Untitled - Cranio Sacraal eindwerken

advertisement
1
2
INHOUDSOPGAVE
3. Voorwoord
5. De circulatie binnen schedel en wervelkanaal
9. De veneuze afvoer
11. Meningen en liquor
14. De bouw van het zenuwstelsel
20. De onderverdeling van het centrale zenuwstelsel
21. De onderverdeling van de dura mater
23. Het bekken
25. De oosterse geneeswijze
26. M.scaleneus en m. sterno-cleido-mastoideus
30. Oorzaken verstoringen cranio-sacraal systeem op fysisch gebied
35. ALLES IS EEN.
3
Voorwoord
Voelen is de basis van de cranio sacraal therapie, je handen die luisteren naar hetgeen
het lichaam van je cliënt te vertellen heeft.
Je komt in iemands persoonlijke ruimte , mag degene aanraken , wat in onze Westerse wereld
eigenlijk een taboe is.
Je luistert naar het lichaam van de cliënt, de ademhaling, de hartslag, de beweging van de fascia en
uiteindelijk het cranio-sacraal ritme .
Met zachtheid het hoogste potentieel ontwikkelen in het menselijk lichaam.
Een nieuwe wereld, met ongekende mogelijkheden en uitdagingen, zich ontwikkeld
uit de osteopathie, maar uitgegroeid tot een zelfstandige therapie met voelen als basis.
Voorbij aan de wetenschappelijke grenzen, maar des te groter wordt de uitdaging.
Dat bewijzen wat in twijfel wordt getrokken, een uitdaging voor de toekomst.
Toch ondersteund door een behoorlijke theoretische achtergrond, zoals gedoseerd bij
de Peirsman Cranio-Sacraal Academie.
Uniek lesmateriaal, verkregen door docenten met een achtergrond van India tot en met
de U.S.A.
Lesmateriaal met een bijzondere inhoud voor diegenen die het kunnen ontcijferen.
Pionierswerk met potentie, braakliggend terrein met toekomstmogelijkheden voor
diegenen die het oppakken en ermee professioneel werken in de nabije toekomst.
Denk alleen maar aan het menselijk brein, wetenschappelijk moet nog veel onderzocht worden
maar de cranio-sacraal therapie biedt nieuwe mogelijkheden en perspectieven.
Je gaat de diepte in en blijft niet aan de buitenkant bij ziektebeelden als C.V.A (hersenbloeding)
Morbus Parkinson , M.S (Multiple Sclerose) en A.L.S (Amyotrofische Lateraal Sclerose).
Zelfs bij de orthopedische aandoeningen als de ziekte van Bechterew en Morbus Scheuerman
biedt de cranio-sacraal therapie nieuwe perspectieven.
Nieuwe hoop en mogelijkheden voor mensen die genezing zoeken, een toegevoegde waarde
voor patiënten in het medische circuit.
4
Ruimte creëren in een lichaam, en afwachten hoe het lichaam
reageert in een neutrale houding.
Deze ontspanning treedt alleen dan op als je als behandelaar ontdaan bent van alle onzekerheden.
Je creëert alleen ruimte en ontspanning in een ander lichaam wanneer jezelf ontspannen bent.
Een lichaam dat zich ontwindt en naar je toe komt, en zich uiteindelijk ontspant en zo de weg
opent tot zelfgenezing.
Een fascinerend fenomeen, maar uniek om ermee te mogen werken.
Onder de oppervlakte van de zee, waar geen golven meer zijn en waar een rustige stroming heerst
daar vindt de cranio-sacraal therapie zijn oorsprong.
Een voorbeeld uit de praktijk.
Een vrouw van 70 jaar met als diagnose C.V.A (hersenbloeding) vertelt dat haar grootste probleem
was duizeligheidklachten en een hoofd dat niet ademde.
Onmiddellijk moest ik denken aan de innerlijke ademhaling van het hoofd en het sphenoid.
Deze ontwinding van het sphenoid kon ik onder mijn handen voelen, het draaide werkelijk in een
snel tempo.
Deze ontwinding deed mij denken aan de Advanced class .Door de vele handen van mijn
oefengroep begon mijn totale lichaam te bewegen oftewel te ontwinden, een unieke ervaring
en een must voor een behandelaar om dit te mogen ervaren en voelen.
Ik moet nog vaak denken aan de woorden, je moet terug naar je zachtheid, wat een medestudente
refereerde tijdens de Advanced Class. Terug naar je zachtheid als mens en behandelaar.
Wederom met zachtheid het hoogste potentieel ontwikkelen in het menselijk lichaam.
Achter de horizon bevrucht worden of onder de ruwe oppervlakten van de zee,
Ik heb door de leerstof die werd aangeboden door de P.C.S.A meer inzicht gekregen in het anders
functioneren van het menselijk lichaam, met moeite me de leerstof eigen gemaakt,
maar wetende dat dit voor de rest van mijn leven, me een stuk persoonlijke en therapeutische
vorming zal geven.
De respons van mijn cliënteel zal ik koesteren, dan weet ik of deze investering het waard is geweest.
5
De CIRCULATIE BINNEN SCHEDEL EN WERVELKANAAL.
De circulatie binnen schedel en wervelkanaal bestaat uit een drietal sijstemen
die nauw in verbinding met elkaar staan – ook hier geldt ALLES IS EEN.
De arteriële bloedvoorziening
De veneuze afvoer
De liquorcirculatie
De arteriële bloedvoorziening
De hersenen worden van bloed voorzien door de beide halsslagaderen en de beide
werveladeren.
Uit de arcus aorta ontspringen de truncus brachiocephalicus , de a. carotis communis sinistra
en de a. subclavia sinistra.
De truncus brachiocephalicus splitst zich in de a.subclavia dextra en de a. carotis communis dextra.
De aorta communis verdeelt zich in een a. carotis interna en een a. carotis externa.
De a. carotis interna verzorgt de schedelinhoud
De a. carotis externa verzorgt de hals en buitenzijde van de schedel.
Beiderzijds ontspringt uit de a.subclavia de a.vertebralis.
Deze loopt door de foramina in de dwarsuitsteeksels van de halswervels, om vervolgens
door het foramen magnum de schedel binnen te gaan.
De a. carotis interna gaat via een opening in het rotsbeen- het foramen caroticum- naar de
binnenzijde van de schedel.
Voordat de a. carotis interna zich splitst in twee grote vaten, die het hersenweefsel van bloed
voorzien- worden twee kleinere vaten afgesplitst
De a. meningea anterior t.b.v de extracerebrale circulatie
De a. ophthalmica die naar het oog loopt.
Dan splitst de a.carotis interna zich in de a.cerebri media en a.cerebri anterior.
De aa. vertebrales verenigen zich na binnentreding in de schedel tot de a. basilaris,
die onder de hersenstam naar voren loopt.
Ter hoogte van de middenhersenen splitst deze arterie zich in een linker en rechter a.cerebri
posterior.
6
De vertakkingen en verzorgingsgebieden van de drie belangrijkste hersenarteriën:
De a.cerebri anterior;
Verzorgingsgebied lobus frontalis(mediaal) lobus parietalis en het corpus callosum.
De a.cerebri media;
Verzorgingsgebied lobus frontalis(lateraal) lobus parietalis en lobus temporalis
basale kernen van de grote hersenen
De a. cerebri posterior;
Verzorgingsgebied lobus temporalis en lobus occipitalis.
Uit de verbindingen van de belangrijkste hersenarteriën ontstaat de
circulus arteriosus.
Deze cirkel van bloedvaten omringt de steel van de hypofijse.
De verbindingen tussen de grote hersenvaten zijn van groot belang voor de collaterale circulatie.
Wanneer een van de grote hersenarteriën onvoldoende functioneert het betreffende hersengebied toch van bloed wordt voorzien.
Door oorsprong en verloop van de drie grote arteriën ontstaat er verschil tussen de
linker en rechter carotiscirculatie en de vertebralis-basilaris circulatie.
De kleine hersenen worden van bloed voorzien door vertakkingen van de
a.vertebralis en de a.basilaris.
7
HET RUGGEMERG
Het ruggemerg heeft een longitudinale en een transversale arteriële voorziening.
De longitudinale voorziening – door takken van de aa. vertebrales.
De a. spinalis anterior verloopt naar de voorkant van het ruggemerg en
is samengesteld uit een tweetal takken van de linker en rechter a.vertebrales.
De aa. spinalis posteriores verloopt naar de achterkant van het ruggemerg
en zijn afkomstig van beide aa.vertebralles.
De transversale voorziening – worden verzorgt door de intercostale arterien.
In de intradurale ruimte kunnen we een onderscheid maken tussen een a. radicularis anterior
en posterior.
Ze hebben een anastomosegebied met de a.spinalis anterior en de a.spinalis posterior
Buiten de hersenen maar tussen het harde hersenvlies en de binnenkant van de schedel
Bevindt zich een TWEEDE ARTERIELE CIRCULATIE
Er zijn drie meningeale vaten:
De a. meningea anterior, een tak van de a.carotis interna.
De a.meningea media,een tak van de a.maxilla interna, in de schedel via foramen spinosum
De a.meningea posterior,een tak van de a.occipitalis
, in de schedel via het foramen jugulare.
8
9
DE VENEUZE AFVOER
Het zuurstofarme bloed van de hersenen wordt afgevoerd via een systeem van venen
die uitmonden in de sinussen.
De hersenvenen liggen onder het zachte hersenvlies.
De ankervenen lopen door de vliezen naar en van de sinussen.
Dit zijn wijde aderen, gelegen in de omslagplooi van het harde hersenvlies, de dura mater.
Hierdoor heeft een sinus een stevige wand en kan het niet van diameter veranderen.
De sinus sagittalis superior bevindt zich in de mediaanlijn tussen de beide hemisferen.
De sinus rectus vormt samen met de sinus sagittalis superior een grotere ruimte:
confluens sinuum.
De sinus transversus zorgt dan dat het bloed uit deze ruimte afgevoerd wordt.
Deze sinus zet zich voort in de sinus sigmoideus, die uitmondt in de vena jugularis interna.
De sinus cavernosus heeft de vorm van een cirkel en ligt rondom het hersenaanhangsel.
De sinus cavernosus ontvangt bloed uit de hersenen en uit de oogkas.
Via de vena cerebri magna wordt een deel van het bloed van de grote hersenen, tussenhersenen
en middenhersenen afgevoerd.
De vena cerebri magna mondt uit in de sinus rectus.
Het veneuze bloed wordt dan verzameld in de vena jugularis interna, die via het foramen jugulare
het bloed naar het halsgebied afvoert.
De venen monden dan uit in de vena cava superior en het veneuze bloed wordt dan uiteindelijk
verzameld in het rechter atrium.
10
11
MENINGEN EN LIQUOR
De hersenen en ruggemerg zijn omgeven door een drietal vliezen
Dura mater (harde vlies )
Arachnoidea(spinnewebvlies)
Pia mater
(weke vlies )
De dura mater is een stevige doorschijnende membraam die op vele plaatsen tegen de schedel
aan ligt en er min of meer stevig aan bevestigd is. Ze vormt een aantal plooien of dubbelbladen,
waardoor de schedel in verschillende compartimenten verdeeld is. Zo onderscheidt men
de falx cerebri, die zich bevindt tussen de linker en rechter hemisfeer van de grote hersenen.
Het tentorium cerebelli, een tentachtige membraan die de grote hersenen van de kleine hersenen
scheidt.
De falx cerebelli, een driehoekige membraan die de beide helften van het cerebellum van elkaar
scheidt en die aan de onderkant overgaat in de dura van het foramen magnum.
Een tweetal kleinere dubbelbladen liggen rondom het ganglion van de vijfde hersenzenuw(cavum
Trigeminale) en rondom het hersenaanhangsel(diaphragma sellae)
Ook in het wervelkanaal vinden we drie vliezen, maar hier ligt de dura geheel los van de benige omhulling van de wervels.
We kunnen de volgende compartimenten onderscheiden:
De epidurale ruimte tussen dura en schedel. Deze is normaliter niet in de schedel aanwezig(wel in
het wervelkanaal)
De subdurale ruimte, tussen dura en arachnoidea, ook deze is slechts virtueel en vergelijkbaar met
de pleuraholte.
De arachnoidale ruimte, het gebied tussen arachnoidea en pia mater. Daar de pia zeer nauwkeurig
de windingen van de hersenen volgt is deze ruimte op sommige plaatsen vrij groot.(cisternen)
In deze ruimte bevinden zich de grote hersenvaten. Ze is verder opgevuld met het hersenvocht, de
Liquor cerebrospinalis- CRANIOSACRAAL VOCHT.
In het wervelkanaal ziet men van binnen naar buiten het bot- het periost van de wervels- de
epidurale ruimte- de dura- de subdurale ruimte en de arachnoidea.
De dura en de andere vliezen zetten zich voort rond de uittredende spinale en craniale zenuwen.
12
Binnen de hersenen bevindt zich een aantal kleine ruimten, de ventrikels of hersenkamers.
Zo onderscheidt men de beide zijventrikels gelegen in de grote hersenen, de derde ventrikel
In de tussenhersenen en de vierde ventrikel in de hersenstam, onder de kleine hersenen.
De derde en vierde ventrikel staan in verbinding met elkaar via een dun kanaal.
De vierde ventrikel zet zich als de canalis centralis voort in het ruggemerg.
LIQUOR CEREBROSPINALIS of CRANIOSACRAAL VOCHT.
In de ventrikels wordt het hersenvocht geproduceerd in de plexus chorioideus. Ook stroomt
liquor in de wervelkanaal. De liquor in de schedel noemt men hersenvocht of cranio-sacraal vocht
en in het ruggemergkanaal ruggemergsvocht of craniosacraal vocht.
De liquor stroomt door de ruimten binnen het centrale zenuwstelsel en kan via een aantal
openingen in het dak van de vierde ventrikel in de subarachnoidale ruimte terechtkomen.
De liquorstroom kan dus beschouwd worden als een circulatiesysteem.
De vloeistof wordt door het arteriële deel van de plexus chorioideus geproduceerd,
circuleert binnen en buiten het centrale zenuwstelsel, en wordt weer afgestaan aan het veneuze
bloed.
De liquorstroom vindt plaats van craniaal naar lumbaal en omgekeerd.
De systole en diastole van het hart en de ademhalingsbewegingen hebben invloed op de liquorstroom.
Tijdens de systole wordt het hersenvolume groter en wordt vocht in het wervelkanaal geperst,
tijdens de diastole wordt het vocht-in omgekeerde richting- naar de cisternen verplaatst.
Veranderingen in de liquorstroom hangen ook samen met de wisselende vulling in het veneuze
systeem als gevolg van de ademhalingsbewegingen.
De functies van liquor:
-een mechanische buffer- waardoor een slag of stoot aan de schedel toegebracht in verzwakte mate
aan de hersenen wordt doorgegeven.
-een thermische buffer
-transport van metabolieten.
13
14
DE BOUW VAN HET ZENUWSTELSEL
De delen van het zenuwstelsel, die binnen de benige omhulling van de schedel en het
wervelkanaal gelegen zijn en waar zich de schakelprocessen afspelen, vormen tezamen
het centrale zenuwstelsel.
Dit zijn de hersenen- grote hersenen ( cerebrum ), kleine hersenen ( cerebellum ), hersenstam
( truncus cerebri )- en het ruggemerg (medulla spinalis )
De bundels van zenuwvezels die de zintuigcellen verbinden met het centrale zenuwstelsel,
en de zenuwbundels die het centrale zenuwstelsel verbinden met de spieren,
zijn de perifere zenuwen.
Tezamen vormen zij het perifere zenuwstelsel. Het gaat hier om de afferente en efferente zenuwvezels. Anatomisch verdeelt men de perifere zenuwen in 12 paar hersenzenuwen en 30 paar
spinale ( ruggemergszenuwen ).
De hersenzenuwen staan in verbinding met de hersenen en de hersenstam en doorboren op
verschillende plaatsen de schedel.
De spinale zenuwen gaan uit van het ruggemerg en verlaten het wervelkanaal tussen de wervelbogen
door. De meeste zenuwen bevatten zowel afferente en efferente zenuwvezels.
Hoewel de spinale zenuwen gesepareerd uittreden, vormen sommige buiten de wervelkolom
een vlechtwerk ( plexus ) van waaruit de perifere zenuwen ontspringen.
We zien dit vooral bij de innervatie van de ledematen. ( plexus brachialis en plexus lumbosacralis )
Hoewel het ruggemerg een doorlopende structuur vormt, verdeelt men het in even zoveel
segmenten als er uittredende spinale zenuwen zijn.
Zij worden benoemd naar de wervels waaronder de spinale zenuwen uittreden:
Th(oracaal )1 t/m TH 12 l(umbaal) 1 t/m l5 en S(acraal)1 t/m S5 met uitzondering van de cervicale
segmenten, waarvan C1 behoort bij de zenuw die uittreedt tussen de schedel en eerste halswervel
en C8 bij die welke tussen de zevende halswervel en eerste thoracale wervel uittreedt.
15
Bekijkt men het ruggemerg op een dwarse doorsnede dan valt op dat een meer naar binnen
gelegen grijze H-vormige vlinderfiguur zich aftekent tegen een omgevende witte massa.
In de grijze stof liggen vooral de cellichamen van de zenuwelementen en hun dendrieten
terwijl de witte stof vrijwel uitsluitend vezelstructuren bevat.
De witte kleur wordt veroorzaakt door de omhullende mergscheden van de vezels.
De vezels lopen in de lengterichting van het ruggemerg en kunnen al naar gelang hun functie
tot de opstijgende ( ascenderende ) of afdalende ( descenderende ) baansystemen behoren.
De grijze stof verdeelt men in de voorhoorn ( cornu anterior )
in de achterhoorn ( cornu posterior )
in het thoracale deel van het ruggemerg in de zijhoorn ( cornu laterale )
De perifere motorische zenuwvezels hebben hun cellichamen en dendrieten in de voorhoorn
( motorische voorhoorncellen )
De vezels of axonen verlaten het ruggemerg met de voorwortels, waarvan zich per segment een
aantal samenvoegt en het motorische deel van de spinale zenuw vormt.
De axonen eindigen met vele eindvertakkingen in de spieren.
De perifere sensorische zenuwvezels ontspringen al of niet aan zintuigcellen( sensoren ) in de
perifere organen. ( huid, spieren, pezen, gewrichten )
In vele gevallen convergeert een aantal takjes, afkomstig van meerdere sensoren, naar de
afferente vezel, die met de spinale zenuw het ruggemerg bereikt.
De cellichamen van de sensorische neuronen liggen bij elkaar in een ganglion,
dit is een verzameling zenuwcellen die gelegen is buiten het centrale zenuwstelsel.
Voor de spinale zenuwen liggen deze gangliën tussen de wervels.
Zij worden spinale of intervertebrale gangliën genoemd.
16
Het perifere, conductieve gedeelte van de sensorische neuronen – voert de impulsen in
de richting van zijn cellichaam.
De voortzetting van deze vezel ( voorbij het cellichaam ) verlaat het spinale ganglion en
treedt met een der achterwortels het ruggemerg aan de dorsale zijde binnen.
Een klein deel dunne c- vezels heeft het cellichaam in het spinale ganglion
maar de vezels vervolgen hun weg via de voorwortels naar het ruggemerg.
In de spinale ganglion vindt geen overschakeling plaats zoals dit in de vegetatieve
ganglia wel gebeurt.
Hier geschiedt de overschakeling pas in het ruggemerg.
De plaats van overschakeling is niet voor alle vezels dezelfde.
Deze kan in de grijze stof van het segment van binnenkomst, of soms lagere segmenten
of zelfs pas in de hersenstam gelegen zijn.
De sensorische zenuwen van de hersenstam hebben evenals gangliën,
vergelijkbaar met de spinale gangliën; zij liggen in de nabijheid van de plaats waar de
zenuw de schedel doorboort.
17
18
19
We kunnen uit het schema afleiden dat de innervatie van het hoofd
=c1-c4
de innervatie van de bovenste extremiteit = c5-th1
de innervatie van de onderste extremiteit = l3-s4
Deze nivo,s noemt men de animale pijn.
Deze nivo,s van animale pijn vinden zijn oorsprong t.h.v de autochtone preg. Neuronen
cervicaal-
c8 t/m th 4
de bovenste extremiteit th5 t/m th9
de onderste extremiteit th10t/ml3
De cranio- sacraal therapie ziet het diafragma als scheiding tussen boven en onderwereld.
Dit zien we terug in ons model.
De boven het diafragma gelegen organen projecteren op th1 t/m th 6(autochtone preg.neuronen)
De onder het het diafragma gelegen organen projecteren op th6 t/m th 12(autochtone
preg.neuronen)
Kijken we naar een orgaan uit ons schema,bijv.het hart-dan liggen de autochtone.preg.
Neuronen t.h.v th1 t/m4 en 5-6.
Dit geeft weer animale pijn(referred sensations) th.v kaakgewricht(plexus cervicalis)
En ulnaire deel van de onderarm.
De innervatie van hoofd –halsgebied wil ik nader toelichten.
De projectie van nocisensoriek via de hersenzenuwen –n.trigeminus
n.facialis
n.glossopharyngeus
n.phrenicus
op de nucleus spinalis n.trigemini
via de spinale zenuwen c1-2-3 en hoog cerv bewegingssegmenten
via de arteria carotis
via de borst en buikvliezen
via deel van de tractus digestivus en respiratorius
via de structuren aan de buitenkant van de schedel
20
De onderverdeling van het centrale zenuwstelsel van craniaal naar caudaal
De grote hersenen
Deze bestaan uit twee symmetrische helften , de hemisferen, die door een groeve
de fissura longitudinalis cerebri van elkaar worden gescheiden.
Linker en rechterhelft zijn met elkaar verbonden door een dikke vezelbundel,
het corpus callosum.
Het oppervlak van de hemisferen is niet glad, maar groeven begrenzen de hersenwindingen
gyri genoemd.
De tussenhersenen
In de hypothalamus zijn de belangrijkste centra van het autonome zenuwstelsel gelegen.
Via een steel is de hypothalamus verbonden met de hypofyse ( het hersenaanhangsel )
Het overige deel wordt thalamus genoemd – waarin vele zenuwvezels- die naar de grote
hersenen gaan, onderbreken.
Uit dit deel ontwikkelt zich de hypofyse.
De hersenstam
De hersenstam bestaat van craniaal naar caudaal uit de middenhersenen, de brug en het verlengde
merg.
In het gebied vanaf de middenhersenen tot en met het verlengde merg bevinden zich
de centra van de hersenzenuwen en tevens centra voor de regulering van de ademhaling en de
hartfunctie.
De functie van de hersenstam vertoont overeenkomst met die van het ruggemerg:
vele reflexen- vooral van hoofd en hals.
De kleine hersenen
Deze zijn ontstaan uit een geplooide verdikking van de ruithersenen.
De functie van het cerebellum betreft een regulering van de bewegingspatronen.
Het ruggemerg
Dit is een vingerdikke buis die craniaal overgaat in de hersenstam en caudaal t.h.v lumbaal 1 eindigt.
21
Deze onderverdeling van craniaal naar caudaal zien we ook terug bij de
Dura mater,die de basis vormt van de cranio-sacraal therapie.
Het CRANIALE gedeelte van de dura mater bekleedt het binnenvlak van de schedel en vormt
tevens de falx cerebri,falx cerebelli en de tentorium cerebelli
Het SPINALE gedeelte van de dura mater
-Een membraneus blad dat ruggemerg omgeeft en beschermt.
-De spinale dura mater verloopt vanaf het foramen magnum tot aan het sacrum
-De spinale dura mater insereert aan elke wervel thv het foramen vertebrale,waar
zij de durale mouw vormt.
In de craniocervicale regio insereert de spinale dura mater aan het foramen magnum,atlas en corpus
c2.
Het is de reden waarom vele cranio-sacrale therapeuten een groot belang hechten aan de
occiput-atlas-axis regio.
De regio rondom het bekken(een van de drie diafragmas naast het middenrif en de bovenste thorax
regio(hart-longen-luchtpijp) speelt een cruciale rol in de cranio-sacraal therapie.
Het bekken als basis van de wervelkolom ,als basis van een goede gezondheid.
Spanningen in deze regio hebben uitwerking op de overige diafragmas,zodat deze regio
primaire aandacht vereist middels de 12 bekkenbodemtechnieken
22
23
Even bijzondere aandacht voor het bekken.
Het bekken dient als aanhechtingspunt van de onderste ledematen die convergeren naar
het bekken, en anderzijds dient het als steunpunt van al hetgeen er zich boven bevindt.
De bekkengordel vormt de basis van de romp. De buik wordt door de bekkengordel ondersteund
en hij brengt de verbinding tot stand tussen de onderste ledematen en de wervelkolom.
De rijke hoeveelheid tendineuse of krachtige muskulaire inserties(voor de structuren die komen
van de thorax of die vertrekken naar de onderste ledematen, en deze die vertrekken van het
bekken en naar de bovenste ledematen gaan- denk aan de lattisimus dorsi) maakt van het
bekken een mechanisch kruispunt rondom de fysiologie van het individu zich organiseert.
Men kan beweren dat het bekken de sleutel is voor de gezondheid.Een dysfunctie t.h.v de
bekkengordel kan als gevolg hebben een verstoring van het organisme.
De bekkengordel is een gesloten osteo-articulaire ring,samengesteld uit 3 beenstukken en 3
gewrichten.
De 3 beenstukken zijn:
Het linker en rechter os coxae,symmetrisch gelegen
Het os sacrum,enkelvoudig aanwezig en symmetrisch geplaatst,gevormd door versmelting van
5 sacrale wervels tot een botstuk.
De 3 gewrichten zijn weinig beweeglijk, het zijn :
De 2 sacro-iliacale gewrichten,verbinding van het sacrum met het linker en rechter os ilium.
De symfysis pubica die aan de voorzijde de 2 ossae illii met elkaar verbindt.
In zijn geheel heeft het bekken de vorm van een trechter waarvan de brede basis naar voor is
gericht.
De bekkengordel toont geslachtgebonden vormverschillen.
Een sacrumrestrictie (afname mobiliteit) is belangrijker dan een ileumrestrictie
Maar anderzijds is een ileumblokkade oplossen een sacrum-blokkade oplossen.
24
25
De oosterse geneeswijze ziet de wervelkolom als de wortels van een boom,
zijn deze wortels niet sterk genoeg, dan heeft dat zijn invloed op de organen.
Functioneren de organen minder dan heeft dat wederom zijn invloed
op de wervelkolom, de opeenvolgende wervels zijn pijnlijk en minder beweeglijk bij tast.
Bij leverproblemen zijn de borstwervels th 5 t/m th 9 pijnlijk en minder beweeglijk,we
spreken dan van een groepletsel.
Een monolytische blokkade zien we als een wervel pijnlijk en minder beweeglijk bij tast is.
Bij manipulatie van de wervel reageert het groepletsel niet, de blokkade blijft bestaan
en bij de monolytische blokkade,wordt deze opgeheven.
De oosterse geneeswijze koppelt verder ieder orgaan aan een meridiaan,
en verder iedere meridiaan aan een bepaalde spier.(zie schema)
Hoofd meridiaan voren (hersenen) m.supraspinatus
Hoofd meridiaan achteren(wk
Galblaasmeridiaan
Milt-pancreas.meridiaan
)
m.teres major
m.deltoideus ant
m.latissimus dorsi
maagmeridiaan
m.pestoralis major
levermeridiaan
m.pectoralis major(pars sternalis)
longmeridiaan
m.serratus anterior
hartmeridiaan
m.subscapularis
drievoudige verwarmer(thyroid)
m.teres minor
niermeridiaan
m-psoas
dikke darmmeridiaan
m.tensor fascia latae
dunne darmmeridiaan
m.quadriceps
blaasmeridiaan
m.peronei
26
Even bijzondere aandacht voor de m.scaleneus en sterno-cleidomastoideus
Vanuit cranio-sacraal standpunt kan deze spiergroep vergeleken worden met
de m.psoas in relatie tot de lendenwervelkolom,deze spier is ook zeer gevoelig
voor toxaemie.
Vandaar dat bij diep spierwerk-bij de techniek voor de sterno-cleido ook de m.scaleneii
aandacht behoeven.
Ze beïnvloeden in belangrijke mate de plexus brachialis en de bloedvoorziening van de
bovenste extremiteit.
De m.scalenus:
-ze verbinden de cervicale proc. Transv. met de eerste en de tweede rib.
- m.scalenus ant: proc.transv. c3-c6 naar het tub. Van Lisfranc t.h.v de eerste rib.
-m.scalenus med:proc.transv c2-c7 naar rib1.
-m.scalenus post. Proc.transv c4-c6 naar rib2.
In de voorste scalenuspoort(tussen sterno-cleido-mastoideus en scalenus ant.) verloopt
de vena subclavia, de nervus phrenicus en lijmfatische structuren.
In de achterste scalenuspoort(tussen scaleneus ant. en scaleneus medius) verloopt de arteria
subclavia en de plexus brachialis.
Innervatie=plexus brachialis en cervicalis(c4-c8)
Werking:
Lateroflexie en heterolaterale rotatie.
Is de wervelkolom soepel dan veroorzaakt dubbelzijdige contractie van de m.scalenei flexie van
van de halswervelkolom t.o.v. de dorsale wervels met een versterkte lordose.
Is de wervelkolom rigide door contractie van de m.longus colli zal de symmetrische contractie
van de scalenusspieren alleen maar flexie van de cervicale wervelkolom t.o.v. de dorsale
wervels veroorzaken.
Door hun aanhechting aan de halswervels zijn de m.scalenei ook hulpademhalingsspieren,omdat
zij de eerste twee ribben kunnen laten heffen
27
28
De m.sterno-cleido-mastoideus:
Een diepe kop: de cleido-mastoideus
heeft een verticaal verloop tussen de clavicula naar het proc.mastoideus.
De oppervlakkige koppen:
Deze vormen tezamen een N maar zijn onderling nogal vervlochten,behalve in het onderste
en mediale deel waar de sternale en claviculaire insertie van de spier een triangulaire ruimte
bepaalt met de basis naar inferior: de driehoek van Sedillot
De cleido-occipitalis:
bedekt de cleido-mastoideus beneden,maar gaat aanhechten meer naar achter t.h.v. de occiput.
De sterno-occipitalis:
Deze kop vervoegt zich bij de cleido-occipitale kop.
De sterno-mastoideus:
Ontspringt met de vorige kop aan een gemeenschappelijke pees op de bovenzijde van het manibrium en gaat aanhechten t.h.v het proc.mastoideus.
Spasme veroorzaakt musculaire torticollis,fixatie van de sutura occipitomastoideus en het foramen
Jugulare, hij veroorzaakt ook bepaalde vormen van cephalgieën en migraine door intra-craniale
veneuze congestie.
Innervatie: Motorisch nervus spinalus 11
Sensibel plexus brachialis prof. C2-c3
Werking : unilaterale contractie geeft extensie van het hoofd,homolaterale lateroflexie en
heterolaterale rotatie.
Is de cwk soepel dan veroorzaakt een bilaterale contractie:extensie van het hoofd,flexie
van de cervicale wervelzuil t.o.v het thoracale gebied, en extensie van de halswervels t.o
v. elkaar met hijperlordose.
Is de cwk rigide door contractie van de prevertebrale spieren veroorzaakt een bilaterale
contractie flexie van het hoofd en flexie van de cervicale wervelkolom op de dorsale
wervelzuil.
29
30
Het cranio-sacraal systeem = een zelfstandig systeem en bestaat naast het
lijmfe en hartbloedsomloop systeem.
Het vindt zijn oorsprong in de hersenen(ventriekels) en loopt verder in het ruggenmerg
(via de dura mater) en is voelbaar in het lichaam als de breath of Life,met een cyclus van
6 tot 12 maal per minuut.
Alle verstoringen in het menselijk lichaam- chemisch(bijv. eten op zijn Amerikaans)
-thermisch(bijv. skiën in de paasvakantie ipv. de krokus)
-emotioneel(emotionele trauma)
-fysisch
(alle traumata van kind tot nu)
Hebben zijn uitwerking in het cranio-sacrale systeem.
Tot de meest voorkomende oorzaken op fysisch gebied behoren,
De wervelkolom als oorzaak nummer 1,voortvloeiend uit een bekkenscheefstand bij de
geboorte of gedurende de eerste levensjaren.
De verkeerde voeding,door verzuring veelal veroorzaakt door suikers en door vitaminen en
mineralentekort.
Aardstralen- die met name de slaapplaats beïnvloeden.
De slaap na middernacht ,de slaap voor middernacht is het gezondste zodat het cranio-sacraal
systeem de kans krijgt om alle traumata op te ruimen.
De bijwerkingen van medicijnen, wanneer deze over lange perioden gebruikt worden.
Littekens, verantwoordelijk voor mechanische en energetische verstoringen in het menselijk lichaam.
Onzorgvuldige omgang met giften(denk aan insecticiden)
De tanden, amalgaan-vullingen.
Metaalbanden om hals,voet,arm geven een energetische verstoring in het menselijk lichaam.
Stroom zorgt voor elektrische en elektromagnetische straling.(denk aan de digitale wekker)
Kledingnatuurlijke vezels dragen bij aan het menselijk welzijn,dit geldt ook voor de woonruimte.
De ziel, astraal of emotioneel lichaam genoemd.
Voordat een ziekte zich manifesteert in het lichaam, is er eerst iets aanwezig in de fijnere lagen
van de werkelijkheid voordat het zich verdicht in de materie.
31
Naast het fysieke lichaam beschikt de mens over meer ijle lichamen, die de aura vormen.
De aura kunnen wij als een totaal van vibraties beschouwen,die rond een mens hangen.
Iedereen voelt de aura van een ander mens aan.
Het kan zelfs gezegd worden dat als het fysieke lichaam problemen ondervindt met ziekte
of welzijn,die meestal hun oorsprong vinden in deze subtiele lichamen( de aura).
Deze subtiele lichamen staan in verbinding met een oerzee van energie(de kosmos) waarmede
deze subtiele lichamen in verbinding staan via bepaalde poorten(de chacras)
De fijnstoffelijke lichamen, die het fysiek lichaam omhullen en doordringen zijn: het etherisch
lichaam, het astrale of emotionele lichaam en het mentale en causaal lichaam.
Het niet fysieke lichaam met de laagste vibratie is het Etherische LICHAAM.
Veel overledenen kunnen het voldoende condenseren,zodat het door levenden kan waargenomen worden als spoken of geestesverschijningen.
Het etherisch lichaam onderhoudt het fysieke lichaam en staat er voor in.
Het etherisch lichaam krijgt energie van de buitenwereld via de zonnevlecht(plaats rondom de navel)
Bij een gezonde mens is dit etherische lichaam krachtig en stralend.
Bij ongezonde toestanden ontstaan er donkere vlekken in dit energielichaam.
Ook kunnen er zwakke plekken en zelfs gaten in dit etherische lichaam optreden, zodat de mens
bloot staat aan ziekte en zwakte.
Het etherisch lichaam is de tussenschakel tussen het fysieke en astrale lichaam.
Gedurende het wakker zijn maakt het emotionele lichaam gebruik van het etherische lichaam
en bij vermoeidheid hangt dit lichaam aan flarden.
Tijdens de slaap wordt dit etherische lichaam hersteld.
Tijdens de slaap wordt het fysieke en etherische lichaam gescheiden van het astrale en mentale
lichaam.
Daarom verliezen we het bewustzijn tijdens het slapen.
32
Het ASTRALE LICHAAM
Het astrale of fijnstoffelijke lichaam is een fijnstoffelijk lichaam,waarin de gevoelens en
emoties gelegen zijn. Het is een subtiel lichaam, dat zich aanpast aan de vormen van het
fysieke lichaam. Een gemoedsverandering en een emotie tekent zich op het astrale lichaam
als een verandering van vorm en kleur. Negatieve emoties, zoals wrok en angst laten donkere
plekken op dit astrale lichaam ontstaan, terwijl positieve emoties, zoals liefde een heldere en
lichte kleur laten ontstaan. Door het resonantieverschijnsel trekken wij soortgelijke zaken aan,
zoals in het astrale lichaam aanwezig zijn.
Hebben wij haat, dan worden situaties aangetrokken, die onze haat bevestigen.
Ook liggen al onze emotionele ervaringen uit ons verleden opgeslagen in ons emotionele lichaam.
Zijn we eens in de steek gelaten, dan is dit in ons energieveld aanwezig en zal signalen uitsturen
naar de buitenwereld zodat wij steeds soortgelijke ervaringen aantrekken.
Het gelijke zoekt het gelijke.
Het is dan ook noodzakelijk om bij dit emotionele lichaam stil te staan en opgeslagen trauma,s hieruit te zuiveren en op te lossen.
Negatieve emoties lossen zich niet van zelf op, maar hebben zelfs de neiging om toe te nemen met
de jaren. Het worden dan echte energie clusters die het leven verlammen.
De wet van de resonantie is onvermijdelijk: het gelijke trekt het gelijke aan.
Negatieve verwachtingspatronen resulteren in negatieve ervaringen, terwijl positieve verwachtingspatronen met positieve ervaringen overeenstemmen.
Vanuit het astrale lichaam worden voortdurend bruggen of koorden naar anderen gegooid.
Daar onze leefwereld heel sterk bepaald wordt door emotionele en gevoelservaringen, is het
noodzakelijk dat dit lichaam goed functioneert en dat blokkades en frustraties opgelost zijn.
Hogere ontwikkeling kan meestal niet, indien het astrale/emotionele lichaam niet afgebouwd is.
33
HET MENTALE LICHAAM
Het mentaal lichaam is een nog meer ijl lichaam dan het emotionele of astrale lichaam.
Het is soms volledig afgebouwd tussen de 21 en 28 jaar, maar soms vraagt het ook wat meer
tijd. In het mentale lichaam zijn onze gedachten, ideeën en plannen aanwezig.
Het is een eivormig lichaam, dat rond de mens aanwezig is en dat ongeveer 2,4diameter bedraagt.
Bij mensen met weinig ontwikkeling, is dit mentale lichaam zwak en witachtig.
Naarmate het gedachteleven van iemand sterker wordt, krijgt het mentale lichaam meer
kleur. Het mentale lichaam heeft een lager en hoger frequentiegebied. De mensen die vooral
hun lager mentaal lichaam ontwikkeld hebben zijn in staat tot nuchter en mechanisch denken.
Deze mensen gebruiken voor hun denken de waarnemingen uit de fysieke werkelijkheid.
We kunnen stellen dat de gemiddelde mens in het Westen bezig is zijn mentaal lichaam op
te bouwen. Dit is nu het gemiddelde evolutieniveau.
Bovendien moeten de fysieke waarnemingen via het etherische lichaam en het astrale lichaam
doorgegeven worden aan het mentale lichaam, die er gedachten over vormt en uit.
Dit betekent, dat bij iedereen zijn gedachtewereld gekleurd wordt door gevoelens en emoties.
Een deel van de bevolking is momenteel bezig zijn hoger mentaal lichaam te bouwen en de
hogere centra in de mens, zoals de voorhoofdchacra en kruinchacra, worden in werking gesteld.
Dit zijn de intuïtieve en de mediamieken, die dingen voelen en weten en tenslotte moet uitmonden in helderwetendheid.
In het mentaal lichaam is veel informatie opgestapeld en een extract gaat mee van leven tot leven.
34
HET CAUSALE LICHAAM
Het causale lichaam is een nog fijner en moeilijker waarneembaar lichaam en heeft de
hoogste vibratie. Meestal is dit fijnstoffelijk lichaam veel kleiner dan de andere lichamen
en bij de meeste mensen strekt het zich maar 0,5 meter uit het fysieke lichaam uit.
Het causale lichaam van een verlichte meester kan evenwel honderden meter groot zijn.
Daarom ervaren heel veel mensen een heel speciale trilling bij mensen, die een bepaalde
spirituele evolutie hebben.
Het causale energieveld is de maatstaf voor de spirituele ontwikkeling van het individu.
Dit kan slechts enkele centimeters of kilometers zijn.
Door de aanwezigheid van het causale lichaam wordt de eenheid der dingen ervaren evenals
het Godbewustzijn.
In het causale lichaam ligt gans onze evolutie vervat en bevat de archieven van alle levens.
Men noemt dit lichaam wel eens karmisch lichaam, doordat dit lichaam de belangrijke en
grote gebeurtenissen van ons leven inleidt en realiseert, zoals de noodzakelijke ontmoetingen
en soms de nodige drama,s.
Dit lichaam zet in ons praktisch leven de evolutie neer.
Dit lichaam beheersen komt dan ook neer op het eigen leven beheersen, met de ontmoetingen,
die men wilt- evenals de grote gebeurtenissen.
Heel dikwijls komt dit lichaam gedeeltelijk tot wasdom op het einde van het leven.
Maar dit hangt af van individu tot individu.
Zoals gesteld kan dit lichaam enkele meters of kilometers zijn.
35
ALLES IS EEN.
De mens wordt geboren op een bepaald ogenblik en op een bepaalde plaats.
Hij is een met dit moment en ontvangt de kosmische trillingstoestand van het ogenblik.
Dit ogenblik en die plaats zullen de levensloop bepalen evenals de basisprogrammeringen
van het leven van dit individu.
Door te zijn wie hij is, zal de mens zijn leven richten, die mensen aantrekken die hij
moet aantrekken, zijn ziektes maken, enz.
Dat de hemellichamen ons beïnvloeden kunnen wij bemerken aan de zon en de maan.
Veel mensen krijgen weer levenskracht als het lente wordt en als ze kunnen zonnebaden.
Anderen zijn maangevoelig.
Bepaalde mensen slapen niet bij volle maan.
Het maanlicht stemt dromerig, is inspirerend en laat dichten.
Ook de andere planeten hebben een trilling, die ons aangrijpt.
De gemiddelde mens heeft een evolutieniveau en een karakteristieke vibratie, die ongeveer
op hetzelfde niveau staat.
De een wat verder dan de andere.
Maar niet alleen de mens trilt op de planeetvibraties, maar ook de dieren, de planten, de mineralen.
ALLES IS EEN.
Niet alleen is de mens een met de kosmos, maar ook een met zichzelf.
Augustus 2012 Norbert Minkenberg
36
BRONVERMELDING
Handatlas der anatomie des menschen Spalteholz-Spanner
Naturpraxis heute
Urban und Fischer
Lehrbuch der osteopatischen medizin
Philip E. Greenman
Inleiding in de toegepaste neurowetenschappen Dr B. van Cranenburg
Download