Niet-spoedeisende Eerste Hulp Basisopleiding BHV Inhoudsopgave Niet-spoedeisende Eerste Hulp 1. wonden 2. oogletsel 5. brandwonden 3. kneuzingen & verstuikingen Inhoudsopgave 4. botbreuken, ontwrichtingen & wervelletsel Selecteer een hoofdstuk naar keuze NEH Wonden 1. oorzaken & beoordeling 6. hand Inhoudsopgave 2. wond behandeling 7. elleboog 3. wond snelverband 8. bloedverlies 4. snelverband 9. wond drukverband 5. vinger Selecteer een paragraaf naar keuze 10. vinger(top) NEH – Wonden Oogletsel 1. oorzaken & beoordeling 2. algemene aanpak bij oogletsel 3. vuiltje Selecteer een paragraaf naar keuze 4. voorwerp Inhoudsopgave 5. chemische verbrandingen 6. stomp letsel NEH – Oogletsel Kneuzingen & verstuikingen 1. oorzaken & beoordeling 2. algemene aanpak 5. mitella Selecteer een paragraaf naar keuze 3. enkel Inhoudsopgave 4. pols NEH – Kneuzingen & verstuikingen Botbreuken, ontwrichtingen & wervelletsel 1. oorzaken & beoordeling 2. gesloten breuken & ontwrichtingen 5. wervelletsel Selecteer een paragraaf naar keuze 3. breuken bovenarm Inhoudsopgave 4. open breuken NEH – Botbreuken, ontwrichtingen & wervelletsel Brandwonden 1. oorzaken & beoordeling 3. bijzondere situaties Selecteer een paragraaf naar keuze 2. behandeling Inhoudsopgave NEH – Brandwonden Wonden Inhoudsopgave NEH - wonden - oorzaken & beoordeling (1 van 9) Oorzaken en kenmerken van uitwendige wonden (1) • Uitwendige wonden variëren van een schaafwondje, een ernstige uitwendige bloeding tot een afgeknelde vingertop. • Bij uitwendige wonden is de huid beschadigd. Soms zijn zelfs spieren, pezen, of botten beschadigd. Inhoudsopgave NEH - wonden - oorzaken & beoordeling (2 van 9) Oorzaken en kenmerken van uitwendige wonden (2) • Bij een uitwendige wond is de bescherming van de huid doorbroken waardoor er altijd gevaar voor infecties bestaat. • Een goede wondverzorging kan bijdragen aan het voorkomen van infecties. • Bij zeer ernstig uitwendig bloedverlies komt in korte tijd veel bloed vrij. Inhoudsopgave NEH - wonden - oorzaken & beoordeling (3 van 9) Verschijnselen uitwendige wonden • Een uitwendige wond kan ontstaan door schaven, snijden, steken, scheuren en afknelling. • De hoeveelheid bloedverlies en pijn hangen af van het soort wond en de ernst van de wond. Inhoudsopgave NEH - wonden - oorzaken & beoordeling (4 van 9) Schaafwonden • Schaafwonden ontstaan door vallen of schuren bijvoorbeeld langs een muur. • Schaafwonden zijn oppervlakkig, maar pijnlijk. • Soms zit er vuil in de wond. Inhoudsopgave NEH - wonden - oorzaken & beoordeling (5 van 9) Snijwonden • Snijwonden bloeden, omdat er bloedvaten zijn doorgesneden. • Een snijwond doet relatief minder pijn dan een schaafwond. • Bij diepere snijwonden kunnen ook onderliggende weefsels zoals spieren, pezen en botten beschadigd zijn. Inhoudsopgave NEH - wonden - oorzaken & beoordeling (6 van 9) Steekwonden • Bij steekwonden is onderliggend weefsel beschadigd • Het voorwerp dat is binnengedrongen bepaalt de grootte van de ingang van de wond in de huid • Voorbeelden: wonden door een spijker, mes, priem of beitel. • Soms kunnen inwendige organen zijn geraakt. • Een steekwond bloedt minder hevig dan een snijwond. Inhoudsopgave NEH - wonden - oorzaken & beoordeling (7 van 9) Scheurwonden • Scheurwonden ontstaan als iemand met zijn huid ergens aan blijft hangen. • Voorbeelden: wonden door een spijker, een beitel of een scherp stukje plaatstaal. • Er ontstaat een scheur in de huid die minder hevig bloedt dan een snijwond. • Een scheurwond is pijnlijk. Inhoudsopgave NEH - wonden - oorzaken & beoordeling (8 van 9) Afknelling • Een vinger(top) kan worden afgerukt door een afknelling. • Bij een afknelling bloedt de wond in het begin niet zo heel erg. • Dit komt doordat de bloedvaten zijn samengetrokken. • Als na enkele minuten de bloedvaten zich weer verwijden, begint de wond hevig te bloeden. Inhoudsopgave NEH - wonden - oorzaken & beoordeling (9 van 9) Lichte verwondingen • Lichte verwondingen zijn klein, ondiep en niet te sterk vervuild. • Lichte verwondingen kunt u zelf behandelen. Inhoudsopgave NEH - wonden – wondbehandeling (1 van 6) Ernstige verwondingen • Ernstige verwondingen zijn grote, diepe en/of sterk vervuilde wonden en wonden in het gezicht en op de handen. • Ernstige verwondingen moeten verder worden behandeld door professionele hulpverleners. Inhoudsopgave NEH - wonden – wondbehandeling (2 van 6) Handelen bij uitwendige wonden • Alarmeer bij zeer ernstig uitwendig bloedverlies het interne alarmnummer of 1-1-2. • Laat de melder doorgeven om wat voor letsel het gaat. • Raadpleeg altijd een arts bij ernstige verwondingen aan gezicht en handen en bij zeer ernstig uitwendig bloedverlies. Inhoudsopgave NEH - wonden – wondbehandeling (3 van 6) Algemene aanpak bij wondbehandeling • Laat het slachtoffer zitten of liggen en stel hem op zijn gemak. • Houd het getroffen lichaamsdeel hoog. • Laat het slachtoffer zelf sieraden verwijderen. • Pak de verbandkoffer en trek zo nodig handschoenen aan. • Oefen zo nodig druk uit op de wond om het bloeden te stelpen (5 tot 10 minuten). • Als druk uitoefenen niet gaat, houd het lichaamsdeel dan hoog. • De ernst van de wond bepaalt de verdere aanpak. Inhoudsopgave NEH - wonden – wondbehandeling (4 van 6) Handelen bij lichte verwondingen • Handel eerst volgens de aanpak voor algemene wondbehandeling. • Reinig de wond, indien nodig door te spoelen met zacht stromend lauw water. • Ontsmet de wond met een ontsmettingsmiddel, bijvoorbeeld betadine of sterilon. • Oefen zo nodig opnieuw druk uit op de wond. • Dek de wond steriel af met een dekverband. • Geef het getroffen lichaamsdeel zo nodig rust en steun. • Raadpleeg bij twijfel een arts. Inhoudsopgave NEH - wonden – wondbehandeling (5 van 6) Handelen bij ernstige verwondingen • Handel eerst volgens de aanpak voor algemene wondbehandeling. • Dek ernstige verwondingen steriel af. • Zorg dat de zwachtel het steriel gaas volledig afdekt. • Maak de wond niet schoon, gebruik géén jodium of sterilon. • Leg zo nodig een wonddrukverband aan. • Geef het getroffen lichaamsdeel, zo nodig, rust en steun. • Begeleid slachtoffer naar arts / Spoed Eisende Hulp. Inhoudsopgave NEH - wonden – wondbehandeling (6 van 6) Wondsnelverband • Een wondsnelverband is een ‘uitgebreide pleister’ • Een wondsnelverband is geschikt als het wondkussen de wond voldoende bedekt. • Toe te passen bij: schaaf- en snijwonden en wonden die niet diep zijn en niet sterk vervuild. Inhoudsopgave NEH - wonden – wondsnelverband (1 van 3) Kenmerken wondsnelverband • Een wondsnelverband is een elastisch verband dat met kleefpleisters wordt vastgezet. • Door de elasticiteit sluit het goed aan en is het geschikt voor het verbinden van gewrichten, handen en voeten. • Het verband moet zo worden aangelegd dat het de elasticiteit behoudt (niet te strak). Inhoudsopgave NEH - wonden – wondsnelverband (2 van 3) Aanleggen van een wondsnelverband • Open de verpakking, vouw het verband nog niet open. • Begin met de korte zwachtel. Haal het beschermstrookje van de kleefpleister. • Neem de korte zwachtel in de ene en de lange zwachtel in de andere hand. • Trek het verband open boven de wond en breng het wondkussen op de wond. • Bevestig de kleefpleister van de korte zwachtel vast op de huid. • Zorg dat het wondkussen aan alle kanten is afgesloten. • Plak het verband vast. Inhoudsopgave NEH - wonden – wondsnelverband (3 van 3) Aanleggen snelverband • Snelverbanden kunnen bij bijna alle verwondingen worden gebruikt. • Een snelverband kan meer wondvocht opvangen dan een wondsnelverband. • Het snelverband is goed toepasbaar bij wonden die verder nog door een arts moeten worden behandeld. Inhoudsopgave NEH - wonden – snelverband (1 van 4) Video: Aanleggen van een snelverband Inhoudsopgave NEH - wonden – snelverband (2 van 4) Aanleggen snelverband 1 Inhoudsopgave 2 3 4 NEH - wonden – snelverband (3 van 4) Aandachtspunten aanleggen snelverband • Dek de wond steriel af met een passend snelverband. • Rol het verband open. • Neem de korte zwachtel in de ene en de lange zwachtel in de andere hand. • Breng het wondkussen op de wond. • Let er bij het uitrollen van de lange zwachtel op dat het wondkussen aan alle kanten is afgesloten. • Plak het verband vast met kleefpleister. Inhoudsopgave NEH - wonden – snelverband (4 van 4) Dekverband vinger • Handel bij het verbinden van een wond aan de vinger eerst volgens de aanpak voor algemene wondbehandeling. • Leg vervolgens een dekverband aan. Inhoudsopgave NEH - wonden – vinger (1 van 5) Video: Aanleggen van een dekverband vinger Inhoudsopgave NEH - wonden – vinger (2 van 5) Aanleggen dekverband vinger Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6 NEH - wonden – vinger (3 van 5) Aandachtspunten aanleggen dekverband vinger • Leg een steriel gaas op de wond, dat de wond ruim bedekt. • Leg daarop een laagje synthetische watten, houd de watten binnen het steriele gaas. • Leg de eerste slag tegen de voorzijde van de vinger. • Geef lichte rek op het verband. • Begin beneden. • Ga over de vingertop aan de andere kant weer naar beneden. • Houd daar de zwachtel vast. • Doe dit ook onder lichte rek van de zwachtel. • Voer de zwachtel schuin terug over de top naar beneden aan de handrugzijde van de vinger. • Houd ook daar de zwachtel vast. Inhoudsopgave NEH - wonden – vinger (4 van 5) Vervolg aandachtspunten aanleggen dekverband vinger • Voer de zwachtel weer naar de top van de vinger. • Draai bij de top de zwachtel tussen de gewonde vinger en de naastgelegen vinger door. • Zwachtel tot onderaan de vinger. • Zorg dat de zwachtel het steriel gaas volledig afdekt. • Voer de zwachtel over de rug van de hand naar de pols, leg een slag om de pols. • Voer de zwachtel weer over de handrug naar de onderkant van de gewonde vinger. • Draai de zwachtel nog een keer rond de vinger. • Ga over de handrug weer naar de pols. • Eindig met een slag om de pols. Inhoudsopgave NEH - wonden – vinger (5 van 5) Aanleggen dekverband hand • Handel bij het verbinden van een wond aan de hand eerst volgens de aanpak voor algemene wondbehandeling. • Leg vervolgens een dekverband aan. Inhoudsopgave NEH - wonden – hand (1 van 4) Video: aanleggen dekverband hand Inhoudsopgave NEH - wonden – hand (2 van 4) Aanleggen dekverband hand Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6 NEH - wonden – hand (3 van 4) Aandachtspunten aanleggen dekverband hand • Leg een steriel gaas op de wond, dat de wond ruim bedekt. • Leg daarop een laagje synthetische watten. • Bij een wond in de handpalm: vul de holte van de hand op met watten. • Leg met de eerste slag steriel gaas en watten vast. • Voer de zwachtel schuin over de handpalm naar de pols. • Leg een slag om de pols. • Ga dan weer schuin naar de handpalm. • Bedek steriel gaas en watten met enkele slagen heen en weer tussen de hand en pols. • Zorg dat de zwachtel het steriel gaas volledig afdekt. • Eindig met een slag rondom de pols. • Zet de zwachtel vast met kleefpleister. Inhoudsopgave NEH - wonden – hand (4 van 4) Dekverband elleboog • Handel bij het verbinden van een wond aan de elleboog eerst volgens de aanpak voor algemene wondbehandeling. • Leg vervolgens een dekverband aan. • Deze techniek kan ook worden gebruikt bij het verbinden van een wond aan de knie. Inhoudsopgave NEH - wonden – elleboog (1 van 4) Video: Aanleggen dekverband elleboog Inhoudsopgave NEH - wonden – elleboog (2 van 4) Aanleggen dekverband elleboog 1 3 Inhoudsopgave 2 4 5 NEH - wonden – elleboog (3 van 4) Aandachtspunten aanleggen dekverband elleboog • Zorg dat de elleboog licht gebogen wordt gehouden. • Leg een steriel gaas op de wond, dat de wond ruim bedekt. • Leg daarop een laagje synthetische watten. • Leg steriel gaas en synthetische watten vast met (elastische) hydrofiele zwachtel. • Zorg dat de zwachtel het steriel gaas volledig afdekt. • Leg de volgende slag rondom de onderkant van de elleboog, half op het steriel gaas, half op de huid. • Bedek steeds voor een deel de vorige slag. • Eindig op de bovenarm, ruim boven de elleboog. • Zet de zwachtel vast met kleefpleister. Inhoudsopgave NEH - wonden – elleboog (4 van 4) Handelen bij bloedverlies • Alarmeer indien nodig, zo snel mogelijk bij zeer ernstig uitwendig bloedverlies. • Handel eerst volgens de aanpak voor algemene wondbehandeling. • Als u alleen bent, oefen dan eerst druk uit op de wond en alarmeer vervolgens, indien nodig, het interne alarmnummer of 1-1-2. Inhoudsopgave NEH - wonden – bloedverlies (1 van 4) Video: Stelpen bloeding Inhoudsopgave NEH - wonden – bloedverlies (2 van 4) Stelpen bloeding 1 Inhoudsopgave 2 NEH - wonden – bloedverlies (3 van 4) Aandachtspunten stelpen bloeding • Houd het getroffen lichaamsdeel hoog. • Haal vreemde voorwerpen die in de wond zitten zoals een mes of een glasscherf er niet uit. • Stelp de bloeding door druk uit te oefenen op de wond. • Vermijd contact met het bloed van het slachtoffer. • Draag handschoenen. • Gebruik een snelverband en druk deze op de wond. • Als er geen verband voorhanden is, kunt u ook druk uitoefenen met een bijvoorbeeld een handdoek. • Dek de wond steriel af met een snelverband. • Blijft de wond bloeden dan kan een wonddrukverband worden aangelegd. Inhoudsopgave NEH - wonden – bloedverlies (1 van 4) Aanleggen van een wonddrukverband • Een wonddrukverband wordt aangelegd om een bloeding blijvend te stelpen, als een wond blijft bloeden ondanks de uitgeoefende druk en het (wond) snelverband. • Een wonddrukverband is opgebouwd uit een snelverband, synthetische watten en een elastische zwachtel. • Een wonddrukverband wordt aangepast aan de grootte van de wond. Inhoudsopgave NEH - wonden – wonddrukverband (1 van 4) Video: Aanleggen van een wonddrukverband Inhoudsopgave NEH - wonden – wonddrukverband (2 van 4) Aanleggen wonddrukverband 1 Inhoudsopgave 2 3 4 NEH - wonden – wonddrukverband (3 van 4) Aandachtspunten aanleggen wonddrukverband • Dek de wond steriel af met een snelverband. • Leg over het snelverband enkele lagen synthetische watten. • Zorg dat elke slag de vorige voor ongeveer tweederde overlapt. • Leg vervolgens een zwachtel aan. • Zorg bij het aanleggen van de zwachtel dat de watten blijven uitsteken. • Leg het verband zodanig aan dat dit enige druk uitoefent op de bloeding zodat de bloeding stopt. • Geef het getroffen lichaamsdeel rust en steun. • Ga zo nodig naar een arts of spoedeisende hulp. Inhoudsopgave NEH - wonden – wonddrukverband (4 van 4) Handelen bij een afgerukte/afgeknelde vinger(top) • Stelp bloeding met een verband dat druk uitoefent op de wond. • Leg een dekverband vinger aan. • Leg daarbij de slagen zo aan dat er meer druk wordt uitgeoefend op de wond. Inhoudsopgave NEH - wonden – vinger(top) (1 van 2) Bewaren vingertop • Doe de vinger(top) in een steriel gaas en vervolgens in een plastic zakje. • Stop die plastic zak in een andere zak met smeltend ijs. • Zo wordt het weefsel in zo goed mogelijke conditie gehouden. • Breng de vinger(top) nooit in direct contact met ijs. • Als er geen ijs is: verpak de vinger(top) in een steriel gaas, snelverband of schone theedoek. Inhoudsopgave NEH - wonden – vinger(top) (2 van 2) Oorzaken en beoordeling • Oogletsel kan ontstaan door: • vuil in het oog bijvoorbeeld een loszittend vuiltje • een doordringend voorwerp zoals een metaalsplinter • een bijtende stof • een (chemische) verbranding • ultraviolette straling van lasapparatuur, felle lampen of hoogtezon (lasogen) • een harde klap van bijvoorbeeld een tak of bal: stomp oogletsel. Inhoudsopgave NEH – oogletsels – oorzaken en beoordeling (1 van 2) Mogelijke verschijnselen • Het oog kan rood zijn en tranen. • Soms is er een bloeding in of rond het oog. • De pupil kan vervormd zijn. • Het slachtoffer heeft pijn in het oog en is angstig en onrustig. • Hij knijpt zijn ogen dicht en kan minder goed zien. • Soms heeft het slachtoffer een tik tegen het oog gevoeld. Inhoudsopgave NEH – oogletsels – oorzaken en beoordeling (2 van 2) Algemene aanpak bij oogletsel • Bepaal eerst of u 1-1-2 moet alarmeren of zelf met het slachtoffer naar een arts of Spoed Eisende Hulp kan gaan. • De aanpak hangt af van het soort oogletsel. • Zorg in alle gevallen dat het slachtoffer niet in de ogen gaat wrijven. • Haal geen voorwerpen uit het oog, laat ook contactlenzen zitten. Inhoudsopgave NEH – oogletsels – algemene aanpak bij oogletsel (1 van 1) Vuiltje • Probeer een loszittend vuiltje of voorwerp uit het oog te halen. • Trek de oogleden met duim en wijsvinger voorzichtig van elkaar. U ziet het vuiltje zitten • Veeg het vuiltje naar de dichtstbijzijnde ooghoek met de punt van een schoon gaasje of schone zakdoek. Inhoudsopgave NEH – oogletsels - vuiltje (1 van 2) Vuiltje U ziet het vuiltje niet zitten • Laat het slachtoffer eerst naar boven kijken en trek het onderste ooglid naar beneden. • Laat het slachtoffer daarna naar beneden kijken en trek het bovenste ooglid omhoog. • Verwijder het vuiltje zodra u het ziet: op het oogwit of in de ooglidplooi. • Ga met het slachtoffer naar een (oog)arts als het vuiltje op het hoornvlies zit of als het niet lukt het te verwijderen. Inhoudsopgave NEH – oogletsels - vuiltje (2 van 2) Voorwerp • Doordringend oogletsel ontstaat als een voorwerp zoals een metaalsplinter, in het oog is doorgedrongen. • Het voorwerp kan de pupil vervormen doordat het kleine spiertjes in het oog doorsnijdt. • Als een voorwerp het oog heeft geraakt, maar niet doordrongen, treedt er een bloeding op in het oog. Inhoudsopgave NEH – oogletsels - voorwerp (1 van 3) Handelen bij een voorwerp in het oog • Laat het slachtoffer liggen of half zitten om de druk op het oog te beperken. • Laat het slachtoffer het oog afdekken met een hand, gebruik géén verband! • Breng het slachtoffer naar een (oog)arts of de Spoed Eisende Hulp. Inhoudsopgave NEH – oogletsels - voorwerp (2 van 3) Vervoer slachtoffer met doordringend oogletsel • Laat een slachtoffer in principe per ambulance vervoeren. • De ambulance is ingericht om personen met dergelijk letsel te vervoeren. Inhoudsopgave NEH – oogletsels - voorwerp (3 van 3) Chemische verbrandingen • Spoel bij voorkeur op een oogspoelstation dat is aangesloten op het waterleidingnet. • In sommige bedrijven is een oogdouche voorhanden. • Gebruik deze of spoel het oog boven een wasbak. • Het is ook mogelijk het slachtoffer te laten liggen en het oog dan te spoelen. Inhoudsopgave NEH – oogletsels – chemische verbrandingen (1 van 3) Spoelen van het oog • Houd het oog open en giet met een oogdouche. • Zorg dat het vuile spoelwater niet in het andere oog komt, houd het hoofd schuin. • Spoel bij een verbranding van het oog minstens tien minuten met veel lauw zacht stromend water. • Spoel bij een bijtende stof in het oog minstens dertig minuten. • Spoelen met koud water is niet schadelijk voor het oog, maar minder aangenaam. Inhoudsopgave NEH – oogletsels – chemische verbrandingen (2 van 3) Vervoer slachtoffer met oogletsel door chemische verbrandingen • Laat een slachtoffer in principe per ambulance vervoeren. • De ambulance is ingericht om personen met dergelijk letsel te vervoeren. • Neem of geef informatie mee over de stof die in het oog is gekomen. Inhoudsopgave NEH – oogletsels – chemische verbrandingen (3 van 3) Stomp letsel • Als het oog is geraakt door een harde klap, dient het slachtoffer te worden behandeld door een (oog)arts. Inhoudsopgave NEH – oogletsels – stomp letsel (1 van 1) Kenmerken van een kneuzing • Een kneuzing kan overal op het lichaam voorkomen. • Een kneuzing is een beschadiging van de bloedvaten in het onderhuidse weefsel of de spieren. • Een kneuzing ontstaat door een val, slag of stoot. Inhoudsopgave NEH – kneuzingen en verstuikingen – oorzaken en beoordeling (1 van 3) Kenmerken van een verstuiking • Een verstuiking treedt altijd op bij een gewricht. • Bij een verstuiking is een verschuiving van de uiteinden van de gewrichten ten opzichte van elkaar, waardoor de er omheen liggende kapsels worden opgerekt of soms zelfs gescheurd. • Een verstuiking wordt ook wel een ‘verrekking’ of ‘verzwikking’ genoemd. • Een verstuiking ontstaat meestal door een verkeerde beweging of door overbelasting van een gewricht. Inhoudsopgave NEH – kneuzingen en verstuikingen – oorzaken en beoordeling (2 van 3) Verschijnselen • Het slachtoffer zal in eerste instantie aangeven alleen pijn te voelen. • Daarna kan een zwelling optreden (soms pas na langere tijd). • Later treedt (soms) een blauwe verkleuring op. • Bij een verstuiking kan het slachtoffer het getroffen lichaamsdeel beperkt gebruiken. Inhoudsopgave NEH – kneuzingen en verstuikingen – oorzaken en beoordeling (3 van 3) Algemene aanpak bij kneuzingen en verstuikingen (1) • Laat het slachtoffer zitten en stel hem op zijn gemak. • Laat het slachtoffer bij voorkeur zelf sieraden verwijderen en schoen en sok uitdoen. • Knip eventueel veters door om de schoen makkelijk uit te krijgen. • Pak de verbandkoffer of laat deze halen. Inhoudsopgave NEH – kneuzingen en verstuikingen – algemene aanpak (1 van 2) Algemene aanpak bij kneuzingen en verstuikingen (2) • Koel maximaal 10 tot 15 minuten met koud stromend water of met een coldpack met een doek erom heen. • Leg, indien mogelijk, een drukverband aan. • Een drukverband verlaagt de pijn en gaat de zwelling tegen. • Geef rust en steun aan het getroffen lichaamsdeel. • Leg een mitella aan bij een verstuikte onderarm, pols of hand. • Raadpleeg een arts bij een ernstige kneuzing of verstuiking. Inhoudsopgave NEH – kneuzingen en verstuikingen – algemene aanpak (2 van 2) Video: Aanleggen drukverband enkel Inhoudsopgave NEH – kneuzingen en verstuikingen – enkel (1 van 4) Aanleggen drukverband enkel Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6 NEH – kneuzingen en verstuikingen – enkel (2 van 4) Aandachtspunten aanleggen drukverband enkel • Pak de enkel in met synthetische watten. • Zorg dat de voet zoveel mogelijk in een normale stand staat. • Wikkel de watten gelijkmatig om voet, enkel en een deel van het onderbeen. • Zorg dat de tenen zichtbaar blijven en de hiel in de watten is opgenomen. • Leg de zwachtel met lichte rek aan. • Leg de eerste slag van de elastische zwachtel om de voorvoet, direct achter de tenen. • Laat de watten uitsteken. Inhoudsopgave NEH – kneuzingen en verstuikingen – enkel (3 van 4) Vervolg aandachtspunten aanleggen drukverband enkel • Leg enkele slagen om de voet. • Leg vervolgens een slag midden over de hiel. • Leg afwisselend enkele slagen onder en boven de hiel. • Zorg dat de hiel geheel in het verband is opgenomen. • Leg daarna nog enkele slagen om het onderbeen en laat de watten uitsteken. Inhoudsopgave NEH – kneuzingen en verstuikingen – enkel (4 van 4) Video: Aanleggen drukverband pols Inhoudsopgave NEH – kneuzingen en verstuikingen – pols (1 van 4) Aanleggen drukverband pols Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6 NEH – kneuzingen en verstuikingen – pols (2 van 4) Aandachtspunten aanleggen drukverband pols • Wikkel de watten gelijkmatig om hand, pols en een deel van de onderarm. • Vouw het verband bij de duim. • Zorg dat de vingertoppen grotendeels vrij blijven. • Leg de zwachtel met lichte rek aan om druk te kunnen uitoefenen. • Leg de eerste slag om de pols. • Ga schuin over de handrug tot aan de knokkels. • Laat de watten uitsteken. • Ga om de hand heen. • Ga tussen hand en duim door over de handrug weer terug naar de pols. • Herhaal deze slagen enkele malen. • Zorg dat de muis van de duim goed in het verband wordt opgenomen. Inhoudsopgave NEH – kneuzingen en verstuikingen – pols (3 van 4) Vervolg aandachtspunten aanleggen drukverband pols • Maak het verband met enkele slagen om de onderarm af. • Laat de synthetische watten uitsteken. • Leg zo nodig nog enkele slagen richting pols en hand om de elastische zwachtelrol op te maken. • Geef de arm tenslotte steun. Inhoudsopgave NEH – kneuzingen en verstuikingen – pols (4 van 4) Aandachtspunten aanleggen van een mitella • Leg een mitella aan bij een verstuikte onderarm, pols of hand. Inhoudsopgave NEH – kneuzingen en verstuikingen – mitella (1 van 4) Video: Aanleggen van een mitella Inhoudsopgave NEH – kneuzingen en verstuikingen – mitella (2 van 4) Aanleggen van een mitella Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6 NEH – kneuzingen en verstuikingen – mitella (3 van 4) Aandachtspunten aanleggen mitella • Maak van een driekante doek een mitella • Pak de doek vast bij de punt en een slip. • Houd de doek met de punt bij de elleboog van het slachtoffer. • Breng een slip tussen de romp en de arm tot op de schouder aan de gezonde zijde. • Breng de andere slip over de schouder aan de gewonde zijde achter de nek om naar de schouder aan de gezonde zijde. • Knoop de slippen aan elkaar. • Zorg dat de knoop ongeveer onder het oor aan de gezonde zijde komt te liggen. • Zorg dat de mitella de hele onderarm ondersteunt. • Vouw de punt naar voren en zet deze vast met een veiligheidsspeld. • Zorg dat de vingertoppen zichtbaar blijven. Inhoudsopgave NEH – kneuzingen en verstuikingen – mitella (4 van 4) Oorzaken en beoordeling • Bij botbreuken is de normale samenhang van het bot doorbroken. • Het bot is geheel of gedeeltelijk gebroken. • Een breuk ontstaat door een val of slag of door een onverwachte beweging. • Soms is bij het breken of bewegen gekraak van de botten te horen. Inhoudsopgave NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – oorzaken & beoordeling (1 van 11) Kenmerken open breuk • Als er ter hoogte van de breuk een wond is, noemen we dat een open breuk. • Dat is óók zo als het gebroken bot niet zichtbaar is. Inhoudsopgave NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – oorzaken & beoordeling (2 van 11) Infectiegevaar • Bij open botbreuken bestaat gevaar voor infectie. • De beschadiging van omliggende weefsels neemt toe als een gebroken ledemaat wordt bewogen. Inhoudsopgave NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – oorzaken & beoordeling (3 van 11) Kenmerken ontwrichting • Bij een ontwrichting zijn de twee boteinden, die samenkomen in een gewricht, ten opzichte van elkaar verschoven. • Het gewricht staat in een vervormde stand. Oorzaken ontwrichtingen • Ontwrichtingen ontstaan door een slag, stoot of val of door verdraaiing van de ledemaat. Inhoudsopgave NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – oorzaken & beoordeling (4 van 11) Oorzaken wervelletsel • Vallen van hoogte • Een slag in de nek of hals door een aanrijding of een duik in ondiep water • Een zwaar voorwerp dat op het hoofd valt. • Wees bij elk rugletsel bedacht op een wervelbreuk. • Vooral als iemand op zijn rug is gevallen of van een hoogte op zijn hielen is gevallen. Inhoudsopgave NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – oorzaken & beoordeling (5 van 11) Video: Verschijnselen botbreuk Inhoudsopgave NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – oorzaken & beoordeling (6 van 11) Verschijnselen sleutelbeenbreuk • De schouder hangt af en zit vaak iets naar voren. • Het slachtoffer houdt de arm tegen zich aan en heeft veel pijn bij het bewegen van de schouder. • Soms is de breuk moeilijk zichtbaar door een bloeduitstorting of zwelling. • Een sleutelbeenbreuk is een botbreuk die veel voorkomt. Inhoudsopgave NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – oorzaken & beoordeling (7 van 11) Verschijnselen ontwrichting • Bij een ontwrichting staat het gewricht in een afwijkende of abnormale stand. Inhoudsopgave NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – oorzaken & beoordeling (8 van 11) Verschijnselen wervelletsel • Pijn in de nek of rug. • Het slachtoffer zal zijn hoofd meestal niet bewegen of zich niet oprichten. Inhoudsopgave NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – oorzaken & beoordeling (9 van 11) Verschijnselen beschadiging ruggenmerg (1) • Wervelletsels komen voor in combinatie met letsel van het ruggenmerg. • Een gebroken wervel kan het ruggenmerg beschadigen, als het slachtoffer beweegt of wordt bewogen met mogelijk blijvende verlammingen als gevolg. • Indien een slachtoffer mogelijk wervelletsel heeft, dient hij zo min mogelijk te bewegen! Inhoudsopgave NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – oorzaken & beoordeling (10 van 11) Verschijnselen bij beschadiging van het ruggenmerg (2) • Tintelingen in de benen en voeten • Gevoelloosheid • Verlammingen van de benen en voeten treden op. Inhoudsopgave NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – oorzaken & beoordeling (11 van 11) Gesloten breuken & ontwrichtingen • Een BHV’er kan alleen hulp verlenen bij botbreuken en ontwrichtingen aan armen of benen. • De hulp bij overige breuken moet worden overgelaten aan professionele hulpverleners. Inhoudsopgave NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels - gesloten breuken & ontwrichtingen (1 van 5) Handelen bij gesloten breuken & ontwrichtingen • Bel zo nodig het interne alarmnummer of 1-1-2. • Voorkom beweging. • Ondersteun het getroffen lichaamsdeel met een dekenrol, mitella of brede das. • Laat een slachtoffer een gebroken onderarm met zijn andere arm en hand ondersteunen. • Wacht op de ambulance of ga met het slachtoffer naar de Spoed Eisende Hulp. Inhoudsopgave NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels - gesloten breuken & ontwrichtingen (2 van 5) Video: Aanleggen van een dekenrol Inhoudsopgave NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels - gesloten breuken & ontwrichtingen (3 van 5) Aanbrengen dekenrol 1 Inhoudsopgave 2 3 4 NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels - gesloten breuken & ontwrichtingen (4 van 5) Aandachtspunten aanleggen dekenrol • Zorg ervoor dat het getroffen lichaamsdeel niet kan bewegen. • Gebruik bij een breuk aan de benen of bekken een dekenrol. • Neem de maat voor de lengte van de deken aan de niet geblesseerde kant van het lichaam. • Zorg bij het aanbrengen van een dekenrol altijd dat het getroffen lichaamsdeel ondersteund wordt. • Plaats de dekenrol naast het gebroken lichaamsdeel. Inhoudsopgave NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels - gesloten breuken & ontwrichtingen (5 van 5) Breuken bovenarm • Geef bij breuken van elleboog, bovenarm en sleutelbeen rust door het aanleggen van een brede das. Inhoudsopgave NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – breuken bovenarm (1 van 4) Video: Aanleggen van een brede das Inhoudsopgave NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – breuken bovenarm (2 van 4) Aanleggen brede das Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6 NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – breuken bovenarm (3 van 4) Aandachtspunten aanleggen brede das • Vouw een driekante doek in vieren tot een brede das. • Haal een slip tussen de gewonde arm en de romp door tot op de schouder aan de gezonde zijde. • Breng de andere slip over de schouder aan de gewonde zijde achter de nek om naar de schouder aan de gezonde zijde. • Knoop de slippen aan elkaar. • Zorg dat de knoop onder het oor aan de gezonde zijde komt te liggen. • Zorg ervoor dat pols en middenhand in de das rusten. Inhoudsopgave NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – breuken bovenarm (4 van 4) Open breuken • Laat bij open breuken 1-1-2 alarmeren. • Uw eerste zorg is stelpen van de bloeding en beperken van infectiegevaar. Inhoudsopgave NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – open breuken (1 van 5) Video: handelen bij een open botbreuk Inhoudsopgave NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – open breuken (2 van 5) Kleding al dan niet gescheurd • Als de kleding gescheurd is, leg dan een dekverband over de scheur aan. • Als de kleding die over de breuk zit nog heel is, laat de kleding dan zitten. Inhoudsopgave NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – open breuken (3 van 5) Handelen bij een open botbreuk 1 Inhoudsopgave 2 3 4 NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – open breuken (4 van 5) Aandachtspunten voor het handelen bij open botbreuk • Voorkom beweging. • Stelp zo nodig de bloeding met steriele gazen. • Voorkom beweging bij het aanbrengen van de gazen. • Dek de wond dan steriel af. • Leg een (opengevouwen) snelverband op de wond. • Zet het vast met kleefpleister. • Knip de zwachtels af. • Zet het snelverband rondom vast met kleefpleisters. • Zorg dat het gebroken lichaamsdeel niet kan bewegen. • Geef het lichaamsdeel steun met een rolletje van een deken. Inhoudsopgave NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – open breuken (5 van 5) Wervelletsel • Alarmeer zo snel mogelijk en laat het slachtoffer liggen zoals het is aangetroffen. • Zorg dat het slachtoffer NIET BEWEEGT. • De geringste beweging kan leiden tot verergering van het letsel. • Zorg dat ook omstanders het slachtoffer met rust laten. • Bescherm het slachtoffer eventueel tegen kou door hem toe te dekken met een deken. • Wacht op deskundige hulp. Inhoudsopgave NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – wervelletsel (1 van 1) Oorzaken brandwonden (1) • hete vloeistoffen (water, vet, olie) • inademen van hete gassen en dampen (onder andere rook en stoom) • vlammen/vuur • hete voorwerpen (contactverbrandingen) • straling • chemische stoffen • elektriciteit • andere oorzaken zoals radioactiviteit. Inhoudsopgave NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (1 van 13) Oorzaken brandwonden (2) Hete vloeistoffen (water, vet, olie) • De oorzaak van bijna alle brandwonden • De diepte van verbrandingen is vaak bijzonder moeilijk te beoordelen. • Verbrandingen door heet water verbrandingen zijn vaak veel dieper dan in eerste instantie lijkt. Inademen van hete gassen en dampen • Kan leiden tot verbranding van de luchtweg. • Dit is doodsoorzaak nummer 1 bij branden. Inhoudsopgave NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (2 van 13) Oorzaken brandwonden (3) Vlammen/vuur • Het slachtoffer wordt direct door vuur getroffen en vliegt mogelijk ook in brand. Hete voorwerpen, de zogeheten contactverbrandingen • Vaak treedt een combinatie op van warmte en druk (bijvoorbeeld strijkpers). Straling • Het slachtoffer wordt niet direct door het vuur getroffen, maar ontvangt de stralingswarmte. • Voorbeeld: verbranding door zonnestraling. Inhoudsopgave NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (3 van 13) Oorzaken brandwonden (4) Chemische stoffen • Een chemische stof kan brandwonden veroorzaken of een bijtend effect hebben op het lichaam. • Voorbeelden: zwavelzuur, zoutzuur of gootsteenontstopper (caustic soda). Inhoudsopgave NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (4 van 13) Oorzaken brandwonden (5) Elektriciteit • Verbrandingen kunnen ontstaan doordat: • het slachtoffer door het vuur of door de straling van de vonk wordt getroffen. • de stroom door het lichaam is gegaan • Gevolg: uitgebreide inwendige schade door warmte ontwikkeling in de diepte en/of een circulatiestilstand. Overige oorzaken • Bijvoorbeeld radioactiviteit. Inhoudsopgave NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (5 van 13) Ernst brandwond • De ernst van een brandwond is afhankelijk van • de diepte van de beschadiging van de huid • de grootte • de plaats van de brandwonden • de leeftijd van het slachtoffer • bijkomende letsels • de soort hittebron • de temperatuur van de inwerkende stof • de duur van de blootstelling. Inhoudsopgave NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (6 van 13) Plaats van de brandwonden • De doorbloeding en vochtigheidsgraad, maar vooral de dikte van de huid zijn belangrijk. • Eenzelfde blootstelling geeft aan de handpalm aanzienlijk ernstiger brandwonden dan op de voetzool. • Op voetzool is meer eelt, een geringere doorbloeding en vaak een lagere vochtigheidsgraad waardoor er minder schade wordt aangericht dan bij een gelijke blootstelling aan de handpalm. Inhoudsopgave NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (7 van 13) Risico’s bij brandwonden • De ernst van de verbranding bepaalt de risico’s die een slachtoffer loopt. Infectiegevaar • De huid van het slachtoffer is beschadigd en verliest (een aantal van) zijn beschermende functies: bacteriën hebben dan vrij spel. Inhoudsopgave NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (8 van 13) Vochtverlies • Uit de brandwonden komt vocht vrij met als mogelijk gevolg een tekort aan vocht in de bloedvaten. • Hierdoor kan het slachtoffer in shock raken. • De huid kan de lichaamstemperatuur niet vasthouden met als gevolg warmteverlies. • Hierdoor kan het slachtoffer onderkoeld raken. Inhoudsopgave NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (9 van 13) Overige risico’s • De brandwonden belasten ook de rest van het lichaam. • Met als mogelijk gevolg: minder eetlust, misselijkheid, snelle hartslag, snelle ademhaling, koorts, vermoeidheid en een slechte concentratie. Inhoudsopgave NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (10 van 13) Eerstegraads brandwond • De huid is rood, droog, pijnlijk en mogelijk ook wat opgezwollen. • Gaat meestal snel over en hoeft niet in een ziekenhuis te worden behandeld. Inhoudsopgave NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (11 van 13) Tweedegraads brandwond • De huid is rood, licht gezwollen en pijnlijk, er treedt blaarvorming op. • Naast tweedegraads verbrandingen zijn er ook eerstegraadsverbrandingen. • Een tweedegraads brandwond is meestal binnen twee à drie weken genezen. Inhoudsopgave NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (12 van 13) Derdegraads brandwond • De huid is wit/zwart, droog en leerachtig. • Het slachtoffer voelt nauwelijks pijn, doordat bij derdegraads brandwonden ook de zenuwen in de huid zijn aangetast. • Naast derdegraads verbrandingen zijn er ook (eerste- en) tweedegraads verbrandingen. • Derdegraads verbrandingen kunnen, tenzij ze heel klein zijn, alleen genezen door een huidtransplantatie. Inhoudsopgave NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (13 van 13) Behandeling • Eerst koelen met water, de rest komt later! • Koel minimaal 10 minuten met zacht stromend lauw water of gebruik een hydrogel kompres of verband. • Langdurig koelen met koud water kan leiden tot onderkoeling. • Koel niet met een harde straal: dit is nogal pijnlijk. • Smeer niets op de wond! Inhoudsopgave NEH – brandwonden – behandeling (1 van 6) Geen schoon water beschikbaar • Gebruik eventueel slootwater als er geen schoon leidingwater beschikbaar is. • Koelen is in dit stadium belangrijker dan het voorkomen van infecties. Effecten koelen • Het koelen stopt het verbrandingsproces en voorkomt dat de wond verder inbrandt. • Bovendien trekken de bloedvaatjes in de huid samen waardoor vochtverlies wordt voorkomen. • Koelen werkt ook pijn verzachtend. Inhoudsopgave NEH – brandwonden – behandeling (2 van 6) Kleding en sieraden verwijderen • Verwijder kleding, maar laat kleding die aan huid vastkleeft zitten. • Lostrekken verergert het letsel. • Houd kleding die aan de huid vastzit nat. • Verwijder bij verbrandingen aan hand en arm sieraden, laat dit bij voorkeur door het slachtoffer zelf doen. • Na enige tijd zal de verbrande arm of hand gaan zwellen en moeten sieraden worden afgeknipt om afknelling te voorkomen. Inhoudsopgave NEH – brandwonden – behandeling (3 van 6) Afdekken • Dek tweede- en derdegraads brandwonden na het koelen bij voorkeur af met een niet verklevend gaas (bijvoorbeeld metalline). • Als dat niet voorhanden is, gebruik dan een schone doek (laken, theedoek, zakdoek). Inhoudsopgave NEH – brandwonden – behandeling (4 van 6) Schatten grootte brandwond • Gebruik de handwijzer om een grove schatting te maken van de grootte van de brandwond. • De oppervlakte van de hand van het slachtoffer is 1 % van zijn lichaamsoppervlak. • De grootte van de brandwond wordt bepaald door het aantal keer het handoppervlak dat op de verspreid liggende brandwonden past. • 5 handen betekent dat 5 % van het lichaam is verbrand. • Bij 10 % of meer spreekt men van uitgebreide verbrandingen. • Bij uitgebreide verbrandingen kan men in shock raken. Inhoudsopgave NEH – brandwonden – behandeling (5 van 6) Arts alarmeren • Alarmeer zo nodig een arts of 1-1-2 alarmeren. • Neem bij twijfel altijd contact op met een arts. • Waarschuw altijd een arts bij blaren, een aangetaste huid, verbrandingen in het gezicht en bij brandwonden door een chemisch product of door elektriciteit. • Begeleid slachtoffers zo nodig naar een arts of Spoed Eisende Hulp. Inhoudsopgave NEH – brandwonden – behandeling (6 van 6) Bijzondere situaties • Bij verbrandingen in het gezicht en bij verbrandingen door chemische stoffen gelden extra aandachtspunten. Inhoudsopgave NEH – brandwonden – bijzondere situaties (1 van 5) Verbrandingen in het gezicht • Bij een verbranding van het gezicht kan de luchtweg zijn verbrand, wees bedacht op ademhalingsproblemen. Handel bij verbrandingen in het gezicht als volgt • Alarmeer altijd het interne alarmnummer of direct 1-1-2. • Koel het slachtoffer onder een douche, zo mogelijk halfzittend. • Laat ambulancepersoneel deze slachtoffers verzorgen en vervoeren. Slachtoffers met een verbranding van de luchtweg moeten altijd halfzittend worden vervoerd. Dat is de beste houding om te kunnen ademhalen. Inhoudsopgave NEH – brandwonden – bijzondere situaties (2 van 5) Verbrandingen door chemische stoffen • Ken de chemische stoffen die in het bedrijf aanwezig zijn. • Let op etiketten en pictogrammen op (klein)verpakkingen. • Bij elke chemische stof hoort een veiligheidsinformatieblad. • Op een veiligheidsinformatieblad staat informatie over de risico’s van een chemische stof en de juiste wijze van handelen bij een ongeval met deze stof. • Ga na waar deze informatie in het bedrijf is te vinden. Inhoudsopgave NEH – brandwonden – bijzondere situaties (3 van 5) Eigen veiligheid • De eigen veiligheid van de hulpverlener staat voorop. • Sommige chemische stoffen geven hete gassen en dampen af. • Inademen hiervan kan gevaar opleveren voor slachtoffer en hulpverlener. • Draag minimaal de juiste beschermende handschoenen. • Als u zich niet voldoende kunt beschermen, wacht dan op deskundige hulp. Inhoudsopgave NEH – brandwonden – bijzondere situaties (4 van 5) Handelen bij verbrandingen door chemische stoffen • Spoel het slachtoffer zo snel mogelijk af om de stof te verwijderen. • Maak daarbij, indien beschikbaar, gebruik van een douche. • Gebruik desnoods een tuinslang, brandslang of emmers water. • Spoel het slachtoffer minimaal dertig minuten. • Probeer te voorkomen dat het spoelwater over de niet aangetaste huid loopt. • Verwijder tijdens het spoelen de besmette kleding. • Dek de wond(en) na het koelen steriel af. Inhoudsopgave NEH – brandwonden – bijzondere situaties (5 van 5) Niet-spoedeisende Eerste Hulp Basisopleiding BHV Inhoudsopgave