bijspijkercursus wiskunde voor psychologiestudenten bijeenkomst 9 de normale verdeling (niet in [PW]) vorige week: kansrekening de uitkomstvariabele was bijna altijd discreet alleen gehele waarden • • aantal keer een vijf gooien met een dobbelsteen aantal rode knikkers bij knikkers trekken uit een vaas er zijn ook continue uitkomstvariabelen alle waarden mogen, ook kommagetallen • • wat is de kans dat een pak koffie een gewicht van minimaal 490,5 gram heeft? → gewicht wat is de kans dat een man kleiner is dan 175 cm? → lengte Hoe berekenen we deze kansen? wiskundecursus 2011 – bijeenkomst 9 een bijzondere kansverdeling de normale verdeling continue uitkomstvariabelen (zoals lengte en gewicht) volgen soms een bijzondere kansverdeling: de normale verdeling NB. het moet altijd gegeven zijn of de normale verdeling geldt!! de normale verdeling wordt door twee parameters gekarakteriseerd karakteriserende getallen • • het gemiddelde μ [‘mu’] de standaarddeviatie σ [‘sigma’] wiskundecursus 2011 – bijeenkomst 9 eigenschappen normale verdeling, bv. lengte mannen (in cm) normaal verdeeld met gemiddelde 180 en standaarddev 10 0.5 σ = 10 0.4 klokvormig symmetrisch rondom gemiddelde smalheid wordt bepaald door σ oppervlakte links van grens = kans op waarneming < grens oppervlakte onder gehele curve = 1 0.3 0.2 0.1 0 150 160 170 P (man kleiner dan 165 cm) = .0668 180 190 200 gemiddelde 210 wiskundecursus 2011 – bijeenkomst 9 opgaven normale verdeling hebben een vast stramien: er zijn vier ‘getallen’ 1. gemiddelde 0.4 2. standaarddeviatie 0.3 3. grenswaarde(s) 4. kans (oppervlakte) 0.5 σ = 10 0.2 er zijn er altijd 3 gegeven, en de 4e moet je berekenen 0.1 0 150 160 170 P (man kleiner dan 165 cm) = .0668 180 190 200 gemiddelde 210 teken altijd een plaatje met alles wat je weet wiskundecursus 2011 – bijeenkomst 9 de standaardnormale verdeling een bijzondere normale verdeling is de standaardnormale verdeling (z-scores) • • gemiddelde = 0 standaarddeviatie = 1 want hiervan hebben we een tabel, met voor elke z-score • • de oppervlakte links van de lijn oftewel, kans op waarde kleiner dan z: P (Z < z) 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0 -3 -2 -1 0 1 2 3 bv. z = -1,50 opzoeken levert P (z < -1,50) = 0,0668 wiskundecursus 2011 – bijeenkomst 9 2e decimaal 1e decimaal de standaardnormale verdeling wiskundecursus 2011 – bijeenkomst 9 alternatief voor de z-tabel: de GR Texas Instruments: normalcdf • • [2nd] [VARS] optie 2 normalcdf (linkergrens, rechtergrens, μ, σ) vb. normalcdf ( -999999, -1.50, 0, 1) = 0,0668 we hebben geen linkergrens, dus neem een heel negatief getal CASIO: NCD 0.5 • 0.4 [STAT] > [DIST] > [NORM] > NCD • [lower]: linkergrens -999999 [upper]: rechtergrens -1.50 [μ]: 0 [σ]: 1 [CALC] of [EXE] 0.3 0.2 0.1 0 -3 wiskundecursus 2011 – bijeenkomst 9 -2 -1 0 1 2 3 geval 1: berekenen kans (μ, σ en grenswaarde bekend) wat is de kans op een z kleiner dan 0,50? • wat is de kans op een z groter dan 0,50? • P (z < 0,50) P (z > 0,50) wat is de kans op een z tussen -1,00 en 0,50? • P (-1,00 < z < 0,50) wiskundecursus 2011 – bijeenkomst 9 geval 2: berekenen grenswaarde (μ, σ en kans bekend) 0.5 gegeven is: de kans op een waarde kleiner dan een bepaalde z-score is 0,40. wat is dan die z-score (grenswaarde)? de z-tabel omgekeerd ‘bewandelen’ z = -0,25 0.4 0.3 0.2 0.1 0,40 0 -3 -2 -1 0 1 2 3 ? wiskundecursus 2011 – bijeenkomst 9 2e decimaal 1e decimaal de standaardnormale verdeling wiskundecursus 2011 – bijeenkomst 9 berekenen grenswaarde met de GR Texas Instruments: invNorm • • [2nd] [VARS] optie 3 invNorm (kans, μ, σ) vb. invNorm (0.40, 0, 1) = -0.25 kans die je invoert: altijd links van de lijn (kans op waarde kleiner dan z) 0.5 CASIO: invN • [STAT] > [DIST] > [NORM] > invN • 0.4 [Area]: kans 0.40 [σ]: 1 [μ]: 0 [CALC] of [EXE] 0.3 0.2 0.1 0 -3 wiskundecursus 2011 – bijeenkomst 9 -2 -1 0 1 2 3 geval 2: berekenen grenswaarde (μ, σ en kans bekend) de kans op een waarde kleiner dan onbekende z-score is 0,70: wat is die z-score? • de kans op een waarde groter dan onbekende z-score is 0,40: wat is die z-score? • P (z < ?) = 0,70 wat is ? P (z > ?) = 0,40 wat is ? de kans op een waarde tussen -1,00 en een onbekende zscore is 0,50: wat is die z-score? • P (-1,00 < z < ?) = 0,50 wat is ? wiskundecursus 2011 – bijeenkomst 9 oefenopgaven standaardnormale verdeling NB. Nog niet van toepassing bij standaardnormale verdeling: • • geval 3: berekenen μ geval 4: berekenen σ opgaven 1 t/m 4 wiskundecursus 2011 – bijeenkomst 9 nu weer terug naar betekenisvolle variabelen lengte man: normaal verdeeld met gemiddelde 180 cm en standaarddev 10 cm wat is de kans dat 0.5 σ = 10 een willekeurige 0.4 man kleiner is dan 165 cm? 0.3 0.2 0.1 0 150 160 170 P (man kleiner dan 165 cm) = ?? 180 190 200 210 de truc: standaardiseren (omzetten naar een z-score) gemiddelde wiskundecursus 2011 – bijeenkomst 9 standaardiseren: omzetten naar z-score formule: z= 0.5 x−µ 0.4 σ 0.3 in het voorbeeld: 165 − 180 z= = −1,50 10 0.2 0.1 0 150 160 170 180 190 200 P (z < -1,50) = 0,0668 dus kans man kleiner dan 165 cm is 0,0668 [=6,7%] z = -1,50 wiskundecursus 2011 – bijeenkomst 9 210 berekenen kans met de GR voor elke normale verdeling Standaardiseren in principe niet nodig Texas Instruments: normalcdf • • [2nd] [VARS] optie 2 normalcdf (linkergrens, rechtergrens, μ, σ) vb. normalcdf ( -999999, 165, 180, 10) = 0,0668 CASIO: NCD 0.5 • [STAT] > [DIST] > [NORM] > NCD 0.4 [lower]: linkergrens -999999 [upper]: rechtergrens 165 [μ]: 180 [σ]: 10 0.3 • 0.2 0.1 0 150 [CALC] of [EXE] wiskundecursus 2011 – bijeenkomst 9 160 170 180 190 200 210 geval 2: berekenen grenswaarde (μ, σ en kans bekend) Henk weet dat 40% van de mannen kleiner is dan hij. Hoe lang is Henk? zoek de z-waarde op waarvoor geldt: P (z < ?) = 0,40 z = -0,25 pas formule toe en vul in wat je weet x − µ x − 180 z= σ = 10 0.5 σ = 10 0.4 0.3 0.2 0,40 0.1 0 150 160 stel dit gelijk aan berekende z = -0,25 bereken x = 177,5 dus Henk is 177,5 cm lang x − 180 = −0,25 10 wiskundecursus 2011 – bijeenkomst 9 170 180 190 200 210 berekenen grenswaarde met de GR Standaardiseren in principe niet nodig Texas Instruments: invNorm • • [2nd] [VARS] optie 3 invNorm (kans, μ, σ) vb. invNorm (0.40, 180, 10) = 177.5 0.5 CASIO: NCD 0.4 • 0.3 [STAT] > [DIST] > [NORM] > invN • [Area]: kans 0.40 [μ]: 180 [σ]: 10 [CALC] of [EXE] 0.2 0.1 0 150 160 wiskundecursus 2011 – bijeenkomst 9 170 180 190 200 210 geval 3: berekenen gemiddelde (grenswaarde, σ en kans bekend) Gewicht is normaal verdeeld met een standaardafwijking van 4,2 kg. 80% van de vrouwen is lichter dan 75 kg. Wat is dan het gemiddelde? zoek de z-waarde op waarvoor geldt: P (z < ?) = 0,80 z = 0,8416 σ = 4,2 0.4 pas formule toe en vul in wat je weet z= 0.5 x−µ σ 75 − µ = 4 ,2 0.3 0.2 stel dit gelijk aan opgezochte z = 0,8416 0.1 75 − µ = 0,8416 4 ,2 0 0,80 μ = ? 75 bereken μ = 71,5 dus gemiddelde gewicht is 71,5 kg. wiskundecursus 2011 – bijeenkomst 9 geval 4: berekenen standaarddev (μ, grenswaarde en kans bekend) Lengte van vrouwen is normaal verdeeld met gemiddelde 176 cm. 45% van de vrouwen is langer dan 177,5 cm. Wat is σ? zoek de z-waarde op waarvoor geldt: P (z < ?) = 1-0,45 = 0,55 (!) z = 0,1257 0.5 σ=? 0.4 pas formule toe en vul in wat je weet z= x−µ σ = 177,5 − 176 σ 0.3 = 1,5 σ stel dit gelijk aan opgezochte z = 0,1257 1,5 σ = 0,1257 0.2 0.1 0,45 0 bereken σ = 11,9 dus standaarddeviatie is 11,9 cm wiskundecursus 2011 – bijeenkomst 9 176 177,5 opgaven • 5 t/m 10 wiskundecursus 2011 – bijeenkomst 9