u i t n o d i g i ng tot intekening Trekpaardfokkerij in het land van Nico van Melo Op zaterdag 3 oktober 2009 presenteert de Stichting Heemkundig Genootschap Castenray een buitengewoon interessant boek over de historie van de Hengstenassociatie ‘Vooruitgang’ Venray-HorstSevenum e.o. en haar beroemdste hengst Nico van Melo, de Kampioen der Kampioenen. De associatie werd opgericht in 1914 en is tot haar opheffing rond 1969 van zeer grote economische beteke- voor de trekpaardfokkerij in Nederland. In het boek, nis geweest voor de agrarische sector in Noord-Limburg. dat ge­ïllustreerd is met bijna 300 foto’s en afbeeldin- In haar ruim 50-jarig bestaan slaagde de hengsten­ gen, leest u alles over de roemrijke historie van deze associatie erin te zorgen voor een keur aan tophengsten hengsten­associatie met tevens het hele verhaal van van het Belgische type. Verschillende van hen waren Nico van Melo. Belgisch of Nederlands kampioen. Op het gebied van de trekpaardfokkerij bouwde ‘Vooruitgang’ een schitterende reputatie op en de coöperatieve organisatie wist zelfs internationale faam te verwerven. Mede door de legendarische hengst Nico van Melo groeide de ­associatie uit tot de meest toonaangevende organisatie Een bijzonder boek, waar elke trekpaardliefhebber met volle teugen van zal genieten! Op zaterdag 3 oktober 2009 vindt behalve de presentatie van het boek tevens de onthulling plaats van een hardstenen beeld ter herinnering aan de Hengstenassociatie ‘Vooruitgang’ en aan Nederlands beroemdste trekpaardhengst Nico van Melo. Ook kan een grote expositie over de associatie bezichtigd worden. Datum: 3 oktober 2009 Tijd: 13.00-18.00 uur. inleiding Locatie:Gemeenschapshuis ‘De Wis’ Matthiasstraat Castenray (gemeente Venray). inleiding Inleiding De boerderij annex hengstenhouderij van de familie Rambags te Castenray. Links van de binnenplaats lagen de stallen van de hengsten. Twee trekpaardmerries voor de ploeg op een akker in Castenray. Achter De familie Friesen ± 1935 bezig met het maaien Sommige boeren in Castenray de ploeg Rambags, een zoon van hengstenhouder Hannes Rambags. van de rogge. V.l.n.r.: Wilhelm Jan Rambags, kerk van Castenray. vanuit België naar Nederland ingevoerd. De hengstenvereniging Vooruitgang importeerde en exploiteerde vele hengsten uit de topklasse van het stamland. De expositie vindt eveneens plaats op zondag 4 oktober 2009 van 10.00 - 17.00 uur. Op die dag maken ook een koetsentocht en een hengstenmonstering deel uit van het programma. gebruikten tijdens het oogsten Friesen; Marie Wismans. Op de achtergrond de met de zogenaamde zelfbinder Zware boerenarbeid Het is bij nog slechts weinigen bekend dat een kleine honderd jaar geleden in de regio Horst-Venray met als centrale plaats het dorpje Castenray een groep landbouwers zich verenigde in de Hengstenassociatie ‘Vooruitgang’. Mannen met een vooruitziende blik en een uitstekend ontwikkeld zakelijk instinct stonden aan de wieg van deze vereniging, die op het gebied van de trekpaardfokkerij een schitterende reputatie opbouwde en zelfs internationale faam verwierf. Zij bundelden de krachten van de economisch zwakkere zandboeren op uiterst doeltreffende wijze en met meer dan verbluffende resultaten. Wie van de bevoorrechte boeren en koudbloedfokkers van de Zeeuwse klei en Limburgse löss zou ooit gedroomd hebben, dat het Noord-Limburgse zandgebied nog eens het centrum zou worden van de koudbloedfokkerij van Ne- derland? En dat met het dorpje Castenray als middelpunt. Ruim vijftig jaar waren Castenray en Venray een begrip binnen de Nederlandse trekpaardenwereld. De Noord-Limburgse associatie was zich terdege bewust van de waarde van de koudbloedpaarden voor de landbouw en de industrie. Want ook het transportwezen, vooral in de grote havensteden, verslond trekpaarden. Men had het goed gezien in Noord-Limburg. Ook voor het bewerken van de grond waren eveneens paarden nodig. Men moest ze zelf fokken, maar dan wel de allerbeste. Die kwaliteitspaarden zouden bij de uitbreiding van de fokkerij een afzetgebied elders kunnen vinden, waardoor de fokkerij een winstgevend onderdeel van het kleine zandbedrijf zou worden. Gedurende de hele geschiedenis van de Nederlandse trekpaardenfokkerij werden hengsten en merries Doordat de vereniging zorgde voor de aankoop van hengsten die over uitmuntende fokkwaliteiten beschikten, droeg ze bij aan de verbetering van het ras en aan een verhoogde welvaart in het NoordLimburgse land. Want de boeren die veulens hadden, waarvan de hengsten van ‘Vooruitgang’ als vader te boek stonden, konden deze duur verkopen en met het verdiende geld investeringen doen die anders niet mogelijk zouden zijn geweest. De in hoofdzaak lichte gronden in de regio Horst-Venray met slechts een gering aantal grote bedrijven leverden weinig op. De werkdagen waren lang en de boerenarbeid zwaar. Veel moest rond 1900 handmatig gebeuren en voor de grootste krachtsinspanningen die op het veld geleverd moesten worden, maakten de boeren gebruik van paarden. Trekpaarden, die gespierd en zwaar genoeg waren om het land te bewerken en de met oogst bela- zelfs drie trekpaarden. den wagens met gemak konden voorttrekken. Tot na de Tweede Wereldoorlog was dit een normaal beeld op het platteland. De paarden die men vroeger gebruikte, waren veel lichter van bouw dan de trekpaarden die later gebruikt werden. Op de kleigronden waren zwaardere, forsere paarden nodig dan op de lichte zandgronden. Vrijwel elke streek had zijn eigen ras of type, dat ook meestal genoemd was naar de streek waar het werd gehouden. Zo waren er de Friese, de Gelderse en de Zeeuwse paarden. Deze laatste waren verwant aan de Belgische trekpaarden. In Limburg en Oost-Brabant gebruikte men ook paarden uit de Baltische landen en uit Rusland. Burgemeester Houba van Horst importeerde die paarden. Later werd de import overgenomen door Ten Doeschate uit Sevenum. Om de veertien dagen kwamen er twee treinwagons met ongeveer zestig paarden aan op het station Horst-Sevenum. Veel boeren gebruikten op hun boerderij een ‘Rus’ als tweede paard en ook voor de ventkarren in de steden en voor woonwagens werden deze ‘Russen’ gebruikt. 5 4 TD Trekpaardbinnen_02.indd 2-3 29-06-09 16:01 Het BelgiscHe trekpaard Jan Strijbos ‘Trekpaardfokkerij in het land van Nico van Melo’ Een 240 pagina’s tellend boek met harde, glanzend gelamineerde kaft. Genaaid gebonden, formaat 22,5 X 22,5 cm. Bijna 300 foto’s en afbeeldingen. Prijs € 35,00. (excl. verzendkosten) Beperkte oplage van 500 stuks. Het BelgiscHe trekpaard Het begin van de fokkerij van het echte Belgische raspaard moeten we plaatsen rond 1615, toen de postkoetsen in gebruik genomen werden. Voor de lange reizen met de zware voertuigen waren sterke en energieke trekpaarden nodig. Van 1770 tot 1865 werden door de opeenvolgende regeringen pogingen Het Belgische trekpaard Maar de krachtigste werkpaarden waren de trekpaarden van het Belgische type. Deze machtige paarden verdienen alle eer, want zij leverden met hun krachtige lichamen een flink aantal jaren de energie aan onze samenleving. De oorsprong van het Nederlandse trekpaard ligt in België, bij het Belgische trekpaard. Dit paard werd reeds tijdens de Romeinse bezetting in het gebied dat nu België heet, als werkpaard gebruikt. Het diende door de eeuwen heen vooral om zware werktuigen te trekken op het platteland, in de mijnbouw en in de haven. De Romeinen gebruikten paarden veelal bij hun oorlogsvoering. De ruiterij en de strijdwagens speelden daarin een grote rol. Maar ook werd het paard gebruikt bij godsdienstige feesten, bij paardenrennen en als reis- en pakdier. De Romeinen eisten voor de vele oorlogen tal van Belgische paarden op, wat herhaaldelijk aanleiding gaf tot klachten van de toenmalige bewoners. Ook brachten de Belgen met hun sterke paarden het tin uit de mijnen van Cornwallis door Gallië naar de monding van de Rhône. Door de expansie van het Romeinse rijk vond er ook een grote verspreiding van het gedomesticeerde paard plaats. Hoefbeslag en gecoupeerde staarten waren de Romeinen niet vreemd. Het paard werd in de loop van de eeuwen steeds zwaarder uitgedost met beschermingen voor zichzelf en voor de ruiter. Een gevolg was dat de krijgsheren vrijwel constant op zoek waren naar nog grotere, Standbeeld van ’t Ros Beiaard in het Belgische Dendermonde. kunnen voorzien, vaardigde hij verscheidene wetten uit om de paardenfokkerij te beschermen en verder te ontwikkelen. De rol van strijdros was aanvankelijk dus de voornaamste functie van het paard. Heel bekend is de sage van de vier Heemskinderen die met hun strijdpaard Bayard, ’t Ros Beyaert, onoverwinnelijk waren, totdat Karel de Grote rond het jaar 800 het paard met een molensteen om de hals in een rivier liet werpen. Menige Belgische hengst heeft sindsdien de naam ‘Bayard’ gedragen. De beroemde Belgische hengst Bayard BS 1146. Hij werd geboren in De Middeleeuwen 1864 en was de stamvader van de bloedlijn ‘Grijzen van Nijvel’ of ‘Grijzen van Henegouwen’. sterkere en zwaardere paarden. De paarden die als ridderpaard gebruikt werden, moesten in de Middeleeuwen tot 250 kg gewicht kunnen dragen en daarmee ook nog vlot kunnen stappen en draven. ’t Ros Beyaert De paardenfokkerij kwam onder de Karolingers tot grote bloei en bereikte onder Karel de Grote een hoogtepunt. Om in zijn behoefte aan strijdpaarden te Het Vlaamse paard heel vroeger. Een gravure van Arien Collaerd naar een tekening van Johan van de Straet (1535-1605) uit Brugge (België). In de Middeleeuwen werden de zware Belgische paarden voornamelijk gebruikt voor toernooien en voor de oorlog. Toen het buskruit in de oorlogsvoering een grote rol ging spelen, verloren de Belgische paarden hun betekenis en ging de fokkerij snel achteruit. De geharnaste ridders werden een gemakkelijk mikpunt en men ging op zoek naar snellere en wendbaardere paarden. De robuuste, sterke paarden werden vervolgens vooral gebruikt voor het trekken van zwaar oorlogstuig. Pas later werd het trekpaard vooral in de landbouw en voor transport gebruikt. in het werk gesteld om het ras te verbeteren door het oprichten van paardendepots. Karel van Lotharingen zorgde rond 1770 voor hengstendepots in Sint Niklaas, Gent en Aalst, teneinde het type trekpaard te verbeteren naar het meer gevraagde koets- en cavaleriepaard. Het zware, inlandse paard moest derhalve worden gekruist, zodat het sneller en wendbaarder zou worden ten behoeve van het leger, het hof en de welgestelde burgerij. De Belgische fokkers pleegden van meet af aan verzet 6 7 TD Trekpaardbinnen_02.indd 4-5 29-06-09 16:01 Op het boek kan ingetekend worden tot 15 augustus verkoopprijs en eventuele verzendkosten over te maken. 2009 door overmaking van het bedrag van € 35,00 op De intekening is pas geaccepteerd als het volledige en rekening 12.81.37.517 t.n.v. Stg. Heemkundig Genoot- juiste bedrag is overgemaakt schap Castenray onder vermelding van uw naam en adres. (bic: rabonl2u, iban: nl39rabo0128137517) Op is op, dus wie het eerst komt die het eerst maalt!! Wilt u het boek toegestuurd krijgen, dan wordt het Voor meer informatie kunt u zich wenden tot bedrag vermeerderd met € 6,- verzendkosten. Bij bestel- Jan Strijbos, Castelostraat 32 5811AP Castenray. ling van meerdere boeken dient u een veelvoud van de Tel.: 0478-571677. E-mail: [email protected]