De blijdschap van Kerst: God is bij je! Preek over Lucas 2:10 lezen: Lucas 2:1-21 Lelystad, Eerst kerstdag 2006 R.J.Vreugdenhil Ik heb hier wat geboortekaartjes. ‘Dankbaar en blij zijn wij met de geboorte van...’ ‘De God die leven gaf en leven spaarde, verblijdde ons met de geboorte van een zoon...’ ‘God geeft blijdschap in ons gezin!’ Natuurlijk, bij een geboorte ben je blij. Een poosje geleden nog had ik het er over met een kersverse vader. Die had nooit zo veel gevoel gehad bij die heel kleine baby’tjes, hij vond iets grotere kinderen leuker. Tot hij zijn eigen kind in z’n armen had. Dat is zo bijzonder. Daar kun je gewoon een tijd mee zitten en alleen maar blij zijn. Ik denk dat elke vader en moeder dat wel herkent. Vandaag gaat het ook over een geboorte en over blij zijn. Maar het is geen kaartje van Jozef en Maria: dankbaar en blij zijn wij met de geboorte van Jezus. Het gaat hier niet over blije ouders, maar over een heel volk dat blij zal zijn. Dat is ook niet het blije gevoel dat je krijgt als je ergens op kraamvisite bent. Samen blij met de ouders. Het is niet zo dat het hele volk, zelfs ook niet: de hele bevolking van Bethlehem, straks om die wieg heen staat en blij is met de gelukkige ouders. Als dat de bedoeling was geweest, dan had de engel beter midden op de dag op het dorpsplein van Bethlehem kunnen komen. Het gaat hier om andere blijdschap. De blijdschap van kerst is meer dan ‘er is een kind geboren’. Wat bedoelt de engel dan? *** Het is nacht. Het is donker. Het is stil. De enige die wakker zijn, zijn herders buiten in het veld. Opeens een groot licht en een figuur die bij hen staat. Wat schrikken ze. Ze schrikken veel meer dan bijvoorbeeld Zacharias in de tempel. Ook bij hem stond opeens een engel. Hij schrok ook en werd ook bang. Maar Lucas vertelt dat de herders ‘bang waren met grote angst’. Het is meer dan schrikken omdat het ineens heel licht is. Ze worden heel bang. Waarom worden die herders zo bang? 317519968 1 Dat is niet alleen maar van die figuur die bij hen staat, die engel. Het is vooral dat licht. Dat is geen gewoon licht. God zet niet midden in de nacht een hemelse schijnwerper aan. Lucas gebruikt niets eens het woord ‘licht’. Hij heeft het over de heerlijkheid van de Heer, zijn majesteit, zijn uitstraling. Het straalt daar in die nacht van Gods aanwezigheid. De heerlijkheid van de Heer. Die kom je eerder in de bijbel tegen. In het Oude Testament. Als het volk Israël onderweg is door de woestijn. God de HEER laat dan zien dat Hij er is. Hij komt naar zijn volk toe in een wolk. In die wolk zien ze de heerlijkheid, de majesteit van God. Het straalt uit die wolk: hier is de HEER. Hemzelf krijgen ze niet te zien. Daar is hij te stralend voor, te verblindend. In een wolk zien ze zijn uitstraling en zo weten ze: de HEER is er. Bijvoorbeeld op de berg Sinai. En dan mag er niemand die berg op. Of als de tabernakel, de verplaatsbare tempel, klaar is. Die wolk komt daar in en dan kan geen mens daar blijven. Zo is het inderdaad: als de heerlijkheid, de stralende aanwezigheid van God ergens is, moeten mensen op afstand blijven. Want die majesteit van God laat zien: hij is de heilige God, hij is alleen maar licht, zuiverheid. Als mens moet je dan afstand houden. Dat is om wie wij zijn: niet heilig, onzuiver, oneerlijk, mensen met fouten. Als God met zijn majesteit de aarde aanraakt, doe je als mensen een paar stappen terug. Dan mag je best schrikken en bang zijn. Ik moest denken aan toen ik een jaar of tien was. Ik mocht op oudejaarsavond na twaalf uur mee naar buiten, een eindje door de buurt lopen. Spannend, in het donker. Overal knallen, vuurpijlen. Toen hing er opeens in de lucht een rood licht en voor m’n gevoel kwam het langzaam dichterbij. Achteraf had ik wel door wat het was: zo’n parachute met Bengaals vuur eronder. Maar m’n eerste reacties was: zou daar de Here aankomen? Komt God met zijn stralende licht precies nu naar de aarde? En ik schrok toch wel. Ik werd wel een beetje bang: komt God zomaar naar me toe...? Wat moeten dan die herders wel niet gevoeld hebben? De heerlijkheid van God straalde om hen heen. Zo staat het er: die heerlijkheid straalde om hén heen, niet om die engel. Gods stralende aanwezigheid was om hen heen. Zij maakten mee wat ooit op de berg Sinai gebeurde, en bij de tempel of de tabernakel. Gods majesteit raakt de aarde aan. Is het gek dat ze verschrikkelijk bang worden? 317519968 2 Maar de engel zegt: nee, je hoeft niet te schrikken. Wees niet bang. Vandaag hoeft dat niet. Vanaf vandaag hoeft dat niet. Je gaat iets nieuws meemaken. De majesteit van God komt op aarde, God komt bij mensen - maar je hoeft niet meer weg te vluchten. Je hoeft niet meer bang te zijn. Je mag blij zijn. Dat is het grote nieuws dat de engel vertelt. Tegenover hun grote bangheid zet hij grote blijdschap. Lucas gebruikt twee keer hetzelfde woord. Jullie kennen dat woord wel: mega. De herder zijn mega-bang. Maar de engel zegt: je mag mega-blij zijn. Ze waren mega-bang omdat Gods majesteit bij hen kwam, maar ze mogen juist megablij zijn dat God dichtbij is. Dat is de nieuwe combinatie: God dicht bij je, en dan niet bang zijn, maar juist blij. Dat is de blijdschap van Kerst. God dicht bij je, en dan niet hoeven wegkruipen, maar blij zijn. Dan legt de engel hoe dat kan. Want dit is nieuw. De engel zegt: het kan, omdat vandaag voor jullie een redder geboren is. Omdat... In de meeste vertalingen staat tussen vers 10 en vers 11 een dubbele punt. ‘Ik vertel jullie groot nieuws om blij over te zijn: vandaag is een redder geboren’. Zo kun je het prima vertalen. In het Grieks staat daar een woord. Dat kun je weergeven met een dubbele punt. Maar ook met ‘omdat’. Dat maakt het net anders. Ik breng jullie het grote nieuws dat je juist blij mag zijn met de heerlijkheid van de Heer om je heen. Dat mag voortaan, omdat vandaag voor jullie een redder geboren is. De messias, de Christus. De redder die God al zo lang geleden beloofd heeft. Vandaag is hij geboren en dankzij hem zal het gaan gebeuren wat jullie, herders in het veld, nu al meemaken: Gods heerlijkheid bij mensen, zonder dat je bang hoeft te zijn. Je mag juist blij zijn. De redder die vandaag geboren is, gaat daar voor zorgen. De herders krijgen daar al een voorproefje van. Die blijdschap is er in die nacht voor de herders. God bij hen zonder dat ze bang hoeven te zijn. Het blijft bijzonder dat dat niet bij Jozef en Maria is. In die stal of wat het ook geweest zal zijn. Daar is geen heerlijkheid van God. Daar is geen groot licht. Nee, juist niet. Het baby’tje dat daar geboren is, is de zoon van God. De Zoon van God, die in de hemel bij God de Vader is, is een mensje geworden. 317519968 3 Hij heeft juist alle heerlijkheid van God achter zich gelaten heeft. Het blije van dicht bij God zijn, dat heeft hij weggegeven. Hij wordt een mens net als andere mensen. Op afstand van God. Met uiteindelijk, aan het eind van zijn leven, de grootste afstand: God zal hem verlaten, bij hem weggaan. Als Jezus aan het kruis hangt, wordt het donker om hem heen. Letterlijk donker, maar als symbool van wat er onzichtbaar gebeurt: God neemt afstand. God laat hem alleen. Daar loopt het op uit. Dat begint al in de nacht van zijn geboorte. Gods heerlijke aanwezigheid komt op aarde, met een boodschap van blij-zijn - maar niet bij Jezus zelf. Jezus ligt in het donker, maar Gods licht schijnt bij mensen. In de stal is er wel de blijdschap van na een bevalling, ‘God verblijdde ons met de geboorte van een zoon’. Maar de blijdschap van ‘God is dicht bij mensen en je hoeft niet eens bang te zijn’, die is voor anderen. Voor de herders, want dat zijn degenen die op dat moment wakker zijn. Maar de engel zegt: die blijdschap is bedoeld voor heel het volk. Nu, vannacht, voor jullie, maar het zal er zijn voor iedereen. De blijdschap van de kerstnacht is een voorproefje van de blijdschap die iedereen mag meemaken. Het kind dat geboren is in die nacht, zal daar voor gaan zorgen: Jezus, de Christus. Verderop in de bijbel staat: door Jezus Christus mag u een tempel van God zijn. Vergelijk dat eens met vroeger, in het Oude Testament. Toen kwam de heerlijkheid van God in de tempel en alle mensen moesten eruit. Als God er was, kon geen mens het daar volhouden. Nu, door Jezus Christus, zijn mensen juist tempels van God. God komt in je wonen en daar hoef je alleen maar blij om te zijn. Bij de herders kwam dat nog van buitenaf: de heerlijke aanwezigheid van God straalde om hen heen. Als je gelooft in Jezus Christus komt dat binnen in je en straalt het van binnen naar buiten. Die blijheid mag u en jij vandaag hebben. Wij vieren vandaag het kerstfeest. Maar we zijn niet blij met het kindje, alsof we op kraamvisite zijn. Als je op kraamvisite bent, kijk je naar zo’n baby’tje: ach, wat ligt hij daar vredig. Zo hoeven wij niet naar Jezus te kijken. De blijdschap van kerst is niet het blij zijn met een baby, maar blij zijn dat God in je leven is. Daarvoor hoef je niet naar Bethlehem en zeker niet naar de stal. Je mag het gewoon in je eigen leven meemaken. Niet speciaal op eerste kerstdag, maar op normale werkdagen. 317519968 4 Niet alleen in de kerk, maar in het dagelijkse leven. Zo ging dat ook bij de herders. De heerlijkheid van de Heer straalde niet pas om hen heen toen ze bij het kind in de stal kwamen. God was niet pas bij hen, toen ze knielden om te aanbidden. Nee, gewoon op hun werkplek, buiten in het veld. Gewoon midden in je leven. Daar wil God bij je zijn. En je hoeft niet bang te zijn. Je hoeft niet te schrikken. Je mag mega-blij zijn: God is bij je, God is in je. AMEN Ontmoeting Psalm 118: 1, 7 belijdenis van afhankelijkheid zegengroet Psalm 118:9 Waarom Kerst - onze schuld, Gods genade Lied 169:1 allen, 2 mannen, 4 vrouwen, 5 en 6 allen Het evangelie van Kerst gebed lezen Kerstevangelie Lied 135 verkondiging NG 46 evt. Power Dank en voorbede collecte Gezang 11, voorafgegaan door het koor zegen 317519968 5