Allemaal beestjes Dokter in Drachten Martijn Möllers, chirurg in Nij Smellinghe W elkom in de wondere wereld van de parasieten’, schreef bioloog en televisiepresentator Freek Vonk laatst op Facebook. Na een van zijn verre reizen had Freek twee rare pijnlijke bulten op zijn been ontdekt. Hij ging daarmee naar het ziekenhuis en wat bleek? In zijn huid hadden zich larven genesteld van een horzel, een inheemse vlieg. Waar de meeste mensen gruwelen bij de gedachte aan deze vleesetende insecten, vond natuurfanaat Freek het een ‘gaaf souvenir en een leuke ervaring’. Volgens Freek had- den de ziekenhuismedewerkers nog nooit zo’n blije patiënt met larven gezien. Een infectie met vliegenlarven noemen we in de medische wereld ‘myiasis’. Vliegenlarven voeden zich met dood of rottend vlees en als dat er niet is, scheiden de larven stoffen af die tot weefselafsterving en ziekte leiden. Reden waarom Freek Vonk, ondanks al zijn enthousiasme, uiteindelijk toch besloot weer afscheid van zijn nieuwe huisdieren te nemen. Dat het opeten van dood weefsel door vliegenlarven ook juist wondgenezing bij patiënten kan bevorde- ren is al heel lang bekend. In de Amerikaanse Burgeroorlog en later tijdens de Eerste Wereldoorlog pasten chirurgen al madentherapie, ook wel biochirurgie genoemd, toe bij geïnfecteerde oorlogswonden. Maden eten dood weefsel en de daarop levende bacteriën op en scheiden stoffen uit die de zuurgraad in de wond verhogen en de wond reinigen. Daarnaast stimuleert het kruipen van de beestjes door een wond de doorbloeding en het ontstaan van genezingsweefsel. Vaak konden hierdoor in de oorlogen amputaties van armen of benen worden voorkomen. Door de opkomst van antibiotica en betere operatietechnieken raakte deze therapie begin vorige eeuw op de achtergrond. Nu we tegenwoordig zien dat steeds meer bacte- In ons ziekenhuis liggen geregeld patiënten die met madentherapie worden behandeld riën resistent worden voor antibiotica, is er de laatste jaren opnieuw interesse in het gebruik van maden. Maden zijn met name effectief bij niet genezendebotontstekingen, brandwonden, doorligplekken, amputatiewonden en wonden bij patiënten met suikerziekte. In ons ziekenhuis liggen geregeld patiënten die met madentherapie worden behandeld. De maden worden vandaag de dag in zakjes in de wond aangebracht, zodat ze niet meer zomaar rondkruipen. De zakjes worden na een aantal dagen weer verwijderd, lang voordat de maden vliegen worden. Aan het begin van de behandeling is het voor patiënten een heel raar en onsmakelijk idee dat er aan hun lichaam geknabbeld wordt. En ook al worden weinig mensen zo enthousiast en blij over krioelende beestjes in je been als Freek Vonk, het went gelukkig snel. Als dokters zijn wij maar wat blij met deze beestjes. Waar veel andere behandelingen falen, blijkt de natuur soms beestachtig geneeskrachtig.