in de puberteit - Don Bosco Technisch Instituut Helchteren

advertisement
OPVOEDEN IN DE
PUBERTEIT
 De jeugd van tegenwoordig houdt van
luxe. Ze heeft geen manieren, veracht
alle gezag, heeft geen respect voor
oudere mensen. Ze zijn meer
geïnteresseerd in sport en spelen dan in
werk en arbeid. Ze hebben geen
discipline en hangen liever rond met hun
vrienden dan te participeren aan
belangrijke sociale gebeurtenissen. Ze
schrokt de maaltijden naar binnen, legt
de benen over elkaar en tiranniseert de
ouders….
Socrates, 500 voor christus
Puberteit, wat is dat…?
pu·ber·teit (de ~ (v.)) 1 levensperiode tussen kinderjaren en
volwassenheid waarin de seksuele rijping plaatsvindt =>
apenjaren, rijpingsjaren
pu·ber·teits·cri·sis (de ~ (v.)) 1 toestand van verhevigde
emoties tijdens de puberteit
pu·ber·teits·fa·se (de ~ (v.)) 1 periode waarin de puberteit
plaatsvindt
Puberteit, wat is dat…?
 Periode waarin kinderen zich ontwikkelen
tot volwassenen (12-18 jaar)
 Recent onderzoek leert ons dat deze
fase verder duurt tot 25 jaar.
veranderingen
 Lichamelijk
 Groeispurt
 10cm/j, 3kg/j
 Slungelachtig
 Onverzadigde honger
 Alle remmen los: overproductie van hormonen
 Bij jongens: tijdelijke toename aggressiviteit
 Bij meisjes: tijdelijke toename depressiviteit
 Seksuele rijping
 Verstandelijk
 Abstract denken “stel dat, wat als,…”
 Voorste delen van de hersenen: plannen,
organiseren, abstract denken:
 Verbindingen tussen linker en rechterhelft wordt
sterker
 Kritisch
 Discussies uitlokken en er van genieten
 Sociaal-emotioneel
 Identiteit: eigen persoon, eigen ik ontwikkelen
 Wat wil ik, wat kan ik, wat vind ik
 Thuis, op school, in de omgang met
leeftijdsgenoten
 Taken: met een groep omgaan
vriendschappen krijgen
bepaalde interesses ontwikkelen
 Zelfstandigheid: los komen van de
afhankelijkheidsrelatie met ouders
 Behoeften: streven naar
onafhankelijkheid door te
experimenteren
 Gevoelens: onzekerheid, schaamte,
verwachtingen, depressiviteit,
eenzaamheid, emotionele jojo…
 Veel slaap nodig
Autonomie en
identiteitsontwikkeling
 Voorkeur om alleen te zijn (privacy)
 Gaan anders over ouders denken
 Onafhankelijkheid betekent niet band met
ouders verbreken
 Wil autonoom functioneren: zelf keuzes
en beslissingen nemen
experimenteergedrag






Om eigenheid te ontdekken
Wisselingen
Op verschillende terreinen:
-sexualiteit/relaties
-kledingdracht, haartooi, piercings,…
-drugs, alcohol, lichamelijke grenzen
opzoeken
Ontwikkelingstaken
 Vorm geven aan veranderende relaties binnen het
gezin (los komen, eigen plaats bepalen binnen relaties in gezin en
familie)
 Participeren in onderwijs (kennis, vaardigheden, attitudes,
keuzes maken en uitoefenen)
 Invullen van vrije tijd (zinvolle vrijetijdsbesteding)
 Omgaan met autoriteiten en instanties (gezag aanvaarden,
regels en codes respecteren)
 Zorg dragen voor gezondheid en uiterlijk (hygiëne, voeding,
vermijden overdreven risico’s)
 Sociale contacten uitbouwen en onderhouden
(vertrouwen geven en nemen, wederzijdse acceptatie,…)
 Vorm geven aan intimiteit en seksualiteit (mogelijkheden en
wensen ontdekken in relaties)
 85% van de jongeren geeft aan een
goede relatie/band te hebben met hun
ouders
 2% van de jongeren heeft een strafbaar
feit gepleegd (zwartrijden-diefstalvandalisme)
 Gemiddelde leeftijd van actieve
seksualiteit ligt op 15.5j en is stabiel
3 Opvoeden van pubers
 Veranderingen voor ouders,
veranderingen voor jongeren: opvoeden
is een interactief proces
 Invloed media > peer > invloed ouders
 Leefwereld wordt ruimer
 Ouders worden bevraagd/bekritiseerd
 Ouders blijven waarden en normen
meegeven
4 opvoeden concreet
 Pedagogische vaardigheden: opvoeden is
een complex geheel van zoeken naar
evenwicht in:
steunen
-
sturen
-
stimuleren
steunen
 Positieve betrokkenheid:
interesse tonen, aandacht hebben en geven, tijd
maken voor (kwaliteit versus kwantiteit)
 Positieve bekrachtiging:
wat positief verloopt blijven zien en benoemen,
complimenten, het “vanzelfsprekende” niet
vanzelfsprekend vinden
sturen
 Grenzen stellen:
regels opleggen en afdwingen, afgrenzen (in tijd,
ruimte, wat mag en wat mag niet), realistisch en
haalbaar
 Monitoring:
toezicht houden, overzicht houden, weten waar men
mee bezig is (wie, wat, waar, hoe), controle versus
autonomie
stimuleren
 Problemsolving:
onderhandelen, dagelijkse problemen bespreekbaar
maken en aanpakken, geven en nemen, stimuleren om
zelf naar oplossingen te zoeken, kiezen welke
problemen lastig zijn en/of belangrijk
Lastige problemen en/of belangrijke
problemen
 Belangrijke problemen zijn lastig voor het kind
en kunnen de ontwikkeling belemmeren
 Belangrijke problemen zijn quasi universeel,
worden erkend door de meeste ouders
 Lastige problemen zijn vooral vervelend en een
last voor ouders
 Lastige problemen geven stof tot discussie
 Lastige problemen kunnen waardevol zijn voor
de ontwikkeling van kinderen
 Lastige problemen kunnen belangrijke
problemen worden
Het probleem is
zeer belangrijk
weinig belangrijk
Zeer lastig
A-probleem
zeer belangrijk
en zeer lastig
C-probleem
zeer lastig maar
weinig belangrijk
Weinig lastig
B-probleem
zeer belangrijk
maar weinig lastig
D-probleem
weinig lastig en
weinig belangrijk
Ook een keuze naar dringendheid !




A- probleem: beslissen en eisen stellen
B- probleem: beslissen en eisen stellen
C- probleem: onderhandelen
D- probleem: praten en adviseren
(opletten voor preken, ongevraagd adviseren)
Het negatief proces
 Oeverloze discussies die tot niets leiden
 Is een patroon volgens geijkte procedure
Opstart
negatieve
voortgang/
agressie
reactie
kickboksen
irritatie
open einde
 Opstart: neutrale vraag, opmerking, eis of verzoek.
Dit wordt
negatief waargenomen en geeft een
 Negatieve reactie: een neen, scheldwoord, afwijzing of een
antwoord waarin een negatieve emotie fel doorklinkt
 Kickboksen: woordenwisseling, verhitte discussie, er wordt niet
geluisterd, schreeuwen om andere te overtreffen
 Agressie/open einde: afbreken van contact zonder
oplossing. “de rekening blijft open staan. De bui blijft in de lucht
hangen en barst snel terug los of….. communicatie stopt.
Belangrijk om te blijven regisseren !
Het is aan de ouder om uit de boksring te stappen.
SPELERS
SCHEIDSRECHTER
LIJNRECHTER
TOESCHOUWERS
5 belang van communicatie






Tijdens dagelijkse huis-, tuin- en keukensituaties
Open communiceren
Actief communiceren
Niet enkel over problemen communiceren
Openheid houden rond moeilijke thema’s
Aandacht geven, andere mening accepteren,
belangstelling tonen
 Leefwereld jongere is anders dan leefwereld ouders
(verschillende behoeften, interesses, …)
 Communiceren is niet enkel overtuigen
 Jongeren hebben het recht om hun eigen fouten te
maken (zorgen voor beveiliging)
Download