Verslag APCI Expertsessie 3, 30 november 2012

advertisement
Verslag APCI Expertsessie 3, 30 november 2012
De derde sessie zijn er circa 30 deelnemers. Bruno Felix opent, daarna volgen presentaties
over hoe in het buitenland de creatieve sector wordt gefinancierd en gestimuleerd.
Geert Wellens (Econopolis): de sector film, AV, animatie & games in België, met korte
uitstapjes naar Frankrijk, Australië en Denemarken.
Daniel Friedlaender (IFPI): sector muziek en AV in Frankrijk, Italië, Canada en Zuid-Korea.
Hugo Klaassen (Denkk Juristen): de nieuwe Tax Relief voor de creatieve industrie in
Engeland.
The Future of Media Financing
door Geert Wellens
Geld genoeg!
"Er is voldoende geld voorradig," opent de Vlaming Geert Wellens zijn presentatie. Hij is
econoom en werkzaam bij vermogensbeheerder Econopolis in België. De grote vermogens
zijn volgens hem uitgekeken op de traditionele bancaire producten en zoeken naar nieuwe
mogelijkheden om te investeren. Econopolis helpt hen door de investeringsmogelijkheden
voor de toekomst te identificeren, dat wil zeggen de komende 20 tot 30 jaar. Die zitten in
voeding en farma, maar ook in de creatieve industrie. Waar het om gaat is vertrouwen creëren
tussen "de centen" en "de mensen die ze nodig hebben."
Voluit kiezen voor de sector
"Wanneer je als land voor een sector kiest, dan moet je er ook voluit voor gaan, als je wilt
excelleren. Dat vraagt een overheid die echte keuzes maakt en dat vraagt burgers die zich
engageren en willen investeren."
De nieuwe mediarealiteit
We zitten op een scharniermoment: er ontstaat een nieuwe realiteit door globalisering,
digitalisering en nieuwe platforms voor communicatie. Dit geldt voor alle industrieën, ook
voor de mediasector.

Wijzigend kijkgedrag vraagt om aangepaste strategie
Digitale revolutie, nieuwe (mobiele) dragers en highspeed internet vragen om een
aanpassing van de strategie en nieuwe businessmodellen. Televisie heeft nog steeds
een groot marktaandeel, maar dat slinkt onherroepelijk. De traditionele spelers zijn in
oorlog met elkaar, intussen staan nieuwe partijen klaar om de macht over te nemen.

Convergentie: creatieve industrie als cluster van creatieve media
Media is meer dan film, tv en animatie alleen. Er zijn grote raakvlakken met games,
muziek, mode, met telecom en met kunst en architectuur.
Content is de inkomstendriver

De huidige reclamemarkt daalt structureel en conjunctureel en zal zich na de huidige
crisis niet herstellen.
1




Het aandeel van televisie is nog groot maar daalt snel. Door het succes van lokale
content wordt dat gemaskeerd en bestaat nog een vals gevoel van "veiligheid" bij de
traditionele media. Dat is eindig.
"Content is de inkomstendriver van de toekomst." Verspreid en beschikbaar op
verschillende platforms.
De overheid moet daarvoor voorwaarden scheppen.
Er moet veel meer samenwerking komen tussen productiehuizen, distributeurs en
overheden om een witboek/toekomstplan hiervoor op te stellen.
Financiering in België en Vlaanderen
Jaarlijks investeren diverse omroepen en marktpartijen (VOTP, VMMa, SBS e.a.) circa 100
tot 120 miljoen euro in Vlaamse AV-producties.
De Vlaamse overheid draagt bij via het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF), CultuurInvest en
fiscaal via de Tax Shelter (een federaal instrument).
Daarnaast is kabelmaatschappij Telenet begonnen met een eigen AV productiefonds
Vlaams Audiovisueel Fonds
Dit fonds krijgt zijn geld vanuit cultuur maar ook van andere ministeries. Het belang van AV
wordt dus breder gezien dan alleen 'cultuur'. Het fonds subsidieert producties en stimuleert
educatie, onderwijs, onderzoek en promotie. Behalve films en tv vallen ook animatie en
games eronder.
Tax shelter voor film, tv en games
Investeerders (geen particulieren) in een audiovisuele productie mogen 150% van het
geïnvesteerde bedrag van de belasting aftrekken. Dus bij 100.000 investering mag je 150.000
van de winst aftrekken. Belangrijkste voorwaarden:
 investering mag maximaal 50% van de winst bedragen (per vennootschap)
 het productiebudget moet voor minstens 50% in België worden gespendeerd
 het investeringsbedrag mag maximaal de helft zijn van het totale productiebudget.
Resultaten Tax shelter
2



Sinds 2003 hebben 462 projecten tax shelter-steun genoten ter waarde van 419 miljoen
euro
Het totale productiebudget van die 462 projecten was 2,3 miljard euro
Tax shelter (equity + lening) zorgde voor een kleine 20 procent van de financiering
van deze projecten.
Hervorming Tax shelter
Sinds de invoering in 2003 is er een praktijk ontstaan waarbij tussenpersonen een deel van de
inkomsten opstrijken. In december 2012 wordt de tax shelter geëvalueerd en mogelijk
hervormd. De regeling moet dan wel weer opnieuw aan Brussel worden voorgelegd. Wellens
liet zich niet uit over de verwachte uitkomst. "Het instrument op zich is prima, je moet alleen
voorkomen dat het oneigenlijk gebruikt wordt."


Zijn intermediairs nodig bij elke vorm van tax shelter?
Wellens: in de huidige vorm wel en als zij ethisch handelen is daar niks mis mee.
Maar je kunt ook een transparant systeem ontwerpen dat gebaseerd is op directe
contacten tussen investeerders en AV-huizen.
Geldt de tax shelter ook voor muziek?
Tot nu toe niet.
Telenet STAP plan: inkomsten delen met producenten
Telenet trekt 7,5 miljoen euro per jaar uit voor film en tv, 5 miljoen rechtstreeks en 2,5
miljoen via het VAF. Van dit bedrag gaat max 25% naar productiemaatschappijen van
zenders (in house) en minimaal 75% naar onafhankelijke productiehuizen. Telenet vraagt
hiervoor betaal-tv-rechten en (niet-exclusief) VOD en SVOD-rechten. Deze stap is gezet als
"first strike" - men stond onder druk om de inkomsten te delen met producenten en
auteurs/acteurs.
Een breed en coherent mediabeleid: Frankrijk, Australië, Denemarken
Een aantal landen kiest al jaren expliciet voor de mediasector. Zij hebben een breed en
coherent beleid ontwikkeld dat continuïteit kent.
Frankrijk
 Jaarlijks enkele honderden miljoenen beschikbaar voor AV-producties (fonds vanuit
de bronheffing op dragers).
 Daarnaast fiscale voordelen voor productiehuizen.
 Afnameverplichting voor Franse zenders en distributiebedrijven (zenders investeren
verplicht 25% van hun budget in Franse content).
 De steun is gekoppeld aan kwalitatieve voorwaarden (puntensysteem).
Australië
 Producers Offset: 40% van de kosten voor langspeelfilms, 20% van andere producties
gesubsidieerd via belastingkrediet dat niet terugbetaald hoeft te worden.
 Voorwaarde: “significant Australian content”
Denemarken
Beste voorbeeld is Denemarken.
 Er is een "Contract met de burger" gesloten om de mediasector te steunen.
3




Het Danish Film Institute is een "one-stop-shop" met tal van steunmaatregelen en
activiteiten: steun aan producties, talentopleiding, distributie- en promotiesteun,
scheidsrechter tussen producenten, zenders, distributeurs; internationaal
rechtenonderhandelaar, beheerder mediatheek.
Budget 62 miljoen euro euro via licensing fees, een soort kijk- en luistergeld.
Resultaat: talent blijft in Denemarken of keert er terug. Internationaal succes.
Belasting heffen voor AV-producties, is dat een goed idee?
In Denemarken betaalt de burger een soort kijk- en luistergeld dat expliciet voor
producties bestemd is. Wellens: "Het is een goed systeem, als het maar transparant is.
Mensen moeten weten wat er met hun geld gebeurt, dan willen ze die belasting best
betalen."
In NL is die directe link er niet (meer). Deelnemer: "Dat geld is ons afgepakt."
Vlaanderen: wat er moet gebeuren







Pax Media: eendracht in plaats van verdeeldheid, betere samenwerking tussen
producenten, distributeurs en overheid
Toekomstgericht overheidsbeleid, betrouwbaar en op lange termijn
Optimaliseren Tax shelter door middel van
- Inhoudelijke toets
- Tax shelter opentrekken naar theater, musicals, grote publiek
Zorgen voor groei van middelen uit de private sector voor contentproductie
Lessen trekken uit geslaagde buitenlandse voorbeelden (FR, AUS, DN)
Betrekken van het grote publiek bij de financiering van content via
- Spaarquote, belevingsdividend
- Crowdfunding
Kwaliteitslabel “Made in Flanders” en exportondersteuning
Hierin liggen duidelijke overeenkomsten met Nederland, zowel wat de overheid zou moeten
doen als wat de sector zelf moet ondernemen.
4
Boosting the Creative Sectors
door Daniel Friedlaender (IFPI)
IFPI is de internationale organisatie van platenmaatschappijen, in NL de NVPI.
Friedlaender werkt veel in Brussel op het gebied van wetgeving en belastingen.
Facts & Figures
 De muzieksector in NL is de 9e grootste van de wereld, een markt die telt dus.
 Muziek is een van de meest risicovolle sectoren om in te investeren, slechts een klein
percentage van 5 tot 10 procent scoort echt.
 In de laatste jaren is de omzet wereldwijd tussen de 40 en 60 procent gedaald, terwijl
desondanks de investeringen gelijk zijn gebleven, ongeveer 4 miljard. In Europa zijn
de investeringen wel iets achtergebleven.
Steun voor muziek in Frankrijk
Frankrijk kent een fiscale regeling voor muziekproducties.
Enkele voorwaarden
 maximaal bedrag per artiest (70.000)
 alleen productiegebonden uitgaven, dus geen marketing en dergelijke
 maximale steun is 20 % van de totale kosten (dit kan in zijn algemeenheid helpen om
een lening van de bank te krijgen)
 bedrag wordt alleen uitgekeerd als je er niet in slaagt om de investering terug te
verdienen (maar kent weer wel een uitkering in eerdere fase).
 de gedachte is dat het nemen van risico bevorderd wordt: als je het geld terugverdient
heb je de steun niet nodig.
Steun voor AV in Frankrijk
 In Frankrijk betalen Internet Service Providers en broadcasters een belasting die
bestemd is voor audiovisuele producties. In 2011 leverde dit 322 miljoen op.
 Deze belasting is dynamisch: hij verandert als de technologie verandert waarop de
content wordt getoond (de wet hoeft dus niet iedere keer te worden aangepast).
 In Frankrijk wordt ook gesproken over het heffen van belasting op Google en ISP's
voor muziek.
 Frankrijk kent van overheidswege het PUR trustmark voor producties. Dit garandeert
dat het om legale business gaat.
Zuid-Korea
In Zuid-Korea is de muzieksector in drie jaar circa 50 % gegroeid. De overheid heeft een
samenhangend programma opgezet dat daarvoor heeft gezorgd.
 de overheid blokkeert sites die illegale content aanbieden
 de overheid heeft een hub opgezet voor het uitwisselen van content-rechten
 een groot educatief programma op scholen en tegelijk voorlichting aan ouders over het
grote belang van creatieve producten: een positieve boodschap (die helpt tegen illegaal
downloaden)
 Zuid-Korea kent tal van fondsen voor producties, ondersteuning artiesten
 door deze push van Zuid-Koreaanse content zijn artiesten ook populair geworden in
heel Azië (China, Japan)
Fiscale regeling voor film in Canada
5





Ook in Canada bestaat een gunstige fiscale regeling voor filmproducties.
Hiermee zijn enkele honderden miljoenen per twee jaar gemoeid, waarvan circa 160
films worden gemaakt.
Maximaal 60 % van totale kosten.
Deze regeling is onder allerlei voorwaarden ook toegankelijk voor buitenlandse
investeerders.
De fondsen zijn beschikbaar voor zowel productie als marketing.
Situatie in de EU
 Verschillende BTW-tarieven in alle landen voor muziek. Harmoniseer deze BTWtarieven voor culturele producties in alle landen! Is lange termijn maar van groot
belang. Voorbeeld NL: circus valt wél onder culturele uitingen en dus in het lage
BTW-tarief, maar een cd met muziek niet!
 Vergelijkbare producten vergelijkbaar behandelen. Harmoniseer online en offline
tarieven.
 Kansen: binnen Creative Europe is in Europa 900 miljoen euro beschikbaar voor film
en cinema en 500 miljoen voor de culturele sector
 Van groot belang is de bescherming van content en de veranderingen die daarin
plaatsvinden en die de hele industrie zouden kunnen veranderen. Duitsland en
Frankrijk zijn daarmee bezig.
6
Tax Relief Creative Industries UK
door Hugo Klaassen (Denkk Juristen)
Op de global market voor filmproducties is Nederland een uitzondering. Veel Europese
landen ondersteunen filmproducties met fiscale maatregelen. Hetzelfde geldt voor de USA,
waar net als in Frankrijk ook een tax relief bestaat voor games.
De UK breidt in het voorjaar van 2013 de bestaande Tax Relief uit. Film, animatie, games en
high-end tv gaan onder de nieuwe regeling vallen. Medio 2012 is de sector geconsulteerd, de
regeling ligt nu bij de EU ter beoordeling.
Cultuur en economie vallen samen
De overheid in de UK heeft met de nieuwe Tax Relief zowel economische als culturele
doelstellingen. Hier dus niet de redenering dat er vanuit EZ geen geld voor is "omdat het
onder het cultuurbudget valt." Die twee lopen parallel.



De nieuwe tax relief moet voorkomen dat door gebrek aan investeringen waardevolle
producties niet meer worden gemaakt of naar het buitenland trekken (economisch
doel).
Men wil het maken van ‘cultureel relevante’ producties bevorderen (cultureel doel).
Men wil kritische massa in infrastructuur en talent genereren, om producties in de UK
nu en in de toekomst te handhaven (cultureel én economisch doel).
Film Tax Relief
De criteria zijn:
 In UK gevestigde producent is verantwoordelijk voor productie bioscoopfilm
 Film is ‘Brits’ doordat
- de film een "culturele test" doorstaat;
- of een Britse cinematografische coproductie is op grond van bilateraal of EU-verdrag
 Besteding minimaal 25% "core expenditure" in de UK. Onder die "core" vallen niet de
kosten voor ontwikkeling.
Wat houdt de "culturele test" in?
In een puntensysteem moet de productie minimaal 16 van 31 punten scoren. Factoren die
punten opleveren:
 Speelt zich af in UK
 Hoofdpersonages zijn Brits
 Brits onderwerp
 Engelstalig
 Promoot Britse cultuur of erfgoed
 Film opgenomen of afgewerkt in UK
 Creatieve staf (regisseur, scenarist, DoP, acteurs, crew, HoD’s) woont in UK of EUland
Hoe werkt de tax relief?
 Het voordeel wordt per afzonderlijke film toegekend aan de producent. Het is een
vorm van projectfinanciering die wordt verrekend via de vennootschapsbelasting.
7

Het belastingvoordeel is gerelateerd aan de productiekosten via de zogenaamde
"enhanceable expenditure" (te vermeerderen uitgaven, een soort kunstmatig verlies).
De belastingteruggave bedraagt 25 % van deze "enhanceable expenditure".
Animation Tax Relief
 Voor animatie gaat een soortgelijke regeling gelden als voor film, met een iets anders
ingevuld 31-punten systeem, specifiek afgestemd op animatie.
 Een belangrijk verschil is dat bij animatie de ontwikkelingskosten wél onder de "core
expenditure" mogen vallen, omdat men zich gerealiseerd heeft dat deze zeer hoog zijn.
 Als mogelijk nadeel van de ATR wordt gezien dat alleen de grote producenten ervan
kunnen profiteren.
High-end tv Tax Relief
 Regeling voor tv-drama en comedy die meer kosten dan 1 miljoen pond per
uitzenduur. Ook weer met eigen puntensysteem. Alleen voor grote producenten.
Games Tax Relief
Men heeft zich gerealiseerd dat voor games een heel ander businessmodel geldt. Daarom is
eerst gezocht naar een werkbare "definitie" van games, namelijk "Software ten behoeve van
ontspanning, bestemd voor consument via een fysiek medium of online." Kenmerken en
criteria:
 Er moet uitzicht zijn op commerciële exploitatie.
 Voor de definitie van "core expenditure" wil men aansluiten bij de term "gold master",
die betekent dat een game klaar is voor publicatie.
 25% of meer besteding budget in UK
 UK producent
 Product doorstaat ‘culturele test’
 Fiscale werking verglijkbaar met FTR, op aantal punten toegespitst op games.
 Discussie of debugging en onderhoud onder de "core" vallen (anders dan bij film is
het product niet per definitie af als het uitgebracht wordt).
 Er is nog discussie of de regeling voor games niet gewoon onder een R&D faciliteit
kan vallen.
Puntensysteem voor games
Minimaal moet een productie 16 uit 30 punten halen.
 Speelt zich (fictief) af in UK/EER of non-descript
 Hoofdpersonages zijn Brits/EER of non-descript
 Naar verhaal van Brit of EER-resident
 Kosten creatieve staf meer dan 50% budget
 Engelstalig
 Promoot Britse cultuur/erfgoed
 Minimaal 50% concept-ontwikkeling of programmering of visuele effecten in UK
gedaan
 Creatieve staf (o.a. manager, hoofdprogrammeur, scenarist, hoofdontwerper) woont in
UK/EER-land.
Tax Relief in Nederland?
 Heeft een tweeledig economisch doel: bevorderen van investeringen in én bestedingen
door de Creatieve Industrie in Nederland
8


Is de tax relief gekoppeld aan de producent? Dan is de vraag: maakt hij winst?
Elke fiscale maatregel zal vanwege EU-regels altijd een ‘culturele toets’ kennen.
Belastingvoordeel voor investeerder of producent?
In België is het belastingvoordeel voor de investeerder, in de UK voor de producent. Wat
werkt het beste of wat zou het beste werken in NL? Moeilijk te zeggen. Optie zou zijn om het
voordeel overdraagbaar te maken (maar dan heb je weer intermediairs nodig).
Particulieren hierin betrekken?
Een regeling waarin ook particulier geld wordt betrokken trekt al snel scheef. Het Belgische
systeem staat daar ook niet voor open. "Dan zou het makkelijker zijn om gewoon een
belastingvoordeel te introduceren, een soort commerciële Geefwet voor particulieren." Lucas
Hendricks wees in de tweede sessie al op de optie van een vernieuwde Tante Agaath regeling,
een Tante Agaath 3.0.
Haalbaarheid en politieke wil
Lucas Hendricks:
"Ik heb het al eerder gezegd, maar de politieke wil om specifieke maatregelen te nemen voor
een sector is er op dit moment niet. Als we voor sectorspecifieke regelingen pleiten die ook
haalbaar moeten zijn, dan moeten ze volgens mij niet in de fiscale sfeer liggen."
Hugo Klaassen: "Maar het is langzamerhand alsof we een derdewereldland zijn waar niks kan
en niks mag, terwijl alle landen om ons heen dit wel doen. De Engelstalige landen kennen niet
eens de taalbeperking die we in Nederland kennen, maar zijn desondanks ruimhartig met
fiscale maatregelen die investeringen stimuleren."
Lucas Hendricks:
"De politiek zal het economische en culturele belang van de sector veel meer moeten gaan
zien, daarop moeten we onszelf veel beter profileren. Het draagvlak vergroten is enorm
belangrijk, anders is de bereidheid bij de politiek er niet."
Tax relief relevant voor muziek, mode, design?
Hugo heeft dat niet gezien. Een "culturele test" voor mode, muziek en design ligt ook heel
wat moelijker dan voor de films, tv, animatie en games.
Soft power versus economic power
Deelnemer in de sector ontwerp/design:
"Wij zitten wat meer in de hoek van dienstverlening, dus voor ons ligt het wat anders. Wij
maken bijvoorbeeld dankbaar gebruik van de WBSO-regeling (belastingvoordeel voor R&D).
Maar in zijn algemeenheid zie je op dit moment een verschuiving van economic power naar
soft power. De macht verschuift van de economische macht naar de culturele macht. De UK
springt daar heel goed op in en concentreert zich op de "zachte" waarden waarmee ze een rol
spelen op het wereldtoneel. Dat zou Nederland ook kunnen doen, want door de creatieve
sector onder te waarderen doe je jezelf ook economisch tekort."
Voor die soft power, ofwel culturele macht, bestaat ook een internationale index. Nederland is
daarop gezakt van de 10e naar de 15e plaats. "Dat zou een interessant ijkpunt zijn om je als
land op te richten."
9
"Als de creatieve industrie wordt ondergewaardeerd, bijvoorbeeld omdat het zo'n versnipperd
geheel is van kleine bedrijfjes, dan zou je ook kunnen proberen om het anders te organiseren,
zodat je meer volume krijgt. Meer bedrijven bij elkaar brengen, meer sectoren bij elkaar
brengen."
10
Download