Het ouder wordende brein en cognitieve vaardigheden: Gaat echt alles achteruit? Prof. dr. Eva Dierckx Breinwijzer 4 juni 2015 Breinwijzer 4 juni 2015 1 Overzicht 1. Inleiding 2. Cognitie en gezond ouder worden 3. Cognitie en “pathologisch” ouder worden – – – – Delirium Dementie en Mild Cognitive Impairment Andere amnestische stoornissen Depressie 4. Vroegtijdige detectie van AD – Differentiatie dementie vs depressie – Voorspellen van conversie naar AD bij MCI patiënten (5. Cognitieve trainingen: zin of onzin?) Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.2 Inleiding Vergrijzing van de bevolking (toename van de levensverwachting) 2000 2020 2050 10 239 085 11 615 924 12 578 898 60-69 year 1 047155 1 357 923 1 380 533 70-79 year 837 179 937 702 1 238 184 80-89 year 299 317 537 256 981 540 90-99 year 56 264 116 474 277 214 917 2 242 10 862 Belgium (total) 100 year and more BRON: Prospective demographics Belgium (Federaal Planbureau, 2013) Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.3 Inleiding - Ouder worden → gepaard met achteruitgang in cognitief functioneren en met optreden van cognitieve stoornissen (bv.: dementie) - Aantal personen met cognitieve problemen gaat toenemen - meest gerapporteerde klacht = geheugenklacht Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.4 Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.5 Inleiding geheugenklacht → kan te maken hebben met - Geheugen - Executieve functies - Concentratie - Abstract denken en logisch redeneren -... Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.6 Inleiding Cognitie = De vaardigheden om dingen te leren, zich dingen te herinneren en problemen op te lossen Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.7 Inleiding Cognitie en ouder worden → 2 begrippen - STABILITEIT - ACHTERUITGANG Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.8 Cognitie en gezond ouder worden Bij gezond ouder worden: Géén sprake van een veralgemeende cognitieve achteruitgang → MISVATTING: Alle delen van de cognitie gaan achteruit met het ouder worden Slechts bepaalde delen van de cognitie gaan achteruit Andere delen van de cognitie blijven stabiel of verbeteren zelfs (cfr. wijsheid door ervaringen) Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.9 Cognitie en gezond ouder worden Bij gezond ouder worden: Achteruitgang in de volgende domeinen: - geheugen: episodisch geheugen en werkgeheugen - uitvoerende/executieve functies: inhiberen van irrelevante info - Psychomotorische snelheid Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.10 Cognitie en gezond ouder worden Geheugen Geheugen Het vermogen om info op te slaan, te bewaren en later weer te gebruiken door het herkennen (recognitie) of het actief ophalen uit het geheugen (reproductie) Opgebouwd uit verschillende delen: - sensorisch geheugen - korte termijngeheugen - lange termijngeheugen Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.11 Cognitie en gezond ouder worden Geheugen herhalen Sensorisch Geheugen encoderen ophalen Lange-Termijn Geheugen Korte-Termijn Geheugen consolideren Zeer kort vasthouden van zintuiglijke indrukken Tijdelijke opslag en bewerkingen onmiddellijk geheugen en werkgeheugen Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.12 Permanente opslag Cognitie en gezond ouder worden Geheugen Lange-Termijn Geheugen Expliciet Episodisch Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.13 Semantisch Impliciet Proceduraal Andere Cognitie en gezond ouder worden Geheugen – Immuun voor de negatieve effecten van het ouder worden – Sensorisch geheugen – Semantisch geheugen – Impliciet geheugen (proceduraal geheugen) – Wel problemen ten gevolge van het ouder worden – Werkgeheugen – Episodisch geheugen Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.14 Cognitie en gezond ouder worden Executieve functies Executieve/uitvoerende functies Initiatie, planning en monitoring van het dagelijks handelen Doelgericht en efficiënt uitvoeren van handelingen en richten/verdelen van de aandacht Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.15 Cognitie en gezond ouder worden Executieve functies Ouder worden: moeilijkheden met inhiberen/onderdrukken van irrelevante info Stroop Coloured Word Task Opdracht: “Geef de kleur van de inkt” Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.16 blauw rood geel roos groen Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.17 blauw rood geel roos groen Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.18 Cognitie en gezond ouder worden Psychomotorische snelheid Ouder worden: men wordt trager (general slowing) t.g.v. neuronenverlies Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.19 Cognitie en pathologisch ouder worden Wanneer is een probleem ernstig? 1. Belangrijke achteruitgang op een korte periode 2. Achteruitgang in vergelijking met leeftijdsgenoten en premorbide functioneren 3. Negatieve invloed op het dagelijks functioneren (wanneer compensatiemechanismen falen) Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.20 Cognitie en pathologisch ouder worden Ouder worden: Gepaard met cognitieve stoornissen: - delirium dementie andere amnestische stoornissen depressie (“depressieve pseudodementie”) ... Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.21 Delirium Kernsymptomen: - stoornis in het bewustzijn (verminderde helderheid en afgenomen besef van de omgeving; met een verminderd vermogen om de aandacht vast te houden, te richten of te verplaatsen) - verandering in cognitieve functies (geheugenstoornis, desoriëntatie, moeite met helder en logisch denken (denken verloopt associatief en droomachtig), waanachtige ideeën, soms waarnemingsstoornissen) Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.22 Delirium Kernsymptomen: - stoornis ontwikkelt zich in een korte periode en neigt in fluctuerend verloop (over 24u) - vermoedelijke oorzaken (vanuit anamnese, laboratorium-en lichamelijk onderzoek) – – – – – – – – Medicatie Luchtweg-en urineinfectie Stoornissen in de zouthuishouding en vochtbalans Cardiovasculaire aandoeningen Cerebrovasculaire aandoeningen Metabole stoornissen Urineretentie en indikking en verharding van de stoelgang Gebruik van middelen (intoxicatiedelier (bv.: polyfarmacie) en onthoudingsdelier (bv: staken van overmatig alcoholgebruik) Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.23 Dementie Videofragment Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.24 Dementie Dementie – Term afgeleid van het Latijnse « demens », wat « zonder hersenen » betekent Definitie van Roth – Dementie: een globale deterioratie van het intellectueel, emotioneel en gedragsmatig functioneren van een persoon, dit in een toestand van onaangetast bewustzijn Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.25 Dementie: kenmerken Centraal: achteruitgang in de cognitieve functies Stoornissen in het geheugen, de aandachts-en concentratiefuncties, de executieve functies, de oriëntatie, het waarnemen, het denken, de aangeleerde vaardigheden (afasie, apraxie, agnosie) Veranderingen in niet-cognitieve domeinen Het emotioneel leven en de persoonlijkheid (Behavioral and Psychological Symptoms in Dementia; BPSD) Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.26 Dementie: BPSD Indeling - affectieve symptomatologie: depressie, angst - psychotische stoornissen: wanen, hallucinaties, waarnemingsvervalsingen - persoonlijkheidsveranderingen: apathie, agressie, ontremming, … - gedragsproblemen: – neurovegetatief: slaapstoornissen, incontinentie, veranderd eetpatroon, … – psychomotoor: rusteloosheid, roepgedrag, ’zwerven’, stereotiepe handelingen, … Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.27 Dementie: soorten NIET DE dementie, maar verschillende soorten met een eigen etiologie, verloop en symptomatologie Onderscheid corticale en subcorticale dementie (vooral in beginstadium) Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.28 Dementie: soorten Corticale dementie – Dementie van het Alzheimer type – Frontotemporale dementie – Lewy Body dementie Subcorticale dementie – Ziekte van Parkinson – Chorea van Huntington – Subcorticale vasculaire dementie (Ziekte van Binswanger) Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.29 Verschillende types van dementie Frontotemporale Andere dementie Pure 3% Dementie met Lewy-bodies met ZA 12% 5% 5% 15% 60% Mixte Ziekte van Alzheimer (ZA) 15% Vasculaire dementie Pure 5% Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.30 Gearing (1995), Kosunen (1996), Nagy (1998) Ziekte van Alzheimer Auguste D, †1906 Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.31 Alois Alzheimer Ziekte van Alzheimer Kenmerken - geheugenstoornissen Pathologische merkers (neurofibrilaire tangles en seniele plaques) het eerst zichtbaar in de mediale temporale kwab, in de hippocampus en de enthorinale cortex → episodische geheugentaken gaan het eerst achteruit; eerst anterograde, dan ook retrograde amnesie - andere cognitieve stoornissen Afasie, apraxie, agnosie, problemen in uitvoerende functies - geleidelijk begin en progressieve cognitieve achteruitgang - verwardheid, gedragsveranderingen en psychiatrische symptomen (BPSD) Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.32 Ziekte van Alzheimer 2 vormen: - preseniele vorm (begin <65 jaar) genetische component - seniele vorm (begin >=65 jaar) incidentie neemt toe met de leeftijd Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.33 Oorzaken AD: Seniele plaques en neurofibrillaire tangels Plaques Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.34 Tangles Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.35 Seniele plaques en neurofibrillaire tangels bij AD Seniele plaques beta-amyloïd 42 – Door opstapeling van beta amyloïd is er sterfte van neuronen (apoptosis) (amyloid cascade hypothese) Neurofibrillaire tangles tau-proteïne – Tau-proteïne verandert chemisch en kan de structuur binnen het neuron niet meer houden http://www.youtube.com/watch?v=NjgBnx1jVIU Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.36 Oorzaken AD Genen – Apolipoproteïne E gen ε4 allel (ApoE 4 gen) – Amyloïd precursor proteïne gen (APP gen) – Preseniline gen (vooral bij early onset AD) Degeneratie nucleus van Meynert - Afname in productie van acethylcholine (leren en geheugen) Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.37 Preklinische dementie: MCI Dementie ontstaat niet plots Fase van pathologisch cognitief deficiet zonder dementie - Belang van het erkennen van een preklinische dementie (Mild Cognitive Impairment=MCI) Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.38 Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.39 Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.40 PiB PET: Pittsburgh compound B PET Beta-amyloid plaques kunnen zichtbaar gemaakt worden (AD) Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.41 MCI Mild Cognitive Impairment (MCI) als overgang tussen goedaardige ouderdomsvergeetachtigheid en dementie Aanwezigheid cognitieve problemen: niet ernstig genoeg om van een dementie te spreken, maar té ernstig om nog normaal te zijn Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.42 Corticale dementie: Frontotemporale dementie (FTD) GEDRAGSVARIANT Kenmerken - gedragsstoornissen en stoornissen in de uitvoerende functies (planning, oordelingsvermogen,...) - gebrek aan inzicht in sociale situaties - decorumverlies - verlies van empathie - weinig ziekte-inzicht Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.43 Corticale dementie: Frontotemporale dementie TAALVARIANT Onderscheid - Progressieve niet vloeiende afasie moeizame, niet vloeiende spraak met grammaticale en fonologische fouten - Semantische dementie verlies van betekenis van objecten en woorden Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.44 Corticale dementie: Lewy Body dementie (DLB) (kenmerken van AD en PD) Kernsymptomen - fluctuerend niveau van cognitief functioneren; uitgesproken variaties in aandacht en alertheid - vroeg optredende visuele hallucinaties - tekenen van parkinsonisme (tremoren) Bijkomende symptomen - herhaald vallen - tijdelijk kortdurend bewustzijnsverlies - overgevoeligheid voor klassieke antipsychotica Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.45 Subcorticale dementie: Ziekte van Parkinson (PDD) Motorische symptomen - Bewegingsarmoede/traagheid – Akinesie: een beweging niet onmiddellijk beginnen – Hypokinesie: verminderd bewegen (monotoon gelaat) – Bradykinesie: langzame uitvoering van bewegen - Rigiditeit: Stijfheid van spieren (schuifelende gang) - Rusttremor: been, hand, hoofd (enkel bij niet bewegen van het ledemaat) - Houdingsinstabiliteit: opvallend gebogen houding (vallen) Niet-motorische symptomen Vermoeidheid, slaapproblemen, gestoord reukvermogen, angst, depressie, apathie, verlies van motivatie (tekort aan dopamine) Cave: ! Levodopa-verslaving; teveel aan dopamine: rusteloos met verhoogd risico op hypomanie en automutulatie Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.46 Subcorticale dementie: Ziekte van Parkinson Cognitieve symptomen - Executieve dysfuncties - Aandachtsproblemen - Geheugenproblemen (cues helpen) Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.47 Andere dementies: Vasculaire dementie Onderscheid: - Aandoening van de grote bloedvaten → Multiinfarct dementie Acuut onstaan na een CVA; daarna trapsgewijze achteruitgang Afhankelijk van letsel; bepaalde cognitieve functies bewaard en andere niet - Aandoening van de kleine bloedvaten → Subcorticale vasculaire encefalopathie Bij ver gevorderde leeftijd → ischemie van de witte stof t.g.v. arteriosclerose Traagheid, verminderde flexibiliteit, initiatiefverlies, depressie, loopstoornissen, valneigingen, urine-incontinentie Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.48 Andere dementies - Chorea van Huntington Ziekte van Creutzfeld-Jacob HIV dementie ... Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.49 Dementie Behandeling Tot op heden: een dementie kan niet “genezen” worden! Doel: Quality of life van zowel de patiënt als diens familie optimaliseren – Syptoombestrijding – Behandeling van BPSD – Ondersteuning mantelzorgers Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.50 Dementie Behandeling Beginnende AD: Acethylcolinesterase-inhibitoren Ernstigere vormen van AD: NMDA receptor agonist memantine Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.51 Amnestische stoornissen Kenmerk Problemen om info gedurende lange tijd op te slaan in het lange termijngeheugen Veroorzaakt door - hersenziekten - middelengebruik (auto-intoxicatie, Korsakov) – Korsakov: anterograde amnesie, moeilijkheden om gebeurtenissen op een tijdslijn te plaatsen, weinig ziekte-inzicht, confabulaties) - traumatische gebeurtenissen (psychogene of dissociatieve amnesie → retrograde amnesie) - transient global amnesie Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.52 Depressie Problemen: – « zuivere beeld » komt zelden voor op oudere leeftijd – Stemmingsstoornis vaak gemaskeerd door lichamelijke klachten – Depressie kan gepaard gaan met cognitieve problemen: DEPRESSIEVE PSEUDODEMENTIE – =cognitieve problemen die secundair met een primair psychische stoornis voorkomen (« dementia syndrome of depression ») Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.53 Vroegtijdige detectie van Alzheimerdementie: een neuropsychologische benadering EVA DIERCKX Promotor: Prof. Dr. Ingrid Ponjaert-Kristoffersen Co-promotor: Prof. Dr. Peter Paul De Deyn Breinwijzer 4 juni 2015 voor mijn grootmoeder Alfonsine 54 Uitgangspunten van het onderzoek Vroegtijdige detectie van AD – Differentiële diagnose tussen Alzheimerdementie en depressie bij ouderen – Progressie naar een Alzheimerdementie bij Mild Cognitive Impairment patiënten voorspellen Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.55 Differentiatie dementie/depressie - Dementie en depressie: 2 meest voorkomende psychopathologieën bij ouderen • Prevalentie DAT: 7,4% (75-84 jaar); 26.8% (85 jaar en ouder) • Prevalentie depressie: 2-14% (RVT:9-30%) - Dikwijls moeilijk om correct te differentiëren tussen de Alzheimerdementie (AD) en de majeure depressie t.g.v. de overlappende symptomatologie (affectieve en cognitieve problemen) Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.56 Differentiatie dementie/depressie Differentiaaldiagnose is toch zeer belangrijk – Gevolgen bij misclassificatie Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.57 Differentiatie dementie/depressie Gevolgen van een diagnose van irreversibele dementie, terwijl het om een depressie gaat – Gemiste kans van behandeling – Affectieve en cognitieve symptomen blijven aanwezig (kans op suïcide) – Selfullfilling prophecy bij opname in RVT Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.58 Differentiatie dementie/depressie Gevolgen van een diagnose van een reversibele depressie terwijl het om een irreversibel dementiesyndroom gaat – Onnodige kosten in de behandeling – Symptomatische behandeling van AD het meest effectief in het beginstadium van de ziekte (acethylcholinesterase inhibitoren) Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.59 Differentiatie dementie/depressie Onderzoek Doelstelling: een instrument vinden waarmee differentiatie dementie (AD) versus depressie kan gemaakt worden Resultaat: beloftevol! Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.60 2 cued recall taken lijken heel Resultaten Cued recall (MISplus) duif harp kers zalm lelie paars Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.61 Buschke et al., 1999 Resultaten Cued recall (MISplus) Welk Welk Welk Welk Welk Welk is is is is is is Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.62 de vogel? het muziekinstrument? de vrucht? de vis? de bloem? de kleur? Resultaten Cued recall (VAT) Lindeboom et al., 2002 Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.63 Resultaten Cued recall Besluit: AD patiënten behalen op cued recall taken lagere scores dan depressieve ouderen AD patiënten kunnen praktisch niet profiteren van de cues die hen worden aangeboden, dit in tegenstelling tot depressieve ouderen. Dit t.g.v. het ENCODERINGSSPECIFICITEITSPRINCIPE (=dezelfde cues gebruiken in de leerfase en in de retrieval fase) faciliteert de toegang tot opgeslagen informatie Niet-dementerenden kunnen hiervan een groter voordeel halen dan dementerenden (bij dementerenden worden de cue-target koppels niet opgeslagen; coderingsprobleem). Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.64 Onderzoeksparadigma’s geheugen Mediale temporale kwab Pathologische markers van AD (neurofibrilaire tangles en seniele plaques) het eerst zichtbaar in de mediale temporale kwab, meer bepaald in de hippocampus en de enthorinale cortex Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.65 Algemeen besluit Met de MISplus en VAT-scores is het mogelijk een onderscheid te maken tussen milde AD en depressie bij ouderen Bij MCI patiënten kan een conversie naar een dementie voorspeld worden a.h.v. de MISplus-score (binnen een periode van 18 maanden is de optimale cut off=2) Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.66 Cognitieve trainingen: zin of onzin? 1. primaire preventie Zorgen dat er geen cognitieve problemen (MCI) optreden multidomain cognitieve oefeningen, fysieke oefeningen en mindfulness 2. secundaire preventie Zorgen dat MCI niet overgaat in dementie moeilijk: vaak geheugentrainingen; wel effect op geheugentaken, maar generaliseerbaarheid naar alledaags leven is beperkt 3. tertiaire preventie Interventies bij personen met dementie Weinig onderzoek (hypothese: impliciet leren!) Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.67 Conclusie: gaat echt alles achteruit? Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.68 Vragen en opmerkingen Breinwijzer 4 juni 2015 Pag.69