Vragen naar Tel E-mail Famke Soenen / Koen Neyens 016-26 74 48 [email protected] / [email protected] Verslag Werkgroep sociale economie 20 februari 2017 Aanwezig: Riky De Bièvre (ACV), Leen Gilles (Dep. Werk en Sociale Economie), Sylvia Mazzarese (Stad Leuven), Sien Raskin (Provincie Vlaams-Brabant), Katlijn Tanghe (VDAB), Maarten Smeyers (IGO), Hilde De Wilde (Stad Diest), Jose Gonzalez (Stad Diest), Joël Vandeweyer (STORZO), Jo Uytterhoeven (GTB Vlaams-Brabant), Lieven Van Der Stock (SPIT), Jos Vandikkelen (Velo), Katlijn Willems (CBE Open School), Famke Soenen (ERSV Vlaams-Brabant), Koen Neyens (ERSV Vlaams-Brabant). Verontschuldigd: Johan Vervoort (ACV), Paul Stessens (De Kringwinkel Hageland), Sofie Vansweevelt (ACLVB), Martine Denys (Syntra AB Campus Leuven), Leen Geldof (VDAB), Gert Wollants (Stad Aarschot), Martine Vancamp (Stad Tienen), Babs Roex (Job-Link), Lien Eerdekens (Agentschap Integratie en Inburgering) 1. Goedkeuring verslag van 19 december 2016 Famke Soenen heet iedereen welkom en verontschuldigt de voorzitter. Enkele lopende acties worden teruggekoppeld. - Werkplekleren bij lokale besturen: een ad hoc overleg is gepland op 21 februari. - Dossier regierol IGO: de aanvraag werd ingediend. - Overleg activering vluchtelingen (8 februari): de moeilijkheden die OCMW’s ervaren, werden besproken. De VDAB zorgde voor een duidelijk overzicht van contactpersonen per regio en zal bij wijze van test gezamenlijke intakes doen bij OCMW Leuven. Een aandachtspunt is dat de sociale economie geen mogelijkheden heeft om te werken met vluchtelingen, omdat ze niet als officiële kansengroep erkend zijn. Sociale economie moet hier zelf oplossingen voor vinden, zoals Wonen en Werken dit binnen de WIJ! Trajecten heeft opgenomen. Sylvia Mazzarese meldt dat Stad Leuven een oproep verspreid heeft aan sociale economiepromotoren om voorstellen in te dienen (m.b.t. integrale trajecten, gezinshereniging, laaggeschoolde vluchtelingen). In Leuven gaat het over een 600 à 700 vluchtelingen, waarbij een grote groep laaggeschoolde mannen uit Syrië, Afghanistan en Somalië. In 2016 is ook een toename merkbaar van het aantal niet-EU onderdanen in de leefloongebruikers. Jos Vandikkelen pleit voor een statuut voor vluchtelingen en voor een coördinatie op Vlaams niveau. Het kan niet dat elke stad of gemeente dit zelf moet gaan invullen. Famke Soenen sluit deze bespreking af en geeft aan dat er hierover ook een terugkoppeling zal gebeuren op de Taskforce Spitsregio Leuven van 21 maart. Het verslag van de vorige vergadering wordt goedgekeurd. 2. Stand van zaken Taalent: screening van laagtaalvaardige anderstalige werkzoekenden ERSV Vlaams-Brabant VZW,• Provincieplein 1, 3010 Leuven Vragen naar Tel E-mail Famke Soenen / Koen Neyens 016-26 74 48 [email protected] / [email protected] Jo Uytterhoeven geeft toelichting bij de projecten van GTB / VDAB m.b.t. de uitwerking van de assessmentmodule Taalent voor laagtaalvaardige anderstaligen met een vermoeden van arbeidsbeperking. De presentatie wordt meegestuurd met het verslag. Vragen en opmerkingen: - Jose Gonzalez vraagt welke definitie van allochtonen hier gehanteerd wordt. Katlijn Tanghe verwijst naar volgende definitie bij de VDAB (zie ook https://www.vdab.be/cvs/kansengroepen.shtml): Personen van een allochtone origine: ieder dossier dat voldoet aan minimum één van onderstaande voorwaarden krijgt het label van kansengroep allochtonen: • een nationaliteit die niet behoort tot één van de landen van de Europese Unie of IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland; • een herkomst die niet behoort tot één van de landen van de Europese Unie of IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland. • De herkomst wordt bepaald aan de hand van de historiek van nationaliteiten uit de Kruispuntdatabank en gaat drie bewegingen terug. Voorbeelden ter verduidelijking: • Het dossier van iemand die zich vorig jaar heeft laten naturaliseren tot Belg maar voorheen Chinees was, wordt gelabeld als allochtoon. • Het dossier van iemand die door Belgische ouders geadopteerd geweest is als kind, maar voorheen de Chinese nationaliteit had, wordt gelabeld als allochtoon. • Het dossier van iemand die nu Belg is, voorheen Duitser, en daarvoor Turk was, wordt gelabeld als allochtoon. - Leen Gilles vraagt verduidelijking bij één van de vaststellingen uit het project, nl. dat de personen met vermoeden arbeidsbeperking beter gedetecteerd zouden worden in Leuven vergeleken met Halle-Vilvoorde. Jo legt uit hoe deze stelling onderbouwd wordt. Dit ligt o.a. aan de historiek van de dienst Gespecialiseerd Arbeidsonderzoek (GA), die beter uitgebouwd was in regio Leuven, zoals dit ook geldt voor algemene welzijnsdiensten (vb. in functie van dorverwijzing). Hierdoor is de detectie in regio Halle-Vilvoorde lager dan het Vlaams gemiddelde. - Jos Vandikkelen merkt op dat naast taal misschien ook cultuur een obstakel vormt voor de detectie van een arbeidshandicap. Hij vraagt welke taal tijdens het traject gesproken wordt. Tijdens het kennismakingsgesprek wordt alles ‘met handen en voeten’ duidelijk gemaakt of wordt indien nodig overgeschakeld naar Frans of Engels. Indien wenselijk kan een tolk ingeschakeld worden. Job-Link kon via het project Job-T een extra jobcoach (zelf van allochtone origine) aanwerven, die niet alleen de cliënten begeleidt maar ook de allochtone werkgevers benadert. - Koen Neyens vraagt of ook externe diensten zoals OCMW’s betrokken worden bij het multidisciplinair dossieroverleg? Jo legt uit dat dit voorlopig enkel de interne diensten zijn (GTB, VDAB NT2 en VDAB Dienst Arbeidsbeperking DABP). Hilde De Wilde vraagt of er enige samenwerking is met OCMW of CAW, omdat begeleidingstrajecten mogelijk parallel verlopen en beter gecoördineerd kunnen worden. Jose Gonzalez verwijst naar de screening die reeds bij andere organisaties gebeurt (vb. Arktos). Ook Riky De Bièvre stelt de vraag of de bijblijfdiensten van de vakbonden kunnen toeleiden. ERSV Vlaams-Brabant VZW,• Provincieplein 1, 3010 Leuven Vragen naar Tel E-mail Famke Soenen / Koen Neyens 016-26 74 48 [email protected] / [email protected] Jo zegt dat deze samenwerking aan bod komt op het multidisciplinair overleg. Katlijn Tanghe geeft aan dat het m.b.t. Taalent over kleine aantallen van begeleidingen gaat, gezien de tijdsintensieve trajecten. Jos Vandikkelen ziet nog een voordeel in intensievere samenwerking: het kan interessant zijn door te verwijzen vanuit sociale economie, vanuit vaststellingen of observaties op de werkvloer. - Sylvia Mazzarese vraagt toelichting bij de cijfers over het aantal deelnemers dat verder door GTB begeleid worden. Jo legt uit dat voor 17 van de 31 deelnemers de inschatting gebeurt dat gespecialiseerde begeleiding door GTB nodig is. De andere 14 kunnen door de VDAB zelf begeleid worden, o.a. in functie van toeleiding naar het Normaal Economisch Circuit (NEC) of een Beschutte Werkplaats (BW). De grafiek met titel ‘Bepaling‘ laat niet de resultaten van de begeleiding door GTB zien, maar wel de richting die bepaald wordt (vb. bij 9 van de 17 ziet men het NEC als een haalbare doelstelling). - Katlijn Willems vraagt hoe een taalgebonden screening zicht geeft op achterliggende problematiek? Katlijn Tanghe geeft aan dat de Taalent-module geactiveerd wordt als er een vermoeden is dat er verschillende oorzaken zijn waardoor een traject niet goed loopt, vb. als men vermoedt dat er een zwakke mentale begaafdheid of een fysiek probleem speelt. Door het intensieve traject wordt een betere inschatting van de problematiek gemaakt en wordt bepaald welke volgende stappen nodig zijn. Jose Gonzalez zegt dat de samenwerking met andere instanties ook belangrijk is zoals OCMW’s, Arktos, Obelisk, ... die ook anderstaligen begeleiden. Famke Soenen verwijst naar dezelfde knelpunten bij vluchtelingen in functie van oriëntering naar werk door Obelisk. Obelisk kan enkel anderstaligen oriënteren als er een bepaald niveau Nederlands is. Daardoor vallen een aantal mensen uit de boot. Als er een vermoeden van arbeidsbeperking is, kan men deze mensen laten screenen. Katlijn Tanghe vindt het een goed idee om Obelisk en andere partners te betrekken om eventueel mensen toe te leiden. Jo Uytterhoeven zegt dat momenteel er enkel sessies in Halle-Vilvoorde lopen, zodat de partners in Leuven nog niet betrokken zijn. In Leuven start er een proefsessie in oktober 2017. Heel de screeningsmodule is trouwens gebaseerd op een tool die OCMW Leuven gebruikt. - Leen Gilles vraagt of de aanpak lukt, o.a. met bijna 40 % Nederlandsonkundigen in regio Halle-Vilvoorde? Jo verwijst naar de taalwetgeving als uitdaging (in principe mag VDAB geen taalscreening doen in een andere taal dan NL) en naar het zoekproces dat GTB en VDAB doorlopen. Jos Vandikkelen merkt op dat via Taalent eigenlijk een omweg maakt om hetzelfde doel te bereiken, nl. om mensen zonder taalniveau 1.2 toch niet uit te sluiten. - Lieven Van Der Stock vindt het niet kunnen dat mensen met een taalachterstand de facto niet meer worden toegeleid naar de sociale economie omwille van die taalvereiste. VDAB mag niet screenen vóór taalniveau 1.2. Als taal enige obstakel is, geraakt men niet in sociale economie. De sociale economie doet inspanningen om werknemers 20 à 25 % van hun werktijd vrij te stellen voor taallessen, ook bijv. voor vluchtelingen. Het is een gemiste kans dat de VDAB de opportuniteit niet neemt om deze groep te ondersteunen en dat tijdelijke trajecten binnen sociale economie niet kunnen. ERSV Vlaams-Brabant VZW,• Provincieplein 1, 3010 Leuven Vragen naar Tel E-mail Famke Soenen / Koen Neyens 016-26 74 48 [email protected] / [email protected] Jos Vandikkelen vult aan dat er nu reeds een grote ervaring is bij de trajectbegeleiders van sociale economie en OCMW m.b.t. het disfunctioneren van personen op de werkvloer (vb. omwille van trauma’s) getriggerd door bepaalde omstandigheden. Hilde De Wilde verwijst naar de expertise van Solentra op vlak van jongeren en trauma’s. OCMW Diest werkt al met deze organisatie samen. Jo antwoordt hierop dat het bedoeling is om een netwerk van stageplaatsen voor taaltrajecten uit te bouwen. - Jose Gonzalez merkt n.a.v. de VDAB-definitie van allochtonen op dat veel van de personen met een migratie-achtergrond van de 2de en 3de generatie ook nog nood hebben aan ondersteuning. De cijfers zijn een onderschatting. Werkgevers maken helaas ook soms misbruik van taal als excuus om mensen niet aan te werven. Jo beaamt dat taal dikwijls een grotere handicap is dan een arbeidsbeperking. - Lieven Van Der Stock geeft aan dat hij het concept van de participatieladder problematisch vindt vanuit een visie op volwaardige inclusieve samenleving. Je moet maar op de onderste trede staan. Hij suggereert het gebruik van een wiel. Jo zegt dat ook de gebruikersorganisaties deze opmerking geven. Famke dankt Jo voor de toelichting. 3. Acties provincie Vlaams-Brabant op vlak van sociale economie voorjaar 2017 Sien Raskin geeft toelichting bij de provinciale acties ter promotie van de sociale economie. Ze gaat in op de resultaten van het marktonderzoek. Ze beschrijft ook de 3 grote lijnen van het promotieplan: een label voor sociale economie, stimuleren van cross selling en de matching van vraag en aanbod. Het derde luik behelst vooral de organisatie van het event ‘Meet your supplier’. Verder komt het parlementair werkbezoek aan arbeidszorginitiatieven nog aan bod. De presentatie wordt meegestuurd met het verslag. Vragen en bespreking: - Hilde De Wilde vraagt zich bij de geplande actie voor een label af of bedrijven hiervoor staan te springen om deze koppeling te maken? Ze pleit ervoor hen de keuze te laten. Sien antwoordt dat er volgens de koepel In|C heel wat potentiëel is bij bedrijven. De bedoeling is alleszins om dit in een pilootproject eerst uit te testen. Volgens Lieven Van Der Stock leeft dit idee momenteel toch zeer sterk en zijn er verschillende dynamieken gaande. Zo is er een gelijkaardige oefening bij de kringwinkels om een keurmerk in het leven te roepen. Er is ook een toenadering tussen Komosie (koepel van de kringwinkels) en SST (werkgeversfederatie Samenwerkingsverband Sociale Tewerkstelling). Lieven geeft ook aan dat In|C tegen de zomer ophoudt te bestaan. - Jose Gonzalez vindt het verhaal van een label zeer boeiend en ambitieus. Het succes hiervan zal volgens hem ook afhangen van de reactie van de burger die het al dan niet als meerwaarde beschouwt dat bedrijven samenwerken met de sociale economie. In Diest werkt men met een prijs voor ondernemingen die openstaan voor werknemers met een handicap. Dit is ook een vorm van erkenning. Sien geeft aan dat het in het actieplan voorlopig enkel een verhaal van sociale economie en bedrijven is. ERSV Vlaams-Brabant VZW,• Provincieplein 1, 3010 Leuven Vragen naar Tel E-mail Famke Soenen / Koen Neyens 016-26 74 48 [email protected] / [email protected] Lieven Van Der Stock merkt op dat dit ook past binnen het brede verhaal van de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s), waarvoor momenteel actieplannen worden opgemaakt. Deze dynamiek vertrekt vanuit de premisse dat de burger dit binnen een aantal jaren ook belangrijk zal vinden. - Hilde De Wilde vraagt of Groep Maatwerk ook betrokken is ? Sien zegt dat er overleg is met SST en Groep Maatwerk. Het ‘Meet your supplier’ event zal plaatsvinden in Grimbergen op 19 juni 2017 en in Leuven op 26 juni 2017. Bedrijven kunnen speeddates boeken met sociale economie organisaties. Op deze manier geraken bedrijven meer vertrouwd met de dienstverlening van sociale economie. Sien nodigt iedereen uit om deel te nemen aan één van de volgende vergaderingen: - de open vergadering van de stuurgroep promotie op 10 maart 2017 in functie van het promotieplan; - de vergadering van het MVO-platform op 6 maart 2017 (in functie van ‘Meet your supplier’). Wie interesse heeft, meldt dit aan [email protected]. Famke dankt Sien voor de presentatie. 4. Varia Sylvia kondigt aan dat Stad Leuven in de kerstperiode een pop-up vanuit de sociale economie wil organiseren, i.s.m. provincie en Taskforce Spitsregio Leuven. Suggesties zijn welkom bij [email protected]. 5. Afsluiting en data volgende vergaderingen Famke dankt iedereen voor de aanwezigheid. De volgende vergaderingen zijn gepland op: - 24 april 2017 (10 uur) - 19 juni 2017 (10 uur) ERSV Vlaams-Brabant VZW,• Provincieplein 1, 3010 Leuven