Beleidsregels Overgangsregeling passende huur 2016 De doelgroep en de groepskenmerken: Amsterdammers met een langdurig laag inkomen die een woning bewonen en op de krappe lokale woningmarkt geen woning met een bij hun inkomen passende huur kunnen betrekken en daardoor langdurig met de aftoppingsgrens van de Huurtoeslag te maken hebben. Deze regeling geldt eenmalig en geldt uitsluitend voor de periode 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016. Begripsbepalingen Aftoppingsgrens: de grens zoals bedoeld in artikel 20 van de Wet op de Huurtoeslag, waarboven huurders minder of geen huurtoeslag ontvangen; Woning: Huurwoning waarvoor door de huurder huurtoeslag wordt ontvangen, met een huur boven de aftoppingsgrens; Huur: de rekenhuur zoals bedoeld in artikel 5 van de Wet op de Huurtoeslag; Huurder: de persoon zoals bedoeld in artikel 1, onder c. van de Wet op de Huurtoeslag; Huurtoeslaggrens: de grens zoals bedoeld in artikel 13 van de Wet op de Huurtoeslag. De overige begrippen in deze regeling worden in dezelfde betekenis gehanteerd als in de Participatiewet. Voorwaarden • Een huurwoning bewonen met een huur boven de aftoppingsgrens en in de jaren 2014, 2015 en 2016 over een inkomen op of onder de grens van 120% van het Wettelijk Sociaal Minimum hebben beschikt; • Een geldige huurovereenkomst voor de woning hebben met een maandelijkse huurprijs die boven de toepasselijke aftoppingsgrens ligt en beneden de huurtoeslaggrens; • Ingeschreven op het adres van de woning in de Basisregistratie Personen van de gemeente Amsterdam; • In afwijking van de artikelen 3.2 en 3.3 van de Beleidsregels Participatiewet, IOAW, IOAZ, een inkomen dat gelijk is aan of lager dan de voor het huishouden geldende grens van het gemeentelijk minimabeleid (120% WSM); • De vermogensbepalingen zoals genoemd in artikel 34 van de Participatiewet zijn van toepassing. Wijze van tegemoetkomen en duur tegemoetkoming • De tegemoetkoming bestaat uit een geldbedrag dat bestaat uit het verschil tussen de huur en de aftoppingsgrens per maand zoals die golden op 1 juli 2016; • De tegemoetkoming bestaat, in afwijking van voorgaande lid, voor alleenstaanden en AOW-gerechtigden uit een percentage van 60% van het verschil tussen die huur en die aftoppingsgrens; • De tegemoetkoming beslaat de periode 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016; • De tegemoetkoming kan over een kortere periode worden vastgesteld als de huurperiode korter is. Uitsluitingsgronden • Er wordt geen tegemoetkoming verstrekt voor woningen met een huur boven de huurtoeslaggrens; • Er wordt geen tegemoetkoming verstrekt als deze over de periode 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 kleiner is dan 15 euro. Wijze van aanvragen /verstrekken • De tegemoetkoming wordt op aanvraag verstrekt; • Het college verstrekt de aanvraagformulieren zoveel als mogelijk proactief; • De aanvraagtermijn loopt van 20 november 2016 tot en met 20 december 2016. Hardheidsclausule In bijzondere omstandigheden kan worden afgeweken van de bepalingen in deze beleidsregels, als toepassing daarvan onredelijke gevolgen heeft gezien de doelstelling van de regeling. Terugvorderingsartikel De bepalingen van de Participatiewet, inclusief de bepalingen inzake terugvordering, zijn van toepassing. Citeertitel De regeling kan worden aangehaald als Overgangsregeling passende huur 2016. Toelichting De afgelopen jaren zijn in de stad veel sociale huurwoningen verhuurd met een huurprijs dicht tegen de huurtoeslaggrens aan. Voor huishoudens met een minimuminkomen (tot en met 120% van het Wettelijk Sociaal Minimum) die geen of nauwelijks vermogen bezitten is een dergelijke huur te hoog in relatie tot hun inkomen. Deze huishoudens besteden een dusdanig groot deel van hun inkomen aan huur dat andere uitgaven (bijvoorbeeld voor voeding, voor kinderen) in de knel kunnen komen. Daarom heeft het college op 24 mei 2016 ingestemd met het Woonlastenakkoord tussen de gemeente, de Huurdersvereniging Amsterdam en de Amsterdamse Federatie van woningcorporaties dat er toe zal leiden dat er in de periode 1 januari 2016 tot 1 januari 2019 maatregelen worden genomen om tegemoet te komen in de huur boven de aftoppingsgrens zodat er een meer passende huur ontstaat. De kern van het Woonlastenakkoord is dat er in de periode 2016 tot 2019 maatregelen worden genomen die ervoor zorgen dat Amsterdamse huurders van corporatiewoningen een bij het inkomen passende, lagere, huur gaan betalen. Dat is nodig omdat huurders boven de aftoppingsgrens minder of geen Huurtoeslag ontvangen en dus hoge woonlasten hebben. Het Woonlastenakkoord heeft betrekking op huurders van deelnemende corporaties. Omwille van rechtsgelijkheid wordt deze Overgangsregeling ook opengesteld voor huurders van particuliere woningen en voor huurders van de drie corporaties die geen partij zijn bij het Woonlastenakkoord.