A 1. Uitvaartboekje met Nederlandse gezangen

advertisement
De rood-gedrukte teksten zijn aanwijzingen
voor het samenstellen van een boekje.
Deze teksten moeten voor het printen worden verwijderd!
UITVAART-LITURGIE
OPENING VAN DE DIENST
INTREDE
Terwijl de priester/diaken en de assistenten de kerk binnenkomen gaan
allen staan. Bij de ingang van de kerk begroet de priester/diaken de
overledene en besprenkelt zijn/haar dode lichaam met wijwater.
INTREDELIED
tekst invoegen: zie achterin, vanaf blz. 20
KRUISTEKEN EN BEGROETING
P:
In de Naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest.
A:
Amen.
P:
De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de
gemeenschap van de heilige Geest zij met u allen.
A:
En met uw geest.
WELKOM EN INLEIDING
LICHTRITUEEL
PERSOONLIJK WOORD (eventueel)
Maak een keuze uit een van de drie volgende teksten van de
schuldbelijdenis:
1
SCHULDBELIJDENIS 1
A:
P:
A:
Ik belijd voor de almachtige God en voor u allen,
dat ik gezondigd heb,
in woord en gedachten, in doen en laten,
door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld.
Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd maagd,
alle engelen en heiligen
en u, broeders en zusters,
voor mij te bidden tot de Heer, onze God.
Moge de almachtige God zich over ons ontfermen,
onze zonden vergeven en ons geleiden tot het eeuwig leven.
Amen.
Heer, ontferm U.
Christus, ontferm U
Heer, ontferm U.
SCHULDBELIJDENIS 2: KYRIE-LITANIE
P:
A:
P:
Heer, die de gestorvenen rust en verlichting schenkt,
ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
A:
Christus, die de rechtvaardigen binnenleidt
in het eeuwig leven, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
P:
A:
Heer, die ons allen aan uw tafel nodigt, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
P:
Moge de almachtige God zich over ons ontfermen,
onze zonden vergeven en ons geleiden tot het eeuwig leven.
Amen.
A:
2
SCHULDBELIJDENIS 3: KYRIE-LITANIE
P:
A:
P:
A:
P:
A:
P:
A:
Heer, Jezus, Gij laat Uw licht over ons stralen en Gij nodigt ons
uit in liefde te leven. Wij vragen U vergeving voor onze
tekortkomingen in echte liefde voor elkaar.
Heer, ontferm U
Heer, Jezus, Gij hebt ons hoop gegeven op een leven zonder
einde. Sta ons bij en help ons om elkaar tot steun en troost te
zijn.
Christus, ontferm U
Heer, Jezus, Uw naam en Uw liefde houden het uit tegen al onze
zonden in, want Gij zijt God. Wij vragen U om mild te zijn in
vergeven.
Heer, ontferm U
Moge de almachtige God zich over ons ontfermen, onze zonden
vergeven en ons geleiden tot het eeuwig leven.
Amen.
OPENINGSGEBED
DIENST VAN HET WOORD
EERSTE LEZING
hier komt de tekst van de eerste bijbel-lezing
na de lezing
L:
A:
Zo spreekt de Heer
Wij danken God
3
TUSSENZANG
tekst invoegen
allen gaan staan
EVANGELIELEZING
P:
A:
P:
A:
De Heer zij met u
en met uw geest.
Lezing uit het heilige Evangelie van onze Heer Jezus Christus
volgens…
Lof zij U, Christus.
Hier komt de tekst van de evangelielezing
na de lezing uit het Evangelie:
P:
A:
Zo spreekt de Heer
Wij danken God
ACCLAMATIE
A:
U komt de lof toe, U het gezang, U alle glorie,
o Vader, o Zoon, o Heilige Geest,
in alle eeuwen der eeuwen.
PREEK
VOORBEDE
Hier kan de tekst van de voorbede worden ingevoegd.
Na iedere voorbede antwoorden allen:
Heer, onze God, wij bidden U verhoor ons.
of
Luister, Heer, ontferm U over ons.
4
EUCHARISTISCHE DIENST
BEREIDING VAN DE GAVEN
Terwijl de offergaven op het altaar worden geplaatst kan ieder zijn
persoonlijk offergave brengen in de collecte. Ondertussen wordt het
gedachtenisprentje uitgereikt. Er klinkt orgelspel of het koor zingt.
OFFERANDELIED
eventueel tekst invoegen
P:
Bidt broeders en zusters dat mijn en uw offer aanvaard kan
worden door God de almachtige Vader
A:
Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen,
tot lof en eer van zijn Naam,
tot welzijn van ons en van heel zijn heilige kerk.
GEBED OVER DE GAVEN
Maak een keuze uit een van de drie volgende eucharistische
gebeden:
EUCHARISTISCH GEBED 1
(prefatie 1 – canon II c)
P:
De Heer zij met u.
A:
En met uw geest.
P:
Verheft uw hart.
A:
Wij zijn met ons hart bij de Heer.
P:
Brengen wij dank aan de Heer, onze God.
A:
Hij is onze dankbaarheid waardig.
Heilige Vader, machtige eeuwige God, om recht te doen aan Uw
heerlijkheid, om heil en genezing te vinden zullen wij U danken, altijd en
overal door Christus onze Heer. Want Hij die uit de dood is opgestaan,
5
Hij is het licht der wereld, onze enige hoop; in onze angst, omdat wij
moeten sterven, troost ons Uw belofte dat wij eens onsterfelijk zullen zijn
met Hem. Gij neemt het leven, God, niet van ons af, Gij maakt het nieuw,
dat geloven wij op Uw woord. En als ons aardse huis, ons lichaam,
afgebroken wordt, heeft Jezus al een plaats voor ons bereid in Uw huis,
om daar voorgoed te wonen. Daarom met alle engelen, machten en
krachten, met allen die staan voor Uw troon, loven en aanbidden wij U
en zingen U toe met de woorden:
Heilig, heilig, heilig de Heer
de God der hemelse machten.
Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid.
Hosanna in den hoge.
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren.
Hosanna in den hoge.
allen gaan staan
Gij zijt waarlijk heilig, onze Heer, de bron van alle heiligheid. Heilig dan
deze gaven met de dauw van Uw heilige Geest, dat zij voor ons worden
tot Lichaam en Bloed van Jezus Christus, onze Heer.
Toen Hij werd overgeleverd en vrijwillig zijn lijden op zich nam, nam Hij
het brood, sprak de dankzegging uit, brak het en gaf het zijn leerlingen
met de woorden:
NEEMT EN EET HIERVAN, GIJ ALLEN, WANT DIT IS MIJN LICHAAM DAT
VOOR U GEGEVEN WORDT.
Zo nam Hij na de maaltijd ook de kelk, sprak opnieuw de dankzegging
uit, en gaf hem aan zijn leerlingen met de woorden:
NEEMT DEZE BEKER EN DRINKT HIER ALLEN UIT, WANT DIT IS DE BEKER
VAN HET NIEUWE ALTIJD-DURENDE VERBOND, DIT IS MIJN BLOED, DAT
VOOR U EN ALLE MENSEN WORDT VERGOTEN TOT VERGEVING VAN
DE ZONDEN. BLIJFT DIT DOEN OM MIJ TE GEDENKEN.
Verkondigen wij het mysterie van het geloof.
6
A:
Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.
Zijn dood en verrijzenis indachtig, God, bieden wij U aan het levensbrood
en de kelk van het heil. Wij danken U omdat Gij ons waardig keurt om
voor Uw aangezicht te staan en Uw heilige dienst te verrichten. Zo delen
wij in het Lichaam en Bloed van Christus en wij smeken U dat wij door
de heilige Geest worden vergaderd tot één enige kudde.
Denk toch Heer, aan Uw kerk, verspreid over de hele wereld, dat haar
liefde volkomen wordt, één heilig volk met N. onze paus en N. onze
bisschop, en allen die Uw heilig dienstwerk verrichten.
Gedenk … … , die Gij uit deze wereld tot U geroepen hebt. Laat hem/haar
die in de doop met Christus gestorven en herboren is nu ook verrijzen
tot een nieuw leven met Uw Zoon.
Gedenk ook onze broeders en zusters die reeds ontslapen zijn in de hoop
der verrijzenis, ja, alle gestorvenen dragen wij op aan Uw zorg.
Neem hen aan en laat hen verschijnen in het licht van Uw gelaat.
Wij vragen U, ontferm U over ons allen, opdat wij tezamen met de maagd
Maria, de moeder van Christus, met de heilige Jozef, haar bruidegom,
met de apostelen, met de heilige Oda en met alle heiligen, die hier eens
leefden in Uw welbehagen, waardig bevonden worden het eeuwig leven
deelachtig te zijn en U loven en eren. Door Jezus Christus, Uw Zoon.
Door Hem en met Hem en in Hem zal Uw naam geprezen zijn, Heer onze
God, almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu en
tot in eeuwigheid.
A:
Amen.
De dienst gaat verder met de communieritus
7
EUCHARISTISCH GEBED 2
(prefatie 2 – canon III b)
P:
De Heer zij met u.
A:
En met uw geest.
P:
Verheft uw hart.
A:
Wij zijn met ons hart bij de Heer.
P:
Brengen wij dank aan de Heer, onze God.
A:
Hij is onze dankbaarheid waardig.
Heilige Vader, machtige eeuwige God, om recht te doen aan Uw
heerlijkheid, om heil en genezing te vinden zullen wij U danken, altijd en
overal door Christus onze Heer. Hij alleen heeft de dood aanvaard om
allen voor de dood te behoeden. Meer nog: Hij alleen heeft willen
sterven opdat wij allen eeuwig voor U leven. Daarom, met de koren van
de engelen, loven en aanbidden wij U en zingen vol vreugde:
Heilig, heilig, heilig de Heer
de God der hemelse machten.
Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid.
Hosanna in den hoge.
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren.
Hosanna in den hoge.
allen gaan staan
Ja, Heer, Gij zijt werkelijk de Heilige; heel uw schepping moet U wel
prijzen, want door Jezus Christus uw Zoon onze Heer maakt Gij alles
levend en heilig in de kracht van de heilige Geest. Altijd blijft Gij bezig U
een volk bijeen te brengen uit alle naties en rassen en talen; want van
oost tot west moet door een zuivere offerande hulde worden gebracht
aan uw Naam.
Wij hebben deze gaven dan ook hier gebracht om ze aan U toe te wijden.
In alle ootmoed vragen wij U ze te heiligen door uw Geest en ze Lichaam
en Bloed te doen zijn van Jezus Christus uw Zoon onze Heer, op wiens
woord wij deze geheimen vieren.
8
Want in de nacht dat Hij werd overgeleverd, nam Hij brood en sprak
daarover het dankgebed om uw Naam te verheerlijken. Toen brak Hij het
brood, gaf het aan zijn leerlingen en zei:
NEEMT EN EET HIERVAN, GIJ ALLEN, WANT DIT IS MIJN LICHAAM, DAT
VOOR U GEGEVEN WORDT.
Zo nam Hij ook na de maaltijd de beker en sprak een zegenbede om uw
Naam te verheerlijken. Hij gaf hem aan zijn leerlingen en zei:
NEEMT DEZE BEKER EN DRINKT HIER ALLEN UIT, WANT DIT IS DE BEKER
VAN HET NIEUWE ALTIJDDURENDE VERBOND, DIT IS MIJN BLOED, DAT
VOOR U EN ALLE MENSEN WORDT VERGOTEN TOT VERGEVING VAN
DE ZONDEN. BLIJFT DIT DOEN OM MIJ TE GEDENKEN.
Verkondigen wij het mysterie van het geloof.
A:
Als wij dan eten van dit Brood en drinken uit deze Beker,
verkondigen wij de dood des Heren, totdat Hij komt.
Daarom, Heer, gedenken wij het heilzaam lijden en sterven van uw Zoon,
zijn glorievolle verrijzenis en zijn verheffing aan uw rechterhand; zo staan
wij vol verwachting open voor zijn wederkomst en bieden U vol
dankbaarheid dit offer aan, zo levend en heilig.
Wij vragen U, Heer, zie welwillend neer op het offer van uw Kerk en wil
er uw Zoon in herkennen, door wiens dood Gij ons met U verzoend hebt.
Geef, dat wij mogen worden verkwikt door het nuttigen van zijn Lichaam
en Bloed. Vervul ons van zijn heilige Geest, opdat men ons in Christus zal
zien worden tot één lichaam en één geest.
Moge Hij ons maken tot een blijvende offergave voor U: dan zullen wij
het erfdeel verkrijgen dat Gij ons beloofd hebt, samen met Maria, de
heilige maagd en Moeder van God, met de heilige Jozef, haar
bruidegom: samen met uw apostelen en martelaren, met de heilige Oda
en met allen die in uw heerlijkheid zijn en daar voor ons bidden.
9
Mogen de vrede in de wereld en het heil van alle mensen toenemen door
dit offer van uw Zoon, dat ons in handen is gegeven opdat wij met U
worden verzoend. Maak uw volk onderweg hier op aarde sterk in liefde
en geloof: samen met uw dienaar N., onze paus en N., onze bisschop,
met alle bisschoppen, de geestelijkheid en heel het gelovige volk dat Gij
u hebt verworven.
Wij vragen U, welwillend te staan tegenover de wensen van deze
gemeenschap die hier bij U is, en waarvan Gij de Vader zijt. Goede God,
breng in uw barmhartigheid al uw kinderen van overal bijeen.
Gedenk … … , die Gij uit deze wereld naar U toegeroepen hebt. Geef dat
hij/zij die zoals uw Zoon de dood moest ondergaan, ook zoals Hij zal
verrijzen; want Hij zal de doden doen opstaan en ons aardse lichaam aan
zijn verheerlijkt lichaam gelijk doen zijn.
Laat onze overleden broeders en zusters, ja, laat allen die U lief waren en
die van ons zijn heengegaan, genadig binnen in uw Rijk. Ook wijzelf
hopen daar eens te mogen zijn, om met hen samen voor altijd te mogen
genieten van uw heerlijkheid. Dan wist Gij alle tranen uit onze ogen: wij
zullen U zien, God van ons, zoals Gij zijt; voor eeuwig op U gelijkend
zullen wij eindeloos U prijzen, door Christus onze Heer. In Hem schenkt
Gij alles wat goed is aan deze wereld.
Door Hem en met hem en in Hem, zal uw Naam geprezen zijn, Heer onze
God, Almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu
en tot in eeuwigheid.
A:
Amen.
De dienst gaat verder met de communieritus
10
EUCHARISTISCH GEBED 3
(prefatie 3 – canon XII c)
P:
De Heer zij met u.
A:
En met uw geest.
P:
Verheft uw hart.
A:
Wij zijn met ons hart bij de Heer.
P:
Brengen wij dank aan de Heer, onze God.
A:
Hij is onze dankbaarheid waardig.
Heilige Vader, machtige eeuwige God, om recht te doen aan uw
heerlijkheid, om heil en genezing te vinden zullen wij U danken, altijd en
overal door Christus onze Heer. Bij Hem vindt de wereld redding: Hij is
het leven van alle mensen, Hij is de verrijzenis van de doden. Door wie
de engelen, die eeuwig staan voor uw troon, U vol vreugde aanbidden,
Koning in majesteit. Laat nu ook onze stemmen meeklinken in dit koor,
wij smeken U en dat ook onze hulde wordt gehoord als U ter eer dit lied
wordt aangeheven.
Heilig, heilig, heilig de Heer
de God der hemelse machten.
Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid.
Hosanna in den hoge.
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren.
Hosanna in den hoge.
allen gaan staan
Hemelse Vader, met eerbied noemen wij uw Naam. Altijd zijt Gij met ons
op weg en dichter dan wij durven dromen zijt Gij bij ons wanneer uw
Zoon ons samenbrengt rond deze tafel, waar wij uw liefde vieren met
brood en beker. Zoals eens op de weg naar Emmaüs ontsluit Hij nu voor
ons de Schrift en wij herkennen Hem bij het breken van het brood.
11
Daarom bidden wij: Almachtige God: beadem met uw Geest dit brood
en deze wijn zodat Jezus Christus in ons midden komt met de gaven van
zijn lichaam en zijn bloed.
Want op de avond voor zijn lijden nam Hij onder de maaltijd brood en
sprak tot U het dankgebed. Hij brak het brood en gaf het aan zijn
leerlingen terwijl Hij zei:
NEEMT EN EET HIERVAN, GIJ ALLEN, WANT DIT IS MIJN LICHAAM DAT
VOOR U GEGEVEN WORDT.
Zo nam Hij ook de beker met wijn en sprak opnieuw het dankgebed. Hij
gaf hem aan zijn leerlingen en sprak:
NEEMT DEZE BEKER EN DRINKT HIER ALLEN UIT, WANT DIT IS DE BEKER
VAN HET NIEUWE ALTIJDDURENDE VERBOND, DIT IS MIJN BLOED DAT
VOOR U EN ALLE MENSEN WORDT VERGOTEN TOT VERGEVING VAN
DE ZONDEN. BLIJFT DIT DOEN OM MIJ TE GEDENKEN.
Verkondigen wij het mysterie van het geloof.
A:
Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.
Oneindig goede Vader, wij vieren de gedachtenis van onze verzoening
en wij verkondigen de liefde die Gij ons betoont. Uw Zoon is door het
lijden en de dood gegaan, en, tot nieuw leven opgewekt, is Hij
ingetreden in uw heerlijkheid.
Zie met genegenheid neer op dit offer en erken erin uw eigen Zoon die
zijn leven heeft gegeven en zijn bloed vergoten opdat voor alle zoekers
de weg naar U, Vader, geopend en begaanbaar zij.
Barmhartige God, laat de Geest van Jezus in ons wonen en vervul ons
met uw liefde. Sterk ons door de gaven van zijn lichaam en zijn bloed en
12
laat ons één worden in liefde en geloof, verbonden met onze paus N. en
onze bisschop N.
Maak onze ogen open voor alle nood en leg woorden in onze mond om
wie zich eenzaam en verloren voelen, te troosten in uw Naam. Maak ons
vindingrijk en moedig om broederlijk bij te staan al wie berooid zijn
verdrukt. Maak uw kerk tot een huis van waarheid die bevrijdt, van
gerechtigheid die vrede schept, van hoop die alle angst verdrijft.
Erbarm U, Vader, over … … , die in de vrede van Christus naar U is
teruggekeerd, en over alle gestorvenen waarvan Gij alleen het geloof
hebt gekend. Breng hen tot het licht van de verrijzenis. En als ook onze
weg ten einde loopt, neem ons dan op in uw huis, waar plaats is voor
velen. Schenk ons de vervulling van onze levenslange hoop: overvloedig
leven in uw heerlijkheid.
Laat ons toe in de gemeenschap van uw heiligen; dat wij met Maria, de
Maagd en Moeder Gods, met de heilige Jozef, haar bruidegom, met uw
apostelen en martelaren, met de heilige Oda en al de anderen die U
genegen zijn, dankbaar uw Naam aanbidden en U prijzen door Jezus
Christus, onze Heer.
Door Hem en met Hem en in Hem zal uw Naam geprezen zijn, Heer,
onze God, almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest hier en
nu en tot in eeuwigheid.
A:
Amen
13
COMMUNIERITUS
ONZE VADER
A:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw naam worde geheiligd, uw rijk kome,
Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving,
maar verlos ons van het kwade.
P:
Verlos ons, Heer, van alle kwaad, geef genadig vrede in onze
dagen, dat wij, gesteund door uw barmhartigheid, altijd vrij
mogen zijn van zonde, en beveiligd tegen alle angst en onrust,
terwijl wij uitzien naar de zalige vervulling van onze hoop,
de komst van onze Verlosser Jezus Christus.
A:
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid
in eeuwigheid.
VREDESWENS
P:
Heer, Jezus Christus, Gij hebt aan Uw apostelen gezegd: “vrede
laat ik u, Mijn vrede geef ik U”, let niet op onze zonden maar op
het geloof van Uw kerk; vervul Uw belofte: geef vrede in Uw
naam en maak ons één. Gij die leeft in eeuwigheid.
A:
Amen.
P:
A:
P:
De vrede des Heren zij altijd met u.
En met uw geest.
Wenst elkaar de vrede
14
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld,
geef hen de rust.
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld,
geef hen de rust.
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld,
geef hen de eeuwige rust.
of (zeker als er geen koor is):
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld,
ontferm U over ons.
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld,
ontferm U over ons.
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld,
geef ons de vrede.
UITNODIGING TOT DE COMMUNIE
P:
Zalig zij die genodigd zijn aan de maaltijd des Heren.
Zie het Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld.
A:
Heer ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt,
maar spreek en ik zal gezond worden.
COMMUNIEGEZANG
eventueel tekst invoegen
DANKZEGGING
Persoonlijk gebed gedurende een moment van stilte.
GEBED NA DE COMMUNIE
Hierna gaat de dienst verder met de Laatste aanbeveling ten
afscheid.
15
Als er géén priester beschikbaar is om de Eucharistie te vieren, kan
een Woord- en Communieviering worden gehouden. Na de
voorbede gaat de dienst verder met de Communie-viering:
COMMUNIE-VIERING
COLLECTE
De gedachtenisprentjes worden uitgedeeld, er wordt gecollecteerd en
ondertussen is er muziek
Overbrengen van de eucharistische gaven naar het altaar
VREDESWENS
D:
Broeders en zusters, in Zijn afscheidsrede heeft Jezus beloofd
aan ons Zijn vrede te geven, niet een vrede zoals de wereld die
geeft. De vrede die Jezus geeft is gegrond op het woord van
God dat wij gevierd hebben. De vrede van Jezus schenkt
bemoediging en laat ons aandacht hebben voor elkaar
en voor onze medemensen in nood.
De vrede des Heren zij altijd met u.
A:
En met uw geest.
ONZE VADER
A:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw naam worde geheiligd, uw rijk kome,
Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving,
maar verlos ons van het kwade.
16
D:
Verlos ons, Heer, van alle kwaad, geef genadig vrede in onze
dagen, dat wij, gesteund door uw barmhartigheid, altijd vrij
mogen zijn van zonde, en beveiligd tegen alle angst en onrust,
terwijl wij uitzien naar de zalige vervulling van onze hoop,
de komst van onze Verlosser Jezus Christus.
A:
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid
in eeuwigheid.
UITNODIGING TOT DE COMMUNIE
D:
Zalig zij die genodigd zijn aan de maaltijd des Heren.
Zie het Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld.
A:
Heer ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt,
maar spreek en ik zal gezond worden.
COMMUNIE
Tijdens de communie zingt het koor of klinkt er orgelspel
DANKZEGGING
Persoonlijk gebed gedurende een moment van stilte.
De H. Communie wordt teruggeplaatst in het tabernakel.
DANKGEBED
God, U brengt ons hier samen rond de tafel van uw Zoon
bij het afscheid van … …, hier in ons midden.
Laat ons kracht en bemoediging vinden in het brood des hemels
dat wij hier gegeten hebben,
om vreugde te hervinden en vertroost verder te leven.
A:
Houd mij in leven, wees Gij mijn redding
steeds weer zoeken mijn ogen naar U.
Wij danken U om uw dienstknecht Jezus,
die hier op aarde de weg gegaan is van iedere mens
17
en gestorven is aan het kruis.
Hij verlost en bevrijdt ons van kwaad en zonde in de wereld.
A:
Houd mij in leven, wees Gij mijn redding
steeds weer zoeken mijn ogen naar U.
Wij danken U om Jezus, ons voorgegaan in de dood,
maar opgewekt ten leven.
Gij doet ook ons opstaan uit de dood
en geeft ons een nieuw en onsterfelijk lichaam bij U.
A:
Houd mij in leven, wees Gij mijn redding
steeds weer zoeken mijn ogen naar U.
Wij danken U om uw Zoon,
die ons uw liefde heeft geopenbaard
en alle tranen uit onze ogen wist.
Hij toont ons uw erbarmen met allen die sterven in vrede met Hem.
A:
Houd mij in leven, wees Gij mijn redding
steeds weer zoeken mijn ogen naar U.
Wij danken U om Jezus,
die ons verkondigd heeft,
dat U nooit iemand zult vergeten,
dat U een Vader bent voor allen die lijden en gebroken van hart zijn.
Hij geeft ons hoop op leven in overvloed
in uw huis waar plaats is voor velen.
Hij die met U leeft in eeuwigheid.
A:
Amen.
18
LAATSTE AANBEVELING TEN AFSCHEID
KRUISJE
Wanneer er geen avondwake is gehouden aan de vooravond van de
uitvaart wordt nu het gedachteniskruisje weggebracht.
PERSOONLIJK WOORD (eventueel)
ABSOUTE
Het lichaam van de dierbare overledene wordt gezegend met wijwater
en bewierookt.
UITTOCHT
19
Hieronder een aantal liederen die geschikt zijn voor een
uitvaartdienst. Ook andere passende liederen zijn mogelijk.
De keuze van liederen graag altijd in overleg met het koor,
aangezien niet alle liederen bij elk koor van de Oda-parochie op
het repertoire staan.
met knippen/plakken de liederen op de juiste plaats in de dienst zetten;
de rest verwijderen
LIEDEREN
1. MIJN HERDER IS DE HEER (PSALM 23)
Antifoon:
Want mijn Herder is de Heer;
nooit zal er mij iets ontbreken.
Mijn Herder is de Heer, het ontbreekt mij aan niets.
Hij legt mij in grazige weiden, Hij geeft rust aan mijn ziel,
Hij leidt mij naar rustige waat’ren om mijn ziel te verkwikken.
Hij leidt mij in het rechte spoor - omwille van zijn Naam.
Al moet ik door donkere dalen, ik vrees geen kwaad.
Uw staf en uw stok zijn mijn troost, Gij zijt steeds bij mij.
Gij bereidt voor mij een tafel - voor het oog van mijn vijand.
Gij zalft met olie mijn hoofd - en mijn beker vloeit over.
Mij volgen uw heil en uw mildheid - al de dagen van mijn leven.
In het huis van mijn Heer wil ik wonen - tot in lengte van dagen.
Glorie aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
die is en was en die komt, in de eeuwen der eeuwen.
20
2. HOUD MIJ IN LEVEN (PSALM 25)
Voorzang:
Houd mij in leven, wees Gij mijn redding,
steeds weer zoeken mijn ogen naar U.
Allen:
Houd mij in leven, wees Gij mijn redding,
steeds weer zoeken mijn ogen naar U.
Voorzang:
Allen:
Voorzang:
Allen:
Voorzang:
Allen:
Omdat Gij zijt zoals Gij zijt:
Zie naar mij om en wees mij genadig,
want op U wacht ik een leven lang.
Steeds weer zoeken mijn ogen naar U.
Zijt Gij het, Heer, die komen zal,
of moeten wij een ander verwachten?
Heer, mijn God, ik ben zeker van U.
Houd mij in leven, wees Gij mijn redding,
steeds weer zoeken mijn ogen naar U.
Gij geeft uw woord aan deze wereld,
Gij zijt mijn lied, de God van mijn vreugde,
naar U gaat mijn verlangen, Heer.
Steeds weer zoeken mijn ogen naar U.
Houd mij in leven, wees Gij mijn redding,
steeds weer zoeken mijn ogen naar U.
3. HOE IS UW NAAM (PSALM 103)
Koor: 1.
Hoe is uw naam, waar zijt Gij te vinden,
eeuwige God, wij willen U zien.
Geef ons vandaag een teken van liefde.
Allen: 2.
Eeuwige God, wij willen U zien,
geef ons vandaag een teken van liefde.
Koor: 3.
Want wat de hemel is voor de aarde,
dat is uw liefde voor hen die geloven.
Allen: 4.
Geef ons vandaag een teken van liefde.
21
Koor: 5.
Allen: 6.
Koor: 7.
Allen: 8.
Gij, de vergeving van alle zonden,
recht en gerechtigheid voor deze wereld.
Gij, de vergeving van alle zonden,
geef ons vandaag een teken van liefde.
Gij kent ons toch, Gij zult niet vergeten,
dat wij uw mensen zijn, Gij, onze God.
Hoe is uw naam, waar zijt Gij te vinden,
eeuwige God, wij willen U zien.
Geef ons vandaag een teken van liefde.
4. BARMHARTIGE HEER, GENADIGE GOD (PSALM 103)
Refrein:
Barmhartige Heer, genadige God.
Barmhartige Heer, genadige God.
Ja wat de hemel is voor de aarde,
dat is zijn liefde voor hen die geloven.
Zover als het oosten van het westen vandaan is,
zover van ons af werpt Hij al onze zonden.
Hij kent ons toch, Hij is niet vergeten
dat wij gemaakt zijn uit het stof van de aarde.
Mensen, hun dagen zijn als gras:
zij bloeien als bloemen in het open veld.
Dan waait de wind en zij zijn verdwenen.
Maar duren zal de liefde van God
voor allen die zijn verbond bewaren,
zijn woord behartigen en het volbrengen.
22
5. ALS GOD ONS THUIS BRENGT (PSALM 126)
Refrein:
Als God ons thuis brengt uit onze ballingschap,
dat zal een droom zijn. Als God ons thuisbrengt
uit onze ballingschap, dat zal een droom zijn.
Wij zullen zingen, lachen, gelukkig zijn.
Dan zegt de wereld: “Hun God doet wonderen.”
Ja, Gij doet wonderen, God in ons midden, Gij onze vreugde.
Breng ons dan thuis, keer ons tot leven,
zoals rivieren in de woestijn
die, als de regen valt, opnieuw gaan stromen.
Wie zaait in droefheid zal oogsten in vreugde.
een mens gaat zijn weg en zaait onder tranen.
Zingende keert hij terug met zijn schoven.
6. ALS GIJ NAAR DE WOORDEN LUISTERT
Als gij naar de woorden luistert, die hier tot u zijn gezegd,
zullen zij een licht ontsteken; wijzen zij de goede weg.
Als gij naar de woorden luistert, die van Mij geschreven staan,
zullen zij van vrede spreken, die er schuilgaat in Mijn naam.
Als gij naar de woorden luistert, ze van harte wilt verstaan,
zullen zij de Vader tonen; zult gij niet verloren gaan.
Als gij naar Mijn woorden luistert brengt de dood niet langer vrees;
wordt gij tot Gods zoon herboren; ademt gij Zijn levensgeest.
23
7. GOD VAN HOOP EN GOD VAN ZEGEN
God van hoop en God van zegen, al wat leeft hebt Gij voorzien.
Gij wilt licht zijn allerwegen, zijt de mensen tot een vriend.
Gij spreekt onze taal, ten teken dat Gij weet van onze pijn.
Maar van één ding zijn wij zeker, dat Gij zijt waar mensen zijn.
Alles maakt Gij nieuw op aarde in de Geest en in uw Zoon
en zo zult Gij openbaren dat Gij met de mensen woont.
Dan is alle schuld vergeten en vergeven voor altijd.
Dan is alle leed geleden als Gij al ons leven zijt.
Gij spreekt onze taal ten teken, dat Gij weet van onze pijn.
Maar van één ding zijn we zeker, dat Gij zijt waar mensen zijn.
8. EENS ALS DE BAZUINEN KLINKEN
Eens, als de bazuinen klinken, uit de hoogte, links en rechts,
duizend stemmen ons omringen, ja en amen wordt gezegd,
rest er niets meer dan te zingen, Heer, dan is uw pleit beslecht.
Scheurt het voorhang van de wolken, wordt uw aangezicht onthuld,
vaart de tijding door de volken dat Gij alles richten zult:
Heer, dan is de dood verzwolgen, want de schriften zijn vervuld.
Roep de doden tot getuigen, dat Gij van oudsher regeert,
roep hen die men dwong te zwijgen, die de wereld heeft geweerd,
richt omhoog wat wist te buigen, kroon wat aanzien heeft ontbeerd.
Als de graven openbreken en de mensenstroom vangt aan
om de loftrompet te steken en uw hoofdstad in te gaan:
Heer, laat ons dan niet ontbreken, want de traagheid grijpt ons aan.
Mensen, komt uw lot te boven, wacht na dit een ander uur.
Gij moet op een wonder hopen dat gij oplaait als een vuur,
24
want de Geest zal ons bestoken, nieuw wordt alle creatuur.
Van die dag kan niemand weten, maar het woord drijft aan tot spoed,
zouden wij niet haastig eten, gaandeweg Hem tegemoet.
Jezus Christus, gisteren heden, komt voor eens en komt voorgoed!
9. HEER HERINNER U DE NAMEN
Heer herinner U de namen van hen, die gestorven zijn:
en vergeet niet, dat zij kwamen langs de straten van de pijn,
Langs de wegen van het lijden, door het woud der eenzaamheid,
naar het dag en nacht verbeide Vaderhuis, hun toebereid.
Heer, herinner U hun luist’rend wakker liggen in de nacht
en hun roepen in het duister, de armzaligheid van hun kracht,
en wil zeer aandachtig lezen in de rimpels van hun huid
de verscheurdheid van hun wezen en wis hunne zonden uit.
Die Maria hebt vergeven en de rover aan het kruis,
laat de doden eeuwig leven met U in het paradijs.
Heer, herinner U hun namen, oordeel hen en spreek hen vrij
en bedek hun schuld en laat hen zitten aan uw rechterzij.
Waarheen zal de mens zich keren die, staand voor uw aangezicht,
uwe liefde moet ontberen bij het eindelijk gericht?
Heer, zo Gij niet wordt bewogen door het breken van zijn stem,
door de droefheid in zijn ogen, is bij niemand heil voor hem.
25
10. HEER, ONZE HEER, HOE ZIJT GIJ AANWEZIG
Heer, onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig en hoe onzegbaar ons nabij.
Gij zijt gestadig met ons bezig onder uw vleugels rusten wij.
Gij zijt niet ver van wie U aanbidden,
niet hoog en breed van ons vandaan.
Gij zijt zo mens’lijk in ons midden, dat Gij dit lied wel zult verstaan.
Gij zijt onzichtbaar voor onze ogen en niemand heeft U ooit gezien.
Maar wij vermoeden en geloven dat Gij ons draagt, dat Gij ons dient.
Gij zijt in alles diep verscholen, in al wat leeft en zich ontvouwt.
Maar in de mensen wilt Gij wonen, met hart en ziel aan ons getrouwd.
Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig waar ook ter wereld mensen zijn.
Blijf zo genadig met ons bezig, tot wij in U volkomen zijn.
11. IK STA VOOR U IN LEEGTE EN GEMIS
Ik sta voor U in leegte en gemis,
vreemd is uw naam, onvindbaar zijn uw wegen.
Gij zijt mijn God, sinds mensenheugenis
dood is mijn lot, hebt Gij geen and’re zegen?
Zijt Gij de God bij wie mijn toekomst is?
Heer, ik geloof, waarom staat Gij mij tegen.
Mijn dagen zijn door twijfel overmand,
ik ben gevangen in mijn onvermogen.
Hebt Gij mijn naam geschreven in Uw hand,
zult Gij mij bergen in uw mededogen?
Mag ik nog levend wonen in uw land,
mag ik nog eenmaal zien met nieuwe ogen?
26
Spreekt Gij het woord dat mij vertroosting geeft,
dat mij bevrijdt en opneemt in uw vrede.
Open die wereld die geen einde heeft,
wil alle liefde aan Uw Zoon besteden.
Wees Gij vandaag mijn brood, zowaar Gij leeft
Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden.
12. LICHT DAT ONS AANSTOOT IN DE MORGEN
Licht dat ons aanstoot in morgen, voortijdig licht waarin wij staan
koud, één voor één, en ongeborgen, licht overdek mij, vuur mij aan.
Dat ik niet uitval, dat wij allen zo zwaar en droevig als wij zijn
niet uit elkaars genade vallen en doelloos en onvindbaar zijn.
Licht, van mijn stad de stedehouder, aanhoudend licht dat overwint.
Vaderlijk licht, steevaste schouder, draag mij, ik ben jouw kijkend kind.
Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen of ergens al de wereld daagt
waar mensen waardig leven mogen en elk zijn naam in vrede draagt.
Alles zal zwichten en verwaaien wat op het licht niet is geijkt.
Taal zal alleen verwoesting zaaien en van ons doen geen daad beklijft.
Veelstemmig licht, om aan te horen zolang ons hart nog slagen geeft.
Liefste der mensen, eerstgeboren, Licht, laatste woord van Hem die
leeft.
13. NIEMAND LEEFT VOOR ZICHZELF
Niemand leeft voor zichzelf,
niemand sterft voor zichzelf.
Wij leven en sterven voor God onze Heer:
aan hem behoren wij toe!
27
14. U ZIJ DE GLORIE
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie nu en immer meer.
Uit een blinkend stromen daalde d’engel af,
heeft de steen genomen van ’t verwonnen graf.
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie nu en immer meer.
Zie hem verschijnen, Jezus, onze Heer,
Hij brengt al de zijnen in zijn armen weer.
Weest dan volk des Heren blijde en welgezind
en zegt telkenkere: “Christus overwint.”
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie nu en immer meer.
Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft,
die mij heeft genezen, die mij vrede geeft?
In zijn goddelijk wezen is mijn glorie groot:
niets heb ik te vrezen in leven en in dood.
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie nu en immer meer.
15. WIJ ZOEKEN U ALS WIJ SAMENKOMEN
Wij zoeken U als wij samenkomen,
hopen dat Gij aanwezig zijt.
Hopen dat het er eens van zal komen
mensen in vrede vandaag en altijd.
Wij horen U in oude woorden,
hopen dat wij uw stem verstaan.
Hopen dat zij voor ons gaan verwoorden
waarheid en leven, de bron van bestaan.
28
Wij breken brood en delen het samen,
hopen dat het wonder geschiedt.
Hopen dat wij op Hem gaan gelijken
die ons dit teken als spijs achterliet.
Wij vragen U om behoud en zegen,
hopen dat Gij ons bidden hoort.
Hopen dat Gij ons adem zult geven
geestkracht die mensen tot vrede bekoort.
16. MET DE BOOM DES LEVENS
Met de boom des levens wegend op zijn rug
droeg de Here Jezus Gode goede vrucht.
Refrein:
Kyrie eleison, wees met ons begaan,
doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan.
Laten wij dan bidden in dit aardse dal,
dat de lieve vrede ons bewaren zal.
Want de aarde vraagt ons om het zaad des doods,
maar de hemel draagt ons op de adem Gods.
Laten wij God loven, leven van het licht,
onze val te boven in een evenwicht.
Want de aarde jaagt ons naar de diepte toe,
maar de hemel draagt ons, liefde wordt niet moe.
Met de boom des levens doodzwaar op zijn rug
droeg de Here Jezus Gode goede vrucht.
29
17. EEN WOORD WAS VOLDOENDE
Een woord was voldoende om God te doen spreken:
als wij het niet breken, is een woord voldoende.
Een woord was voldoende om angst te verstillen:
als wij luist’ren willen, is een woord voldoende.
Een woord was voldoende om ons te beschamen:
als wij het beamen, is een woord voldoende.
Een woord was voldoende om hoogmoed te breken
als ons hart gaat spreken, is een woord voldoende.
Een woord was voldoende om vrede te brengen:
als wij het volbrengen, is een woord voldoende.
Een woord was voldoende om liefde te geven:
als wij ervan leven, is een woord voldoende.
18. UIT VUUR EN IJZER
Uit vuur en ijzer, zuur en zout, zo wijd als licht, zo eeuwen oud,
uit alles wordt een mens gebouwd en steeds opnieuw geboren.
Om ijzer in vuur te zijn, om zout en zoet en vuur te zijn,
om mens voor een mens te zijn wordt alleman geboren.
Om water voor de zee te zijn, om anderman een woord te zijn,
om niemand weet hoe groot en klein, gezocht, gekend, verloren.
Om avond- en morgenland, om hier te zijn en overkant,
om hand in een and’re hand, om niet te zijn verloren.
Om oud en wijd als licht te zijn, om lippen, water dorst te zijn,
om alles en om niets te zijn, gaat iemand tot een ander.
30
Naar verte die niemand weet, door vuur dat mensen samensmeedt,
om leven in lief en leed gaan mensen tot elkander.
19. WIE ALS EEN GOD WIL LEVEN
Voorzang:
Wie als een God wil leven hier op aarde
Allen:
Wie als een God wil leven hier op aarde
Voorzang:
Hij moet de weg van alle zaad
en zo vindt hij genade
Allen:
en zo vindt hij genade.
Hij gaat de weg van alle aardse dingen
hij leeft het lot met hart en ziel
van alle stervelingen.
Hij wordt aan zon en regen prijsgegeven
het kleinste zaad in weer en wind
moet sterven om te leven.
De mensen moeten sterven voor elkander
het kleinste zaad wordt levend brood
zo voedt de een de ander.
En zo heeft onze God zich ook gedragen
en zo is Hij het leven zelf
voor iedereen op aarde.
20. ZO VRIENDELIJK EN VEILIG ALS HET LICHT
Zo vriendelijk en veilig als het licht
zo als een mantel om mij heen geslagen
zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht
ik roep zijn naam, bestorm hem met mijn vragen,
dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt.
Wil mij behoeden en op handen dragen.
31
Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd
waakt over mij en over al mijn gangen.
Wie zou ik worden, waart Gij niet bereid
om, als ik val, mij telkens op te vangen.
Ik leef niet echt, als Gij niet met mij zijt.
Ik moet in lief en leed naar U verlangen.
Spreek Gij het woord dat mij vertroosting geeft,
dat mij bevrijdt en opneemt in uw vrede.
Ontsteek die vreugde die geen einde heeft,
wil alle liefde aan uw mens besteden.
Wees Gij vandaag mijn brood zowaar Gij leeft.
Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden.
21. BLIJF MIJ NABIJ
Blijf mij nabij, wanneer het avond is,
wanneer het licht vergaat in duisternis.
Wanneer geen mens mijn hulpeloosheid ziet,
bid ik tot U, o Heer, verlaat mij niet.
Reik mij uw hand en spreek uw reddend woord,
wijs mij de weg en leid mij veilig voort.
Blijf mij nabij in vreugde en verdriet.
Ik heb U lief, o Heer, verlaat mij niet.
Wanneer uw licht mij voortgaat in de nacht,
wanneer ik hoor dat U mij thuis verwacht,
dan weet ik, Heer, dat U mijn zwakheid ziet,
dan zeg ik dank, want U verlaat mij niet.
32
22. DE STEPPE ZAL BLOEIEN
De steppe zal bloeien. De steppe zal lachen en juichen.
De rotsen die staan vanaf de dagen der schepping,
staan vol water, maar dicht,
de rotsen gaan open.
Het water zal stromen, het water zal tintelen, stralen,
dorstigen komen en drinken.
De steppe zal drinken.
De steppe zal bloeien. De steppe zal lachen en juichen.
De ballingen keren. Zij keren met blinkende schoven.
Die gingen in rouw tot aan de einden der aarde,
één voor één, en voorgoed,
die keren in stoeten.
Als beken vol water, als beken vol toesnellend water,
schietend omlaag van de bergen,
als lachen en juichen.
die zaaiden in tranen, die keren met lachen en juichen.
De dode zal leven. De dode zal horen: nu leven.
Ten einde gegaan en onder stenen bedolven:
dode, dode, sta op,
het licht van de morgen.
Een hand zal ons wenken, een stem zal ons roepen: Ik open
hemel en aarde en afgrond
en wij zullen horen
en wij zullen opstaan en lachen en juichen en leven.
33
23. WIE IN DE SCHADUW GODS MAG WONEN
Wie in de schaduw Gods mag wonen,
Hij zal niet sterven in de dood.
Wie bij hem zoekt naar onderkomen
vindt eenmaal vrede als zijn brood.
God legt zijn vleugels van genade
beschermend om hem heen als vriend.
En Hij verlost hem van het kwade,
opdat hij eens geluk zal zien.
Engelen zendt Hij alle dagen
om hem tot vaste gids te zijn.
Zij zullen hem op handen dragen
door een woestijn van hoop en pijn.
Geen vrees of onheil doet hem beven,
geen ziekte waar een mens van breekt.
Lengte van dagen zal God geven,
rust aan een koele waterbeek.
Hem zal de nacht niet overvallen,
zijn dagen houden eeuwig stand.
Duizenden doden kunnen vallen,
hij blijft geschreven in Gods hand.
God legt zijn schild op zijn getrouwen,
die leven van geloof alleen.
Hij zal een nieuwe hemel bouwen
van liefde om hun tranen heen.
24. ALS ALLES DUISTER IS
Als alles duister is ontsteek dan een lichtend vuur
dat nooit meer dooft, vuur dat nooit meer dooft.
Als alles duister is ontsteek dan een lichtend vuur
dat nooit meer dooft, vuur dat nooit meer dooft.
34
25. JERUSALAÏM
Er is een stad voor vriend en vreemde diep in het bloemendal,
er is een mens die roept om vrede; die mens roept overal.
Refrein:
Jerusalaïm, stad van God,
wees voor de mensen een veilig huis.
Jerusalaïm, stad van vrede,
breng ons weer thuis.
Er is een huis om in te wonen, voorbij het dodendal,
er is een vader met zijn zonen; zij roepen overal.
Er is een tafel om te eten, voorbij het niemandsland.
Er is een volk dat wordt vergeten, dat volk roept overal.
Er is een wereld zonder grenzen, zo groot als het heelal.
Er is een hemel voor de mensen, dat hoor je overal.
26. UIT UW HEMEL
Uit uw hemel zonder grenzen komt Gij tastend aan het licht,
met een naam en een gezicht even weerloos als wij mensen.
Als een kind zijt Gij gekomen, als een schaduw die verblindt,
onnaspeurbaar als de wind die voorbij gaat in de bomen.
Als een vuur zijt Gij verschenen, als een ster gaat Gij ons voor,
in den vreemde wijst uw spoor, in de dood zijt Gij verdwenen.
Als een bron zijt Gij begraven, als een mens in de woestijn.
Zal er ooit een ander zijn, ooit nog vrede hier op aarde?
Als een woord zijt Gij gegeven, als een nacht van hoop en vrees,
als een pijn die ons geneest, als een nieuw begin van leven.
35
27. HET LIED VAN GOD DIE VÓÓR ONS IS
God die ons heeft voorzien en kent bij onze naam,
die ons ten leven riep en houdt in het bestaan.
Hij heeft ons voorbestemd te lijken op zijn Zoon
die mens is zoals wij en in ons midden woont.
Hij heeft zij eigen Zoon geen enkel leed bespaard.
Hij heeft ten einde toe zijn Geest geopenbaard.
Als God zo vóór ons is, wie zal dan tegen zijn?
Al wat ons overkomt zal hoop en zegen zijn.
Wie zal ons scheiden ooit van God ons goed en bloed.
Geen toekomst en geen dood bedreigt ons meer voorgoed.
Genadig en getrouw wil Hij mijn vrede zijn.
Geen mens die Hem weerhoudt om onze God te zijn.
28. HIER WORDT EEN HUIS VOOR GOD GEBOUWD
Hier wordt een huis voor God gebouwd waar mensen samen komen
en waar Hij zelf aanwezig is om onder ons te wonen.
Hier wordt een boek opengelegd en klinken goede woorden
van God die van de mensen houdt en die naar ons wil horen.
Hier wordt een tafel aangericht om Jezus te gedenken
die voor ons leven en geluk zich weg heeft willen schenken.
Hier delen wij het levensbrood en worden nieuwe mensen:
de aarde wordt een vredeshuis, vervuld van oude wensen.
36
29. DIE GEGAAN ZIJN UIT DIT LEVEN
Die gegaan zijn uit dit leven
naar het onbekende land
stervend alles opgegeven
liefdes laatste onderpand.
Wie mag hopen op een morgen
met het licht dat overwint,
waar een mens mag zijn geborgen
en de liefde hem hervindt.
Overgave zonder weten,
tastend zoeken zonder zicht.
Alle pijn, het wordt vergeten,
in het schitterende licht.
30. ROEPT GOD EEN MENS TOT LEVEN
Roept God een mens tot leven, wie weet waarom en hoe,
hij moet zichzelf prijsgeven, hij leeft ten dode toe.
Gods woord roept door de tijden zijn volk en grijpt het aan.
Hij doet het uitgeleide het moet de zee in gaan.
Geroepen en verzameld uit dood en slavernij,
gedoopt in woord en water: dat volk van God zijn wij.
Wij werden nieuw geboren, toen de mens Jezus kwam,
die als een slaaf de zonde der wereld op zich nam.
Met Hem in Geest en water tot zoon van God gewijd,
zijn wij met hem begraven, verrezen voor altijd.
37
31. HET LIED VAN DE ZOETE LIEVE VROUW VAN DEN BOSCH
Lieve Vrouwe, hoor gunstig onze smekingen aan,
O, gij kunt bij dit afscheid toch de bede niet versmaen
van de honderden kinderen uit de stad, u zo waard,
die gij, Moeder, vol eerbied om uw troon ziet geschaard.
Sla uw ogen, o liefste goedertierenste Vrouw
op uw kind’ren, zij bleven u, o Moeder, getrouw.
Het geloof hunner vaad’ren hielden z’altoos in eer;
voor uw wonderbeeld knielden zij vertrouwvol terneer.
O Maria, o zoetste, o beminn’lijkste Maagd,
o, gij Moeder, wie nimmer tevergeefs wordt gevraagd.
Wees een schutsvrouw den bisschop, die uw kind’ren geleidt,
die talenten en krachten aan uw eer heeft gewijd.
O Maria, o zoete Lieve Vrouw dezer stad,
gij waart altoos haar glorie en haar dierbaarste schat.
Geef dat z’ímmer beware het aloude geloof,
ach gedoog niet, o Moeder, dat men ’t ooit haar ontroov’.
32. WEES GEGROET, O STERRE
Wees gegroet, o sterre, wees gegroet van verre.
Aan de hemel blinkt uw licht in het bange vergezicht.
Wees gegroet, wees gegroet, Maria.
Als de golven stijgen, hoger, hoger dreigen
schijn dan veilig voor ons uit, gun de zee geen droeve buit.
Wees gegroet, wees gegroet, Maria.
Wees gegroet, o sterre, wees gegroet van verre.
Op uw zacht en zalig licht houden wij het oog gericht.
Wees gegroet, wees gegroet, Maria.
38
33. GOD GROET U ZUIV’RE BLOEME
God groet u, zuiv’re bloeme, Maria maged fijn.
Gedoog dat ik u roeme: lof moet u altijd zijn.
Als gij niet waart geboren, o reine maged vrij,
wij waren allen verloren, aan u beveel ik mij!
O roze zonder doren, o violette zoet.
O bloeme blauw in ’t koren, neem mij in uw behoed.
Vol liefde en gestadig ootmoedig zo zijt gij,
och, wees mij toch genadig, aan u beveel ik mij!
Met recht zijt gij verheven al boven d’eng’lenschaar.
Al ben ik hier gebleven, mijn hart is bij u daar.
Och wil mij tocht geleiden, staat gij mij altoos bij,
en wil van mij niet scheiden, aan u beveel ik mij!
34. SALVE REGINA
Salve, regina, mater misericórdiae,
vita, dulcédo,
et spes nostra, salve.
Ad te clamámus, éxcules, filii Hevae.
Ad te suspirámus, geméntes et flentes in hac lacrimárum valle.
Eia ergo, advocáta nostra, illos tuos misericórdes óculos
ad nos convérte.
Et Jesum, benedictum fructum ventris tui, nobis
post hoc exsilium osténde.
O clemens, o pia, o dulcis virgo Maria.
39
35. TE LOURD’ OP DE BERGEN
Te Lourd' op de bergen verscheen in een grot,
vol glans en vol luister de Moeder van God.
Ave, ave, ave Maria! (2x)
Zij riep Bernadette, een nederig kind.
"Wie zijt gij", vroeg 't meisje, "die u daar bevindt?"
Ave, ave, ave Maria! (2x)
"Ik ben d' onbevlekte en zuivere Maagd.
Gans vrij van de zonde heb ik God behaagd".
Ave, ave, ave Maria! (2x)
Toen deed zij ontspringen een heldere fontein,
met helende waat’ren, als waar medicijn.
Ave, ave, ave, Maria! (2x)
“Ik wil hier een tempel, op Massabiëls rots;
Hier zal ik doen schitt’ren de wonderen Gods!”
Ave, ave, ave Maria! (2x)
“Dat pelgrims hier komen, van wijd en van zijd,
‘k zal zalving hier geven aan ieder die lijdt!”
Ave, ave, ave Maria! (2x)
40
Download