Niet-spoedeisende Eerste Hulp - bhv

advertisement
Niet-spoedeisende
Eerste Hulp
Basisopleiding BHV
Inhoudsopgave
Niet-spoedeisende Eerste Hulp
1. wonden
2. oogletsel
5. brandwonden
3. kneuzingen &
verstuikingen
Inhoudsopgave
4. botbreuken,
ontwrichtingen &
wervelletsel
Selecteer een hoofdstuk naar keuze
NEH
Wonden
1. oorzaken &
beoordeling
6. hand
Inhoudsopgave
2. wond
behandeling
7. elleboog
3. wond
snelverband
8. bloedverlies
4.
snelverband
9. wond
drukverband
5. vinger
Selecteer een paragraaf naar keuze
10. vinger(top)
NEH – Wonden
Oogletsel
1. oorzaken & beoordeling
2. algemene aanpak bij
oogletsel
3. vuiltje
Selecteer een paragraaf naar keuze
4. voorwerp
Inhoudsopgave
5. chemische verbrandingen
6. stomp letsel
NEH – Oogletsel
Kneuzingen & verstuikingen
1. oorzaken & beoordeling
2. algemene aanpak
5. mitella
Selecteer een paragraaf naar keuze
3. enkel
Inhoudsopgave
4. pols
NEH – Kneuzingen & verstuikingen
Botbreuken, ontwrichtingen & wervelletsel
1. oorzaken & beoordeling
2. gesloten breuken &
ontwrichtingen
5. wervelletsel
Selecteer een paragraaf naar keuze
3. breuken bovenarm
Inhoudsopgave
4. open breuken
NEH – Botbreuken, ontwrichtingen & wervelletsel
Brandwonden
1. oorzaken & beoordeling
3. bijzondere situaties
Selecteer een paragraaf naar keuze
2. behandeling
Inhoudsopgave
NEH – Brandwonden
Wonden
Inhoudsopgave
NEH - wonden - oorzaken & beoordeling (1 van 9)
Oorzaken en kenmerken van uitwendige wonden (1)
•  Uitwendige wonden variëren van een
schaafwondje, een ernstige uitwendige bloeding tot
een afgeknelde vingertop.
•  Bij uitwendige wonden is de huid beschadigd.
Soms zijn zelfs spieren, pezen, of botten
beschadigd.
Inhoudsopgave
NEH - wonden - oorzaken & beoordeling (2 van 9)
Oorzaken en kenmerken van uitwendige wonden (2)
•  Bij een uitwendige wond is de bescherming van de huid doorbroken waardoor er altijd
gevaar voor infecties bestaat.
•  Een goede wondverzorging kan bijdragen aan het voorkomen van infecties.
•  Bij zeer ernstig uitwendig bloedverlies komt in korte tijd veel bloed vrij.
Inhoudsopgave
NEH - wonden - oorzaken & beoordeling (3 van 9)
Verschijnselen uitwendige wonden
•  Een uitwendige wond kan ontstaan door schaven, snijden, steken, scheuren en afknelling.
•  De hoeveelheid bloedverlies en pijn hangen af van het soort wond en de ernst van de
wond.
Inhoudsopgave
NEH - wonden - oorzaken & beoordeling (4 van 9)
Schaafwonden
•  Schaafwonden ontstaan door vallen of schuren
bijvoorbeeld langs een muur.
•  Schaafwonden zijn oppervlakkig, maar pijnlijk.
•  Soms zit er vuil in de wond.
Inhoudsopgave
NEH - wonden - oorzaken & beoordeling (5 van 9)
Snijwonden
•  Snijwonden bloeden, omdat er bloedvaten zijn
doorgesneden.
•  Een snijwond doet relatief minder pijn dan een
schaafwond.
•  Bij diepere snijwonden kunnen ook onderliggende
weefsels zoals spieren, pezen en botten
beschadigd zijn.
Inhoudsopgave
NEH - wonden - oorzaken & beoordeling (6 van 9)
Steekwonden
•  Bij steekwonden is onderliggend weefsel
beschadigd
•  Het voorwerp dat is binnengedrongen bepaalt de
grootte van de ingang van de wond in de huid
•  Voorbeelden: wonden door een spijker, mes, priem
of beitel.
•  Soms kunnen inwendige organen zijn geraakt.
•  Een steekwond bloedt minder hevig dan een
snijwond.
Inhoudsopgave
NEH - wonden - oorzaken & beoordeling (7 van 9)
Scheurwonden
•  Scheurwonden ontstaan als iemand met zijn huid
ergens aan blijft hangen.
•  Voorbeelden: wonden door een spijker, een beitel of
een scherp stukje plaatstaal.
•  Er ontstaat een scheur in de huid die minder hevig
bloedt dan een snijwond.
•  Een scheurwond is pijnlijk.
Inhoudsopgave
NEH - wonden - oorzaken & beoordeling (8 van 9)
Afknelling
•  Een vinger(top) kan worden afgerukt door een
afknelling.
•  Bij een afknelling bloedt de wond in het begin niet
zo heel erg.
•  Dit komt doordat de bloedvaten zijn
samengetrokken.
•  Als na enkele minuten de bloedvaten zich weer
verwijden, begint de wond hevig te bloeden.
Inhoudsopgave
NEH - wonden - oorzaken & beoordeling (9 van 9)
Lichte verwondingen
•  Lichte verwondingen zijn klein, ondiep en niet te sterk vervuild.
•  Lichte verwondingen kunt u zelf behandelen.
Inhoudsopgave
NEH - wonden – wondbehandeling (1 van 6)
Ernstige verwondingen
•  Ernstige verwondingen zijn grote, diepe en/of sterk vervuilde wonden en wonden in het
gezicht en op de handen.
•  Ernstige verwondingen moeten verder worden behandeld door professionele hulpverleners.
Inhoudsopgave
NEH - wonden – wondbehandeling (2 van 6)
Handelen bij uitwendige wonden
•  Alarmeer bij zeer ernstig uitwendig bloedverlies het interne alarmnummer of 1-1-2.
•  Laat de melder doorgeven om wat voor letsel het gaat.
•  Raadpleeg altijd een arts bij ernstige verwondingen aan gezicht en handen en bij zeer
ernstig uitwendig bloedverlies.
Inhoudsopgave
NEH - wonden – wondbehandeling (3 van 6)
Algemene aanpak bij wondbehandeling
•  Laat het slachtoffer zitten of liggen en stel hem op zijn gemak.
•  Houd het getroffen lichaamsdeel hoog.
•  Laat het slachtoffer zelf sieraden verwijderen.
•  Pak de verbandkoffer en trek zo nodig handschoenen aan.
•  Oefen zo nodig druk uit op de wond om het bloeden te stelpen (5 tot 10 minuten).
•  Als druk uitoefenen niet gaat, houd het lichaamsdeel dan hoog.
•  De ernst van de wond bepaalt de verdere aanpak.
Inhoudsopgave
NEH - wonden – wondbehandeling (4 van 6)
Handelen bij lichte verwondingen
•  Handel eerst volgens de aanpak voor algemene wondbehandeling.
•  Reinig de wond, indien nodig door te spoelen met zacht stromend lauw water.
•  Ontsmet de wond met een ontsmettingsmiddel, bijvoorbeeld betadine of sterilon.
•  Oefen zo nodig opnieuw druk uit op de wond.
•  Dek de wond steriel af met een dekverband.
•  Geef het getroffen lichaamsdeel zo nodig rust en steun.
•  Raadpleeg bij twijfel een arts.
Inhoudsopgave
NEH - wonden – wondbehandeling (5 van 6)
Handelen bij ernstige verwondingen
•  Handel eerst volgens de aanpak voor algemene wondbehandeling.
•  Dek ernstige verwondingen steriel af.
•  Zorg dat de zwachtel het steriel gaas volledig afdekt.
•  Maak de wond niet schoon, gebruik géén jodium of sterilon.
•  Leg zo nodig een wonddrukverband aan.
•  Geef het getroffen lichaamsdeel, zo nodig, rust en steun.
•  Begeleid slachtoffer naar arts / Spoed Eisende Hulp.
Inhoudsopgave
NEH - wonden – wondbehandeling (6 van 6)
Wondsnelverband
•  Een wondsnelverband is een ‘uitgebreide pleister’
•  Een wondsnelverband is geschikt als het wondkussen de wond voldoende bedekt.
•  Toe te passen bij: schaaf- en snijwonden en wonden die niet diep zijn en niet sterk vervuild.
Inhoudsopgave
NEH - wonden – wondsnelverband (1 van 3)
Kenmerken wondsnelverband
•  Een wondsnelverband is een elastisch verband dat
met kleefpleisters wordt vastgezet.
•  Door de elasticiteit sluit het goed aan en is het
geschikt voor het verbinden van gewrichten,
handen en voeten.
•  Het verband moet zo worden aangelegd dat het de
elasticiteit behoudt (niet te strak).
Inhoudsopgave
NEH - wonden – wondsnelverband (2 van 3)
Aanleggen van een wondsnelverband
•  Open de verpakking, vouw het verband nog niet open.
•  Begin met de korte zwachtel. Haal het beschermstrookje van de kleefpleister.
•  Neem de korte zwachtel in de ene en de lange zwachtel in de andere hand.
•  Trek het verband open boven de wond en breng het wondkussen op de wond.
•  Bevestig de kleefpleister van de korte zwachtel vast op de huid.
•  Zorg dat het wondkussen aan alle kanten is afgesloten.
•  Plak het verband vast.
Inhoudsopgave
NEH - wonden – wondsnelverband (3 van 3)
Aanleggen snelverband
•  Snelverbanden kunnen bij bijna alle verwondingen worden gebruikt.
•  Een snelverband kan meer wondvocht opvangen dan een wondsnelverband.
•  Het snelverband is goed toepasbaar bij wonden die verder nog door een arts moeten
worden behandeld.
Inhoudsopgave
NEH - wonden – snelverband (1 van 4)
Video: Aanleggen van een snelverband
Inhoudsopgave
NEH - wonden – snelverband (2 van 4)
Aanleggen snelverband
1
Inhoudsopgave
2
3
4
NEH - wonden – snelverband (3 van 4)
Aandachtspunten aanleggen snelverband
•  Dek de wond steriel af met een passend snelverband.
•  Rol het verband open.
•  Neem de korte zwachtel in de ene en de lange zwachtel in de andere hand.
•  Breng het wondkussen op de wond.
•  Let er bij het uitrollen van de lange zwachtel op dat het wondkussen aan alle kanten is
afgesloten.
•  Plak het verband vast met kleefpleister.
Inhoudsopgave
NEH - wonden – snelverband (4 van 4)
Dekverband vinger
•  Handel bij het verbinden van een wond aan de vinger eerst volgens
de aanpak voor algemene wondbehandeling.
•  Leg vervolgens een dekverband aan.
Inhoudsopgave
NEH - wonden – vinger (1 van 5)
Video: Aanleggen van een dekverband vinger
Inhoudsopgave
NEH - wonden – vinger (2 van 5)
Aanleggen dekverband vinger
Inhoudsopgave
1
2
3
4
5
6
NEH - wonden – vinger (3 van 5)
Aandachtspunten aanleggen dekverband vinger
•  Leg een steriel gaas op de wond, dat de wond ruim bedekt.
•  Leg daarop een laagje synthetische watten, houd de watten binnen het steriele gaas.
•  Leg de eerste slag tegen de voorzijde van de vinger.
•  Geef lichte rek op het verband.
•  Begin beneden.
•  Ga over de vingertop aan de andere kant weer naar beneden.
•  Houd daar de zwachtel vast.
•  Doe dit ook onder lichte rek van de zwachtel.
•  Voer de zwachtel schuin terug over de top naar beneden aan de handrugzijde van de
vinger.
•  Houd ook daar de zwachtel vast.
Inhoudsopgave
NEH - wonden – vinger (4 van 5)
Vervolg aandachtspunten aanleggen dekverband vinger
•  Voer de zwachtel weer naar de top van de vinger.
•  Draai bij de top de zwachtel tussen de gewonde vinger en de naastgelegen vinger door.
•  Zwachtel tot onderaan de vinger.
•  Zorg dat de zwachtel het steriel gaas volledig afdekt.
•  Voer de zwachtel over de rug van de hand naar de pols, leg een slag om de pols.
•  Voer de zwachtel weer over de handrug naar de onderkant van de gewonde vinger.
•  Draai de zwachtel nog een keer rond de vinger.
•  Ga over de handrug weer naar de pols.
•  Eindig met een slag om de pols.
Inhoudsopgave
NEH - wonden – vinger (5 van 5)
Aanleggen dekverband hand
•  Handel bij het verbinden van een wond aan de hand eerst volgens de aanpak voor
algemene wondbehandeling.
•  Leg vervolgens een dekverband aan.
Inhoudsopgave
NEH - wonden – hand (1 van 4)
Video: aanleggen dekverband hand
Inhoudsopgave
NEH - wonden – hand (2 van 4)
Aanleggen dekverband hand
Inhoudsopgave
1
2
3
4
5
6
NEH - wonden – hand (3 van 4)
Aandachtspunten aanleggen dekverband hand
•  Leg een steriel gaas op de wond, dat de wond ruim bedekt.
•  Leg daarop een laagje synthetische watten.
•  Bij een wond in de handpalm: vul de holte van de hand op met watten.
•  Leg met de eerste slag steriel gaas en watten vast.
•  Voer de zwachtel schuin over de handpalm naar de pols.
•  Leg een slag om de pols.
•  Ga dan weer schuin naar de handpalm.
•  Bedek steriel gaas en watten met enkele slagen heen en weer tussen de hand en pols.
•  Zorg dat de zwachtel het steriel gaas volledig afdekt.
•  Eindig met een slag rondom de pols.
•  Zet de zwachtel vast met kleefpleister.
Inhoudsopgave
NEH - wonden – hand (4 van 4)
Dekverband elleboog
•  Handel bij het verbinden van een wond aan de elleboog eerst volgens de aanpak voor
algemene wondbehandeling.
•  Leg vervolgens een dekverband aan.
•  Deze techniek kan ook worden gebruikt bij het verbinden van een wond aan de knie.
Inhoudsopgave
NEH - wonden – elleboog (1 van 4)
Video: Aanleggen dekverband elleboog
Inhoudsopgave
NEH - wonden – elleboog (2 van 4)
Aanleggen dekverband elleboog
1
3
Inhoudsopgave
2
4
5
NEH - wonden – elleboog (3 van 4)
Aandachtspunten aanleggen dekverband elleboog
•  Zorg dat de elleboog licht gebogen wordt gehouden.
•  Leg een steriel gaas op de wond, dat de wond ruim bedekt.
•  Leg daarop een laagje synthetische watten.
•  Leg steriel gaas en synthetische watten vast met (elastische) hydrofiele zwachtel.
•  Zorg dat de zwachtel het steriel gaas volledig afdekt.
•  Leg de volgende slag rondom de onderkant van de elleboog, half op het steriel gaas, half
op de huid.
•  Bedek steeds voor een deel de vorige slag.
•  Eindig op de bovenarm, ruim boven de elleboog.
•  Zet de zwachtel vast met kleefpleister.
Inhoudsopgave
NEH - wonden – elleboog (4 van 4)
Handelen bij bloedverlies
•  Alarmeer indien nodig, zo snel mogelijk bij zeer ernstig uitwendig bloedverlies.
•  Handel eerst volgens de aanpak voor algemene wondbehandeling.
•  Als u alleen bent, oefen dan eerst druk uit op de wond en alarmeer vervolgens, indien
nodig, het interne alarmnummer of 1-1-2.
Inhoudsopgave
NEH - wonden – bloedverlies (1 van 4)
Video: Stelpen bloeding
Inhoudsopgave
NEH - wonden – bloedverlies (2 van 4)
Stelpen bloeding
1
Inhoudsopgave
2
NEH - wonden – bloedverlies (3 van 4)
Aandachtspunten stelpen bloeding
•  Houd het getroffen lichaamsdeel hoog.
•  Haal vreemde voorwerpen die in de wond zitten zoals een mes of een glasscherf er niet uit.
•  Stelp de bloeding door druk uit te oefenen op de wond.
•  Vermijd contact met het bloed van het slachtoffer.
•  Draag handschoenen.
•  Gebruik een snelverband en druk deze op de wond.
•  Als er geen verband voorhanden is, kunt u ook druk uitoefenen met een bijvoorbeeld een
handdoek.
•  Dek de wond steriel af met een snelverband.
•  Blijft de wond bloeden dan kan een wonddrukverband worden aangelegd.
Inhoudsopgave
NEH - wonden – bloedverlies (1 van 4)
Aanleggen van een wonddrukverband
•  Een wonddrukverband wordt aangelegd om een bloeding blijvend te stelpen, als een wond
blijft bloeden ondanks de uitgeoefende druk en het (wond) snelverband.
•  Een wonddrukverband is opgebouwd uit een snelverband, synthetische watten en een
elastische zwachtel.
•  Een wonddrukverband wordt aangepast aan de grootte van de wond.
Inhoudsopgave
NEH - wonden – wonddrukverband (1 van 4)
Video: Aanleggen van een wonddrukverband
Inhoudsopgave
NEH - wonden – wonddrukverband (2 van 4)
Aanleggen wonddrukverband
1
Inhoudsopgave
2
3
4
NEH - wonden – wonddrukverband (3 van 4)
Aandachtspunten aanleggen wonddrukverband
•  Dek de wond steriel af met een snelverband.
•  Leg over het snelverband enkele lagen synthetische watten.
•  Zorg dat elke slag de vorige voor ongeveer tweederde overlapt.
•  Leg vervolgens een zwachtel aan.
•  Zorg bij het aanleggen van de zwachtel dat de watten blijven uitsteken.
•  Leg het verband zodanig aan dat dit enige druk uitoefent op de bloeding zodat de bloeding
stopt.
•  Geef het getroffen lichaamsdeel rust en steun.
•  Ga zo nodig naar een arts of spoedeisende hulp.
Inhoudsopgave
NEH - wonden – wonddrukverband (4 van 4)
Handelen bij een afgerukte/afgeknelde vinger(top)
•  Stelp bloeding met een verband dat druk uitoefent
op de wond.
•  Leg een dekverband vinger aan.
•  Leg daarbij de slagen zo aan dat er meer druk
wordt uitgeoefend op de wond.
Inhoudsopgave
NEH - wonden – vinger(top) (1 van 2)
Bewaren vingertop
•  Doe de vinger(top) in een steriel gaas en vervolgens in een plastic zakje.
•  Stop die plastic zak in een andere zak met smeltend ijs.
•  Zo wordt het weefsel in zo goed mogelijke conditie gehouden.
•  Breng de vinger(top) nooit in direct contact met ijs.
•  Als er geen ijs is: verpak de vinger(top) in een steriel gaas, snelverband of schone
theedoek.
Inhoudsopgave
NEH - wonden – vinger(top) (2 van 2)
Oorzaken en beoordeling
•  Oogletsel kan ontstaan door:
•  vuil in het oog bijvoorbeeld een loszittend vuiltje
•  een doordringend voorwerp zoals een
metaalsplinter
•  een bijtende stof
•  een (chemische) verbranding
•  ultraviolette straling van lasapparatuur, felle
lampen of hoogtezon (lasogen)
•  een harde klap van bijvoorbeeld een tak of bal:
stomp oogletsel.
Inhoudsopgave
NEH – oogletsels – oorzaken en beoordeling (1 van 2)
Mogelijke verschijnselen
•  Het oog kan rood zijn en tranen.
•  Soms is er een bloeding in of rond het oog.
•  De pupil kan vervormd zijn.
•  Het slachtoffer heeft pijn in het oog en is angstig en onrustig.
•  Hij knijpt zijn ogen dicht en kan minder goed zien.
•  Soms heeft het slachtoffer een tik tegen het oog gevoeld.
Inhoudsopgave
NEH – oogletsels – oorzaken en beoordeling (2 van 2)
Algemene aanpak bij oogletsel
•  Bepaal eerst of u 1-1-2 moet alarmeren of zelf met het slachtoffer naar een arts of Spoed
Eisende Hulp kan gaan.
•  De aanpak hangt af van het soort oogletsel.
•  Zorg in alle gevallen dat het slachtoffer niet in de ogen gaat wrijven.
•  Haal geen voorwerpen uit het oog, laat ook contactlenzen zitten.
Inhoudsopgave
NEH – oogletsels – algemene aanpak bij oogletsel (1 van 1)
Vuiltje
•  Probeer een loszittend vuiltje of voorwerp uit het
oog te halen.
•  Trek de oogleden met duim en wijsvinger
voorzichtig van elkaar.
U ziet het vuiltje zitten
•  Veeg het vuiltje naar de dichtstbijzijnde ooghoek
met de punt van een schoon gaasje of schone
zakdoek.
Inhoudsopgave
NEH – oogletsels - vuiltje (1 van 2)
Vuiltje
U ziet het vuiltje niet zitten
•  Laat het slachtoffer eerst naar boven kijken en trek het onderste ooglid naar beneden.
•  Laat het slachtoffer daarna naar beneden kijken en trek het bovenste ooglid omhoog.
•  Verwijder het vuiltje zodra u het ziet: op het oogwit of in de ooglidplooi.
•  Ga met het slachtoffer naar een (oog)arts als het vuiltje op het hoornvlies zit of als het niet
lukt het te verwijderen.
Inhoudsopgave
NEH – oogletsels - vuiltje (2 van 2)
Voorwerp
•  Doordringend oogletsel ontstaat als een voorwerp zoals een metaalsplinter, in het oog is
doorgedrongen.
•  Het voorwerp kan de pupil vervormen doordat het kleine spiertjes in het oog doorsnijdt.
•  Als een voorwerp het oog heeft geraakt, maar niet doordrongen, treedt er een bloeding op
in het oog.
Inhoudsopgave
NEH – oogletsels - voorwerp (1 van 3)
Handelen bij een voorwerp in het oog
•  Laat het slachtoffer liggen of half zitten om de druk op het oog te beperken.
•  Laat het slachtoffer het oog afdekken met een hand, gebruik géén verband!
•  Breng het slachtoffer naar een (oog)arts of de Spoed Eisende Hulp.
Inhoudsopgave
NEH – oogletsels - voorwerp (2 van 3)
Vervoer slachtoffer met doordringend oogletsel
•  Laat een slachtoffer in principe per ambulance vervoeren.
•  De ambulance is ingericht om personen met dergelijk letsel te vervoeren.
Inhoudsopgave
NEH – oogletsels - voorwerp (3 van 3)
Chemische verbrandingen
•  Spoel bij voorkeur op een oogspoelstation dat is
aangesloten op het waterleidingnet.
•  In sommige bedrijven is een oogdouche
voorhanden.
•  Gebruik deze of spoel het oog boven een wasbak.
•  Het is ook mogelijk het slachtoffer te laten liggen en
het oog dan te spoelen.
Inhoudsopgave
NEH – oogletsels – chemische verbrandingen (1 van 3)
Spoelen van het oog
•  Houd het oog open en giet met een oogdouche.
•  Zorg dat het vuile spoelwater niet in het andere oog komt, houd het hoofd schuin.
•  Spoel bij een verbranding van het oog minstens tien minuten met veel lauw zacht stromend
water.
•  Spoel bij een bijtende stof in het oog minstens dertig minuten.
•  Spoelen met koud water is niet schadelijk voor het oog, maar minder aangenaam.
Inhoudsopgave
NEH – oogletsels – chemische verbrandingen (2 van 3)
Vervoer slachtoffer met oogletsel door chemische verbrandingen
•  Laat een slachtoffer in principe per ambulance vervoeren.
•  De ambulance is ingericht om personen met dergelijk letsel te vervoeren.
•  Neem of geef informatie mee over de stof die in het oog is gekomen.
Inhoudsopgave
NEH – oogletsels – chemische verbrandingen (3 van 3)
Stomp letsel
•  Als het oog is geraakt door een harde klap, dient het slachtoffer te worden behandeld door
een (oog)arts.
Inhoudsopgave
NEH – oogletsels – stomp letsel (1 van 1)
Kenmerken van een kneuzing
•  Een kneuzing kan overal op het lichaam voorkomen.
•  Een kneuzing is een beschadiging van de bloedvaten in het onderhuidse weefsel of de
spieren.
•  Een kneuzing ontstaat door een val, slag of stoot.
Inhoudsopgave
NEH – kneuzingen en verstuikingen – oorzaken en beoordeling (1 van 3)
Kenmerken van een verstuiking
•  Een verstuiking treedt altijd op bij een gewricht.
•  Bij een verstuiking is een verschuiving van de uiteinden van de gewrichten ten opzichte van
elkaar, waardoor de er omheen liggende kapsels worden opgerekt of soms zelfs gescheurd.
•  Een verstuiking wordt ook wel een ‘verrekking’ of ‘verzwikking’ genoemd.
•  Een verstuiking ontstaat meestal door een verkeerde beweging of door overbelasting van
een gewricht.
Inhoudsopgave
NEH – kneuzingen en verstuikingen – oorzaken en beoordeling (2 van 3)
Verschijnselen
•  Het slachtoffer zal in eerste instantie aangeven alleen pijn te voelen.
•  Daarna kan een zwelling optreden (soms pas na langere tijd).
•  Later treedt (soms) een blauwe verkleuring op.
•  Bij een verstuiking kan het slachtoffer het getroffen lichaamsdeel beperkt gebruiken.
Inhoudsopgave
NEH – kneuzingen en verstuikingen – oorzaken en beoordeling (3 van 3)
Algemene aanpak bij kneuzingen en verstuikingen (1)
•  Laat het slachtoffer zitten en stel hem op zijn gemak.
•  Laat het slachtoffer bij voorkeur zelf sieraden verwijderen en schoen en sok uitdoen.
•  Knip eventueel veters door om de schoen makkelijk uit te krijgen.
•  Pak de verbandkoffer of laat deze halen.
Inhoudsopgave
NEH – kneuzingen en verstuikingen – algemene aanpak (1 van 2)
Algemene aanpak bij kneuzingen en verstuikingen (2)
•  Koel maximaal 10 tot 15 minuten met koud
stromend water of met een coldpack met een doek
erom heen.
•  Leg, indien mogelijk, een drukverband aan.
•  Een drukverband verlaagt de pijn en gaat de
zwelling tegen.
•  Geef rust en steun aan het getroffen lichaamsdeel.
•  Leg een mitella aan bij een verstuikte onderarm,
pols of hand.
•  Raadpleeg een arts bij een ernstige kneuzing of
verstuiking.
Inhoudsopgave
NEH – kneuzingen en verstuikingen – algemene aanpak (2 van 2)
Video: Aanleggen drukverband enkel
Inhoudsopgave
NEH – kneuzingen en verstuikingen – enkel (1 van 4)
Aanleggen drukverband enkel
Inhoudsopgave
1
2
3
4
5
6
NEH – kneuzingen en verstuikingen – enkel (2 van 4)
Aandachtspunten aanleggen drukverband enkel
•  Pak de enkel in met synthetische watten.
•  Zorg dat de voet zoveel mogelijk in een normale stand staat.
•  Wikkel de watten gelijkmatig om voet, enkel en een deel van het onderbeen.
•  Zorg dat de tenen zichtbaar blijven en de hiel in de watten is opgenomen.
•  Leg de zwachtel met lichte rek aan.
•  Leg de eerste slag van de elastische zwachtel om de voorvoet, direct achter de tenen.
•  Laat de watten uitsteken.
Inhoudsopgave
NEH – kneuzingen en verstuikingen – enkel (3 van 4)
Vervolg aandachtspunten aanleggen drukverband enkel
•  Leg enkele slagen om de voet.
•  Leg vervolgens een slag midden over de hiel.
•  Leg afwisselend enkele slagen onder en boven de hiel.
•  Zorg dat de hiel geheel in het verband is opgenomen.
•  Leg daarna nog enkele slagen om het onderbeen en laat de watten uitsteken.
Inhoudsopgave
NEH – kneuzingen en verstuikingen – enkel (4 van 4)
Video: Aanleggen drukverband pols
Inhoudsopgave
NEH – kneuzingen en verstuikingen – pols (1 van 4)
Aanleggen drukverband pols
Inhoudsopgave
1
2
3
4
5
6
NEH – kneuzingen en verstuikingen – pols (2 van 4)
Aandachtspunten aanleggen drukverband pols
•  Wikkel de watten gelijkmatig om hand, pols en een deel van de onderarm.
•  Vouw het verband bij de duim.
•  Zorg dat de vingertoppen grotendeels vrij blijven.
•  Leg de zwachtel met lichte rek aan om druk te kunnen uitoefenen.
•  Leg de eerste slag om de pols.
•  Ga schuin over de handrug tot aan de knokkels.
•  Laat de watten uitsteken.
•  Ga om de hand heen.
•  Ga tussen hand en duim door over de handrug weer terug naar de pols.
•  Herhaal deze slagen enkele malen.
•  Zorg dat de muis van de duim goed in het verband wordt opgenomen.
Inhoudsopgave
NEH – kneuzingen en verstuikingen – pols (3 van 4)
Vervolg aandachtspunten aanleggen drukverband pols
•  Maak het verband met enkele slagen om de onderarm af.
•  Laat de synthetische watten uitsteken.
•  Leg zo nodig nog enkele slagen richting pols en hand om de elastische zwachtelrol op te
maken.
•  Geef de arm tenslotte steun.
Inhoudsopgave
NEH – kneuzingen en verstuikingen – pols (4 van 4)
Aandachtspunten aanleggen van een mitella
•  Leg een mitella aan bij een verstuikte onderarm,
pols of hand.
Inhoudsopgave
NEH – kneuzingen en verstuikingen – mitella (1 van 4)
Video: Aanleggen van een mitella
Inhoudsopgave
NEH – kneuzingen en verstuikingen – mitella (2 van 4)
Aanleggen van een mitella
Inhoudsopgave
1
2
3
4
5
6
NEH – kneuzingen en verstuikingen – mitella (3 van 4)
Aandachtspunten aanleggen mitella
•  Maak van een driekante doek een mitella
•  Pak de doek vast bij de punt en een slip.
•  Houd de doek met de punt bij de elleboog van het slachtoffer.
•  Breng een slip tussen de romp en de arm tot op de schouder aan de gezonde zijde.
•  Breng de andere slip over de schouder aan de gewonde zijde achter de nek om naar de
schouder aan de gezonde zijde.
•  Knoop de slippen aan elkaar.
•  Zorg dat de knoop ongeveer onder het oor aan de gezonde zijde komt te liggen.
•  Zorg dat de mitella de hele onderarm ondersteunt.
•  Vouw de punt naar voren en zet deze vast met een veiligheidsspeld.
•  Zorg dat de vingertoppen zichtbaar blijven.
Inhoudsopgave
NEH – kneuzingen en verstuikingen – mitella (4 van 4)
Oorzaken en beoordeling
•  Bij botbreuken is de normale samenhang van het
bot doorbroken.
•  Het bot is geheel of gedeeltelijk gebroken.
•  Een breuk ontstaat door een val of slag of door een
onverwachte beweging.
•  Soms is bij het breken of bewegen gekraak van de
botten te horen.
Inhoudsopgave
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – oorzaken & beoordeling (1 van 11)
Kenmerken open breuk
•  Als er ter hoogte van de breuk een wond is,
noemen we dat een open breuk.
•  Dat is óók zo als het gebroken bot niet zichtbaar is.
Inhoudsopgave
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – oorzaken & beoordeling (2 van 11)
Infectiegevaar
•  Bij open botbreuken bestaat gevaar voor infectie.
•  De beschadiging van omliggende weefsels neemt toe als een gebroken
ledemaat wordt bewogen.
Inhoudsopgave
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – oorzaken & beoordeling (3 van 11)
Kenmerken ontwrichting
•  Bij een ontwrichting zijn de twee boteinden, die samenkomen in een gewricht, ten opzichte
van elkaar verschoven.
•  Het gewricht staat in een vervormde stand.
Oorzaken ontwrichtingen
•  Ontwrichtingen ontstaan door een slag, stoot of val of door verdraaiing van de ledemaat.
Inhoudsopgave
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – oorzaken & beoordeling (4 van 11)
Oorzaken wervelletsel
•  Vallen van hoogte
•  Een slag in de nek of hals door een aanrijding of een duik in ondiep water
•  Een zwaar voorwerp dat op het hoofd valt.
•  Wees bij elk rugletsel bedacht op een wervelbreuk.
•  Vooral als iemand op zijn rug is gevallen of van een hoogte op zijn hielen is gevallen.
Inhoudsopgave
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – oorzaken & beoordeling (5 van 11)
Video: Verschijnselen botbreuk
Inhoudsopgave
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – oorzaken & beoordeling (6 van 11)
Verschijnselen sleutelbeenbreuk
•  De schouder hangt af en zit vaak iets naar voren.
•  Het slachtoffer houdt de arm tegen zich aan en heeft veel pijn bij het bewegen van de
schouder.
•  Soms is de breuk moeilijk zichtbaar door een bloeduitstorting of zwelling.
•  Een sleutelbeenbreuk is een botbreuk die veel voorkomt.
Inhoudsopgave
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – oorzaken & beoordeling (7 van 11)
Verschijnselen ontwrichting
•  Bij een ontwrichting staat het gewricht in een afwijkende of abnormale stand.
Inhoudsopgave
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – oorzaken & beoordeling (8 van 11)
Verschijnselen wervelletsel
•  Pijn in de nek of rug.
•  Het slachtoffer zal zijn hoofd meestal niet bewegen of zich niet oprichten.
Inhoudsopgave
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – oorzaken & beoordeling (9 van 11)
Verschijnselen beschadiging ruggenmerg (1)
•  Wervelletsels komen voor in combinatie met letsel van het ruggenmerg.
•  Een gebroken wervel kan het ruggenmerg beschadigen, als het slachtoffer beweegt of
wordt bewogen met mogelijk blijvende verlammingen als gevolg.
•  Indien een slachtoffer mogelijk wervelletsel heeft, dient hij zo min mogelijk te bewegen!
Inhoudsopgave
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – oorzaken & beoordeling (10 van 11)
Verschijnselen bij beschadiging van het ruggenmerg (2)
•  Tintelingen in de benen en voeten
•  Gevoelloosheid
•  Verlammingen van de benen en voeten treden op.
Inhoudsopgave
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – oorzaken & beoordeling (11 van 11)
Gesloten breuken & ontwrichtingen
•  Een BHV’er kan alleen hulp verlenen bij botbreuken en ontwrichtingen aan armen of benen.
•  De hulp bij overige breuken moet worden overgelaten aan professionele hulpverleners.
Inhoudsopgave
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels - gesloten breuken & ontwrichtingen (1 van 5)
Handelen bij gesloten breuken & ontwrichtingen
•  Bel zo nodig het interne alarmnummer of 1-1-2.
•  Voorkom beweging.
•  Ondersteun het getroffen lichaamsdeel met een
dekenrol, mitella of brede das.
•  Laat een slachtoffer een gebroken onderarm met
zijn andere arm en hand ondersteunen.
•  Wacht op de ambulance of ga met het slachtoffer
naar de Spoed Eisende Hulp.
Inhoudsopgave
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels - gesloten breuken & ontwrichtingen (2 van 5)
Video: Aanleggen van een dekenrol
Inhoudsopgave
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels - gesloten breuken & ontwrichtingen (3 van 5)
Aanbrengen dekenrol
1
Inhoudsopgave
2
3
4
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels - gesloten breuken & ontwrichtingen (4 van 5)
Aandachtspunten aanleggen dekenrol
•  Zorg ervoor dat het getroffen lichaamsdeel niet kan bewegen.
•  Gebruik bij een breuk aan de benen of bekken een dekenrol.
•  Neem de maat voor de lengte van de deken aan de niet geblesseerde kant van het
lichaam.
•  Zorg bij het aanbrengen van een dekenrol altijd dat het getroffen lichaamsdeel ondersteund
wordt.
•  Plaats de dekenrol naast het gebroken lichaamsdeel.
Inhoudsopgave
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels - gesloten breuken & ontwrichtingen (5 van 5)
Breuken bovenarm
•  Geef bij breuken van elleboog, bovenarm en
sleutelbeen rust door het aanleggen van een brede
das.
Inhoudsopgave
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – breuken bovenarm (1 van 4)
Video: Aanleggen van een brede das
Inhoudsopgave
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – breuken bovenarm (2 van 4)
Aanleggen brede das
Inhoudsopgave
1
2
3
4
5
6
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – breuken bovenarm (3 van 4)
Aandachtspunten aanleggen brede das
•  Vouw een driekante doek in vieren tot een brede das.
•  Haal een slip tussen de gewonde arm en de romp door tot op de schouder aan de gezonde
zijde.
•  Breng de andere slip over de schouder aan de gewonde zijde achter de nek om naar de
schouder aan de gezonde zijde.
•  Knoop de slippen aan elkaar.
•  Zorg dat de knoop onder het oor aan de gezonde zijde komt te liggen.
•  Zorg ervoor dat pols en middenhand in de das rusten.
Inhoudsopgave
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – breuken bovenarm (4 van 4)
Open breuken
•  Laat bij open breuken 1-1-2 alarmeren.
•  Uw eerste zorg is stelpen van de bloeding en beperken van infectiegevaar.
Inhoudsopgave
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – open breuken (1 van 5)
Video: handelen bij een open botbreuk
Inhoudsopgave
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – open breuken (2 van 5)
Kleding al dan niet gescheurd
•  Als de kleding gescheurd is, leg dan een dekverband over de scheur aan.
•  Als de kleding die over de breuk zit nog heel is, laat de kleding dan zitten.
Inhoudsopgave
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – open breuken (3 van 5)
Handelen bij een open botbreuk
1
Inhoudsopgave
2
3
4
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – open breuken (4 van 5)
Aandachtspunten voor het handelen bij open botbreuk
•  Voorkom beweging.
•  Stelp zo nodig de bloeding met steriele gazen.
•  Voorkom beweging bij het aanbrengen van de gazen.
•  Dek de wond dan steriel af.
•  Leg een (opengevouwen) snelverband op de wond.
•  Zet het vast met kleefpleister.
•  Knip de zwachtels af.
•  Zet het snelverband rondom vast met kleefpleisters.
•  Zorg dat het gebroken lichaamsdeel niet kan bewegen.
•  Geef het lichaamsdeel steun met een rolletje van een deken.
Inhoudsopgave
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – open breuken (5 van 5)
Wervelletsel
•  Alarmeer zo snel mogelijk en laat het slachtoffer liggen zoals het is aangetroffen.
•  Zorg dat het slachtoffer NIET BEWEEGT.
•  De geringste beweging kan leiden tot verergering van het letsel.
•  Zorg dat ook omstanders het slachtoffer met rust laten.
•  Bescherm het slachtoffer eventueel tegen kou door hem toe te dekken met een deken.
•  Wacht op deskundige hulp.
Inhoudsopgave
NEH – botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels – wervelletsel (1 van 1)
Oorzaken brandwonden (1)
•  hete vloeistoffen (water, vet, olie)
•  inademen van hete gassen en dampen (onder andere rook en stoom)
•  vlammen/vuur
•  hete voorwerpen (contactverbrandingen)
•  straling
•  chemische stoffen
•  elektriciteit
•  andere oorzaken zoals radioactiviteit.
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (1 van 13)
Oorzaken brandwonden (2)
Hete vloeistoffen (water, vet, olie)
•  De oorzaak van bijna alle brandwonden
•  De diepte van verbrandingen is vaak bijzonder moeilijk te beoordelen.
•  Verbrandingen door heet water verbrandingen zijn vaak veel dieper dan in
eerste instantie lijkt.
Inademen van hete gassen en dampen
•  Kan leiden tot verbranding van de luchtweg.
•  Dit is doodsoorzaak nummer 1 bij branden.
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (2 van 13)
Oorzaken brandwonden (3)
Vlammen/vuur
•  Het slachtoffer wordt direct door vuur getroffen en vliegt mogelijk ook in brand.
Hete voorwerpen, de zogeheten contactverbrandingen
•  Vaak treedt een combinatie op van warmte en druk (bijvoorbeeld strijkpers).
Straling
•  Het slachtoffer wordt niet direct door het vuur getroffen, maar ontvangt de stralingswarmte.
•  Voorbeeld: verbranding door zonnestraling.
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (3 van 13)
Oorzaken brandwonden (4)
Chemische stoffen
•  Een chemische stof kan brandwonden veroorzaken of een bijtend effect hebben op het
lichaam.
•  Voorbeelden: zwavelzuur, zoutzuur of gootsteenontstopper (caustic soda).
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (4 van 13)
Oorzaken brandwonden (5)
Elektriciteit
•  Verbrandingen kunnen ontstaan doordat:
•  het slachtoffer door het vuur of door de straling van de vonk wordt getroffen.
•  de stroom door het lichaam is gegaan
•  Gevolg: uitgebreide inwendige schade door warmte ontwikkeling in de diepte en/of een
circulatiestilstand.
Overige oorzaken
•  Bijvoorbeeld radioactiviteit.
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (5 van 13)
Ernst brandwond
•  De ernst van een brandwond is afhankelijk van
•  de diepte van de beschadiging van de huid
•  de grootte
•  de plaats van de brandwonden
•  de leeftijd van het slachtoffer
•  bijkomende letsels
•  de soort hittebron
•  de temperatuur van de inwerkende stof
•  de duur van de blootstelling.
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (6 van 13)
Plaats van de brandwonden
•  De doorbloeding en vochtigheidsgraad, maar vooral de dikte van de huid zijn belangrijk.
•  Eenzelfde blootstelling geeft aan de handpalm aanzienlijk ernstiger brandwonden dan op
de voetzool.
•  Op voetzool is meer eelt, een geringere doorbloeding en vaak een lagere
vochtigheidsgraad waardoor er minder schade wordt aangericht dan bij een gelijke
blootstelling aan de handpalm.
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (7 van 13)
Risico’s bij brandwonden
•  De ernst van de verbranding bepaalt de risico’s die een slachtoffer loopt.
Infectiegevaar
•  De huid van het slachtoffer is beschadigd en verliest (een aantal van) zijn beschermende
functies: bacteriën hebben dan vrij spel.
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (8 van 13)
Vochtverlies
•  Uit de brandwonden komt vocht vrij met als mogelijk gevolg een tekort aan vocht in de
bloedvaten.
•  Hierdoor kan het slachtoffer in shock raken.
•  De huid kan de lichaamstemperatuur niet vasthouden met als gevolg warmteverlies.
•  Hierdoor kan het slachtoffer onderkoeld raken.
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (9 van 13)
Overige risico’s
•  De brandwonden belasten ook de rest van het lichaam.
•  Met als mogelijk gevolg: minder eetlust, misselijkheid, snelle hartslag, snelle ademhaling,
koorts, vermoeidheid en een slechte concentratie.
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (10 van 13)
Eerstegraads brandwond
•  De huid is rood, droog, pijnlijk en mogelijk ook wat
opgezwollen.
•  Gaat meestal snel over en hoeft niet in een
ziekenhuis te worden behandeld.
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (11 van 13)
Tweedegraads brandwond
•  De huid is rood, licht gezwollen en pijnlijk, er treedt
blaarvorming op.
•  Naast tweedegraads verbrandingen zijn er ook
eerstegraadsverbrandingen.
•  Een tweedegraads brandwond is meestal binnen
twee à drie weken genezen.
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (12 van 13)
Derdegraads brandwond
•  De huid is wit/zwart, droog en leerachtig.
•  Het slachtoffer voelt nauwelijks pijn, doordat bij
derdegraads brandwonden ook de zenuwen in de
huid zijn aangetast.
•  Naast derdegraads verbrandingen zijn er ook
(eerste- en) tweedegraads verbrandingen.
•  Derdegraads verbrandingen kunnen, tenzij ze heel
klein zijn, alleen genezen door een
huidtransplantatie.
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden - oorzaken en beoordeling (13 van 13)
Behandeling
•  Eerst koelen met water, de rest komt later!
•  Koel minimaal 10 minuten met zacht stromend lauw
water of gebruik een hydrogel kompres of verband.
•  Langdurig koelen met koud water kan leiden tot
onderkoeling.
•  Koel niet met een harde straal: dit is nogal pijnlijk.
•  Smeer niets op de wond!
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden – behandeling (1 van 6)
Geen schoon water beschikbaar
•  Gebruik eventueel slootwater als er geen schoon leidingwater beschikbaar is.
•  Koelen is in dit stadium belangrijker dan het voorkomen van infecties.
Effecten koelen
•  Het koelen stopt het verbrandingsproces en voorkomt dat de wond verder inbrandt.
•  Bovendien trekken de bloedvaatjes in de huid samen waardoor vochtverlies wordt
voorkomen.
•  Koelen werkt ook pijn verzachtend.
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden – behandeling (2 van 6)
Kleding en sieraden verwijderen
•  Verwijder kleding, maar laat kleding die aan huid vastkleeft zitten.
•  Lostrekken verergert het letsel.
•  Houd kleding die aan de huid vastzit nat.
•  Verwijder bij verbrandingen aan hand en arm sieraden, laat dit bij voorkeur door het
slachtoffer zelf doen.
•  Na enige tijd zal de verbrande arm of hand gaan zwellen en moeten sieraden worden
afgeknipt om afknelling te voorkomen.
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden – behandeling (3 van 6)
Afdekken
•  Dek tweede- en derdegraads brandwonden na het
koelen bij voorkeur af met een niet verklevend gaas
(bijvoorbeeld metalline).
•  Als dat niet voorhanden is, gebruik dan een schone
doek (laken, theedoek, zakdoek).
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden – behandeling (4 van 6)
Schatten grootte brandwond
•  Gebruik de handwijzer om een grove schatting te maken van de grootte van de brandwond.
•  De oppervlakte van de hand van het slachtoffer is 1 % van zijn lichaamsoppervlak.
•  De grootte van de brandwond wordt bepaald door het aantal keer het handoppervlak dat op
de verspreid liggende brandwonden past.
•  5 handen betekent dat 5 % van het lichaam is verbrand.
•  Bij 10 % of meer spreekt men van uitgebreide verbrandingen.
•  Bij uitgebreide verbrandingen kan men in shock raken.
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden – behandeling (5 van 6)
Arts alarmeren
•  Alarmeer zo nodig een arts of 1-1-2 alarmeren.
•  Neem bij twijfel altijd contact op met een arts.
•  Waarschuw altijd een arts bij blaren, een aangetaste huid, verbrandingen in het gezicht en
bij brandwonden door een chemisch product of door elektriciteit.
•  Begeleid slachtoffers zo nodig naar een arts of Spoed Eisende Hulp.
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden – behandeling (6 van 6)
Bijzondere situaties
•  Bij verbrandingen in het gezicht en bij verbrandingen door chemische stoffen
gelden extra aandachtspunten.
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden – bijzondere situaties (1 van 5)
Verbrandingen in het gezicht
•  Bij een verbranding van het gezicht kan de luchtweg zijn verbrand, wees bedacht op
ademhalingsproblemen.
Handel bij verbrandingen in het gezicht als volgt
•  Alarmeer altijd het interne alarmnummer of direct 1-1-2.
•  Koel het slachtoffer onder een douche, zo mogelijk halfzittend.
•  Laat ambulancepersoneel deze slachtoffers verzorgen en vervoeren.
Slachtoffers met een verbranding van de luchtweg moeten altijd halfzittend worden vervoerd.
Dat is de beste houding om te kunnen ademhalen.
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden – bijzondere situaties (2 van 5)
Verbrandingen door chemische stoffen
•  Ken de chemische stoffen die in het bedrijf aanwezig zijn.
•  Let op etiketten en pictogrammen op (klein)verpakkingen.
•  Bij elke chemische stof hoort een veiligheidsinformatieblad.
•  Op een veiligheidsinformatieblad staat informatie over de risico’s van een chemische stof
en de juiste wijze van handelen bij een ongeval met deze stof.
•  Ga na waar deze informatie in het bedrijf is te vinden.
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden – bijzondere situaties (3 van 5)
Eigen veiligheid
•  De eigen veiligheid van de hulpverlener staat voorop.
•  Sommige chemische stoffen geven hete gassen en dampen af.
•  Inademen hiervan kan gevaar opleveren voor slachtoffer en hulpverlener.
•  Draag minimaal de juiste beschermende handschoenen.
•  Als u zich niet voldoende kunt beschermen, wacht dan op deskundige hulp.
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden – bijzondere situaties (4 van 5)
Handelen bij verbrandingen door chemische stoffen
•  Spoel het slachtoffer zo snel mogelijk af om de stof te verwijderen.
•  Maak daarbij, indien beschikbaar, gebruik van een douche.
•  Gebruik desnoods een tuinslang, brandslang of emmers water.
•  Spoel het slachtoffer minimaal dertig minuten.
•  Probeer te voorkomen dat het spoelwater over de niet aangetaste huid loopt.
•  Verwijder tijdens het spoelen de besmette kleding.
•  Dek de wond(en) na het koelen steriel af.
Inhoudsopgave
NEH – brandwonden – bijzondere situaties (5 van 5)
Niet-spoedeisende
Eerste Hulp
Basisopleiding BHV
Inhoudsopgave
Download