Document

advertisement
7 Het West-Europese weer
7.1 Weerkaarten
verschillende waarnemingsplatforms
weersatelliet
(800 of 36 000 km)
overzicht
zonder detail
weerballon
(O tot 30 km)
weerstation
(op het aardoppervlak)
plaatselijke, zeer
gedetailleerde informatie
weer:
klimaat:
menselijke activiteiten beïnvloed
door het weer:
7.2 Het weer bij lage luchtdruk
L
H
L
H
H
opstijgende lucht
dalende lucht
gebieden met veel wind
vergelijking weerkaart met het model
fronten ontstaan door botsing van luchtsoorten
koude lucht verdringt
de warme lucht
warme lucht verdringt
de koude lucht
een koufront botst
met een warmtefront
koufront
warmtefront
stormdepressie
van 27 oktober
occlusiefront
W.S.
L
W.S.
H
H
de verplaatsing van de lagedrukkern
26 okt.
L
27 okt.
L
lagedrukkernen verplaatsen zich
meestal van west naar oost
28 okt.
L
Weeroverzicht
voor
West-Europa:
luchtdruk:
laag
windkracht:
groot
windrichting:
zuidwest
bewolking en
neerslagkansen:
veel bewolking met neerslag, na de storm
opklaringen met buien
verplaatsingsrichting:
van west naar oost
7.3 Het weer bij hoge luchtdruk
L
H
L
opstijgende lucht
dalende lucht
vergelijking weerkaart met het model
vergelijking weerkaart
met Meteosat-IR
L
H
L
L
verband tussen de
weerstoestand en de
luchtdruk
mooi weer
slecht weer
H
L
luchtdruk:
hoog
windkracht:
geen of zwak
bewolking:
geen
neerslagkansen:
klein
verplaatsing:
zeer traag
7.4 Welke luchtdruk verkies jij?
H
L
onbewolkt
veel bewolking
neerslagkans: klein
neerslag tijdens doortocht fronten
stabiele toestand
onstabiele toestand
kern: dalende lucht
kern: stijgende lucht
beperkte windkracht
grotere windkracht
Besluit:
A. Lagedrukkernen met fronten ontstaan op gematigde
breedten door de botsing van luchtsoorten.
B. Frontale depressies bewegen meestal van west naar
oost over Europa.
C. De doortocht van fronten gaat gepaard met grotere
windsnelheden, bewolking en neerslag.
D. Hogedrukkernen veroorzaken meestal rustig en
stabiel weer.
Lagedrukkernen veroorzaken meestal wisselvallig en
labiel weer.
Download