Provincie Noord-Brabant Informatieblad: Ziektebeeld – leptospiroris, Ziekte van Weil en modderkoorts De medewerkers van de Provincie Noord-Brabant kunnen tijdens het werk in aanraking komen met besmette (bruine of muskus)ratten en hun urine of oppervlaktewater en grond die besmet is met hun urine. Hierdoor kunnen ze in contact komen met bacteriën die behoren tot de groep leptospiren die de ziekte van Weil en modderkoorts kunnen veroorzaken. In dit informatieblad is aangegeven wat de ziekte van Weil en modderkoorts is, wat de ziekteverschijnselen zijn, hoe je het kunt oplopen en of je anderen kunt besmetten, wie er ziek kunnen, of het te behandelen is, of je kunt werken met de Ziekte van Weil en modderkoorts en welke maatregelen je kunt nemen om deze ziekten te voorkomen en welke gedragsregelen toegepast dienen te worden. 1. Wat is de ziekte van Weil, modderkoorts? Leptospirose wordt veroorzaakt door verschillende typen van bacteriën behorende tot de groep Leptospira interrogans. Er zijn meer dan 200 verschillende typen. Sommige geven een ernstige ziekte, andere meestal milde. De bacteriën komen vooral voor in dieren, met name in knaagdieren (ratten) maar ook andere dieren zoals huisdieren (bijv. honden), vee (bijv. runderen en varkens) en in het wild levende dieren (bijv. vossen en veldmuizen). De infectieroute loopt van de urine van besmette dieren via water, voorwerpen of grond naar wonden of slijmvliezen van de mens. 2. Wat zijn de ziekteverschijnselen? Ziekte van Weil De ziekte bestaat uit 2 fasen. De eerste duurt 4-7 dagen en bestaat uit een plotselinge koorts van 3940°C, koude rillingen, buikpijn, rood oogslijmvlies, braken en spierpijn, vooral in de kuiten. Verder is er vaak sprake van heftige hoofdpijn. Ernstige complicaties kunnen zijn plotselinge nier falen, geelzucht, hartritmestoornissen en bloedingen en shock. De tweede fase duurt 4-30 dagen en hierbij kan ontsteking van de voorste oogkamer, hersenvliesontsteking, hersenontsteking en ontsteking van het ruggenmerg optreden. Lever- en nierproblemen uit de eerste fase kunnen aanwezig blijven In ernstige gevallen kan de ziekte dodelijk zijn. De ziekte van Weil is gevaarlijk voor zwangere vrouwen en kan leiden tot een abortus of dood van het ongeboren kind in de baarmoeder doordat de bloedvoorziening van en naar het ongeboren kind beschadigd wordt. Modderkoorts Het verloop van modderkoorts is nogal wisselend, maar meestal is het verloop minder ernstig dan bij de ziekte van Weil. De koorts kan hoog tot zeer hoog zijn met pieken, maar dit hoeft niet altijd. De ziekteverschijnselen zijn wisselend, het kan zonder klachten, maar ook met een ernstig acuut griepachtig beeld met spierpijn, buikpijn, hoofdpijn, hersenontsteking, lever- of nierfunctiestoornissen en niet tegen licht kunnen. De herstelperiode is langer dan bij de ziekte van Weil, maanden tot een jaar tegenover enkele weken bij de ziekte van Weil en bestaat vooral uit vermoeidheid (zowel lichamelijk als geestelijk). dit informatieblad is opgesteld door de Versie 2009.08 3. Hoe kun je het oplopen en hoe kun je anderen besmetten? Ratten, en vooral de bruine rat, kunnen dragers zijn van de veroorzaker van de ziekte van Weil. Muskusratten kunnen dragers zijn van de veroorzaker van de modderkoorts. De ziekteverwekkers leven in de nieren van deze ratten en komen naar buiten via de urine van de besmette ratten. Wanneer de condities gunstig zijn, dit is een warme en vochtige omgeving, kan de ziekteverwekker ruime tijd overleven wanneer ze met de urine van de ratten zijn vrijgekomen. Besmetting van de mens vindt dan ook plaats door direct contact met (levende) of dode ratten, of indirect via de met urine besmette omgeving. Gedacht moet worden aan oppervlaktewater, vochtige planten en modder. Mensen worden geïnfecteerd via wonden of slijmvliezen (binnenkant mond en ogen) en de verdenking bestaat ook dat de ziekteverwekker via de weke (natte) huid het lichaam kan binnenkomen evenals door het inademen van fijne, kleine druppeltjes (aerosolen). Wanneer iemand de ziekte doormaakt kan de ziekteverwekker ook met de urine van de zieke vrijkomen. De urine vormt dan ook een risico, maar overdracht van de ziekte van mens op mens is zelden beschreven. Waarschijnlijk biedt een doorgemaakte infectie jarenlang bescherming. De tijd tussen besmetting en ziekte is van 2 tot 30 dagen, meestal 7 tot 12 dagen. Per jaar worden in Nederland gemiddeld dertig gevallen van vaak ernstige leptospirose vastgesteld met een piek in de periode augustus-november. Ongeveer eenderde van de gemelde infecties wordt opgelopen in het buitenland, tijdens vakanties met name in tropische landen. Langdurige of zware regenval en overstromingen kunnen een toename van het aantal gevallen tot gevolg hebben. 4. Wie kunnen ziek worden en wie lopen extra risico? Risicogroepen zijn ongediertebestrijders zoals muskusrattenvangers, boswachters, jagers, veeboeren, land- en tuinbouwers, maar ook waterrecreanten en anderen die in het kader van beroep of hobby veel met (wilde) dieren en vooral ratten en/of oppervlaktewater of modder in aanraking komen. De ziekte is extra gevaarlijke voor zwangere 5. Is de ziekte van Weil te behandelen? De ziekte is op te sporen in via het bloed of urine en is te behandelen met antibiotica. In ernstige gevallen is ziekenhuisopname noodzakelijk. 6. Kan iemand met de ziekte van Weil of modderkoorts naar het werk komen? Overdracht van mens op mens is zeer zeldzaam. Iemand die besmet is en zich goed voelt kan daarom gewoon werken. 7. Vaccinatie Er is in Nederland geen vaccin beschikbaar. (het lage aantal gevallen heeft ertoe geleid dat er geen aanleiding is geweest tot het laten registreren van een vaccin voor de Nederlandse markt). 8. Welke maatregelen kun je nemen om de ziekte van Weil te voorkomen? Belangrijk is om te voorkomen van mensen contact hebben met besmette dieren en de besmette omgeving, zoals het dragen van rubber laarzen en handschoenen. Goede hygiëne helpt om verspreiding van de ziekte te voorkomen. De volgende maatregelen zijn dan belangrijk: dit informatieblad is opgesteld door de Versie 2009.08 2/3 Gedragsregels · Algemeen: Zorg voor een goede hygiëne: - eet, drink en rook niet op de werkplek; - was, voor zover mogelijk, altijd handen en gezicht vóór eten, drinken of roken. - trek na afloop van het werk vervuilde of besmette kleding uit; - douche elke dag na het werk. - Eet geen ongewassen bosvruchten die tijdens het werk worden aangetroffen in de natuur (bosbessen, bramen frambozen of paddestoelen) · Vermijdt direct (huid)contact met aarde, modder en met name rattenkadavers: draag goed gesloten beschermende kleding. · Om te voorkomen dat stoffen snel opgenomen worden door de huid van de handen is het belangrijk om beschadiging van de huid zoveel mogelijk te voorkomen. Smeer de handen vóór en na het werk en eventueel enkele keren tijdens het werk (nadat de handen goed gewassen of gedesinfecteerd zijn) in met een beschermende en verzorgende handcrème. · Desinfecteer huidverwondingen direct met betadine of alcohol 70%. Op betadine staat een houdbaarheidsdatum vermeld. Let daarop! Dek de wond af met een waterafstotende en afsluitende pleister. Verzorg de wond goed en houdt deze afgedekt totdat deze geheel genezen is. · Meldt bij ziekteverschijnselen aan de behandeld arts dat er mogelijk contact is geweest met besmette ratten of een omgeving die besmet is met rattenurine. Altijd in auto aanwezig: - Handschoenen - Handalcohol - EHBO koffer met waterdichte pleisters, Betadine of Alcohol (70%) - Handcrème 9. Wat doet de GGD? Als bij iemand de ziekte van Weil is vastgesteld, probeert de GGD te achterhalen op welke wijze de besmetting heeft plaatsgevonden. Indien nodig neemt de GGD maatregelen om verdere besmetting te voorkómen. Bron RIVM infectieziekten, laatste update november 2008 Arboportaal - infectieziekten dit informatieblad is opgesteld door de Versie 2009.08 3/3