Deep-sky

advertisement
ze ook mee te brengen. Laten we afspreken dat tegen de
volgende bijeenkomst iedereen zijn waarnemingen
meebrengt en dan ook laat copiëren. We zullen ze dan
December 1992
Deep-sky
Het is de bedoeling nu vooral de nadruk te leggen op
het verkennen van de wintersterrenhemel en de talloze
objekten die er te zien zijn. Omwille van die reden willen
we een actie op touw zetten, waaraan zoveel mogelijk
ook zelf wordt meegeholpen. We zijn niet voor niets een
'werkgroep'. Vooreerst is het nodig om enigszins vertrouwd te zijn met de wintersterrenhemel. Daarom is hier
een éénvoudige sterrenkaartje ,vervaardigd door Koen
Goossens, aangegeven waarmee je kan oefenen.
Daarbij zijn dan nog twee kaartjes uit de Tirion 2000.0 die
een heel nuttige sterrenatlas is om mee te beginnen.
Ziehier dan het waarnemingsprogramma. Alle
objekten zijn zowel met verrekijker als met een telescoop
waargenomen. Het is ook de bedoeling om, indien
mogelijk, ze ook met beide instrumenttypes waar te
nemen. Probeer zoveel mogelijk te zien en maak
minstens 5 tekeningen (daar kom ik dadelijk nog op
terug).
h & χ Persei
M34
M36
M37
M38
M45 (Plejaden)
Hyaden
M35
M1 (Krabnevel) M42 (Orionnevel)
M41
M44 (Kribbe)
NGC2244 (Rosettehoop)
NGC2264 (Omgekeerde kerstboom)
M50
M67
M47
M48
Noteer tijdens het waarnemen hoe je het objekt ziet.
Let daarbij op de vorm (rond, langwerpig,...), de struktuur
(nevelig, sterachtig, korrellig,...), de moeilijkheidsgraad
(makkie, matig, moeilijk te zien). Hoe moeilijk vond je het
om het objekt te zoeken en hoe ben je daarbij te werk
gegaan?
Het mooiste zou natuurlijk een tekening zijn. Als je
het nog nooit geprobeerd heb, aarzel niet. Er is helemaal
geen moeilijkheid aan. Voor instrukties daaromtrent
verwijs ik naar de rubriek waarnemen in Selena 7 en 8.
Als je eens een tekening hebt gemaakt, is het belangrijk
Maansverduistering 09/12
Venus: elongatie 19/01
Mars: oppositie 07/01
Jupiter: oppositie 30/03
komeet Schaumasse : korste nadering
27/01
bespreken en vergelijken. Er is ook een waarnemingsformulier bijgevoegd. Maak hiervan eerst
voldoende copies
vooraleer aan de slag te gaan. (Voor meer informatie, zie
de lijst van referentiewerken achteraan).
Wat ook zeer nuttig is om te doen, is het opstellen
van een referentielijst voor waarnemingsartikels,
tekeningen en foto's. Als je een interessant iets
tegenkomt in een artikel, moet je dat opschrijven:
naam, artikel, tijdschrift, blz.,waarnemingsgegevens.
boek, auteur, uitgeverij, blz.
Dit werk kan natuurlijk niet één mens alleen, maar er
moet iemand zijn die alles bijelkaar houdt.
Messieraktie
Het zou leuk zijn binnen het kader van het
waarnemen van deep-sky-objekten vooral te letten op de
Messierobjekten (voor de leken: dit zijn deep-skyobjekten ontdekt door de Fransman Messier). Dit zal
zowiezo al het geval zijn daar deze ook meteen de
helderste objekten zijn. De bedoeling is om van elk
Messierobjekt een tekening te maken m.b.v.
verschillende instrumenten en deze in een brochure te
bundelen. Daarbij komt dan nog informatie over de
objekten zelf en een biografie van de persoon Messier,
enz...
Hiervoor komt opzoekwerk, waarnemen en
tekstverwerking bij te pas. Om ook daadwerkelijk tot
resultaten te komen, laten we afspreken wie wat doet,
buiten het waarnemen natuurlijk wat iedereen toch doet.
Er zijn mensen nodig voor:
biografie van Messier
inleiding over deep-sky
bespreking van objekten
bundelen van boekje
Plejaden
Iedereen kent wel de mooie en heldere
sterrenhoop aan de wintersterrenhemel: de Plejaden.
Op eerste zicht
DEEP-SKY GEGEVENS
objekt
sterrenbld
helderheid
grootte
type (klasse)
h&χ
Per
4,4 & 4,7
36'
O (f &
kent 9 heldere sterren die een naam dragen uit de
Griekse mythologie. Het gaat hier om de zeven zussen
(de Plejaden) en diens twee ouders Pleione en Atlas.
Atlas is de sterke halfgod die het hemelgewelf
ondersteunt. De Plejaden zelf zijn: Alcyone, Merope,
Electra, Celaeno, Maya, Taygeta en Asterope.
sterretje staat de helderheid aangegeven (29 =
magnitude 2,9).
e)
M34
Per
5,5
18'
O (d)
M36
Aur
6,3
12'
O (f)
M37
Aur
6,2
20'
O (f)
M38
Aur
7,4
20'
O (e)
M45
Tau
1,4
100'x130'
O (c)
Hyaden
Tau
0,8
330'
O (c)
M1
Tau
8,4
360"x240"
P (VI)
M42
Ori
2,9
66'x60'
N (E)
M41
CMa
5,0
30'
O (e)
M35
Gem
5,3
40'
O (e)
2244
Mon
6,2
40'
O (e)
2264
Mon
4,7
30'
O (c)
naam
helderheid
Alcyone
Atlas
Electra
Maya
Merope
Taygeta
Pleione
Asterope1
Asterope2
2,9
3,6
3,8
3,9
4,2
4,3
5,0
5,8
6,4
O: open sterrenhoop, P: planetaire nevel, N: nevel.
lijkt het een wazige nevel, maar de tweede blik verraadt
diens werkelijk uitzicht: een sterrenhoop.
De Plejaden zijn zeven zussen die om uit de handen van
de jager Orion te blijven, veilig aan de sterrenhemel
geplaatst werden door de goden. Daarom noemt men
het ook wel het zevengesternte. Er is wel een
misverstand dat dringend uit de wereld geholpen moet
worden. De zeven helderste sterren van de de
sterrenhoop zijn niet de zeven zussen! De sterrenhoop
Winterobjekten
De wintersterrenhemel is hét ideale onderzoeksterrein voor beginnende (en gevorderde !) deepsky-waarnemers. Hij verschaft ons een grote
verscheidenheid aan objekten, en reeds tientallen
objekten zijn zeker haalbaar voor een gewone
verrekijker. Als bewijs van dit laatste zal ik hier een greep
uit de objekten presenteren die ik reeds met een 12x50
binoculair heb waargenomen, louter gebruik makend van
de sterrenkaarten uit de Tirion 2000.0 (waarvan de
desbetreffende kaarten zijn toegevoegd). Weze het wel
te verstaan dat het noodzakelijk is je verrekijker op statief
te zetten.
Vooreerst zou ik een opsommong willen maken van
objekten die te zien zijn in een verrekijker (en dus zeker
in een telescoop). Zoek ze op je kaart en probeer ze dan
te vinden aan de nachtelijke hemel. Ik zal ook de minst
bekende objekten bespreken. Zie de lijst vooraan.
De Eénhoorn is één van de minst gekende en meest
onderschatte sterrenbeelden aan de noordelijke hemel.
Het bevindt zich tussen Orion, de Kleine Hond en de
Grote Hond (zeg maar tussen Betelgeuze, Procyon en
Sirius). Het bevat geen heldere sterren, maar wel tal van
interessante en prachtige (melkweg)-gebieden. Met een
verrekijker zijn er reeds drie mooie open sterrenhopen te
zien: NGC 2244, NGC 2264 en M 50.
NGC 2244. Deze sterrenhoop bevindt zich pal in de
bekende Rosettenevel. De nevel zelf kan je niet zien,
maar de sterenhoop zelf laat zich wel duidelijk opmerken.
Hij ziet eruit als een balk van zes sterren. Het is eigenlijk
een dunbezaaide hoop, maar in een verrekijker lijkt hij
kleiner en dus kompakter.
NGC 2264. Dit is de 'omgekeerde kerstboom'sterrenhoop en als je hem al eens gezien hebt, weet je
waarom. Ook deze hoop bevindt zich in een nevelige
omgeving. Met grotere kijkers is hier al wat van te zien.
De 'Hubble variable nebula' bijvoorbeeld is reeds goed te
zien in kijkers vanaf 20 cm diameter.
M 50. Dit is een iets zwakkere hoop. Minder sterren op
te lossen in binoculair. Je ziet een nevelige vlekje, met
enkele sterren.
M 41. Deze hoop in het sterrenbeeld de Grote Hond,
ligt een graad of 5 (één verrekijkerdiameter) onder Sirius.
Er bevindt zich een heldere ster aan de zuidzijde.
M 47. In het noordwesten van het sterrenbeeld de
Achtersteven (Puppis), bevindt zich de sterrenhoop M
47, samen met M 46 en NGC 2423. M 47 wordt ook wel
eens het 'dobbelsteentje' genoemd omdat de vijf heldere
sterren in het centrum de figuur van een dobbelsteen
maken. M 47 heb ik al eens gezien in een verrekijker.
Laat eens horen of je ook de andere twee hebt
opgemerkt.
M 48. Tot slot iets naar het noordoosten. In het westen
van het sterrenbeeld de Waterslang (Hydra) vinden we M
48, nogmaals een open sterenhoop. Deze is zeer goed
te zien in een verrekiker.
Het blijft natuurlijk niet bij deze objekten. Met
een kijkertje kan je op zoek gaan naar andere dingen.
Met een kijker met een opening vanaf 10cm zou je zeker
de Krabnevel (M 1) eens moeten proberen. Frank
Daerden.
Kometen
In deze periode is er veel te beleven op het vlak van
kometen. Op 26 september herontdekte de Japanner
Tsuruhiko Kiuchi met een 25 x 150 binoculair (een joekel
dus) de komeet Swift-Tuttle. Ze werd voor het eerst
gezien door Lewis Swift op 16 juli 1862. Het was toen uit
gebrek aan voldoende waarnemingen onmogelijk om
een nauwkeurige baan van de komeet op te stellen,
zodat het een beetje gissen was wanneer deze zou
verschijnen. Het bijzondere aan deze komeet is dat hij de
verantwoordelijke is voor de Perseïdenmeteorenzwerm
die elk jaar weer rond 11 augustus zichtbaar is.
Bovendien heeft men uit berekingen kunnen
vaststellen dat Swift-Tuttle bij de volgende periheliumdoorgang (dichtste punt van zijn baan) zeer kort bij
de aarde zal komen, misschien zelfs zou kunnen treffen.
Dat zou rampzalige gevolgen hebben voor het leven op
aarde. Maar wij hoeven ons geen zorgen te maken. Al dit
zou pas over 130 jaar plaatsgrijpen. Niettemin is het aan
ons om via nauwkeurige waarnemingen van de komeet,
de baan zo goed mogelijk te bepalen; om te zien of de
komeet inderdaad met de aarde zal botsen.
Swift-Tuttle is een zeer mooie komeet. De aanwezigen op themadag waarnemen kunnen dat
bevestigen. Hij is zeer helder en toont velerlei aktiviteit.
Swift staat momenteel in het sterrenbeeld Hercules en is
zichtbaar vlak na zonsondergang in het westen.
Getdetailleeerde kaarten kan je bij mij verkrijgen. Zie hier
nog een foto van de komeet gemaakt door Wim.
Een tweede, goedzichtbare komeet is Schaumasse.
Ze zal vanaf begin volgend jaar te zien zijn. Hij zal op zijn
helderste zijn eind februari waarbij een helderheid van
7,4 zou kunnen bereiken. Het leuke aan Schaumasse is
dat hij gedurende lange tijd zeer hoog aan de hemel zal
staan waardoor deze gemakkelijk waarneembaar is.
Gedetailleerde zoekkaartjes zullen later verkrijgbaar zijn
(als Seppe ze verdeeld heeft). De getekende baan op het
kaartje van Koen geeft je een idee waar Schaumasse te
zien zal zijn.
Maansverduistering
In de nacht van 9 op 10 december heeft er een totale
maansverduistering plaats. Dit valt zeer ongelegen daar
iedereen in de examens zit. Er zal daarom waarschijnlijk
geen waarnemingsavond daarrond gehouden worden.
Dat moet je echter zeker niet weerhouden om op die
avond, als het klaar is, de maansverduistering te
bewonderen. De totaliteit begint rond 22u UT en eindigt
om 1u30m UT. JE kan eens proberen de kleur van de
maansverduistering vast te leggen. De Fransman Danjon
heeft hiervoor een schaal bedacht:
0: maan is onzichtbaar of zeer donker
1: donkerbruin of -grijs
2: roetkleur met centrum donkerder
3: steenrood
4: koperachtig en blauwe rand
Meer informatie vind je in de hemelkalender van Selena
8 of in Heelal oktober '92.
Bellijst
Omdat iedereen bij Descartes toch steeds zo
vergeetachtig is om het tijdstip van een volgende
bijeenkomst te onthouden, wordt er rondgebeld om te
verwittigen. We willen dit nu efficiënter aanpakken, zodat
niet enkelen véél moeten telefoneren. De bedoeling is
om een bellijst op te stellen in een boomstruktuur (hier
voor W.W.), zodat elk persoon hooguit twee telefoontjes
moet plegen. Het werkt als volgt. Een persoon A krijgt
een telefoon van een persoon B die hem verwittigd dat er
een bijeenkomst is. Persoon A belt dan deze boodschap
door naar twee andere, vaste personen C en D, die op
hun beurt weer elk twee personen opbellen. Zo wordt
dan uiteindelijk iedereen verwittigd. Als nu bijvoorbeeld
persoon A niet in staat is C en D te verwittigen, moet
persoon B dat overnemen. Nieuwe mensen bij W.W.
zullen eerst nog zo verwittigd worden, en later als ze
regelmatig komen opgenomen in de bellijst. De
afbeelding op deze bladzijde toont de bellijststruktuur.
Veranderingen zijn natuurlijk op aanvraag mogelijk, en
beschouw dit asjeblief niet als een hiërarchie! De
telefoonnummers zijn:
Mathijs / Helena Bijnens ()
Ruud Bos ()
Wim Cuppens ()
Frank Daerden
()
()
Koen Goossens ()
Brecht Koelman ()
Wouter / Kathleen Krznaric' ()
Katrien Moors ()
Roland Passau ()
Nico Ramaekers ()
Xavier Salmon
Els Schraeyens
Guy Swennen
Bert Timmers ()
Koen Tournel ()
Bart Vandergraesen ()
Patrick Vandeweert ()
Jürgen Vangeel ()
Mart Verlaek ()
Annelies Zimmermann ()
Raf Zontrop ()
cursus waarnemen (200,-)
handboek planeetwaarnemen (250)
verslag Saturnus (60,-)
verslag Mars (30,-)
verslag kometen (70,-)
astrofotografie (8,-)
brochure meteoren (12,-)
waarnemingsformulieren (72,-)
brochure dubbelsterren (8,-)
Tirion 2000.0 (16,-)
Sky Atlas (84,-)
veranderlijken (4,-)
zonnewaarneming (70,-)
waarnemingsprogramma voor beginners (150,-)
Referentielijst
van plan er voor elke W.W.-bijeenkomst één te maken.
Het is de bedoeling informatie over het waarnemen te
geven en eigen waarnemingen te tonen. Daarbuiten is
dan ook nog plaats voor verslagen en mededelingen. Het
beste is dat we wat betreft de kosten aan dit blaadje
(copies dus) afspreken dat ieder, die het wil hebben, 20
BFr betaalt.
In een sterrenkundige vereniging kunnen wij je enkel
enthousiast maken en op het goede spoor zetten. De
effektieve kennisverrijking haal je vooral uit het zelf lezen
van artikels en boeken. Daarom deze vaste rubriek: de
referentielijst. Hierin vind je boeken en artikels die meer
uitweiden over de tijdens de bijeenkomsten besproken
thema's. Je kan vinden in de bib van de sterrenwacht of
in onze kast. Met vragen i.v.m. boeken en artikels kan je
terecht bij Annelies (bibdeskundige in spé) ofwel bij mij.
Waarnemingsprogramma voor beginners, T. Dethier
(bib & kast).
Atlas van de sterrenhemel, W. Tirion (bib).
zenitbijlage: de sterrenhemel (kast).
oude Descartesblaadjes (kast).
rubriek waarnemen in oude Heelal's (getypte versie), L.
Aerts (bib).
rubriek deep-sky-wonders achteraan in Sky &
Telescope (bib).
Burnhams (bib, 150).
Sterrenkunde voor iedereen, G. Schilling (bib, 001).
Sternatlas, J.A. Barth (bib, 150).
Handbook of the constellations, Vehrenberg (bib, 154).
Sternhaufen und nebel I & II, W. Meyer (bib, 405).
Halley 1986, G. Bodifée (bib, 353).
Copielijst
Dank aan: Frank Daerden en Koen Goossens.
Vraagbaken
Op 24 oktober l.l. werd de themadag waarnemen gehouden. Wat vond je ervan:
 Was het programma gevuld?
 Waren de activiteiten begrijpelijk?
 Vond je de onderwerpen interessant?
 Wat vond je van het avondprogramma?
 Wat ontbrak er?
Een tweede vraagbaken gaat over wat je in handen
hebt? Wat vind je ervan? Ik zou trouwens er iedereen toe
willen aanzetten mee te werken aan dit blaadje. Ik ben
Er is een grote verzameling aan informatiebladen
i.v.m. waarnemen die je kan copiëren. We hebben
daarvan een lijst gemaakt. mocht je interesse hebben
voor één of meer van de werken in de copielijst, geef dan
een seintje. Tegen de volgende keer verkrijg je dan je
copies, aan de prijs van 2 Bfr/copie.
brochure helderheid (32,-)
supernovacheck (44,-)
en je bent daarvoor nog niet aangesproken, dan kan je
terecht bij Patrick Vandeweert.
VOLGENDE
SAMENKOMSTEN:
CHARLES
MESSIER
(1730-1817)
6 februari
18u-21u
Charles
Messier is wel een van de bekendste
27
februari
18u-21u
astronomen maar
tevens ook een zeer onbekend man.
13 maart
Iedereen
heeft18u-21u
wel eens van zijn catalogus van deep-sky
Januari 1993
AFSPRAKEN
Onze vorige bijeenkomst mag in menig opzicht
een succes genoemd worden. Er werden veel konkrete
afspraken gemaakt i.v.m. de werking van de werkgroep.
Zo werd het waarnemingsgebied verdeeld onder verantwoordelijken die instaan voor het verzamelen en
verwerken van de waarnemingen. Zij bundelen de
waarnemingen die dan in onze kast bewaard worden. De
verantwoordelijken zijn:
deep-sky: Koen Goossens en Wouter Krznaric'.
maan: Brecht Koelman.
zon: Patrick Vandeweert.
planeten: Erwin Verwichte.
kometen: Frank Daerden.
fotografie: Wim Cuppens.
Ik verhoop van hen ook telkens voor dit
blaadje een verslag met waarnemingen te verkrijgen.
Dus breng je waarnemingen mee!
Nog een opdracht die we op ons genomen
hebben, is het aanmaken van een referentielijst van
waarnemingen en artikels. Dit is onder leiding van
Annelies Zimmermann die ook al werkt aan een
algemene boekenlijst.
Het is de bedoeling om elke WW-bijeenkomst
volgens een vast stramien te laten verlopen. Eerst komt
een spreker die een half uurtje over een bepaald
waarnemingsthema zal praten. We zullen eens ieder van
ons op regelmaat een aan de beurt laten. Deze schrijft
dan ook voor het WW-nieuws het hoofdverhaal. Daarna
volgen de 'sektieleiders' die elk een tiental minuutjes hun
waarnemingsgebied bespreken (waarnemingen tonen,
aanzetten tot waarnemen,...). Daarna gaan we over de
waarnemingen discussieren. En als het helder weer is
gaan we natuurlijk waarnemen.
Mededeling: op 30 januari vanaf 17u is er
een algemene waarnemingsavond voorzien. Mocht het
mooi weer zijn, aarzel dan niet om je eigen kijker ook
mee te brengen. Er wordt dan ook bij slecht weer een
vervangprogramma voorzien. Heb je ideeën daarvoor
objecten gehoord, de catalogus met de M-getallen. Maar
K de
O persoon
M O Pachter
T I JditDwerk
! is minder bekend.
van
BRENG
JE
WAARNEMINGEN
MEE
!
Charles Messier werd geboren
als tiende
kind
uit een gezin van twaalf op 26 juni 1730 in Badonville in
het noordoosten van Frankrijk. Hij was nog geen elf toen
zijn vader stierf. In oktober 1751 belandde hij in Parijs.
Messier had slechts weinig opvoeding genoten maar hij
kon goed tekenen en had een leesbaar handschrift.
Daarom werd hij door J.N. Delisle in dienst genomen als
tekenaar van landkaarten en het bijeenhouden van
astronomische waarnemingen. Door een assistent van
Delisle, Libour, werd hij ingeleid in de sterrenkunde, wat
hem bijzonder bleek te boeien. Als kind had Messier
namelijk een komeet en een zonsverduistering gezien en
deze gebeurtenissen hadden grote indruk op hem
gemaakt.
Spoedig mocht hij ook zelf astronomische
waarnemingen doen in het observatorium van het Hôtel
de Cluny in Parijs. Eerst onder leiding van Delisle, later
als zelfstandig astronoom.
Aanvankelijk deed hij enkel tijdsbepalingen
van sterbedekkingen en van bedekkingen van de maantjes van Jupiter. In 1758 ging hij systematisch zoeken
naar de wederverschijning van de komeet van Halley, die
hij echter door een onnauwkeurigheid in de
berekeningen van Delisle in dat jaar niet vond. In 1759
had hij meer geluk en hij ontdekte hem onafhankelijk van
Palitzsch, die hem als eerste had waargenomen. Vanaf
dan zou de jacht op kometen hem niet meer loslaten.
Vijftien jaar lang ontdekte hij vrijwel elke
komeet die er te ontdekken viel. In totaal heeft hij er 46
waargenomen, waarvan er ten minste dertien nooit
eerder waren gezien. Van zeker zestien kometen kan hij
mede-ontdekker worden genoemd. Het is mede dankzij
Messier dat kometen werden 'gedegradeerd' van onheilsbrengers tot een normaal hemelverschijnsel, waarvan de
wederkomst nauwkeurig te berekenen viel.
De oorspong van zijn catalogus is in zijn
kometendrift te vinden. Een komeet valt soms moelijk te
onderscheiden van een deep-sky object. Er bestonden al
verschillende, niet zo uitgebreide lijsten van deze laatste
en Messier besloot er zelf een te maken. Ontdekte hij
een nevel, dan noteerde hij diens positie nauwkeurig op.
Had deze nevel zich na verloop van tijd niet verplaatst,
dan kon het dus geen komeet zijn.
In feite begon hij pas vanaf mei 1764 intensief
en meer systematisch naar deze nevels te zoeken. Ook
andere objecten waarvan hij wist dat het geen nevels
waren, dubbelsterren bijvoorbeeld, werden door hem
genoteerd. Later werd door anderen zijn lijst uitgebreid
met objecten die Messier wel had gezien en waarvan hij
de positie had genoteerd, doch die hij geen nummer had
gegeven. In 1966 noemde K. Jones zo één van de begeleiders van de Andromedanevel M110.
Natuurlijk beperkte Charles Messier als
rasechte astronoom zich niet alleen tot het waarnemen
van kometen. Zo zijn er korte artikels over lichtpunten op
de uiteinden van de ringen van Saturnus van hem
verschenen. De banden van deze planeet gingen hem
ook niet onopgemerkt voorbij. Op Mars zag hij ook
banden en vlekken en soms een poolkap. Dankzij preciese metingen van de positie van de rode planeet heeft
Messier ertoe bijgedragen dat anderen de horizontale
parallax (d.w.z. de schijnbare straal van de aarde gezien
vanaf de planeet) en daarmee de afstand tot Mars
hebben kunnen bepalen.
Verder zijn van hem nog waarnemingen van
overgangen van de binnenplaneten over de zon bekend.
De tijdstippen van de overgang van Mercurius op 12
november 1782 werden zelfs tot een kwart seconde
gemeten, alhoewel hij een assistent nodig had die hem
moest helpen. Messier was namelijk herstellende van
een val die hem een jaar had stilgelegd en hij dus de
zwa-re instrumenten niet zelf kon bedienen.
Na het uitbreken van de Franse Revolutie
raakte Messier aanvankelijk zijn baantje en bron van inkomsten kwijt en verviel hij in grote armoede. Toch mocht
hij nog van geluk spreken : andere wetenschappers
werden gevangen gezet of stierven onder de guillotine.
Ondanks het intrekken van zijn loon bleef hij doorwerken.
Messier leefde zuinig en kreeg nog wat steun van J. de
Lalande, een gevierd astronoom. Dankzij Lalande werd
ook Messier weer als astronoom aangenomen bij het
"Bureau des Longitudes". In 1798 stierf zijn vrouw.
Na 1800 is Charles Messier nog beziggeweest
met de observaties uit zijn beginperiode (vanaf 1752)
terug uit te geven. Ook wilde hij zijn lijst van nevelige
objecten nog rangschikken naar rechte klimming en
aanzienlijk uitbreiden, maar zover is het niet gekomen. In
1813 werd hij bijna blind en heeft hij deze werken niet
meer kunnen voltooien. In 1815 werd hij door een
hartaanval vrijwel volkomen verlamd en hij stief op 12
april 1817 na zo'n 60 jaar aktief sterrenkundig waarnemen.
Patrick Vandeweert
PLANETEN IN OVERVLOED
Drie planeten zijn tegenwoordig goed
zichtbaar: Venus, Mars en Jupiter. Ik wil er iedereen toe
aanzetten deze planeten ook waar te nemen en te
tekenen. Er is veel vraag naar planeetwaarnemingen. En
het is niet zo moeilijk als dat het lijkt. Al doende leren, is
de spreuk die bij planeetwaarneming het meest
toepasselijk is. Laten we beginnen met de planeet
Venus. Momenteel bevindt deze zich in een
avondverschijning. Optimaal dus om waar te nemen.
Vaak wordt Venus als een stiefkind behandeld. Men is er
vlug van overtuigd dat er niets zinvols op Venus te zien
is. Die mening is volledig mis, en dat bewijs ik met deze
Venuswaarnemingen. Merk op dat Venus rond het
ogenblik van 'dichotomie' is. Dan staat Venus schijnbaar
het verst van de zon aan de hemel (oostelijke elongatie).
Er is veel heibel omtrent het exacte moment van dichotomie. Het voorspelde ogenblik blijkt nooit overeen te
komen met de waarneming. Meestal is er een week
spatie tussen theorie en praktijk. Wetenschappers
verdenken
de
Venusatmosfeer
ervan
daar
verantwoordelijk te zijn.
De Venusatmosfeer heeft een typisch
basisuitzicht: heldere polen met daarrond een donkere
band. De wolken hebben meestal de vorm van banden
die ongeveer evenwijdig lopen met de Venusequator.
Vind
je
die
karakteristieken
terug
op
de
Venuswaarnemingen?
Ik wil er iedereen toe zetten om voora Venus
waar te nemen. Mars is een beetje een 'ervaringsplaneet', terwijl Venus, omdat zij zo groot is aan
de hemel en op een mooi uur te zien is, een
gemakkelijker objekt is. Hiervoor is dan ook een VVSwaarnemingsformulier als bijlage gegeven. Wederom:
gebruik niet dit exemplaar, maar copieer het enkele
malen. Ik zal eens de in te vullen gegevens overlopen.
Date: datum in jaar, maand en dag.
UT: tijd in U.T.
Seeing:D: transparantie (Durchsichtigkeit), een getal
van 1 tot en met 5 waar bij 1 het héél helder is en 5
mistweer.
R: luchtonrust (Ruhe), een getal van I tot V
(Romeins) waar bij I de planeet niet trilt en bij V de
planeet 'danst'.
Instr.: kijkertype, spiegel- of lensdiameter, brandpuntsafstand.
Magn.: vergroting.
Filter: type filter.
Place of Obs.: plaats van waarneming.
ALN: Ashen Light Number: getal van 0 tot en met 9 die
aangeeft hoe zeker je lichte plekken ziet aan de
onverlichte zijde va n Venus (9: sterkste).
Dan volgt een multiply choice lijst waar je moet invullen
of je ofwel zeker, misshien of zeker niet een bepaald
detail gezien hebt. Cusp cap is de witte poolkap, cusp
cap collar is die donkere band rond de pool. Terminator
shading is een donker overgangsgebied tussen de
terminator en de verlichte zijde. Terminator irregularity is
of je de terminator onregelmatig gevormd ziet. Limb
brightening is een lichte rand aan de verlichte zijde. Cusp
extensions en cusp shortenings is of je de hoekpunten
van terminator verlengd of verkort ziet. Night-side darker
wil zeggen dat de onverlichte zijde van Venus duidelijk
afsteekt tegen de hemelachtergrond.
Als je tekent, kleur dan niet, maar gebruik de
nummertjesmethode (je omlijnt elk gebied en geeft het
een getal tussen 0 en 10 dat de helderheid van het
gebied aanduidt) waarbij verplicht de conventie van
Antoniadi gevolgd moet worden (d.w.z. 0: wit, 10: zwart).
Mars is wel hét troeteldier van de planeetwaarnemer. Geen enkele planeet heeft zoveel te bieden,
is soms zo moeilijk waar te nemen, is zo verrassend als
de rode planeet. Mars bereikte op 7 januari oppositie. Hij
had dan een schijnbare diameter van iets meer dan 15
boogsekonden. Dit is niet bijster veel, maar toch slaagde
de planeet erin de waarnemer veel aan te bieden.
Meerdere van ons hebben verrassend veel details
kunnen ontwarren op de planeet.
Deze oppositie kijken we naar het noordelijk
halfrond van de planeet, deze toont minder donkere
albedovlekken dan het zuidelijke deel van Mars. Er zijn
echter veel donkere en heldere vlekjes en men ziet
overal
donkere
banen
door
de
geeloranje
woestijnvlaktes. Vroeger hield men deze voor 'kanalen'.
In de afgelopen weken werden enkele, al zeg ik het zelf,
zeer mooie, goede waarnemingen verricht aan de
planeet. En we hebben ook enkele nieuwkomers erbij die
de moed hadden eens volhard Mars mee waar te
nemen. Verder zo! Een deel van de waarnemingen staan
al in Selena met de nodige uitleg over wat erop te zien
valt. Deze vul ik nog aan met andere interessante tekeningen. Vergelijk deze en die van Selena eens met het
Marskaartje van de B.A.A. Gebruik de aangegeven C.M.
als hulp om op de kaart op te speuren welk gedeelte je
ziet. De centrale meridiaan zegt je dat het midden van je
tekening overeenkomt met de die lengtegraad op de
kaart. Ik heb er ook een tekening bijgevoegd met de
namen van de strukturen. Zo krijgen de onpersoonlijke
vlekjes toch al wat meer karakter.
Erwin Verwichte
MAANKRATER ARCHIMEDES
Archimedes was een Grieks geleerde. Hij was
zeer veelzijdig. Hij was de eerste die exponentialen
gebruikt (20 = 1, 21 = 2, 22 = 2x2, 23 = 2x2x2,...) maar hij
isz vooral bekend omwille van zijn wetten i.v.m. de
opwaartse druk in vloeistoffen en gassen. terecht
verdient deze een krater op de maan. Archimedes ligt op
30N en 4W. Hij ligt in het midden van de maan en is
daarom vooral omstreeks Eerste en Laatste Kwartier
mooi te zien. Hij is met een diameter van 80km de
grootste krater in Mare Imbrium. De bodem ligt 1600m
dieper dan zijn omgeving en heeft een doormeter van
66km.
Archimedes vertoont opvallende terassen
waarin groeven, valleien en vlaktes voorkomen. De
bodem is met lava overspoeld. Als de zon opkomt bij
Archimedes of er ondergaat, komen er op de bodem
scherpe schaduwen voor die wijzen op enkele
bergpieken die uit de lavadeken steken.
Ten zuidwesten ligt de jonge inslagkrater
Archimedes A met puinheuvels op de bodem. Deze werd
vroeger onofficieel wel eens Gant genoemd. Ten
zuidoosten van Archimedes ligt een fijn rillennet (Rimae
Archimedes III, IV, V en VI) waarbij Rima Archimedes II
net ten zuiden van Archimedes A loopt. Verder
zuidwaarts treffen we nog enkele lineaire (rechtlopende)
rillen op de vlakke bodem aan.
De bijkraters zijn:
naam
diameter diepte
───────────────────────────────────
──
A
C
F
D
AB
AA
Q
S
13km
8km
7,5km
5,5km
3,5km
3km
2,5km
2,5km
2500m
1500m
350m
100m
400m
500m
550m
950m
Archimedes is een mooie krater biedt tezamen
met zijn buren Autolycus en Aristillus iets na Eerste
Kwartier een prachtige aanblik. De bodem van deze twee
kraters zijn ook gesmolten, waarschijnlijk tergelijkertijd als
de Zee van de regens.
Brecht Koelman
DEEP-SKY
Als je in de winter rond middernacht naar de
hemel staat te kijken, dan zie je een heleboel
sterrenbeelden met tal van deep-sky-objekten. De
sterrenkundige trekpleister is Orion met M42. De mooie
sterrennevel, waarin dadelijk tal van sterren worden
geboren, vertoont al in de kleinste kijkers struktuur.
Probeer deze zeker eens te tekenen. Verder zijn in Orion
M78 en M43, die welliswaar minder spectaculair zijn, een
bezoekje waard. trouwens staat M43 vlak langs M42.
In de Voerman staan drie overbekende open
sterrenhopen: M37, M36 en M38. Ze zijn in kleine kijkers
al goed zichtbaar. M38 en M36 liggen in de Melkweg en
vallen daarom niet zo goed op. M37 lijkt meer op een
bolhoop en valt wel danig goed op.
Als je over sterrenhopen praat, denk je
onmiddelijk aan de Hyaden en Pleiaden. Ze zijn al met
het blote oog zichtbaar maar zijn in een verrekijker toch
het mooist. M1, ook wel Krabnevel genaamd, toont maar
weinig struktuur. NGC1647 is een grote open
sterrenhoop, die zeer goed te zien is in al kleine kijkers.
In de Tweelingen staat de wel zeer mooie
open sterrenhoop M35. Dicht in de buurt staat de
kleinere open sterrenhoop NGC2158. In dit sterrenbeeld
staan nog meer open sterrenhopen, nl. NGC2266,
NGC2420,...
In de Grote Hond staat onder de ster Sirius de
bekende open sterrenhoop M41. Ze is spectaculair.
De Kreeft is vooral bekend om de Kribbe, een
open sterrenhoop die al met het blote oog zichtbaar is.
Lager ligt M67. Deze heb ikzelf nog niet gezien; en jij?
In Perseus kunnen we natuurlijk niet voorbij
aan h en χ Perseï. Een verrekijker geeft een
onvergetelijke aanblik. Veel moeilijker is M76. Deze
kleine planetaire nevel vertoont maar weinig struktuur.
Probeer eens al deze objekten te bekijken
en/of te tekenen. Alle deep-sky tekeningen, behalve die
van M1 zijn van mijn hand.
Koen Goossens
KOMETENPAUZE BIJ DESCARTES
De voorbije maanden was de mooie komeet
Swift-Tuttle zichtbaar en toch zijn er maar weinig
waarnemingen van deze komeet binnen Descartes. Dit is
waarschijnlijk omwille van een samenloop van
omstandigheden. het weer speelde ons parten, de
komeet stond slecht gepositioneerd (aan de westelijke
horizon) en wat pech was er ook bij betrokken. Velen van
Descartes hebben hem wel gezien tijdens Themadag
Waarnemen de voorbije herfst. Om nu toch niet met lege
handen te staan, heeft Bert Timmers ons bekoord met
een waarneming van de komeet.
Er is echter nog werk genoeg aan de winkel.
Komeet P/Schaumasse 1992x doet momenteel zijn
intrede. Hij staat buitengewoon goed aan de hemel waar
hij een hoogte bereikt van bij de 85! Daardoor is deze
een hele tijd zichtbaar. Hij bereikt op 3 maart perihelium
waarbij deze 1 ten zuiden van Capella ligt. Men
vermoedt dat Schaumasse dan een helderheid van +7m
zal hebben. Achteraan in dit WW-nieuws is een kaart bij-
gegeven waarop de baan van de komeet voor enkele
weken is getekend. Let wel op: het kan zijn dat de
komeet een beetje afwijkt van deze baan. Mocht je de
komeet niet onmiddellijk zien, kijk dan wat rond. Laten we
hopen dat er nu wat meer waarnemingen binnen komen.
Frank Daerden
ASTROFOTOGRAFIE
Ziehier de meest recente resultaten van mijn
fotografeerwerk. Let wel op: copies geven altijd wel een
wat vertekend beeld.
Wim Cuppens
REFERENTIELIJST
Waarnemingsprogramma voor beginners, T. Dethier
(bib & kast).
Atlas van de sterrenhemel, W. Tirion (bib).
zenitbijlage: de sterrenhemel (bib).
oude Descartesblaadjes (kast).
rubriek waarnemen in oude Heelal's (getypte versie), L.
Aerts (bib).
Burnhams (bib, 150).
Sterrenkunde voor iedereen, G. Schilling (bib, 001).
Sternatlas, J.A. Barth (bib, 150).
Handbook of the constellations, Vehrenberg (bib, 154).
Halley 1986, G. Bodifée (bib, 353).
Planetbeobachtung, Sterne Und Weltraum (bib).
Maanmonografieën, Tony Dethier (op aanvraag).
Venus, Maan, Mars (bib).
VVS-Werkgroepeninfo (Wim vragen).
Messier, Zenit, jaargang 1975, januari.
Afbeeldingen:
Charles Messier op ongeveer veertigjarige leeftijd.
Marskaart vervaardigd door de B.A.A. aan de hand van
professionele C.C.D. opnames gedurende de periode
november-december 1990.
links: 28/12/92, Frank Daerden, Nf1450250, 240x,
midden: 28/12/92, Koen Goossens, Nf1000115, 107x,
rechst: 30/12/92, Erwin Verwichte, Nf1450250, 240x.
Benamingen van enkele Marsstrukturen.
08/01/93, E.V., Rf3000200, 171x, ω260.
30/12/92, F.D., Nf1450250, 482x, ω=303.
28/12/92,W.C.,SCf1280203,128x,#12,ω=310.
30/12/92, F.D., Nf1450250, 482x, ω=350.
30/12/92, E.V., N1450250, 240x, ω=3,0.
29/12/92, E.V., Rf3000200, 300x,RG610,ω=38,.
02/01/93, Frank Daerden, Nf1450250, 483x, ω290.
links: M42, 15/12/92, Nf900115, 166x, midden: M43,
15/12/92, Nf900115, 166x, rechts: M78, 17/12/92,
Nf900115, 166x.
links: M36, 20/11/92, Nf900115, 50x, midden: M37,
01/12/92,
Nf900115,
50x,
rechts:
15/12/92,
Nf900115, 50x.
M1, 29/11/91, Bert Timmers, Rf1300110, 72x.
Archimedes, 21/05/91, Nf1500150, 111x.
P/Swift-Tuttle
1992t,
f1300115, 104x.
23/11/92,
Bert
Timmers,
links: Venus, 27/12/92, Wim Cuppens, SCf29000203,
blauwfilter, t=0,5s, rechts: Mars, 28/12/92, W.C.,
SCf18000203, t=2s, ω=315,4.
verstoort. De deeltjes worden volgens de magnetische
VOLGENDE BIJEENKOMST WW:
13/3 VAN 18u TOT 21u.
WEES OP TIJD
BRENG JE WAARNEMINGEN MEE
Maart 1993
MEDEDELINGEN
Zoals jullie allemaal al zeker weten, gaan we
morgen naar de J.V.S.- dag te Oostmalle. Diegenen die
de waarnemingen bijhouden, hebben een blauwe affiche
meegekregen die ze opvullen met waarnemingen over
hun onderwerp. Ik hoop dat dat ook gebeurd is.
Bovendien hebben jullie gemerkt dat er
vandaag veel te doen was omtrent planeetwaarneming.
HET NOORDERLICHT
Zowat een jaar geleden bracht Raf Zontrop
voor W.W. een voordracht over noorderlicht. Zijn
spreekbeurt was niet bepaald de beste, maar zijn artikel
hebben jullie, omwille van omstandigheden (tijdgebrek,
computerbreakdown) niet te zien gekregen. Daarom
volgt deze nu. Sorry Raf dat het zolang op zich heeft
moet laten wachten.
Het noorderlicht of poollicht kan in onze
streken enkele malen per jaar 's nachts worden
waargenomen. In de poolgebieden is het vrijwel iedere
nacht zichtbaar. Het is een lichtschijnsel dat qua vorm en
kleur van minuut tot minuut verandert.
Men kan een aantal grondvormen onderscheiden. In onze streken wordt meestal een witte of
witgroene poollichtboog gezien die lang boven de
horizon blijft hangen. Deze heeft een vervloeiende
bovenkant en een scherp begrensde onderkant.
Soms zijn er rode of violette poollichtstralen
zichtbaar die uit de boog lijken te komen of die
zelfstandig in bundels voorkomen. Als die stralen
verdwijnen, worden soms op willekeurige plaatsen
diffuse lichtplekken gezien die op wolken gelijken.
Het poollicht wordt veroorzaakt door wolken
elektrisch geladen deeltjes (elektronen en protonen) die
door de zon in de omgeving van zonnevlekken de ruimte
in worden gestoten. Na ongeveer een dag reizen komen
deze deeltjes bij het aardse magneetveld aan en
verstoren dit. Als die storing groot is, ontstaat een
magnetische storm die ook de radioverbindingen
veldlijnen naar de polen afgebogen waar ze doordringen
tot in de atmosfeer. Het poollicht ontstaat door botsing
van de deeltjes met atomen van de hoogste lagen van de
dampkring. De verschillende kleuren zijn het gevolg van
de straling van verschillende atomen en moleculen in de
atmosfeer. Poollichten treft men aan op hoogtes tussen
100 en 350 km boven het aardoppervlak.
Het poollicht kan in verschillende vormen
worden waargenomen. Deze zullen we nu gaan
beschrijven.
Rustige bogen: deze bogen kunnen zowel
breed als smal zijn, gelijkmatig helder zijn of heldere
plekken vertonen. De bovenrand is gewoonlijk wazig
terwijl de onderkant begrensd is en vaak vrij helder. De
kleuren van deze bogen variren maar meestal zijn ze
geelgroen en soms wit. Men kan soms meerdere van
deze bogen tegelijkertijd zien.
Pulserende bogen: deze bogen komen
meestal alleen voor. De hele boog of een deel ervan
variëert in enkele sekonden in helderheid. Deze bogen
hebben gewoonlijk een blauwgroene kleur.
Banden: deze hebben niet de regelmatige
vorm die we van bogen kennen. De onderkant is scherp
begrensd maar onregelmatig van vorm. De banden
bewegen voortdurend.
Draperie: soms worden de stralen van een
band zolang dat ze een lichtgordijn vormen. Dit is een
type band waarbij de banden doorsneden worden door
vertikale gebieden die op schaduwen gelijken.
Stralen: ze lijken op lichtbundels van
schijnwerpers die de hoogte in schijnen. Ze kunnen
afzonderlijk in bundels voorkomen of gepaard gaan met
een andere vorm van noorderlicht. Over het algemeen
zijn de stralen geelgroen van kleur maar soms ook rood.
Diffuse vlekken: deze zie je gewoonlijk na
een verschijning van stralen. Ze lijken veel op gekleurde
wolken van een bleek violette, roze of rode kleur.
Pulserende vlekken: deze lijken eveneens op
wolken. Ze verdwijnen en verschijnen met een
tussenpoze van een sekonde tot een minuut. Daarbij
houden ze hun plaats aan de hemel.
Raf Zontrop
DEEP-SKY AANVULLING
Na het verslag van Koen in het vorige WWnieuws, kan ik er alleen nog maar dit aan toevoegen dat
ik sinds kort ook foto's van de sterrenhemel maak, dat
kan je zien aan deze van de Orionnevel. Daarbij komen
ook nog drie waarnemingen van M42, M35 en M45.
Wouter Krznaric'
ASTROFOTOGRAFIE
Wat fotograferen aan de hemel in maart?
Deze maand nog, kan je al je energie kwijt aan het
fotograferen van de planeten Venus, Mars en Jupiter en
vanaf de tweede helft van februari misschien Mercurius
als je een lage westelijke horizon hebt.
Net na, of zelfs iets voor zonsondergang kan
je de schijngestalten van Venus via de methode van
'camera als oog' vastleggen op de gevoelige plaat. Met
deze zelfde methode kan je ook de fase van maan
fotograferen en dit met een resolutie van ongeveer 5"
(d.w.z. dat je details op de maan met een diameter van
tien kilometer kunt zien op de foto). Dit is wel een
richtwaarde die afhankelijk is van je telescoop, de
belichtingstijd, de seeing, de gebruikte film, enz...
Het voordeel van deze methode is dat je geen
adapter nodig hebt om je fototoestel aan de telescoop te
monteren. Het is natuurlijk niet dé methode om
vlijmscherpe maan- en planeetfoto's te maken maar wel
een begin naar de betere methode nl. oculairprojectie.
Heb je geen telescoop, dan niet getreurd, met
een fototoestel met een lens (ev. kan je die van je vader
lenen) alleen kan je ook planeten fotograferen en wel
door conjuncties met andere planeten of met de maan of
met heldere sterren te fotograferen.
De wintersterrenhemel leent zich ook prima
voor deze methode. Start eens met het vastleggen van
de sterrenbeelden Orion, Stier, Voerman of de
Tweelingen. Hierbij haal je op een donkere plaats
gemakkelijk grensmagnitude 8 à 9. Vergeet dan ook niet
je resultaten mee te brengen bij één van de volgende
aktiviteiten van Descartes. Wil je weten hoe je moet te
werk gaan om deze objekten te fotograferen met
bovenvermelde methodes, geef dan een seintje en dan
kan ik je alle nodige documentatie hierover bezorgen.
Wim Cuppens
DICHOTOMIE EN WOLKENBANDEN
Twee thema's wil ik in dit stukje over
planeetwaarneming aansnijden: de dichotomie van
Venus en het waarnemen van Jupiter.
Planeetwaarnemers worden vaak geplaagd
met merkwaardige fenomenen waarvoor ze maar een
spekulatief antwoord op hebben. Vaak weten ze nog niet
eens of het wel echt bestaat of dat het louter aan de
telescoop of fantasie van de waarnemer ligt. Denk maar
aan de blue clearing op Mars, het Ashen light op Venus,
details op Ganymedes, festoons op Saturnus,...
Eén van die rariteiten is de anomalie van de
dichotomie van Venus. Men is er wel zeker van dat het
fenomeen echt bestaat, maar een bevredigende verklaring mankeert nog steeds. Ik weet, de vraag brandt op je
lippen: wat is de anomalie van de dichotomie?
Omdat Venus een binnenplaneet is, vertoont
deze schijngestalten. Tijdens benedenconjunctie is
Venus 'nieuw', tijdens bovenconjunctie is ze 'vol', en bij
elongatie hebben we 'kwartier'. Het precieze ogenblik dat
Venus half verlicht is (de terminator is dan een vertikale,
rechte lijn, die tegenlijkertijd de plaats van de centrale
meridiaan markeert), heet dichotomie. De waarnemers
hebben eens het waargenomen tijdstip van dichotomie
vergeleken met het theoretisch berekende tijdstip. Daar
zat meestal een spatie op van één tot zelfs twee weken!
En het is niet zo dat de waarnemers slecht hebben
gekeken. Op hetzelfde tijdstip nemen de waarnemers
dichotomie waar.
DE ZON WAARNEMEN
De zomer komt er weer aan. Als hobbysterrenkundige weet je dus dat de zogenaamde 'grijze'
nachten weer terug zullen ko-men. Je kent ze wel, die
nachten waarbij de zon slechts om 10 uur ondergaat en
zó laag onder de horizon kruipt dat het nooit echt donker
wordt. Geen nood. Het is nu juist diezelfde, voor
sommige dus vervelende, zon die overdag volop kan
bekeken worden.
Om een zonnewaarneming zo goed te laten verlopen,
kun je het beste in een bepaalde volgorde werken. Als je
dit gedaan hebt, is er natuurlijk nog de mogelijkheid om
een detailtekening of iets dergelijks te maken. De
hiervolgende
methode
is
de
veiligste
om
zonnewaarnemingen te maken : projectie.
Natuurlijk richt je eerst je telescoop op de zon. KIJK
NOOIT RECHTSTREEKS DOOR JE TELESCOOP OF
VERREKIJKER NAAR DE ZON !!! Met het blote oog is
ook af te raden. Je verbrandt er je ogen mee ! Een goede
methode is dat je het objectief afschermt en je kijker zó
richt totdat de schaduw een cirkel wordt. Bij reflectors
kan dit niet. Gebruik uitsluitend oculairs zonder
meervoudige lenzen. Deze zijn : Huygens- (H), HuygensMittenzwey- (HM) of Ramsden oculairs (R). Het contrast
kan verhoogd worden door rond je kijkerbuis wat karton
te schuiven.
Bij reflectors is het beter dat je de diameter van de
opening wat verkleint door er bijvoorbeeld wat karton op
te zetten. Anders zal de vangspiegel te vlug zéér heet
worden wat misvormingen kan teweegbrengen.
Regel nu je vergroting zodat je de volledige schijf in
beeld hebt. Vervolgens orienteer je het zonnebeeld. Als
je een volgmechanisme hebt, zet je dit even af. De zon
zal zo door je beeldveld lopen. Deze beweging gebeurt
steeds van oost (E) naar west (W). De richting waardoor
de zon zich door het beeld verplaatst is dus de
westrichting. Om de noord (N) -zuid (S) richting te
bepalen beweeg je de kijkerbuis zodanig dat je iets hoger
naar de hemel kijkt. Het noordpunt van de zonneschijf ligt
dan aan de kant die het langst in beeld blijft, waarbij de
NS lijn natuurlijk loodrecht staat op de eerder bepaalde
EW lijn.
Daarna worden de posities van de zonnevlekken
opgetekend. Vergeet ook niet de heldere gebieden te
tekenen, de zogenaamde fakkels.
Als laatste moet het Wolfgetal nog berekend worden.
Hiervoor tel je het aantal vlekkengroepen (g) en het
aantal zonnevlekken (f). Let wel op ! Gebruik hierbij maar
een vergroting. Het Wolfgetal wordt als volgt berekend :
R = 10*g + f
Dit is zowat het belangrijkste werk bij de
zonnewaarnemingen. Let wel altijd goed op. Laat zo
bijvoorbeeld je telescoop niet onbewaakt achter zodat er
niemand door zal gaan kijken
met alle gevolge van dien.
Als je de zon nu over een langere tijd volgt, zul je merken
dat het aantal zonnevlekken in een cyclus van 11 jaar afen weer toeneemt. Routine wordt het echter nooit : soms
verschijnene er reuze zonnevlekken die de moeite zijn
om goed in te tekenen of zijn er abnormaal veel
zonnevlekken na een maximum. Veel geluk!
M42, 18/01/93, Wouter Krznaric', Newton f1000 115,
50x.
M35, 18/01/93, Wouter Krzanric', Newton f1000 115,
50x.
M45, 12/01/93, Wouter Krznaric', Newton f1000 115,
50x.
Download