NN hoofdstuk 3 Taal en woordenschat 1 Om te beginnen 1 a Als je in de Verenigde Staten Heineken drinkt, moet je nogal wat boertjes laten. b Het bedrijf Heineken heeft commercieel veel succes in de VS. De dubbelzinnigheid ontstaat door de dubbele betekenis van het werkwoord boeren, in combinatie met ‘goed’. 2 a Er zijn stukken van 45 meter grootte van een glazen gevel naar beneden gevallen. b Er zijn van een hoogte van 45 meter stukken van een glazen gevel naar beneden gevallen. De dubbelzinnigheid ontstaat doordat ‘van 45 meter’ als zinsdeel kan horen bij ‘in stukken’ maar ook bij ‘naar beneden vallen’. 3 a Hij was niet in staat om de gevangenen naar buiten te brengen om te luchten. b Hij kon de gevangenen niet uitstaan, hij had een hekel aan hen. De dubbelzinnigheid ontstaat door de dubbele betekenis van ‘niet kunnen luchten’. 4 a Kies voor een gerecht gemaakt van kinderhoofden. b Kies voor een hoofdgerecht speciaal voor kinderen bereid. De dubbelzinnigheid ontstaat doordat het woord kinderhoofdgerecht in verschillende woorddelen is te verdelen: een gerecht van kinderhoofden of een hoofdgerecht voor kinderen. 5 a Coach gaat beginnen met een damesploeg waarin een aantal speelsters ontbreekt. b Coach gaat beginnen met een ploeg met uitgeklede dames. De dubbelzinnigheid ontstaat door de letterlijke en figuurlijke betekenis van ‘uitgekleed’. 2 Zeurterreur A 1 schuttingtaal – vieze, grove woorden (k) 2 krenkend – kwetsend 3 viel niet ... in goede aarde – vond (men) niet leuk, viel niet in de smaak (n) 4 aanstoot genomen aan – (hebben) zich zeer geërgerd aan (e) 5 in de wacht ... slepen – te krijgen, te winnen 6 doorspekt met – vol van, rijkelijk voorzien van (m) 7 verwerpelijk – afkeurenswaardig (b) 8 gestigmatiseerd – voortdurend afgeschilderd met negatieve kenmerken (o) 9 belangenbehartiger – een persoon of instantie die opkomt voor de belangen van een individu of een groep (d) 10 is sterk gekant tegen – is fel tegen (f) 11 je op glad ijs begeven – riskant, jezelf in een moeilijke of gevaarlijke situatie wagen (g) 12 moet het ontgelden – krijgt ervan langs (i) 13 spraakmakende – tot veel ophef en gepraat leidende, waarover men veel spreekt 14 kunnen niet door de beugel – kunnen niet geaccepteerd worden 15 overtrokken – overdreven (j) 16 in hun wiek geschoten – beledigd (c) 17 maakt school – vindt navolging, wordt nagedaan (l) 18 profileert zich – schildert zichzelf af, creëert een beeld van zichzelf 19 de commercie – handel (h) 20 acceptatie – aanvaarding (a) B Zeurterreur is volgens de tekst de neiging van mensen om over allerlei onbelangrijke zaken te gaan klagen bij officiële instanties om verschijnselen in de samenleving tegen te gaan of te laten verbieden. C– 3 Zwartkijkers A 1 a Tv-programma richt zich op pessimisten. b Tv-programma richt zich op mensen die geen belasting betalen (voor het kijken). 2 a Niet voldoende trek (luchtaanzuiging)? b Geen zin in een verstopte schoorsteen? 3 a Vijf procent van de Nederlanders zit vast (in de gevangenis). b Vijf procent van de Nederlanders houdt zich aan het vasten. 4 a Gratis je auto neerzetten op een bepaalde helling. b Het gratis parkeren wordt waarschijnlijk afgeschaft. 5 a Maar ik kan me wel herinneren waar ik je van ken. b Maar ik kan je wel naar huis brengen. 6 a Een kussen om op te zitten is bij yoga taboe. b Zoenen is bij yoga taboe. 7 a Beweeg je hand eens over de hartstreek. b Wees eens gul of vergevingsgezind. 8 a Nederland kiest voor de Partij voor de Dieren b Nederland willen meer de dierenbelangen behartigen. B 1A 2A 3A 4B 5B 6A 7B 8C 5 Moe maakt moe? A lijden aan – hebben te kampen met terugvoeren op – als oorzaak aanwijzen letten op – aandacht geven aan zich ergeren aan – zich storen aan bijdragen aan – meehelpen, een effect hebben 4 Bond tegen het vloeken 1 profileert zich 2 krenkend 3 doorspekt 4 schuttingtaal 5 gekant 6 door de beugel 7 verwerpelijk 8 aanstoot nemen B last hebben van – lijden aan verband houden met – heeft te maken met studie doen naar – onderzoeken te kampen hebben met – last hebben van zwaar tillen aan – heel belangrijk vinden bang zijn voor – in angst zitten over (geen) invloed hebben op – (g)een effect hebben iets kunnen doen aan – invloed hebben op C op basis van – op grond van in de loop van – gedurende op aanraden van – op advies van 6 Dirigent 1 onder leiding van 2 ten tijde van 3 op last van 4 met behulp van 5 in antwoord op 6 als gevolg van 7 A 1 een groot bedrag voor mij 2 niet te hoog opnemen en uiteindelijk accepteren 3 hij voelt zich niet schuldig 4 geld 5 de moed laten zakken 6 een slecht mens, een verrader 7 de goede van de slechte onderscheiden 8 tijden waarin het lijkt alsof de wereld vergaat 7 op advies van 8 uit hoofde van B 2 tijdens, gedurende 6 door 8 vanwege B 9 David en Goliat 10 (kropen) door het oog van de naald 11 oog om oog, tand om tand 12 naar de Filistijnen gaan 13 wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in C eigen antwoord