1/7 Infectieziekten - Bof Bof op school of in het bedrijf: informatiefiche Bepaalde infectieziekten komen frequenter voor op kinderleeftijd dan bij volwassenen. Ze worden daarom verkeerdelijk ‘kinderziekten’ genoemd. De meeste van hen zijn van virale oorsprong en zijn ook besmettelijk voor volwassen personen indien deze (nog) niet immuun zijn. Bof is één van deze ‘kinderziekten’. Wat is bof of dikoor? Bof of dikoor (of Parotitis epidemica) is een besmettelijke ziekte waarbij de speekselklier bij het oor ontstoken is. Bof wordt veroorzaakt door een virus en komt meestal voor bij kinderen en jonge volwassenen. Vooral in de winter lopen schoolgaande kinderen een risico. Men kan de klassieke bof ziekte slechts eenmaal krijgen. Vóór er een vaccin beschikbaar was, kreeg vrijwel elk kind de bof. Bij jonge kinderen heeft de ziekte een mild verloop. Complicaties doen zich vooral voor op oudere leeftijd. Bof kan ernstige complicaties veroorzaken, zoals hersenvliesontsteking (meningitis). Bij jongens vanaf de puberteit kan de ziekte leiden tot een ontsteking van de teelballen (orchitis), wat steriliteit kan veroorzaken. Bij meisjes kan een ontsteking van de eierstokken optreden, maar dat komt zelden voor. Ook ontsteking van de alvleesklier (pancreatitis), de schildklier, het hart, de lever, pijn in een van de grote gewrichten en tijdelijke nierfunctiestoornissen zijn eerder zeldzame complicaties, die meestal geen ernstige gevolgen hebben. Er bestaat een verhoogd risico op een miskraam als een zwangere vrouw tijdens de eerste trimester van de zwangerschap bof oploopt. Wat zijn de ziekteverschijnselen? Naar schatting verloopt ongeveer één derde van de bofinfecties zonder klachten. Het begint met koorts, spierpijn, hoofdpijn en malaise. Kenmerkend is de zwelling van een speekselklier (meestal voor het oor), eenzijdig of dubbelzijdig. Deze vergrote speekselklier veroorzaakt pijn. Ook pijn bij het openen van de mond en oorpijn zijn een veelgenoemde verschijnselen. Hoe kunt u bof krijgen en hoe kunt u anderen besmetten? Bof wordt overgedragen door inademing van vochtdruppeltjes en door direct contact met een besmet iemand. De druppelinfectie uit de neus- en keelholte kan overgedragen worden d.m.v. hoesten, niezen en praten en door handcontact. 201302/Provikmo-B/1961 Artsengids, Titel III, Hfst. 8 p. 1 2/7 Infectieziekten - Bof De infectie is overdraagbaar van zes dagen vóór tot negen dagen na dat de zwelling in het gezicht zichtbaar is geworden. Er verloopt 12 tot 25 dagen tussen besmetting en het ontstaan van de ziekte (meestal 16 à 18 dagen). Niet iedereen die besmet is wordt ziek. Mensen die besmet zijn, kunnen anderen besmetten, ook al zijn ze zelf niet ziek. Wie kan bof krijgen en wie loopt extra risico? Personen die niet of niet volledig gevaccineerd zijn kunnen de ziekte krijgen. Ook gevaccineerden en personen die de ziekte als kind doorgemaakt hebben kunnen nog bof krijgen maar de ziekteverschijnselen zijn mild en de kans op complicaties laag. Bij 5 tot 7 % van de gevaccineerden geeft de vaccinatie tegen bof geen bescherming of geen bescherming op lange termijn. De immuniteit na vaccinatie vermindert ook in de loop van de jaren. De huidige bofgevallen worden, in elk geval voor een deel, veroorzaakt door een variant van het normale virus, nl. genotype G5, ook Groningse variant genoemd. Gevaccineerden zijn daar niet volledig tegen beschermd, mensen die de klassieke bof al hebben doorgemaakt ook niet. Wie loopt het risico bof te krijgen? Iedereen die niet (volledig) gevaccineerd is of niet op natuurlijke wijze immuniteit heeft verworden: kinderen van 6 - 12 maanden die hun eerste MBR-vaccin (Mazelen-Bof-Rubella) nog niet hebben gekregen; kinderen die om bepaalde redenen niet gevaccineerd zijn; volwassenen geboren voor 1985 die de ziekte niet hebben doorgemaakt; personen bij wie de bescherming door vaccinatie met de jaren toch wat verminderd is. Kan je getest worden op het bofvirus? Besmetting door het virus kan door middel van laboratoriumtesten uit speeksel, urine en bloed aangetoond worden. Ik heb al eens bof gehad. Kan ik het nog een keer krijgen? Gevaccineerden en personen die de ziekte als kind doorgemaakt hebben kunnen nog bof krijgen maar de ziekteverschijnselen zijn mild en de kans op complicaties laag. Bij 5 tot 7 % van de gevaccineerden geeft de vaccinatie tegen bof geen bescherming of geen bescherming op lange termijn. De immuniteit na vaccinatie vermindert ook in de loop van de jaren. De huidige bofgevallen worden, in elk geval voor een deel, veroorzaakt door een variant van het normale virus, nl. genotype G5, ook Groningse variant genoemd. Gevaccineerden zijn daar niet volledig tegen beschermd, mensen die de ziekte reeds hebben doorgemaakt ook niet. 201302/Provikmo-B/1961 Artsengids, Titel III, Hfst. 8 p. 1 3/7 Infectieziekten - Bof Is bof te behandelen? Er bestaat geen behandeling. De symptomen verdwijnen meestal binnen 1 à 2 weken. Vermits het een virusinfectie is, hebben antibiotica geen zin. De behandeling is voornamelijk gericht op verlichting van de symptomen: eventueel een pijnstiller; warme kompressen tegen de zwelling kunnen verzachtend werken; vloeibaar voedsel; rust houden en extra veel drinken. Ik heb geen klachten. Kan ik wel besmet zijn met het bofvirus? De kans bestaat dat je de bof hebt zonder klachten te hebben. Bij mij is bof vastgesteld. Wat kan ik doen om besmetting te voorkomen? Maatregelen als handen wassen (zie bijlage) en hoesthygiëne (hoest en nies liefst in een wegwerpzakdoek, was erna de handen) zijn altijd zinvol, maar aangezien de bof zeer besmettelijk is zal hiermee de overdracht niet volledig voorkomen kunnen worden. Kan iemand met bof naar een kinderdagverblijf, school of werk? Iemand met de bof moet tot 5 à 9 dagen na dat de zwelling in het gezicht zichtbaar is geworden geweerd worden van school, werk en kinderdagverblijf. Men moet er wel rekening mee houden de bofpatiënt tijdens de fase voorafgaand aan de zwelling van de speekselklier en het zich ziek voelen al besmettelijk is en ook met het feit dat ongeveer de helft van de bofpatiënten geen typische symptomen heeft. Besmetting van klasgenoten, leerkrachten of collega’s heeft dus meestal al plaatsgevonden voordat de diagnose is gesteld. Het weren van niet-gevaccineerde kinderen of volwassenen ten tijde van een bofepidemie wordt niet zinvol geacht. Vaccinatie Wie kan zich laten vaccineren? Alle kinderen. Daarnaast kunnen ook personen die niet of onvolledig gevaccineerd zijn zich laten vaccineren. Aangeraden wordt om 2 maal te vaccineren bij personen geboren na 1960 (4 weken tussen beide vaccins). Personen geboren voor 1960 worden beschouwd als immuun omdat bijna in die tijd iedereen op kinderleeftijd bof doormaakte. In een instelling (bijvoorbeeld een school (met name een basisschool), kinderdagverblijf of gezondheidsinstelling) is het aan te raden bij één bevestigd geval van bof of een 201302/Provikmo-B/1961 Artsengids, Titel III, Hfst. 8 p. 1 4/7 Infectieziekten - Bof uitbraak van bof bofvaccinatie aan te bieden (of serie af te ronden) aan contacten (groepsgenoten, leerkrachten, begeleiders) die nooit eerder (een volledige serie) MBRvaccinatie hebben gehad, noch bof hebben doorgemaakt. Vanaf wanneer werd het vaccin tegen MBR systematisch aangeboden in Vlaanderen? Vanaf 1981 werd 1 vaccin tegen bof aangeboden aan jongens van 11 jaar. Vanaf 1985 werd 1 vaccin tegen mazelen, bof en rubella aangeboden op de leeftijd van 15 maanden (zowel voor jongens als voor meisjes). Vanaf 1995 wordt het vaccin aangeboden op de leeftijd van 15 maanden en 11 jaar (aan jongens en meisjes). Dus: Jongens geboren vanaf 1981 hebben mogelijk 1 vaccin gekregen tegen bof. Jongens en meisjes geboren vanaf 1985 hebben mogelijk 2 vaccins gekregen tegen bof. Vaccinatieschema Het vaccinatieschema omvat een eerste dosis drievoudig vaccin (tegen mazelen, bof en rode hond = MBR) op de leeftijd van 12 maand. Wanneer het kind naar school gaat, moet de vaccinatietoestand worden gecontroleerd en wordt een inhaalvaccinatie gegeven aan de kinderen die het vaccin nog niet gekregen hebben. Op de leeftijd van 10-13 jaar (normaal in het vijfde leerjaar) moet een tweede dosis vaccin toegediend worden. Als je maar één spuitje hebt gehad, ben je mogelijk onvoldoende beschermd en laat je best een extra vaccin toedienen. Deze vaccins die gebruikt worden voor de 2 vaccinatiemomenten in het vaccinatieschema worden door de Vlaamse overheid gratis ter beschikking gesteld van de vaccinatoren. Indien een vaccin toegediend wordt op volwassen leeftijd, dan is het vaccin niet gratis en dient het aangekocht te worden bij de apotheker. In België zijn er op dit moment 2 vaccins beschikbaar die bof bevatten. Er is in België geen apart vaccin tegen enkel bof beschikbaar. Er zijn enkel combinatievaccin beschikbaar: Priorix (mazelen, bof, rode hond): 21,92 euro. Priorix Tetra (mazelen, bof, rode hond en windpokken): 63,93 euro. Wat zijn de meest voorkomende bijwerkingen van het MBR vaccin? 5-12 dagen na de vaccinatie kan koorts en/of (roodheid) optreden. Soms wordt een zwelling van lymfklieren waargenomen. Vooral bij volwassenen (met name bij vrouwen) kunnen 2-4 weken na de vaccinatie voorbijgaande gewrichtsklachten optreden. Van de bofcomponent in het MBR-vaccin zijn geen specifieke bijwerkingen bekend. De bekende bijwerkingen worden toegeschreven aan de mazelen- en rubellacomponenten. Waarom worden mensen tegen de bof gevaccineerd? Bof kwam zeer vaak voor, waardoor veel schoolverzuim en hoge frequentie ziekenhuisopnames voor bofmeningitis (hersenvliesontsteking). 201302/Provikmo-B/1961 Artsengids, Titel III, Hfst. 8 p. 1 5/7 Infectieziekten - Bof Waarom worden mensen die volledig gevaccineerd zijn niet opnieuw tegen de bof gevaccineerd? Het is niet duidelijk of opnieuw vaccineren werkt. Gevaccineerd zijn geeft geen garantie dat je blijvend voor dit bofvirus beschermd bent. Vooralsnog zijn de ziekteverschijnselen bij gevaccineerde mensen mild en de kans op complicaties laag. Ik ben gevaccineerd tegen de bof, kan ik het dan alsnog krijgen? Ja, maar vooralsnog zijn de ziekteverschijnselen bij gevaccineerde mensen mild en de kans op complicaties laag. Vaccinatie tegen bof geeft bij 5 tot 7 % van de gevaccineerden geen bescherming of geen bescherming op lange termijn. De immuniteit na vaccinatie vermindert ook in de loop van de jaren. Wie gevaccineerd is en toch ziek wordt zal de ziekte doormaken maar in veel mildere vorm. De huidige bofgevallen worden, in elk geval voor een deel, veroorzaakt door een variant van het normale virus, nl. genotype G5, ook Groningse variant genoemd. Gevaccineerden zijn daar niet volledig tegen beschermd, mensen die de ziekte al hebben doorgemaakt ook niet. Bof en zwangerschap Niet zelden komen zwangeren in contact met kinderen of volwassenen met een ‘kinderziekte’ zoals bof. Dit contact kan (vooral) in de privésfeer liggen (vb. eigen kinderen) maar kan ook professioneel voorkomen. Ik heb een zwangerschapswens. Wat kan ik preventief doen om mij te beschermen tegen bof? Nazicht van uw vaccinatieschema (vaccinatiekaart) is uiteraard erg belangrijk. Indien u niet of onvoldoende werd gevaccineerd (vb. u heeft maar één vaccin gekregen) is het van belang de vaccinatie op te starten of af te werken via uw huisarts. Wanneer het onduidelijk is of u ooit werd gevaccineerd tegen bof (vb. vaccinatiekaart verloren) dan kan uw immuniteit via een bloedafname nagekeken worden via uw huisarts. Ik ben zwanger en ben in contact gekomen met iemand die de bof heeft. Wat kunnen de consequenties zijn voor zowel mij als mijn ongeboren kind? Het risico van zwangeren is afhankelijk van de reeds bestaande afweer door vroegere vaccinatie of doorgemaakte bof. Zwangere vrouwen tot de 3e zwangerschapsmaand hebben bij het doormaken van de bof een verhoogd risico op een spontane miskraam. Er is geen risico op geboorteafwijkingen van de vrucht of op vroeggeboorte. Voor medewerkers/studenten die korter dan 13 weken zwanger zijn, is het beter om het contact met een bofzieke te vermijden tot 5 à 9 dagen na diens eerste klachten van klierzwelling. Wering van het werk Bof wordt overgedragen door inademing van vochtdruppeltjes en door direct contact met een besmet iemand. De druppelinfectie uit de neus- en keelholte kan overgedragen 201302/Provikmo-B/1961 Artsengids, Titel III, Hfst. 8 p. 1 6/7 Infectieziekten - Bof worden d.m.v. hoesten, niezen en praten en door handcontact. Maatregelen als handen wassen en hoesthygiëne zijn altijd zinvol, maar aangezien de bof zeer besmettelijk is zal hiermee de overdracht niet volledig voorkomen kunnen worden. Bof houdt steeds een klein risico op infectie tijdens eerste trimester van de zwangerschap in omdat niet iedereen die besmet is ook ‘zichtbaar’ ziek wordt. Mensen die besmet zijn, kunnen anderen besmetten, ook al zijn ze zelf niet ziek. Het is dus niet omdat er geen ‘zichtbare’ bofgevallen zijn op het werk dat er geen besmettingsrisico is. Bof houdt in principe enkel een risico in voor niet-immune zwangeren. De huidige bofgevallen worden echter, in elk geval voor een deel, veroorzaakt door een variant van het normale virus, nl. genotype G5, ook Groningse variant genoemd. Gevaccineerden zijn daar niet volledig tegen beschermd, mensen die de ziekte reeds hebben doorgemaakt ook niet. Ook zwangeren mét antistoffen in het bloed zijn niet volledig beschermd tegen dit deze variant van het klassieke bofvirus. Er bestaan weinig concrete richtlijnen rond het beleid bij bofuitbraak en preventieve maatregelen voor zwangeren. Onderstaand schema kan een houvast bieden en werd opgesteld in overleg met het Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid. Bedrijven Bof bij 1 of meer personen in één groep (vb. één afdeling van een bedrijf) Bofzieke(n) adviseren om tot 9 dagen na de eerste klachten van klierzwelling thuis te blijven. Verhoogde hand- en hoesthygiëne doorvoeren. Bofvaccinatie aanbieden (of serie af te ronden) aan contacten (groepsgenoten, collega’s,…) die nooit eerder (een volledige serie) MBR-vaccinatie hebben gehad, noch bof hebben doorgemaakt. Zwangeren mogen niet gevaccineerd worden. Zwangeren (eerste trimester): Zwangere verwijderen uit de groep door mutatie (vb. naar andere afdeling) of profylactisch verlof gedurende de rest van de eerste trimester. Onderwijs Bof bij 1 of meer personen in één groep (vb. één klas van een school) Bofzieke(n) adviseren om tot 9 dagen na de eerste klachten van klierzwelling thuis te blijven. Verhoogde hand- en hoesthygiëne doorvoeren. Bofvaccinatie aanbieden (of serie af te ronden) aan contacten (groepsgenoten, collega’s,…) die nooit eerder (een volledige serie) MBR-vaccinatie hebben gehad, noch bof hebben doorgemaakt. Zwangeren mogen niet gevaccineerd worden. Zwangeren (eerste trimester): Zwangere verwijderen uit de klas door mutatie (vb. naar andere klas) of profylactisch verlof gedurende de rest van de eerste trimester. 201302/Provikmo-B/1961 Artsengids, Titel III, Hfst. 8 p. 1 7/7 Infectieziekten - Bof Omwille van infectierisico moet ik tijdens mijn eerste trimester tijdelijk thuisblijven. Bestaat er toch nog een risico dat ik besmet geraakt ben op mijn werk? Aangezien de besmettelijke periode loopt van 6 dagen vóór tot 9 dagen na het begin van de symptomen kan het toch nog voorkomen dat de ziekte opgelopen werd ook al werd de zwangere verwijderd van zodra er symptomen bij de zieke vastgesteld zijn. Ik ben zwanger, kan ik een MBR-vaccinatie krijgen? Nee. Zwangerschap is een contra-indicatie voor een MBR-vaccinatie. Ik geef borstvoeding, kan ik een MBR-vaccinatie krijgen? Ja, geen enkel probleem. Ik ben zwanger. Mag ik op bezoek bij iemand met de bof? Nee. Het is beter om in de eerste 13 weken van de zwangerschap het contact te vermijden met de zieken, tot 5 à 9 dagen na de eerste klachten van klierzwelling. Kan bof via de moedermelk doorgegeven worden? Het bofvirus wordt niet via de moedermelk doorgeven. Bronvermelding MAHIEU L, DE DOOY J. Blootstelling aan ‘kinderziekten’ gedurende de zwangerschap: richtlijnen voor de gezondheidswerker. Tijdschrift voor Geneeskunde 2000; 56: 105-113. Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (www.rivm.nl) Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid (www.zorg-en-gezondheid.be) Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie (www.bcfi.be) Bijlage Handenhygiëne: Handen wassen © Provikmo, 2013 Provikmo geeft u deze informatie op vrijwillige basis. Daarbij streven we er steeds naar om dit op een zeer zorgvuldige manier te doen. Gelet op deze middelenverbintenis, kan op basis van deze informatie nooit de aansprakelijkheid van Provikmo vzw ingeroepen worden. 201302/Provikmo-B/1961 Artsengids, Titel III, Hfst. 8 p. 1