IK BEN UW GIDS GEBRUIKERSGIDS VOOR DE DIGITALE COMPACTCAMERA’S COOLPIX VAN NIKON NIKON SCHOOL 2011 Gebruikersgids COOLPIX Nikon Scho IK BEN UW COOLPIX Gefeliciteerd! Welkom in de wereld van Nikon COOLPIX! Met dit boekje van de Nikon School zult u uw COOLPIX digitale compactcamera kunnen ontdekken en ten volle benutten. De verschillende manieren waarop u foto’s kunt maken met uw nieuwe camera staan er eenvoudig uitgelegd. Fotografie is eerst en vooral plezierig en als de foto’s er bovendien goed uitzien, kunt u ze delen voor nog meer plezier! Aan de hand van enkele voorbeelden zult u begrijpen hoe belangrijk het licht is en wat zijn invloed is, ongeacht het soort foto’s dat u neemt. Zo kan uw oog evolueren en zult u kritischer worden over uw perceptie en de weergave van uw afbeeldingen. Zodra u weet wat de invloed ervan is op de foto’s, zult u geleidelijk aan de basisbegrippen van de fotografie leren, zoals kadrering, perspectief, snelheid, scherptediepte en kleurweergave. Bedankt om te willen werken met Nikon en om gekozen te hebben voor een COOLPIX. We hopen dat u met dit boekje snel mooie foto’s kunt maken, ongeacht de situatie en de bedoeling. Nikon-School Nikon BeLux Niko Inleiding Het is gemakkelijk om foto’s te maken, een plek, een moment, een aanwezigheid vast te leggen, maar écht goede foto’s, met een sterke visuele boodschap, een homogene compositie en aangepaste kleuren, is heel wat moeilijker. Uw COOLPIX heeft net zoals elk ander fototoestel licht nodig om een beeld ‘vast te leggen’. Etymologisch betekent het woord ‘fotografie’ immers ‘schrijven met licht’... Dat licht heeft heel wat eigenschappen, met name kleureigenschappen (warm - neutraal - koud) en een intensiteit, met al dan niet uitgesproken schaduwzones. Bij weinig of geen licht, wordt foto’s nemen delicaat en is een bijkomende lichtbron nodig. Dit boekje reikt nuttige tips en ideeën aan om over na te denken wanneer u voor moeilijke situaties komt te staan. Hou bepaalde accessoires steeds binnen handbereik, zoals een statief of een rijstzak, die beide bijzonder nuttig zijn om een camera stabiel te houden wanneer de lichtomstandigheden niet optimaal zijn. Zorg ook steeds voor een extra batterij en geheugenkaart zodat u altijd op het goede ogenblik klaar kunt staan. Digitale fotografie biedt een enorm voordeel: u kunt honderden foto’s maken tegen een minimale kost. Uit een goede reeks afbeeldingen kunt u dan de beste expressie kiezen. Vergeet bij het overzetten van de foto’s op uw computer echter niet om een back-up te maken op een veilige plaats, zodat u niets verliest indien u problemen hebt met de computer. Zodra uw selectie gemaakt is, kunt u de beste foto’s delen. Denk zeker na over een degelijke structuur van uw fototheek, zowel op computer, smartphone, tablet-pc of in traditionele albums, zodat het voor uw kijkers steeds aangenaam is om uw foto’s te bekijken. Iedereen heeft ooit wel eens een vervelende diaavond meegemaakt! We hopen dat u de inhoud en tips van dit boekje nuttig zult vinden en dat u fotografie als een plezier zult ervaren. Oefening en kennis van de werking van de camera - dat is de sleutel tot mooie foto’s. Hopelijk zult u inspiratie putten uit dit boekje en krijgt u de nodige tips aangereikt om met verve uw omgeving te reproduceren. 2 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School INHOUD Eerste wenken ............................... P.4 Hulp............................................. P.4 De geheugenkaart formatteren ........ P.4 Onderwerpstanden ........................ P.5 Automatische onderwerpstand ........ P.6 Glimlachfunctie en knipperdetectie.. P.7 Autofocus (automatische scherpstelling) ......... P.8 Macro......................................... P.10 Oneindig ..................................... P.10 Vibratiereductie ........................... P.11 VR.............................................. P.12 E-VR............................................ P.12 Bewegingsdetectie ........................ P.13 BSS.............................................. P.13 Belichting ................................... P.14 Sluitertijd .................................... P.14 Diafragma ................................... P.15 ISO-waarde .................................. P.16 Belichtingscorrectie ..................... P.17 Lens ........................................... P.18 Perspectief ................................. P.19 Opnamesnelheid en continustand ... P.20 Flitser ......................................... P.21 Witbalans .................................... P.22 Kleurregeling............................... P.24 D-Lighting................................... P.25 Beeldformaat ............................... P.26 Beeldkwaliteit .............................. P.27 Zelfontspanner ............................. P.28 Video........................................... P.29 Weergave .................................... P.30 Overdracht en organisatie van de foto’s................................. P.31 Nikon View Nx2............................. P.32 Technische bijstand ...................... P.33 Dankwoord .................................. P.33 3 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School Eerste wenken Het COOLPIX-gamma is onderverdeeld in drie families. De ludieke COOLPIX L-toestellen zijn alle zeer toegankelijk en hebben veel automatische functies. De stijlvolle COOLPIX S-toestellen hebben een verzorgd design en veel vernieuwende functies, terwijl de P-camera’s professioneler zijn, het grootste aantal functies kunnen tentoonspreiden en met heel wat accessoires kunnen worden gecombineerd. Zodra de batterij geladen is en de geheugenkaart geïnstalleerd, volstaat het om de knop op ‘ON’ te zetten om foto’s te kunnen maken. Zowel in automatische stand als in de onderwerpstand zorgt het toestel voor een correcte belichting en dus een geslaagde foto. Wanneer u de ontspanknop indrukt, maakt het toestel heel wat berekeningen: het meet de hoeveelheid licht van het tafereel en bepaalt de belichting, legt de witbalans vast voor een getrouwe weergave van de kleuren en stelt scherp op het onderwerp. Twee tips kunnen hierbij gegeven worden. Druk de ontspanknop aanvankelijk half in, zodat het toestel de berekeningen kan maken. Wanneer u de knop dan volledig indrukt om de foto te nemen, duw het toestel dan niet naar beneden, maar hou de camera stabiel op dezelfde hoogte. Helpfunctie Uw COOLPIX bevat heel wat functies en menuopties om zo polyvalent mogelijk te zijn. Om er wijs uit te geraken wanneer u de gebruikershandleiding niet bij de hand heeft, werd een hulpfunctie ingebouwd. Wanneer u de menu’s overloopt en er een vraagteken verschijnt op het scherm, kunt u met de bijbehorende knop op uw camera hulp weergeven. In de meeste gevallen gebruikt u hiervoor de zoomfunctie. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor specifieke informatie over uw fotocamera. De geheugenkaart formatteren Voor een goede werking van de geheugenkaart dient u deze regelmatig te formatteren. Wanneer u formatteert, worden alle gegevens op de kaart gewist. Formatteer dus enkel nadat u alle foto’s van uw camera heeft overgezet en bewaard op uw computer. 4 - Gebruikersgids COOLPIX Om uw geheugenkaart te formatteren, kiest u in het setupmenu ‘Geheugenkaart formatteren’. In de gebruikershandleiding staat een uitgebreide beschrijving van deze optie. Formatteer uw geheugenkaart steeds met de formateeroptie van uw fotocamera. Indien u hiervoor uw computer of andere randapparatuur gebruikt, kan de werking van uw geheugenkaart in sommige gevallen verstoord zijn. Neem de gewoonte aan om een geheugenkaart steeds te formatteren voor het eerste gebruik, opnieuw om een goede werking te garanderen. Nikon School Onderwerpstanden Hoewel uw COOLPIX volledig automatisch werkt, vergen sommige situaties specifieke instellingen die toegankelijk zijn voor gebruikers die geen doorgedreven kennis hebben van fotografie. De onderwerpstanden passen daar een mouw aan. Onderwerpstand Nachtlandschap Ze optimaliseren de instellingen van uw camera in een bepaalde situatie zodat uw foto zeker niet mislukt. Afhankelijk van de stand zorgt het toestel zelf voor een optimale afstelling van de belichting, de sluitertijd, de scherptediepte, de kleurweergave, de witbalans, de ISO-waarde, de verhelping van beeldruis, de flitser, enz. De portretstand zorgt zo voor een egale weergave en de landschapsstand voor een grotere verzadiging en heldere kleuren, terwijl de sportstand een grote sluitertijd inhoudt. Met de juiste onderwerpstand verkrijgt u een beter resultaat. In de handleiding van uw fotocamera vindt u meer informatie over de verschillende onderwerpstanden. De onderwerpstanden verschillen naargelang het COOLPIX-model dat u heeft. Neem hoe dan ook de tijd om ze eens uit te proberen, zodat u voorbereid bent als u ze nodig heeft. ? Weetje In vele gevallen kunt u handmatig het effect van de onderwerpstanden instellen door de flitser, ISO-waarde, witbalans en kleuropties te wijzigen. Experimenteer gerust met uw camera. Heel vaak loont het de moeite om de automatische stand achterwege te laten. Onderwerpstand Zonsondergang Onderwerpstand Panorama assist 5 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School Automatische onderwerpstand Om het u nog makkelijker te maken, kunt u uw COOLPIX zodanig instellen dat hij automatisch de juiste onderwerpstand kiest. De automatische onderwerpselectie analyseert het onderwerp, doet de nodige afstellingen en kiest nadien een van de zes volgende onderwerpstanden: portret, nachtportret, tegenlicht, landschap, nachtlandschap of close-up. Indien uw COOLPIX er niet in slaagt om uw onderwerp te linken aan een van deze standen, zal hij de klassieke AUTO-stand gebruiken. ? Weetje De automatische onderwerpstand is vaak de snelste manier om een geslaagde foto te nemen. De standen die zo kunnen worden gebruikt, zijn geschikt voor de meest courante omstandigheden. 6 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School Glimlachfunctie en knipperdetectie Met de glimlachfunctie van uw COOLPIX bent u zeker van een geslaagd portret. De software van deze functie kan vormen herkennen en zal, indien actief, automatisch een foto nemen zodra het onderwerp glimlacht. Bovendien verschijnt een waarschuwing indien het onderwerp met de ogen knippert, zodat u onmiddellijk een nieuwe foto kunt nemen. ? Weetje Bepaalde COOLPIX-modellen beschikken over de functie ‘slim portret’, die automatisch twee foto’s na elkaar neemt en de foto opslaat waar het onderwerp met open ogen op staat. 7 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School Autofocus (automatische scherpstelling) Voor een geslaagde foto moet de camera goed scherpgesteld staan. Zo worden onderwerpen die op verschillende afstanden staan scherp weergegeven. Uw COOLPIX stelt automatisch scherp (autofocus of AF). De autofocus wordt ingeschakeld als u de ontspanknop half indrukt en ‘legt vast’ op een bepaald onderwerp. De foto wordt genomen zodra u de ontspanknop volledig indrukt. U zult merken dat er wat tijd zit tussen het moment waarop u de knop indrukt en het moment waarop de foto wordt genomen. In die tijdspanne stelt de camera scherp. Het is bijgevolg belangrijk om de (vastlegging van de) scherpstelling te doen voordat u een foto neemt. Neem de gewoonte aan om steeds scherp te stellen (de ontspanknop half in te drukken) voordat u de foto neemt, om te vermijden dat uw foto wazig is. Het toestel geeft aan dat het is scherpgesteld door middel van de kleine groene rechthoekjes op het scherm (scherpstelhaakjes). In bepaalde gevallen, wanneer u in moeilijke lichtomstandigheden werkt of wanneer uw onderwerp te dicht bij de camera staat, onvoldoende contrasteert of te weinig details vertoont, kan het zijn dat uw COOLPIX niet kan scherpstellen. De scherpstelhaakjes kleuren in dat geval rood. De foto kan dan wazig zijn. Verander van positie en neem de foto opnieuw. Afhankelijk van het model, kunt u kiezen tussen verschillende scherpstelfuncties. Alle COOLPIX-camera’s hebben de autofocus ‘gezichtsprioriteit’ als standaardscherpsteloptie en / of instelling van de onderwerpstanden voor portretten. Wanneer u de autofocus ‘gezichtsprioriteit’ activeert en / of de onderwerpstand ‘Portret’ selecteert, kan uw COOLPIX maximaal twaalf gezichten detecteren op de foto en de belichting regelen naargelang die gezichten. Wanneer u de ontspanknop indrukt, stelt uw fotocamera automatisch scherp op de dichtstbijzijnde persoon. Indien het toestel geen enkel gezicht detecteert, zal het scherpstellen op het onderwerp dat zich bevindt in het standaardscherpstelveld. 8 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School Autofocus (automatische scherpstelling) / Vervolg De automatische AF-stand is de standaardinstelling van de meeste COOLPIX-camera’s (meer informatie in de gebruikershandleiding). Met deze optie kan uw COOLPIX-camera automatisch scherpstellen op het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt. Deze optie is doorgaans zeer nuttig, maar als u meer controle wenst (bijvoorbeeld, indien u niet wenst scherp te stellen op het dichtstbijzijnde onderwerp), kunt u ‘handmatig’ scherpstellen of het centrale scherpstelveld kiezen. Met de ‘handmatige’ AF-stand kunt u scherpstellen op eender welk gedeelte van het kader. Deze stand is geschikt wanneer u zelf volledig wenst te beslissen over de plaats waarop het toestel scherpstelt. Verplaats het scherpstelveld (de kleine, witte rechthoek of haakjes) met behulp van de multiselector naar eender welk gebied van het kader en druk op ‘OK’. Op de modellen met aanraakscherm heet deze optie ‘Aanraken scherpstelveld’. U kunt daarmee op het scherm aantikken waar het toestel op moet scherpstellen. De AF-stand ‘Centrum’ is de standaardinstelling van sommige COOLPIX-camera’s (meer informatie in de gebruikershandleiding). Dat is de snelste optie, aangezien men steeds weet waar de camera op zal scherpstellen. Kadreer uw onderwerp centraal, druk de ontspanknop half in om de scherpstelling vast te leggen (let erop dat de haakjes groen zijn) en wijzig de kadrering naar eigen goeddunken. Druk de ontspanknop volledig in om de foto te nemen. 9 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School Macro Alle COOLPIX-modellen hebben een close-upstand (Macro). Met deze stand kunt u een close-up maken van kleine voorwerpen. De minimale scherpstelafstand verschilt naargelang het model (meer informatie in de gebruikershandleiding). De Macrostand werkt enkel met welbepaalde brandpuntsafstanden die op het scherm worden weergegeven door de zoomaanduiding en de groene schuifbalk. In de Macrostand wordt de flitser best uitgeschakeld om overbelichting te vermijden wegens een te korte afstand tussen de fotocamera en het onderwerp. In bepaalde gevallen kan het objectief van de camera tijdens het flitsen een schaduw werpen op het onderwerp. ? Weetje Zonder flitser lijken de foto’s natuurlijker aangezien ze het omgevingslicht weergeven. Oneindig Van bepaalde modellen kunt u de scherpstelling op oneindig instellen. Gebruik deze functie voor verafgelegen onderwerpen zoals landschappen of wanneer u van achter een raam fotografeert. Indien u op oneindig scherpstelt, wordt de flitser automatisch uitgeschakeld. ? Weetje Bepaalde COOLPIX-modellen beschikken over de AF-stand ‘Meevolgende scherpstelling’. Deze stand stelt u in staat om een onderwerp te volgen (de camera baseert zich op de kleur van het onderwerp) en is bedoeld voor het fotograferen van bewegende onderwerpen, zoals een auto of spelende kinderen. Uw COOLPIX bewaart de scherpstelling op het onderwerp zodat u zich kan concentreren op het fotograferen zelf (meer informatie in de gebruikershandleiding). 10 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School Vibratiereductie Foto’s kunnen om drie redenen wazig zijn: cameratrilling, beweging van het onderwerp en / of gebrekkige scherpstelling. Wazige afbeeldingen zijn voornamelijk het gevolg van lange sluitertijden, die uw COOLPIX hanteert wanneer er weinig licht is. De makkelijkste manier om te vermijden dat foto’s wazig zijn wegens cameratrilling, is de camera stabiel op te stellen op een statief of op een stabiel oppervlak, zoals een tafel. Indien dat niet mogelijk is, dient u een beroep te doen op de functies van het toestel om scherpe foto’s te verkrijgen. Uw COOLPIX is uitgerust met een of meerdere functies die hieronder staan opgesomd. Met deze functies beperkt u het risico van wazige foto’s door cameratrilling of omdat het onderwerp in beweging was: • VR (‘Vibration Reduction’ in het Engels, vibratiereductie), een optische stabilisator, • E-VR, electronic VR, beeldverwerking om de wazigheid wegens cameratrilling te vermijden, • Bewegingsdetectie en BSS (‘Best Shot Selector’ in het Engels), waarmee de beste foto van een reeks wordt gekozen. II VR ‘OFF’ VR ‘ON’ 11 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School VR Het VR-systeem, of vibratiereductiesysteem, vermijdt wazige foto’s die te wijten zijn aan cameratrilling. Het stelt u in staat om scherpe foto’s nemen wanneer er weinig licht is en wanneer uw handen beven. Uw COOLPIX-toestel beschikt over een geïntegreerde gyroscoop die elke beweging van het toestel tijdens het fotograferen registreert. De lenzen (optische VR) of de beeldsensor (mechanische VR) verplaatsen zich om de beweging te compenseren. Door de grotere stabiliteit hebt u meer kans om scherpe foto’s te verkrijgen. U kunt de werking van het VR-systeem volgen op het scherm wanneer u kadreert. Voor een zo goed mogelijk resultaat, schakelt u best het VR-systeem uit wanneer u een statief gebruikt. E-VR Het e-VR-systeem corrigeert wazige foto’s nadat ze genomen zijn. De fotocamera verwerkt het beeld om het zo scherp mogelijk te maken en bewaart de foto nadien op de geheugenkaart. 12 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School Bewegingsdetectie De bewegingsdetectie van uw COOLPIX-camera treedt in wanneer het onderwerp zich verplaatst of de fotocamera beweegt bij het fotograferen. De sluitertijd wordt verkort en de ISOwaarde verhoogd, zodat uw foto’s ook in moeilijke omstandigheden scherp zijn. BSS BSS wordt in detail beschreven in het stukje ‘Opnamesnelheid’. ? Weetje In bepaalde omstandigheden is het zowat onmogelijk om scherpe foto’s te verkrijgen, met name wanneer de lichtomstandigheden niet optimaal zijn. In die gevallen dient u zich tevreden te stellen met ietwat wazige foto’s. Dat hoeft echter geen probleem te vormen: soms kan de wazigheid de beweging op een interessante manier weergeven. Wanneer u bewegende onderwerpen vastlegt, kunt u zo bijvoorbeeld ‘pannen’: het onderwerp volgen met uw fotocamera en afdrukken zodra u de gewenste kadrering heeft bereikt. Daarmee verkrijgt u een panningeffect achter het bewegende onderwerp. U kunt ook de ingebouwde flitser gebruiken om de beweging vast te leggen, maar denk eraan dat de flitser afhankelijk van het model slechts tot twee à tien meter ver reikt. 13 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School Belichting Om geslaagde foto’s te maken met uw COOLPIX-toestel, dient u eerst en vooral af te drukken op het juiste ogenblik. Uw camera wijzigt dan automatisch drie parameters om een goede belichting te verkrijgen, zodat uw foto niet te donker, noch te helder is, en accuraat het tafereel weergeeft. Deze drie parameters zijn de sluitertijd, het diafragma en de ISO-waarde. Doorgaans doet uw COOLPIX het volgende: bij veel licht hanteert hij een korte sluitertijd (bijvoorbeeld 1/250 s), een klein diafragma (bijvoorbeeld f/8) en een lage ISO-waarde (bijvoorbeeld ISO 100). Voor donkere taferelen geldt het omgekeerde: een lange sluitertijd (bijvoorbeeld 1/15 s), een groot diafragma (bijvoorbeeld F/2,8) en een hoge ISO-waarde (bijvoorbeeld ISO 800). Hieronder staat wat meer uitleg over deze drie variabelen. Zodra u weet waar ze voor staan, bent u al een heel eind op weg. Sluitertijd De sluitertijd (of belichtingstijd) geeft aan hoe lang het toestel open blijft om het ‘licht op te vangen’. Bij onvoldoende licht moet de sluitertijd langer worden, waardoor de foto’s makkelijker wazig zijn door cameratrilling of omdat het hoofdonderwerp beweegt. De sluitertijd wordt weergegeven op het scherm en wordt uitgedrukt in seconden of fracties van seconden (bijvoorbeeld 1/60 s). Om scherpe foto’s te verkrijgen kunt u deze cijfers best leren begrijpen. Inderdaad, als uw fotocamera een lange sluitertijd aangeeft (bijvoorbeeld 1/15 s), hebt u meer kans op een wazige foto dan met een korte sluitertijd van bijvoorbeeld 1/125 s. Wanneer uw COOLPIX een lange sluitertijd opgeeft, plaats het toestel dan op een statief of een stabiel oppervlak, om zo veel mogelijk te vermijden dat de foto wazig is wegens cameratrilling. Bewegende onderwerpen zullen daarentegen waarschijnlijk wazig blijven. ? Weetje Met de P-modellen van het COOLPIX-gamma kunt u de sluitertijd aanpassen aan de foto die u wenst te nemen door de keuzeknop in de stand S te zetten. Zo kunt u kunstzinnige foto’s nemen waarbij u bewust bewegende onderwerpen wazig maakt, of hun beweging daarentegen vastlegt. 14 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School Diafragma Het diafragma is een onderdeel van het objectief van de camera. Het diafragma wordt groter of kleiner om meer of minder licht op te vangen. Een kleine waarde (bijvoorbeeld f/2,8) komt overeen met een grote opening van het diafragma, een hoge waarde (zoals f/8) met een kleine opening. Het diafragma bepaalt deels de scherptediepte, het scherp ingestelde gebied achter het voornaamste onderwerp. Een grote opening geeft een kleine scherptediepte; een kleine opening geeft een grote scherptediepte. De scherptediepte hangt eveneens af van de brandpuntsafstand van het objectief en van de afstand tussen de camera en het onderwerp. Om scherp te stellen op een achtergrond kiest u best voor een van de autofocusstanden. ? Weetje Met de P-modellen van het COOLPIX-gamma kunt u het diafragma zelf instellen door de keuzeknop in stand A te zetten. Maak gebruik van deze instelling om de scherptediepte te regelen. Bepaalde COOLPIX-modellen hebben een grijsfilter in het objectief, om een te hoge helderheid te compenseren. In dat geval is er geen impact op de scherptediepte. 15 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School ISO-waarde De ISO-waarde is de mate waarin het fototoestel gevoelig is voor licht, met andere woorden, de hoeveelheid licht die nodig is voor een geslaagde foto. Een lage waarde wijst op een lage lichtgevoeligheid en is dus geschikt voor taferelen met zeer veel licht. Een hoge waarde stemt daarentegen overeen met een hoge gevoeligheid en is dus geschikt voor zeer donkere taferelen, zoals binnentaferelen of nachtlandschappen. Uw COOLPIX regelt automatisch de ISO-waarde naargelang de hoeveelheid licht. Naarmate de ISO-waarde hoger wordt, is er ook meer digitale ‘ruis’ op de foto. Door de hoge ISOwaarde heeft de afbeelding ‘spikkels’. ? Weetje Bij de P- en S-modellen van het COOLPIX-gamma kunt u de ISO-waarde handmatig instellen in het menu. Met een hogere ISO-waarde kan de camera bij gebrekkige belichting kortere sluitertijden hanteren. Zo hebt u niet meteen een flitser nodig wanneer u binnen foto’s neemt. Vergeet niet om de camera opnieuw in te stellen op ‘Automatisch’ of om een lagere waarde te kiezen zodra de lichtomstandigheden optimaal zijn. Het algemene principe wil dat een lage waarde geschikt is wanneer er veel licht is, en een hoge waarde wanneer er weinig licht is. Hoge ISO-waarde Indien uw COOLPIX kiest voor een hoge ISO-waarde, kan hij de sluitertijd verkorten, ook al is er weinig licht. Zo kunt u scherpe foto’s maken van bewegende onderwerpen en toch de algemene lichtomstandigheden van het tafereel vastleggen. Wanneer er weinig licht is, kunnen gekleurde artefacten, ‘ruis’ genaamd, verschijnen op uw foto’s. 16 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School Belichtingscorrectie Normale belichting Twee stops onderbelichte foto De werking van de belichtingsmeter van uw COOLPIX kan in bepaalde gevallen verstoord zijn. De foto’s zijn dan ofwel overbelicht (te helder) of onderbelicht (te donker). Schoolvoorbeelden hiervan zijn foto’s met zeer donkere of heldere gebieden, die verschillen van het hoofdonderwerp, zoals een heldere hemel op de achtergrond. Om in die situaties mooiere foto’s te kunnen maken, is uw toestel uitgerust met een belichtingscorrectiefunctie. Om deze functie te wijzigen, drukt u in de opnamestand op de knop of het icoontje (functie niet beschikbaar in bepaalde onderwerpstanden). Met de belichtingscorrectie kunt u de belichting bijsturen: kies voor ‘+’ voor een helderdere foto en voor ‘-’ voor een donkerdere foto. Door de belichting te veranderen terwijl u verschillende foto’s neemt, zult u zeker en vast de perfecte foto kunnen maken! 17 - Gebruikersgids COOLPIX Deze functie kan ook nog voor andere doeleinden gebruikt worden. Uit esthetisch oogpunt kan het nuttig zijn om foto’s helderder of donkerder te maken. ? Weetje De P-modellen van het COOLPIX-gamma hebben een ‘bracketing’-optie waarmee met een druk op de ontspanknop drie foto’s worden gemaakt met drie verschillende belichtingen. U kunt dan de beste foto eruit pikken. Nikon School lens Uw COOLPIX is uitgerust met een hoogwaardige NIKKOR-zoomlens. In dit hoofdstukje leggen we uit hoe u met verschillende brandpuntsafstanden (met verschillende zoominstellingen) kunt omgaan om het perspectief te laten variëren. Uw COOLPIX kan verschillende brandpuntsafstanden aan: groothoek, standaard en telelens. Om de brandpuntsafstand te wijzigen, gebruikt u de zoomknoppen ‘W’ en ‘T’. De letter ‘W’ (van het Engelse ‘Wide’) en / of op uw fototoestel staan voor het groothoekbrandpuntsafstand. Wanneer u de groothoeklens gebruikt, legt u een groot deel van het tafereel vast. Deze techniek wordt doorgaans gebruikt voor landschappen. De standaardobjectieven zijn geschikt voor de meeste foto’s omdat ze een ‘natuurlijk’ standpunt opleveren. Met het standaardobjectief verkrijgt u foto’s die qua perspectief en gezichtspunt weergeven wat u met het blote oog waarneemt. De telelenzen hebben een ‘lange’ brandpuntsafstand. Op uw fototoestel wordt dat weergegeven door de letter ‘T’ (van het Engelse ‘Tele’) en / of door . Wanneer u inzoomt (dus, wanneer u de brandpuntsafstand vergroot), gebeuren verschillende dingen. U hebt de indruk dat u dichter bij het onderwerp komt te staan, terwijl u een groot deel van het tafereel ‘wegknipt’. Uw zichtveld wordt gewoonweg smaller. De telelenzen worden doorgaans gebruikt voor portretten of veraf gelegen onderwerpen. 18 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School Perspectief De afstand tussen de camera en het onderwerp is van belang voor het beeldperspectief, met andere woorden, de relatie tussen de grootte en de diepte van de verschillende onderwerpen van een foto. Bij een korte afstand wordt de nadruk gelegd op onderwerpen die dicht bij het toestel staan, want de afstand ten opzichte van de achtergrond wordt als het ware uitvergroot. Dat heet een overdreven perspectief. Standaard, fotograaf dicht bij onderwerp Een lange afstand leidt tot een samengedrukt perspectief, waarbij de voorgrond visueel heel dicht bij de achtergrond lijkt te staan. De grootte- en afstandsverschillen lijken kleiner dan ze in werkelijkheid zijn. Door verschillende brandpuntsafstanden te hanteren en de afstand tot het onderwerp te wijzigen, kunt u eenzelfde onderwerp op verschillende manieren vastleggen. Als u de brandpuntsafstand en de afstand tot het onderwerp verandert, heeft dat ook invloed op de scherptediepte van uw foto’s. De beste manier om deze begrippen te begrijpen is om ze uit te proberen! Kies eerst uw onderwerp en neem nadien een reeks foto’s door de afstand tussen de camera en het onderwerp te laten variëren en de brandpuntsafstand zodanig te veranderen dat u de kadrering behoudt. U zult merken dat de voorgrond dezelfde blijft, maar dat de achtergrond verandert. Zodra u het perspectief goed onder de knie heeft, kunt u uw kennis steeds toepassen zodra u uw camera ter hand neemt. De achtergrond bakent de plek en het tijdstip van uw foto’s af... Telelens, zelfde kadrering maar fotograaf ver van onderwerp Groothoeklens, camera met uitgestrekte armen net boven het water gehouden 19 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School Opnamesnelheid en continustand U kunt in het menuonderdeel ‘Continu’ kiezen tussen verschillende opnamemogelijkheden. Met de verschillende instellingen kunt u steeds de ideale foto maken, ongeacht het onderwerp. De instelling hangt af van de eventuele beweging van het onderwerp: is het onderwerp statisch of mobiel? Uw COOLPIX-camera biedt minstens 4 verschillende instellingen. De optie ‘Enkelvoudig’ is de standaardinstelling van het toestel. Met deze optie neemt u een enkele foto wanneer u een keer op de ontspanknop drukt. Deze instelling is perfect geschikt voor algemene foto’s en foto’s van statische onderwerpen, zoals landschappen of portretten. In de Continustand blijft het toestel foto’s nemen zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt. De opnamesnelheid (foto’s per seconde) verschilt van model tot model maar ligt tussen één en drie opnames per seconde. Deze instelling is perfect geschikt voor foto’s van statische onderwerpen en zelfs portretten, indien u een vluchtige gelaatsuitdrukking wenst vast te leggen. Wanneer u voor deze instelling kiest, wordt de flitser automatisch uitgeschakeld. Met de multi-shot 16-functie kunt u een beweging ludiek vastleggen (bijvoorbeeld kinderen op een schommel). Zestien foto’s worden gemaakt van eenzelfde tafereel, zodat de verschillende fasen van de beweging worden vastgelegd. De fotocamera hanteert dezelfde opnamesnelheid als in de continustand. Wanneer u voor deze instelling kiest, wordt de flitser automatisch uitgeschakeld. Met de BSS beschikken de COOLPIX-toestellen over een opmerkelijke functie. BSS staat voor het Engelse ‘Best Shot Selector’ (Selectie van de beste opname) en werkt als een virtuele statief om scherpe foto’s te verkrijgen wanneer er weinig licht is. Kies voor BSS wanneer de foto’s wazig dreigen te zijn. De BSS-functie maakt maximaal tien foto’s zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt, maar bewaart enkel de scherpste foto. Deze functie is het nuttigst bij statische onderwerpen. Wanneer u voor deze instelling kiest, wordt de flitser automatisch uitgeschakeld. ? Weetje Met bepaalde COOLPIX-modellen kunt u intervalopnames maken, om een reeks gebeurtenissen vast te leggen die verspreid liggen over een langere periode, zoals een ontluikende bloem. De gebruikershandleiding bevat meer informatie over intervalopnames. 20 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School Flitser De ingebouwde flitser van uw COOLPIX is bijzonder nuttig in heel wat situaties. Toch zullen uw met de flitser genomen foto’s niet altijd uw verwachtingen inlossen... Als u de voorgestelde instellingen leert te gebruiken, kunt u schitterende foto’s maken, zowel binnen als in de open lucht. Standaard staat uw COOLPIX ingesteld op AUTO: de flitser wordt automatisch ingeschakeld wanneer er weinig licht is en werkt niet wanneer er voldoende licht is. Met de andere instellingen hebt u meer vat op het resultaat. Om de instellingen te wijzigen, drukt u bovenaan op de multiselector of op het icoontje van de flitser op het scherm, indien uw COOLPIX een aanraakscherm heeft. Let wel: de flitser is uitgeschakeld in bepaalde onderwerpstanden en opnamestanden zoals BSS en Continu. Bij bepaalde modellen moet u de flitser handmatig openen om hem te kunnen instellen. De instelling AUTO wordt het vaakst gebruikt. De flitser gaat automatisch af wanneer er onvoldoende licht is en wordt niet ingeschakeld wanneer er voldoende licht is. Als de flitser op AUTO is ingesteld, bent u er zeker van dat hij indien nodig zal afgaan, maar u hebt geen enkele controle over het eindresultaat. Met de instelling Rodeogenreductie kunt u de zogenaamde rode ogen vermijden. Het licht van de flitser wordt weerkaatst door de adertjes in het oog. Gevolg: de pupillen hebben een rode kleur op de foto. Deze instelling vermindert het rodeogeneffet in twee stappen: een aantal voorflitsen gaat af wanneer u de ontspanknop indrukt, waardoor de pupillen vernauwen; nadien, indien dat niet volstaat, treedt de software van uw COOLPIX in werking. Zo heeft niemand rode ogen op uw foto’s... De instelling ‘Uitgeschakelde flitser’ schakelt de flitser eenvoudigweg uit, ongeacht de lichtomstandigheden. Gebruik deze instelling om het omgevingslicht vast te leggen, zowel binnen als buiten, wanneer er weinig licht is. De ingebouwde flitser reikt slechts enkele meters ver. Als u bijgevolg verafgelegen onderwerpen fotografeert, verkrijgt u een beter resultaat als u de flitser uitschakelt. Hou er wel steeds rekening mee dat de camera zonder flitser steeds een langere sluitertijd hanteert. Om scherpe foto’s te verkrijgen zult u dan misschien het toestel stabiel moeten zetten op een statief of een stabiel oppervlak, of de ISO-waarde verhogen. Met de invulflits kan de flitser op eender welk ogenblik in werking treden, ongeacht de lichtomstandigheden. Wanneer er veel licht is of u tegen het licht in fotografeert, zal de automatische flitser niet afgaan. Met de invulflits kunt u de weinig elegante schaduwen vermijden en de onderbelichte gedeelten van de foto helderder maken. Hou er wel steeds rekening mee dat de flits maar een beperkte afstand kan afleggen. Deze instelling zal dus tot betere resultaten leiden als u onderwerpen vastlegt die zich slechts op enkele meters van het toestel bevinden. De instelling ‘Lange sluitertijd’ maakt gebruik van de flitser en een lange sluitertijd. De flits verlicht het hoofdonderwerp, terwijl de lange sluitertijd ervoor zorgt dat de camera voldoende licht opvangt van de achtergrond. Met deze instelling kunt u zowel binnen als buiten, ‘s nachts of bij weinig licht fantastische foto’s maken. ? Weetje Bepaalde COOLPIX-modellen zijn uitgerust met de optie ‘Synchronisatie op het tweede gordijn’, voor verrassende foto’s van bewegende onderwerpen. Hierbij wordt de flitser gebruikt en een lange sluitertijd gehanteerd. Aangezien de flitser afgaat net voor het diafragma sluit, verkrijgt u een panningeffect achter de bewegende onderwerpen. De gebruikershandleiding bevat meer informatie over deze optie. 21 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School Witbalans De witbalans is de sleutel tot foto’s met een getrouwe kleurweergave en stelt u eveneens in staat om te spelen met koude en warme kleuren. Lichtbronnen hebben elk hun eigen tint of ‘kleurtemperatuur’. Het middaglicht en flitslicht wordt beschouwd als neutraal of wit, terwijl het licht van gloeilampen een warme, geelachtige tint heeft. Omgekeerd, als u op een zonnige dag in de schaduw fotografeert, zullen uw foto’s misschien koud en blauwachtig zijn, door de typische kleur van deze vorm van verlichting. Door de witbalans van uw COOLPIX in te stellen krijgen de kleuren van uw foto’s de juiste ‘toon’. Als u weet hoe de witbalans werkt, kunt u niet alleen foto’s maken met getrouwe kleuren, maar ook foto’s met specifieke tinten, waarmee u een bepaalde emotie kunt teweegbrengen. Standaard staat uw COOLPIX ingesteld op automatische witbalans. Gebruik deze instelling steeds als startpunt en wijzig de witbalans indien nodig of indien u de tint wenst te veranderen. De witbalans kunt u wijzigen in het Opnamemenu van uw COOLPIX. In bepaalde opnamestanden kunt u de witbalans echter niet wijzigen. Standaard dient uw COOLPIX ingesteld te staan op automatische witbalans. In de meeste situaties zorgt deze instelling voor een getrouwe weergave van de kleuren. De witbalansinstelling Daglicht geeft precieze kleuren weer wanneer het zonnig is. Het zonlicht heeft een gele tint, die met deze instelling gecorrigeerd wordt. De optie Tl-licht moet worden gebruikt bij tlverlichting. Tl-verlichting kan vleeskleur een groene schijn geven. Voor een natuurlijk voorkomen van uw onderwerpen en om deze groene tint te neutraliseren, kunt u de instelling Tl-licht gebruiken. De optie Bewolkt is geschikt voor foto’s die genomen zijn bij overtrokken hemel of in de schaduw op zonnige dagen. Het licht is dan lichtjes blauwachtig getint, hetgeen gecorrigeerd wordt met deze instelling. U kunt deze optie eveneens gebruiken om uw foto’s warmer te maken, bijvoorbeeld wanneer u een zonsondergang fotografeert en u alle schitterende gele en rode nuances wilt vastleggen. De optie Flitser dient u te gebruiken wanneer de flitser de voornaamste lichtbron is. Met de optie PRE (handmatige preset) kunt u een referentiewaarde opslaan op de fotocamera, wanneer u niet tot een correcte weergave komt met de andere mogelijkheden van de witbalans. Gebruik een neutrale grijskaart of een wit blad papier om de witbalans zeer precies op te meten. Met de witbalansoptie PRE kunt u de kleuren waarheidsgetrouw weergeven. De gebruikershandleiding bevat meer informatie over de opslag van handmatige presets. Vraag bij de aankoop van een grijskaart raad aan uw gebruikelijke fotodealer. De optie Gloeilamplicht corrigeert de gele tint van foto’s genomen bij gloeilamp- of kaarslicht, die typerend is voor foto’s die binnen genomen zijn zonder flitser. In de open lucht of bij neutraal licht kunt u deze instelling creatief gebruiken om de foto’s kouder (blauwachtiger) te maken. 22 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School Witbalans / Vervolg Daglicht 23 - Gebruikersgids COOLPIX Gloeilamplicht Schaduw Nikon School Kleurregeling Met uw COOLPIX kunt u kiezen hoe de kleuren worden weergegeven. Afhankelijk van uw COOLPIX-model, vindt u in het Opnamemenu de optie Kleuropties, Picture Control of Beeldoptimalisatie. Bepaalde modellen beschikken niet over deze optie, maar hebben in de plaats een creatieve cursor (meer informatie in de handleiding van uw camera). U kunt bijvoorbeeld kiezen tussen standaardkleuren, levendige kleuren of zwart-wit. De optie ‘levendige kleuren’ geeft meer verzadigde kleuren en een hoger contrast. Standaard Probeer de verschillende mogelijkheden uit om te zien wat het beste past bij uw onderwerp. Onthoud dat u zeer makkelijk contrast kunt toevoegen en kleuren kunt verzadigen met behulp van fotobewerkingssoftware zoals View NX2, maar dat het daarentegen moeilijk is om deze waarden te verminderen. Gebruik daarom standaard steeds de normale of standaardregeling en stap over op andere mogelijkheden naargelang het gewenste resultaat. De kleuropties omvatten ook verschillende monochrome mogelijkheden: zwart-witfoto’s, foto’s met een welbepaalde tint, zoals sepia (bruin-geel), of foto’s met koude kleuren (blauwachtige foto’s). Vergeet echter niet dat foto’s genomen met deze instellingen later niet in kleurenfoto’s kunnen worden omgezet. Het omgekeerde lukt echter wel: u kunt kleurenfoto’s met fotobewerkingssoftware wel omzetten in monochrome foto’s. ? Verzadigd Weetje Op zonnige dagen zijn alle kleuren natuurlijk verzadigd en is het contrast hoog. Gebruik in die gevallen de normale of standaardinstelling. Op regenachtige dagen zijn de kleuren echter fletser en is er weinig contrast. Met de instelling Levendige kleuren kunt u de kleuren van op druilerige dagen genomen foto’s verzadigder maken. Monochroom 24 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School d-lighting Wanneer er weinig licht is of wanneer u sterk contrasterende onderwerpen fotografeert, kunnen uw foto’s gedeeltelijk donker zijn. U kunt dat deels verhelpen dankzij D-Lighting, in het weergave menu. Met D-Lighting worden de schaduwen helderder, zonder dat de andere delen van de foto hierdoor gewijzigd worden. D-Lighting is een vorm van digitale naverwerking die met kennis van zaken moet worden toegepast. De techniek is zeer nuttig wanneer u schaduwen en middentonen helderder wil maken om details tevoorschijn te halen. Bepaalde COOLPIX-toestellen zijn uitgerust met de zogenaamde actieve D-Lighting. Indien deze functie actief is, analyseert een fotocamera uw foto’s en regelt hij zijn instellingen zowel voor- als nadat de foto genomen is, om in een beweging zo veel mogelijk details bloot te leggen, zowel in de schaduw als in de heldere gebieden. De gebruikershandleiding bevat meer informatie over de actieve D-Lighting. ? Weetje U kunt D-Lighting gebruiken nadat u een foto hebt genomen, op uw computer, dankzij de software Nikon View NX (meegeleverd met de fotocamera) of Capture NX2 (beschikbaar als optie). Oorspronkelijke afbeelding 25 - Gebruikersgids COOLPIX Gebruik van D-Lighting. Nikon School Beeldformaat De beeldsensor van een digitale fotocamera is samengesteld uit lichtgevoelige pixels. Meer pixels geven een hogere resolutie. Het beeldformaat van uw digitale fotocamera wordt uitgedrukt in miljoenen pixels (megapixels) en bepaalt het in theorie maximale afdrukformaat van de foto, de bestandsgrootte van de foto en de mate waarin details kunnen worden vastgelegd. Een fotocamera van twaalf miljoen pixels heeft zo een beeldsensor van om en bij de 4000 op 3000 pixels. In theorie kunnen deze foto’s in afdruk maximaal 50 op 40 cm groot zijn. In de praktijk kunnen ze echter groter zijn. De regel is wel de volgende: hoe hoger de resolutie, hoe groter het maximale afdrukformaat van de foto’s. U kunt het beeldformaat kiezen in het menu van uw fotocamera. Het kleinst mogelijke formaat is het tv- of VGA-formaat, voor foto’s die enkel geschikt zijn om op een tv-toestel te worden vertoond. Het grootste formaat hangt af van de eigenschappen van het toestel. Over het algemeen ligt het maximale beeldformaat tussen acht en veertien miljoen pixels. Een tip: gebruik voor alle veiligheid steeds het grootst mogelijke beeldformaat, zodat u de foto’s voor alle doeleinden kunt gebruiken. Meer informatie over de mogelijke beeldformaten van uw fotocamera vindt u in de gebruikershandleiding. ? Weetje U kunt steeds het beeldformaat verkleinen met software zoals View NX2 op uw pc of met de ingebouwde opties van uw COOLPIX. Het is daarentegen moeilijk om het beeldformaat te vergroten. 26 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School Beeldkwaliteit Naargelang het model waarover u beschikt, kunt u kiezen tussen twee of drie instellingen. De foto’s van hoge kwaliteit zijn grotere bestanden dan de foto’s van lage kwaliteit. De modellen met twee mogelijkheden bieden de keuze tussen een ‘hoge’ kwaliteit en een ‘normale’ kwaliteit. De ‘hoge’ kwaliteit kan enkel gekozen worden in combinatie met een groot beeldformaat. Weinig gecomprimeerde foto Met de modellen met drie kwaliteitsopties kunt u kiezen tussen ‘fine’, ‘normal’ en ‘basic’, ongeacht het beeldformaat. Afhankelijk van de gekozen kwaliteit worden de beeldbestanden in meer of mindere mate gecomprimeerd. De ‘basic’ kwaliteit leidt tot zwaar gecomprimeerde bestanden (dus, bestanden van geringe kwaliteit), terwijl de ‘fine’ kwaliteit leidt tot weinig gecomprimeerde bestanden (dus, bestanden van hoge kwaliteit). Hoe groter de compressie, hoe meer details achterwege worden gelaten, waardoor er meer plaats vrijkomt op de geheugenkaart. Een tip: gebruik voor alle veiligheid steeds het grootst mogelijke beeldformaat, zodat u de foto’s voor alle doeleinden kunt gebruiken. Zwaar gecomprimeerde foto Meer informatie over de mogelijke beeldformaten van uw fotocamera vindt u in de gebruikershandleiding. ? Weetje U kunt de beeldkwaliteit van een foto steeds softwarematig verminderen. De kwaliteit kan daarentegen nooit verhoogd worden. Oorspronkelijke afbeelding 27 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School Zelfontspanner De zelfontspanner van uw COOLPIX is bijzonder nuttig als u het ontspannen om een of andere reden wilt uitstellen (bijvoorbeeld, als u zelf op de foto wilt staan, als u foto’s neemt terwijl er weinig licht is of als u close-ups maakt). Dankzij de zelfontspanner en een statief kunt u de cameratrilling tot een minimum beperken en dus vermijden dat foto’s onscherp zijn. Bepaalde COOLPIX-modellen bieden de keuze tussen een uitstel van twee of tien seconden. Tien seconden is ideaal als u zelf op de foto wilt staan, terwijl twee seconden voornamelijk bedoeld is voor foto’s die in slechte lichtomstandigheden worden genomen, om te vermijden dat de foto’s wazig worden door de cameratrilling wanneer op de ontspanknop wordt gedrukt. Bij de COOLPIXmodellen met slechts één keuze bedraagt het uitstel tien seconden. ? Weetje Een rijstzak is zeer nuttig als u geen statief bij de hand hebt en de zelfontspanner wenst te gebruiken. U kunt uw toestel zo immers stabiel plaatsen, ongeacht het oppervlak. Bepaalde COOLPIX-modellen kunnen met een eigen afstandsbediening van op afstand worden bediend. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw camera om u te vergewissen van de compatibiliteit. 28 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School Video Alle COOLPIX-modellen kunnen video’s opnemen. Afhankelijk van het model hebt u de keuze tussen verschillende kwaliteitsopties (videoresolutie): QVGA, VGA, HD 720p en Full HD 1080p (meer informatie in de gebruikershandleiding). Net zoals bij de foto’s geldt ook hier de regel dat een hogere resolutie leidt tot een groter videoformaat. Zo zijn VGA-video’s perfect geschikt voor vertoning op een klassiek tv-toestel, terwijl HD-video’s op HD-flatscreens kunnen worden bekeken. Zo ook zal een hogere kwaliteit gepaard gaan met grotere bestanden, iets waar u rekening mee moet houden wanneer u het formaat van langere fragmenten kiest. Voor een optimale kwaliteit kunt u best de volgende aanwijzingen naleven. Het toestel moet stabiel staan tijdens de opname, zodat het leuk is om de video’s achteraf te bekijken. Plaats de camera indien mogelijk op een statief of een rijstzak. Indien dat niet kan, probeer dan het toestel zo stevig mogelijk vast te nemen. Vermijd ook om te snel van links naar rechts te zwenken of om de zoom te gebruiken, want dat kan een negatieve weerslag hebben op het eindresultaat. Scherpstellen is hier net zoals voor foto’s ook van essentieel belang. In het videomenu kunt u de scherpstellingsopties wijzigen (enkel op bepaalde modellen, raadpleeg de gebruikershandleiding). U kunt kiezen tussen AF-S (punctuele autofocus) en AF-C (continue autofocus). Kies voor AF-S wanneer de afstand tussen de camera en het onderwerp niet (of nauwelijks) verandert wanneer u filmt. De optie AF-C is ideaal wanneer de afstand tussen het onderwerp en de camera radicaal verandert of wanneer u tijdens het filmen de optische zoom gebruikt. Begin de opname voordat de scène begint en stop ze pas nadat de scène volledig is afgewerkt. Zo hebt u tijdens het monteren, bijvoorbeeld met View NX2, marge om te knippen. 29 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School Weergave Om de foto’s te zien die op uw geheugenkaart staan of in het interne geheugen van uw COOLPIX, drukt u op de knop of het icoontje. De laatste foto verschijnt zo op het scherm. In de weergavestand kunt u bladeren tussen uw foto’s aan de hand van de multiselector of de draaiknop, of aan de hand van uw vinger (enkel mogelijk met de modellen met aanraakscherm). Met de zoomfunctie kunt u in- of uitzoomen op de foto’s. Gebruik de knop / het icoontje T om de foto’s in detail te bekijken (bijvoorbeeld om te zien of de foto scherp is, dan wel de gefotografeerde personen niet aan het knipperen waren). Uw COOLPIX zal automatisch inzoomen op het gezicht van het onderwerp indien het portret genomen werd in de stand AF gezichtsprioriteit. Indien er verschillende mensen op de foto staan, kunt u van het ene gezicht naar het andere gaan met behulp van de multiselector of de icoontjes op het scherm (enkel mogelijk met de modellen met aanraakscherm). Gebruik de knop / het icoontje W om verschillende foto’s tegelijk te zien. Zo kunt u snel en gemakkelijk een welbepaalde foto terugvinden. Bepaalde COOLPIX-modellen hebben ook een ‘kalenderweergave’, waarbij uw foto’s gerangschikt zijn volgens de datum waarop ze genomen zijn. In de weergavestand kunt u naar het weergavemenu gaan door te drukken op de MENU-knop of het INFO-icoontje (enkel mogelijk met de modellen met aanraakscherm). Zo kunt u bijvoorbeeld een slideshow starten, of foto’s wijzigen of wissen. ? Weetje De meeste COOLPIX-toestellen kunnen met de meegeleverde A/V-kabel verbonden worden met een tv-toestel. Een eenvoudige manier om uw foto’s in het groot te vertonen. 30 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School Overdracht en organisatie van de afbeeldingen In de doos van uw fotocamera vindt u een cd-rom met de sofware waarmee u uw foto’s kunt overdragen en indelen: Nikon View NX2. Installeren is eenvoudig: steek de cd-rom in uw pc en volg de instructies op het scherm. Nikon View NX2 is een van de vele manieren om foto’s over te dragen en te organiseren, maar aangezien ze zeer gebruiksvriendelijk zijn en ontwikkeld zijn voor fotografen, is het sterk aanbevolen om ze te gebruiken. View NX2 bestaat uit vier delen: 1. Nikon Transfer, voor de overdracht van foto’s van uw geheugenkaart naar uw computer, via uw camera zelf of een externe kaartlezer. 2. View NX2 om uw foto’s te sorteren. 3. View NX2 om uw foto’s te retoucheren. 4. View NX2 om uw foto’s te delen. Online bestaat er een volledige opleiding rond dat programma: http://www.nikon-school.fr rubrique e-school Back-up Het belang van een back-up van uw foto’s, in geval van een probleem met uw computer of een ander probleem waardoor ze gewist worden, is hierboven al aangegeven. Nikon Transfer beschikt over een ingebouwde back-upfunctie onder het tabblad ‘Back-updoel’, waar u het pad kunt opgeven voor de back-up van uw foto’s. Tijdens de overdracht zullen uw foto’s dan tegelijkertijd ook naar dat pad worden gekopieerd. Het is aanbevolen om de back-upmappen op dezelfde manier in te delen als de mappen voor de hoofdoverdracht. Maak de back-up ook op een externe harde schijf en niet op dezelfde schijf als voor de hoofdoverdracht. Met Nikon Transfer kunt u foto’s ook onmiddellijk uploaden naar ‘my Picturetown’, een webtoepassing voor het delen en opslaan van Nikonfoto’s. Surf naar www.mypicturetown.com om een gratis account aan te maken. Nikon Transfer (View NX2) Wanneer u uw COOLPIX aan de hand van de meegeleverde usbkabel verbindt met uw computer, kunt u de foto’s overzetten met Nikon Transfer. Dat programma toont de foto’s die opgeslagen zijn op de geheugenkaart. U kunt ervoor kiezen om alle, dan wel een gedeelte van de foto’s over te zetten. Standaard worden alle foto’s overgezet op de computer. U kunt deze instelling wel wijzigen. Het is aanbevolen om alle foto’s over te zetten en pas nadien te selecteren. Maak van bij het begin verschillende mappen aan, om de foto’s later gemakkelijk terug te kunnen vinden. Map van bestemming In Nikon Transfer kunt u onder het tabblad ‘Primaire doel’ aangeven naar welke map de afbeeldingen moeten worden overgezet. U kunt er ook aangeven hoe de mappen moeten worden genoemd. Om snel uw foto’s terug te kunnen vinden, wordt algemeen aangeraden om de datum van de foto’s te gebruiken in combinatie met een korte beschrijving voor de mapnaam, bijvoorbeeld ‘02 10-2010 Vakantie Rhodos’. Er bestaan geen specifieke regels voor de indeling van uw foto’s. Het belangrijkste is dat u ze terugvindt. 31 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon Transfer biedt daarnaast nog heel wat andere mogelijkheden. Druk op F1 of selecteer ‘Nikon Vieuw NX help in het menu Help voor meer informatie over het gebruik van Nikon Transfer. Nikon School Nikon View NX2 De View NX2-software is voornamelijk bedoeld om uw foto’s te organiseren. Als u in de linkerkolom op ‘folder’ klikt, verschijnt een boomstructuur met de mappen op uw computer. Klik op de map met de foto’s die u wenst te bekijken. De foto’s verschijnen als miniaturen in het hoofdpaneel. Wanneer u door de foto’s bladert, kunt u ze ‘markeren’ door te klikken op een van de cijfers of op een of meerdere sterretjes onderaan links op het scherm. Zo kunt u uw foto’s snel sorteren naargelang hun kwaliteit, enz. Nadien kunt u met de optie ‘Sorteren’ bovenaan op het scherm enkel de gemarkeerde foto’s laten weergeven. Als u bijvoorbeeld op de tag ‘1’ klikt, zullen enkel de foto’s gemarkeerd met ‘1’ worden weergegeven. In het linkerpaneel van het programma kunt u ook de metagegevens weergeven (informatie over de instellingen van de camera) van een bepaalde foto, of snel een foto wijzigen. Met View NX2 kunt u uw foto’s ook draaien, afdrukken en verzenden via e-mail met behulp van de knoppen bovenaan op het scherm. U kunt de afbeeldingen ook omzetten naar andere bestandsformaten of het beeldformaat en de kwaliteit wijzigen met de optie ‘Aanpassingen’. Als u dubbelklikt op een afbeelding, wordt ze in volledig scherm weergegeven. Gebruik de pijltjes onderaan op het scherm of de pijltjestoetsen van uw toetsenbord om in volledig scherm door de foto’s te bladeren. U kunt de foto’s ‘markeren’ door te klikken op een van de cijfers of op een of meerdere sterretjes onderaan links op het scherm. Via het menu ‘Venster’Kunt u een afbeelding in volledig scherm op veelvuldige manieren retoucheren en herkadreren, en de kleuren optimaliseren. Met het menu ‘Movie editor’ kunt u foto’s en videofragmenten monteren en delen op uw website, uw tv-toestel, uw Facebookprofiel of een andere blog... De meeste foto’s van dit boekje werden geherkadreerd met de tool ‘uitsnijden’ van View NX2. Met deze tool kunt u uw foto dynamischer maken door enkel het meest sprekende gedeelte te behouden, zoals de ogen en het hoofd, op 1/3 van de afbeelding. Hoe hoger de resolutie van uw COOLPIX, hoe groter uw marge wordt om uw foto’s te herkadreren. Er blijven zo voldoende pixels over om uw foto af te drukken. 32 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School Technische bijstand U zult misschien bijkomende hulp kunnen gebruiken indien uw fototoestel niet goed werkt of indien u een bepaalde instelling niet kunt gebruiken. Nikon biedt technische bijstand op http://nikoneurope-nl.custhelp.com/app of per telefoon op het nummer 02 626 45 05. Dankwoord Hartelijk dank aan alle gezinnen van de opleiders van de School om het spel mee te spelen en ‘Papa’ toe te laten de verschillende Nikon-toestellen uit te proberen, met Paco, Amaïa en Vanessa in de hoofdrollen. Mijn dank gaat eveneens uit naar Christian Hersborn, van de Zweedse Nikon School, om dit document mogelijk te hebben gemaakt. Dank aan Nathalie Audrain en Veerle Pattyn voor hun vertaling. Herlezen op technische inhoud en structuur: Roland Serbielle en Maarten Goossens Isabelle Delanoue voor haar puike grafische vormgeving. De getoonde beelden dienen enkel ter illustratie van de tekst. 33 - Gebruikersgids COOLPIX Nikon School Permanente opleidingen, prijzen, data en programma’s: Nikon School School Bourgetlaan 50 1130 Brussel - www.nikon-school.be/ Nikon