De uitdaging kent geen grenzen Prof.dr.ir. J.T. Fokkema Dames en heren, Allereerst wil ik de faculteiten Bouwkunde en Elektro-techniek feliciteren met hun 100-jarige bestaan. Uw onderzoek en uw ontwerpen leveren al een eeuw een goede bijdrage aan de reputatie van de TU Delft. In deze diesrede wil ik ook even stilstaan bij Albert Einstein. Dit jaar (2005) is het honderd jaar geleden dat hij zijn belangrijkste artikelen het licht deed zien. Terwijl overal wetenschappers zwoegden om hun wetenschap een stapje verder te brengen, ontwikkelde een medewerker van een patent bureau in het Zwiterse Bern in korte tijd verschillende opzienbarende wetenschappelijke theorieën. 1 Ik vind dat nog steeds ongelofelijk van Einstein. Zijn topjaar was absoluut 1905. In dat jaar publiceerde hij zijn beroemde artikel over de relativiteitstheorie. Hierin signaleert hij voor het eerst dat voor een object, dat ten opzichte van ons zeer snel beweegt, de tijd trager verloopt dan voor ons zelf. Dat jaar kwam Einstein met meer opmerkelijke artikelen. Hij opperde ook als eerste dat licht bestaat uit pakketjes straling (lichtquanta). Ook toonde hij in een ander artikel aan dat de beweging van kleine deeltjes in een vloeistof het gevolg zijn van de warmte-energie van de moleculen. En daarnaast promoveerde Einstein ook nog in 1905 aan de universiteit van Zürich op een nieuwe methode om de afmetingen van moleculen te bepalen. Dames en heren, Einstein te evenaren is onmogelijk. Alleen al omdat de huidige wetenschap en maatschappij sterk verschillen met die van honderd jaar geleden.De maatschappij is niet langer aangenaam verrast door onze vindingen maar eist ze juist van ons. Onze vindingen moeten zorgen voor het uitbannen van ziekten, het oplossen van milieuvraagstukken en het bevorderen van de veiligheid. En dan moeten al die vindingen ook nog bijdragen aan de economische groei. 2 Soms heb ik met dat laatste aspect wat moeite. Stagneert de economie dan wordt er direct naar de wetenschap gekeken of we niet wat producten kunnen ontwikkelen om de economische groei weer op peil te brengen. Het spijt me heren en dames politici: innovaties zijn niet op bestelling verkrijgbaar. 3 Natuurlijk zijn innovaties wel te sturen. De wetenschap heeft een ander karakter dan die van honderd jaar geleden en dat betekent dat sturing op een andere wijze dient plaats te vinden. Het tijdperk van de eenzame uitvinder heeft plaatsgemaakt voor het multidisciplinaire team. Daar zal ik straks nog op ingaan. Eerst wil ik even stilstaan bij het doel van techniek en de bijbehorende risico’s. Hierbij wil ik nog even terugvallen op Einstein. In 1931 zei hij het volgende over techniek: Concern for man himself and his fate must always form the chief interest for all technical endeavors. (….) In order that the creations of our minds shall be a blessing and not a curse for mankind. Never forget that in the midst of your diagrams and equations. Einstein was van mening dat de techniek het leven van mensen diende te verbeteren. En ik denk dat velen met hem die opvatting delen. Aan de andere kant is het natuurlijk tragisch om te bedenken dat mede dankzij het werk van Einstein de atoombom tot stand kwam. 4 Dit schetst echter het dilemma waar we als technici regelmatig mee geconfronteerd worden. Al zijn onze bedoelingen nog zo goed, wij zijn natuurlijk niet de enigen die gaan over de toepassing. Einstein wilde nooit een atoombom bouwen, maar door zijn intellectuele nieuwsgierigheid droeg hij er wel aan bij dat die er kwam. Ook al is het doel van ingenieurs het leven van mensen te verbeteren, we zullen eveneens moeten accepteren dat we daar soms niet helemaal in slagen. Dat is echter geen reden om niets te doen. Integendeel, want niets doen houdt ook een risico in. Dankzij medische apparatuur en medicijnen zijn een veel gezondheidsgevaren van mensen weg-genomen. Aan de andere kant houdt het gebruik van sommige apparatuur of medicijnen weer een ander risico in. Het is terecht dat erop gewezen wordt. Overigens heeft de mens een merkwaardige houding tegenover risico. Dat bemerkte prof. Bosch, onze hoogleraar Ondergronds Bouwen. Hij is betrokken bij de Noord-Zuid lijn in Amsterdam, een complex bouwproject midden in de stad. Dit project brengt natuurlijk de nodige risico’s met zich mee en daarom besteden ontwerpers en uitvoerders veel aandacht aan dit aspect. Om de risico’s zoveel mogelijk in 5 kaart te brengen wordt er gebruik gemaakt van een uiterst geavanceerd monitoringsysteem. Het merkwaardige is dat door gebruikmaking van dit systeem in de buitenwereld de indruk ontstond dat het wel om een heel gevaarlijk project moest gaan. Dit had het vervelende gevolg, dat het op reguliere wijze verzekeren van het bouwwerk zelfs niet meer mogelijk bleek. Als ingenieurs moeten we er dus rekening mee houden dat als wij zorgvuldig met risico’s omgaan, wij het risico lopen dat het publiek juist banger wordt. Soms denk ik wel eens: de wereld wil bedrogen worden. Dames en heren, Deze tijd stelt hoge eisen aan ingenieurs. Aan de andere kant vind ik dat we hierover ook niet te verongelijkt moeten doen. Deze eisen kunnen ons ook over onze wetenschappelijke grenzen heen duwen. Ik kan mij daarom heel goed vinden in het motto van Delft Research Centres. ‘If demands of the past have brought us this far, where will the demands of the future take us ……. 6 Voor innovaties of wetenschappelijke ontdekkingen zijn natuurlijk geen kant en klaar recepten te geven. Wel zijn er omstandigheden te creëren waarbinnen innovaties meer kans van slagen hebben. Zoals ik zojuist opmerkte is ook de wetenschap zelf veranderd. Ik heb de Diesrede de titel meegegeven ‘De uitdaging kent geen grenzen’, om te illustreren dat de toekomst zit in multidisciplinaire samenwerking. Ik ben er voorstander van dat er grensoverschrijdend wordt gewerkt: binnen de TU Delft, maar ook daar buiten en dat eveneens de barrières met andere wetenschappen geslecht worden. 7 De Royal Academy of Engineering constateert dat de ingenieurspraktijk in toenemende mate multi-disciplinair wordt. Ingenieurs houden zich steeds minder bezig met het ontwikkelen van objecten en meer met het ontwerpen van processen en systemen. Kennis is niet meer gericht op het uiteenrafelen van elementen maar op het ontwikkelen van nieuwe complexe technologie. De Delft Research Centres zijn een eerste belangrijke stap naar die multi-disciplinaire benadering. Hierin werken verschillende wetenschappelijke disciplines samen aan diverse thema’s. Deze multi-disciplinaire aanpak moet de ontwikkeling van nieuwe innovatieve technologie stimuleren. Een van de centres heeft bijvoorbeeld als thema energie. Diverse scenario’s voorspellen dat over afzienbare tijd een deel van de behoefte aan energie komt uit biomassa, zon- en windenergie. Wil het echter zover, komen dan moeten er nog vele technische hobbels worden genomen. Het Research Centre Sustainable Energy gaat de komende jaren zich inzetten om aantal van de technische belemmeringen weg te nemen. Dames en heren, 8 Het is natuurlijk niet zo dat multi-disciplinair werken iets totaal nieuws is. Binnen onze universiteit wordt al op creatieve manieren samengewerkt en dat levert opmerkelijke resultaten op. Neem bijvoorbeeld het magnetisch aanmeren; een idee van een student Civiele Techniek. Dit is een alternatief voor het klassieke aanmeren met trossen en touwen. Deze student heeft samen met de hoofddocent de heer Verweij bij de faculteit EWI, de havenmagneet ontwikkeld. Vooral bij de verticale bewegingen van het schip zoals bij laden en lossen bewijst, de magneet zijn verdiensten. Je zet even de magneet uit en stelt de positie van het schip bij. 9 Een andere bijzondere multi-disciplinaire aanpak is die tussen de vakgroep Fotogrammetrie van de faculteit L&R en studenten van Bouwkunde. Ze hadden als opdracht om de maquette Maison d’Artiste te reconstrueren. Hiervan waren alleen nog maar foto’s overgebleven. Om de juiste afmetingen te kunnen achterhalen hebben ze zich gewend tot de heer Van den Heuvel. Dankzij de ervaring van Fotogrammetrie met het verkrijgen van driedimensionale informatie van foto’s, waren de bouwkundestudenten in staat om de afmetingen van Maision d’Artiste af te leiden. Het eindresultaat is te bewonderen bij de faculteit Bouwkunde. Kortom: beste collega-hoogleraren laat deze voorbeelden u inspireren tot bijzondere vormen van samenwerking. 10 Hijs uw toga’s op en klim over de ‘mentale’ schuttingen die staan tussen de faculteiten. De toekomst van de techniek heeft baat bij breed gedragen teamwerk. Ga daarom eens technisch buurten bij een andere faculteit. Dames en heren. Multi-disciplinair werken, betekent eveneens de grenzen van de TU Delft overgaan. Ook dat gebeurt al. Menig wetenschapper en faculteit heeft al een samenwerkings-verband met het bedrijfsleven of kennisinstituut. Samenwerking met het bedrijfsleven richt zich vaak op de grotere bedrijven. Het is zaak dat de TU Delft ook het midden- en kleinbedrijf hierbij niet vergeet. Er zit wel iets in hun klacht. Daarom vind ik het des leuker dat vanuit de faculteit EWI geprobeerd wordt de banden met het MKB aan te halen. Er is een samenwerking gestart tussen ICT-bedrijven uit de MKB-sector en TUD-ers actief op dit terrein. 11 Deze groepen zijn al verschillende keren bijeen geweest en er is gesproken over thema’s als: • commerciële doorontwikkeling van kennis binnen de TU Delft; • het gezamenlijk opzetten van innovatieve onderzoeks-projecten, Maar ook bij de grenzen van Nederland houdt de samenwerking niet op. Binnen Europa is de TU Delft daarom actief in de Idea League. Doel hiervan is niet alleen om samenwerking op onderzoeksgebied te realiseren maar ook om onze studenten makkelijker in het buitenland kunnen studeren. Een ander interessant internationaal initiatief is het roulerende college: De European Mining Course. Hierbij volgen studenten uit Aken, Helsinki en Delft samen colleges in alledrie de steden. Door het samenvoegen van de studenten van drie universiteiten kun je een kleine faculteit vitaler en levensvatbaarder maken. Daarnaast krijgen studenten inzicht in het reilen en zeilen van buitenlandse universiteiten. De voormalige Europese commissaris Phillippe Busquin pleitte ervoor dat wetenschappers meer zouden gaan samenwerken op Europees niveau. Zijn motivatie is,dat dit het antwoord moet zijn op de wetenschappelijke concurrentie uit de Verenigde Staten. Natuurlijk ben ik een voorstander van meer Europese samenwerking maar dat betekent voor mij niet dat per definitie de Verenigde Staten wordt uitgesloten. Wetenschap is een internationaal gebeuren en het past niet om bij voorbaat een land of werelddeel alleen als concurrent te zien. 12 Een goede illustratie van de Nederlands/Amerikaanse samenwerking is het Kavli Institute of Nanoscience Delft. De TU Delft heeft als enige Europese universiteit van de Kavli Foundation van de philantroop Fred Kavli, een schenking van 7,5 miljoen dollar gekregen. Net als bijvoorbeeld universiteiten als Yale, Santa Barbara, Calltech en Standford. Het rendement van de schenking mogen we inzetten voor het onderzoek naar de mogelijkheden van de quantumcomputer. 13 De groep van prof. Mooij onderzoekt de geschiktheid van de zogeheten quantumdot waarmee elektronen kunnen worden gemanipuleerd. Deze Amerikaanse schenking is niet alleen een belangrijke impuls voor het onderzoek maar ook een compliment voor het onderzoeksniveau van de TU Delft. Dames en heren, 14 Er is nog één grens die ik niet heb behandeld: die tussen alfa, gamma en bètavakken. Ingenieurs wordt nogal eens verweten dat we niet verder kijken dan onze technische neus lang is. Eerlijk gezegd vind ik dat altijd een lastig verwijt. Mijn ervaring is dat ingenieurs meer weten van cultuur dan ‘alfa’s’ van techniek. Zo kennen we sinds enkele jaren het Gastschrijverschap bij de TU Delft. Dat blijkt een uitstekende brug te zijn tussen de alfa en bètawereld. In 2004 heeft de schrijfster Nelleke Noordervliet onze studenten en medewerkers via lezingen en een masterclass laten kennismaken met een heel andere visie op een stad als Rotterdam. 15 De nieuwe gastschrijver is Arnon Grunberg en ik twijfel er niet aan dat hij ons ook met een eigenzinnige visie op techniek zal confronteren. Het is nu wachten op een Letterenfaculteit die een ingenieur uitnodigt om kennis te maken met de wereld achter de werktuigbouw of natuurkunde. En hoeveel studenten Nederlands er aan zo’n college zullen deelnemen… 16 Daarnaast hebben we een faculteit als Techniek, Bestuur en Management binnen onze muren die ‘de harde technieken’ enigszins de weg wijst door het bestuurlijke en politieke moeras. De faculteit heeft bijvoorbeeld een belangrijke rol gespeeld in de onderzoekscommissie die de besluitvorming en uitvoering onderzocht van de Betuweroute en de HSL-Zuid. De decaan van deze faculteit, prof. Priemus, coördineerde dit onderzoek. Hij werd daarbij bijgestaan door zijn hoogleraren Ten Heuvelhof, De Bruijn en Van Wee en de stafleden van deze faculteit. Dit multi-disciplinaire onderzoek omvatte een breed spectrum van wetenschappen. Er is gekeken naar technische aspecten zoals voertuigtechnologie en tunneltechniek, maar ook naar alfa- en gamma aspecten zoals politiek besluitvorming, het management van grote projecten en kostenbeheersing. Aan de hand van dit onderzoek is een nieuw toetsingskader ontworpen. Hiermee moet het kabinet en de Tweede Kamer in de toekomst meer grip kunnen krijgen op grote infrastructureleprojecten. Toch denk ik wel dat we iets te weinig gebruik maken van alfa- en gammakennis voor onze technische vindingen. Het wantrouwen van de consumenten belemmert bijvoorbeeld 17 de biotechnologie op diverse fronten. Verzet tegen deze nieuwe technieken ontstaan omdat deze te abstract blijven. Wil je mensen voor techniek winnen, dan moet je deze een ‘begrijpelijker en menselijker’ gezicht geven. Een faculteit als Industrieel Ontwerpen staat bijvoorbeeld veel dichterbij de consument dan een hoogleraar afkomstig uit de harde techniek. Industrieel ontwerpers worden erin getraind gevoel voor de consument te hebben. IO-studenten vallen bij ontwerp-wedstrijden regelmatig in de prijzen. Dit jaar komt de Hema bijvoorbeeld met een nieuw servies, ontworpen door een Delftse IO-student. Dames en heren, Het college van bestuur beseft dat de bevordering van de multi-disciplinaire aanpak TU breed gesteund moet worden. In dat opzicht zijn wij bevoorrecht met een zeer vooruitstrevende bibliotheek. De TU Delft bibliotheek werkt aan het ontwikkelen van virtuele kenniscentra voor alle vakgebieden. Elk kenniscentrum bevat een overzicht van de experts, databases en elektronische 18 tijdschriften van een vakgebied. Eveneens heeft het een platform waarop geïnteresseerden – ook van andere vakgebieden – kunnen discussiëren over diverse onderwerpen. Daarnaast is de TU Delft ook begonnen met een gericht beleid van het aantrekken van meer vrouwelijke wetenschappers. Behalve dat wij de scheve verhouding tussen de seksen willen aanpakken, verwachten wij ook dat vrouwen een bijdrage kunnen leveren aan de grensoverschrijdende benadering. Uit onderzoeken blijkt namelijk dat vrouwen meer dan mannen geneigd zijn om samenwerking met anderen te zoeken. Maar het onderwijs is natuurlijk de belangrijkste voorwaarde om multi-disciplinair denken en werken te ontwikkelen. Persoonlijk denk ik dat grootschalige hoorcolleges hun langste tijd hebben gehad. De toekomst ligt in het projectonderwijs waarin studenten gezamenlijk een probleem oplossen. Alleen als wij deze vorm van onderwijs grootschalig willen realiseren, dan moet het Innovatieplatform laten zien dat zij werkelijk de innovatie wil bevorderen. Dat betekent: meer investeren in het onderwijs en in eigentijdse onderwijsvormen. Ik wil hier ook mijn bewondering voor onze studenten uitspreken. Geregeld blijkt uit studenteninitiatieven dat zij de waarde van een gezamenlijke aanpak feilloos aanvoelen. De NUNA, een auto voortgedreven op zonne-energie, is een van de bekendste voorbeelden. 19 Maar er zijn er nog meer zoals het Formula Student Team, dat bestaat uit studenten van verschillende faculteiten. Het team behaalt regelmatig goede resultaten bij de jaarlijkse Formula Student-ontwerpwedstrijd in Engeland. 20 Daarnaast wonnen onze studenten met een vliegtuigontwerp genaamd Firefly de derde prijs in de prestigieuze wedstrijd van het American Institute of Aeronautics and Astronatics. Dankzij hen werd de TU Delft de eerste Europese universiteit die in prijzen viel bij deze wedstrijd. 21 En dit jaar wisten de zeilers van Delft Challenge een eigenaar van een snelle wedstrijdboot, over te halen om de boot aan hen uit te lenen. Bovendien wisten ze ook nog voldoende sponsorgeld te verzamelen zodat ze mee konden doen aan de Tour de France à Voile. En deze eerste keer eindigde ons team als zesde. Dames en heren, 22 Ik zou nog talloze voorbeelden kunnen noemen van multi-disciplinaire initiatieven van wetenschappers of studenten. De Delft Research Centres zijn daarom opgezet als een open groeimodel. Onderzoek dat nog niet een plaats heeft in deze Centres kan zich in principe bij een van hen aansluiten. De eis is wel dat het onderzoek maatschappelijk relevant is en van excellente kwaliteit. Delft Research Centres zijn belangrijk omdat we echt serieus werk moeten gaan maken van de nieuwe weten-schappelijke aanpak en de dialoog met de maatschappij. Ik vind dat we daar net op tijd mee van start zijn gegaan. Uitgangspunt bij de Delft Research Centres is het stellen van de ‘If-question’ oftewel de ‘als’ vraag. Als we straks duurzame energie willen hebben moeten we nu technologieën ontwikkelen om die mogelijk te maken. Die ‘als-vraag’ moeten we als startpunt hanteren voor onze wetenschappelijke aanpak. Als vooraf is beter dan als achteraf. 23 Ik dank u voor uw aandacht. 24