Casus C. 1. Welke handelingen doe je (indien nodig) direct post partum bij de pasgeborene en waarom? overgang intra uterien naar extra uterien. (afnavelen, temp, uitzuigen, afdrogen, warm houden) Overgang intra uterien naar extra uterien. Hieronder staat beschreven wat er gebeurt met de circulatie, het hart en de longen van het kind na de geboorte. -De eerste ademteug staat hierboven heel uitgebreid beschreven. Ik zal dit nog even kort samenvatten. Intra uterien bevatten de longen longvocht. Dit longvocht wordt tijdens de baring voor een groot deel uit de longen geperst door de compressie van de thorax. De lymfevaten en longcappilairen resorberen de rest. Omdat de longen nu leeg zijn zouden deze eigenlijk inklappen. Dit wordt voorkomen door surfactans. Surfactans is een mengsel van fosfolipiden en eiwitten. Dit werkt oppervlakspanningverlagend. Als het kind na de geboorte gaat ademen zorgt de surfactans ervoor dat de alveoli en de bronchioli na de uitademing niet collaberen maar ontplooid blijven. Na de eerste ademteug neemt het volume van de longen toe, de gekronkelde vaten worden gestrekt en de vaatweerstand neemt af. Huilen bevordert de ontplooiing van de longen. Door de ademhaling vindt er gaswisseling plaats. Hierdoor stijgt de pO2 en daalt de pCO2 gehalte in het bloed van de baby. De prikkels die het CZ stimuleren tot ademhaling zijn: -Thermische prikkels (Afkoelen) -licht en tactiele prikkels (Afdrogen, aanraken) -De pO2 en pCO2 waarden in het bloed. Handelingen direct na de geboorte: -Afdrogen, warm houden en temperatuur. De temperatuur van de pasgeborenen ligt normaal gesproken tussen de 36.5 en 37.5 graden aan. Pasgeborenen hebben een grote kans op onderkoeling. Dat komt onder andere doordat het lichaamsoppervlak in verhouding tot de lichaamsinhoud twee tot driemaal zo groot is. Daar komt bij dat pasgeborenen een dunnere vetlaag hebben waardoor er sneller sprake is van warmteverlies. Warmteverlies bij pasgeborenen komt tot stand door 4 factoren. -Conductie waarbij het kind warmte verliest aan de onderlaag -Convectie waarbij een koude luchtstroom het kind afkoelt. (omgeving) -Radiatie waarbij de baby door straling warmte afgeeft aan de koudere omgeving. -Evaporatie waarbij verdamping zorgt voor warmteverlies 20% van het warmteverlies gaat via de hoofdhuid. Daarom zetten ze postpartum direct een muts op het hoofd van de baby. Verder drogen ze het kind af en wikkelen ze het in doeken om het warm te houden. Na de geboorte wordt daarom ook vaak de temperatuur gemeten bij de baby. -Uitzuigen. Na de geboorte gebruikt de verloskundige weleens een slijmzuiger om de neus, mond en keelholte leeg te zuigen. Hierin kan vruchtwater, bloed en slijm zitten. Dit kan het kind belemmeren om te ademen direct na de geboorte. Door alles weg te zuigen is de ‘weg’ vrij voor het kind om adem te halen. Uitzuigen is lang niet altijd nodig. Meestal zorgt de verloskundige ervoor dat ze met een gaasje slijm bloed en vruchtwater uit de mond en neus veegt. Als een kind hierna ademt of begint te huilen is het niet nodig om de slijmzuiger te gebruiken. -Afnavelen. -Wanneer/hoe neem je navelstrengbloed af en waarom? Men kan nadat de baby is afgenaveld navelstrengbloed afnemen. Meestal wordt dit gedaan om de rhesus factor en bloedgroep te bepalen. Ook kan dit worden gedaan om stamcellen af te nemen. De medische wetenschap heeft ontdekt dat we beschikken over een vorm van reservebronnen; de stamcellen. Deze cellen kunnen worden gebruikt bij een behandeling van een aantal aandoeningen. Men kan de cellen invriezen om ze later te gebruiken bij een behandeling van het kind zelf of een andere patiënt. De ouders hebben een vrije keuze hierin. Voor de afname van navelstrengbloed is een speciale procedure. Het afnemen van navelstrengbloed gaat als volgt: Je veegt het deel van de navelstreng dat uit de vagina hangt van onder naar boven schoon met een steriel compres om bijmenging van maternaal bloed te voorkomen. Dan plaats je het uiteinde van de navelstreng in een proefbuisje. Om dit zonder teveel te knoeien te doen knip je de navelstreng schuin af. Je haalt de kocher van de navelstreng en laat het buisje vollopen. Dan sluit je de navelstreng weer met de kocher af en verwijder je de navelstreng uit het buisje. Let bij het losmaken van de kocher op dat door de bloedstuwing de navelstreng uit het buisje kan springen.