Activiteitenlijst jonge zorgvrager – 5V- 6V en 7KZ Type stage: Naam: De leerling-stagiair verzorgende werkt met zorgvragers in niet complexe en /of eenvoudige en /of ADL ondersteunende zorgsituaties. Dit gebeurt onder begeleiding, in team en binnen een organisatie. In - het 5e jaar evolueert de zorg: Deelopdrachten uitvoeren onder begeleiding Gecombineerde deelopdrachten uitvoeren onder begeleiding Deelopdrachten uitvoeren onder verwijderd toezicht In - het 6de jaar evolueert de zorg: Gecombineerde deelopdrachten uitvoeren verwijderd toezicht Niet complexe totaalzorg onder begeleiding Niet complexe totaalzorg onder verwijderd toezicht In - het 7de jaar evolueert de zorg: Deelopdrachten complexe totaalzorg onder begeleiding Gecombineerde deelopdrachten onder begeleiding Gecombineerde deelopdrachten onder verwijderd toezicht Aanzet tot complexe totaalzorg onder verwijderd toezicht In onderstaande lijst staan de activiteiten vermeld die leerlingen van het 5 e -6de-7KZ jaar kunnen en /of mogen uitvoeren. Per stagehuis wordt de lijst overlopen en de initialen van het stagehuis vermeld dewelke activiteiten kunnen behaald worden. Specifieke afspraken voor de leerling betreffende onderstaande activiteitenlijst Zorgcompetenties Zorg voor leef- en woonsituatie: voeding Dekt de tafel verzorgd. Zorgt voor een aangename sfeer tijdens de maaltijden. Voert de bijhorende huishoudelijke taken voor en na de voeding uit (vb opruimen) Bereidt maaltijden voor de gebruiker Steriliseert en onderhoudt fles en speen Stimuleert kinderen om respectvol te eten (tafelmanieren) Organiseert en leidt een maaltijd Stelt een gezond menu samen Gebruikt en onderhoudt de keukenapparaten Begeleidt bij complexe behoeften rond voeding of maaltijdgebeuren Formuleert advies rond hulpmiddelen en gebruiken Zorg voor leef- en woonsituatie: leefomgeving Zorgt voor orde en netheid in de kamer / het lokaal (speelgoed opruimen, lokaal borstelen) Frist bedje op, haalt af en dekt op indien nodig Reinigt gebruikte materialen (tafels, …) Desinfecteert gebruikte materialen. Zorgt voor zuiver en vuil linnen. 1 Wast, strijkt, sorteert en bergt de was op. Creëert onder begeleiding een huiselijke sfeer in de ruimtes Creëert in de ruimtes een huiselijke sfeer Kleedt ruimtes aan in een bepaald thema Zorgtechnische vaardigheden: zorg voor lichaam en lichaamshygiëne De stagiair wast onder toezicht het kind / gebruiker aan de wastafel in bad Verschoont het kind Geeft aandacht voor de uiterlijke verzorging van het kind (kledij, veters, propere handen, ..) Begeleidt het kind in verband met zindelijkheidstraining Voert detailzorgen uit (navelverzorging, melkkorstjes verwijderen, …) Reinigt neusje Reinigt de ogen reinigen Reinigt de oren reinigen Verzorgt de mond, geen medicatie (bv.spruw) Kamt/wast haren Reinigt / knipt nagels Dient de nodige zorgen toe bij luisbesmetting Neemt parameters: Weegt Meet Hoofdomtrek Polsslag Lichaamstemperatuur Registreert parameters op een curveblad Interpreteert parameters op een curveblad aangeduid Helpt het kind bij het aan-en uitkleden Begeleidt / helpt tijdens maaltijden en tussendoortjes Legt het kind in bedje Vangt urine en stoelgang op (urinezakje aanbrengen) Observeert de uitscheiding van urine en faeces Zorgtechnische vaardigheden: wondverzorging en medicatie Verzorg kleine wonden: snijwonden, schaafwonden, brandwonden… Legt zwachtels en verbanden aan Past andere eerste hulp bij ongevallen toe Helpt de ZV bij de inname van geneesmiddelen via orale weg en volgt hierbij de procedure (afspraken die gelden) De beroepshouding Past de basisprincipes toe: ▫ hygiënische werken ( eigen hygiëne, handhygiëne ) ▫ veilig werken ▫ economisch werken ▫ ecologisch werken hygiënische werken ( eigen hygiëne, handhygiëne ) ▫ veilig werken ▫ ergonomisch werken ▫ belevingsgericht werken ▫ zelfzorggericht werken ▫ comfortgericht werken Houdt zich aan het beroepsgeheim. Omgangscompetenties (Ped)agogische en communicatieve activiteiten: Heeft een verzorgd taalgebruik en spreekt A.N. Toont interesse voor de ZV Communiceert op een gepaste manier verbaal met het kind (contact leggen, gesprek voeren) 2 Communiceert op een gepaste manier non-verbaal met het kind Begeleidt het kind bij vrije activiteiten. Bereidt spel en creatieve activiteiten in opdracht voor voor kinderen en begeleidt deze Stimuleert samenspel Blijft rustig in moeilijke situaties en handelt volgens de gegeven instructies. Voert deelopdrachten zelfstandig uit Is correct tegenover de familie Individualiseert Bevordert de zelfstandigheid / de zelfzorg / het positief zelfbeeld van het kind Structureert. Bevordert de zelfstandigheid / de zelfzorg / het positief zelfbeeld van de ZV. Leeft zich in in de gevoelswereld en de leefwereld van het kind Toont een positieve houding, luistert en geeft aandacht Reageert gepast op moeilijk gedrag. (van herkenning tot handelen vb. conflict oplossen) Past kennis in verband met de ontwikkelingen / veranderingen van de ZV toe Past basiskennis van veel voorkomende aandoeningen van de ZV toe Voert gecombineerde deelopdrachten zelfstandig uit Legt onder begeleiding contact met ouders Bereidt creatieve activiteiten voor enkele kinderen voor en begeleidt onder toezicht van de animator. Voert zelfstandig totaalzorg uit Informeert ouders over hun kinderen Legt zelfstandig contact / neemt een gepaste houding aan met ouders Brengt een spel op gang Houdt een spel in stand Speelt mee tijdens een spel Geeft spelimpulsen Speelt mee met het kind en past zich aan aan het kind tijdens het spel Richt zich zowel naar de groep als naar individuele kinderen Voorkomt onderlinge conflicten tussen kinderen / lost ze op Is consequent bij het hanteren van regels Werkt veilig in de locatie van de kinderen Competenties met betrekking tot het team en de instelling Stelt zichzelf voor Vraagt bijkomende informatie indien nodig. Rapporteert correct mondeling Rapporteert correct schriftelijk Werkt op een aangename manier samen met de medewerkers Werkt in teamverband. Toont respect en waardering voor de visie van de anderen / instelling. Draagt verantwoordelijkheid Houdt zich aan afspraken. Is eerlijk en echt. Geeft op een gepaste manier kritiek . Houdt zich aan beroepsgeheim Durft verplichtingen aan Competenties met betrekking tot zelfreflectie en levenslang leren Toont een blijvende leergierigheid. Benut leerkansen Legt verbanden tussen theorie en praktijk en maakt hiervan gebruik tijdens het handelen. Reflecteert kritisch op stage-ervaringen / eigen handelen. Stelt voor zichzelf verantwoorde grenzen. Gaat positief om met gekregen feedback Is kritisch ingesteld op het eigen handelen, evalueert eigen handelen en stuurt eventueel bij. 3