Samenvatting tekst 4

advertisement
Tekst 4 - Embedding Polanyi’s Market Society
Doel van de paper
Polanyi:
 Criticus van de neoklassieke economie
 Ontwikkelde de ‘embeddedness-theorie’:
o Stelt dat alle economische activiteiten en instituties zijn ingebed in sociale relaties en in
de maatschappij.
o Legt zo de theoretische basis voor de economische sociologie
 ! lacune in zijn theorie: arbeidsmarkt wordt niet ingebed in de maatschappij
Deze paper: probeert ook de AM in de bedden in sociale relaties en dus in de maatschappij
→ AM benaderen als historisch variabele sociale organisaties die bestaan uit handelaars
→ sociologisch alternatief geboden voor de neoklassieke opvatting van de AM
1. Polanyi’s economische sociologie
 Wil bestuderen hoe economische handelingen en instituties ingebed zijn in de samenleving
↔ neoklassieke economie waarin alle niet-economische variabelen als irrelevant beschouwd
worden en nutsmaximalisering wordt gezien als het basisprincipe dat achter alle menselijke
handelingen schuilgaat
 Verkiest empirische en inductieve benadering van de economie boven de deductieve
benadering van de neoklassieke economen
 Verwerpt het idee dat concepten uit de specifieke institutionele context van de huidige
markteconomie gebruikt worden om niet-markteconomieën te bestuderen
o Markteconomie is een zeer specifieke vorm van economie en niet elke andere vorm
van menselijke economie mag hiermee vereenzelvigd worden
o Termen zoals ‘vraag’, ‘aanbod’ en ‘prijs’ horen enkel bij de markteconomie en mogen
niet toegepast worden om andere (vroegere) economieën te bestuderen
 Pleit voor een historische en comparatieve benadering als alternatief voor de neoklassieke
benadering die elke economie beschouwt als een markteconomie.
o Om dit mogelijk te maken: ontwikkeling van een typologie van uitwisselingsrelaties of
‘patterns of integration’:
 Reciprociteit:
 Onlosmakelijk verbonden met vriendschap, verwantschap en andere
onderliggende sociale relaties.
 Verwijst naar horizontale uitwisselingsrelaties tussen individuen en
groepen.
 Vb: twee mensen geven elkaar een geschenk
 Redistibutie:
 Onlosmakelijk verbonden met onderliggende sociale relaties
 Politieke factoren liggen hierbij aan de basis en dus: verticale
uitwisselingsrelaties
 Marktuitwisseling: blijft uitgesloten van sociale relaties in Polanyi’s theorie
 Markteconomie staat los van social relaties, sterker nog: “Instead of (market)economy being
embedded in sociale relations, social relations are embedded in the (merket)economic system”
 Hierin verschilt hij niet van de neoklassieke economen
2. De opkomst van de marktsamenleving
1
1750-1850: nieuw soort samenleving ontstaat: georganiseerd rond de institutie van een zelf-regulerende
markt. Om deze AM te creëren was overheidsinterventie nodig, om het grootste deel van de bevolking
te verplichten om loonarbeid te gaan verrichten
→ kent geen voorganger in de geschiedenis en vereist de commodificatie van zaken die in feite geen
commoditeiten zijn, vb: arbeid, land, geld
→ Polanyi stelt het proces van de commodificatie van niet-commoditeiten gelijk met de ontwikkeling van
de markt
→ markt waar niet-commoditeiten worden geproduceerd
Commoditeit: een object dat wordt geproduceerd om verkocht te worden op de markt.
Fictitious commodities: vb arbeid, geld, land: worden niet geproduceerd om te verkopen, maar komen
wel terecht op de AM
Kritiek hierop:
 Gelijkstelling van commodificatie met het ontstaan van de markt is problematisch
o Focus op commodificatie verhult het feit dat sociale organisaties van goederenuitwisseling bestaan uit sociale relaties en instituties
 Commodificatie van niet-commoditeit als indicator voor de opkomst van de marktsamenleving? Empirisch onderzoek toont aan dat er geen correlatie is tussen deze zaken (voor de
besproken periode in Engeland)
 Polanyi negeert het belang van sociale relaties en instituties bij de ontwikkeling van de markt
o Sociale actoren, interacties, praktijken en instituties blijven onderbelicht in het
neoklassieke concept van de markt
Problematisch aan de neoklassieke economische wetenschap:
 Schildert de economie af als een arena waarin sociale relaties van geen belang zijn
 Terwijl elke menselijke activiteit of instituties bestaat uit sociale relaties
 Elke economie opereert in een bredere sociale context
 Dus nood aan een sociologisch alternatief voor de neoklassieke economische theorie:
o Markten analyseren als historisch variabele sociale organisaties die bestaan uit
handelaren
o Marktuitwisselingen niet als abstracte ficties benaderen, maar als concrete sociale
organisaties
o Wat de neoklassieke benadering beschouwt als irrelevante variabelen (sociale relaties,
normen, regels, macht, …) worden in de sociologische benadering de voornaamste
objecten van analyse
3. Opkomst van de marktsamenleving in Engeland: een sociologische benadering
 Markt wordt gezien als ingebed in de samenleving
 Onderscheidt kwalitatief verschillende organisaties van goederenuitwisseling: heterogene
vormen die in de neoklassieke visie ondergebracht worden onder één noemer: de markt. ↔ in
de sociologische benadering: worden beschouwd als verschillende sociale organisaties van
goederenuitwisseling. Verschillende soorten:
o Open markten
 Vonden plaats op regelmatige basis op een bepaalde plek. Gekenmerkt door
face-to-face interacties tussen producenten en consumenten.
 Werking van deze markten wordt niet gereguleerd door een ‘onzichtbare hand’,
maar via formele en informele regulering
 Deze lokale markten waren geen ‘price-making markets’ (= neoklassieke visie),
maar sociale organisaties die instonden voor het economische welzijn van de
gemeenschap
 Lokale markten evolueerden niet homogeen en gingen niet gestaag uitbreiden
tot ze één enkele markt vormden (zoals in de neoklassieke versie), maar er
2
vond een breuk plaats en er ontstonden twee verschillende vormen van
goederenuitwisseling:
 Permanente winkels
 Handelsreizigers
→ impliceren een nieuwe set van handelspraktijken en regels en
vergrootten het aantal consumenten en het aanbod van koopwaar.
o ‘London-based middlemen’: kooplui in de hoofdstad die een brug vormen tussen de
consument en de producent
 Verkregen controle over de interregionale handel
 Nieuwe sociale organisatie met andere normen en regels rond de uitwisseling
van goederen
 In plaats van de ‘onzichtbare hand’ waren er dus concrete groepen van mensen die handel
voerden binnen sociale organisaties.
 Waar de neoklassieke visie slechts één type van markt postuleert, onderscheidt de
sociologische visie verschillende sociale organisaties door aandacht te besteden aan zaken die
in de neoklassieke benadering worden genegeerd. Vb: vertrouwen tussen handelaren,
machtsrelaties tussen verschillende klassen van handelaren en de rol van technologische en
geografische belemmeringen.
3
Download