Zelfredzaamheid Gezondheidsmonitor 2012-2013 Factsheet nummer 3, januari 2014 Waar gaat deze factsheet over? De Volwassenenmonitor 19 tot en met 64 jaar en de Ouderenmonitor 65+ zijn eind 2012 onder ruim 23.000 inwoners van Zuidoost-Brabant uitgevoerd. Het onderzoek brengt de gezondheidstoestand van de bevolking in brede zin in beeld. Mensen die zijn opgenomen in een zorginstelling zijn in dit onderzoek niet meegenomen. In deze factsheet worden de resultaten over het thema Zelfredzaamheid beschreven. Onderwerpen die hierop betrekking hebben en aan bod zullen komen zijn: beperkingen, eigen regie en kwetsbaarheid. Zelfredzaamheid wordt steeds belangrijker Mensen willen het liefst zo lang mogelijk, zonder al te veel hulp van derden, in hun eigen huis blijven wonen. Dit is ook het idee van de overheid, zeker gezien het huidige politieke klimaat en de ontwikkelingen in de zorg. Zelfredzaamheid is hierbij een belangrijk begrip. In de Wet Maatschappelijke Ondersteuning wordt zelfredzaamheid omschreven als het lichamelijke, verstandelijke, geestelijke en financiële vermogen om zelf voorzieningen te treffen die deelname aan het normale maatschappelijke verkeer mogelijk maken (1). Beperkingen Eén op de vier ouderen voelt zich beperkt door de lichamelijke gezondheid… Zeventien procent van de volwassenen en 26% van de 65-plussers voelt zich beperkt bij het uitvoeren van de dagelijkse bezigheden als gevolg van de eigen gezondheid. Dit loopt op van 13% onder 19- tot en met 24-jarigen tot 43% onder 85-plussers. Daarnaast kan 18% van de ouderen en 7% van de volwassenen, vanwege de gezondheid, niet de dingen doen die men zou willen doen. Als oorzaken voor de problemen die ouderen ervaren, worden slecht kunnen lopen en vermoeidheid het vaakst genoemd. Facts: 43% van de 85-plussers voelt zich beperkt bij dagelijkse bezigheden door de eigen lichamelijke gezondheid. De meerderheid van de 65-plussers met een chronische aandoening voelt zich in het dagelijks leven niet beperkt als gevolg van de lichamelijke gezondheid. Steeds meer ouderen houden eigen regie. Ruim 35.000 zelfstandig wonende ouderen in de regio zijn kwetsbaar. Een combinatie van multimorbiditeit en functiebeperkingen vormt aanleiding voor kwetsbaarheid. …maar het aantal ouderen dat zich beperkt voelt neemt wel af Een gunstig gegeven is dat in de afgelopen jaren een afname heeft plaatsgevonden in het aandeel 65-plussers dat beperkt wordt door de lichamelijke gezondheid. In veel gemeenten zien we hetzelfde beeld. In figuur 1 is te zien dat bijvoorbeeld het hebben van een chronische aandoening, niet direct betekent dat iemand zich in het dagelijks leven ook beperkt voelt in zijn of haar bezigheden. Zo heeft in de regio Zuidoost-Brabant ruim driekwart van de 65-plussers een of meer chronische aandoeningen, waarvan ruim een derde zich beperkt voelt. Laag opgeleiden en mensen met een laag inkomen zijn vaker beperkt… Een lage sociaaleconomische status is een risicofactor voor het hebben van een beperking. Zo heeft ongeveer www.ggdgezondheidsatlas.nl de helft van de ouderen met ten hoogste lager onderwijs en 43% van de ouderen met alleen een AOW-uitkering, een gehoor-, visuele- of mobiliteitsbeperking. Gemiddeld over de totale groep 65-plussers geldt dat voor 30%. Bij de 19- tot en met 64-jarigen zien we hetzelfde beeld. Eén op de negen volwassenen heeft een beperking, maar bij de groep mensen met een lage sociaal economische status komt dit ongeveer twee keer zo vaak voor. …en ook etniciteit en huishoudsamenstelling spelen een rol Uit de resultaten blijkt dat ook niet-Westers allochtonen, alleenwonende 65-plussers en alleenstaande ouders vaker dan gemiddeld een lichamelijke beperking hebben. Uiteraard speelt ook de leeftijd een rol: twee derde van alle 85-plussers heeft een beperking in gehoor, gezichtsvermogen en/of mobiliteit. bijvoorbeeld door te kiezen voor professionele hulp. Andersom is het hebben van de regie over het eigen leven een randvoorwaarde om zelfredzaam te zijn. Pas wanneer mensen zelf het gevoel hebben de controle over het eigen leven te hebben, kunnen zij optimaal zelfredzaam zijn (2). Ook in de nieuwe definitie voor gezondheid volgens Machteld Huber (3), welke steeds meer wordt omarmd, is een belangrijke rol weggelegd voor eigen regie: ‘Gezondheid is het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.’ Dit is een flexibele en dynamische definitie van gezondheid die de veerkracht van mensen meeneemt. Mensen kunnen met een ziekte leren omgaan en daarnaast toch nog behoorlijk gezond in het leven staan. Met deze definitie kunnen mensen, ondanks een ziekte, toch gezond zijn. Figuur 1: Ervaren beperking van 65plussers in het dagelijks leven door lichamelijke gezondheid bij het hebben van een chronische aandoening(2012) Heeft één of meer chronische aandoeningen, waarvoor onder behandeling/controle van een arts Gemert-Bakel Deurne Geldrop-Mierlo Reusel-De Mierden Eindhoven Heeze-Leende Bladel Oirschot Helmond Zuidoost-Brabant Cranendonck Veldhoven Bergeijk Laarbeek Someren Valkenswaard Eigen regie Bijna één op de tien volwassenen heeft weinig eigen regie Uit het onderzoek blijkt dat 9% van de 19- tot 64jarigen in de regio Zuidoost-Brabant weinig regie heeft over het eigen leven. Onder 65-plussers geldt dat voor 17%. Zo denkt één op de zes volwassenen dat ze sommige van hun problemen met geen mogelijkheid kunnen oplossen en één op de negen voelt zich een speelbal van het leven. Bij de ouderen geldt dit voor respectievelijk één op de vier en eveneens één op de negen. Bij de 19- tot en met 64-jarigen is sinds 2009 een stijging te zien in het percentage mensen met weinig eigen regie (zie figuur 2). Opmerkelijk en lastig te verklaren is dat bij de 65-plussers de trend juist andersom is; steeds vaker houden zij wel de controle over het eigen leven. De begrippen zelfredzaamheid en zelfregie worden vaak in één adem genoemd, maar de betekenis van deze twee begrippen is heel verschillend. Zelfregie gaat over zelf beslissen en zelfredzaamheid gaat over zelf doen. Anders gezegd, iemand die niet zelfredzaam is, kan nog wel zelf de controle voeren over zijn of haar leven, Minder eigen regie in bepaalde groepen van de bevolking Het hebben van weinig eigen regie neemt toe met de leeftijd (van 6% onder 19- tot en met 24-jarigen tot 33% onder 85-plussers) en komt vaker dan gemiddeld Asten Best Eersel Son en Breugel Waalre Nuenen % 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 Hefet een chronische aandoening en voelt zich beperkt door lichamelijke gezondheid Heeft een chronische aandoening en voelt zich niet beperkt door lichamelijke gezondheid www.ggdgezondheidsatlas.nl voor bij mensen met een lage sociaaleconomische status, alleenwonende ouderen en alleenstaande ouders. Ook niet-Westerse allochtonen tussen de 19 en 64 jaar ervaren vaak minder controle over het eigen leven. Bij de 65-plussers lijkt er ook een dergelijk verschil aanwezig, hoewel dit niet statistisch significant is. Oudere vrouwen hebben minder eigen regie dan hun mannelijke leeftijdgenoten. Bij de volwassenen zien we dit verschil naar geslacht niet terug. Figuur 2: Trend eigen regie 19- tot en met 64-jarigen naar gemeente (2009-2012) Helmond Eindhoven Valkenswaard Deurne Bergeijk Heeft weinig regie over eigen leven Geldrop-Mierlo Reusel-De Mierden Nuenen c.a. Eersel Zuidoost-Brabant Bladel Ruim 35.000 zelfstandig wonende ouderen in Zuidoost-Brabant kwetsbaar Gemiddeld is 28% van alle zelfstandig wonende ouderen in de regio Zuidoost-Brabant kwetsbaar. Dit komt neer op een aantal van maar liefst bijna 35.500 personen. Daarnaast zijn ook de circa 3.700 geïnstitutionaliseerde ouderen (5) in de regionale verzorgings- en verpleeghuizen als extra kwetsbaar te beschouwen. Het overgrote deel van de kwetsbare ouderen is psychisch kwetsbaar, maar meer dan helft van de kwetsbare ouderen heeft (ook) problemen op lichamelijk en sociaal gebied. De kwetsbaren van 85 en jaar ouder ondervinden de meeste problemen op lichamelijk gebied. De relatief grootste groep kwetsbare ouderen bevindt zich binnen de regio Zuidoost-Brabant in Helmond (32%), maar ook in Eindhoven, Reusel-De Mierden, Geldrop-Mierlo en Gemert-Bakel wonen relatief veel 65-plussers die kwetsbaar zijn (31%) (zie figuur 3). Multimorbiditeit en functiebeperkingen zijn de belangrijkste veroorzakers van kwetsbaarheid Zoals verwacht neemt kwetsbaarheid toe met het stijgen van de leeftijd, waarbij onder andere het vaker voorkomen van beperkingen bij het ouder worden, waarschijnlijk een belangrijke rol speelt. Van de 65- tot en met 74-jarigen in Zuidoost-Brabant is 18% kwetsbaar, terwijl dit percentage bij de 85-plussers op 66% ligt. Ook vrouwen, alleenstaanden en mensen uit lagere sociaaleconomische klassen zijn vaker kwetsbaar. Onderzoek toont aan dat de hogere mate van kwetsbaarheid bij deze groepen vooral wordt veroorzaakt doordat zij vaker meerdere aandoeningen (multimorbiditeit) en matige of ernstige functiebeperkingen hebben (4). Waalre Gemert-Bakel Best Laarbeek Veldhoven Oirschot Someren Cranendonck Heeze-Leende Asten Son en Breugel % mate. De score voor kwetsbaarheid wordt bepaald door het optellen van de antwoorden op 25 vragen, die de ouderen zelf hebben beantwoord. Hoe hoger de score, hoe hoger het niveau van kwetsbaarheid. Er is een score voor kwetsbaarheid in het algemeen, maar ook wordt in kaart gebracht of de problemen liggen binnen het lichamelijke, psychische of sociale domein. 0 2 2009 4 6 2012 8 10 12 Kwetsbaarheid Door het zoveel mogelijk terugdringen van beperkingen, bijvoorbeeld via hulpmiddelen of medicatie, kunnen veel ouderen voor zichzelf blijven zorgen en een goede kwaliteit van leven ervaren. Echter bij een deel van de ouderen zorgt een opeenstapeling van lichamelijke, psychische en sociale problemen voor toenemende kwetsbaarheid. Deze kwetsbare ouderen hebben een verhoogd risico op ernstige functiebeperkingen, opname in de verpleging of verzorging of zelfs overlijden (4). Kwetsbaarheid meten aan de hand van de Tilburg Frailty Indicator De Tilburg Frailty Indicator is een meetinstrument ontwikkeld door Tilburg University, waarmee kan worden bepaald of iemand kwetsbaar is en in welke www.ggdgezondheidsatlas.nl Figuur 3: Percentage kwetsbare ouderen naar gemeente ingedeeld in 5 categorieën (2012) Meer dan de helft van de kwetsbare ouderen is niet gelukkig Verschillen tussen kwetsbare ouderen en hun nietkwetsbare leeftijdgenoten op het gebied van gezondheid, welbevinden, zorggebruik en zorgbehoefte zijn groot (figuur 4). Zo is 55% van de kwetsbare ouderen in de regio in meer of mindere mate ongelukkig. Onder de niet-kwetsbare ouderen is dat 11% en gemiddeld onder alle 65-plussers 23%. Daarnaast is 27% (zeer) ernstig eenzaam, waar dit bij de niet-kwetsbaren 3% is. Ook op het gebied van overgewicht scoren de kwetsbare groep 65-plussers beduidend slechter; zij hebben bijna twee keer zo vaak obesitas. In figuur 4 zijn nog meer verschillen tussen kwetsbare- en niet-kwetsbare ouderen weergegeven. heeft een derde van deze groep geen hulp beschikbaar in de omgeving wanneer dit nodig is. Wat doet de GGD met deze informatie? De gegevens uit dit onderzoek kunnen gebruikt worden voor onderbouwing of aanpassing van het gezondheidsbeleid in uw gemeente. Maar zeker ook voor andere beleidsterreinen zoals de WMO en de transities. De GGD ondersteunt daarbij en adviseert graag op maat hoe thema’s binnen deze beleidsterreinen opgepakt kunnen worden. De resultaten kunnen worden toegelicht in een persoonlijk gesprek of in een presentatie en zijn te raadplegen op de websites: www.ggdgezondheidsatlas.nl Figuur 4: Welbevinden en zorg naar kwetsbaarheid van ouderen (2012) 11 Mieke van Duijnhoven, onderzoeksmedewerker, Tel: 088 0031470, email: [email protected] 46 Weinig regie over eigen leven 7 Monique Mentjens, adviseur Lokaal Gezondheidsbeleid, Tel: 088 0031463, email: [email protected] 22 Obesitas 12 27 (zeer) ernstig eenzaam 3 32 Ontvangt mantelzorg 4 Heeft in de afgelopen 2 maanden meer dan 2 keer de huisarts… 23 6 17 Behoefte aan meer hulp ivm gezondheid kwetsbaar Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: 55 Is niet (zo) gelukkig % www.regionaalkompas.nl. 0,9 0 20 40 60 80 niet kwetsbaar Zorggebruik en behoefte aan zorg groter bij kwetsbaren De problemen die kwetsbare ouderen ervaren zorgen ervoor dat ze meer gebruik maken van zorg. Zo heeft 70% in de twee maanden voorafgaand aan het onderzoek een bezoek gebracht aan de huisarts; 23% heeft in die twee maanden de huisarts twee keer of vaker bezocht. Veel kwetsbare ouderen krijgen ook zorg of ondersteuning van familie, vrienden of buren. Bijna één op de drie ontvangt momenteel mantelzorg. Niet alleen ligt het zorggebruik hoger bij kwetsbare ouderen, ook heeft deze groep een grotere behoefte aan (nog meer) zorg. Zeventien procent geeft aan (meer) hulp nodig te hebben, ten opzichte van 0,9% van de nietkwetsbaren (zie figuur 4). De beschikbaarheid van zorg en hulp dicht bij huis is een belangrijke voorwaarde voor kwetsbare ouderen om langer in hun vertrouwde omgeving op eigen benen te kunnen blijven staan, toch www.ggdgezondheidsatlas.nl Bronnen 1 Project de Kanteling. Kanteling Wmo, iedereen doet mee. Compensatieplicht en Kanteling. Informatie en tips. Utrecht: 2010. 2 Brink C. Zelfregie of zelfredzaam. Ziet u het verschil? Utrecht: Movisie, 2012. 3 Huber M, Knottnerus JA, Green L, Horst H, Jadad AR, Kromhout D, et al. How should we define health? BMJ 2011. 4 Campen van C (red.). Kwetsbare ouderen. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau, 2011. 5 CBS Statline, Personen in institutionele huishoudens 2013.