k. 09. Kerst op zee Als aan boord de lichtjes weer gaan branden, is een zeeman mijlenver van huis. Vaart z'n schip langs verre gouden stranden hij viert Kerst met z'n maat in de kombuis. refrein: a-lo-ha-hé, a-lo-ha-hé, zacht neuriet hij dit lied onder de sterren met Kerst op zee. Berust, gedwee, de wind en golven zingen mee In de verte ligt dat kleine eiland, heel z'n hart heeft hij daar aan verpand. Aan de kust groeten de vele palmen, hij moet door, ook met Kerst niet aan land! refrein couplet neuriën refrein, laatste regel herhalen en vertragen “de Loswalklinkers” - Dongen