelstelling om in 2020 30% minder CO2 uit te stoten dan in
1990. Om dit te realiseren streeft Enschede naar verduurzaming van bijna de helft
van de 70.000 woningen in de stad, in nauwe samenwerking met de
woningcorporaties en betrokken private partijen. Uit de Maatschappelijke KostenBaten analyse blijkt theoretisch een positieve uitkomst, maar in de realisatie loopt
Enschede tegen een aantal concrete problemen aan:

Bouwwereld: grote bouwers zijn vaak alleen geïnteresseerd in grootschalige
nieuwbouw. Kleine onderhoudsbedrijven zijn dit grote volume niet gewend..

Huurders lopen niet warm (in complexen moet >70% eens zijn met
maatregelen en de huurverhoging)

Woningeigenaren kijken nauwelijks vooruit (‘wat maakt mij € 10/maand meer
aan energie uit...’).

Keten innovatie komt niet/te langzaam op gang.

Onderlinge leverantie alternatief opgewekte energie (kwH) nodigt niet uit tot
investeren. Terugleveren via net is verliesgevend, belemmert investeringen
woningeigenaren, VVE’s en ESCO’s)

Financiering van de energiebesparingsmaatregelen bij stadsbrede aanpak (2%
lening voor demo project houdt Enschede niet vol)

Technische maatregelen zijn kostbaar en verhogen de onrendabele top voor
corporaties (mogelijk te voorkomen door afschrijvingsduur te verlengen).
Om deze problemen op te lossen presenteert Enschede een eerste beeld van
mogelijke maatregelen die het Rijk kan nemen om energiebesparing door
verduurzaming te stimuleren:

Wetswijziging E-leverantie t.b.v. ‘buren’ (terugleveren via net is nu
verliesgevend)

Netwerkbeheerder betrekken (netwerkcapaciteit voldoende bij lokale
opwekking en teruglevering aan het net?)

Vanaf 2012 structurele subsidie voor verduurzamingsmaatregelen

Stimulering innovatie verduurzamingsketen
3





Verhoging OZB tarief voor niet-verduurzaamde woningen
BTW op arbeidsloon voor verduurzaming op 6% zetten
Structurele landelijke marketing (Postbus 51 etc.) op rijks- en provinciaal
niveau als ondersteuning lokaal
Na experimenteren/pilots: structureel maken en faciliteren (wetgeving en
incentives)
Regeling Blok voor Blok 2011: ervaringen: het is een goed initiatief maar de
eisen aan volume (2.000 woningen) gezien de beperkte termijn van 3 jaar zijn
voor veel gemeenten (krijg je de particuliere woningbezitters wel mee in
voldoende mate) en corporaties te groot. Het zou erg op prijs worden gesteld
als de Top – Down benadering in dit soort regelingen voorbreid wordt door een
Bottom – Up benadering.
Bert geeft in zijn reactie aan dat WBI voorstander is van initiatieven zoals die in
Enschede, omdat energiebesparing voor nieuwe verdienmogelijkheden kan zorgen.
Hij herkent ook de problemen waar Enschede tegen aan loopt.
Bert ging daarbij niet in op de concrete ideeën, maar deed wel zelf een voorstel.
WBI zoekt volgens Bert naar het langere termijn perspectief voor woning- en
utiliteitsbouw. Om dit te realiseren wordt er gewerkt aan een Bouwteam
(soortgelijk initiatief als de Topsectoren) met invloed bij alle betrokken partijen. Dit
Bouwteam krijgt de opdracht om in vier maanden met een concreet voorstel te
komen. Handelingsperspectief in energiebesparing wordt daarbij een dominant
aandachtsgebied als nieuw verdiengebied. Bert deed daarbij de toezegging de input
van Enschede (en andere gemeenten) in te willen brengen bij dit Bouwteam.
Concreet ontvangt hij graag een lijst met ideeën wat betrokken partijen anders
kunnen/moeten doen om grootschalige verduurzaming te realiseren.
1. Concrete projecten die op gang moeten worden gebracht: Wat zijn kansen en
tegen welke belemmeringen loopt het poject aan waar het Rijk een rol in kan
spelen?
2. Waar kunnen en moeten partijen in de keten anders opereren (marktpartijen,
financiers, gemeenten, (energie)bedrijven, woningcorporaties en
kennisinstellingen)? inclusief inventarisatie van mogelijkheden voor keten
integratie van grondstof tot uitgevoerde maatregel.
Hij wil deze lijst graag binnen een maand ontvangen, zodat het Bouwteam deze
mee kan nemen in haar opdracht.
Tot slot geeft Bert aan dat WBI veel overlegt met individuele gemeenten en dat als
je preciezer kijkt naar de problemen die er liggen, het vaak niet aan het Rijk ligt
maar aan de eigen spelregels van gemeenten. Toch wil het rijk graag blijven
meedenken als er concrete investeringsprojecten van gemeenten dreigen te
mislukken. Hij nodigt gemeenten dan ook uit hiervoor individueel contact te
(blijven) opnemen.
Vervolgafspraken
Zoals aangegeven in de cases zijn we als netwerk DSO uitgenodigd op twee
manieren expliciet input te leveren voor verdere uitwerking van mogelijke
wijzigingen in het rijksbeleid. Door de aanwezige leden van het netwerk DSO is
aangegeven dat we graag gebruik maken van deze ruimte.
Hierover zijn de volgende afspraken gemaakt:
4
Uitwerking van de twee voorstellen vanuit Zuid Limburg (omgekeerde Grex en
gedwongen Erfpacht)
Afgesproken is dat de gemeente Maastricht (in samenspraak met de stuurgroep
Zuid-Limburg) deze voorstellen in eerste instantie zelf verder uitwerkt in 1 à 2
pagina’s. Jos Simons is hiervoor verantwoordelijk. Als hij hiervoor een concept
heeft kijken Wil Ronken en Leo van der Ree inhoudelijk mee. Martijn Minderhoud
zorgt (in samenspraak met Jos en Leo) voor afstemming en vervolgafspraken met
WBI.
Overzicht met ideeën voor Bouwteam om verbeteringen om grootschalige
verduurzaming en energiebesparing te realiseren.
Afgesproken is dat we via twee wegen de eerste ideeën van Enschede aanvullen tot
een zo compleet mogelijke lijst:

Enschede (Paul Westenbrink en Leo van der Ree) vragen binnen hun
‘energie/duurzaamheids’ netwerk om input voor aanvullende ideeën

Martijn vraagt via het netwerk DSO de directeuren om aanvullende input. Dit
verzoek zetten we samen met dit verslag op de website.
Uiterlijk over 4 weken moet de lijst zo compleet mogelijk zijn. Paul, Leo en Martijn
zorgen dat er een goede en nette lijst naar WBI gaat. Martijn zorgt in samenspraak
met Paul en Leo voor afstemming en vervolgafspraken met WBI.
CONCRETE VRAAG VOOR LEDEN NETWERK DSO: willen jullie binnen je
gemeente navragen/uitzoeken of er concrete vragen of aandachtspunten
zijn om de lijst van de gemeente Enschede verder aan te vullen? Wil je
deze punten dan uiterlijk 12 februari opsturen naar
[email protected] ?
Als jullie hier nog vragen over hebben kun je terecht bij Martijn
Minderhoud (06-10778877).
5
Download