VERSCHILLENDE SOORTEN VIDEO

VERSCHILLENDE SOORTEN VIDEO-OPSLAGMEDIA
De tijd van video-opnamen met een analoge camcorder behoren al een tijd tot het verleden.
De camcorders nu in 2009 nemen uw filmmateriaal digitaal op.
Hierin kan je nog onderscheid maken tussen 4 verschillende opslagmedia.
Eerst kwamen camcorders voorzien van tapes op de markt.
Hier waren er 2 soorten tapes : de DIGITAL 8 van Sony en de MINI-DV.
De DIGITAL 8 is ook volledig verdwenen en er blijft nog enkel de MINI-DV over.
Maar deze laatste wordt ook stilaan uit de markt genomen ten voordele van ander
opslagmedia.
Dan kwamen de camcorders die opnamen op DVD-schijfjes maakten.
Wat later kwamen de toestellen met een interne HARDE SCHIJF.
En sinds enkele jaren zijn de camcorders op de markt gekomen met
SD-GEHEUGENKAARTJES.
En de laatste generatie camcorders kunnen filmen in HD (High Defiinition)
Ieder opslagmedium heeft zijn voor- en nadelen.
Even de voor-en nadelen op een rijtje:
MINI-DV
Voor: Is nog steeds de beste keuze voor wie zijn opnames achteraf uitgebreid wil monteren.
Het is een systeem zonder compressie, wat maakt dat tijdens de montage alle frames
intact blijven. Je kan knippen zoveel je wil, aan de kwaliteit wordt niet geraakt.
Tegen:Je moet eerst je film capturen op je harde schijf van je PC alvorens hem te kunnen
bewerken. Het videobestand wordt heel groot. Er worden ongeveer 25 miljoen bits per
seconde opgeslagen. Dat komt neer op 13 Gigabite voor 1 uur film.
Maar met de grote harde schijven tegenwoordig is het echt geen probleem meer.
Moest je HD in je PC te klein zijn dan kan je gewoon een externe HD kopen en
verbinden met je PC via USB2. Wel een HD kopen die 7200 toeren per minuut draait.
Er kan maximum 60 minuten op een tape opgenomen worden.
DVD-SCHIJFJE
Voor: Het DVD-schijfje heeft een doormeter van 8 cm. Het grote voordeel is dat je je film
meteen in je DVD-speler kan plaatsen en zo direct op TV kan bekijken.
Tegen:De opslagcapaciteit is 1,4 GB. Er kan maar 30 minuten film op een DVD-schijfje
opgenomen worden.
Normaal zou er maar 5 minuten in volledige kwaliteit op kunnen.
Daarom heeft men er een compressie met MPEG2 op toegepast voor deze schijfjes.
HARDE schijf (HD)
Voor: Deze geeft je enorm veel opslagcapaciteit, en je verbind ze met je PC via USB2.0 op
dezelfde manier als een ander extern medium zoals HD, externe DVD-brander enz…
Je kan ook meerdere uren filmen met zo’n HD omdat de meeste HD’s 60GB groot zijn
Tegen:Je neemt op met compressie. Dezelfde als een DVD-schijfje, namelijk MPeg2.
Hierdoor is het minder gunstig, zoals bij een DVD-schijfje, om heel precies te
monteren.
SD-GEHEUGEN
Voor: De camcorders zijn door het kleine formaat van opslagmedium zeer compact
geworden. Een voordeel bij dit systeem is dat indien het geheugen moest stuk zijn het
je makkelijk kan vervangen door een nieuwe geheugen.
Tegen:Je filmt hiermee met een flinke compressie om de bestanden zo klein mogelijk te
houden want zo’n geheugen is beperkt in grootte.
De compressie die hier wordt toegepast is MPEG4. Dus het dubbele van een DVDschijfje of een interne HD.
Monteren met MPEG4-videobestanden is mogelijk ,maar niet aan te raden.
MONTEREN MET COMPRESSIE EN HET VERSCHIL TUSSEN MPEG2- en 4
Het videomateriaal wordt op een andere manier opgesplitst en bewaard.
Videobeelden zijn een reeks stilstaande beelden. Per seconde worden 25 beeldjes (frames)
opgenomen. Zo’n beeldje noemen we een frame.
En bij MINI-DV wordt alle beeldinformatie van elk frame bewaard.
MPEG2:
Bij MPEG worden de 25 frames opgedeeld in een “Group op Pictures”(GOP).
Binnen zo’n GOP zijn er I-frames, waarvan alle beeldinformatie wordt bewaard, en B-en Pframes waarvan slechts de veranderingen ten opzichte van dat I-frame worden bewaard.
MPEG4
Dit is nauw varwant aan MPEG2. Enkel de compressie is het dubbel van MPEG2.
Het videobestand wordt aldus 2x kleiner, maar er is een grotere gevoeligheid voor storingen
in het beeld.
Beelden met compressie zoals MPEG4 en zijn niet ideaal voor videomontage.
Je kan immers niet zomaar knippen in de beelden, omdat je het risico loopt net achter een Iframe te knippen dat de basis vormt voor de achterliggende B- en P-frames.
HIGH DEFINITION VIDEO (HD)
Er zijn bepaalde camcorder van de laatste generatie die kunnen filmen in HD.
Hierdoor neemt de bestandsgrootte ook exponentieel toe.
Daarom heeft men nieuwe compressietechnieken moeten toepassen zoals:
HDV:
Gebruikt MPEG2 om HD-video op te slaan op een gewone MINI-DV-tape.
Bij het monteren op de PC zit je terug met het probleem om zuiver op frame te knippen.
Bij het splitsen of knippen moet je PC voordurend de ontbrekende beeldinformatie berekenen.
Je hebt dan ook een potige computer nodig om vlot te kunnen monteren.
AVCHD (Advanced Video Codec High Definition)
Het HD-videomateriaal wordt verder gecomprimeerd met MPEG4.
Zie hierboven onder MPeg4
Door de hogere compressie is AVCHD minder goed van kwaliteit dan HDV.
Voor het monteren is het gelijk aan HDV
BESLUIT:
Voor alle compressie formaten heeft men een potige computer nodig.
Eentje met minstens een Dual-Core processor en 4 GB RAM-geheugen.
Ook wat oudere software ondersteunt deze compressie-formaten niet altijd zodat je meestal
genoodzaakt bent om een nieuwe versie van je montageprogramma te kopen.
Bij elke camcorder zit wel een montageprogramma, maar daar kan je echter niet veel meer
mee doen dan rudimentair knip-en plakwerk.
Ben je een filmfanaat en wil je je film perfect afmonteren dan ben je enkel toegewezen op
MINIDV.
Het is dan ook zeer spijtig dat dit systeem op termijn blijkt te verdwijnen onder impuls van de
commercie