Nieuwe muziek in Utrecht

advertisement
Nieuwe muziek in Utrecht
Een onderzoek naar de programmering van nieuwe
muziek op de muziekpodia van de stad Utrecht.
Nora Maartense
stnr: 9503358
begeleider: dr. Ph. Lelieveldt
Doctoraalscriptie Muziekwetenschap
Instituut Kunstgeschiedenis en Muziekwetenschap
Faculteit der Letteren
Universiteit Utrecht
2005
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Dit onderzoek was niet tot stand gekomen zonder het glasharde
vertrouwen en de volhardendheid van mijn scriptiebegeleider Philomeen
Lelieveldt. Zij heeft twee jaar lang meegedacht over diverse
scriptieonderwerpen en mij uiteindelijk in de zomer van 2005 met raad
en daad terzijde gestaan bij het voltooien van mijn afstudeerscriptie
Muziekwetenschap. Daarnaast wil ik Hestia Brederode bedanken voor
het redigeren van mijn scriptie. Uiteraard gaat mijn grote dank tevens
uit naar de mensen uit het Utrechtse muziekleven die hun kostbare tijd
beschikbaar hebben gesteld om mij te woord te staan. Renée Heijnen
en Liesbeth van Droffelaar van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
van de Gemeente Utrecht, Michiel Heeneman van ensemblebureau De
Toonbank, Roland Spekle van Huis en Festival aan de Werf, Harm
Lambers van Theater Kikker, Arjon Dunnewind van Impakt, Peter Tra
van Muziekcentrum Vredenburg, Günther Barten van Rumor, Marcel
Kranendonk van Stichting Jazz en geïmproviseerde muziek Utrecht en
Wieland Eggermont van RASA.
2
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Inhoudsopgave
Inleiding ...................................................................................................... 4
Hoofdstuk 1: Nieuwe Muziek ........................................................................ 6
De term nieuwe muziek ................................................................................ 6
Gecomponeerde nieuwe muziek .................................................................. 9
Moderne jazz en geïmproviseerde muziek .................................................... 9
Vernieuwende popmuziek .........................................................................10
Nieuwe wereldmuziek ...............................................................................10
Hoofdstuk 2: Utrechtse klimaat .................................................................. 12
Cultureel klimaat.........................................................................................12
Festivals .................................................................................................12
Podia ......................................................................................................13
Culturele Zondagen ..................................................................................13
Muzikale bestel ...........................................................................................14
Utrechte muziekpodia ...............................................................................14
Podia voor nieuwe muziek .........................................................................14
Hogeschool voor de Kunsten .....................................................................15
Muzikale infrastructuur ................................................................................15
De Utrechtse Harmonie .............................................................................15
De Toonbank ...........................................................................................16
Het Utrechts Componisten Collectief ...........................................................17
Gemeentelijk cultuurbeleid ...........................................................................17
Broedplaatsenbeleid .................................................................................18
Het Muziekpaleis ......................................................................................19
Hoofdstuk 3: Podiumprogrammering in Utrecht ......................................... 20
Muziekcentrum Vredenburg ..........................................................................22
Programma .............................................................................................25
Theater Kikker ............................................................................................27
Programma .............................................................................................29
Huis aan de Werf/Festival aan de Werf ..........................................................32
Programma .............................................................................................35
SJU Jazzpodium ..........................................................................................36
Programma .............................................................................................40
Wereldculturencentrum RASA .......................................................................41
Programma .............................................................................................45
Impakt ......................................................................................................46
Programma .............................................................................................48
Rumor .......................................................................................................49
Programma .............................................................................................51
Hoofdstuk 4: Stand van zaken .................................................................... 53
Programmering ...........................................................................................54
Achtergrond ...............................................................................................56
Publiek ......................................................................................................57
Samenwerking ............................................................................................59
Financiële middelen .....................................................................................60
Muziekpaleis ...............................................................................................61
Conclusie en aanbevelingen ..........................................................................62
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
1:
2:
3:
4:
5:
6:
Programma
Programma
Programma
Programma
Programma
Programma
Nieuwe Muziek Vredenburg ...........................................63
(Nieuwe) Muziek Theater Kikker ....................................64
Nieuwe Muziek Huis/Festival aan de Werf .......................65
Nieuwe Muziek SJU Jazzpodium .....................................66
Nieuwe Muziek Impakt .................................................67
Nieuwe Muziek Rumor ..................................................68
3
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Inleiding
De stad Utrecht is een kleine stad met een rijk cultureel leven. Er
wordt veel georganiseerd voor een breed en divers publiek. Ongeveer
maandelijks is er een Culturele Zondag met een (veelal) gratis
toegankelijk programma. Er zijn gedurende het jaar verschillende,
duidelijk zichtbare festivals met ieder een eigen invalshoek. Daarnaast
worden er een groot aantal gratis optredens en concerten
georganiseerd. Bovendien zijn er naast de professionele orkesten
talloze amateur-orkesten, -toneelverenigingen en -koren, al dan niet
speciaal voor studenten. Het is voor de Utrechtse burger dus eenvoudig
deel te nemen aan cultuur of het te bezoeken. Het is duidelijk dat het
culturele leven zeer divers en goed georganiseerd is.
Maar wat is de stand van zaken rond het ondergeschoven kindje van
de muziekscène, de nieuwe of hedendaagse muziek? Wat is de actuele
situatie van de programmering van nieuwe muziek op de Utrechtse
podia? Hoewel het landelijk gezien niet slecht gaat met de animo voor
de podiumkunsten, is het vooral de musical en het cabaret die zich
kunnen verheugen op volle zalen.1 Het publiek blijft bij de klassieke
muziek steeds vaker weg2 en het publiek dat blijft komen vergrijst. Het
publiek voor de nieuwe muziek is een verhaal apart. Nieuwe muziek
heeft nooit kunnen rekenen op een groot publiek. Het lijkt dan ook niet
aantrekkelijk om nieuwe muziek te programmeren. Toch zou het een
gemis zijn in het culturele circuit van Utrecht als de makers en
liefhebbers van deze muziek geen eigen plek zouden hebben in het
culturele bestel.
Allereerst is het van belang kort te sluiten wat er onder nieuwe
muziek verstaan wordt en wat niet. Nieuwe muziek is een zeer ruim
begrip, waaronder een divers scala aan muziekvormen vallen die op het
oor in het geheel geen raakvlakken lijken te hebben. Er zal daarom een
poging gewaagd worden om het begrip ‘nieuwe muziek’ te definiëren.
Het zal daarbij essentieel zijn de verschillende hoofdstromingen binnen
de nieuwe muziek te benoemen en in een historisch kader te plaatsen.
Het percentage cabaretbezoekers steeg met 3% in de periode 1995-2003. A. van den Broek
(e.a.), 2005, p. 38.
2
Waar in 1995 nog 17 op de 100 inwoners per jaar minstens één klassiek concert bezocht is dit
aantal in 2003 gedaald naar 14, deze daling zit vooral in het aantal incidentele bezoekers. Terwijl
het aantal muziek uitvoeringen tussen 1999 en 2002 met twintig procent gestegen is. A. van den
Broek (e.a.), 2005, p.50 en 39. (Het SCP maakt slechts onderscheid tussen klassieke muziek en
populaire muziek.)
1
4
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Vervolgens zal het Utrechtse culturele klimaat verder onder de loep
worden genomen. Er zal gekeken worden naar de plaats die de
verschillende culturele organisaties in de stad Utrecht innemen; de
organisaties die in het oog springen, maar ook de podia en culturele
instellingen die zich schijnbaar in de marges bevinden. Onderzocht zal
worden waar de muziek zich binnen het culturele veld bevindt. De
gemeente speelt hier een niet onbelangrijke rol, daar de meeste
organisaties zonder subsidiegelden het hoofd niet boven water zouden
kunnen houden. Om deze reden zullen tevens de, voor de nieuwe
muziek, belangrijke speerpunten van het gemeentelijk cultuurbeleid aan
de orde komen.
Zonder musici en componisten is er uiteraard geen nieuwe muziek.
Programmeurs die deze muziek programmeren, zorgen ervoor dat de
nieuwe muziek op de Utrechtse podia tot klinken komt. Het is dus
duidelijk dat de muziekprogrammeurs van de diverse podia en festivals
een zeer belangrijke rol spelen, aangezien zij bepalen wie er gehoord
wordt en wat er gespeeld wordt. Wat is de visie van de verschillende
Utrechtse muziekprogrammeurs op de nieuwe muziek? Welke nieuwe
muziek programmeren zij op hun podium of festival en waarom? Aan de
hand van gesprekken en de analyse van programmabrochures zal
worden gekeken of alle stromingen van de nieuwe muziek in Utrecht
aan bod kunnen komen. Daarnaast zal gekeken worden of uit de
programmering blijkt dat de Utrechtse ensembles een eigen plek op de
podia hebben veroverd.
Wat is de stand van zaken rond de programmering van nieuwe
muziek in de stad Utrecht? Worden alle stromingen binnen de nieuwe
muziek op de Utrechtse muziekpodia vertegenwoordigd? Het
toekomstige Muziekpaleis, een samengaan van het Muziekcentrum
Vredenburg, poptempel Tivoli en het SJU Jazzpodium, zal in 2010 de
deuren openen. Misschien kan het Muziekpaleis bijdragen aan een meer
diverse muziekprogrammering in de stad, maar het kan ook een
bedreiging vormen voor de kleinere initiatieven die Utrecht rijk is. In
het laatste hoofdstuk van dit onderzoek zal nagegaan worden welke
podiumsituatie er bestaat voor nieuwe muziek en wat de belangrijkste
moeilijkheden en mogelijkheden zijn voor de Utrechtse nieuwe muziek
programmering zijn.
5
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Hoofdstuk 1: Nieuwe Muziek
De term nieuwe muziek
De belangrijkste vraag is natuurlijk wat er verstaan wordt onder
‘nieuwe muziek’. In dit onderzoek wordt uitgegaan van nieuwe muziek
in de breedste zin van het woord. Uit de gesprekken met Utrechtse
muziekprogrammeurs blijkt dat ieder een eigen definitie hanteert van
deze term. Sommigen van deze programmeurs geven zelfs de voorkeur
aan andere termen als hedendaagse, avontuurlijke, actuele of moderne
muziek. In dit onderzoek zal echter de term ‘nieuwe muziek’ worden
gehanteerd, daar deze term de grootste reikwijdte impliceert.
Letterlijk is nieuwe muziek, muziek die op dit moment gecomponeerd
of geïmproviseerd wordt. Programmeurs houden zich echter niet streng
aan deze omschrijving. Muziek van Stravinsky die al in het begin van de
vorige eeuw werd gecomponeerd en ten gehore werd gebracht, kan
heden ten dage nog steeds in de brochure worden aangeduid als nieuwe
muziek. Tegenwoordig zullen er geen rellen meer uitbreken in de
concertzaal als de Sacre du printemps (1912) van Stravinsky ten
gehore wordt gebracht. De muziek die toentertijd baanbrekend werd
gevonden, wordt nu voor lief genomen. Het is duidelijk dat de term
‘nieuwe muziek’ op een breed scala van muzieken toepasbaar is. Wat
als ‘nieuwe muziek’ wordt geprogrammeerd is geheel afhankelijk van
wat de programmeur hieronder verstaat. Bovendien is het afhankelijk
van het soort podium waar deze muziek wordt gespeeld. Podia hebben
hun eigen ontstaansgeschiedenis, wensen en verwachtingen van hun
publiek en een specifiek cultureel profiel.
Muziek staat, als alle kunstdisciplines, niet los van de maatschappij
waarin ze ontstaat. De twintigste eeuw is een eeuw geweest waarin de
industriële en technologische ontwikkelingen elkaar in een hoog tempo
hebben opgevolgd. Dit heeft gezorgd voor grote sociale en
maatschappelijke veranderingen. In de jaren zestig is er in Nederland
sprake van een steeds grotere politieke bewustwording van de
bevolking. Provo’s en Kabouters zorgden op politiek vlak voor onrust.
Ook een grote groep kunstenaars komt in de roerige jaren zestig in
opstand tegen de gevestigde culturele instellingen. Ze vertalen de
maatschappelijke veranderingen naar het artistieke niveau.3 Zo keert
3
J.R. Zoutman, 1995, p 7.
6
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
de
Aktie
Tomaat
zich
tegen
de
grote
en
gevestigde
theatergezelschappen. De Bond van Beeldende Kunstenaars bezetten
door het hele land musea. Ook de muziekwereld blijft niet verstoken
van acties en krijgt te maken met de actiegroep de Notenkrakers. De
Notenkrakers maakten naam in 1969 door een concert van het
Concertgebouworkest te verstoren. Hun eis was democratisering van
het muziekleven; meer transparantie van de besluitvorming binnen het
programmabeleid van de grote muziekinstellingen. Dit zou automatisch
tot gevolg hebben dat er meer aandacht zou komen voor het
eigentijdse repertoire.4 Tevens wordt in deze periode door de jazzmusici
Han Bennink, Willem Breuker en Misha Mengelberg de Instant
Composers Pool opgericht. Ze verdachten de concertorganisatoren en
de commerciële platenmaatschappijen ervan door arbitraire voorkeuren
de doeltreffende verspreiding van hun muziek te dwarsbomen, omdat
deze de activiteiten van de Pool blijkbaar als randverschijnselen van de
muziek beschouwden. Door het oprichten van de Pool wilden de musici
ervoor zorgen dat geïmproviseerde muziek in de vorm van platen en
concerten voor publiek beschikbaar werd en zo op een breder draagvlak
kon rekenen.5 Dit tezamen markeerde een omslag in het culturele leven
in Nederland. Bovendien nam de populaire cultuur vanaf de jaren zestig
van de vorige eeuw een steeds prominentere plaats in de gehele
samenleving in. Popmuziek werd de manier van jongeren om zich te
uiten en om zich mee te identificeren.6 De media radio en televisie
kregen een steeds belangrijkere plaats in de samenleving. Ook de
enorme ontwikkeling van geluidsdragers is niet te onderschatten;
achtereenvolgens de elpee, het cassettebandje, de cd en dvd en het
Internet zorgden voor een almaar snellere en gemakkelijkere manier
om muziek te registreren, te dupliceren en te distribueren.
Muziek is een kunstvorm die zich gemakkelijk kan aanpassen, ook
aan deze maatschappelijke en technologische omslag in het culturele
leven in Nederland. ‘De muziek als discipline is bij uitstek in staat om
zowel het goede te behouden als nieuwe ontwikkelingen in zich op te
nemen. […] Naast Bach en Beethoven, de romantische traditie en de
complete conservering van de twintigste eeuw gaat de muziek
ongebroken en vitaal voort met incorporeren van veranderingen als
technologie, beeldcultuur, zap-generatie, massamedia, informatie
samenleving,
globalisering,
vrijetijdsindustrie,
individualisering,
flexibilisering…’.7 Muziek is aan alle kanten beïnvloed en dat is ook de
reden dat er heden ten dage zoveel soorten muziek naast elkaar
kunnen bestaan.
Zoals gezegd is nieuwe muziek strikt gezien de muziek die nu,
vandaag de dag geproduceerd en uitgevoerd wordt. Maar ook muziek
E. Schönberger, 1996, p 129-135.
K.N. Looten, 2000, p. 8.
6
‘Music, in short, is not just something young people like and do. It is in many ways the model for
their involvement in a common culture which provides the resources to see beyond the immediate
requirements and contradictions of work, family and the dole’. Willis, 1990, p. 82.
7
B. van Rosmalen, 1998, p 7-8.
4
5
7
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
die op dit moment actueel is omdat zij van bijzondere betekenis kan
zijn voor de hedendaagse muziekpraktijk.8 Desalniettemin zal in dit
onderzoek uitgegaan worden van een zeer brede interpretatie van de
term ‘nieuwe muziek’. Het is daarom nuttig om allereerst een poging te
wagen een onderscheid te maken in de verschillende soorten vormen
van nieuwe muziek die er tegenwoordig bestaan. Natuurlijk zijn de
scheidslijnen tussen deze vormen erg vaag en blijft het moeilijk om alle
muziek in een hokje te plaatsen. Des te meer omdat het gemeengoed is
geworden verschillende muzieksoorten te combineren, uitstapjes te
maken naar andere muziekvormen of zelfs andere kunstdisciplines.
Bureau
Berenschot
schetste
in
een
onderzoek
naar
de
podiumkunstensituatie na 2000 al twee toekomstscenario’s. Bij beide
scenario’s,
het
hoofdstroom-tegenstromen
scenario
en
het
pluriformiteitsscenario,
werd
ervan
uit
gegaan
dat
door
kruisbestuivingen en dwarsverbindingen tussen de verschillende
disciplines binnen de podiumkunsten een nieuwe, kleinschalig aanbod
zou ontstaan.9 Crossover, het mengen van verschillende stijlvormen, is
tegenwoordig inderdaad steeds meer regel dan uitzondering geworden.
Letterlijk betekent crossover ‘brug tussen stijlen, vormen en culturen’.
In de crossover worden experimenten of nieuwe wegen gezocht en
noten uit verschillende genres uitgewisseld uit vriendschap of
wederzijds artistiek respect.10
‘Alles kan en mag tegenwoordig. Het is voor kunstenaars en
componisten allang niet meer nodig zich ergens tegen af te zetten of
op een andere manier politiek te bedrijven. Dat beschouw ik als een
enorme winst. Hoewel muziek best heel waardevol kan zijn als zij een
intellectueel statement maakt, is kunst naar mijn idee pas echt
relevant als zij nergens meer toe hoeft te dienen, maar gewoon kan
zijn wat ze is. Dan ontstaat uiteindelijk iets wat aan de kluwen van
reden, oorzaak en functionaliteit, aan onze wereld van tegenstellingen,
ontstijgt. Maar totale vrijheid brengt ook het gevaar van gemakzucht
met zich mee. Stijlen worden tot fijne cocktails gemixt, en dat kan
soms prikkelend en verfrissend zijn, maar de verleiding tot aanklooien
is groot.’ – Merlijn Twaalfhoven, componist.11
In het onderzoeksrapport naar
centrum voor actuele muziek in de
of actuele muziek ingedeeld in drie
de geïmproviseerde muziek en
muziek.
de mogelijke oprichting van een
stad Rotterdam12, wordt de nieuwe
hoofdstromingen; de moderne jazz,
de hedendaagse gecomponeerde
M. Verhoeven, 2003, p 12.
Walter Maas Huis, 1995, p. 7.
10
In de jaren negentig van de vorige eeuw kwam de term cross-over steeds meer in zwang. De
klassieke muziek markt stond op instorten en de platenmaatschappijen gebruikten de term om hun
muziek te promoten. De marketingtruc was om klassieke muziek te combineren met een populaire
artiest uit de pop- of jazzwereld in de hoop hiermee een breder publiek aan te spreken. In deze
hoedanigheid heeft de term een negatieve nasmaak gekregen. Toch heeft dit uitwisselen van
stijlen veel goede en vernieuwende muziek opgeleverd. Zie P. Janssen, Luister, 1999.
11
M. Heinrichs, 2004, p. 51.
12
J.R. Zoutman, 1995, p. 7-9. Dit is een onderzoeksrapport in opdracht van diverse Rotterdamse
podia die actuele muziek programmeren.
8
9
8
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
In het kader van dit onderzoek naar de programmering van nieuwe
muziek in Utrecht zal uitgegaan worden van een soortgelijke indeling.
De moderne jazz en geïmproviseerde muziek zullen echter door het
grote aantal raakvlakken samengevoegd worden. Toegevoegd zal
worden de vernieuwende wereldmuziek en de vernieuwende, niet
mainstream, popmuziek. Deze vier hoofdstromingen completeren in
hoofdzaak praktisch het gehele scala aan nieuwe muziek, dat ten
gehore gebracht wordt op de Utrechte podia. Uiteraard zijn er altijd
artiesten, ensembles en componisten die zich op de grensvlakken van
deze hoofdstromingen begeven en lastig in te delen zijn.
Gecomponeerde nieuwe muziek
Binnen de gecomponeerde nieuwe muziek zal in dit onderzoek
onderscheid gemaakt worden tussen oude en nieuwe gecomponeerde
nieuwe muziek. Allereerst is er de ‘oude’ gecomponeerde nieuwe
muziek, ontstaan in de eerste helft van de twintigste eeuw, met als
voorgangers componisten als Stravinsky en Schönberg. Men ging in
tegen de conventies van de klassiek-romantische traditie. De strenge
regels van de klassieke tonale vormprincipes worden verlaten. Ton de
Leeuw duidt dit aan als de verbrokkeling in en verzelfstandiging van de
elementen of ‘parameters’, als harmoniek, klankkleur en dynamiek.13.
De componisten van deze generatie hebben het startsein gegeven voor
de nieuwe muziek zoals die vandaag de dag wordt gecomponeerd. Zoals
Bart van Rosmalen schreef: ‘de rellen rond de Sacre en de visionaire en
rebels, alle heilige huisjes omver schoppende bewegingen zijn
uitgemond in een veelzijdig, van overheidswege gesubsidieerd en
zakelijk gestructureerd muziekleven’.14 De Sacre is echter al bijna een
hele eeuw geleden gecomponeerd en kan dus met goed fatsoen geen
‘nieuwe muziek’ meer genoemd worden. In dit onderzoek zal dan ook
uitgegaan worden van de muziek vanaf de jaren zestig van de vorige
eeuw. Vanaf het moment dat de Notenkrakers, met in de hoofdrol onder
andere de componisten Reinbert de Leeuw, Louis Andriessen, Jan van
Vlijmen en Peter Schat, de orde in muziekland verstoorden en de
nieuwe gecomponeerde muziek meer in de kijker zetten.
Onder ‘nieuwe’ gecomponeerde nieuwe muziek wordt verstaan de
muziek die op dit moment gecomponeerd wordt. Alle kunstmuziek die
door levende componisten in deze tijd gemaakt wordt in zowel
Nederland als de rest van de Westerse wereld.15
Moderne jazz en geïmproviseerde muziek
Begin twintigste eeuw kwamen de eerste vormen van de jazzmuziek
vanuit de Verenigde Staten Nederland binnen. Verschillende grote
jazzorkesten uit Amerika kwamen op bezoek. Na de Tweede
Wereldoorlog kwam er een revival van de traditionele jazz, maar was
T. de Leeuw, 1977, p 9.
B. van Rosmalen, 1998, p 6.
15
Een aantal componisten die in de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw furore
maakten, zijn tegenwoordig nog steeds actief. Dit bemoeilijkt de categorisering van hun werk.
13
14
9
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
ook de opkomst van de bebop. Het Nederlandse jazzcircuit keek vooral
naar wat er in de Verenigde Staten gebeurde en pikte deze
ontwikkelingen op. In de loop van de jaren zestig raakten zowel de
Europese als Amerikaanse musici enigszins uitgekeken op de bop en
gingen op zoek naar iets nieuws. Dit werd gevonden in de free jazz,
waarin men alle conventionele regels liet varen. De enige regel was dat
alle regels, als tonaliteit, puls en vorm, verboden waren. De muziek van
de Instant Composers Pool bouwde voort op deze ontwikkelingen, maar
week hier tegelijkertijd vanaf door een bredere keuze van materiaal in
hun improvisatie. Ze lieten zich beïnvloeden vanuit diverse hoeken, als
de volksmuziek, de fanfare, de klassieke muziek en de niet-westerse
muziek. Kenmerkend was dat de materialen als radicaal verschillende
elementen bijeen werden gebracht of tegenover elkaar werden gezet.16
Dit markeerde de opkomst van een eigentijdse Nederlandse
geïmproviseerde muziekpraktijk. De jazz kreeg hierbij als het ware een
nieuw soort rol in de het culturele bestel. De jazz was niet langer de
amusementsmuziek van de samenleving, maar werd kunst.
Vernieuwende popmuziek
Vernieuwende popmuziek is zeer moeilijk te definiëren. Onder
vernieuwende popmuziek kan het beste popmuziek verstaan worden die
zich ver buiten de geijkte paden van de mainstream pop begeven.
Tegenwoordig is er echter geen echte mainstream meer aan te wijzen.
Binnen het enorme populaire aanbod bestaat er een veelheid aan
stromingen. Bovendien is de popmuziek niet vreemd van samenwerking
en cross-over tussen deze verschillende stromingen. Een duidelijk vroeg
voorbeeld van samenwerking tussen de verschillende stromingen in de
popmuziek is de gezamenlijke hit van leden van de rockband Aerosmith
en hiphopformatie Run-D.M.C. in 1986.17 Hoewel dit als vernieuwend
gezien wordt, valt dit echter niet onder de ‘vernieuwende popmuziek’.
Vernieuwende popmuziek kan ontstaan als musici uit de popmuziek het
experiment aangaan door bijvoorbeeld het ontwikkelen van een nieuw
vocabulaire of een nieuw instrumentarium. Frank Zappa kan gezien
worden als één van de eerste artiesten in de popmuziek die het
experiment aanging. ‘Round 1966 Zappa began to receive notice as a
rock musician, who knew something about ‘serious music’.18 De
technologische ontwikkelingen hebben hiervoor een veelheid aan
mogelijkheden geschapen.
Nieuwe wereldmuziek
Kunstmuziek waarin volksmuziek uit andere culturen wordt
geïntegreerd,
wordt
al
decennia
lang
gecomponeerd.
De
wereldtentoonstelling in Parijs van 1889 is eigenlijk het begin geweest
van de westerse interesse in de oosterse culturen. In de kunstmuziek is
K.N. Looten, 2000, p.14-15.
Een duidelijk vroeg voorbeeld van samenwerking in de popmuziek tussen de verschillende
stromingen is de gezamenlijke hit van rockband Aerosmith en hiphopformatie Run DMC.
18
J.W. Bernard, 2004, p. 277.
16
17
10
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Bartok een goed voorbeeld van een componist die in het begin van de
twintigste eeuw ritmische en melodische elementen uit de folklore in
zijn composities assimileerde. Uiterlijk lijkt zijn muziek echter in het
geheel niet op volksmuziek; het gebruik van deze elementen kunnen
slechts gezien worden als uitbreidingen van het romantische
expressiegebied. 19 In de jaren dertig van de twintigste eeuw werd de
muziek uit het Oosten beter bekend door opnames en verslagen van
etnologen.20 In Amerika ging de componist John Cage zich verdiepen in
de oosterse filosofie en integreerde dit in zijn werk. Olivier Messiaen
nam in Frankrijk de muzikale ideeën uit het oosten over. Ton de Leeuw
was de eerste Nederlandse componist in wiens oeuvre ‘de
consequenties van een confrontatie met oosterse culturen meer was
dan een ‘oosters’ sausje’.21 Na zijn lessen van etnomusicoloog Jaap
Kunst en zijn eerste studiereis naar India in 1961, begrijpt Ton de
Leeuw dat de filosofie achter de oosterse muziek een andere is dan bij
de westerse cultuur. In zijn composities poogt hij beide op zijn manier
te combineren.22 Ook de populaire muziek is in de jaren zestig van de
vorige eeuw in de ban van de oosterse muziek. De Indiase sitarspeler
Ravi Shankar drukt zijn stempel op de muziek van de flower-power en
de underground muziekstromingen.
Waarschijnlijk hebben onder andere deze ontwikkelingen de interesse
in niet-westerse culturen verder aangewakkerd. Bovendien is de wereld
gedurende de twintigste eeuw steeds kleiner geworden, waardoor het
makkelijker is voor muziek én musici om over de hele wereld te reizen.
Musici van over de hele wereld kunnen elkaar ontmoeten om stijlen,
ervaringen en expertise uit te wisselen. Ook het instrumentarium van
buiten Europese culturen biedt een scala aan nieuwe mogelijkheden.
Tegenwoordig
worden
er
concerten
gegeven
door
gelegenheidsensembles, die een combinatie vormen van ensembles uit
verschillende culturen. Onder nieuwe wereldmuziek wordt derhalve
zowel nieuwe muziekstromingen uit niet-westerse culturen verstaan als
de nieuwe combinaties van muziek uit verschillende culturen.
19
20
21
22
T. de Leeuw, 1977, p. 18.
P. Griffiths, 1978, p 93-105.
L. Samama, 1986, p. 230.
Een van de opvallendste werken van De Leeuw is ‘Gending’ voor gamelanensemble uit 1975.
11
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Hoofdstuk 2: Utrechtse klimaat
Cultureel klimaat
Festivals
Utrecht is een studentenstad bij uitstek. De eeuwenlange
aanwezigheid van de universiteit heeft zijn sporen achtergelaten in de
stad Utrecht. Nog steeds is een groot deel, namelijk tien procent, van
de Utrechtse bevolking student. Sinds de jaren zestig van de twintigste
eeuw heeft Utrecht zich echter ontwikkeld van een enigszins gezapige
studentenstad tot een stad met een bloeiend stedelijk en cultureel
klimaat. Nieuwbouw in het stadscentrum luidde een belangrijke periode
van stedelijke verandering en stedelijke vernieuwing in.23 Het aantal
winkels, galeries en horecagelegenheden werd sterk uitgebreid. De
explosieve groei van het totale terrasoppervlakte in Utrecht vanaf 1970
is opzienbarend. De stad Utrecht ging steeds meer aandacht besteden
aan vrijetijdsvoorzieningen en het aantrekkelijk maken van de stad.
Vanaf de jaren tachtig is Utrecht zich gaan profileren als festivalstad
met landelijke uitstraling, als ‘Ciudad de las Fiestas’.24 Festivals trekken
bezoekers van binnen en buiten de stad en bieden werkgelegenheid.
Bovendien hebben evenementen, zoals festivals, een gunstige invloed
op het bedrijfsleven. De positieve effecten van de aanwezigheid van
festivals deden de gemeente Utrecht besluiten deze structureel te
stimuleren en te subsidiëren. Anno 2005 is Utrecht talloze festivals rijk.
Op het gebied van film biedt Utrecht onder andere het Nederlands Film
Festival en het Holland Animation Film Festival. Springdance/festival
verzorgt tweejaarlijks een groot internationaal dansfestival. Voor de
liefhebber van audiovisuele kunst is er het Impakt Festival. Daarnaast is
er het multidisciplinaire Festival aan de Werf, Tweetakt voor de jongere
kunstminnaars, de Nacht van de Poëzie en doet het reizende
theaterfestival De Parade ieder jaar Utrecht aan. Het grootste
muziekfestival is het internationaal bekende Holland Festival Oude
Muziek. Daarnaast is er op muziekvlak nog onder andere de Bluesroute,
het SJU Jazzfestival, de Nederlandse Muziekdagen en Rumor. En dit is
bij lange na nog niet het volledige aanbod aan festivals en
evenementen op het gebied van de kunsten in Utrecht.
23
24
Gemeente Utrecht, Investeren in makers en publiek, 2000, p. 17.
M. Slieker, 2002, p 16.
12
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Podia
Terwijl de talloze festivals de grote blikvangers in Utrechts zijn, zijn
deze echter steeds tijdelijk aanwezig in de stad. De drie grote culturele
peilers van de stad die het gehele jaar zichtbaar zijn en Utrecht
structureel van cultureel aanbod voorzien, zijn de Stadsschouwburg
Utrecht, het Muziekcentrum Vredenburg en het Centraal Museum. Het
grootste deel van het kunst- en cultuurbudget gaat naar deze drie
gemeentelijke ‘cultuurdiensten’.25 Tevens neemt poptempel Tivoli een
opvallende plaats in, met een brede en internationale programmering.
Deze vier hebben een landelijke uitstraling en trekken publiek van
binnen en buiten de stadsgrenzen. Naast deze grote vier zijn er diverse
middelgrote en kleinere podia en kunstinstellingen in de stad Utrecht.
De meeste bevinden zich in de oude binnenstad. Tot slot zijn er door de
hele stad talloze horecagelegenheden die - al dan niet incidenteel kunst tonen of als muziekpodium fungeren.
Culturele Zondagen
Bij het aantreden van het College van Burgermeester en Wethouders
in 2000 was het één van de tien Collegebeloften voor het de periode
2001-2006 dat Utrecht Culturele Zondagen zou krijgen. De Culturele
Zondagen moeten een bijdrage leveren aan het verlevendigen van de
stad Utrecht en mensen in contact brengen met voor hen nieuwe kunst
en cultuur. ‘Culturele Zondag staat voor een hoogwaardig cultureel
aanbod voor een brede doelgroep verzorgd door een samenwerking van
instellingen’.26 In 2001 werden bij wijze van experiment door de
gemeente elf zondagen georganiseerd. Sinds 2002 is de organisatie
geheel in handen van de Stadsschouwburg en Muziekcentrum
Vredenburg. Ongeveer één keer per maand worden er een zondag lang,
veelal gratis toegankelijke, culturele en recreatieve activiteiten rond een
bepaald thema georganiseerd. Alle mogelijke kunstdisciplines komen
aan bod; muziek, theater, film, literatuur en beeldende kunst in al hun
verschijningsvormen. Aan de zondagen in 2004 deden ongeveer 95
Utrechtse culturele instellingen mee. De Culturele Zondagen zijn steeds
populairder geworden en trekken een steeds groter en divers publiek
aan. 27 Door de mensen cultuur te laten beleven, probeert men hen
dichter bij de kunst te brengen, wat uiteindelijk een positief effect kan
hebben op de bezoekersaantallen bij de diverse culturele instellingen in
de stad. Een aantal van deze zondagen heeft een programma met
nieuwe muziek. Zo wordt er in september 2005 ‘Muziek in de
Oudegracht’ georganiseerd; dit is een combinatie van geïmproviseerde
muziek en audiovisuele media. Ook is er tijdens de Nederlandse
Muziekdagen in de maand december een ‘Dag muziek (NL)’ met
voornamelijk Nederlandse hedendaagse muziek.
25
26
27
Gemeente Utrecht, Cultuurbeeld 2003, 2003, p. 23.
Gemeente Utrecht, Afdeling Bestuursinformatie, 2003, p. 26.
De dertien Culturele Zondagen in 2004 hebben in het totaal 120.500 bezoekers getrokken.
13
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Muzikale bestel
Utrechte muziekpodia
Op muzikaal gebied nemen Muziekcentrum Vredenburg en poppodium
Tivoli vanzelfsprekend een vooraanstaande plaats in. Naast Tivoli zijn er
enkele kleinere podia voor populaire muziek; De Helling (een
dependance van Tivoli), EKKO voor de minder grote namen in de
alternatieve popmuziek en gelegaliseerd kraakbolwerk en politiek
cultureel centrum ACU. Ook oefenstudiocomplex dB’s en muziekcafé ’t
Oude Pothuys geven ruimte aan, vaak Utrechtse, bandjes. Voor de jazz
en geïmproviseerde muziek is er het SJU Jazzpodium en het particuliere
initiatief Cees place. Vlakkevloer theaters Kikker en Huis aan de Werf
hebben een multidisciplinair karakter en programmeren allerlei vormen
van experimentele nieuwe muziek. Wereldculturencentrum RASA biedt
een divers aanbod van niet-westerse en wereldmuziek. Naast de
bekende podia zijn er een aantal café’s in Utrecht waar muziek een
kans krijgt zich te laten horen. Dit is nog afgezien van de talloze
horecagelegenheden die zich in de uitgaansmarkt willen onderscheiden
met het verzorgen van de muziek door een (gast)DJ. Grote blikvanger
op festivalgebied is natuurlijk het Holland Festival Oude Muziek, dat een
internationale uitstraling heeft. Ook de Nederlandse Muziekdagen, het
internationale Franz Liszt Pianoconcours en het SJU Jazzfestival vinden
in het Vredenburg in Utrecht plaats. Città della Musica, een vereniging
van twaalf organisaties, organiseert het gehele jaar door concerten in
de binnenstadskerken. Daarnaast wordt er jaarlijks de Bluesroute
georganiseerd met diverse binnen- en buitenpodia door de hele
binnenstad heen.
Podia voor nieuwe muziek
Ondanks het grote aanbod aan podia, is voor de makers van nieuwe
muziek de gelegenheid zich te laten horen klein. De meeste
speelplekken in Utrecht richten zich uit winstoogmerk primair op de
diverse stromingen in de populaire muziek. Er is een beperkt aantal
organisaties waar nieuwe muziek wordt geprogrammeerd. De grootste
aanbieders van nieuwe en vernieuwende muziek zijn de gemeentedienst
Vredenburg en het gesubsidieerde Theater Kikker. Ook het SJU
Jazzpodium
biedt
in
haar
muziekprogramma
vernieuwende
geïmproviseerde muziek. De Utrechtse ensembles voor nieuwe muziek
zullen voornamelijk bij deze drie organisaties de mogelijkheid krijgen op
te treden. Daarnaast is er bij Huis aan de Werf, RASA en EKKO een
plaats in de programmering voor vernieuwende initiatieven. Verder
worden er sinds 1995 gedurende het jaar door Rumor de Rumorfestivalavonden met vernieuwende muziek georganiseerd. Deze
avonden hebben een festivalkarakter; de bezoeker kan met één
entreebewijs drie verschillende podia in de stad bezoeken waar na
elkaar een concert gegeven wordt. Tenslotte brengt ook het Impakt
14
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
festival, dat zich in hoofdzaak richt op de audiovisuele kunst, een
programma met nieuwe muziek.
Hogeschool voor de Kunsten
Een andere belangrijke peiler in de muzieksector in Utrecht is de
aanwezigheid van een vakopleiding; de faculteit muziek van de
Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU), in de volksmond het
Conservatorium geheten. De aanwezigheid van het Conservatorium
genereert ieder jaar weer een stroom jong muzikaal talent naar de stad.
Studenten krijgen tijdens hun studie kansen zich op de Utrechtse podia
te laten horen. Zowel Muziekcentrum Vredenburg, Theater Kikker, het
SJU Jazzpodium en café Hofman geven de studenten geregeld de
ruimte. Vredenburg heeft de serie ‘Conservatoriumconcerten’ en zowel
Kikker als Vredenburg hebben gratis lunchconcerten van studenten in
hun programma. De richting lichte muziek van het Conservatorium kan
terecht bij het SJU Jazzpodium en café Hofman. Bovendien beschikt het
Conservatorium over twee eigen concertzalen, de grote Fentener van
Vlissingenzaal en een kleine zaal in het Kunsten & Wetenschappen
gebouw aan de Mariaplaats. Hier zijn geregeld (eindexamen)concerten
die gratis toegankelijk zijn voor publiek. In het advies van de
Commissie Cultuurnota 2005-2008 van de Gemeente en Provincie
Utrecht wordt echter wel aangegeven dat ‘er kansen blijven liggen waar
het gaat om de zichtbaarheid van het Conservatorium in de stad en de
samenwerking
tussen
het
Conservatorium
en
Utrechte
muziekorganisaties en –initiatieven’.28
Ook de faculteit Kunst, Media en Technologie (KMT) van de HKU,
weliswaar gevestigd in Hilversum, is van belang. De opleiding Muziek en
Technologie, richt zich op elektronische en computergestuurde muziek
en het gebruik van nieuwe media. Studenten van deze opleiding
presenteren zich jaarlijks in de Nicolaïkerk in Utrecht en zijn vaker te
horen op de Proeflokaalavonden in Theater Kikker. Bovendien zijn er
contacten tussen de faculteit KMT en enkele ensembles in Utrecht als
het Rosa Ensemble, Ensemble Gending en Insomnio.
Muzikale infrastructuur
De Utrechtse Harmonie
Samenwerking is erg belangrijk voor organisaties in de culturele
wereld. Afstemming van de programmering kan ertoe leiden dat er
enerzijds niet dubbel geprogrammeerd wordt en er anderzijds geen
hiaten ontstaan in het complete programma in de stad. Het zorgt voor
een duidelijk artistiek profiel naar de buitenwereld toe. Daarnaast kan
het leiden tot nieuwe samenwerkingsverbanden tussen de verschillende
28
Gemeente en Provincie Utrecht, 2004, p. 18.
15
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
organisaties en het ontwikkelen van een gezamenlijke visie naar de
politiek toe. Een vergelijkbaar samenwerkingsverband, het Utrechts
Model, bestaat al geruime tijd voor de Utrechtse theatersector. Ook in
de muzieksector is een overlegorgaan in het leven geroepen, de
Utrechtse Harmonie. Bij dit platform zijn alle grotere Utrechtse
muziekpodia aangesloten. De Utrechtse Harmonie omvat twee
overleggen; een programmeursoverleg en een overleg voor de
directeuren van de muziekinstellingen. Het programmeursoverleg is
inhoudelijke gericht, terwijl het directeurenoverleg zich bezighoudt op
meer beleidsmatig niveau. Sinds kort maken ook het ensemblebureau
de Toonbank en een aantal ensembles deel uit van het platform. De
doelstelling en missie van de Utrechtse Harmonie is innovatie,
infrastructuur en inhoud. Innovatie in de zin van het verleggen van
grenzen en het opzetten van nieuwe initiatieven. Bij infrastructuur gaat
het om exploitatie. Inhoud houdt in dat men in de programmering
aansluiting zoekt bij de ontwikkelingen in de muziek. Ook wordt er
nagedacht over een Utrecht-brede invulling van grotere en kleinere
projecten als de Vrede van Utrecht en Utrecht Culturele Hoofdstad van
Europa of ‘Het jaar van …’. De functie van het Utrechtse Harmonie is
enerzijds om te fungeren als netwerkorganisatie waarin de deelnemers
onderling kunnen profiteren van elkaars kennis. Anderzijds kan de
Utrechtse Harmonie gezien worden als lobbygroep ten behoeve van het
beïnvloeden van de politiek.29
De Toonbank
In 2001 is het Ensemblebureau de Toonbank opgericht op initiatief
van de gemeente, het Conservatorium en een aantal Utrechtse
ensembles. De noodzaak van de oprichting was het te versnipperde
muzikale veld in Utrecht. De Toonbank is een tijdelijk service- en
promotiebureau voor een groot aantal ensembles van diverse pluimage.
Doel van het bureau is tweeledig. Enerzijds wil het ensembles steunen
op weg naar verdere professionalisering in het kader van het cultureel
ondernemerschap.30 Anderzijds beoogt het een betere zichtbaarheid van
de ensembles en bundeling van informatie en expertise, waardoor lobby
en promotiedoeleinden makkelijker te verwezenlijken zijn. Bijna vijftig
ensembles zijn bij het bureau aangesloten. De Toonbank heeft een
inventarisatie gemaakt van de meest voorkomende problemen waar de
ensembles mee kampen. Ondanks hun hoogstaande artistieke kwaliteit
hebben de ensembles moeilijkheden met de zakelijke kant van hun
bestaan. Zij hebben behoefte aan kantoorruimte, projectgeld, meer
speelmogelijkheden in Utrecht en uitbreiding op zakelijk en
organisatorisch gebied.31 Vanuit deze inventarisatie hebben vier
ensembleorganisaties uit de nieuwe muziek het idee opgevat om een
Muziekhuis op te richten. Het Muziekhuis is een initiatief van Insomnio,
Rosa Ensemble, Global Village Orchestra en Vereniging Baixim. Het plan
Utrechtse Harmonie, Verslag van de werkconferentie van 29 november 2004.
Mede hierdoor is er een grote aanwas te zien aan nieuwe subsidieaanvragen door ensembles
voor de cultuurnotaperiode 2005-2008.
31
Bijlage Utrecht Muziekstad, 2002, p. 14.
29
30
16
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
is gevormd naar het voorbeeld van de jeugdtheater werkplaats en
kantoorgebouw De Berenkuil. Het Muziekhuis zou een plek moeten zijn
waar de ensembles kantoor kunnen houden om hun zakelijke
organisatie te verstevigen. Tevens zal het pand een werkplaatsfunctie
hebben met repetitieruimtes en een try-out zaal. Daarnaast kan het
Muziekhuis fungeren als ontmoetingscentrum, wat mogelijkheden biedt
voor artistieke uitwisseling en samenwerking. De Toonbank heeft voor
de cultuurnotaperiode 2005-2008 voor het Muziekhuis subsidie
aangevraagd bij de Gemeente en Provincie. Helaas is de aanvraag niet
gehonoreerd. Weliswaar was de commissie cultuurnota van mening dat
er budgettaire ruimte voor de ontwikkeling van het initiatief
vrijgehouden moet worden, maar vindt de aanvraag te mager
uitgewerkt en te weinig concreet ingevuld. Met een beter uitgewerkt
plan én nader overleg tussen de initiatiefnemers en overheid kan het
Muziekhuis echter in de toekomst nog wel kans maken.
Het Utrechts Componisten Collectief
Ook ongeveer zestig Utrechtse componisten hebben zich sinds 1997
verenigd in het Utrechts Componisten Collectief (UCC). Doel van het
UCC is de onderlinge communicatie te bevorderen en een ‘open podium’
te creëren. Zij ambiëren meer samenwerking met de Utrechtse musici
en ensembles en meer uitvoeringen van hun muziek op de muziekpodia
van Utrecht en daarbuiten. Jaarlijks organiseren de componisten enkele
concerten in Theater Kikker.
Gemeentelijk cultuurbeleid
Utrecht wil een stad zijn met een rijk cultureel leven. De
aanwezigheid van de festivals heeft gezorgd voor een veelheid aan
nieuwe artistieke ontwikkelingen en bijgedragen aan een uitbreiding en
verbreding van het Utrechtse productieklimaat. Het is echter belangrijk
dat er het gehele jaar door de mogelijkheid is kunst te maken en te
beleven. Dit is essentieel voor de continuïteit en levendigheid van het
stedelijke kunstklimaat en de ontwikkeling van een eigen identiteit. De
gemeente Utrecht heeft zich voor de cultuurnotaperiode 2001-2004 ten
doel gesteld de positie van Utrecht als stad van makers te versterken.
In de periode 2005-2008 wordt deze doelstelling gehandhaafd. Voor
een goed productieklimaat is het van belang dat makers beschikken
over ‘prettige werk- en repetitiefaciliteiten, behoorlijke projectsubsidies,
voldoende ontmoetingsplekken en een ruime mogelijkheid om zich in de
stad aan het publiek te presenteren’.32 Een professionele culturele
infrastructuur is hiervoor onmisbaar. Het kunstaanbod moet kwaliteit
hebben en diverse, in samenstelling en grootte uiteenlopende,
publieksgroepen weten aan te spreken. Utrecht wil zich hiermee niet
32
Gemeente Utrecht, Cultuurbeeld 2003, 2003, p. 17.
17
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
alleen landelijk als cultuurstad profileren, maar ook internationaal op de
kaart plaatsen. Zeker wanneer Utrecht in 2018 Culturele Hoofdstad van
Europa ambieert te worden, is het voeren van een broedplaatsenbeleid
van belang. In 2013 wordt bovendien gevierd dat driehonderd jaar
geleden de Vrede van Utrecht werd getekend. In het kader hiervan
worden vanaf 2005 culturele en cultuurhistorische activiteiten
georganiseerd. Hiervoor wordt door de gemeente en provincie Utrecht
extra geïnvesteerd in cultuur en cultureel erfgoed.
In januari 2003 is er door de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
van de Gemeente Utrecht een Actieprogramma Professionele Muziek
voor de periode 2003-2008 opgesteld. Hierin wordt de actuele situatie
van de professionele muziekpraktijk nader bekeken, waarbij zowel de
succesverhalen als de minder tevredenstellende ontwikkelingen aan bod
komen. Dit programma vormt het vertrekpunt voor het door de
gemeente te voeren beleid. Speerpunten in het muziekbeleid zijn ten
eerste de verdere professionalisering van de muziekpodia; een goede
infrastructuur van podia is noodzakelijk voor een bloeiend muziekleven.
Veel podia hebben ruimere exploitatiesubsidies nodig om een goed
personeelsbeleid
te
voeren.
Daarnaast
moet
er
meerjarige
ondersteuning zijn voor de muziekensembles, zodat er een goed
productieklimaat kan heersen in de stad. Het is dan lucratief voor
Utrechtse musici en componisten in de stad actief te zijn, bovendien
kan het een stimulans zijn voor makers van buiten om zich in Utrecht te
vestigen. Een aantal ensembles, waaronder het Rosa Ensemble, heeft
inderdaad voor de periode 2005-2008 gemeentesubsidie gekregen.
Daarnaast wil Utrecht zich in het verlengde van het goede
jeugdtheaterklimaat de jeugdopera een extra impuls geven en zijn er
plannen voor een jeugdoperawerkplaats.33 In het kader van
publieksbereik is een aansprekend educatiebeleid voor alle muziekpodia
van groot belang, waarbij uiteenlopende publieksgroepen worden
aangesproken. Het meest ingrijpende speerpunt voor de muziek in
Utrecht is de ontwikkeling van het Muziekpaleis. (waarover op pagina
18 meer)
Broedplaatsenbeleid
Op een meer ondersteunend niveau wordt door de gemeente tevens
een zogenaamd ‘broedplaatsenbeleid’ gevoerd. Een broedplaats is ‘een
complex met geschikte werk- en oefenruimten met de juiste facilitaire
voorzieningen, waar individuele kunstenaars en groepen daadwerkelijk,
en in een redelijke omvang, kunst maken’.34 Het gaat hierbij uiteindelijk
om een menging van functies, mensen en ideeën. Een dergelijke
broedplaats is al aanwezig in Utrecht. De Bonte Koe, opgericht in 1997,
is gevestigd in een pand aan de Loevenhoutsedijk en is een
In Utrecht vindt tweejaarlijks een internationaal jeugdoperafestival plaats georganiseerd door
Stichting Yo!.
34
C. Wijn, 2002, p. 7.
33
18
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
productiehuis voor een aantal kunstinitiatieven. De leden van De Bonte
Koe zijn afkomstig uit diverse kunstdisciplines.
Broedplaatsen kunnen echter ook in de vorm van een werkplaats bij
de muziekpodia worden ondergebracht. Het SJU Jazzpodium geeft in
het SJU Lab bijvoorbeeld mogelijkheid tot experimenten. Ook Huis aan
de Werf profileert zich onder andere als werkplaats voor theater en
muziek. Bij Theater Kikker is er maandelijks een Proeflokaal, waarin
HKU studenten en professionele musici hun experimenten kunnen tonen
aan publiek. Er zijn dus wel degelijk initiatieven op het gebied van
broedplaatsen. Desalniettemin blijven er echter nog mogelijkheden
onbenut en het is zaak deze mogelijkheden te onderzoeken. Daarbij
blijft bij de musici, componisten en ensembles een behoefte bestaan
aan
meer
permanente
repetitieplekken,
kantoorruimtes
en
ontmoetingsplekken. Het hierboven besproken plan voor een
Muziekhuis kan beschouwd worden als broedplaats.
Het Muziekpaleis
De afgelopen jaren zijn diverse podia in Utrecht grondig verbouwd;
RASA, Theater Kikker, Huis aan de Werf en de Helling35. In 2010 zal de
grootste verbouwing en reorganisatie van het podiumbestel in Utrecht
gerealiseerd zijn. Op de plaats waar nu nog het Muziekcentrum
Vredenburg staat, zal dan het nieuwe Muziekpaleis de deuren openen.
De verbouwing van het Vredenburg is onderdeel van de sanering van
het stationsgebied. Het paleis zal worden geëxploiteerd door drie
organisaties die nu nog hun eigen podium bezitten; Muziekcentrum
Vredenburg, Tivoli en het SJU Jazzpodium. Tivoli kampt in het pand aan
de Oudegracht nu nog met steeds groter wordende milieu- en logistieke
problemen en Het SJU Jazzpodium heeft een huurcontract dat eind
2007 zal aflopen. Het Muziekpaleis zal meer zalen dan het huidige
Vredenburg krijgen. Naast de huidige Grote Zaal zullen er vier nieuwe
zalen met elk hun eigen foyer bijkomen; een kamermuziekzaal, een
popzaal, een jazzzaal en een crossoverzaal. Iedere zaal zal ontworpen
worden op de akoestiek en sfeer die voor de verschillende soorten
muziek van belang zijn.36 Dit om ervoor te zorgen dat alle drie de
partners hun eigen identiteit behouden. In de aanloop worden er
gezamenlijk muziekevenementen georganiseerd onder de noemer ‘Het
Muziekpaleis’. Wanneer het grootschalige Muziekpaleis er daadwerkelijk
zal zijn, zal hier een zeer breed programma worden aangeboden. Dit zal
naar alle waarschijnlijkheid zijn weerslag op het Utrechtse podiumbestel
hebben.
De Helling (voormalig De Vloer) maakt onderdeel uit van Tivoli, de verbouwing echter was in de
tijd dat De Vloer het pand exploiteerde.
36
Dit worden in het architectonische plan biotopen genoemd. Elke biotoop is qua sfeer, akoestiek
en indeling specifiek ontworpen op het soort muziek dat er ten gehore zal worden gebracht. Voor
het gehele bouwplan zijn vier architecten werkzaam.
35
19
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Hoofdstuk 3: Podiumprogrammering in Utrecht
In het volgende hoofdstuk komen de belangrijkste Utrechtse podia
die nieuwe muziek programmeren aan bod. Tevens zullen twee festivals
die vernieuwende muziek brengen worden behandeld. De Utrechtse
poppodia, zoals Tïvoli, EKKO en ACU zullen in dit onderzoek buiten
beschouwing worden gelaten. Deze podia programmeren gezamenlijk
diverse stromingen binnen de populaire muziek. Een aantal concerten
zal ongetwijfeld als vernieuwende popmuziek aangemerkt kunnen
worden. Zij profileren zich echter niet als podia voor nieuwe muziek,
eerder als podia voor niet alledaagse of alternatieve popmuziek in al
haar verschijningsvormen. De podia die wel aan de orde komen zijn:
Muziekcentrum Vredenburg, Theater Kikker, Huis en Festival aan de
Werf, Wereldculturencentrum RASA, SJU Jazzpodium, Impakt en
Rumor.
Er zal allereerst gekeken worden naar de achtergrond en
ontstaansgeschiedenis van de podia en festivals, die een beeld geven
vanuit welke achterliggende gedachte de muziekprogrammering tot
stand is gekomen. Vervolgens worden de doelstellingen van de
organisaties geformuleerd. De doelstellingen zullen in sommige gevallen
door de tijd ingehaald of aangepast zijn. Dit kan het gevolg zijn van
interne veranderingen van de organisatie; door een ingrijpende
verbouwing, een vernieuwde personeelssamenstelling of de aanstelling
van een nieuwe directeur of artistiek leider. Het kan echter ook te
maken hebben met externe factoren als een verandering in de culturele
landkaart van Utrecht of, vaker nog, door de aanpassing aan een nieuw
overheidsbeleid. Van belang voor de soort programmering zijn
bovendien de faciliteiten waarover de organisaties beschikken. Veel van
de podia in Utrecht hebben kortgeleden een verbouwing meegemaakt of
zullen in de nabije toekomst verbouwd worden. Dit vergroot in de
meeste gevallen de mogelijkheden, maar kan in sommige gevallen juist
het programmeren van muziek doen verminderen.
Wat
wordt
waar
geprogrammeerd
in
Utrecht?
Om
een
programmeringsanalyse te kunnen maken, is gekeken naar de
frequentie waarin nieuwe muziek concerten37 binnen het gehele
programma plaats vinden. Daarnaast is onderzocht welke soort nieuwe
muziek geprogrammeerd wordt. Dit is uiteraard afhankelijk van de
doelstelling van de organisatie en de persoonlijke visie van de
Dit hoeven niet altijd concertante uitvoeringen te zijn, nieuwe muziek kan ook ten gehore
worden gebracht op alternatieve wijzen.
37
20
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
programmeur of artistiek leider. Aan de hand van deze informatie
kunnen de verschillende organisaties geplaatst worden in het bredere
kader van de nieuwe muziekprogrammering in de stad Utrecht.
Daarnaast wordt een profiel geschetst van het publiek dat afkomt op
de activiteiten van de diverse organisaties, de publiciteitsmiddelen die
worden aangewend en de manieren om het publiek aan zich te binden.
Het ligt voor de hand dat, mede door de verdiensten van de Utrechtse
Harmonie, iedere organisatie een eigen publiek heeft opgebouwd en dat
de verscheidene organisaties elkaar niet in de vingers snijden met de
muziekprogrammering.
Tenslotte is gekeken naar de moeilijkheden en mogelijkheden van de
organisaties betreffende de nieuwe muziekprogrammering. Te
verwachten is dat iedere organisatie te maken zal hebben met een
beperkt budget, aangezien alle besproken organisaties gesubsidieerd
worden. Ook is er steeds meer concurrentie in de vrijetijdsindustrie
gekomen. Hier zal op een creatieve manier mee om moeten worden
gegaan.
Informatie is verkregen door het bestuderen van de maandbrochures
en jaaroverzichten, het bestuderen van de website en er is overige
literatuur geraadpleegd. Tevens zijn er in het kader van dit onderzoek
gesprekken gevoerd met de personen die verantwoordelijk zijn voor de
muziekprogrammering bij de diverse instellingen. Dit kan een gesprek
met de programmeur muziek zijn of, waar deze niet beschikbaar was,
met de directeur of artistiek leider. Er is gevraagd naar hun artistieke
visie in het algemeen en de visie op nieuwe muziek in het bijzonder, de
eventuele
knelpunten
en
de
mogelijkheden
omtrent
het
muziekprogramma. Waar van toepassing zijn de adviezen van de
diverse overheidsinstellingen en adviesorganen over de betreffende
podia en festivals bestudeerd.
21
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Muziekcentrum Vredenburg
Van 1871 tot 1956 was het concertgebouw Tivoli aan de Kruisstraat,
de voorloper van het huidige Muziekcentrum Vredenburg, het hart van
het Utrechtse muziekleven en de thuishaven van het Utrechts Stedelijk
Orkest. In 1956 werd dit pand afgebroken en werden de activiteiten van
het concertgebouw tijdelijk voortgezet in een noodgebouw aan het
Lepelenburg. Het nieuwe onderkomen, het Muziekcentrum Vredenburg
werd echter pas in januari 1979 in gebruik genomen. Het Utrechts
Stedelijk Orkest, dat al 23 jaar in het noodgebouw repeteerde, kreeg
hiermee een eigen onderkomen. Opmerkelijk genoeg werd het orkest
amper een jaar na de opening van het muziekcentrum opgeheven.
Utrecht verloor hiermee een eigen symfonieorkest en Vredenburg een
vaste bespeler. De naam Tivoli is vanaf 1980 verbonden aan het
grootste poppodium van Utrecht, dat het leegstaande noodgebouw
kraakte.
Vanaf 1979 is het Muziekcentrum de grootste muziekinstelling van
Utrecht en bezit twee concertzalen; de grote zaal biedt plaats aan 1700
toeschouwers, de kleine zaal aan driehonderd man publiek. Per jaar
worden er om en nabij 350 eigen concerten geprogrammeerd. Naast
het eigen programma verhuurt Vredenburg de zalen aan derden. Het
totaal aan verhuringen bedraagt ieder jaar ongeveer honderd. Van de
350 programmaonderdelen kunnen er 35 tot 40 concerten aangemerkt
worden als nieuwe muziek uitvoeringen.
Ongeveer tachtig procent van de concerten maken deel uit van een
serie. Tachtig procent van de kaarten die verkocht worden voor deze
series, worden daadwerkelijk verkocht als serieconcert. Een aantal van
deze series worden samen met andere instellingen zoals de
Stadsschouwburg, Wereldculturencentrum RASA en filmtheater ’t Hoogt
georganiseerd. In samenwerking met de toekomstige partners Tivoli en
het SJU Jazzpodium38 en de NPS worden er een aantal concerten
georganiseerd onder de naam ‘Het Muziekpaleis’ (voorheen de 3D Super
concerten).
De nieuwe muziek die klinkt in Vredenburg zit veelal ingebed in een
serie. De series waarin nieuwe muziek te horen is zijn de series:
‘Nieuwe Avonturen’, ‘Een eeuw Nieuwe Muziek’ en de omroepserie ‘NPS:
Dubbelspel’. Ook in de serie ‘Vrij Spel’ wordt vaker nieuwe muziek
gesandwicht tussen de programmering. De meeste nieuwe muziek
concerten worden in de grote zaal gegeven, alleen de serie ‘Een eeuw
nieuwe muziek’ vindt plaats in de kleine zaal. ‘Opvallend is dat juist
deze serie erg goed loopt met 213 abonnementhouders’, aldus Peter
Tra, muziekprogrammeur van Muziekcentrum Vredenburg. Bovendien
staan er voor het seizoen 2005-2006 een aantal nieuwe series op het
Het Muziekcentrum zal verbouwd worden tot Muziekpaleis, dat onderdak zal gaan bieden aan
poptempel Tivoli, het SJU Jazzpodium en het Muziekcentrum Vredenburg.
38
22
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
programma, zoals 'Nieuw Muziektheater', 'Whiskey & Wodka' en
'Nederlandse vergezichten'. In het kader van deze series zal tevens
avontuurlijke muziek te horen zijn.
Het Muziekcentrum Vredenburg is een gemeentedienst en moet
derhalve een bepaalde neutraliteit uitstralen. Het is de bedoeling dat
iedere Utrechter zich er thuis voelt; er moet eigenlijk voor iedereen iets
van zijn of haar gading te horen zijn. De doelstelling die Muziekcentrum
Vredenburg zichzelf stelt is daarom een zo breed mogelijke
programmering samen te stellen. De gemeente is als het ware
hoofdfinancier van Vredenburg. Er is geen geoormerkt subsidiegeld en
er zijn geen dwingende afspraken betreffende de inhoud van het
programma met de gemeente, behalve dan dat er binnen het gegeven
budget gebleven moet worden. Zeker in de huidige slechte economische
omstandigheden is het niet meer mogelijk over eventuele tekorten te
praten met de gemeente. Op zich is de toegekende subsidie voldoende,
maar omdat de betaling van muziekproducties voornamelijk op
uitkoopbasis geschiedt en hierdoor de recettefactor groot is, is meer
geld altijd beter. Naast de structurele subsidie worden er extra
projectsubsidies aangevraagd in het kader van het Actieplan
Cultuurbereik.
Voor de programmering zijn vier programmeurs in dienst. Twee
programmeurs zijn belast met het programmeren van de klassieke
muziek inclusief de nieuwe muziek, daarnaast is er een programmeur
voor de niet-klassieke muziek en één voor de americana.39 Met de
opheffing van het Utrechts Stedelijk Orkest verdween de vaste bespeler
van het Vredenburg van het toneel. Tegenwoordig zijn de
omroeporkesten frequent te vinden op het podium; vooral het Radio
Symfonie Orkest zou gezien kunnen worden als vaste bespeler. Een
echte ensemble-in-residence constructie heeft Vredenburg niet.40 Wel
worden het Schönberg Ensemble, het ASKO Ensemble, het Nederlands
Blazers Ensemble en de Ebony Band regelmatig geprogrammeerd. Door
de nationale erkenning die deze ensembles hebben is dit bijna een
morele verplichting naar het publiek toe. Ook Utrechtse ensembles als
het Rosa Ensemble en Insomnio kunnen zeker in aanmerking komen
voor een plaats in de programmering.41 Naast deze twee ensembles
onderhoudt Vredenburg veel contact met de Utrechtse ensemblecultuur.
Het hoofdbestanddeel van het repertoire van bovengenoemde
ensembles bestaat uit nieuwe muziek.
In het muziekcentrum komen over het algemeen oudere en hoog
opgeleide mensen van binnen, maar ook van buiten de stadsgrenzen.
De nieuwe muziek concerten trekken gemiddeld een jonger publiek.
Americana is de verzamelnaam voor Amerikaanse muziekstijlen die aan de basis van de
popmuziek staan: rock ’n roll, blues, country, folk en alle muziek die is ontstaan uit fusies van deze
stijlen. J. van der Plas en M. Schepers, 2003, p. 15.
40
Voor definities en een uiteenzetting over ensembles-in-residence, zie: G. Schonzeit en M.
Lageweg, 2003.
41
Alleen het Rosa Ensemble was van deze twee ensembles te horen in het seizoen 2004/2005
tijdens de Nederlandse Muziek Dagen december 2004.
39
23
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Echt tevreden met de opkomst bij deze concerten is Vredenburg niet;
het publiek voor nieuwe muziek is de afgelopen vijftien jaar zelfs
afgenomen. Daarvoor was er veel meer interesse voor vernieuwende
muzikale ontwikkelingen. Het lijkt wel of het publiek conservatiever en
een beetje ‘nieuwe muziek moe’ is geworden. Dit is in de ogen van de
programmeur Peter Tra deels te wijten aan een soms arrogante
opstelling van de nieuwe muziek sector. Het publiek werd veelal gezien
als ‘vierde muur’. Daarnaast is er meer concurrentie gekomen vanuit
andere takken van de vrijetijdsindustrie. Ook de concurrentie van de
grote podia elders in het land, als in Eindhoven en Apeldoorn, hebben
bijgedragen aan een terugloop van de publieksaantallen. Het publiek
van Vredenburg komt immers vaker van buiten de stadsgrenzen.
Er wordt veel in het werk gesteld de terugloop van het publiek een
halt toe te roepen. Door concerten in serievorm te verkopen hoopt
Vredenburg het publiek meer aan zich te binden. Het programma wordt
heel systematisch samengesteld en aan een bepaald thema gebonden,
zoals bijvoorbeeld instrumentgroep, muzikaal genre of een bepaald
land. Het verzorgen van inleidingen en cursussen bij de concertreeksen
bindt ook meer publiek. Bovendien is er een nieuwe actie op poten
gezet, waardoor het nu mogelijk is bij aanschaf van een abonnement
met reductie een extra concert te bezoeken. Vaak wordt er een nieuwe
muziek concert aangeboden als extra concert. Daarnaast zorgt
Vredenburg dat er overal in Utrecht brochures liggen, worden er
maandbrochures gedrukt en komt er extra publiciteitsmateriaal uit bij
bijzondere projecten. Bovendien zijn er veel soorten kortingen op
toegangsbewijzen te verkrijgen. Onderzoek van Vredenburg heeft
aangetoond dat het nieuwe publiek zich vooral bevindt onder hoog
opgeleide vrouwen van boven de veertig jaar, waar een latente
culturele interesse aanwezig is. Uiteraard wordt hier bij de publiciteit
rekening mee gehouden.
Het Muziekcentrum Vredenburg is geheel gebouwd op de uitvoering
van muziek; de akoestiek is daarop toegesneden en erg goed. Een
gemis is echter wel een middenzaal; een kleinere zaal met een groter
podium en een groter aantal stoelen dan de huidige kleine zaal. In de
nabije toekomst zal deze zaal er komen, wanneer Vredenburg, Tivoli en
het SJU Jazzpodium samen het Muziekpaleis zullen gaan exploiteren.
‘Deze onderlinge samenwerking biedt nieuwe perspectieven. Er zal nog
breder geprogrammeerd worden voor een groter en nieuw publiek.
Hierdoor kan er bijvoorbeeld meer aandacht gevestigd worden op de
live muziek of de realisatie van een prominente Klassieke Muziek Week’,
aldus Peter Tra.42
Vredenburg is als grootste muziekpodium uiteraard aangesloten bij
de Utrechtse Harmonie. Vanaf het begin was het een streven van de
Utrechtse Harmonie om een betere lobby te voeren naar de gemeente
De Klassieke Muziek Week bestaat al, onder de naam ‘Liever Live’ zal deze van 4 tot en met 13
november 2005 plaatsvinden.
42
24
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
toe. Volgens Tra heeft Utrecht echter last van een zeker Calimeroeffect, terwijl dit helemaal niet nodig zou hoeven zijn. Een Utrecht
brede subsidiering zou een oplossing kunnen zijn. Het initiatief hiervoor
zou vanuit de Utrechtse Harmonie moeten komen naar het Fonds voor
Podiumprogrammering en Marketing (FPPM) toe. Tevens zit het
Calimero-effect ook in het weinige samenwerken, in Brabant gebeurt dit
bijvoorbeeld veel meer.43 ‘Ideeën worden nog wel gelanceerd, maar
daarna gebeurt er weinig. Vredenburg probeert hierin een
voortrekkersrol te bekleden, niet in de laatste plaats omdat het een
gemeentedienst is. ‘Om een klein beetje stimulerende muziek te
programmeren, moet je er wel vaak heel hard aan trekken. Een
actievere houding zou niet gek zijn in muziekland’, aldus Tra.
Programma44
Het Muziekcentrum opende het seizoen 2004/2005 met een Culturele
Zondag op 15 augustus. Eind augustus is traditiegetrouw het Holland
Festival Oude Muziek te gast tot het Utrecht Uitfeest het eerste
weekend van september. Met het Uitfeest wordt de daadwerkelijke
aftrap gegeven voor het nieuwe culturele seizoen. De meeste concerten
met nieuwe muziek werden in serievorm gegeven. De drie series waar
het overgrote deel van de nieuwe muziek concerten onder vallen, zijn
‘Nieuwe Avonturen’, ‘Een Eeuw Nieuwe Muziek’ en ‘NPS: Dubbelspel’
(zie bijlage 1). De serie ‘Nieuwe Avonturen’ bestaat uit zeven concerten
en telt een groot aantal premières: zeven wereldpremières en één
Nederlandse première. In deze serie staat hedendaagse muziek uit Oost
Europa en Nederland centraal. Opvallend is een concert met uitsluitend
muziek van jonge Baltische componisten, uitgevoerd door het Nieuw
Ensemble. Bij deze serie worden inleidingen gegeven door de
programmeur klassieke muziek, Jessica de Heer. ‘Een Eeuw Nieuwe
Muziek’ is een minder avontuurlijke concertreeks, bestaande uit vijf
concerten. Hier wordt muziek ten gehore gebracht die in een bepaalde
tijd en plaats veel invloed heeft gehad op het muziekleven, zoals onder
andere György Kurtág in Budapest, Schönberg in Wenen, en de Groupe
des Six in Parijs. Eén concert in de reeks kan echter in het kader van dit
onderzoek niet als nieuwe muziek worden aangemerkt, op het
programma staat muziek van de Avant-garde in New York
gecomponeerd tussen 1905 en 1930.45 In het verlengde van deze
reeks, wordt een cursus georganiseerd voor een ieder die zich meer wil
verdiepen in de achtergronden van deze muziek. ‘NPS: Dubbelspel’
tenslotte, georganiseerd in samenwerking met de NPS en Radio 4,
Voorbeeld van de samenwerkingsverbanden in Brabant is de oprichting van de Stichting Actuele
Muziek Brabant (STAMB) in 1997. Deze provinciale koepelorganisaties voor professionele actuele
muziek heeft als voornaamste doelstelling het bevorderen van de belangstelling voor en de
productie van actuele muziek, verbreding en verdieping van muzikale activiteiten en versterking
van de Brabantse podia. Verhoeven, 2003, p. 2.
44
Voor deze analyse zijn de Seizoensagenda en Abonnementenprogramma 2004/2005 bestudeerd
en niet de aparte maandbrochures. In de loop van het seizoen zullen uiteindelijk extra concerten
zijn ingelast. Daarnaast was in sommige gevallen de concrete invulling van de programmaonderdelen nog niet bekend.
45
Muziek van vóór 1960 wordt niet aangemerkt in dit onderzoek niet aangemerkt als nieuwe
muziek.
43
25
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
bestaat uit vier concerten en bevat in het totaal acht Nederlandse
premières, één Europese en twee wereldpremières. De achterliggende
gedachte bij deze reeks is het samenstellen van een programma rond
twee of drie levende ‘dubbelpersoonlijkheden’; componisten die tevens
dirigent of musicus zijn en hun eigen én elkaars composities spelen. De
combinaties zijn: Loevendie, Janssen en Van der Aa, Hamel en Tiensuu,
MacMillan en Simons en Gruber, Botti en Bolcom. Deze serie is gratis
toegankelijk voor abonnementhouders van de series ‘Nieuwe Avonturen’
en ‘Een Eeuw Nieuwe Muziek’.
Tijdens de Nederlandse Muziekdagen, georganiseerd in samenwerking
met Gaudeamus, MuziekGroep Nederland en de NPS, klinken uiteraard
eveneens nieuwe composities. Van de vijf concerten die in het kader
van de Muziekdagen gegeven worden, zijn er drie concerten die ook
binnen een ander kader vallen: een Culturele Zondag of een
concertserie46. In de andere series, die Vredenburg aanbiedt, zijn er
concerten die een onderdeel nieuwe muziek bevatten; vaak
gesandwicht tussen klassieke muziek, volksmuziek, jazz en populaire
muziek. Daarnaast zijn er het seizoen 2004/2005 (in ieder geval) drie
gratis lunchconcerten geweest waarbij nieuwe muziek is opgevoerd.
Als gemeentedienst en muziekcentrum voor een breed publiek,
programmeert Vredenburg voornamelijk de grote namen van de nieuwe
gecomponeerde muziek. De nieuwe muziek die uitgevoerd wordt, is
werk van componisten die al (enigszins) naam gemaakt hebben.
Enerzijds klinkt er muziek van bekende buitenlandse componisten als
Cage, Kurtág, Schönberg en Berio. Anderzijds is er werk van
Nederlandse componisten te horen, als bijvoorbeeld Andriessen,
Loevendie en Hamel. Ook jonge Nederlanders als Simons en Van der Aa
krijgen plaats in de programmering. Op het podium bevinden zich
tevens de bekendere ensembles en orkesten; als het Schönberg
Ensemble, het Nieuw Ensemble en het Ives Ensemble en de radioorkesten. Hier worden een aantal, voor Nederland, meer onbekende
buitenlandse ensembles aan toegevoegd, veelal in het kader van de
festiviteiten rondom de Vrede van Utrecht.
In het seizoensprogramma overlappen meerdere series elkaar, zodat diverse concerten binnen
meerdere reeksen of kaders gerekend worden.
46
26
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Theater Kikker
Kikker is in 1972 als activiteit van het Utrechts Studenten Corps
opgericht. Het eerste onderkomen was een ruimte in het Gele Kasteel
aan het Janskerkhof. Vrij snel namen mensen van buiten het Corps de
organisatie over en werd Kikker onderhuurder. Vanaf 1980 betrok
Kikker het huidige pand aan de Ganzenmarkt. Het theater werd gerund
door een groot aantal vrijwilligers en een paar betaalde coördinatoren.
Oorspronkelijk was de programmering erg divers; van folkmuziek en
vormingstheater tot diverse cursussen. Muziek heeft hier wel altijd deel
van
uitgemaakt,
maar
de
nadruk
lag
op
theater.
‘De
muziekprogrammering was heel divers en heeft alle hoeken van de
kamer gezien’, aldus Harm Lambers, directeur van Theater Kikker.
Vanaf 2001, na de verbouwing en de opkomst van EKKO, is Kikker
minder popmuziek gaan programmeren en heeft het podium zich meer
gericht op de nieuwe muziek.
Van 1998 tot 2001 is theater Kikker ingrijpend verbouwd en is de
professionalisering van het theater voltooid. Het huidige Kikker is het
tweede podium van de stad geworden. Het aanbod is breed;
vlakkevloer theater, jeugdtheater, dans en nieuwe muziek. Kikker
profileert zich als faciliterend podium voor de vele theater- en
muziekinitiatieven in de stad Utrecht. Daarnaast biedt Kikker ruimte aan
zes grote Utrechtse festivals, waaronder Rumor, Impakt en Festival aan
de Werf. Doelstelling is een breed programma met eigentijdse
podiumkunst aan te bieden. ‘Kikker heeft zijn wortels in het experiment,
maar bewaakt de balans tussen experiment en toegankelijkheid’.47 In
theater Kikker vinden jaarlijks vierhonderd activiteiten plaats, waarvan
ongeveer de helft culturele en commerciële verhuringen.
Theater Kikker beschikt over twee zalen. De grote zaal heeft een
tribune met 173 tot 190 zitplaatsen en de kleine zaal biedt plaats aan
zeventig toeschouwers. De kleine zaal is de oude en eerste zaal van het
theater. De zaal is erg klein en laag en het publiek zit dicht op het
podium, waardoor er een soort huiskamersfeer hangt. ‘Er ontstaat
vanzelf een medeplichtigheid van publiek met de mensen op het
podium’, aldus Lambers. Hierdoor is de zaal uitermate geschikt voor
experimentele podiumkunst voor een klein publiek. De Proeflokalen,
waarover later meer, staan om deze reden in de kleine zaal
geprogrammeerd. De akoestiek is echter niet optimaal. De akoestiek
van de grote zaal daarentegen is erg goed. Ondanks de capaciteit van
bijna tweehonderd is de zaal mild voor weinig publiek; de zaal lijkt snel
vol. Minpunt van de zaal is dat het speeloppervlak eigenlijk iets te smal
47
Theater Kikker, De verankering van een theater, 2001, p. 1.
27
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
is en afwijkt van de standaardmaten. Bovendien is er geen opslag of
zijtoneel aanwezig.
Voor het muziekprogramma is bij Theater Kikker parttime een
muziekprogrammeur in dienst (0,4fte)48. De reden voor een
muziekprogrammering is de diversificatie, het programmeren voor een
breed publiek. Het pand is met gemeentegeld opgezet en is dus van
iedere Utrechter. Bij de programmering van muziek is de doelstelling
dezelfde als bij de overige programmering; het profileren als faciliterend
theater voor Utrechtse initiatieven en het publiek een goed beeld te
geven van de eigentijdse muziekpraktijk. Een ensemble-in-residence
heeft Kikker niet, wel heeft het Rosa Ensemble een speciale plaats
binnen de programmering.
Het publiek van Theater Kikker is heel divers en van alle leeftijden.
De dans en nieuwe muziek voorstellingen lopen in publieksaantallen
echter ver achter op het theateraanbod. Om het publiek meer aan het
theater te binden is er een Kikkerpas die grote korting geeft op alle
voorstellingen. Dit kan de drempel om een voorstelling of concert te
bezoeken verlagen, zodat mensen ook eens naar uitvoeringen gaan die
hen niet direct aanspreken. Helaas zijn er maar weinig mensen die van
deze mogelijkheid gebruik maken. Ook is er geprobeerd een
seizoensoverzicht te maken waaruit men van te voren een keuze kon
maken. Het resultaat was teleurstellend. Het Kikkerpubliek is een jong
publiek dat de vrijheid wil hebben om te komen of niet, het wil zich niet
voor een jaar vastleggen.49. Daarnaast is het bij muziek erg moeilijk
publiciteit te maken, omdat het moeilijk uit te drukken is waarom iets
de moeite waard is.50 Publiciteit is een deel van het probleem rond de
teleurstellende publieksaantallen bij de nieuwe muziek concerten.
Volgens Lambers werkt de mond-op-mond reclame bij muziek het
beste, zoals bij de Interzone dance-avonden is gebleken. ‘Je moet
gewoon goed gebruik maken van je netwerken en de Utrechtse
ensembles moeten meer eigen publiek meenemen’, aldus Lambers.
Theater Kikker wordt structureel gefinancierd door de Gemeente en
Provincie Utrecht. Voor risicovolle programmering wordt extra subsidie
verleend door het FPPM en Gaudeamus. Verder zijn er inkomsten uit de
culturele en commerciële verhuringen. Bovendien is Theater Kikker
aangesloten bij de Vereniging Actuele Muziekpodia (VAMP).51
Tijdens dit onderzoek was Kees Polling muziekprogrammeur bij theater Kikker. Hij stond echter
op het punt om weg te gaan. Inmiddels is Martijn Buser als nieuwe programmeur aangesteld.
Tijdens deze wisseling van de wacht is er door de directie nagedacht over de plaats van de muziek
in de programmering en een andere opdracht die de nieuwe programmeur zal meekrijgen.
49
Dit in tegenstelling tot de successen die het Muziekcentrum Vredenburg met een ouder publiek
juist boekt met de abonnementenseries.
50
Mogelijke oorzaak hiervan is dat de organisatie van Kikker voornamelijk een theaterorganisatie
is en de expertise op muziekgebied hier ontbreekt. Dit zou een soortgelijke situatie kunnen zijn als
bij Huis aan de Werf. (zie p. 31).
51
De VAMP is een netwerk- en belangenorganisatie voor actuele muziek, creëert
samenwerkingsverbanden en bevordert een actieve uitwisseling van de producties van haar leden.
48
28
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Volgens Lambers moet er een nieuwe weg gezocht worden voor de
muziekprogrammering. ‘Er moet beter gezocht worden naar waar de
spannende hedendaagse muziek zich bevindt en wat de nieuwe trends
zijn. Een bredere muziekprogrammering is noodzakelijk en men moet
niet alleen de krenten uit de pap willen tonen. Door slimmer gebruik te
maken van de kleine zaal en succesvolle formules te gebruiken, als die
van de Proms-avonden52, is een goede muziekprogrammering zeker
mogelijk’. Dat er in het seizoen 2005/2006 op het gebied van de
muziekprogrammering het een en ander zal veranderen is duidelijk. De
nieuwe programmeur, Martijn Buser, zal naar alle waarschijnlijkheid
een nieuwe kijk op de nieuwe muziek hebben en met een ander soort
programma komen dan men nu van Kikker gewend is.
Programma
Voor het analyseren van het nieuwe muziekprogramma van Theater
Kikker is gekeken naar de gehele muziekprogrammering van het
seizoen 2004/2005. Het seizoen wordt traditiegetrouw geopend met het
Uitfeest53, waaraan de meeste podia in Utrecht meedoen. Het
programma van dit eerste weekend van september is veelal gratis
toegankelijk. Het programma van Kikker telde in 2004 tien onderdelen,
waarvan er drie met nieuwe muziek waren. Opvallend is dat deze drie
concerten gegeven werden door echte Utrechtse ensembles: Insomnio,
het Koh-I-Noor Saxofoonkwartet en het Rosa Ensemble. De rest van de
maand september wordt in beslag genomen door een dansfeest,
Favorieten54 en het Nederlands Film Festival. Het echte seizoen voor
Kikker begint pas op 1 oktober en loopt tot half juni. (In bijlage 2 staat
een overzicht van de gehele muziekprogrammering van Theater Kikker,
dit is inclusief dance-, pop- en kinderconcerten.)
Maandelijks wordt er in de kleine zaal van Kikker een Proeflokaal
gehouden. Dit zijn concerten waarbij ‘jonge musici en andere
kunstenaars probeersels, uitgewerkte concepten en experimenten
presenteren’.55 Proeflokalen zijn op dinsdagavond en gratis
toegankelijk. Het seizoen 2004/2005 telde zeven Proeflokalen. Aan het
einde van het seizoen was er een Proeflokaal Speciaal in zowel de kleine
als de grote zaal. In dit Proeflokaal Speciaal werden de hoogtepunten
van het seizoen en nieuw werk van bekende proeflokaalartiesten
52
In 1986 werd op initiatief van musici van het Nieuw Ensemble en het Asko Ensemble een diverse
en aantrekkelijke serie voor twintigste eeuwse ensemble muziek opgezet. Het idee van Proms was
structuur aan te brengen in het aanbod voor eigentijdse muziek. Dit door concerten in
serieverband aan te bieden aan de grotere podia, in plaats van als losse concerten. Deze formule is
zeer succesvol gebleken en sinds 1990 organiseert Proms in samenwerking met podia in het hele
land concertseries met inleiding. Bij Stichting Proms zijn tegenwoordig ook het Nederlands Blazers
Ensemble en het Schönberg Ensemble aangesloten, tevens worden er ‘gastensembles’ uitgenodigd.
E. Schönberger, p. 139-141. Zie ook J. Hoogervorst, 1995, p. 30-32.
53
Tevens is dit één van de Culturele Zondagen.
54
Favorieten is een vijfdaags evenement, waarbij vier Utrechtse makers een programma mogen
samenstellen en er tevens een dag geprogrammeerd wordt met een zestal publieksfavorieten van
het afgelopen seizoen. De laatste dag is eveneens een Culturele Zondag.
55
Maandbrochure maart/april 2005.
29
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
uitgevoerd.56 Deze avonden kunnen door hun experimentele karakter
met recht gerekend worden onder nieuwe muziekprogrammering.
Naast de Proeflokalen wordt met ingang van het seizoen 2004/2005
de gehele muziekprogrammering voor het eerst geclusterd in drie- of
vierdaagse ‘Luisteren!’-weekends. Tijdens Luisteren! staat de hele
programmering in Kikker in het teken van de muziek. In 2004/2005
waren er in het totaal zeven Luisteren!-weekends. Sommige van deze
weekenden hebben een bepaald thema; het Luisteren! van november
stond in het teken van de concertvleugel die Kikker graag wilde
aanschaffen. Het Luisteren! van april was een vierdaagse rond de
componist Morton Feldman. Dit zijn echter uitzonderingen; Kikker wil
deze weekenden juist zo uiteenlopend mogelijk programmeren. Bij elk
Luisteren!-weekend wordt er een gratis lunchconcert gegeven door
studenten van de HKU, faculteit muziek, welke niet altijd nieuwe muziek
hoeven te bevatten. Ook studenten klassieke muziek krijgen de kans
zich hier te presenteren.57 Donderdag- en vrijdagavond zijn zonder
uitzonderingen gereserveerd voor een nieuwe muziek concert van
diverse pluimage. De zaterdagavond van een Luisteren! staat echter
niet altijd in het teken van de nieuwe muziek; de dansavonden
Interzone, Utrecht Boft! en Utreg Massive vinden eveneens binnen het
Luisteren!-kader plaats. Slechts drie van de zeven zaterdagen werden
geprogrammeerd met nieuwe muziek. Van de drie Luisteren!’s die vier
dagen duurden, was tweemaal de zondag gereserveerd voor een
kinderconcert. Alleen de april-aflevering rond Feldman betrof een
nieuwe muziekconcert op de zondag.
Het leeuwendeel van de nieuwe muziek die in Theater Kikker klonk
was hedendaagse gecomponeerde muziek van veelal jonge
componisten. Zo waren er composities van jonge componisten uit het
voormalige Joegoslavië te horen welke gespeeld werden door het Axyz
Ensemble en composities van jonge Duitsers door het Koh-I-Noor
Saxofoonkwartet. Kamerkoor Cluster Voices voerde composities uit van
diverse, ook Nederlandse en minder jonge, componisten. Werk van
Utrechtse componisten werd gespeeld door het, eveneens Utrechtse,
gamelanensemble Gending. Maar ook de grotere namen, als Cage,
Adams en natuurlijk Feldman kwamen aan de orde. In sommige
gevallen werden de concerten begeleid met beelden, als bijvoorbeeld
die van het Henneman Strijkkwartet en The Warlips. Drie keer was er
een dubbelconcert te horen, waarbij twee ensembles een eigen deel van
het programma vulden.
Utrechtse
ensembles
worden
bij
Theater
Kikker
vaker
geprogrammeerd dan elders op de Utrechtse podia. Het Rosa Ensemble
heeft dit seizoen vier concerten gegeven bij Kikker, waaronder
tweemaal een ‘Rosa Sub Rosa’. Bij deze concerten schrijven jonge
componisten voor het ensemble en wordt er samen met deze componist
aan de uitvoering ervan gewerkt. Daarnaast gaven zij in ‘Selling
Maandbrochure mei/juni 2005.
Bij het ter perse gaan van de maandbrochures is nog niet altijd bekend welke invulling de
lunchconcerten krijgen.
56
57
30
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Hoovers in Mojave’ een concertante ode aan de baanbrekende
popartiest Captain Beefheart. Ook ensembles als Koh-I-Noor, Insomnio,
Ensemble Gending en het label Bonte Koe Records kregen plaats in het
muziekprogramma. In het kader van onder andere de Proeflokalen, de
lunchconcerten en Utreg Massive krijgt Utrechts (jong) muzikaal talent
de kans zich te laten horen.
De totale muziekprogrammering in 2004/2005 bedroeg 45
componenten, waarvan 32 onder de nieuwe muziekprogrammering
vielen. Festivals als Impakt Festival, Festival aan de Werf en Rumor die
gebruik maakten van de faciliteiten van Kikker, zorgden ervoor dat het
aantal muzikale activiteiten in Kikker in het totaal op 57 komt.58
Omdat Kikker ruimte biedt aan zes grote festivals in Utrecht, is het
pand niet het gehele seizoen voor eigen programmering beschikbaar. In
september wordt het hele pand een periode verhuurd aan het
Nederlands Film Festival, in oktober aan Impakt festival, in november
aan het Holland Animatie Film Festival, maart aan Tweetakt, in april aan
Springdance en in mei aan Festival aan de Werf. Deze jaarlijks
terugkomende evenementen zorgen ervoor dat de structuur van de
programmering niet het gehele seizoen in een strakke regelmaat kan
worden volgehouden.
Drie Rumor programmaonderdelen vonden in Theater Kikker plaats. Ook de vijf muziek
muziekavonden van Impakt Festival waren in Kikker en vier muziekvoorstellingen van Festival aan
de Werf. Deze concerten betroffen echter wel alle twaalf nieuwe muziek, maar worden verder
besproken in de desbetreffende hoofdstukken. Deze concerten vallen in principe onder de verhuur,
afgezien van de Rumor avonden, waarvoor de zaal gratis ter beschikking wordt gesteld.
58
31
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Huis aan de Werf/Festival aan de Werf
In 1986 werd de eerste voorstelling op een boot in de Oudegracht
gegeven. De productie maakte deel uit van het lustrumprogramma van
de Universiteit Utrecht. Dit studenteninitiatief groeide uit tot een groot
en opvallend festival in de stad Utrecht. De eerste editie kwam
voornamelijk uit de straattheaterhoek; de opzet is echter vanaf het
begin altijd multidisciplinair van karakter geweest. Een paar jaar na het
eerste festival werd Festival aan de Werf gekoppeld aan het
productiehuis De Utrechtse School aan de Boorstraat. Hierdoor werd het
mogelijk gedurende het gehele jaar een programma neer te zetten.59
Bovendien kan het pand gebruikt worden als werkplaats en zijn er
repetitieruimten aanwezig. De Utrechtse School aan de Boorstraat in de
Daalsebuurt werd omgedoopt tot Huis aan de Werf en beide instellingen
kregen één directeur.
In het seizoen 2002/2003 is Huis aan de Werf grondig verbouwd. Het
pand telt drie zalen. De theaterzaal heeft 170 stoelen, de Koepelzaal
ongeveer zeventig en Studio 3 biedt plaats aan vijftig man publiek. In
alle zalen zijn de tribunes inschuifbaar waardoor er meerdere
mogelijkheden met de zalen zijn. In principe zijn de zalen geschikt voor
het uitvoeren van muziek(producties).Huis en Festival aan de Werf
(HFadW) is een multidisciplinaire organisatie met vier verschillende
functies;
het
is
een
productiehuis,
een
werkplaats,
een
festivalorganisator en podium in één. Jaarlijks zijn er in Huis aan de
Werf honderd activiteiten, exclusief tachtig culturele en commerciële
verhuringen. Tijdens het Festival aan de Werf zijn er in totaal rond de
honderd activiteiten. Per jaar worden er door HFadW zelf twee
studioprojecten en twee grote producties gemaakt; deze gaan in Huis
aan de Werf in première en worden vervolgens verkocht aan andere
theaters. Tevens werden er in het seizoen 2003-2004 zes testcases per
jaar gemaakt, waarbij jonge kunstenaars ruimte en budget krijgen om
een eigen kleine productie uit te brengen. Vanaf begin 2005 heeft de
Soirée des Ateliers de plaats ingenomen van de testcases. Hierbij
komen twee maal per jaar vier testcases tegelijkertijd uit. Op het vlak
van de nieuwe muziek wordt er ieder jaar een grote muziekproductie en
een testcase/atelier muziek gemaakt. Tijdens het tiendaagse Festival
aan de Werf in de laatste week van mei is er muziekprogrammering op
het Neudepaviljoen60 en zijn er, naast de eigen muziekproductie twee of
drie muziekbijdragen.
HFadW heeft te kennen gegeven geen jaarprogrammering meer aan te bieden met ingang van
2006. Dit onder andere wegens het gebrek aan geld en het wegvallen van de I/D regeling.
Utrechts Nieuwsblad, 2 juli 2005.
60
De programmering van het Neude-podium valt buiten het takenpakket van de
muziekprogrammeur, Roland Spekle. Hiervoor is een aparte programmeur werkzaam, de festivals
2003 en 2004 was dit Bjorn Kreuze. Het aanbod betreft muziek die meer gerelateerd is aan de
59
32
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Muziek heeft vanaf het prille begin deel uitgemaakt van de
programmering. De eerste muziekprogrammeur was Jacqueline
Oskamp, zij werd in 2001 opgevolgd door Roland Spekle 61, die nog
steeds de verantwoordelijkheid heeft over het muziekprogramma. Het
betreft hier geen vaste aanstelling, maar een freelance overeenkomst.
In de muziekprogrammering van zowel het Festival als het Huis aan de
Werf, wordt de uitdaging gezocht in het creëren van ruimte voor jonge
cutting edge componisten, musici en makers van multidisciplinaire
voorstellingen. Door nieuwe muziek te definiëren als een mengvorm
van hedendaagse gecomponeerde muziek en experimentele popmuziek,
krijgt het een breder bereik.62 De muziekproducties die te zien zijn, zijn
multidisciplinaire voorstellingen waarbij veelal gebruik wordt gemaakt
van de nieuwe mogelijkheden van de digitale media. Door de
eigentijdse muziek samen te laten gaan met theater en visuele kunst,
kan een breder publiek aangesproken worden. Programmeur Roland
Spekle spreekt liever van ‘avontuurlijke’ muziek, hij wil de nieuwe
ontwikkelingen en vormen in de muziek voor zijn door artiesten te
prikkelen iets nieuws te maken. Door over de grens te durven stappen
en tegelijkertijd zichzelf te blijven, kunnen mooie producties tot stand
komen. Dit kan bijvoorbeeld met het doorbreken van het ingesleten
verwachtingspatroon en een andere wisselwerking tussen publiek en
artiest te zoeken. HFadW maakt deel uit van de VAMP.63 In
samenwerking met deze vereniging en met steun van Gaudeamus
wordt een deel van het programma samengesteld.
Bij HFadW heeft het overgrote deel van het personeel een
theaterachtergrond. Dit heeft grote invloed op de manier waarop
muziekproducties worden behandeld; de aanpak van de programmering
is erg gestoeld op de aanpak in de theaterwereld. Muziek en theater
lijken in eerste opzicht erg op elkaar, maar zijn wezenlijk anders.
Seriebespeling bijvoorbeeld is in het theater gemeengoed, terwijl dit in
de muziek (nog?) niet gebruikelijk is. Ook is het in de theaterwereld
steeds meer de gewoonte om de betaling op recettebasis te laten
geschieden. In de muziek is dit niet gebruikelijk; musici krijgen vaak
een bepaald budget om een productie op poten te zetten of een
uitkoopsom voor een concert en worden niet afgerekend op de
bezoekersaantallen. Ook met de programmering probeert Spekle hier
rekening mee te houden. De medewerkers en het theaterpubliek vinden
muziekproducties vaak een soort ‘ver van mijn bed show’. ‘Door
multidisciplinair te programmeren en niet slechts gecomponeerde
hedendaagse muziek neer te zetten, kan niet alleen het publiek maar
populaire muziek, omdat dit gratis programmaonderdeel van het festival het grote publiek moet
aanspreken.
61
Omdat het bij lange na geen fulltime baan is, is Spekle tevens betrokken bij diverse andere
organisaties voor avontuurlijke muziek en is hij werkzaam als artistiek leider van Stichting Barooni.
62
Huis en Festival aan de Werf, Cultuurnota-aanvraag herzien 2005-2008, 2004, p. 3.
63
Zowel HFadW als Theater Kikker zijn aangesloten bij de VAMP. HFadW functioneert echter niet
meer als podium voor nieuwe muziek en neemt geen producties meer af, maar biedt nog wel aan.
Op grond hiervan is besloten een tweede VAMP podium in Utrecht te zoeken. Dit werd Theater
Kikker, dat juist geen producties aanbiedt, maar wel weer afneemt.
33
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
ook het personeel wennen aan de nieuwe muziek. Het is daarbij
uiteraard wel van belang uit te gaan van de muziek zelf’, aldus Spekle.
‘De inhoudelijke artistieke motivatie van het programmeren en
produceren van multidisciplinaire voorstellingen en nieuwe vormen van
muziektheater is voornamelijk het aansluiten bij de nieuwe
ontwikkelingen in de kunsten, waar jonge componisten en kunstenaars
zich erg toe aangetrokken voelen’.
Hoewel HFadW zich profileert als multidisciplinaire instelling, neemt
de muziekprogrammering een steeds minder prominente rol in. In 2001
werden er nog acht concerten per jaar geprogrammeerd. Na de
artistieke heroriëntatie van de vorige directeur en de verbouwing in
2002 is dit aantal gedaald naar twee tot vijf avonden per jaar. In de
podiumfunctie die Huis aan de Werf heeft, worden er gedurende het
jaar naast de eigen muziekproducties geen concerten meer gegeven.
Doordat de verschillende kunstdisciplines steeds meer naar elkaar toe
groeien, wordt het steeds moeilijker een balans te vinden tussen deze
disciplines. De beschikbare geldelijke middelen blijven echter hetzelfde
of worden zelfs minder. Dit betekent dat wanneer er meer muziek wordt
geprogrammeerd, er automatisch minder plaats zou zijn voor de andere
disciplines.
HFadW wordt gesubsidieerd door het Rijk en de Gemeente en
Provincie. De Raad voor Cultuur geeft in het advies echter wel specifiek
aan dat ‘de eigen muziekproducties de afgelopen jaren beperkt zijn tot
enkele muziektheater coproducties, wat als gevolg heeft dat de
experimentele muziekprogrammering in Utrecht is verminderd’.64 De
Gemeente en Provincie Utrecht heeft HFadW eveneens het predikaat
subsidiabel gegeven. Doordat de subsidieaanvraag in korte tijd
geschreven moest worden in verband met een directeurwissel, heeft de
gemeente wel aangegeven tussentijds te evalueren. Het advies
vermeldt expliciet vertrouwen te hebben in de programmering van
Spekle.
Het Huis aan de Werf heeft net als andere organisaties in de
podiumkunsten te maken met teruglopende publieksaantallen. Dit is
deels te wijten aan de ligging net aan de rand van het centrum. Het
festival trekt ook minder bezoekers dan in eerdere jaren, al is de
terugloop hier minder. Het publiek van HFadW is erg divers. Het
grootste deel is jong, werkend en woonachtig in Utrecht65. Het publiek
dat op de theatervoorstellingen af komt is echter een ander publiek dan
dat voor de muziekprogrammering. De muziekproducties gedurende het
jaar trekken hun eigen, jonger publiek en is niet hetzelfde publiek dat
de theatervoorstellingen bezoekt. Tijdens het festival maken de
muziekproducties meer deel uit van het gehele programma en staan ze
minder op zichzelf. Vooral de muziekprogrammering tijdens het festival
trekt een groot aantal bezoekers, dat gemiddeld jonger is dan het
64
65
Advies Cultuurnota 2005-2008.
T. Kremer, 2005, p. 12.
34
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
theaterpubliek. Het festivalpubliek voor muziek is opvallend vaak een
publiek dat gedurende de jaarprogrammering wegblijft.
Programma
In het seizoen 2004/2005 waren in de seizoensprogrammering twee
muziekproducties te zien. Sample-artiest Jeroen Hofs, beter bekend als
Eboman, kreeg de ruimte om een productie te maken. Dit werd de
work-in-progress presentatie ‘Interface Band: Gedoe of gedaan’. Hofs
ontwikkelde zelfstandig nieuwe software en instrumenten waarmee
performers
op
het
podium
live
en
draadloos
beelden
geluidsfragmenten kunnen bewerken, door middel van 22 sensoren die
op het lichaam bevestigd zijn. Het doel van de productie was om op
basis hiervan muziektheaterproductie te maken. Daarnaast was er een
testcase gemaakt door Elizabet van der Kooij, afgestudeerd
Muziektechnologie en Compositie/Sound Design. ‘The night ripper died’
is een voorstelling over het surrealisme van de virtuele wereld van het
internet met naast muziek ook theater en video.
Tijdens Festival aan de Werf was meer muziekprogrammering.
Afgezien van de Neudeprogrammering, waren er vijf onderdelen nieuwe
muziek. De eigen productie van Eboman, onder een nieuwe naam
‘Verknipt’, werd verder uitgewerkt en tot muziektheatervoorstelling
gemaakt. Met steun van Gaudeamus was er de dubbelvoorstelling
‘Voyager/De Dialoog’. ‘Voyager’ van Arnoud Noordegraaf is een
voorstelling waar tekst, beeld en geluid wordt verweven. ‘De Dialoog’
van Edwin van der Heide is een uitvoering, waarbij vier sprekers in
wisselende samenstelling teksten uitspreken die door het oor van de
luisteraar getransformeerd moeten worden tot een polyfone
muziekuiting. Spinvis gaf twee concerten met videobeelden van Hans
Kok. Componist en regisseur Merlijn Twaalfhoven gaf de laatste dag van
het festival een afsluitende voorstelling in Tivoli. Het concept van
Twaalfhoven is het neerzetten van een ‘verrassende uitgaansavond
waarin verschillende kunstvormen gecomponeerd worden tot één
totaalervaring’.66 Het totaal wordt aangepast aan de locatie waar de
avond plaats vindt.
Het leeuwendeel deel van de algehele nieuwe muziekprogrammering
heeft raakvakken met andere kunstdisciplines. Veelal worden beelden
gebruikt of het totaal in een theatervorm gebracht. Reden hiervoor is
dat HFadW, ondanks het multidisciplinaire profiel, toch grotendeels op
theater geënt is. Binnen de totale programmering neemt de muziek dan
ook een zeer bescheiden plaats in. Opmerkelijk is dat, op één na, alle
muzikale onderdelen van het programma meerdere dagen achter elkaar
geprogrammeerd stonden.67 Seriebespeling is weliswaar voor theater
gemeengoed, voor muziek is dit ongebruikelijk.
www.festivalaandewerf.nl
Spinvis gaf tijdens het Festival aan de Werf twee concerten. Hier is echter niet echt sprake van
seriebespeling; de motivatie tweemaal het concert te programmeren was de (terechte)
vooronderstelling dat Spinvis tweemaal Tivoli zou kunnen vullen.
66
67
35
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
SJU Jazzpodium
Toen in de jaren zestig de jazzmuziek het predikaat kunst kreeg en
niet meer louter als amusementsmuziek werd gezien, kwam er steeds
meer vraag naar specifieke jazzpodia. In Utrecht werd om deze reden in
1977 de Stichting Jazz en Geïmproviseerde Muziek Utrecht (SJU)
opgericht. De initiatiefnemers waren zowel jazzmusici als niet
musicerende jazzliefhebbers. De doelstelling van de SJU was het
oprichten van een Utrechts muziekpodium voor de jazz en
geïmproviseerde muziek. Enerzijds om een speelplek te hebben voor de
lokale jazzmusici, anderzijds om Utrecht een podium te geven waar
jazzliefhebbers konden luisteren naar hun favoriete muziek. In 1982
kreeg de SJU een eigen ruimte in de ME garage aan het Paardenveld.
Sinds 1994 exploiteert de SJU een pand aan de Varkenmarkt in het
centrum van Utrecht. Eind 2007 loopt het huurcontract echter af en zal
de SJU medebewoner worden van het nieuw te bouwen Muziekpaleis.
Totdat het Muziekpaleis begin 2010 geopend zal worden, blijft de SJU
bij het huidige SJU Jazzpodium programmeren. De tegenwoordige SJU
is niet langer alleen belangenbehartiger voor het lokale jazzcircuit, maar
is uitgegroeid tot cultuurpodium, waar ook musici van (ver) buiten de
stadsgrenzen geprogrammeerd worden. De doelstelling van de SJU is in
de breedte aangepast en kan als volgt geformuleerd worden: het
bevorderen van de jazz en aanverwante muziek en het scheppen van
een goed klimaat voor de hedendaagse ontwikkelingen en
vernieuwingen in de jazz en geïmproviseerde muziek. Dit neemt niet
weg dat de SJU een speciaal oog blijft houden voor de lokale jazzmusici
en –initiatieven.
Het SJU Jazzpodium is één van de vier68 gespecialiseerde jazzpodia
van Nederland en verzorgt het aanbod van hedendaagse jazz en
geïmproviseerde muziek voor Midden Nederland. Jaarlijks worden
ongeveer 240 activiteiten georganiseerd. Naast het exploiteren van het
SJU Jazzpodium, richt de SJU zich op educatie en productie. De
educatieve functie uit zich in het organiseren van workshops en sessies.
De productiefunctie is onder andere terug te vinden in het initiëren van
projecten als het SJU Lab en de Music: World Series. Het SJU Lab is het
enige laboratorium voor jazz en geïmproviseerde muziek in Nederland.
De SJU wil hiermee een impuls geven aan de vernieuwing in de
geïmproviseerde muziek. In 1997 ging het eerste proefproject van start
en vanaf 1998 werd het eerste officiële SJU Lab georganiseerd. Per jaar
wordt een bepaald budget gereserveerd voor het SJU Lab. Verschillende
musici worden aangeschreven een voorstel in te dienen. De voorstellen
worden daarna beoordeeld en afhankelijk van de totale kosten krijgen
een aantal van deze musici de ruimte hun laboratoriumproject uit te
Naast het SJU Jazzpodium zijn er het Bimhuis in Amsterdam, Paradox in Tilburg en Stichting Jazz
Internationaal in Rotterdam (heeft geen eigen podium).
68
36
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
voeren. De SJU draagt daarbij zorg voor de financiële en facilitaire
ondersteuning. De musici houden een logboek van het proces bij en
geven op het SJU Jazzpodium een afsluitend concert.
Daarnaast zijn vanaf 1998 de Music: World Series onderdeel van de
SJU. In samenwerking met Stichting Four in One69 worden in dit kader
ontmoetingen tussen musici uit de wereldmuziek en jazzmusici
geïnitieerd. Het uitgangspunt van deze serie is het ontdekken van
interessante
nieuwe
muzikale
vormen
door
middel
van
kruisbestuivingen tussen verschillende muzikale tradities en de
hedendaagse geïmproviseerde muziek. Elke eerste zaterdag van de
maand vindt er een Music: World Serie plaats op het SJU Jazzpodium.70
Daarnaast is er elke derde donderdag van de maand een Music: World
Sessie.
Bij
deze
sessie-avonden
treedt
allereerst
een
wereldmuziekensemble op, waarna er een sessie is met twee
sessieleiders: één uit de wereldmuziek en één uit de jazz. Zowel het
SJU Lab als de Music: World Series zullen in het seizoen 2005/2006
echter anders gestructureerd worden.71
Eenmaal per jaar wordt het SJU Jazzfestival georganiseerd in
samenwerking met het Muziekcentrum Vredenburg en de VPRO.72 In
2005 was de zeventiende editie van dit festival. De concerten vinden na
elkaar plaats in de kleine zaal van Vredenburg. Aan het begin van de
avond vinden er in het SJU Jazzpodium laboratoriumconcerten plaats.73
Na afloop van het programma zijn er op dit podium festivalsessies,
waar alle musici die gespeeld hebben aan mee kunnen doen.
Het SJU Jazzpodium heeft twee podia; een concertpodium en een
kleiner cafépodium. Beide podia bevinden zich tegenover elkaar in de
zelfde ruimte. Afhankelijk van de soort activiteit wordt één van deze
twee podia gebruikt. Op last van de brandweer is de maximale
capaciteit van het Jazzpodium 153. De SJU zou echter graag meer
publiek kunnen ontvangen. Bovendien bevindt het Jazzpodium zich in
een kelder, wat de zichtbaarheid van het podium niet erg bevordert.
Vanaf de straatkant is slechts de ingang en trap naar beneden te zien.
Met de aanstaande verhuizing naar het Muziekpaleis zal de SJU
beschikking krijgen over een groot jazzpodium dat plaats biedt aan 225
man publiek en een eigen bar heeft. De gehele achterwand van het
podium is van glas, waardoor de zaal een hele open sfeer zal
uitademen. Daarnaast is er een kleiner cafépodium met eigen bar en
een verdieping lager gelegen ruimte, welke geschikt is voor de
Stichting Four in One is in 1990 en presenteert zich als muzikantencollectief ter bevordering van
‘grensontkennende’ muziek.
70
Deze Music: World Series vinden niet alleen in Utrecht plaats, maar ook op podia in Soest,
Austerlitz en Wijk bij Duurstede.
71
In het seizoen 2005/2006 zal de serie op grotere podia buiten de regio te horen zijn. In plaats
van negen keer twee concerten, zullen er vier keer vier concerten worden gegeven op de diverse
podia. Bovendien wordt het steeds lastiger nieuwe goede combinaties te vinden, daar de meeste
wereldmuziekensembles amateur zijn. De SJU gaat in het volgende seizoen bepaalde musici
uitnodigen een plan voor een laboratoriumproject te maken en niet langer vele musici
aanschrijven.
72
De VPRO wil in de nabije toekomst een aantal internetradiokanalen voor jazzmuziek opzetten en
heeft de SJU gevraagd hier mede invulling aan te geven. Hierdoor gaat het mogelijk worden voor
de luisteraars ook in de huiskamer de kick van de live muziek te beleven.
73
In 2005 vonden er voor de eerste keer laboratoriumconcerten plaats.
69
37
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
workshops, cursussen en het werken aan de laboratoriumprojecten.
Marcel Kranendonk, directeur van het SJU Jazzpodium, ziet de toekomst
in het Muziekpaleis aan de ene kant met vertrouwen tegemoet. De
faciliteiten waarover de SJU gaat beschikken zullen ideaal zijn voor het
uitvoeren van jazz en geïmproviseerde muziek. Bovendien zal de
capaciteit bijna verdubbelen. Aan de andere kant blijft het spannend
hoe het geheel zal gaan functioneren en het Muziekpaleis daadwerkelijk
beleidsmatig vorm zal krijgen.
Bij de SJU zijn ongeveer vijftien verschillende programmeurs
werkzaam, die op vrijwillige basis invulling geven aan de verschillende
onderdelen in het gehele programma. Voor de Music: World Series zijn
vier programmeurs werkzaam, voor Club Djazzive drie, de sessies twee
en de workshops zes. Daarnaast worden voor bepaalde activiteiten
gastprogrammeurs uitgenodigd. De algehele programmering wordt
gecoördineerd door Marcel Kranendonk. Het accent bij de
programmering ligt, in de lijn van de doelstelling van de Stichting, bij
de actualiteit van de moderne jazzsector. Musici of ensembles die niet
in het reguliere aanbod passen, maar wel de moeite waard zijn, worden
vaak doorgespeeld aan Rumor.
Naast de programmering van de SJU is er in Utrecht ook
jazzprogrammering
in
Muziekcentrum
Vredenburg.
Vredenburg
concentreert zich hierbij op de meer behoudende jazzmuziek, terwijl de
SJU zich primair richt op de moderne, actuele jazzvormen. ‘Vredenburg
programmeert wat er vanochtend, gister en langer geleden gebeurde op
jazzgebied. De SJU programmeert wat er vanmiddag, morgen en
overmorgen te vinden is op jazzgebied’, aldus Kranendonk. Het is dus
zeker niet zo dat Vredenburg en de SJU elkaar beconcurreren op
jazzgebied; op verschillende gebieden wordt zelfs samengewerkt. Dit
gebeurt niet alleen tijdens het SJU Jazzfestival en de Muziekpaleisconcerten, maar ook wordt er gezamenlijk een serie van vier concerten
aangeboden rond een bepaalde jazzmusicus. In 2004/2005 was dit
‘Borstlap Centraal’ rond de pianist Michiel Borstlap en in 2005/2006 zal
dit ‘Vloeimans Centraal’ een serie rond trompettist Eric Vloeimans zijn.
In samenwerking met Wereldculturencentrum RASA wordt eveneens
een serie van vier concerten georganiseerd; de serie ‘Wereldvreemd’
met muziek op het snijvlak van wereldmuziek en jazz.
Het publiek van het SJU Jazzpodium is erg divers. Elke avond trekt
zijn eigen publiek. Veel mensen komen speciaal voor een bepaalde
artiest of hebben een voorkeur voor een bepaald soort jazz. De meeste
jazzmusici zijn omnivoren en nemen deel aan veel verschillende
projecten. Publiek dat in hoofdzaak op de artiest afkomt, zal daarom
verschillende soorten jazz te horen krijgen. In het begin van het SJU
Jazzpodium kwam er voornamelijk veel publiek op de gratis concerten
af. Tegenwoordig is de publieksomvang sterk gegroeid en gaat men ook
meer naar de betaalde concerten. Wel moet er steeds meer energie
gestoken worden in het binnen halen van één persoon. De meeste
mensen die voor de eerste keer het SJU bezoeken zijn vrienden of
kennissen van de uitvoerende musici of worden mee genomen door
38
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
iemand. Weinig bezoekers komen voor de eerste keer op eigen
gelegenheid. Dat het SJU Jazzpodium zich in een kelder bevindt en
daardoor aan de buitenkant niet erg zichtbaar is, kan een belangrijke
oorzaak zijn van het feit dat men niet snel op eigen initiatief binnen
komt.74 Door lokale musici een belangrijke plaats in het programma te
geven, wordt ook sneller het Utrechtse publiek bereikt. ‘De buren van
de lokale jazzmusici zijn ons publiek’, benadrukt Kranendonk. ‘Zonder
lokale achterban geen podium’.
De SJU gebruikt zowel digitale als papieren publiciteitsmiddelen. Elke
maand wordt er een maandbrochure gemaakt. Daarnaast worden er
flyers en posters verspreid. Verder is er een website en kan het publiek
per email op de hoogte gesteld worden van de programmering.
De SJU is uiteraard aangesloten bij de Utrechtse Harmonie. Marcel
Kranendonk
neemt
deel
aan
beide
overlegstructuren;
het
directeursoverleg
en
het
programmeursoverleg.
Wat
betreft
Kranendonk, voldoet de Utrechtse Harmonie nog niet aan de
verwachtingen. Er zou een betere gezamenlijke lobby gevoerd kunnen
worden. Ook de samenwerking met de HKU en Universiteit zou beter
kunnen. Wel krijgen combo’s van het Conservatorium één keer in de
maand de kans zich op het SJU Jazzpodium te presenteren en wordt er
door studenten Beeldende Kunst een kunstwerk gemaakt voor de
avonden van de kortste en langste nacht.75 Kranendonk is van mening
dat er meer initiatieven zouden kunnen worden genomen om de
samenwerking tussen de SJU en de diverse opleidingen in Utrecht die in
enig opzicht raakvlakken hebben met de podiumkunsten aan te halen.
Stichting Jazz en Geïmproviseerde Muziek Utrecht krijgt structurele
subsidie van het Rijk en van de Gemeente en Provincie Utrecht. De
Raad voor Cultuur prijst het SJU met het educatieve programma en ‘een
interessante en grensverleggende programmering’, echter vindt tevens
‘dat de programmering nog onvoldoende aansluit bij de actuele
ontwikkelingen in de jazz en improvisatie muziek’.76 De Gemeente en
Provincie zijn van mening dat het SJU grote artistieke betrokkenheid
toont, wat zich uit in een dynamisch en avontuurlijk programma. Dit
werkt ook uitnodigend voor muziekvormen buiten de geïmproviseerde
muziek als wereldmuziek en elektronische muziek.77 Over het algemeen
heeft de SJU hiermee voldoende middelen om de concerten en
projecten mee te financieren. Organisatorisch echter speelt het gebrek
aan geld wel steeds meer op. Door het verdwijnen van de I/D banen en
de bezuinigingen op cultuur, is er steeds minder geld om te kunnen
investeren in een goede werkorganisatie.
Twee jaar geleden is de gevel van het SJU Jazzpodium aangepast, wat de zichtbaarheid zeker
vergroot heeft.
75
De festivals ‘De avond van de kortste nacht’ en ‘De avond van de langste nacht’ vinden elk jaar
in het SJU Jazzpodium plaats, uiteraard rond respectievelijk 21 juni en 21 december.
76
Advies Cultuurnota 2005-2008.
77
Gemeente en Provincie Utrecht, 2004, p. 73.
74
39
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Programma
Bij het SJU Jazzpodium is, afgezien van de zomerperiode, elke week
op een soortgelijke manier ingedeeld. Elke woensdag is er een, gratis
toegankelijke, sessie. Op donderdag is er één keer per maand een
Music: World Sessie, vooraf gegaan door een informeel concert, en één
keer per maand een optreden van combo’s van het Conservatorium. De
overige keren worden er concerten gegeven. Iedere vrijdagavond is
gereserveerd voor Club Djazzive; een avond met een live band en
aansluitend een DJ. Op zaterdag vindt er een concert plaats, waarvan
de eerste zaterdag van de maand een Music: World Serie. Sinds begin
2005 wordt er tevens in samenwerking met de Jazzwinkel Utrecht één
keer per maand een Jazzclub gehouden op (in de regel) zaterdagavond.
Tevens Ook de presentatie van de SJU Lab-projecten vinden bij
voorkeur op de zaterdag plaats. Zondag is het SJU Jazzpodium over het
algemeen niet open. Wel zijn er af en toe workshoppresentaties of een
speciaal concert. Drie tot vier keer per jaar zijn er bij het podium
activiteiten in het kader van de Culturele Zondagen.
Club Djazzive is een laagdrempelige avond, waar mensen kennis
kunnen met de jazz. Deze avond heeft meer een uitgaansfunctie dan
een concertfunctie. De muziek die op deze avonden klinkt is zeer
gevarieerd; uiteenlopend van hiphop, soul, ska, funk tot blues, maar
met een link naar de jazzmuziek. Een van de functies van deze avond is
tevens het promoten van beginnende bandjes. De Jazzclub avonden,
eveneens met band en DJ, zijn meer jazzgeoriënteerd. Het publiek is in
leeftijd en smaakverschil ongeveer tien jaar ouder. De bands die op
deze avonden optreden zijn bands die hun sporen al enigszins verdiend
hebben. De programmering wordt in samenwerking met de Jazzwinkel
opgezet. Bij zowel de Club Djazzive als de Jazzclub zal weinig echt
vernieuwende muziek te horen zijn. Evenals het geval is bij de
presentaties van de Conservatorium combo’s.
De hierboven besproken SJU Lab en Music: World Serie activiteiten
kunnen echter door hun experimentele karakter wel als vernieuwend
beschouwd worden. Ook de losse concerten die de SJU programmeert,
hebben in de meeste gevallen actuele waarde voor de hedendaagse
geïmproviseerde jazzpraktijk waardoor deze met recht vernieuwend
genoemd kunnen worden. De woensdagsessies kunnen afhankelijk van
de sessieleider in meer of mindere mate vernieuwende aspecten
bevatten.
Door het grote aantal activiteiten dat de SJU per seizoen organiseert,
is het vrijwel onmogelijk een duidelijk overzicht te geven van de
precieze programmering. (In bijlage 4 is de programmering van de
maand april ter illustratie bijgevoegd.) Over het algemeen kan gezegd
worden dat de totale programmering van het SJU Jazzpodium vele
aspecten bevat van zowel moderne jazz en vernieuwende
geïmproviseerde muziek als vernieuwende wereldmuziek.
40
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Wereldculturencentrum RASA
RASA is een wereldculturencentrum, dat zich als een van de weinige
organisaties in Nederland specifiek richt op wereldmuziek en
interculturele uitwisseling.78 RASA is ontstaan in de jaren zeventig als
jongerencentrum het Kasino en was gevestigd aan het Paardenveld.
Eind jaren zeventig sloot het Kasino de deuren, werd het pand
opgeknapt en groeide de organisatie onder de nieuwe naam RASA79 uit
tot cultuurcentrum. Op straat en in parken organiseerde RASA onder
andere buitenactiviteiten die steeds meer de aandacht van
gastarbeiders trok. Van cultuurcentrum werd het linksgeoriënteerde
RASA een centrum voor migrantencultuur en zat meer in de
welzijnshoek dan in de cultuurhoek. Eind jaren tachtig kreeg RASA de
huidige vorm van centrum voor niet westerse cultuur.
Het woord ‘rasa’ is afkomstig uit de klassieke Indiase
kunstbeschouwing en duidt op de ‘ervaring die de toeschouwer
ondergaat door de emoties die de kunstenaar suggereert’.80 RASA wil
dan ook met de programmering uitwisseling tussen publiek en artiest
bewerkstelligen. Het aanbod is zeer breed; naast authentieke
kunstuitingen van niet-westerse culturen, worden er hedendaagse en
populaire uitvoeringen gegeven. Aanvankelijk werd er slechts nietwesterse muziek geprogrammeerd, sinds de nieuwe cultuurnota echter
komen ook Europese muziektradities meer aan bod. Het doel dat RASA
zich stelt is het presenteren en creëren van eigenzinnige, avontuurlijke
en vernieuwde niet-westerse en interculturele muziek. Daarbij richt
RASA zich voornamelijk op de muziek die elders weinig ruimte krijgt.
De twee hoofdfuncties van RASA zijn RASA Podium en RASA
Concerttournees. In de podiumfunctie worden er per jaar ruim honderd
activiteiten georganiseerd in het pand aan de Pauwstraat. Dit zijn
voornamelijk concerten, maar ook theater- en dansvoorstellingen,
literaire evenementen en lezingen, tevens is er twee-maandelijks een
nieuwe expositie te zien. RASA Concerttournees verzorgt per jaar
ongeveer zeven tournees voor buitenlandse groepen langs diverse
Nederlandse en Europese podia. Het seizoen 2004/2005 werden vijf
concerttournees georganiseerd die in het totaal acht podia in Nederland
en België hebben aangedaan. Naast deze twee functies heeft RASA een
productie- en werkplaatsfunctie. Vanuit de stichting worden, in
samenwerking met instellingen in binnen- en buitenland, festivals en
projecten gerealiseerd rond een bepaalde cultuur of thema. Utrechtse
organisaties waarmee wordt samengewerkt, zijn onder andere het
Naast RASA is er het Tropentheater in Amsterdam en Theater de Evenaar in Rotterdam. Deze
podia in Amsterdam en Rotterdam richten zich echter primair op buiten Europese muziek.
79
De organisatie begon letterlijk en figuurlijk met een schone lei, vandaar de naam (Tabula) Rasa.
80
www.rasa.nl
78
41
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Muziekcentrum Vredenburg, het SJU Jazzpodium en het Holland Festival
Oude Muziek Utrecht.
Het pand van RASA is in 1999-2000 ingrijpend verbouwd. De meest
opvallende verandering is de gevel van het gebouw. Maar ook intern is
er veel gebeurd. De zaal van RASA biedt nu plaats aan ruim
tweehonderd man publiek. De tribune is inklapbaar, waardoor de
capaciteit voor een staand publiek vergroot kan worden tot 350 man.
De zaal is gebouwd op zowel akoestische als versterkte optredens.
Hierdoor is de akoestiek voor beide soort optredens misschien niet
ideaal, maar wel goed te noemen en maakt het presenteren van
akoestisch zeer uiteenlopende muzieksoorten mogelijk. Daarnaast is er
een studio aanwezig, die tijdens de verbouwing is geïsoleerd. De studio
is geschikt voor workshops, zeer kleinschalige concerten en andere
kleinere activiteiten.
Bij RASA zijn twee programmeurs werkzaam, Wieland Eggermont en
Maarten Rovers. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het gehele
programma. Eggermont is daarbij tevens verantwoordelijk voor de
gehele gang van zaken rond de programmering als ook de productie,
publiciteit en techniek. Het programma van RASA is erg divers en de
programmaonderdelen afkomstig uit alle delen van de wereld. De term
wereldmuziek of niet-westerse muziek gebruikt Eggermont liever niet.
‘Dit is een marketingterm en geen benaming van een stijl of genre’.
Bovendien is de term ‘niet westers’ te beperkend omdat RASA zich ook
interesseert in de traditionele muziek, en wat daar uit voortkomt, van
Europa. Over de hele wereld is er een enorm aanbod van lokale, zowel
hedendaagse als traditionele, muziekstromingen. Het plaatsen van al
deze stromingen in één hokje is ten eerste onjuist en ten tweede doet
het geen recht aan de diversiteit van de vele muziekvormen.
RASA probeert in de programmering de interessante nieuwe
ontwikkelingen in de muziek van andere culturen op te pikken en in
Nederland te laten horen. Het komt dan ook niet zelden voor dat
artiesten die bij RASA de ruimte hebben gekregen, tegenwoordig op de
grote Utrechtse muziekpodia te horen zijn, als Vredenburg en Tivoli.
RASA heeft in het verleden geëxperimenteerd met het presenteren
van ensembles die nieuwe muziek uitvoerden met een al dan niet
directe link met niet-westerse compositietechnieken, speeltechnieken of
instrumentarium. Deze optredens waren relatief duur en daarbij kwam
er nauwelijks publiek op af. De nieuwe muziek die RASA bezig houdt, is
niet alleen wat de westerse ensembles uitvoeren, maar zeer zeker de
nieuwe muziek van niet-westerse culturen. In deze niet-westerse
culturen zijn artiesten uiteraard ook bezig vernieuwende muzikale
vormen te ontwikkelen. Alleen bevinden deze artiesten zich niet in de
voor ons traditioneel klassiek-romantische invloedssfeer en zijn ‘overal
hun eigen wiel aan het uitvinden’. Als voorbeeld noemt Eggermont de
ontwikkelingen binnen de muziekscène van de Pacific Rim, de landen
rond de Grote Oceaan, waar tegenwoordig veel interessante, nieuwe
dingen gaande zijn. RASA ziet het als taak nieuwe ontwikkelingen in de
42
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
wereldmuziek binnen en buiten de Nederlandse grenzen op de voet te
volgen.
Omdat de concerten met nieuwe muziek niet altijd kunnen rekenen
op volle zalen, worden ze waar mogelijk in een bredere context
geïntegreerd in een breder programma. Nieuwe muziek zal dan ook niet
vaak als los concert worden aangeboden en eerder in een serie worden
geplaatst. Niet elke serie kan echter nieuwe muziek bevatten, omdat
sommige muziekstromingen nu eenmaal moeilijker te combineren zijn
met andere of nieuwe muziek.
Vóór 11 september 2001 kon veel nog geregeld worden vanuit
Nederland, met telefoon en email. Na de aanslagen in New York is dit
een stuk moeilijker geworden. Veel zaken moeten ter plaatse geregeld
worden en deze buitenlandse reizen brengen grote extra kosten met
zich mee. Bovendien is het reizen in sommige gevallen zelfs gevaarlijk
te noemen. Het is dan ook meer dan eens voorgevallen dat een concert
wegens veiligheidsoverwegingen moest worden afgelast. Er is weinig
routine te brengen in het programmeren van muziek uit de diverse
culturen. Elke groep of cultuur vraagt een andere aanpak.
Ook de overheidsbemoeienis vormt een knelpunt voor RASA. ‘Aan de
ene kant krijg je een opdracht mee, aan de andere kant wordt je
afgerekend op de publieksaantallen’, aldus Eggermont. ‘Het is niet
verstandig alle vormen van mainstream af te stoten, het publiek moet
wél komen’. Door op populaire avonden zoals de dansavonden Mystic
Grooves reclame te maken voor concerten met raakvlakken aan de
gedraaide muziek kan een nieuw publiek over de streep getrokken
worden. Dit is echter een zeer lang proces. Er is geprobeerd tijdens
deze DJ-avonden bandjes te laten optreden, maar dat bleek
teleurstellend, men heeft toch een langer gewenningsproces nodig.
Het publiek van RASA is erg divers. Het echte ‘RASA’-publiek bestaat
niet, de harde kern is erg klein. Veelal komt het publiek uit
nieuwsgierigheid. Natuurlijk wordt er ook publiek getrokken uit het land
van herkomst van de programmering. Dit werkt echter per
bevolkingsgroep anders; sommige artiesten weten veel eigen publiek
mee te brengen, andere minder. ‘Zo zit op een avond met Eritrese
muziek de zaal vol met Eritreërs uit heel Nederland. Aan de andere kant
weet je met Chinese muziek zeker dat je alleen Nederlanders in de zaal
hebt. De Chinezen organiseren hun eigen evenementen.’81
Om het publiek te blijven interesseren is het belangrijk om met een
randprogrammering te werken en mensen stap voor stap te laten
wennen aan de verschillende stromingen van wereldmuziek. Dit kan
bijvoorbeeld door het tonen van documentaires en het geven van
lezingen om de achtergrond van de muziek te verduidelijken. Maar ook
door een programma thematisch in te richten en te beginnen met de
meest toegankelijke vorm, één die dichter bij de belevingswereld van
de bezoeker ligt.
81
A. Kamphuis, webartikel, 2005.
43
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Als service aan het publiek biedt RASA series aan.82 Mensen hebben
het tegenwoordig erg druk en met het kopen van een abonnement kan
men de concerten ver van te voren inplannen. Daarnaast is het
mogelijk om een RASA-pas aan te schaffen, die onder andere korting
geeft op de entreeprijs en toegang verschaft bij een aantal gratis
optredens. Rond de driehonderd mensen maken gebruik van deze
dienst.
Vóór het seizoen begint, brengt RASA de brochure uit met
abonnementenseries. Ook wordt er iedere maand een ladder met de
maandprogrammering gemaakt. Daarnaast wordt gewerkt met posters,
flyers en de digitale communicatiemiddelen internet en email om de
(potentiële) klant te informeren.
RASA wordt gesubsidieerd door de Gemeente en Provincie Utrecht
alsmede het Rijk. De Gemeente roemt RASA om de pioniersrol die het
gespeeld
heeft
in
het
onder
de
aandacht
brengen
van
wereldmuziekstromingen, hoewel in het beleidsplan niet duidelijk naar
voren komt ‘welke relatie met eigentijdse muziekstromingen RASA voor
ogen heeft’.83 Het Rijk onderkent dat RASA in het wereldmuziekcircuit
nog steeds een spilfunctie vervult, maar geen unieke positie in het veld
meer inneemt, aangezien tegenwoordig meerdere organisaties zich
bezighouden met kunstuitingen van niet-westerse culturen. Daarnaast
wordt opgemerkt dat de podiumprogrammering kwalitatief beter kan.84
Voor afzonderlijke projecten vraagt RASA subsidie aan bij diverse
fondsen en overheidsinstellingen.
RASA heeft aangegeven in de subsidieaanvraag voor de periode
2005-2008 minder populaire en amusementsmuziek te gaan
programmeren en zich meer op artistiek vlak te willen profileren. RASA
wil zich tevens meer richten op wereldmuziek op het snijvlak van de
hedendaagse gecomponeerde en geïmproviseerde muziek.85 Bovendien
wil men de programmering verdiepen door een deel van de activiteiten
onder te brengen in series of ze thematisch te koppelen door middel
van festivals.
RASA neemt deel aan het overlegplatform de Utrechtse Harmonie.
Eggermont neemt deel aan het programmeursoverleg. Hij geeft aan nog
geen objectieve mening te hebben over de gang van zaken, daar hij in
zijn functie slechts een klein aantal vergaderingen heeft bijgewoond.
Wel vindt hij dat er in Utrecht wel heel veel activiteiten en verbanden
zijn waaraan meegewerkt moet worden en dat veel hiervan rond één
bepaald thema zijn. Deze moeten ook nog tussen de eigen
programmering geplaatst worden en dit zou nog wel eens de Achilleshiel van de Utrechtse Harmonie kunnen worden, gezien de eigenheid
van de diverse podia.
Voor het seizoen 2005/2006 biedt RASA voor het eerst zelf elf series aan. De eerdere series
vonden in samenwerking met Vredenburg plaats afwisselend in Vredenburg en RASA.
83
Gemeente en Provincie Utrecht, 2004, p. 69.
84
Advies Cultuurnota 2005-2008.
85
Advies Cultuurnota 2005-2008.
82
44
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Programma86
Net als de meeste culturele instellingen in Utrecht, opent RASA het
seizoen met een gratis programma in het kader van het Uitfeest.
Maandelijks worden in RASA onder de naam Mystic Grooves,
succesvolle dance-avonden gehouden, onder de zinspreuk ‘couscous
grooves & basmati breakz’ met dansmuziek met Arabische en Indiase
invloeden. Ook is er maandelijks een Mondiaal Junior, een voorstelling,
concert of workshop voor kinderen.
Zeven keer werd er in het seizoen 2004/2005 in RASA een Cubaanse
jamsessie, een descarga, georganiseerd onder de naam Nueva
Descarga. Deze descargas worden geleid door de Cubaanse trombonist
Alberto ‘Molote’ Muňoz met prominente gasten uit voornamelijk het
latin- en jazzcircuit. Daarnaast vond er een Mondiaal Open Podium voor
(semi)amateurs uit de wereldmuziek en een Mondiaal Speciaal, een
selectie daarvan, plaats.
In het seizoen 2004/2005 werden twee driedaagse festivals
gerealiseerd. In november was het Internationaal Luitfestival in
samenwerking met de jubilerende Nederlandse Luitvereniging, waarbij
een zeer gevarieerd programma rond de luit werd gebracht. In mei
werd het Finland Festival georganiseerd in samenwerking met het
Utrechtse ensemble Insomnio en De Toonzaal in Den Bosch. Tijdens dit
festival was drie dagen lang ‘de actuele stand van zaken van de Finse
wereldmuziek, de jazz en de hedendaags, klassieke muziek te horen’87.
Tevens waren er in oktober twee weekenden rond één bepaald thema;
Festival Eigen Volk Eerst met Utrechte wereldmuziek crossover en Q-Ba
Musica met Cubaanse son. Uiteraard kregen ook de vijf RASA
concerttournees plaats binnen de programmering.
De drie series die in het programma opgenomen waren (Joodse
Muziek, Tango & Chamamé en Hot Salsa & Son), kwamen tot stand in
samenwerking met Vredenburg. De series bevatten vijf concerten,
waarvan twee in Vredenburg en drie in RASA. De reeks Wishing for a
Star is een samenwerkingsproject van RASA, Vredenburg en het SJU
Jazzpodium met muziek uit Hongarije, Slovenië, Polen en Slowakije.88
Tien onderdelen van dit project vonden plaats in RASA, waaronder
zeven concerten.
Naast bovenstaande verbanden werden er in het seizoen 2004/2005
38 losse concerten geprogrammeerd. De nieuwe muziek is te vinden in
de verschillende sessies in RASA als de Nueva Descarga’s en het
Mondiaal Speciaal en Open Podium. Ook in de programma’s van de
festivals zit nieuwe muziek verweven. Daarnaast zijn er een aantal losse
concerten met hedendaagse aspecten. Over het algemeen kan gezegd
worden dat de vernieuwende aspecten door het gehele programma
verweven zijn en in meer of mindere mate in de concerten doorklinken.
De Mondiaal Junior en Mystic Grooves bevatten in het programma de
minste vernieuwende invloeden.
Voor de muziekprogrammering van RASA is geen bijlage toegevoegd. Het muziekprogramma is
te omvangrijk en ook niet volgens een vaste structuur gerangschikt.
87
RASA maandladder mei/juni 2005.
88
Vier van de tien landen die in 2005 toetraden tot de Europese Unie.
86
45
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Impakt
Het eerste Impakt Festival werd gehouden in 1988. Het was een
initiatief van Arjon Dunnewind en Chris Oostrom, die toentertijd
werkzaam waren in het Filmhuis van EKKO89. Vijf jaar later werd
Stichting Impakt opgericht. In beginsel was Impakt gericht op
multidisciplinaire kunst, met de nadruk op beeldende kunst en film. In
de loop van de tijd is Impakt steeds meer gaan organiseren; het
programma werd breder en uitgebreider. Stichting Impakt organiseert
nu ieder jaar het Impakt Festival; een festival voor film- en videokunst,
beeldende kunst, nieuwe media, muziek, performance en debat. In de
aanloop naar het festival worden er ongeveer maandelijks Impakt
Events gehouden. De Events zijn manifestaties, waarbij rond een thema
of kunstenaar een filmprogramma, concertavond of tentoonstelling
wordt samengesteld. Daarnaast initieert Impakt Impakt Online, een
webgallery, en Impakt Works, een werkplaats voor audiovisuele kunst.
Verder wordt onder de noemer Raising Impakt een breed pakket aan
educatieve programma’s voor scholieren aangeboden90. De doelstelling
van Impakt is kunstenaars met elkaar in contact brengen en het
initiëren van combinaties van kunstenaars. In de zogenaamde
Couch.clubs wordt dit in de vorm van communicatie tussen kunstenaars
onderling aan het publiek verduidelijkt. Het waardevolle aspect is dat er
een discussie over werk plaats vindt en daarnaast kunst wordt
vertoond. Tevens biedt Impakt drie selecties van het festivalprogramma
aan: Impakt Highlights, Cultural Autopsy en Music is You.91 Deze
compilaties van audiovisuele kunst worden, tegen betaling,
internationaal aangeboden voor vertoning in musea en festivals. In
sommige gevallen kan het programma aangevuld worden met live
performances of lezingen. Dit brengt echter wel extra kosten met zich
mee, daar het duurder is mensen over te vliegen dan om audiovisueel
materiaal op te sturen.
Impakt heeft geen eigen pand waar de activiteiten plaatsvinden. De
activiteiten vinden plaats op diverse plekken in de stad; filmzalen,
theaters,
musea
en
galeries.
In
2003
werd
het
gehele
festivalprogramma op één plek getoond, te weten het Centraal
Museum. Het festival van 2004 concentreerde zich vooral rond Theater
Kikker en Filmtheater ’t Hoogt. Het Impakt Festival wordt niet in een
bepaalde maand gehouden; het festival 2003 was in juni, het festival
2004 was eind oktober. In 2005 echter zal het festival in december
plaatsvinden. Dit wordt waarschijnlijk de vaste tijd.
EKKO was toen pluriformer in de programmering dan tegenwoordig; muziek, theater, film en
video zaten onder één dak. Alle disciplines werkten samen.
90
Dit is de enige activiteit die Impakt nog in samenwerking met EKKO organiseert.
91
‘Music is You’ is geen muziekprogramma, maar is een selectie van werk van (voornamelijk)
Nederlandse filmmakers en artiesten waarbij de muziek en geluid een expliciete rol speelt. Zie
www.impakt.nl.
89
46
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Vanaf 1990 is Roland Spekle92 als eerste aangetrokken voor de
muziekprogrammering. Hij is gebleven tot 2001. Tegenwoordig wordt
de muziekprogrammering verzorgd door een curator93 muziek, die op
projectbasis wordt aangesteld. Tijdens het festival 2004 was dit Dave
Driesmans.94 De curator bedenkt geen eigen concepten om deze
vervolgens op te leggen aan de kunstenaar. Het is de bedoeling dat de
curator ideeën lanceert en de kunstenaar het concept laat ontwikkelen.
In sommige gevallen wordt er, met enige terughoudendheid, een
context gecreëerd door de curator. Muziek is altijd onderdeel geweest
van de programmering, maar dan wel muziek die relevant is binnen het
multidisciplinaire kader, dus niet muziek om de muziek. De muziek die
geprogrammeerd wordt door Impakt komt vooral uit de pophoek, vanuit
de subcultuur waarin beeld erg belangrijk is. In de vijf dagen dat het
Impakt Festival duurt, vinden ongeveer tien concerten plaats. Dit
kunnen één of meerdere acts per avond zijn. De geprogrammeerde
muziek is zeker avontuurlijk te noemen. Impakt Events worden
thematisch georganiseerd. Op 31 maart 2005 was er bijvoorbeeld de
Event ‘Cinema pour l`oreille’, met als thema de filmische kracht van
geluid, waarbij de muziek een grote rol innam. Bij de Events wordt, veel
meer dan bij het Festival, één op één gewerkt met een curator.
Impakt besteedt veel aandacht aan publiciteit; voor het festival wordt
altijd een programmaboek van hoogstaande kwaliteit gedrukt. Verder
wordt er veel gewerkt met flyers en email. De kijk op de wereld van
Impakt spreekt een jong publiek aan. Er zijn altijd veel studenten van
de Hogeschool en de Universiteit aanwezig. Het publiek is avontuurlijk
ingesteld en vaak hoog opgeleid. Toch is gebleken dat het publiek
voornamelijk op de grote namen afkomt. Door de grote namen te
combineren met opkomende en vernieuwende initiatieven wordt het
nieuwe gesteund. Het stimulerende van Impakt Festival uit zich juist
door het in contact brengen, het combineren en samenvoegen van
groot en onbekend. In de toekomst zouden ze zich graag ook meer
gaan richten op de productionele kant.
Stichting Impakt krijgt in het kader van de beeldende kunst
structurele
subsidie
van
de
Provincie
en
Gemeente.
De
subsidieaanvraag bij het Rijk is niet gehonoreerd, met als reden het
geringe publieksbereik en nog niet voldoende kwaliteit van de algehele
programmering. Wel is de Raad voor Cultuur tevreden met de sterk
lokale inbedding van het Impakt Festival.95 Daarnaast is er structurele
steun van de Mondriaan Stichting voor de beeldende kunst en video.
Voor de muziek- en podiumproducties is er projectsubsidie toegekend
door het Fonds voor de Podiumkunsten. ‘Deze producties zijn altijd zo
Tegenwoordig is Roland Spekle onder andere muziekprogrammeur bij Huis aan de Werf.
De term curator is eigenlijk vreemd in de muziekwereld en is afkomstig uit de beeldende kunst.
94
Dave Driesmans is naast labelmanager van het (K-RAA-K)3 label en concertorganisator tevens
grafisch ontwerper.
95
Advies Cultuurnota 2005-2008. Opvallend is dat Impakt bij de subsidieaanvraag te kennen heeft
gegeven de muziekprogrammering meer naar de achtergrond te laten verdwijnen. Dit kwam echter
niet in het gesprek naar voren.
92
93
47
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
veel duurder dan audiovisuele kunstprojecten’, aldus Arjon Dunnewind,
festivaldirecteur van Impakt.
Volgens Arjon Dunnewind heeft Utrecht een redelijke podiumsituatie,
‘het is geen trieste toestand’. Er zou wel meer geld moeten komen voor
incidentele projecten; liever geld voor flexibele initiatieven dan voor de
grote podia. Impakt maakt vanzelfsprekend geen deel uit van de
Utrechtse Harmonie. Wel is de stichting aangesloten bij K4, een
samenwerkingsverband met Casco, de Basis voor Actuele Kunst (BAK)
en het Grafisch Atelier Utrecht (GAU). ‘Het is van belang breed te
denken, vooral in de multi- en interdisciplinaire kunstensector’, zegt
Dunnewind.
Programma
Het muziekprogramma van Impakt Festival 2004 telde vijf
programma-onderdelen met elf verschillende acts en vond in het geheel
plaats in Theater Kikker (zie bijlage 4). Op de openingsavond waren er
twee kunstenaars te gast: de Duitse Thomas Köner, die beeld en geluid
met elkaar laat vermengen en Aki Onda, een van origine Japanse
kunstenaar, die een collage maakte van (bewerkte) geluidsfragmenten.
De tweede muziekavond stond geheel in het teken van Chinese
electronische muziek. Te horen was geluidskunstenaar Dajuin Yao,
pionier van de Chinese electronische muziek. Naast hem waren nog
twee Chinese acts geprogrammeerd. De derde avond was (K-RAA-K)3avond, een Belgisch platenlabel dat experimentele muzikale initiatieven
de ruimte geeft. Tijdens deze avond, mede georganiseerd door Theater
Kikker, waren vier uiteenlopende acts te horen die door dit label
uitgenodigd werden. Het Weense trio Radian verzorgde de voorlaatste
avond.96 De performance bestond uit analoog en digitaal bewerkte
opnames van akoestische muziek, gecombineerd met live drum ’n bass.
Het muziekprogramma van het festival werd afgesloten met een concert
van Ryoji Ikeda. De concerten van deze Japanse geluidskunstenaar zijn,
zoals in de toelichting staat, ‘pure sensorische ervaringen die even
delicaat als fysiek zijn’.
Eveneens werden er in het seizoen 2004/2005 Impakt Events
georganiseerd. De eerste Event in 2005 ‘Cinema pour l’oreille’
concentreerde zich rond het thema geluid en muziek in de cinema. In
plaats van zich primair op het beeld te richten, werd tijdens dit Event de
focus verlegd naar het muzikale perspectief van de film. Tijdens deze
avond in Tivoli De Helling werden de vier programmaonderdelen
afgewisseld met een driegangenmenu. (Voor programma zie Bijlage 4.)
Het muziekprogramma bestond hoofdzakelijk uit electronische
experimentele muziek, of eerder performances, van geluidskunstenaars.
De term geluidskunstenaar impliceert de relatie met de beeldende en
audiovisuele kunst. De muziek die Impakt programmeert is dan ook
vaak een cross-over vorm tussen de verschillende kunstdisciplines.
96
Radian was een jaar eerder, in november 2003, te gast bij Rumor!
48
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Rumor
Begin jaren negentig waren pop, jazz en klassiek nog gescheiden
werelden. Ieder had zijn eigen podium en er was weinig aandacht voor
de tussenvormen. Veel muziek viel hierdoor buiten de boot. Uit onvrede
over de podiumsituatie kwamen in 1991 een aantal mensen uit de
muzieksector bij elkaar en richtten stichting Rumor op. Rumor ijverde
voor een bredere en completere programmering, waarbij ook de diverse
mengvormen in de muziek een plek kregen. In 1995 organiseerden zij,
in nauwe samenwerking met de diverse muziekpodia, de eerste Rumor
festivalavond. Op 18 november was de eerste editie bij het SJU
Jazzpodium, Theater Kikker en filmtheater ’t Hoogt. Het concept van
deze avonden is om op drie verschillende podia in Utrecht achter elkaar
drie nieuwe muziek concerten neer te zetten met elk een andere
muzikale inslag. Het publiek wordt tijdens deze avonden langs de
diverse podia en concerten geleid. Deze sandwichformule zorgt ervoor
dat de verschillende publieksgroepen zowel in aanraking komen met
elkaar, als met muziekvormen en podia die normaal gesproken niet snel
bezocht zouden worden. Daarbij wordt altijd gezocht naar
muziekvormen die eigentijds en avontuurlijk zijn. Muziek die elders nog
niet geprogrammeerd wordt, niet commercieel en duidelijk vernieuwend
van aard is. Anno 2005 is deze formule niet gewijzigd en zijn de Rumoravonden uitgegroeid tot succesvolle avonden met een internationaal
bereik. Artiesten van over de hele wereld worden geprogrammeerd en
het publiek komt vanuit het hele land, en zelfs daarbuiten, naar Utrecht
om de avonden te bezoeken. Veel musici die voor het eerst
geprogrammeerd werden door Rumor, zijn intussen uitgegroeid tot
succesvolle artiesten die volle zalen trekken. Naast het organiseren van
interessante vernieuwende concerten, biedt Rumor tevens de
mogelijkheid aan beginnende artiesten zich in de kijker te spelen.
Rumor-avonden hebben in de loop der tijd een etalagefunctie voor
muziekprogrammeurs gekregen.
Per jaar zijn er gemiddeld vier tot vijf Rumor-avonden. Het budget
van Rumor is beperkt, waardoor geprogrammeerde bands en ensembles
niet speciaal voor het festival kunnen worden overgevlogen. Het festival
is daarnaast aangewezen op de open plekken in de planning van de
diverse muziekpodia; praktisch alle podia stellen hun faciliteiten
kosteloos ter beschikking.97 Rumor is dus in grote mate afhankelijk van
het aanwezig zijn van de artiesten in den lande enerzijds en de
beschikbaarheid van een geschikt podium anderzijds. Dit is de reden
dat de avonden niet op regelmatige basis georganiseerd worden.
Alleen Tivoli vraagt voor het gebruik van de zaal huur. Voor de overige podia, die geen huur
vragen, is een Rumor-avond in huis halen natuurlijk een goede promotie. Bovendien genereert dit
mogelijk een nieuw publiek, doordat het publiek van Rumor niet noodzakelijkerwijs bekend hoeft te
zijn met het podium.
97
49
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Bij Rumor is slechts één persoon werkzaam, Günther Barten, die
verantwoordelijk is voor het gehele reilen en zeilen van de stichting.
Voor de programmering wordt samengewerkt met diverse mensen uit
de muziekwereld, veelal programmeurs. Op vrijwillige basis dragen zij
artiesten aan die ‘Rumor-waardig’ zijn; artiesten die nog te klein en
onbekend zijn voor de reguliere muziekpodia, maar wel de moeite
waard zijn. Sinds de cultuurnotaperiode 2005-2008 is er subsidie van
de Gemeente en Provincie Utrecht. De grootste kosten worden gemaakt
met de uitkoopsommen voor de artiesten. Met opzet worden deze
uitkoopsommen niet omgezet in uitbetaling op recette basis; Rumor wil
een eerlijke houding ten opzichte van de musici aannemen en deze niet
afrekenen op de publieksaantallen. De uitkoopsommen zouden kunnen
worden terugverdiend met de verkoop van toegangsbewijzen, de
toegangsprijs wordt echter zo schappelijk mogelijk gehouden98 om de
drempel voor het publiek niet onnodig hoog te maken. Alleen door
commercieel te programmeren zou de entree omhoog gegooid kunnen
worden; dit is echter niet het doel van de Rumor-avonden.
Als enige organisatie in Nederland met een programma-aanbod met
alleen vernieuwend, verrassende, avontuurlijke en eigentijdse muziek,
neemt Rumor een unieke plaats in het Nederlandse muziekleven in.
Graag zou Rumor frequenter festivals organiseren en het aanbod
uitbreiden naar andere steden, als Tilburg, Rotterdam en Nijmegen. In
Nijmegen en Rotterdam zijn in het verleden al een aantal
festivalavonden gehouden. Vanwege het feit dat subsidieaanvragen
voor samenwerking met deze steden zijn afgewezen door het FPPM99,
bestaat het concept tegenwoordig alleen in Utrecht en moet het publiek
vanuit het gehele land naar Utrecht afreizen. Een mogelijkheid zou
kunnen zijn om een meer populair programma aan te bieden. Dit is
voor Rumor echter geen optie; het avontuurlijke programma en de
kleinschaligheid moet behouden worden en Rumor mag geen
commerciële organisatie worden. ‘Dit zou de oprechtheid van de
stichting teniet doen en de toegevoegde waarde voor het muziekaanbod
zou hiermee verloren gaan’, aldus Barten.
Het publiek van de Rumor festivalavonden is uiteraard erg divers.
Iedere band of ensemble spreekt een eigen publiek aan. Daarnaast
heeft ieder podium zijn eigen reguliere publiek. De grote kracht van de
Rumorformule is dat deze publieksgroepen op de festivalavonden met
elkaar vermengd worden. ‘Zo is het bijvoorbeeld voor gekomen dat op
een van deze avonden een groep heavy metal fans bij een free jazz
concert aanwezig was’, vertelt Barten. Dit impliceert dat de free jazz
liefhebbers die avond eveneens een concert meemaakten met
metalinvloeden. De publieksgroepen hebben met elkaar gemeen dat ze
openstaan voor een diverse en avontuurlijke programmering. De
De gemiddelde entreeprijs is tien euro voor drie concerten op één avond.
Vorig jaar werd de subsidieaanvraag voor samenwerking met Tilburg en Rotterdam afgewezen
door het FPPM. Eerder werd ook al een aanvraag voor samenwerking met Rotterdam en Nijmegen
niet gehonoreerd.
98
99
50
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
publiciteitsmiddelen die Rumor zich kan permitteren zijn beperkt. De
meeste communicatie gebeurt via de (binnenkort vernieuwde)
internetsite en email. Tevens worden er voor elke festivalavond flyers
met een korte, maar prikkelende, uitleg van de verschillende
programmaonderdelen gemaakt. Affiches worden wegens geldgebrek
niet meer gedrukt. Toch kan een festivalavond altijd rekenen op een
groot publiek; vooral de mond-op-mond reclame doet goed zijn werk.
Günther Barten, in zijn dubbele functie van programmeur en
directeur
van
Rumor,
neemt
deel
aan
zowel
de
programmeursvergadering als het directeurenoverleg van de Utrechtse
Harmonie. Zijns inziens is de Utrechtse Harmonie zeker waardevol voor
het muzikale landschap in Utrecht. De gezamenlijke podia in Utrecht
zorgen voor een vrij compleet muzikaal aanbod en dit is voor een groot
deel te danken aan de overkoepelende overlegstructuur. Volgens Barten
blijft de hedendaagse gecomponeerde muziek het ondergeschoven
kindje van de muziek. Deze muziek heeft nog steeds geen eigen plek in
het podiumcircuit kunnen veroveren.
De Rumor festivalavonden worden geroemd om hun uniciteit en
verrassende muziekprogramma, bovendien kunnen de avonden rekenen
op een goede publieke belangstelling. Toch is het onduidelijk of Rumor
in de toekomst door zal kunnen blijven gaan met het organiseren van
de festivalavonden. Ondanks de welwillende houding van de Gemeente
en Provincie en de bijdrage van een aantal fondsen100, is de toegekende
subsidie niet voldoende voor vier jaar programmering én de volledige
loonkosten voor één persoon. Bij het aanvragen van steun bij fondsen
valt Rumor vaak buiten de boot. Rumor profileert zich als festival, maar
in de ogen van veel subsidieverstrekkers is door de kleinschalige opzet
in tijd en aantal acts eerder sprake van een concertreeks. Ook het Rijk
ziet om deze reden af van structurele subsidie.101 In het kader van de
festivalregeling van het rijksfonds FPPM werd de subsidieaanvraag van
Rumor niet gehonoreerd, daar de commissie er niet van overtuigd was
dat het festival een aanvulling was op het podiumkunstenaanbod in
Nederland. Voor subsidie op projectbasis heeft Rumor echter weer een
te duurzaam karakter. Bovendien wordt er bij de diverse muziekpodia
steeds verder vooruit geprogrammeerd. Afgezien van de poppodia,
hebben de podia minder ruimte in hun planning voor spontane
activiteiten. Rumor heeft hierdoor steeds meer moeite met het vinden
van geschikte ruimte.
Programma
In het seizoen 2004/2005 werden door Rumor vijf festivalavonden
gerealiseerd; de Rumors 36 tot en met 40.102 Afgezien van de
veertigste aflevering bestonden de avonden uit drie concerten. Rumor
Het Thuiskopiefonds, het VSB Fonds, het KF Heinfonds, het Elise Mathildefonds en het Fentener
van Vlissingen Fonds.
101
Zie ook het Advies Cultuurnota 2005-2008.
102
Voor een volledig overzicht van de laatse tien festivalavonden zie Bijlage 6.
100
51
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
40 bevatte vier programmaonderdelen. De muziek die op de festivals te
horen is, is niet onder één noemer te vangen. Als voorbeeld zal het
programma van Rumor 40 beschreven worden. Het eerste concert in
Theater Kikker was van Ralph van Raat op piano met werken van Louis
Andriessen. Niet alleen de bekendere werken van de componist
kwamen aan bod, maar ook zelden uitgevoerde en vaak onuitgegeven
(jeugd)werken. Het volgende concert vond plaats in EKKO en werd
gegeven door Vandal X. Dit is een duo dat, zoals de flyer vermeld,
‘noisecore’ maakt, een bedachte term voor een innovatieve mix voor
‘het beste dat de punk, hardcore en metal hebben voortgebracht’.
Hierna waren in RASA Ernst Reijseger en Louis Sclavis te zien.
Componist, klarinettist en saxofonist Sclavis en cellist Reijseger
brachten hier spontane en spannende vrij geïmproviseerde muziek. Bij
het laatste concert op het SJU Jazzpodium was het Scandinavische duo
Fross te horen. Hun muziek wordt getypeerd als ‘digital soul’: een
electronische mengvorm van beat, soul, jazz, electro en hiphop met
invloeden van uiteenlopende andere muziekstromingen als de werken
van J.S. Bach en Steve Reich.
Een greep uit het aanbod van de andere Rumoravonden zijn: Japanse
grunge met diverse invloeden; Noorse free jazz; en Noord- en LatijnsAmerikaanse electronische muziek. De enige overeenkomst tussen de
verschillende ensembles en bands is eigenlijk dat ze door Rumor
geprogrammeerd zijn. Zowel het festivaprogramma in het algemeen,
als de aparte programmaonderdelen in het bijzonder zijn moeilijk
eenduidig te typeren. In de programmering zijn mengvormen van een
heel divers scala van muziekstijlen en –genres terug te vinden.
52
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Hoofdstuk 4: Stand van zaken
Utrecht heeft alle voorwaarden voor een bloeiende culturele stad.
Utrecht bevindt zich centraal in Nederland, is per trein en auto goed te
bereiken en heeft een kleine en gezellige historische binnenstad met
diverse
uitgaansmogelijkheden.
Bovendien
is
Utrecht
een
universiteitsstad én er is een grote Hogeschool aanwezig, met
muziekvakopleiding. Deze factoren bevorderen de vestiging van jonge
hoogopgeleide mensen in de stad. En juist studenten, andere
alleenstaanden en hoogopgeleide jonge huishoudens zonder kinderen
hechten belang aan een aantrekkelijk cultuuraanbod.103 Deze groepen
zijn in mindere mate aan huis gebonden. Ze brengen veel tijd
buitenshuis door en zijn de meest frequente bezoekers van
horecagelegenheden en culturele activiteiten. Een breed en gevarieerd
cultureel aanbod bevordert dus de aantrekkelijkheid van een stad.
Wanneer gekeken wordt naar het culturele aanbod104 in relatie tot het
inwoneraantal, valt op dat Utrecht samen met Amsterdam van de vier
grote steden koploper is.105 Utrecht heeft zelfs van de vier grote steden
de meeste bezoeken aan de podiumkunsten per hoofd van de
bevolking. Er is dus zeker publiek aanwezig voor de podiumkunsten en
zo ook voor concerten met nieuwe muziek. Toch blijkt maar een klein
deel daadwerkelijk de gang naar de nieuwe muziek concerten te vinden.
Een parallel met de stedenbouwkundige structuur van de stad Utrecht is
dan snel gemaakt. Utrecht heeft een binnenstad met drukke pleinen,
grachten en straten, maar ook verstopte kleine stille hofjes. De
muziekprogrammering in Utrecht is hiermee te vergelijken. Het meest
zichtbare is het grote aanbod van populaire en klassieke muziek op de
grotere podia. Daarnaast wordt er op kleinere schaal nieuwe muziek
geprogrammeerd, deze programmering springt echter niet direct in het
oog en is verspreid over de diverse muziekpodia. ‘Pas nadat je een
rondleiding hebt gehad, ben je op de hoogte van de onzichtbare
schoonheid van de stad. En dit geld ook voor het Utrechtse aanbod van
nieuwe muziek.’106
103
104
105
106
G.A. Marlet en I.M. Tames, 2002, p. 21.
Aantal podiumkunstvoorstellingen en musea.
G.A. Marlet en I.M. Tames, 2002, p 41.
Uit gesprek met Renée Heijnen en Liesbeth van Droffelaar, Gemeente Utrecht.
53
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Programmering
Door de diversiteit van nieuwe muziek en de veelheid aan nieuwe
muzikale ontwikkelingen, is het erg lastig alle actuele muziekvormen
een eigen plaats te geven in de programmering. ‘Enerzijds ligt er de
noodzaak tot museale conservering van de twintigste eeuw, die eeuw
willen we als cultuurgoed niet kwijtraken. Anderzijds gebeurt er in de
huidige nieuwe muziek over de hele breedte van klassiek tot pop zo
veel dat de muzieksector hard zal moeten lopen om het bij te benen’.107
Over het algemeen kan gezegd worden dat de Utrechtse Muziekpodia
gezamenlijk een erg breed scala aan nieuwe muziek aanbieden en er
weinig overlap in programmering te constateren is.
Wat betreft de gecomponeerde nieuwe muziek zijn Muziekcentrum
Vredenburg en Theater Kikker de grootste aanbieders. Vredenburg
concentreert zich voornamelijk op het ‘ijzeren repertoire’ van de nieuwe
muziek. De muziek die hier klinkt, is de nieuwe muziek van de
bekendere componisten. Ook Nederlandse componisten komen aan bod.
Afgezien van de premières van een aantal Nederlandse en buitenlandse
componisten, is de nieuwe muziek die bij Vredenburg wordt uitgevoerd
te karakteriseren als de oudere gecomponeerde nieuwe muziek.108 Ook
de ensembles en orkesten die het werk ten gehore brengen, zijn
ensembles met landelijke uitstraling. Lokale artiesten uit de nieuwe
muziek zijn sporadisch te vinden in het programma. De concerten
worden vrijwel allemaal aangeboden in serievorm. Bij het programma
van Theater Kikker ligt het accent tevens bij de gecomponeerde nieuwe
muziek. Binnen de programmering ligt het zwaartepunt echter bij de
hedendaagse gecomponeerde nieuwe muziek. Lokale ensembles en
componisten komen bij Kikker veel meer aan bod dan bij Vredenburg.
Vooral het Rosa Ensemble neemt een speciale plek in. De concerten bij
Kikker worden weliswaar niet in serievorm aangeboden, wel worden de
concerten geconcentreerd in de Luisteren!-weekends. Daarnaast zijn er
de maandelijkse Proeflokalen met een sterk experimenteel karakter.
Waar Vredenburg in muziek en musici landelijk georiënteerd is, is
Kikker meer gericht op de lokale muzieksector.
De muziekprogrammering van HFadW is niet erg omvangrijk. Net als
bij Theater Kikker ligt het zwaartepunt in het gehele programma bij het
theater. Beide multidisciplinaire organisaties kiezen echter voor een
ander soort muziekprogrammering. Waar Kikker voornamelijk
gecomponeerde muziek brengt, kiest HFadW voor een meer
multidisciplinair muzikaal aanbod. Veel van de programmaonderdelen
bevat nieuwe muziek die ingebed zit in een theatrale vorm met
veelvoudig gebruik van beeld. De nieuwe muziek heeft deels
raakvlakken met de populaire muziek, deels met het experiment. Het
muziekprogramma van HFadW is moeilijk in te delen in een van de
hoofdstromingen van de nieuwe muziek, dit komt door de geringe
omvang van het muzikale aanbod en de diversiteit binnen het
muziekprogramma. Opmerkelijk is dat HFadW als enige besproken
B. van Rosmalen, 1998, p. 8.
Maar ook muziek van het begin van de twintigste eeuw wordt als nieuwe muziek
geprogrammeerd in het kader van de serie ‘Een Eeuw Nieuwe Muziek’.
107
108
54
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
organisatie kiest voor seriebespeling, terwijl dit in de muzieksector
ongebruikelijk is.
De nieuwe muziek die op het SJU Jazzpodium de ruimte krijgt is
voornamelijk vernieuwende geïmproviseerde muziek. Van de vier of vijf
optredens die in het totaal per week gegeven worden, kan echter niet
van alle gezegd worden dat het nieuwe muziek betreft. Het
vernieuwende karakter zit voornamelijk in de Music: World Series en de
SJU Lab projecten. In de programmering van de losse concerten wordt
een representatie gegeven van de hedendaagse jazzpraktijk, waarbij
het accent ligt bij de vernieuwende ontwikkelingen in de
geïmproviseerde muziek. Lokale musici en ensembles krijgen bij het
SJU Jazzpodium niet zelden de ruimte. Het was dan ook één van de
redenen bij de oprichting van de SJU om de lokale jazzmusici een eigen
podium te geven. De taakverdeling in de jazzprogrammering tussen
Vredenburg en de SJU is helder; Vredenburg draagt zorg voor het
programmeren van de meer behoudendere jazzvormen en op het SJU
Jazzpodium is het actuele aanbod te horen.
De vernieuwende wereldmuziek is in hoofdzaak te vinden bij
Wereldculturencentrum RASA, maar ook de SJU neemt een deel voor
haar rekening. RASA, gespecialiseerd in de kunstuitingen van nietwesterse culturen, neemt echter het grootste gedeelte op zich. In de
programmering van nieuwe muziek legt RASA de nadruk op de
verschillende vernieuwende muzikale ontwikkelen die gaande zijn in de
diverse niet-westerse culturen. De SJU concentreert zich op de
hedendaagse geïmproviseerde wereldmuziek en de verschillende
combinaties hiervan in de Music: World Series en Sessies.
Rumor bindt als het ware de losse eindjes aan elkaar in de nieuwe
muziek. Waar de reguliere muziekpodia in Utrecht nog niet klaar voor
zijn, wordt door Rumor juist wel geprogrammeerd. Frappant is dat juist
deze concerten wel weer uitgevoerd worden op dezelfde Utrechtse
muziekpodia en dat deze podia hun zaal (meestal) gratis ter
beschikking stellen. Rumor zou gezien kunnen worden als vrijplaats
voor de nieuwe muziek die bij de ander podia niet binnen de
programmering past. De nieuwe muziek die klinkt tijdens deze Rumor
avonden is zeer divers. Alle hoofdstromingen in de nieuwe muziek
worden hier gerepresenteerd. In de gehele programmering zijn relatief
weinig Utrechtse ensembles en musici te vinden, Rumor profileert zich
dan ook als festival met landelijke uitstraling.
Impakt neemt binnen de nieuwe muziek programmering van Utrecht
een aparte plaats in. Impakt is in hoofdzaak een organisatie voor filmen videokunst, beeldende kunst en nieuwe media. De nieuwe muziek
vormt slechts een klein onderdeel van de gehele programmering. De
muziek die geprogrammeerd wordt is niet muziek om de muziek, maar
muziek met een duidelijke link naar het audiovisuele. Desalniettemin is
deze muziek zeker aan te merken als nieuwe muziek en is het beste
onder te brengen bij de vernieuwende experimentele popmuziek, daar
de muziek veel raakvlakken met de populaire cultuur heeft. Bovendien
is deze muziek afkomstig uit een subcultuur waarin, net als in de
populaire muziek, beeld erg belangrijk is. Dit betekent niet dat de
55
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
muziek die door Impakt geprogrammeerd wordt per definitie makkelijk
in het gehoor ligt.
Op de Utrechtse muziekpodia vinden we hiermee alle vier de
hoofdstromingen in de nieuwe muziek terug; de gecomponeerde nieuwe
muziek, de geïmproviseerde nieuwe muziek, de nieuwe wereldmuziek
en de vernieuwende populaire muziek.
Achtergrond
De achtergronden van de diverse organisaties die nieuwe muziek
programmeren verschilt. Muziekcentrum Vredenburg is de enige
organisatie die kan terug kijken op een lange historie. Weliswaar onder
de oude naam, Tivoli. Het was jarenlang hét muziekpodium van de stad
Utrecht. Nog steeds is de gemeentedienst Vredenburg verantwoordelijk
voor de overgrote deel van de Utrechtse muziekprogrammering. Deze
programmering strekt zich uit van oude muziek tot americana. Nieuwe
muziek vormt een klein deel van het algehele programma.
Voor de overige organisaties (uitgezonderd van RASA) is in principe
een tweedeling te maken in ontstaansgeschiedenis; enerzijds de
organisaties ontstaan uit initiatieven vanuit de kunstenwereld,
anderzijds de organisaties ontstaan uit studenteninitiatieven. Het SJU
Jazzpodium en Rumor zijn primair uit muzikaal oogpunt opgericht. De
SJU in 1977 om de moderne jazz en geïmproviseerde muziek een eigen
plek te geven in Utrecht. Rumor in 1991 uit onvrede over het bestaande
muzikale klimaat waar voor de vernieuwende muzikale vormen en de
mengvormen hiervan geen plaats was. Beide initiatieven zijn gegroeid
om de hiaten in het (Utrechtse) muziekleven op te vullen. De
programmering van Rumor en de SJU bestaat dan ook respectievelijk
geheel en voor het grootste gedeelte uit hedendaagse, vernieuwende
muziek. Ook Impakt is gegroeid uit een initiatief vanuit de
kunstensector. De invalshoek is echter beduidend anders, het betreft
hier een organisatie die zich primair richt op de beeldende en
audiovisuele kunsten, de nieuwe muziek heeft pas later een plaats in de
programmering gekregen.
Voor
Theater
Kikker
en
HFadW,
beide
ontstaan
als
studenteninitiatieven, is de muziekprogrammering niet de ‘core
business’. Beide multidisciplinair van opzet bieden zij in hoofdzaak
theater. Waarbij gezegd kan worden dat dit meer geldt voor HFadW dan
voor Kikker, die naast theater ook dans en kindervoorstellingen
programmeert. Muziek heeft wel vanaf het begin deel uit gemaakt van
het programma, maar is niet altijd prominent aanwezig geweest. Dit
zou kunnen zijn omdat deze organisaties als studentenactiviteit
begonnen zijn en in het beginsel een meer vrijblijvend karakter hebben
gehad. Vooral uit de geschiedenis van Kikker blijkt dat in de begintijd
geen duidelijke lijn in de algehele programmering zat. Met het
verkrijgen van een eigen pand en de professionalisering van beide
organisaties, werd een duidelijker profilering in gang gezet. Beide
organisaties zijn uitgegroeid van studenteninitiatief tot professionele
56
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
culturele instelling.109 Wat wel het gevaar is bij een multidisciplinaire
organisatie waar muziek meer in de kantlijn staat, is dat de specifieke
expertise op het gebied van muziekprogrammering bij het grootste deel
van het personeel vaak niet of nauwelijks aanwezig is. De
muziekprogrammeur kan hierdoor snel op een eilandje binnen de
organisatie terechtkomen.
Wereldculturencentrum
RASA
heeft
een
meer
typische
ontstaansgeschiedenis; van jongerencentrum naar cultuurcentrum, naar
centrum
voor
migrantencultuur
en
uiteindelijk
naar
wereldculturencentrum. RASA is gezien de ontwikkeling meegegaan met
de vraag vanuit het publiek, niet vanuit een commercieel maar vanuit
een maatschappelijk oogpunt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat
RASA in beginsel werd gesubsidieerd uit het welzijnsbudget.
Tegenwoordig is ook RASA geprofessionaliseerd en uitgegroeid tot een
van de weinige centra voor niet-westerse cultuur in Nederland.
De professionalisering in de Utrechtse muzieksector heeft zich de
laatste jaren niet alleen op personeel gebied voltooid. Ook is dit te zien
aan de faciliteiten waar het grootste deel van de besproken organisaties
tegenwoordig over beschikken. Met steun van de gemeente zijn zowel
Theater Kikker, als Huis aan de Werf, RASA en het SJU Jazzpodium de
afgelopen jaren grondig verbouwd. Bovendien staat de bouw van het
nieuwe Muziekpaleis hoog op de culturele agenda.
Publiek
‘Het probleem van programmeren is negen van de tien gevallen niet het
gebrek aan fantasie van de programmeur of dirigent, het gebrek aan
goede wil van orkest of het kleine deel van het publiek dat wél komt.
Het probleem is die grote moot die je als basis in je zaal moet hebben
om een kapitaalkrachtige organisatie overeind te houden. We moeten
muziek uitvoeren waar het grootste deel van het publiek graag naar
luistert. Alleen weet het publiek lang niet altijd waar het graag naar
luistert, men weet vooral wat men wil: bevestigd worden in een
cultureel en emotioneel kader’ – Leo Samama, artistiek coördinator
Residentie Orkest.110
Het meest gehoorde probleem bij het programmeren van nieuwe
muziek is het beperkte publiek dat op deze concerten afkomt. Dit is een
probleem dat niet alleen in Utrecht speelt, maar voor de gehele nieuwe
muziek sector geldt. Slechts één procent van de Nederlandse bevolking
is in beginsel geïnteresseerd in de hedendaagse muziek.111 Er zijn
diverse onderzoeken gedaan naar het publiek van nieuwe muziek. De
meest recente zijn van C. Smithuijsen en J. Hoogervorst in
Ook tegenwoordig zijn er veel studentenorganisaties die op een bepaalde manier bezig zijn met
kunst en cultuur. Met de huidige studiedruk wordt het echter steeds moeilijker studenten zo ver te
krijgen om hun kostbare tijd te stoppen in een vrijwillige bijdrage aan cultuur.
110
In: P. Janssen, Trainingskamp vol prikkeldraadmuziek, 1999, p. 54.
111
Dit is weliswaar enigszins gedateerd en komt uit een onderzoek door H. Ganzeboom uit 1990.
C. Smithuijsen, ‘Hoorspel’, in: E. Schönberger, 1996, p. 166.
109
57
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
respectievelijk 1993 en 1994.112 In deze onderzoeken wordt het nieuwe
muziek publiek ten opzichte van het algemene (klassieke)
concertpubliek getypeerd als gemiddeld jonger en hoger opgeleid.
Opvallend is ook dat 81% van het publiek ooit zelf gemusiceerd heeft,
van de 54% die dit nog steeds doen, is dit voor een groot deel op
professioneel
niveau.
Hierbij
kan
opgemerkt
worden
dat
conservatoriumstudenten ‘in niet geringe mate fungeren als publiek bij
concerten met hedendaagse muziek’.113 Het onderzochte publiek is
voornamelijk het publiek van gecomponeerde nieuwe muziek.
Daarnaast is er voor de gehele nieuwe muziek sector een steeds
duidelijker tweedeling in de publiekssamenstelling waarneembaar.
Enerzijds ontstaat er een nieuw jong, omnivoor, ongrijpbaar publiek,
anderzijds is er het reeds bestaande, gespecialiseerde oudere
publiek.114 Door Muziekcentrum Vredenburg zal voornamelijk het
oudere, gespecialiseerde publiek worden aangesproken, dat afkomt op
de grote namen uit de nieuwe muziek. Het publiek van Theater Kikker
zal gemiddeld genomen jonger zijn dan het Vredenburg-publiek,
vanwege het programma met minder bekende en nieuwere
gecomponeerde muziek. Ook Impakt en HFadW zeggen met hun
muziekprogrammering een jong en avontuurlijk ingesteld publiek aan te
spreken, waarbij het aandeel studenten erg hoog is. Rumor, RASA en
de SJU kunnen rekenen op een meer divers samengesteld publiek,
mede door de diverse programmering.
Waar ‘De Nieuwe Serie’ van Vredenburg in de jaren negentig nog kon
rekenen op gemiddeld vijfhonderd tot zevenhonderd bezoekers115, is dit
aantal de afgelopen jaren sterk verminderd. Ook Kikker en HFadW zijn
niet tevreden over de publieksaantallen voor hun nieuwe
muziekprogrammering. Bij het SJU Jazzpodium is het publieksbereik de
afgelopen jaren weliswaar vergroot, maar er moet wel steeds harder
aan getrokken worden om nieuw publiek binnen te halen. RASA geeft
aan dat er weinig publiek is voor de hedendaagse programmering. Men
probeert hier een nieuw publiek te winnen uit het publiek van de meer
mainstream programmering; dit is echter een zeer traag proces. Rumor
daarentegen loopt erg goed en kan rekenen op een trouwe schare
Rumor-toehoorders. Bovendien is er altijd publiek dat specifiek op de
geprogrammeerde artiesten afkomt. Voor Impakt is de muziek
weliswaar
geen
hoofdzaak,
maar
blijkt
deze
behoorlijke
bezoekersaantallen te trekken, ondanks (of dankzij?) de niet erg
toegankelijke programmering.
Over het algemeen kan gezegd worden dat alle besproken
organisaties wel tevreden zijn met het type publiek dat bereikt wordt
met de concerten. Dat het publiek over de gehele muzieksector de
afgelopen jaren is afgenomen terwijl het aantal concerten is
C. Smithuijsen ondervroeg in 1993 abonnementshouders van Muziekcentrum Vredenburg,
waaronder de abonnementshouders van ‘De Nieuwe Serie’ met hedendaagse muziek. J.
Hoogervorst enquêteerde in 1994 het publiek van de Promsconcerten.
113
C. Smithuijsen, in: E. Schönberger, 1996, p. 181-183.
114
Walter Maas Huis, 1995, p. 3.
115
J. Hoogervorst, 1995, p. 48.
112
58
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
toegenomen116, treft uiteraard tevens de organisatoren van nieuwe
muziek. Het publiek voor nieuwe muziek, is een publiek dat voor het
overgrote deel bestaat uit connaisseurs en mensen die beroepsmatig
betrokken zijn bij de muziek. Dit maakt het nieuwe muziek publiek een
zeer kwetsbaar publiek. Dat de nieuwe muziek nooit zal kunnen
rekenen op een massale publieksbezetting is een feit, maar dit zou dan
ook niet het meest belangrijke moeten zijn bij het programmeren van
nieuwe muziek. Niet elk concert met nieuwe muziek vervult dezelfde
functie; een concert met experimenteel karakter bijvoorbeeld heeft niet
als primaire doel veel publiek te trekken. Bovendien liggen de
publieksaantallen voor de onderzochte programmering zeker niet onder
het landelijke gemiddelde. In vergelijking met andere steden kan
Utrecht zich zelfs gelukkig prijzen met het publieksbereik voor de
nieuwe muziek.117 De tegenvallende publieksaantallen zijn relatief.
Natuurlijk is het voor de podia van budgettair belang de zaal vol te
krijgen, maar de nieuwe muziek programmering zou hier niet op
moeten worden afgerekend. Het gaat erom dat de gezamenlijke podia
een goed beeld geven van wat er in de muzieksector gebeurt. ‘De
muzieksector kan niet zonder nieuwe muziek. […] Zonder nieuwe
muziek is de muzieksector na enige tijd uitgepraat!’118
Samenwerking
‘Het ‘nieuwe muziek podium’ van de toekomst wordt een bundeling
van kleinschaligheid.’ Dit concludeert een discussieronde in 1995 over
de nieuwe muziek sector. Het imago van de nieuwe muziek is voor
verbetering vatbaar. Muziek alleen is niet genoeg om de gang naar de
concertzaal te maken. Veel spelers in het nieuwe muziek veld kampen
met vergelijkbare problemen. Bundeling van krachten op het gebied
van o.a. fondsenwerving, publiciteit, marketing en communicatie zal de
efficiency en professionaliteit van de sector ten goede komen.119
In de Utrechtse muzieksector wordt veel samengewerkt. Het bestaan
van het overlegplatform de Utrechtse Harmonie is hier een voorbeeld
van. Afgezien van Impakt zijn alle besproken organisaties aangesloten
bij dit platform. Bij het programmeursoverleg wordt voornamelijk
gesproken over gezamenlijk in te vullen activiteiten als de Culturele
Zondagen of het Mozartjaar 2006. Deze activiteiten moeten in het eigen
programma worden gepast, wat niet altijd even gemakkelijk is.
Bovendien zijn veel van deze activiteiten gratis toegankelijk en is het de
vraag of hierdoor daadwerkelijk een nieuw publiek wordt ontsloten. Wel
heeft de Utrechtse Harmonie mede zorg gedragen voor een goede
taakverdeling binnen het muzikale veld; het is duidelijk wie wat
programmeert. Het ontbreekt echter nog wel aan een optimale
gezamenlijke lobby.
116
117
118
119
A. van den Broek (e.a.), 2005, p. 39.
Vergeleken met de podia in Gelderland en Overijssel. Ph. Lelieveldt, 2001.
Walter Maas Huis, 1995, p. 11.
Walter Maas Huis, 1995, p.
59
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Buiten de Utrechtse Harmonie wordt er ook onderling samengewerkt.
RASA en Vredenburg boden in het seizoen 2004/2005 samen drie series
aan. Ook de combinaties Vredenburg - SJU en SJU – RASA verzorgden
gezamenlijk een serie. Daarnaast droegen bovenstaande drie
organisaties zorg voor het Wishing for a Star-project. In de aanloop
naar het Muziekpaleis waren er uiteraard de Muziekpaleis-concerten
verzorgd door Vredenburg, Tivoli en de SJU. Een ander hoogtepunt in
de onderlinge samenwerking in de nieuwe muziek zijn de Rumoravonden die deels mogelijk worden gemaakt door de belangeloze
medewerking van verschillende Utrechtse muziekpodia. Door een
gezamenlijke programmering hoopt men tevens het publiek van het ene
podium over de drempel van het andere te trekken.
Bij
Kikker,
Vredenburg
en
het
SJU
Jazzpodium
krijgen
Conservatoriumstudenten geregeld de mogelijkheid zich te presenteren.
De samenwerking met het Conservatorium laat echter vaak te wensen
over. Meer samenwerking zou de zichtbaarheid en het imago van het
Utrechtse Conservatorium kunnen verbeteren. Bovendien zou dit van
waarde kunnen zijn voor het algemene muzikale aanbod in de stad. Ook
wordt er weinig tot niet samengewerkt met de studie Muziekwetenschap
van de Universiteit Utrecht. En juist onder de studenten van deze studie
en van het Conservatorium zit het (toekomstige) publiek voor de
nieuwe muziek.
Financiële middelen
Alle hierboven besproken organisaties worden voor een groot deel
gesubsidieerd. Het mag dus duidelijk zijn dat in deze periode waar het
economisch minder gaat en er op alle vlakke bezuinigd moet worden,
culturele instellingen het financieel bijzonder moeilijk hebben. De
cultuur wordt vaak bij de overheidsinstellingen gezien als de sluitpost
van de algemene begroting. Het is een van de eerste sectoren die de
klappen moeten opvangen als het economisch minder gaat. Alle
hierboven besproken organisaties hebben aangegeven in principe over
onvoldoende geldelijke middelen te beschikken om daadwerkelijk het
pad te bewandelen waarnaar wordt gestreefd. Met meer geld zou meer,
gevarieerder en bijzonderder geprogrammeerd kunnen worden. Om
deze reden is er een manifest opgesteld door de gezamenlijke Utrechtse
kunstwereld, genaamd ‘Kunst maakt de stad’. Dit manifest benadrukt
het belang van een bloeiend cultureel leven voor de stad Utrecht en is
een oproep aan politici en politieke partijen in Utrecht zich hiervoor in te
zetten voor de Collegeperiode 2006-2010. De gezamenlijke instellingen
vragen hierbij om budgetverruiming voor de kunsten.120 Bovendien zou
met meer financiële middelen tevens de personele bezetting versterkt
kunnen worden. Bij een aantal organisaties is de huidige onderbezetting
Het inwoneraantal groeit in Utrecht nog steeds, het bedrag per inwoner dat in de begroting
wordt gereserveerd voor de kunsten is echter hetzelfde gebleven. Utrecht trekt jaarlijks 110 euro
per inwoner uit. Dit was in 2001 116 euro, terwijl dit in datzelfde jaar in Amsterdam 173 euro, in
Rotterdam 155 euro en in Den Haag 130 euro was.
120
60
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
een aanwezig probleem. Het wegvallen van de I/D regeling heeft dit
probleem versterkt. De SJU en Rumor geven expliciet aan onder zeer
grote druk te werken. Daarbij zijn veel organisaties aangewezen op de
goodwill van vrijwilligers of de vrijwillige bijdrage van anderen. Rumor
kan rekenen op steun uit het veld door het gratis beschikbaar stellen
van hun zalen. Impakt Festival, Festival aan de Werf en het SJU
Jazzpodium draaien voor een groot deel op vrijwilligers en (stagiaires).
Kikker en RASA hebben vrijwilligers is dienst voor onder andere de
horeca en techniek. Het werken met vrijwilligers heeft absoluut zijn
charme, maar is niet altijd optimaal. Er moet gewaakt worden voor
overspannenheid van de culturele sector in het algemeen en de
muzieksector in het bijzonder.
Muziekpaleis
De ontwikkeling van het Muziekpaleis heeft voor onrust in het
Utrechtse muziekwereld gezorgd. Het Muziekpaleis zal het eerste
complex in Nederland worden waar zowel klassieke muziek, als
populaire muziek, geïmproviseerde muziek en alle mengvormen hiervan
onder één dak zullen komen. Het complex moet van grootstedelijke
allure worden met landelijke én internationale uitstraling. De drie
toekomstige samenwerkingspartners krijgen hiermee de beschikking
over faciliteiten die specifiek toegesneden zijn op de uitvoering van de
verschillende
muzieksoorten.
Hoe
alles
exact
organisatorisch
gestructureerd zal worden is nog onduidelijk. Wel is voorop gesteld dat
de drie partners hun eigen karakter moeten kunnen behouden.
Het grootschalige karakter van het Muziekpaleis en de nieuwe muziek
sector die juist als ‘bundeling van kleinschalig aanbod’ wordt gezien,
lijken elkaar in de weg te staan. Het is dan ook niet verwonderlijk dat
de organisaties die geen deel uit gaan maken van het multiplex,
hierdoor enigszins huiverig naar de toekomst van de nieuwe muziek
programmering kijken. Hoe zal de kleinere SJU zich kunnen handhaven
tussen de twee grote muziekaanbieders Tivoli en Vredenburg? Het is de
vraag of de kleinschalige muziekstromingen zich tussen het immense
populaire en klassieke repertoire in het Muziekpaleis staande zullen
kunnen houden. En zal het kwetsbare nieuwe muziek aanbod bij de
andere muziekpodia in de stad Utrecht niet onder de voet worden
gelopen?
Bovendien
zal
Vredenburg,
de
grootste
aanbieder
van
gecomponeerde nieuwe muziek, het eind van het seizoen 2005/2006
voor tenminste drie jaar dicht gaan voor de verbouwing. De
programmering zal uiteraard wel voortgezet worden, maar in mindere
mate en op andere plekken. Het meest kwetsbare repertoire voor
Vredenburg is het symfonische repertoire. Hiermee wordt het grootste
publiek bereikt en wordt de meeste concurrentie ondervonden van
concertzalen in het land. Het ligt dus in de lijn der verwachting dat
Vredenburg de jaren dat het niet over eigen faciliteiten beschikt, zich
voornamelijk op dit symfonische repertoire zal richten. De nieuwe
61
Nieuwe Muziek in Utrecht
muziek programmering van Vredenburg zal
verwachting op een lager pitje komen te staan.
Nora Maartense, 2005
deze
jaren
naar
Conclusie en aanbevelingen
De gezamenlijke Utrechtse podia brengen een vrij compleet en
gevarieerd nieuwe muziek programma. Helaas kampen vrijwel alle
podia met dezelfde problemen; tegenvallende publieksaantallen, een
gebrek aan financiële middelen en een personele onderbezetting. Dit is
echter niet symptomatisch voor het Utrechtse, maar is over de gehele
nieuwe muziek sector het geval. Het bundelen van krachten op het
gebied van marketing, publiciteit en fondsenwerving kan een oplossing
zijn voor veel van deze problemen. Maar ook de uitwisseling van kennis
van goede programmeringformules zou kunnen leiden tot een betere
positie van de nieuwe muziek in Utrecht. De Utrechtse Harmonie is bij
uitstek de plaats om zich sterk te maken voor een betere samenwerking
in de nieuwe muziek sector.
De ontwikkeling van het Muziekpaleis biedt de muzieksector de kans
om de nieuwe muziek prominenter in het muzikale landschap neer te
zetten, dankzij onderlinge samenwerking. Ook hier is samenwerking
vanzelfsprekend van groot belang. Waarbij echter wel zoveel mogelijk
de eigen specificiteit en karakter van de kleinere organisaties
gewaarborgd moeten blijven.
Naast onderlinge samenwerking zal er ook gewerkt moeten worden
aan een beter band met de Utrechtse muziekvakopleidingen en de
Utrechtse ensembles, musici en componisten. Dit hoeft uiteraard niet
alleen van de kant van de faciliterende organisaties te komen. De
Utrechtse ensembles, musici en componisten van nieuwe muziek spelen
daarin een even belangrijke rol, waarop in het tijdsbestek van dit
onderzoek helaas niet verder ingegaan kon worden. Tevens moet er
gezorgd worden voor meer duidelijkheid omtrent het Utrechtse nieuwe
muziek programma naar het (potentiële) publiek toe. Veel blijft voor de
minder initiatiefrijke muziekliefhebber nog verborgen. Een gezamenlijke
(maandelijks) brochure met het nieuwe muziek aanbod in Utrecht zou
een middel kunnen zijn. Hierdoor kunnen de latent geïnteresseerden
over de streep worden getrokken.
Al met al kan gezegd worden dat de nieuwe muziek programmering
goed ingebed is in het culturele leven van Utrecht. Alle verschillende
stromingen komen aan bod. Het aanbod is echter wel versnipperd over
de stad en is vaak onvoldoende zichtbaar. Samenwerking op
voornamelijk het gebied van publiciteit én een speciale Utrecht brede
subsidie voor deze kwetsbare programmering zou ervoor kunnen zorgen
dat de nieuwe muziek in Utrecht een goede toekomst tegemoet kan
zien.
62
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Bijlage 1: Programma Nieuwe Muziek Vredenburg
Seizoen 2004/2005
Datum
26-sep
27-sep
1-okt
10-okt
22-okt
5-nov
14-nov
10-dec
10-dec
10-dec
11-dec
11-dec
12-dec
15-jan
21-jan
24-jan
25-jan
31-jan
8-feb
14-feb
20-feb
22-feb
8-mrt
17-mrt
18-mrt
19-mrt
21-mrt
31-mrt
14-apr
17-apr
29-apr
2-jun
Uitvoerders
Slagwerkgroep Amadinda
Schönberg Ensemble
Gratis lunchconcert
Orkest van het Oosten
Gratis lunchconcert
Radio Kamerorkest
Schönberg Ensemble
Gratis lunchconcert
Osiris Trio
Radio Filharmonisch Ork.
Hannigan en Marinissen
Ives Ensemble
Dag Muziek (NL)
Main Biennale
Pahud, Queyras en Braley
Schönberg Kwartet
Beaux Arts Trio
Ensemble-Parade
Mellema en Van Klaveren
Asko Ensemble
Radio Kamerorkest
Ives Ensemble
Nieuw Ensemble
SJU Jazz Festival
SJU Jazz Festival
SJU Jazz Festival
Symfonieorkest Conserv.
Cross-linx: Rockpaleis
Nieuw Ensemble
King’s Singers
Radio Kamerorkest
Schönberg en Asko Ens.
NA: Nieuwe Avonturen
NPS: NPS: Dubbelspel
EE: Een Eeuw Nieuwe Muziek
NM: Nederlandse Muziekdagen
VS: Vrij Spel
KC: Koffieconcerten
MP: Het Muziekpaleis
PT: Pianotrio
HD: Het Debuut
CZ: Culturele Zondag
CC: Conservatoriumconcerten
Programma (o.a.)
Ligeti, Cage
Kurtág
Stockhausen
Penderecki
Schönberg, Webern
Hamel, Tiensuu
Schönberg, Tarnopolski
Van Vlijmen, Loevendie
Torstensson
Jansen, Van der Aa
Cage,Janssen,Andriessen
Rijnvos
Simons, Keuris
Van Doorn, Van Vugt
Boulez, Crumb
Schönberg, Zemlinsky
Müller-Wieland
Loevendie
Keuris
Eisler, Dramm
Macmillan, Simons
Cage, Andriessen
jonge baltische comp.
Diverse
Diverse
Diverse
Werk v.e. student HKU
Diverse
Berio, Maderna
Nieuwe Italiaanse Muziek
Bolcom, Gruber
Van der Aa, Andriessen
Serie
NA
EE
*
NA
*
NPS
NA
NM
NM/NPS
NM
NM/NA
NM/CZ
**
VS
EE
PT
CC
HD
NA
NPS
EE
NA
*
*
*
*
**
**
**
CC
MP
EM
KC
NPS
NA
***
*
*
*: naast nieuwe muziek klonk
hier ook andere muziek
**: jazz
***: populaire muziek
63
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Bijlage 2: Programma (Nieuwe) Muziek Theater Kikker
Seizoen 2004/2005
datum
5-sep
5-sep
5-sep
11sep
7-okt
7-okt
8-okt
8-okt
9-okt
16-okt
26-okt
16-nov
18-nov
19-nov
19-nov
20-nov
21-nov
27-nov
9-dec
10-dec
10-dec
11-dec
12-dec
21-dec
18-jan
27-jan
28-jan
28-jan
29-jan
15-feb
24-feb
24-feb
25-feb
26-feb
22-mrt
7-apr
7-apr
8-apr
9-apr
9-apr
10-apr
26-apr
5-mei
5-mei
6-mei
7-mei
14-mei
4-jun
Uitvoerders
UF: Koh-I-Noor
UF: Insomnio
UF: Rosa Ensemble
Psychedelic Circus
Watt
Lucas & Van Wissem
Lunchconcert (HKU)
Rosa Ensemble
Axyz Ensemble
Rumor 36
Proeflokaal #30
Proeflokaal #31
Ensemble Gending
Lunchconcert (HKU)
Ivo Janssen
Pianomarathon
Monique Copper
Rumor 38
Rosa Ensemble
Lunchconcert (HKU)
Henneman Strijkkwartet
Interzone
Calefax Rietkwintet
Proeflokaal #32
Proeflokaal #33
Cluster Voices
Lunchconcert (HKU)
Zephyr Kwarten & Hijmans
Utrecht Boft!
Proeflokaal #34
Lunchconcert (HKU)
Rosa Ensemble
Koh-I-Noor & De Watertoren
Utreg Massive
Proeflokaal #35
Lunchconcert (HKU)
The Barton Workshop
Ives Ensemble
Kees Wieringa
Kees Wieringa
Ives Ensemble
Proeflokaal #36
Lunchconcert (HKU)
The Warlips
Bonte Koe Records
Interzone
Rumor 40
Proeflokaal Speciaal
titel/uitleg
nieuw werk
Drie hedendaagse composities
voorproef: Selling Hoovers in Mojave
Van theater tot techno, dansavond
The Longest Mauvais Quart d'Heure
geen titel
n.t.b.
Selling Hoovers in Mojave
Whatever happend to the heroes?
zaal
KZ
GZ
GZ
GZ
GZ
GZ
GZ
GZ
GZ
GZ
KZ
KZ
Terus-terus
GZ
Werken van Debussy
GZ
Down with minimalism?
GZ
Benefiet met diverse artiesten
GZ
Kinderconcert
GZ
GZ
Rosa Sub Rosa
GZ
Barok en Renaissance
GZ
dubbelconcert met Hulst/Bouwhuis
GZ
Dansavond
GZ
Kinderconcert (CZ)
GZ
KZ
KZ
Espacio
GZ
Romantische liederen
GZ
dubbelconcert met Orkest Jargon
GZ
Dansavond
GZ
KZ
n.t.b.
GZ
Rosa Sub Rosa
GZ
Dubbelconcert
GZ
Dansavond
GZ
KZ
Presentatie Feldman workshop
GZ
Vroege werken van Feldman
GZ
For Philip Guston-Feldman
GZ
Complete Pianowerken Feldman, deel 1 GZ
Complete Pianowerken Feldman, deel 2 GZ
String Quartet (II)
GZ
KZ
Selectie Eindexamen-studenten
GZ
Loud Music,Silent Film
GZ
Monster Avond
GZ
Dansavond
GZ
GZ
beide
*
**
*
*
**
*
*
*
*
*
*
*
*
*
**
* geen nieuwe muziek, maar populair, klassiek of kinderconcert
** geen eigen programmering
64
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Bijlage 3: Programma Nieuwe Muziek Huis/Festival aan de Werf
Seizoen: 2004/2005
datum
7-okt
8-okt
9-okt
8-dec
9-dec
10-dec
11-dec
12-dec
19-mei
20-mei
21-mei
22-mei
23-mei
24-mei
26-mei
27-mei
28-mei
Uitvoerders
Eboman
Eboman
Eboman
Elizabet v.d. Kooij
Elizabet v.d. Kooij
Elizabet v.d. Kooij
Elizabet v.d. Kooij
Elizabet v.d. Kooij
Eboman
Eboman
Eboman
Eboman
Noordergraaf/v.d. Heide
Noordergraaf/v.d. Heide
Spinvis
Spinvis
Twaalfhoven
Titel
Interface Band
Interface Band
Interface Band
The night ripper died
The night ripper died
The night ripper died
The night ripper died
The night ripper died
Verknipt
Verknipt
Verknipt
Verknipt
Voyager/De dialoog
Voyager/De dialoog
Lotus Europa
Lotus Europa
La nuit n'est pas …
HadW
HadW
HadW
HadW
HadW
HadW
HadW
HadW/CZ
FadW
FadW
FadW
FadW
FadW
FadW
FadW
FadW
FadW
65
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Bijlage 4: Programma Nieuwe Muziek SJU Jazzpodium
Maand april 2005 (voorbeeld)
vr
za
Datum
1-apr Club Djazzive
2-apr Music: World Serie
Uitvoerders
Move Gaga en DJ Scott en Bart Bosman
Carlama Orkestar
wo
do
vr
za
zo
6-apr
7-apr
8-apr
9-apr
10-apr
Sessie
SJU Lab
Club Djazzive
Concert
Workshoppresentatie
Supersessie o.l.v. Tineke Postma
Jan Schellink: Firma Beweegreden
Leslie Nielsen en DJ Bounce
Art af Oryx : kwintet
presentatie van drie workshops
wo
do
vr
za
13-apr
14-apr
15-apr
16-apr
Sessie
HKU Jazznight
Club Djazzive
SJU Lab
o.l.v. Edo v.d. Velde
verschillende combo's van het Conservatorium
Oxide 9 en Peejay
Internationaal Kook en Kunst Instituut & gasten
wo
do
vr
20-apr Sessie
21-apr Music: World Sessie
22-apr Club Djazzive
za
zo
wo
do
vr
o.l.v. Edo v.d. Velde
Acacoustic en sessie o.l.v. Javier Garcia
Try out special: Human Workshop, Too Young to Die,
Gravy en DJ's El-Diyzz en Andre
23-apr Concert
JKU Jazznight met Mdungu
24-apr Workshoppresentatie presentatie van drie workshops
Marcus Miller
In Tivoli (i.s.m. Tivoli)
27-apr Sessie
28-apr Jazzclub*
29-apr Club Djazzive
o.l.v. Edo v.d. Velde
Sensual en DJ Leroy
Koninginnenacht Special: Hit 'n Run, Warp
Expansion Protocol en DJ's Mama's Funky Flow
*Jazzclub is in de regel op zaterdagavond, twee
voorgekomen dat het een donderdagavond betrof
maal is
het
66
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Bijlage 5: Programma Nieuwe Muziek Impakt
Seizoen 2004/2005
Impakt Festival 2004
Theater Kikker
Datum
27-okt
28-okt
Uitvoerders
Thomas Köner
Aki Onda
1000 revolutions per second
29-okt
(K-RAA-K)3 evening
30-okt
31-okt
Radian
C4I - Ryoji ikeda
Dajuin Yao
Wang Changcun
FM3
De Portables
Tuk & Kurt
D''Haeseleer
R.O.T.
Köhn
Impakt Event ‘Cinema pour l’oreille’, 31 maart 2005
Tivoli De Helling
Tijd
19.30 uur
20.25 uur
21.30 uur
22.00 uur
Uitvoerders
Matt Hulse (UK)
(i.s.m. Quay Brothers, Joost van Veen en Peter
Fengler)
Boca Raton (NL)
Janet Cardiff (CAN)
AGF (Antye Greie, D)
67
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Bijlage 6: Programma Nieuwe Muziek Rumor
Seizoenen 2003/2004 en 2004/2005
Seizoen 2003/2004
Rumor 31 23-okt
Duo X, Ruins, Acid Mothers Temple
27-okt
Mukaiyama & Yamaguchi
Melt Banana
Rumor 32 29-nov
Markus Stockhausen
Radian
dif:use / Bang-Ra
Rumor 33
13-dec
Kammerflimmer Kollecktief
Delay
Coolhaven
Rumor 34 20-feb
A Silver Mt. Zion
We vs. Death
21-feb
Queen Mab
O.BA.O-2 met gasten
Gustavo Lamas
Rumor 35 27-mrt
Arthur Sauer & Marieke van der Lippe
Grimes, Murray & Drake
Four tet
SJU Jazzpodium
Theater Kikker
EKKO
Nicolaïkerk
SJU Jazzpodium
Theater Kikker
SJU Jazzpodium
Theater Kikker
Theater Kikker
Tivoli
Tivoli
SJU Jazzpodium
SJU Jazzpodium
Theater Kikker
Theater Kikker
SJU Jazzpodium
EKKO
Seizoen 2004/2005
Rumor 36 16-okt
The Electronic Hammer
Electric Barbarian
Chicago Underground Trio
Rumor 37 5-nov
Duo Koleva/ van Otterloo
Pluramon feat. Juliee Cruise
The Go Find
Rumor 38 27-nov Blonk & Van der Putten
The Necks
Kopna Kopna
Rumor 39 22-mrt The Thing
Boris (Japan)
Sunn O)))
Rumor 40 14-mei Ralph van Raat speelt Andriessen
Vandal X
Louis Sclavis/Ernst Reijseger
Forss
Theater Kikker
Theater Kikker
SJU Jazzpodium
SJU Jazzpodium
RASA
EKKO
SJU Jazzpodium
SJU Jazzpodium
Theater Kikker
EKKO
Tivoli De Helling
Tivoli De Helling
Theater Kikker
EKKO
RASA
SJU Jazzpodium
68
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Literatuurlijst
Adorno, Th. W., Filosofie van de nieuwe muziek. (Frankfurt, 1949)
Bernard, J.W., ‘The "modernization" of rock & roll’, in: The pleasure of modernist music.
Listening, meaning, intention, ideology. A. Ashby (ed.) (Rochester, 2004) p. 277324
Broek, A van den, F. Huijsmans en J. de Haan, Cultuurminnaars en cultuurmijders.
Trends in de belangstelling voor kunsten en cultureel erfgoed. Sociaal Cultureel
Planbureau. (Den Haag, 2005)
Gaudeamus, Beleidsnota 2005 t/m 2008. (Amsterdam, 2004)
Gemeente en Provincie Utrecht, Advies commissie cultuurnota 2005-2008. (Utrecht,
2004)
Gemeente Utrecht, Afdeling Bestuurszaken, Bereik, beleving & betekenis van de
Culturele Zondagen in Utrecht. (Utrecht, 2003)
Gemeente Utrecht, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, Investeren in makers en
publiek, cultuurnota gemeente Utrecht 2001-2004. (Utrecht, 2000)
Gemeente Utrecht, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, Wie is wie in de utrechtse
muziek. (Utrecht, 2001)
Gemeente Utrecht, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, De Utrechtse muziekpodia.
(Utrecht 2001)
Gemeente Utrecht, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, Utrecht muziekstad,
actieprogramma professionele muziek 2003-2008. (Utrecht, 2002)
Gemeente Utrecht, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, Cultuurbeeld 2003. (Utrecht, `
2003)
Griffiths, P., Moderne muziek, van Debussy tot Boulez. [vertaald uit het engels] (Londen,
1978)
Grosfeld, G. ‘Werkplaats of etalage. Het muziekpodium van de toekomst’, in: Mens en
Melodie, jrg 54, 1999. p. 178-181
Haan, J. de en W. Knulst, Het bereik van de Kunsten; een onderzoek naar de
veranderingen in de belangstelling voor beeldende en podiumkunsten sinds de
jaren 70. Sociaal Cultureel Planbureau (Den Haag, 2000)
Hagen, J.W.H. en E.Gerritsen, Ensembles 2005-2008. (onderzoeksrapport in opdracht
van VNME) (Utrecht, 2003)
Heinrichs, M., Er is geen enkele reden om in het verleden te leven: 25 jaar
Muziekcentrum Vredenburg. (Utrecht, 2004)
Herruer, P., ‘Het eeuwige probleem. Het publiek en de nieuwe muziek’, in: Mens en
Melodie, jrg 50, 1995. p.86-89
Hoogervorst, J., In dienst van de vooruitgang; mogelijkheden en moeilijkheden voor het
verwerven van publiek voor hedendaagse serieuze muziek. (Amsterdam,1995)
Huis en Festival aan de Werf, Cultuurnota-aanvraag herzien 2005-2008. (Utrecht, 2004)
Huis en Festival aan de Werf, Jaarverslag 2003. (Utrecht 2004)
Janssen, P., ‘Een missionaire opdracht. Muziekcentrum Vredenburg volgens Peter Smids’,
in: Mens en Melodie, jrg 50, 1995. p. 74-79
Janssen, P., ‘Trainingskamp vol prikkeldraadmuziek, Programmeren in Nederland (2): de
artistieke leider en de hedendaagse muziek’, in: Mens en Melodie, jrg 54, 1999. p.
52-57.
Janssen, P., ‘Crossover bestaat niet. Oude wijn in nieuwe marketing zakken’, in: Luister,
jrg. 47, nr 562, december 1999. p. 18-22.
Janssen, P., ‘Op zoek naar de toekomst, Programmeren in Nederland (3): de
festivalleider’, in: Mens en Melodie, jrg 54, 1999. p. 100-104
Jazztafel, ‘De rol van de programmeur’ (verslag bijeenkomst 7 april 2003)
Jazztafel, ‘De rol van de programmeur (2)’ (verslag bijeenkomst 15 september 2003)
Koopman, B., ‘Is het nu echt gedaan met de nieuwe muziek?’, in: Het Financiële
Dagblad. 4 april 1996.
Kremer, T., Publieksonderzoek 2005, Festival aan de Werf. (Utrecht, 2005)
69
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Leeuw, T. de, Muziek van de twintigste eeuw. (Houten, 1977)
Lelieveldt, Ph. en L. Mutsaers, Muziek in het Oosten, de concertpodia in de provincies
Gelderland en Overijssel. (Groningen, 2001)
Looten, K.N., Instant Composers Pool, een pool van instant composers verwikkeld in een
strijd voor respect. Afstudeerscriptie UU. (Utrecht, 2005)
Marlet, G.A. en I.M. Tames, Muziek in de stad. (door onderzoeksbureau NYVER in
opdracht van poppodium Tivoli) (Breukelen, 2002)
Ministerie van OC&W, ‘Muziek en muziektheater’, in: Spiegel van de Cultuur. Advies
cultuurnota 2005-2008. (Den Haag, 2004)
Oskamp, J., ‘Het kleine circuit’, in: De groene Amsterdammer, 3 mei 2000.
Plas, J. van der en M. Schepers, Popmuziek van A tot Z. (Utrecht, 2003)
Redactie Cultuur, ‘Huis aan de Werf stopt met programmeren’, in: Utrechts Nieuwsblad,
2 juli 2005.
Rosmalen, B. van, ‘Milleniumwende en de nieuwe muziek van de toekomst’, in: Entr'acte
Muziekjournaal, maart 1998, jrg 10, nr 2. p 6-9.
Samama, L., Zeventig jaar Nederlandse muziek, 1915-1985. (Amsterdam, 1986)
Schönberger, E. (red.), Ssst! Nieuwe ensembles voor nieuwe muziek. (Amsterdam,
1996)
Schonzeit, G. en M.Lageweg., Ensembles in Residence, een investering in de toekomst
van de kamermuziek. Doctoraalscriptie UU. (Utrecht, 2003)
Slieker, M.M., Ciudad de las fiestas, een onderzoek naar de artistieke missie en
programmering van enkele Utrechtse festivals. Doctoraalscriptie UU. (Utrecht,
2002)
Smithuijsen, C. Het luisterpeloton. Twee generaties concertgangers vergeleken aan de
hand van onderzoek naar Utrechtse abonnementhouders in 1961 en 1993.
(Amsterdam, 1997)
Taruskin, R., The Oxford history of western music. Volume 5, the late twentieth century.
(New York, 2005)
Theater Kikker, De verankering van een theater, profiel van theater Kikker 2003-2005
een nadere uitwerking, een voorzet voor discussie. (Utrecht, 2001)
Theater Kikker, Inhoudelijk jaarverslag 2002 van Theater Kikker. (Utrecht, 2003)
Theater Kikker, Inhoudelijk jaarverslag 2003 van Theater Kikker. (Utrecht, 2004)
Utrechtse Harmonie, Notitie werkconferentie Utrechtse Harmonie (verslag bijeenkomst
29 november 2004)
Utrechtse Kunstenwereld, Kunst maakt de stad, manifest van de Utrechtse
kunstenwereld voor de collegeperiode 2006-2010. (gepresenteerd op 31 mei
2005)
Verhoeven, M., Actuele muziek & marketing; de aanzet tot een strategisch marketingplan
voor vijf podia voor actuele muziek in Brabant. Afstudeerscriptie NHTV. (Breda,
2003)
Vries, A.P. de, Evaluatie circuit hedendaagse muziek, 1994-1998. (Arnhem, 1998)
Walter Maas Huis, Publiek en de nieuwe muziek, probleem of ambitie? (verslag
discussieronde) (Bilthoven, 1995)
Wiersma, H., ‘Bijlage 3’ uit: Concert en publiek. Een onderzoek naar het profiel van het
publiek in de Nederlandse concertzaal. (Utrecht, 1993)
Wijn, C., ‘Stedelijk broedplaatsenbeleid: vertrekpunten, instrumenten en perspectieven’,
in: Boekmancahier 51, maart 2002, p. 7-20.
Willis, P., Common Culture. Symbolic work at play in the everyday cultures of the young.
(Buckingham, 1990)
Zoutman, J.R., Naar een centrum voor actuele muziek in Rotterdam. (onderzoeksrapport
in opdracht van de Rotterdamse podia) (Rotterdam, 1995)
Zuiver, J. Inventarisatie van gegevens van kleine muziekpodia en concertorganisatoren.
(Hilversum, 1999)
70
Nieuwe Muziek in Utrecht
Nora Maartense, 2005
Internetbronnen:
www.vredenburg.nl
www.theaterkikker.nl
www.huisaandewerf.nl
www.sjujazz.nl
www.rasa.nl
www.impakt.nl
www.rumor.nl
www.musicworldseries.nl
www.culturelezondagen.nl
www.ekko.nl
www.nederlandsemuziekdagen.nl
Artikelen op http://3voor12lokaal.vpro.nl:
Anoniem, Programmeur van het jaar van Ekko naar Tivoli. Augustus 2003
Anoniem, Nieuwe interim-programmeur Ekko aangesteld. September 2003
Berg, B. van den, Van Hasselhoff tot freejazz. Rumor: Uniek festival voor nieuwe
avontuurlijke muziek. Februari 2004
Griffioen, I., De Programmeur: Rutger en Pepijn van het ACU. Maart 2005
Kamphuis, A., De Programmeur: Wieland & Maarten van RASA. Juni 2005
Nicolai, G., Impakt Festival 2004: experimentele muziek en videoclips. Oktober 2004
Raadsadiezen op www.cultuur.nl:
Advies Cultuurnota 2005-2008, Huis en Festival aan de Werf.
Advies Cultuurnota 2005-2008, Stichting Jazz en Geïmproviseerde Muziek Utrecht.
Aanvullend advies, Stichting Jazz en Geïmproviseerde Muziek Utrecht.
Advies Cultuurnota 2005-2008, Rumor.
Advies Cultuurnota 2005-2008, Impakt
Advies Cultuurnota 2005-2008, RASA
Aanvullend advies, RASA
Advies Cultuurnota 2005-2008, De Toonbank.
Gesprekken:
 Michiel Heeneman, coördinator De Toonbank, 16 november 2004
 Renée Heijnen en Liesbeth van Droffelaar, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling,
Gemeente Utrecht, 16 december 2004
 Roland Spekle, programmeur Huis en Festival aan de Werf, 3 februari 2005
 Harm Lambers, directeur Theater Kikker, 22 maart 2005
 Arjon Dunnewind, festivaldirecteur Impakt, 4 april 2005
 Peter Tra, programmeur Muziekcentrum Vredenburg, 12 april 2004
 Günther Barten, directeur/programmeur Rumor, 8 augustus 2005
 Marcel Kranendonk, directeur Stichting Jazz en geïmproviseerde muziek Utrecht,
18 augustus 2005
 Wieland Eggermont, programmeur Wereldculturencentrum RASA, 23 augustus
2005
Overig:
Abonnementenprogramma en Seizoensagenda Vredenburg 2004/2005.
Maandprogramma’s (2004/2005) van Theater Kikker, Huis aan de Werf, SJU Jazzpodium,
en Wereldculturencentrum RASA.
Festivalprogramma Festival aan de Werf 2005, Impakt Festival 2004.
Flyers Rumor 31 t/m 40, Luisteren! (zeven afleveringen)
71
Download