de-kamer-harold-pinter

advertisement
De Kamer
Harold Pinter
Pinter won in 2005 de Nobelprijs voor Literatuur. Hij was toen 75. Door deze toekenning is er
recentelijk veel over hem gepubliceerd. Daarom gunnen wij ons hier de vrijheid geen
beknopt biografisch overzicht te geven, maar kort in te gaan op één aspect dat sinds de
jaren tachtig en negentig een prominente plaats innam in zijn leven en werk: zijn politieke
geëngageerdheid.
Deze geëngageerdheid komt zeer sterk naar voren in zijn lezing Art, Truth & Politics die hij
gaf bij de aanvaarding van de nobelprijs. Hij gaat hier in op de wandaden van de Verenigde
Staten en en passant noemt hij een reeks landen waar honderdduizenden mensen stierven
als gevolg van de Amerikaanse politiek. Alleen, zegt hij, dat weet niemand. Het is nooit
gebeurd. Zelfs terwijl het gebeurde, gebeurde het niet. Het deed niet terzake. Het was van
geen belang. De misdaden van de Verenigde Staten zijn systematisch, kwaadaardig,
meedogenloos, maar slechts weinigen spreken erover. Pinter zegt in diezelfde toespraak het
volgende:
‘Politicians are interested not in truth but in power and in the maintenance of that power. To
maintain that power it is essential that people remain in ignorance, that they live in ignorance
of the truth, even the truth of their own lives. What surrounds us therefore is a vast tapestry
of lies, upon which we feed.’
Dit citaat toont aan dat er misschien altijd al een politiek schrijver in Pinter geschuild heeft.
Zelfs, en misschien vooral, in zijn vroegere werken die dateren van voor de jaren tachtig –
waaronder The Room, maar ook The Birthday Party en The Caretaker. Steeds gaat het om
een buitenstaander die binnendringt in het zelfgenoegzame en veilige wereldje van mensen
die ‘menen’ alles op een rijtje te hebben. De indringer veroorzaakt een crisis in hun bestaan
en zet alle vooropgestelde waarheden op het spel. De indringer bedreigt mensen zoals wij.
Mensen zoals wij, die leven en wonen in ons eigen veilige wereldje waar we beschermd zijn
tegen de ellende van buitenaf en waar we ‘denken’ gelukkig te zijn. Door onverschilligheid
dragen we bij aan de status quo. Wat we niet zien, is van geen belang. Een status quo die
bepaalde politieke machtsverhoudingen wel eens ten goede zouden kunnen komen.
De Kamer
Ook hier gaat het om de trage maar gestadige aantasting van een veilige kamer. Rose en
haar man Bert wonen in de beste en meest gezellige kamer van het hele huis. Althans dat is
wat Rose gelooft. Zij is een vrouw die doorheen de jaren een gordijn van vooroordelen heeft
opgetrokken tussen haar en de buitenwereld. Alles wat van buiten komt is koud, donker en
gevaarlijk. Ze oordeelt over wat er buiten gebeurt zonder er ooit zelf te komen en te zien wat
er zich daar werkelijk afspeelt.
Zolang alles goed gaat in de private wereldjes waarin wij leven, hoeven we ons niets aan te
trekken van wat er elders allemaal gebeurt. We oordelen zonder kennis van zaken. Voor
mensen met macht is deze situatie uiterst voordelig, want wil men macht behouden dan is
het nodig mensen in onwetendheid te laten over wat er werkelijk gebeurt. Iets wat mensen
zoals Bert maar al te goed begrijpen.
Maar iets in Rose is nog niet verloren. Ze blijft nieuwsgierig naar de buitenwereld, al is het
maar om deze te beoordelen en haar visie over haar warme kamer veilig te stellen. Maar
tegelijkertijd brengt de informatie die haar bezoekers met zich meebrengen onrust teweeg.
Steeds meer tasten zij het geloof in haar veilige wereldje aan en brengen ze het aan het
wankelen: Meneer Kidd insinueert dat haar man haar ontrouw zou zijn, hij rakelt aspecten uit
zijn en haar verleden op die haar verontrusten. Meneer en Mevrouw Sands komen als het
ware bezit nemen van haar kamer en dreigen haar deze te ontnemen. En dan is er nog die
constante dreiging van de man die beneden ligt, die haar hoofd openbreekt en haar denken
beroert: wie is hij, vanwaar komt hij, wat wil hij?
Zal hij haar zelfgenoegzame wereldje op het spel zetten, haar vooroordelen doorprikken,
haar redden uit haar psychologische gevangenis en het meisje in haar dat openstond voor
de wereld en alles wat daarin gebeurde, weer wakker maken?
Dit stuk gaat over ons, over het leven dat wij leiden, over de kleine wereldjes waarin wij
vertoeven, over ‘the lies upon which we feed’.
Met:
Regie, decor en dramaturgie: Emilie Van Daele. Acteurs: Tobe Baeyens, Anneleen Persyn,
John Van Eyck, Marjolein Roelandt, Tim Vrancken. Begeleiding: Paul Ooghe.
Download