Jaarboek Jaarboek Sportgeneeskunde 2010 NUR 898 2010 Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek Sportgeneeskunde 2010 Inhoud Colofon Inhoudsopgave Jaarboek Sportgeneeskunde 2010 Voorwoord 5 Sportgeneeskunde 1 Inleiding 7 Samenstelling en redactie 2 Algemene informatie 9 Peter van Beek (hoofdredacteur) 2.1 Geschiedenis van de sportgeneeskunde 10 - VFBV......................................................................... 120 Carolien Kanne 2.2 Sportgezondheidszorg 12 - VSG (gemeenten)...................................................... 121 Marleen Kessel 2.3 Beleidsontwikkelingen VSG en FSMI 15 - VSG (geneeskunde).................................................. 122 Nicole Eyssen (eindredacteur) 2.4 Pleitnota Sportgeneeskunde 18 - VSN.......................................................................... 124 Een publicatie van Arko Sports Media BV in samenwerking met de Vereniging voor - TNO........................................................................... 117 2.5 Sportbeleid Ministerie van VWS 2006-2010 21 - VSPN........................................................................ 126 Uitgave 2.6 Olympisch Plan 2028 27 - VVBN........................................................................ 128 Arko Sports Media 2.7 Sportartsen 31 - WBVS....................................................................... 129 Postbus 393 2.8 Sportmedische begeleiding 37 3430 AJ Nieuwegein 2.9 Richtlijnen sportmedisch handelen 40 4 Wetenschap en onderwijs tel. 030-6051090 2.10Klachtenregeling 44 4.1 Inleiding..................................................................... 132 fax. 030-6052618 2.11Financiering 45 4.2 Wetenschappelijk onderzoek..................................... 134 e-mail: [email protected] 4.3 Promoties sportartsen................................................ 177 website: www.sportsmedia.nl 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 131 47 4.4 Opleiding tot sportarts............................................... 184 Cijfers en getallen...................................................... 48 4.5 Onderwijs/bij- en nascholing...................................... 187 3.1 Uitgever 3.2 Personalia.................................................................. 49 4.6 Kennistransfer ............................................................ 191 Michel van Troost 3.3 In de media............................................................... 51 4.7 VSG Congres............................................................... 195 3.4 Rapportages betrokken organisaties......................... 59 Concept / vormgeving - Capaciteitsorgaan.................................................... 60 studiorvg*, Rotterdam - Clubartsen en consulenten..................................... 62 5Organisaties en adressen sportgezondheidszorg - Consument en Veiligheid........................................ 63 5.1 Nationaal.................................................................... 198 Foto’s 0mslag - Dopingautoriteit...................................................... 66 5.2 Internationaal............................................................. 237 dreamstime.com - FSMI........................................................................ 69 - Gehandicaptensport NL........................................... 73 - LOSO....................................................................... 74 Druk Deltahage, Den Haag - Mulier Instituut........................................................ 78 - NGS......................................................................... 81 ISSN 2210-6294 - NIOS........................................................................ 83 ISBN/EAN 978-90-5472-155-0 - NISB........................................................................ 85 NUR 898 - NOC*NSF................................................................. 90 - NOTS ...................................................................... 93 - NVDA....................................................................... 94 - NVFS........................................................................ 96 - RCT.......................................................................... 98 - RIVM Centrum Gezond Leven................................ 100 - RIVM Kies Beter.................................................... 102 - SBOS..................................................................... 104 - SCAS...................................................................... 105 - Service Médical..................................................... 107 © 2011 Arko Sports Media, Nieuwegein Behoudens uitzondering door de wet gesteld mag, zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende(n) op het auteursrecht, c.q. de uitgever van deze uitgave door de rechthebbende(n) gemachtigd namens hem (hen) op te treden, niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op de gehele of gedeeltelijke bewerking. De uitgever is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoedingen voor kopiëren, als bedoeld in art. 17 lid 2. Auteurswet 1912 en in het KB van 20 juni 1974 (Stb. 351) ex artikel 16b., te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden. 2 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 - Service Médical Academy....................................... 110 - SOS........................................................................ 112 - Sport&Geneeskunde.............................................. 116 197 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 3 Sport & Performance Metabole meetsystemen voor (top)sportgeneeskunde en bewegingswetenschap • K4b 2 Het eerste en meest verkochte draagbare VO2 meetsysteem voor veldtests in sportwetenschap en fysiologisch veldonderzoek. Meer dan 500 gepubliceerde artikelen wereldwijd. • Quark CPET Compact en stationair metabool meetsysteem voor uiterst nauwkeurige meting van gasuitwisseling en 12 kanaals ECG. • Fitmate MED me dbe ne De Liesbosch 52, 3434 LC Nieuwegein T: 088-10 50 500 F: 088-10 50 599 E: [email protected] W: www.cosmed.nu .c o s COSMED Benelux www Eerste mobiele meetsysteem voor VO2 metingen dat geen PC nodig heeft. Tevens diagnostische spirometer en koppelbaar met ECG. lu x .c o m Voorwoord v Voorwoord In het kader van de Olympische Spelen te Amsterdam in 1928 vond het eerste Internationale Congres op het gebied van de Lichamelijke Opvoeding en Sport plaats. Aan het einde van dit eerste congres werd een resolutie aangenomen met als conclusie dat de lichamelijke opvoeding een wezenlijk bestanddeel diende te vormen van het opvoedings- en onderwijsgebeuren. Initiatiefnemer was de vermaarde hoogleraar Prof. Dr. F.J.J. Buytendijk, die tevens de leider was van het eerste internationale medisch- en sportfysiologisch onderzoek tijdens de Olympische Spelen. Hiermee werd ook het de motorische vaardigheden van de jeugd met name belang onderstreept van een specifieke benadering van bij lichaamsbeheersing, evenwicht, goede houding en de sporter. beweging. De Koninklijke Vereniging van leraren Lichamelijke Nu, in 2010, zijn we een heel stuk verder als het om Opvoeding (KVLO) heeft uw steun nodig om bij de wetenschappelijk onderzoek gaat, kijk alleen maar naar beleidsmakers te wijzen op het gevaar van onvoldoende de innovatieve ontwikkelingen in de topsport en de kwalitatief bewegen. Het netwerk van sportartsen in afgeleide toepassingen voor de breedtesport en het Nederland biedt hier een goede mogelijkheid voor. Het bewegen in het bijzonder. aanleren van motorische vaardigheden op jeugdige De sportgeneeskunde heeft zich een vaste plek onder de leeftijd moet ook leuk zijn (want dat moet bewegen zeker sporters verworven, mede omdat er sprake is van een zijn) en vormt de basis waarop verder gebouwd kan grote kennis op het gebied van bewegen. Daarnaast, en worden aan een gezonde samenleving. dat vind ik een enorm voordeel, kunnen de sportartsen nauw samenwerken met de specialisten op vakgebieden In 1928 was Amsterdam gastheer van de Olympische zoals orthopedie en cardiologie. Sportartsen zijn geen Spelen. Professor Buytendijk heeft baanbrekend werk bedreiging voor deze vakgebieden maar juist een verzet. Vandaag hebben we onze ogen voorzichtig verrijking en dat geldt ook omgekeerd. gericht op de Olympische Spelen van 2028. De sportgeneeskunde moet in de aanloop hiernaartoe Bij het verschijnen van dit Jaarboek, waarin wederom zich nadrukkelijker gaan manifesteren, want zoals een “state of the art” wordt opgemaakt over het lichamelijke opvoeding de basis legt voor goed bewegen vakgebied van de sportgeneeskunde, wil ik aandacht is sportgeneeskunde noodzakelijk voor een verantwoorde vragen voor het bewegen onder jeugdigen. Verschillende en optimale begeleiding bij sportbeoefening! onderzoeken tonen aan dat de jeugd onvoldoende beweegt, verkeerde eetgewoonten heeft en te veel Jan Rijpstra overgewicht heeft. Daarnaast maak ik me zorgen over Voorzitter KVLO Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 5 Discover the alternative Versterkt de spieren Vermindert kans op blessures Optimaliseert de houding Verbetert de bloedsomloop Vergroot de balans www.fivefingers.nl www.fi vefingers.nl Inleiding 1 Hoofdstuk 1 Inleiding Voor u ligt het Jaarboek Sportgeneeskunde 2010, een jaar- In hoofdstuk 3 zijn de sportgeneeskundige verrichtingen lijkse uitgave van Arko Sports Media en Sport & Genees- van de sportartsen over 2010 in Nederland in getal weer- kunde, het wetenschappelijk tijdschrift van de Vereniging gegeven, wordt stilgestaan bij bijzondere leden van de voor Sportgeneeskunde en de Vlaamse Vereniging voor VSG in 2010 en is de aandacht gerubriceerd die door de Sportgeneeskunde. Dit jaarboek is bedoeld als naslagwerk media in 2010 aan sportgeneeskundige onderwerpen werd voor iedereen die informatie zoekt op het gebied van de gegeven. Het hoofdstuk wordt afgesloten met uitgebreide sportgezondheidszorg in Nederland en de redactie heeft informatie over de vele organisaties die elk hun rol spelen zich ingespannen om deze informatie logisch gerangschikt op het gebied van de sportgezondheidszorg. en overzichtelijk aan te bieden. In hoofdstuk 4 wordt uitvoerig stil gestaan bij het lopende In hoofdstuk 2 is algemene informatie bijeengebracht over wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de sport- de ontwikkeling van de sportgeneeskunde in Nederland en geneeskunde, met een opsomming van de inmiddels door over de beleidsvisie van de overheid, die het grote belang sportartsen afgeleverde proefschriften. erkent van sport voor de Nederlandse samenleving. Hierna wordt de opleiding tot sportarts aan de orde ge- In de Pleitnota Sportgeneeskunde wordt daarom nadrukke- steld inclusief de opleidingsregio’s en wordt een overzicht lijk aandacht gevraagd voor erkenning van de sportgenees- gegeven van de in 2010 georganiseerde bij- en nascho- kunde als klinisch specialisme. Aangezien grote gebeurte- lingsactiviteiten, inclusief het jaarlijkse VSG-congres. nissen hun schaduw vooruit werpen, wordt ook uitgebreid stilgestaan bij het Olympisch Plan 2028 dat volledig wordt In hoofdstuk 5 zijn de sportmedische instellingen per pro- gesteund door het kabinet en waarvoor het kabinet ook vincie gerangschikt met vermelding van de hier werkzame Olympische ambities heeft geformuleerd ten aanzien van sportartsen, gevolgd door de namen en adressen van onder meer onderwijs, cultuur, architectuur en de inrichting instanties die actief zijn op beleidsmatig of organisatorisch van Nederland. gebied binnen de sportgezondheidszorg, inclusief alle In het verlengde van deze ontwikkeling komt voor de sportbonden en de diverse verenigingen van trainers- c.q. sportgeneeskunde de uitdaging in beeld om de door oefenmeesters. NOC*NSF en de overheid geformuleerde topsportambitie Tenslotte worden de namen en adressen vermeld van te kunnen ondersteunen op sportmedisch gebied. Hiervoor onderwijsinstellingen die een opleiding aanbieden op het zal een topsportspecifieke opleiding ontwikkeld dienen te gebied van de sportgezondheidszorg in de brede zin des worden met specifieke werkplekken in de TopSport Medi- woords. sche Samenwerkingsverbanden (TMS). Het hoofdstuk wordt afgesloten met een beschrijving van De redactie spreekt de hoop uit dat dit jaarboek zijn de competenties van de sportarts en van de richtlijnen waarde als naslagwerk in de praktijk zal bewijzen. omtrent het sportmedisch handelen, gevolgd door een korte schets over de huidige financiering van P.A. van Beek de sportgeneeskunde. Hoofdredacteur Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 7 ACL TightRope ® Dicht de ruimte bij VKB transplantaatfixatie Maximaliseer het contactoppervlak van het transplantaat met de tunnel dankzij een revolutionair verstelbaar corticaal fixatiesysteem • Eén maat. De lengte hoeft niet te worden berekend. • Vul de gehele femorale tunnel met transplantaat. Ideaal voor korte femorale tunnels. • Sterk vierpunts vergrendelingsmechanisme wat ‘slippage’ voorkomt. knooploos vierpunts vergrendelingsmechanisme Doorvoeren, Aantrekken, Afknippen. . . 1 2 3 Doorvoeren van de ‘ACL TightRope Button’ Met de trekdraden wordt het transplantaat op zijn plaats getrokken Afknippen van de trekdraden, de femorale fixatie is klaar Ga voor meer informatie naar: http://tightrope.arthrex.com © 2010, Arthrex Inc. Alle rechten voorbehouden. Algemene informatie 2 Hoofdstuk 2 Algemene informatie In dit hoofdstuk wordt een algemeen overzicht verschaft van de omgeving waarin de sportgeneeskunde zich bevindt. In paragraaf 2.1 vindt u een korte beschrijving van de geschiedenis van de sportgeneeskunde, gevolgd in paragraaf 2.2 door een toelichting op de positionering van de sportgeneeskunde binnen de sportgezond­ heidszorg. In paragraaf 2.3 worden de beleidsontwikkelingen binnen het werkveld beschreven vanuit de VSG en de FSMI. Dan is in paragraaf 2.4 de Pleitnota Sportgenees­ kunde opgenomen. Vervolgens treft u in paragraaf 2.5 een samenvatting aan van het sportbeleid van het Ministerie van VWS. In paragraaf 2.6 worden relevante delen uit het Olympisch Plan 2028 besproken. In paragraaf 2.7 wordt uitleg gegeven over de definitie van sportgeneeskunde en het beroepsprofiel van de sportarts, gevolgd door een omschrijving van het begrip sportmedische begeleiding in paragraaf 2.8. In paragraaf 2.9 zijn de richtlijnen voor artsen omtrent sportmedisch handelen opgenomen. In paragraaf 2.10 wordt de klachtenregeling sportgeneeskunde kort besproken en tenslotte wordt in paragraaf 2.11 kort aandacht besteed aan de financiering van de sportmedische zorg. Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 9 2 Algemene informatie Algemene informatie 2.1 Geschiedenis van de sportgeneeskunde 10 waren op de specifieke wensen van de sportbeoefenaar. pelijk onderzoek) tot het Nederlands Instituut voor Sport De ‘oude sportkeuringen’ beantwoordden steeds minder en Gezondheid (NISG). De SMA’s maakten zich echter los aan hun doel en er kwam steeds meer kritiek op. De van het NISG en verenigden zich in 1992 in de Federatie vraag naar betere sportmedische advisering en voorlich- van Sportmedische Adviescentra (FSMA). ting leidde tot een toename van het aantal SMA’s, waar In 1996 werd het NISG wegens financiële problemen en een grotere sportgeneeskundige kennis beschikbaar was interne conflicten opgeheven waarbij het ‘restant’ van dan in het sportkeuringsbureau. de activiteiten werd ondergebracht bij de Sector Sport In 1979 besloten de Federatie en de VSG tot nauwere en Gezondheid van NOC*NSF. samenwerking tussen de sportkeuringsbureaus en de In 1993 ging Marieke van Doorn als eerste sportarts in SMA’s. Ze gaven een onderzoeksopdracht aan Bureau de kliniek (Reinier de Graaf Gasthuis te Delft) werken en Berenschot, dat in 1981 met het rapport ‘Structuren in in datzelfde jaar startte Gee van Enst de eerste sport- De sportgeneeskundige historie in Nederland begint stond er een toenemende behoefte aan sportmedische de sportgezondheidszorg: beweging in structuur’ kwam geneeskundige afdeling in het Sophia Ziekenhuis te rond 1921. Op 1 april 1921 werd op initiatief van Jan van begeleiding en meer belangstelling voor de sportge- met daarin het advies om te komen tot een landelijke Zwolle. Breemen de ‘Nederlandsche Geneeskundige Vereeni- neeskunde. Factoren die hierbij een rol speelden, waren en regionale sportgezondheidszorg. Sportkeuringsbu- In 1998 ging de FSMA deel uit maken van bureau ging ter bevordering van de Lichamelijke Opvoeding onder andere de enorme groei van de sportdeelname, reaus en SMA’s moesten worden samengevoegd in een Sportgeneeskunde Nederland. Binnen dat bureau waren (NGVLO)’ opgericht, met als doel ‘de bestudeering der het besef van de positieve maar ook van de negatieve veertigtal sportmedische regio’s, waarin de nadruk zou inmiddels per 1990 het NIOS (Nederlands Instituut Oplei- vraagstukken op het gebied der lichamelijke opvoeding effecten van sportbeoefening zoals plotse dood bij sport liggen op preventie en sportadvisering, met als overkoe- ding Sportartsen), per 1994 de VSG (Vereniging voor voorzoover die vraagstukken van geneeskundig belang en het optreden van blessures, en de toenemende twij- pelend orgaan een nieuw op te richten Nationaal Insti- Sportgeneeskunde) en per 1996 de SOS (Stichtingen zijn’. Het was wereldwijd de derde vereniging op dit fel over het nut van de verplichte sportkeuring. tuut Sport GezondheidsZorg (NISGZ). De consequenties Opleidingen in de Sportgeneeskunde) ondergebracht. gebied, alleen Duitsland en Frankrijk waren Nederland al Het aantal artsen dat belangstelling voor sportge- waren opheffing van de Federatie (gerealiseerd in 1983), In 1999 werd besloten door de toename van het aantal voorgegaan. neeskunde had groeide gestaag, daarmee ontstond overdracht van een groot aantal taken van de VSG aan sportgeneeskundige afdelingen binnen ziekenhuizen In 1923 is, op initiatief van Herman Reijs, de ‘Haagsche de behoefte om de sportgeneeskundige activiteiten te het NISGZ en het inpassen van het Bureau Sport-Ge- dat zich ook bij de Federatie wilde aansluiten, tot de Afdeeling van de Vereeniging’ opgericht en diezelfde bundelen. In 1965 werd daarom de ‘Vereniging voor neeskundige Aangelegenheden in het nieuwe instituut. naamswijziging van FSMA naar FMSI (Federatie van Reijs richtte in 1927 het eerste sportkeuringsbureau op. Sportgeneeskunde (VSG)’ opgericht. Het NISGZ heeft in 1983 het Preventief Sport Medisch Sportmedische Instellingen). Inmiddels zijn er 54 ge- Er kwamen al snel meer sportkeuringsbureaus, die zich Aan het begin van de jaren zeventig waren de medische Onderzoek (PSMO) ingevoerd ter vervanging van de certificeerde sportmedische instellingen verspreid over op 2 mei 1930 verenigden tot de Federatie van Bureaux begeleiding van en de voorzieningen voor de ‘top- ‘oude’ sportkeuring. Het was een grote kwalitatieve ver- heel Nederland, 103 geregistreerde sportartsen en 35 voor Medische Sportkeuring. Voornaamste doelstelling sporter’ verbeterd, maar daarnaast bestond een grote betering omdat bij het PSMO niet alleen werd gekeurd, sportartsen in opleiding verdeeld over negen opleidings- van de Federatie was ‘het uitschakelen van extra risico’s behoefte aan sportmedisch advies voor de ‘gewone’ maar ook geadviseerd en voorgelicht. Het PSMO sloeg regio’s. VSG, NIOS, SOS en FSMI zijn ondergebracht bij bij sportbeoefening voor zover deze te vinden zijn in de wedstrijdsporter en de recreatiesporter. Om aan deze echter niet aan en de voornaamste reden hiervan was bureau Sportgeneeskunde Nederland van waaruit deze lichamelijke gezondheidstoestand van de candidaat’. groeiende vraag te kunnen voldoen, startte een aantal dat in 1982 een aantal sportbonden de ‘verplichte sport- organisaties professioneel worden ondersteund. De keuringen werden in de eerste jaren meestal VSG-leden met ‘sportspreekuren’. keuring’ en de structuur van het PSMO afschaften. Het ’s avonds verricht door artsen met weinig sportmedische In 1975 nodigde de VSG de leiders van deze sport- basisonderzoek zou, afhankelijk van de voorinforma- kennis en ervaring. Doordat een aantal sportbonden spreekuren uit om een blauwdruk van de sportgezond- tie, al of niet uitgevoerd worden door een arts en daar de medische sportkeuring en een goedkeuringsbewijs heidszorg in Nederland te bespreken en in datzelfde jaar bleken sporters niet in geïnteresseerd. Waren er in 1980 echter verplicht had gesteld, werden in de topjaren van werd het VSG-beleidsplan ‘De toekomst van de Sport- nog 300.000 keuringen, in 1986 waren het er nog maar de Federatie 300.000 keuringen per jaar verricht door de geneeskunde in Nederland’ aan de toenmalige minister 40.000 en in 1987 slechts 20.000. Met ingang van 1 juli toen ongeveer 225 sportkeuringsbureaus. De sportkeu- van CRM aangeboden. 1988 werden de PSMO-bureaus en de Sport Medische ring was zowel voor de arts als voor zijn medewerkers, Hierna raakte de ontwikkeling van de sportgeneeskunde Regio’s opgeheven. Hierdoor bleven alleen de SMA’s zeker gedurende de eerste vijfentwintig jaar, een sociale in Nederland in een stroomversnelling. De Nederlandse over binnen het NISGZ. taak. In de loop der tijd werd de nodige sportmedische Hartstichting stelde geld beschikbaar voor de opleiding In 1991 accordeerde de Sociaal-Geneeskundigen Regi- knowhow verkregen door praktijkervaring en door het van de eerste sportarts, Gee van Enst. Tevens kwam er stratie Commissie (SGRC) het eerste officiële leerplan volgen van applicatiecursussen. via de Lotto/Toto geld beschikbaar voor de sportgenees- van de opleiding tot sportarts en hierna was er sprake Tot de zestiger jaren was er, behalve de sportkeurings- kunde waarmee het Bureau Sport-Geneeskundige Aange- van een officieel door de SGRC erkend opleidingsinsti- bureaus, vanuit de medische professie niet zoveel inte- legenheden werd opgericht. tuut tot sportarts, het NIOS (Nederlands Instituut Oplei- resse voor sportgeneeskundige zaken. Pas na het deba- Eén van de belangrijkste punten in het beleidsplan van ding Sportartsen). cle van de Olympische Spelen van Rome (1960) en het de VSG uit 1975 was het oprichten en landelijk spreiden In 1992 fuseerde het NISGZ met het Janus Jongbloed succes van de Olympische Spelen van Tokio (1964) ont- van sportmedische voorzieningen (SMA’s), die gericht Research Centrum (een instituut voor sportwetenschap- Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 2 11 2 Algemene informatie Algemene informatie 2.2 Sportgezondheidszorg basis van een individuele voedingsanamnese, een ana- chronische blessures (acute blessures worden in het lyse van de lichamelijke activiteit en de kenmerken/wen- algemeen door de reguliere zorg behandeld). Tevens zul- sen van de sporter. len zij bij de sportgezondheidszorg aankloppen voor de 9. Begeleiding verplichte keuringen die bepaalde sportbonden eisen. Bundeling van meerdere van de reeds genoemde zorg- Voor recreatiegerichte sporters worden veel evenemen- producten ten behoeve van individuen, teams, vereni- ten georganiseerd en de organisatie daarvan zal de gingen en/of evenementen over een langere periode. sportgezondheidszorg inschakelen voor het verzorgen 10.EHBSO van de begeleiding zoals het aanbieden van preventieve Een combinatie van blessurebeoordeling en (eerste) bles- activiteiten en hulp bij blessures. surebehandeling die als één geheel wordt aangeboden. 4. Prestatiegerichte sporters 2 Dit zijn sporters die meer uit hun lichaam willen halen 12 Sportgezondheidszorg is het geheel aan (preventieve 1. Sportkeuring/sportmedisch onderzoek Deze sportzorgproducten kunnen worden ingezet ten be- en extra inspanningen leveren om (steeds) beter te en curatieve) medische, paramedische en aanverwante Een beoordeling van de individuele gezondheid en de hoeve van vijf typen zorgvragers die binnen de sportge- presteren, zonder dat zij echt de uiterste grenzen willen dienstverlening ten behoeve van de doelgroep sporters geschiktheid om te bewegen/sporten. Een sportarts ver- zondheidszorg worden onderscheiden: onderzoeken waartoe hun lichaam in staat is. Voor deze of potentiële sporters (VWS 2001). richt hierbij diverse onderzoeken zoals intern, orthope- 1. Chronisch zieken groep is het belang van sportbeoefening relatief groot. disch en cardiologisch onderzoek en voert, afhankelijk Sport en bewegen kunnen bij bepaalde chronische Zij zullen een beroep doen op de sportgezondheidszorg Deze definitie van het Ministerie van VWS wordt in dit van de uitgebreidheid van de keuring/het onderzoek, aandoeningen bijdragen aan een verbetering van de voor de verplichte keuringen/sportmedische onderzoe- jaarboek gehanteerd en verder uitgewerkt door te stel- diverse testen uit zoals ogentest, urinetest, longfunctie- kwaliteit van leven. Advisering over passende vormen ken, blessurepreventie, blessurebeoordeling en -behan- len dat de door VWS genoemde ‘preventieve, curatieve test of inspanningstest. van sportbeoefening, waarbij rekening wordt gehouden deling, revalidatie, materiaaladvies en begeleiding bij en aanverwante dienstverlening’ onder meer wordt gele- 2. Blessurebeoordeling met de belasting-belastbaarheid, is voor mensen met evenementen. verd in gecertificeerde sportmedische instellingen door In de praktijk geschiedt dit door de diverse aanbieders een chronische aandoening van belang. In het algemeen 5. Maximale sporters sportartsen, sportfysiotherapeuten en sportmasseurs. van sportzorg, maar het is de vraag of dat vanuit het zullen chronisch zieken eerst via de huisarts bij een me- Maximale sporters zijn op zoek naar de uiterste grenzen De aanbieders binnen de sportgezondheidszorg richten oogpunt van het bieden van optimale zorg aan sporters disch specialist terecht komen die hen zal behandelen van wat zij lichamelijk (en geestelijk) kunnen pres- zich zowel op mensen die willen gaan sporten en om juist is. De VSG streeft ernaar om hierover duidelijke voor hun aandoening. Bij bepaalde aandoeningen kan teren. Dit zijn dan ook met name topsporters die op advies verlegen zitten, als op mensen die al sporten en afspraken te maken tussen de sportartsen, sportfysio- de huisarts of medisch specialist van mening zijn dat nationaal of internationaal niveau tot de besten in hun advies dan wel behandeling nodig hebben. therapeuten en sportmasseurs. sport en bewegen een positieve bijdrage kunnen leveren sport willen behoren. Zij doen een beroep op de sport- Ook mensen met chronische aandoeningen kunnen 3. Blessurebehandeling aan de kwaliteit van leven van de patiënt. In dat geval gezondheidszorg voor sportkeuringen/sportmedische baat hebben bij de expertise die aanwezig is binnen de Behandeling van een sportblessure door een (sport)arts zal hij de patiënt doorverwijzen naar een sportarts voor onderzoeken, blessurepreventie, blessurebeoordeling sportgezondheidszorg. De meerwaarde van de aanbie- en/of (sport)fysiotherapeut op verwijzing van een nader advies. en -behandeling, revalidatie, prestatievoorbereiding en ders binnen de sportgezondheidszorg ten opzichte van (sport)arts. Doel is de persoon terug te brengen naar 2. Inactieven die actief willen worden materiaaladvies. Tevens maken zij gebruik van de sport- die in de reguliere zorg ligt vooral op het terrein van zijn oorspronkelijke prestatieniveau. Hieronder vallen Inactieven die na een (lange) periode van inactiviteit gezondheidszorg bij de deelname aan evenementen. advisering op het gebied van de belasting en belast- ook sportrevalidatie, oefentherapie en training. weer willen gaan sporten of bewegen hebben vragen Er wordt dan altijd een team van professionals uit de baarheid. De reguliere zorg vervult voor de sportge- 4. Blessurepreventie die vergelijkbaar zijn met een aantal zorgvragen van sportgezondheidszorg ingezet. zondheidszorg een rol als ‘poortwachter’. In de praktijk Advies aan personen en/of organisaties over maatrege- chronisch zieken. Ben ik in staat om een sport te be- maken mensen in veel gevallen eerst gebruik van de len die blessures kunnen voorkomen c.q. beperken. oefenen? Welke sport zou voor mij het meest aangewe- In de piramide wordt een en ander schematisch samen- ‘gewone’ voorzieningen zoals de huisarts of de spoed- 5. Sport-/beweegadvies zen zijn? Op welke wijze moet ik mijn sportbeoefening gevat (zie volgende pagina). eisende hulp. Vanuit deze reguliere zorg vindt, indien Individueel advies over duur, frequentie en intensiteit opbouwen? Zijn controles nodig en op welke signalen nodig, doorverwijzing plaats naar de sportgezondheids- van geschikte sport- en beweegvormen. moet ik letten? zorg. 6. Testen en meten Deze groep is in principe gezond, maar heeft behoefte De sportarts, sportfysiotherapeut en sportmasseur kun- Het beoordelen van de fitheid van een persoon of een aan een passend sport- en beweegadvies. nen gezien worden als de belangrijkste groepen profes- groep op basis van sportfysiologische testen. 3. Recreatiegerichte sporters sionals die een bijdrage leveren aan het optimaliseren 7. Materiaaladvies Hieronder verstaan we de sporters die sport vooral zien van de gezondheid van iedereen die wil sporten en Beoordelen van materialen bij een bepaalde sport of be- als een gezonde, ontspannende bezigheid. Het leveren bewegen. Samen leveren zij verschillende sportzorgpro- wegingsvorm, met het doel de prestatie te bevorderen van (steeds betere) prestaties is voor deze groep niet ducten (Zorg voor sport en bewegen, Stichting Prismant en/of de gezondheid te beschermen. de primaire motivatie. Zij doen met name een beroep 2006). 8. Voedingsadvies op de sportgezondheidszorg bij vragen over blessu- Advies over algemene voeding en specifieke diëten op repreventie, blessurebeoordeling en behandeling van Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 13 2 Algemene informatie Algemene informatie Doelgroep Zorgvraag Door wie/waar > Toegang tot de sport > Blessurepreventie > Materiaaladvies > Hulp bij acute/chronische blessures > Revalidatie > Prestatievoorbereiding > Evenementenbegeleiding Maximale > Toegang tot de sport > Blessurepreventie > Materiaaladvies Prestatiegericht Recreatiegericht Inactief > Actief Chronisch Sportarts > Sportmedische Instelling Sportfysiotherpeut Sportmasseur Sportdiëtist Sportpsycholoog Sportarts > Sportmedische Instelling Sportfysiotherpeut Sportmasseur > Hulp bij acute/chronische blessures > Revalidatie > Evenementenbegeleiding > Toegang tot de sport > Blessurepreventie > Chronische blessures > Evenementenbegeleiding Sportarts > Sportmedische Instelling Sportfysiotherpeut Sportmasseur www.sportzorg.nl www.sportenbeweegpagina.nl > Vraag naar een passend sport- en beweegadvies Sportarts > Sportmedische Instelling www.sportzorg.nl www.sportenbeweegpagina.nl > Vraag naar een passend sport- en beweegadvies Sportarts > Sportmedische Instelling Sportfysiotherpeut www.sportzorg.nl www.sportenbeweegpagina.nl 2 2.3 Beleidsontwikkelingen VSG en FSMI Het stimuleren van sport en bewegen is een belangrijk wordt gewerkt aan kwalitatief hoogwaardige en toegan- aandachtspunt in alle geledingen van de maatschappij. kelijke sportmedische zorg. Sport en bewegen zijn ‘hot’ en een gezonde, verantwoorde sportbeoefening staat daarbij voorop. Er is Bij de ontwikkeling van het beleidsplan 2008-2011 van aandacht voor de recreatieve sporter, de gehandicapte VSG/FSMI is rekening gehouden met diverse ontwikke- sporter, de wedstrijdsporter en de topsporter, maar lingen en trends in de maatschappij en op overheids- daarnaast ook voor het individu met zijn eigen eisen en niveau. Daaruit kunnen de volgende conclusies worden wensen. Dit betekent dat ook voor de consequenties getrokken: van sport en bewegen (zoals blessures en het voorko- • Op basis van de toename van het aantal sporters men daarvan) aandacht moet blijven bestaan. kan geconcludeerd worden dat er in absolute zin meer blessures zullen ontstaan en hierdoor zal de Eigen verantwoordelijkheid sporter Samenwerking in de keten bepaalt kwaliteit Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft in de nota ‘Tijd voor Sport’ (2005) en het uitvoeringsprogramma Samen voor Sport (2006) uiteengezet het aantal mensen met een chronische of bewe- welke keuzes worden gemaakt om de wens van de over- gingsgerelateerde aandoening, het aantal mensen heid (“ investeren in een sportieve samenleving”) te ver- met een beperkte beweeglijkheid en het aantal wezenlijken. Het vorige kabinet heeft dat onderstreept mensen met overgewicht, kan geconcludeerd worden in het beleidsdocument ‘De Kracht van Sport’ (2007), dat de rol van bewegen (zowel preventief als cura- onder meer met de impuls ‘Brede scholen, Sport en Cul- tief ) steeds belangrijker zal worden. Hierdoor zal de tuur’ (2007) en recentelijk de impuls Nationaal Actieplan ‘sport’-participatie en dus ook de vraag naar sport- Op dit moment wordt toegewerkt naar regionale samen- Bron: Zorg voor sport en bewegen. Naar regionale samenwerking tussen Sport en Bewegen (2008). medische zorg toenemen. werking binnen de sportgezondheidszorg en vanuit de sportvoorzieningen en gezondheidszorg. Landelijk Platform Sportgezond- De sportgeneeskunde is inmiddels niet meer weg te sportgezondheidszorg naar samenwerking met enerzijds heidszorg. Stichting Prismant, 2006. denken als partner bij de uitvoering van dit kabinetsbe- gewerkt aan een verhoging van de doelmatigheid de algemene gezondheidszorg en anderzijds de sport- leid. In de VWS-nota uit 2005 zijn zelfs een aantal doel- van de sportgezondheidszorg. Gelet op de verwachte wereld op basis van kwaliteit. Doelstelling hiervan is stellingen expliciet voor de sportgeneeskunde benoemd toename van onder andere het aantal mensen met het verbeteren van de doelmatigheid en transparantie en in de afgelopen jaren heeft de sportgeneeskunde een chronische of bewegingsgerelateerde aandoe- van de sportgezondheidszorg zodat wordt gewaarborgd dan ook veel bereikt. Toch valt er nog het nodige te ver- ning, zal ook een toename van het aantal keten- dat elke (potentiële) sporter van optimale zorg wordt beteren aan de kwaliteit en (financiële) toegankelijkheid zorgafspraken moeten worden gerealiseerd om de voorzien. van de sportmedische zorg. Elke sportende/bewegende kwaliteit en de doelmatigheid van de sportgezond- Nederlander heeft recht op goede zorg, maar zolang diezelfde sportende/bewegende Nederlander niet weet 14 vraag naar sportmedische zorg toenemen. • Op basis van de toename van het aantal ouderen, Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 • Door de ontwikkeling van “ketenzorgtrajecten” wordt heidszorg te optimaliseren. • Patiënten worden meer en meer ‘klanten’ in de zorg dat deze zorg bestaat of er zelf voor in de buidel moet en verwachten een snelle behandeling op een kwali- tasten, is de toegankelijkheid onder de maat. Het is be- tatief hoog niveau zonder “onnodige” wacht- of toe- kend dat goede sportmedische zorg (grotere) problemen gangstijden. De sportarts dient dan ook voldoende kan voorkomen en tot sneller herstel kan leiden, dus tijd te besteden aan de zorg en de nazorg en ook de ook vanuit economisch opzicht is het van belang dat samenwerking met andere disciplines in de sport- Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 15 2 Algemene informatie Algemene informatie gezondheidszorg moet aan hoge eisen voldoen. Het het uitvoeren van diverse projecten op het gebied van De sportgeneeskunde zou instrumenteel kunnen zijn reguliere gezondheidszorg. Sportartsen zijn gespeciali- verwachtingspatroon van patiënten verschuift naar kennis- en kwaliteitsontwikkeling, van PR, promotie en om de door de RVZ geformuleerde ambities inhoud te seerd in het behandelen en adviseren van sporters die een eisenpatroon en de patiënt verandert in een voorlichting en van verdere ontwikkeling van infrastruc- geven en uiteindelijk te operationaliseren. Een sport- te maken krijgen met medische problemen door hun zelfbewuste consument. De afhandeling van de zorg tuur en ketenzorg. vereniging, waar sport, bewegen en spel plaatsvindt, sport (blessures, overbelasting, overtraining) maar ook zal dan ook een formeler karakter krijgen. Wetgeving Voorbeelden van projecten zijn: vormt de ultieme plaats waar ‘zorg en ziekte’ omge- van sporters die gehinderd worden in hun sportbeoefe- (WGBO, BIG, WMK, WBO), informatieplicht en voor- • ontwikkeling van richtlijnen en protocollen op sport- vormd kan worden naar ‘gezondheid en gedrag’. Sport ning door ziekte of aandoeningen. Daarbij hanteert de lichting vergen meer tijd van de individuele sportarts geneeskundig gebied; is niet alleen een doel op zich. Sport (en bewegen) is sportgeneeskunde een brede definitie van het begrip en zullen meer ondersteuning nodig maken. Klach- • ontwikkeling van onderwijsmodules voor huisartsen; instrumenteel in het behoud en/of de verwerving van sporter: ook mensen die opnieuw of meer aan hun ten, vragen om opheldering en ‘second opinions’ • scholingstraject voor bedrijfsartsen/jeugdartsen, zullen frequenter voorkomen en eveneens een groter tijdsbeslag per patiënt vergen. • Het huidige zorgstelsel veronderstelt een keuzevrijheid van de patiënt. De patiënt zal zich echter een goede gezondheid. Wetenschappelijk onderzoek gezondheid willen doen door extra lichaamsbeweging trainers/coaches, praktijkondersteuners huisartsen, toont zelfs aan dat het beloop en de prognose van veel horen daarbij. doktersassistenten en Physician Assistents; voorkomende ziekten (zoals diabetes mellitus, obesitas, • ontwikkeling van voorlichtingsmaterialen, regionale voorlichtingsbijeenkomsten, toolkits, Clubzorg; In haar nota “Perspectief op gezondheid 20/20” poogt kunnen worden door sport/bewegen. Op deze wijze kan de RVZ de uitdaging van de gezondheidszorg om met bewust moeten zijn van de keuzemogelijkheden om • ontwikkelen van tools voor kennistransfer; sport/bewegen een therapeutisch instrument zijn. Het is het huidige zorgaanbod een steeds grotere en verande- ook daadwerkelijk een keuze te kunnen maken en • opzetten van een complicatieregistratiesysteem; niet voor niets dat het concept ‘Exercise as Medicine’ nu rende vraag naar zorg te bedienen, om te zetten in een dit vereist een adequate informatievoorziening. • opzetten en uitvoeren van kwaliteitsvisitaties; een begrip is in de internationale sportmedische wereld. perspectief: kwaliteit van zorg gedefinieerd als bijdrage • implementatie van Diagnose Behandel Combinaties Een sportvereniging is een uitermate geschikte plaats aan gezondheid en participatie. De burger ontvangt om die gedachte in praktijk te brengen. Er is sprake van zorg, maar neemt de verantwoordelijkheid voor de eigen continuïteit, er is (geschoold) kader, er zijn bestaande gezondheid terug. De aanbieder bedient een groeimarkt, voorzieningen (op kleinschalig niveau) en er is een uit- maar stelt daar kwaliteit en doelmatigheid tegenover. stekende mogelijkheid om gebruik te maken van lokale De overheid borgt solidariteit en koopkrachtige vraag, (gemeentelijke) netwerken. Om deze processen effectvol maar formuleert ook eisen aan maatschappelijk rende- en verantwoord te implementeren is sportmedische ken- ment. De zorgverzekeraar handelt vanuit publiek belang nis en begeleiding onontbeerlijk. als makelaar en coach van zowel vrager als aanbieder. • De potentiële behoefte aan sportmedische zorg is veel groter dan die waaraan het huidige aanbod van sportmedische zorg kan voldoen. (DBC’s); • implementatie van een Elektronisch Patiëntendossier in (top)sportmedische begeleiding; Deze conclusies hebben de volgende consequenties voor de sportmedische zorg. • De sportmedische voorzieningen en expertise zullen • ontwikkeling van sportspecifieke blessure(preventie) informatie; • uitbreiding van ketenzorgtrajecten. zich minstens even snel dienen te ontwikkelen als de verwachte toename van de zorgvraag. Gespeciali- Tevens wil de VSG toewerken naar de erkenning van de Om de ambities te operationaliseren dient de sport- Noodzaak hierbij is om de samenwerking tussen alle seerde kennis op het gebied van bewegen, gezond- sportgeneeskunde als klinisch medisch specialisme of vereniging rijp gemaakt te worden voor een verande- partijen te organiseren. heid en ziekte is hierbij onmisbaar. Ook overdracht op zijn minst als een specialisme met een gelijksoortige ring. De sportvereniging dient zich niet alleen voor de De VSG/FSMI zijn, onder andere uitgaande van de RVZ- van sportmedische kennis en expertise aan andere positie, financiering en bekostiging als die van andere reguliere wedstrijdsporters open te stellen, maar juist discussienota’s en het nieuwe regeerakkoord, bezig met artsen (bijvoorbeeld huisartsen, jeugdartsen en medisch specialisten. Dit zal de toegankelijkheid van de ook voor allerlei andere doelgroepen zoals de senioren, de voorbereidingen voor een nieuw beleidsplan 2012- bedrijfsartsen) is van belang om aan de verwachte sportmedische zorg in meerdere opzichten ten goede mensen met chronische aandoeningen, dikke kinderen 2015. Binnen de bestaande beleidsthema’s kennis/kwa- toename van de vraag naar sportmedische zorg te komen. of mensen met een beperking. Ook dient in dit kader liteit, communicatie en organisatie zullen zelfmanage- uitdrukkelijk gedacht te worden aan de rol van sport ment, laagdrempelige toegang, informatievoorziening, Het totale beleidsplan van VSG en FSMI is te raadplegen en bewegen binnen re-integratietrajecten. Het feitelijke samenwerking en doelmatigheid belangrijke uitgangs- op www.sportgeneeskunde.com. sport- en beweegaanbod en de bijzondere professiona- punten zijn. kunnen voldoen. • Goede voorlichting is noodzakelijk, enerzijds om zoveel mogelijk problemen te voorkomen, anderzijds om consumenten/patiënten/sporters bewust liteit van het kader zullen hierop aangepast dienen te te maken van wat er ‘te koop’ is op het gebied van Voorbereidingen nieuw beleidsplan 2012-2015 worden. sportmedische zorg. In april 2010 heeft de Raad voor de Volksgezondheid en Om inhoud te geven aan de shift van ‘zorg en ziekte’ Zorg (RVZ) de discussienota “Zorg voor je gezondheid!” naar ‘gezondheid en gedrag’, kan de sportgeneeskunde/ en toegankelijk te zijn voor alle groepen die sport- uitgebracht. De Raad pleit daarin voor een omslag van sportarts een essentiële rol spelen. Er zijn 113 gere- medische zorg nodig hebben. zorg en ziekte (ZZ) naar gedrag en gezondheid (GG). gistreerde sportartsen verspreid over heel Nederland • De sportmedische zorg dient herkenbaar, bereikbaar • Uitgangspunt voor de organisatie en het aanbod van Na een aantal debatten bleek de omslag gedragen te werkzaam en daarnaast nog 34 artsen bezig met de de sportmedische zorg is de vraag van de zorgvra- worden door zorgprofessionals, zorgverzekeraars en vierjarige specialisatie tot sportarts. Zij kunnen vanuit ger/consument/patiënt/sporter. werkgevers. Deze groepen dienen de omslag te stimule- de (regionale) sportmedische instellingen of vanuit een ren en te faciliteren door preventie aan te bieden en te sportorganisatie dan wel sportbond hun sportmedische aanwezig te zijn om aan de verwachte toename van investeren in gezondheid. Hierbij werken patiënten en expertise leveren. De sportgeneeskunde is van oudsher de zorgvraag te kunnen voldoen. zorgverleners actief samen waardoor de effectiviteit en goed in het verbinden van preventie en curatie en kent de kwaliteit van de zorg toeneemt. zowel de wereld van de sport en fitness als die van de • Er dienen voldoende kwalitatief goede voorzieningen VSG en FSMI spelen op deze consequenties in door 16 hart- en vaatziekten en ook kanker) positief beïnvloed Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 2 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 17 2 Algemene informatie Algemene informatie 2.4 Pleitnota Sportgeneeskunde Sportgeneeskunde: bereikbaar voor iedereen? binnen de sportgeneeskunde doorgegaan. Zo hebben de heel Nederland, Sportmedische Adviescentra opgericht en sportartsen onder andere een beroepsprofiel opgesteld er werd gestart met de opleiding van de eerste sportarts. dat resulteerde in een nieuw opleidingsplan dat conform Ook werd een wetenschappelijk tijdschrift uitgegeven, de KNMG-richtlijnen aan de hand van het CanMeds-model getiteld ‘Geneeskunde en Sport’. werd opgesteld. Dit opleidingsplan is geïmplementeerd In 1986 leidden al deze ontwikkelingen tot de (door de en de sportarts-hoofdopleider is nu gedurende de gehele overheid bekrachtigde) erkenning van de sportgeneeskun- opleiding de eindverantwoordelijke. de als sociaal-geneeskundig specialisme. Dit was een be- De verwachting dat de zorgstelselwijziging van 2006 zou langrijk moment en een grote stap voorwaarts. De collec- leiden tot meer integratie van de sportgeneeskunde is tief preventieve taak die voor de sportgeneeskunde leek niet bewaarheid. De opleiding tot sportarts werd niet weggelegd in de destijds beoogde ‘Basisgezondheids- betrokken bij het flankerend beleid met betrekking tot de Inleiding In deze notitie geeft de Vereniging voor Sportgeneeskun- diensten’ kwam echter niet tot ontwikkeling aangezien medische vervolgopleidingen in de vorm van het Oplei- Sport is niet weg te denken uit onze samenleving en de haar visie en pleit zij voor erkenning van de sport- sportgezondheidszorg niet als gemeentelijke taak werd dingsfonds vanaf 2007. Ook zijn er nauwelijks vorderin- heeft de afgelopen decennia een steeds prominentere geneeskunde als klinisch-medisch specialisme in plaats benoemd bij de decentralisatie van de openbare gezond- gen op het gebied van de vergoedingen. De voorstellen plaats gekregen in de maatschappij. De positieve ef- van het huidige sociaal-geneeskundig specialisme. Deze heidszorg (GGD’en) eind jaren ’80. In de daarop volgende van de VSG om gebruik te mogen maken van (eigen of fecten van sport op de gezondheid van de deelnemers, verandering is een noodzakelijke stap om sportgenees- jaren kwamen er steeds meer nieuwe sportartsen die hun bestaande) ‘diagnosebehandelcombinaties’ zijn (nog) niet de sociale cohesie, het meedoen van alle groepen aan kunde voor iedereen bereikbaar te maken en de kwaliteit werkzaamheden verlegden van sociaal geneeskundige in- gehonoreerd. De reden daarvoor is dat sportgeneeskunde de samenleving, de nationale trots en de economie zijn te waarborgen. houd naar meer curatief werk. Veel ziekenhuizen hebben een sociaal-geneeskundig specialisme is en niet een ‘ge- overduidelijk. Sport is een inspiratiebron voor een actieve leefstijl. 18 recreatiesporters. In de jaren ’70 werden, verspreid over daarop ingespeeld en inmiddels is de sportgeneeskunde woon’ klinisch specialisme. Toch heeft de VSG er wel voor Historisch overzicht niet meer weg te denken uit de intramurale setting. Kort- gekozen om diagnosebehandelcombinaties te ontwikke- De sportgeneeskundige historie in Nederland begint rond om, er heeft een verschuiving plaatsgevonden van sociale len om in ieder geval ook op dit gebied gelijk te blijven Hoewel het ‘gezondheidssaldo’ van sport positief is, zijn 1921 met de oprichting van een vereniging die genees- geneeskunde naar steeds meer curatieve geneeskunde. met de ontwikkelingen binnen de klinische medisch er ook keerzijden. Blessures kunnen het plezier in sport kundige vraagstukken op het gebied van de lichamelijke behoorlijk aantasten en kunnen zelfs aanleiding zijn om opvoeding bestudeerde. In die tijd werd door enthousi- Ontwikkelingen in de afgelopen 10 jaar Op wetenschappelijk gebied is binnen de sportgenees- te stoppen met sport. Voor mensen met een lichamelijke aste artsen een sportkeuring gepropageerd om enerzijds In de afgelopen 10 jaar is een verdere toename te zien kunde de nodige vooruitgang geboekt in de afgelopen beperking of chronische aandoening kan hun gezond- medische problemen te voorkomen en anderzijds het van het aantal ziekenhuizen waarin sportgeneeskundige tien jaar, mede als gevolg van het stimuleringsprogram- heidstoestand beperkingen opleveren bij het sporten. De draagvlak voor sport in de medische wereld te vergroten. activiteiten plaatsvinden. Inmiddels zijn er 25 zieken- ma Sport, Bewegen en Gezondheid van ZonMw. Er is sportgeneeskunde legt zich toe op deze medische pro- Er werd een netwerk van ‘sportkeuringsbureaus’ gevormd, huizen waarin een sportarts werkzaam is. Meer en meer sprake van een breed eigen wetenschapsdomein waarin blematiek door gerichte diagnostiek en niet-chirurgische dat decennia lang naar wens functioneerde. ziekenhuizen ervaren een duidelijke toegevoegde waarde 14 sportartsen zijn gepromoveerd. Tevens is een zestal behandeling van letsels en advisering aan sporters en as- Deze bureaus hielden echter geen gelijke tred met de we- van de sportgeneeskunde in hun zorgpakket. Daar waar proefschriften in ontwikkeling. Groningen en Utrecht heb- pirant sporters met of zonder chronische aandoening. Dit tenschappelijke ontwikkelingen vanaf de jaren ’50, waar- bij andere specialismen de specifieke kennis op het ge- ben elk een leerstoel klinische sportgeneeskunde en in varieert van leefstijlgerichte preventie voor mensen met uit steeds duidelijker naar voren kwam dat sportieve in- bied van het bepalen van de (sportspecifieke) belasting- Amsterdam en Maastricht is sprake van een aanvullende een gezondheidsrisico tot hoogwaardige prestatiegerichte spanning goed is voor de gezondheid en dat met goede belastbaarheid ontbreekt kan de sportgeneeskunde een leeropdracht. Deze universiteiten bundelen samen met begeleiding van intensieve wedstrijdsporters. maatregelen de risico’s van sport voor de gezondheid mi- belangrijke aanvulling leveren. Binnen de ziekenhuizen het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam vanaf 2002 hun specialismen. nimaal zijn. Toen in de jaren ’60 als gevolg van de ‘Sport wordt dan ook door orthopeden, longartsen en cardiolo- krachten in een integraal samenwerkingsverband onder De veranderingen in het zorgstelsel, het beleid om behan- for All-beweging’ een enorme groei van de sportdeelname gen veel samengewerkt met de sportgeneeskunde. de vlag van het LOSO (Landelijk Overleg Sportgezond- deling (curatie) en preventie meer met elkaar te verbin- plaatsvond en ook het aantal artsen met belangstelling Het logische verzoek van de Vereniging voor Sportgenees- heidsonderzoek). den en de nationale ambitie om een actieve en gezonde voor de sportgeneeskunde groeide, ontstond de behoefte kunde om de sportgeneeskunde onder te brengen in het leefstijl onder alle lagen van de bevolking in te burgeren om de sportgeneeskundige activiteiten te bundelen en register van ‘gewone’ medisch specialismen werd in 2001 Consequenties van de huidige erkenning (Kabinetsstandpunt bij het Olympisch Plan 2028, 2009) de wetenschappelijke inzichten ten goede te laten komen afgewezen. Als reden werd onder meer genoemd dat bin- Het feit dat de sportgeneeskunde tot op heden niet vragen om een hernieuwde overweging van de positie aan de sporters. Om in deze behoefte te voorzien werd nen de sportgeneeskunde preventie een belangrijke rol erkend is als medisch specialisme heeft een aantal onge- van de sportgeneeskunde in het zorgstelsel. In de huidige in 1965 de Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG) op- speelt terwijl de klinisch specialist vooral diagnostisch wenste consequenties. situatie is de sportgeneeskunde voor veel (aspirant) spor- gericht. De ontwikkelingen binnen de sportgeneeskunde en curatief bezig is. Ook zou de sportgeneeskunde niet Ten eerste ontberen veel (aspirant) sporters, kwalitatief ters (financieel) ontoegankelijk, is de ontwikkeling van de raakten vervolgens in een stroomversnelling. De medi- duidelijk hebben kunnen maken wat het werkterrein in gezien, optimale zorg. Sportgeneeskundige zorg is slecht kwaliteit van de sportgeneeskunde onvoldoende geborgd sche begeleiding van en de voorzieningen voor de top- de klinische setting omvat, zou het wetenschapsdomein toegankelijk voor (aspirant) sporters omdat sportgenees- en (daarmee) is de plaats van de sportgeneeskunde in sporters werden verbeterd en sportmedisch advies werd onvoldoende ontwikkeld zijn en de opleiding te weinig kunde niet in het basispakket zit van de zorgverzekering. het totale zorgstelsel onvoldoende verzekerd. beschikbaar gemaakt voor ‘gewone wedstrijdsporters’ en ‘eigenheid’ hebben. Desondanks zijn de ontwikkelingen Vooral sporters met een kleine beurs (lage SES) zijn de Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 2 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 19 2 Algemene informatie Algemene informatie dupe omdat zij meestal geen aanvullende verzekering Tenslotte werkt de onduidelijke en onzekere positie van hebben die de diagnose en behandeling dekt. Sporters de sportgeneeskunde belemmerend voor artsen om zich en aspirant sporters die wel een aanvullende verzekering als sportarts te specialiseren. Dit draagt bij aan de onze- hebben voor sportmedische zorg krijgen te maken met fi- kere toekomst van de sportgeneeskunde. nanciële rompslomp als er aanvullende diagnostiek moet 20 2.5 Sportbeleid Ministerie van VWS 2006 - 2010 worden gedaan. Als een sportarts diagnostiek aanvraagt Streven en pleidooi wordt deze vaak niet gedekt door de zorgverzekering. De VSG heeft de overtuiging dat de wetenschappelijke Ten tweede heeft de sportgeneeskunde minder mogelijk- en zorginhoudelijke ontwikkelingen van het vak sportge- heden om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen sim- neeskunde en de ontwikkelingen binnen de opleiding tot pelweg omdat de sportgeneeskunde ‘niet aan tafel zit’. sportarts nu zover gevorderd zijn dat de sportgeneeskun- Zolang de sportgeneeskunde niet geïntegreerd is in het de erkend kan worden als klinisch medisch specialisme. zorgstelsel, wordt de sportarts bij nieuwe ontwikkelingen Zij is ervan overtuigd dat de erkenning van de sportge- Inleiding vaak over het hoofd gezien. Bijvoorbeeld bij het ontwik- neeskunde als klinisch specialisme zal bijdragen aan de De overheid heeft in het uitvoeringsprogramma “Samen minimaal 5 dagen per week, voor jongeren (< 18 jaar) is kelen van de zogenaamde ‘Beweegkuur’ voor mensen kwaliteit en samenhang van de zorg in het algemeen en voor Sport - 2006/2010” (2006) uiteengezet welke keu- 60 minuten per dag de beweegnorm (dubbel30). met overgewicht en andere risicofactoren. Zeker voor voor (aspirant) sporters in het bijzonder. Ook vanuit eco- zes worden gemaakt om de drie kernpunten (bewegen, Door middel van het NASB kunnen gemeenten, sport- mensen die al klachten hebben heeft de sportgeneeskun- nomisch opzicht is het van belang dat wordt gewerkt aan meedoen en presteren) in de periode 2006 tot 2010 te organisaties, bedrijven en andere maatschappelijke de veel te bieden op het gebied van het inschatten van kwalitatief hoogwaardige en toegankelijke sportmedische verwezenlijken. organisaties de gezondheid van te-weinig-actieve bur- de belastbaarheid en het verstrekken van (onafhankelijke) zorg, want het is bekend dat goede sportmedische zorg Het uitgangspunt van de overheid was daarbij dat de gers stimuleren door hen activiteiten aan te bieden op behandel- en beweegadviezen. (grotere) problemen kan voorkomen en tot sneller herstel keuze voor een gezonde en actieve leefstijl de logische het gebied van sport, spel, fitness en beweging in het Ten derde hebben ziekenhuizen met een sportgenees- kan leiden. keuze van de burger zelf moest worden, waarbij de over- ‘gewone’ dagelijkse leven. Met te-weinig-actieve burgers heid de randvoorwaarden zou scheppen voor een gezon- worden mensen bedoeld die de beweegnorm niet halen. grotendeels verholpen zou zijn als de sportgeneeskunde De VSG voelt zich in deze overtuiging gesterkt door de de sportbeoefening en wel een kwalitatief verantwoorde Een groot aantal organisaties spelen een rol binnen het als medisch specialisme is erkend. Ook de sportgenees- support en steun die er zowel vanuit het Ministerie van sportbeoefening en een goede sportinfrastructuur. NASB en de belangrijkste zijn VWS, NOC*NSF, NISB, VSG kundige zorg kan dan via de gebruikelijke weg bij de VWS als vanuit de georganiseerde sportwereld (sport- zorgverzekeraars worden gedeclareerd. In de huidige bonden en NOC*NSF) bestaat om de ontwikkeling van de situatie moeten de ziekenhuizen aparte afspraken met de sportgeneeskunde verder te brengen (VWS nota’s 2001 en Het NASB richt zich in principe op de volgende drie zorgverzekeraars maken over de vergoeding van de sport- 2005). De ontwikkeling van het kabinetsbrede plan om thema’s: geneeskundige zorg. Nederland op een Olympisch niveau te brengen om de 1. Bewegen en Sporten in de gemeente (Impuls NASB) Ten vierde wordt de verdere wetenschappelijke ontwik- Spelen ook te kunnen organiseren geeft een extra stimu- 2. Bewegen en Sporten via sportvereniging of sport- keling belemmerd. Door financiële drempels, zoals de lans in deze richting (Olympisch Plan 2028, 2009). Een slechte financiële toegankelijkheid van de sportgenees- goede parallel is te vinden binnen het Verenigd Koninkrijk kundige zorg en het niet vergoeden van MRI-scans wordt met de organisatie van de Olympische Spelen in Londen de patiënteninstroom beperkt waardoor het includeren 2012 en de oprichting van de British Association of Sport van voldoende geschikte sporters bij patiëntgebonden en Exercise Medicine (BASEM) en de erkenning van de Het breed implementeren van het NASB in de Neder- onderzoek wordt belemmerd. Daarnaast wordt het mee- sportgeneeskunde als medisch specialist (FSEM, 2009). landse bevolking moet op afzienbare termijn tot de dingen naar subsidies van fondsen die aan erkende me- Ook het feit dat steeds meer individuele medisch specia- volgende resultaten leiden: disch specialismen zijn gekoppeld (zoals het Annafonds) listen en hun beroepsverenigingen zien en erkennen dat bemoeilijkt door het niet-erkend zijn van de sportgenees- de sportgeneeskunde van aanvullende waarde kan zijn Het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB) kunde. Daardoor is de continuïteit van het wetenschappe- sterkt de VSG in haar streven naar erkenning. Het Ministerie van VWS heeft ter uitvoering van de nota kundige afdeling te maken met financiële rompslomp die en VNG. bond (NASB Sport) 3. Bewegen en Sporten tijdens of rondom het werk (NASB Werk) • in 2010 is de kans op een blessure per 1000 uur sportbeoefening met 10 procent gedaald van 1.0 naar 0.9 letsels; lijk onderzoek niet verzekerd omdat de tijdelijke stimule- het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen ingezet om ringsimpuls in 2010 afloopt. burgers op grote schaal tot een actieve leefstijl te ver- voor sport en bewegingsbeleid voor de werknemers Ten vijfde is ook de kwaliteit van de sportgeneeskunde leiden. Om de hiervoor noodzakelijke omslag in gedrag tijdens of na werkuren toegenomen van 14% in 2006 in de toekomst niet geborgd omdat de sportgeneeskunde te bevorderen, werd het nut van voldoende beweging niet volwaardig in het zorgstelsel is opgenomen. Welis- gepropageerd aan de hand van de Nederlandse Norm • in 2010 is het deel van de volwassen bevolking dat waar worden het sportgeneeskundige kwaliteitsbeleid en voor Gezond Bewegen (NNGB). Volgens deze beweeg- gemiddeld geen enkele dag per week voldoende de opleiding op dit moment apart gesubsidieerd, maar norm is voldoende beweging het dagelijks 30 minuten beweegt teruggedrongen van 8% in 2006 naar 5% dat biedt geen garanties voor de toekomst. matig intensief bewegen (stevig wandelen, fietsen) op eind 2010;. Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 2 • in 2010 is het aantal bedrijven dat aandacht heeft naar 25% eind 2010; Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 21 2 Algemene informatie • in 2012 voldoet minstens 70% van de Nederlandse volwassen bevolking aan de Nederlandse Norm Algemene informatie tief van de burger. Durf, visie en realiteitszin kenmerken gische Zorgagenda ‘Twintig stappen naar gezonde zorg de chronische aandoeningen, in de ziekenhuiszorg en in de adviezen. in 20/20’* uitgebracht door de RVZ( Den Haag, septem- de langdurige zorg. ber 2010). Hieronder kunt u een samenvatting vinden In hoofdlijnen zijn het de volgende agendapunten. Gezond Bewegen en/of de Fitnorm (combinorm), in 2004 was dit 60%. In de brochure ‘Van zz naar gg; acht debatten, een van de hoofdlijnen van het advies aan de regering / parlement, welke uitgewerkt zijn in 20 aanbevelingen voorzitter van de RVZ, laat in het voorwoord het volgende richting de burger/patiënt, de zorgprofessional, voor het investeer in gezondheid, voeg preventie toe aan het Uit epidemiologisch onderzoek blijkt dat zich in Ne- weten: stelsel en voor de sturing. basispakket van de Zvw, houd de burger aan goed patiëntschap, maak meer van de collectieve contrac- blessures voordoen. Hiervan zijn 920.000 blessures In april 2010 heeft de RVZ de discussienota Zorg voor je Samenvatting Perspectief Zorgagenda ten, voer een actieplan tegen het roken uit (haast geleidelijk en 2.700.000 blessures plotseling ontstaan gezondheid! uitgebracht. De nota pleit voor een omslag De zorg staat voor grote uitdagingen: een steeds gro- nergens roken zoveel volwassenen en jeugd zoveel en bij 1.400.000 blessures wordt medische behande- van zorg en ziekte (zz) naar gedrag en gezondheid (gg). tere en veranderende vraag naar zorg, grenzen van het ling gezocht (“Sportblessures”, Consument & Veiligheid, In een reeks van acht debatten heeft de RVZ zijn visie medisch kunnen die steeds verder opschuiven terwijl februari 2010). voorgelegd aan een breed publiek: patiënten, vertegen- beschikbare middelen en menskracht volstrekt tekort als outcome en committeer producent én patiënt Hoewel groot in aantal zijn de sportblessures de minst woordigers van patiëntenorganisaties, zorgprofessionals, schieten. Het huidige zorgaanbod kan deze uitdaging aan zijn bijdrage. Dwing dit af, op de kortst moge- ernstige van alle ongevalletsels, maar ze leveren wel zorgverzekeraars, wetenschappers, adviseurs, bestuurders niet aan, wordt daar niet op gestuurd of geprikkeld. lijke termijn. Kijk hiervoor ook naar het buitenland. ongemak op bij het ontwikkelen en voortzetten van een en beleidsmakers. Niet alleen afkomstig uit de zorg, maar actieve leefstijl en dat is om verschillende gezondheids- ook uit de overheid, het bedrijfsleven, het onderwijs en Dit advies poogt de uitdaging om te zetten in een de kwaliteitsnormen voldoet, alleen die zorg wordt redenen ongewenst. brancheverenigingen. perspectief: kwaliteit van zorg gedefinieerd als bijdrage gecontracteerd en geleverd. De overheid heeft al een aantal jaren grote aandacht De deelnemers aan de debatten hebben een zeer waar- aan gezondheid en participatie, alle actoren daar naar voor een continue en betrouwbare monitoring van sport- devolle bijdrage geleverd aan de totstandkoming van handelend. schaarsere menskracht. Dit betekent inzetten op blessures om verantwoorde beleidskeuzes te kunnen de strategische zorgagenda 2010-2020. De Raad heeft er Een heldere en eerlijke transactie: de burger die zorg procesverbetering en arbeidsbesparende innovatie maken en het overheidsbeleid is de laatste jaren met veel van geleerd. Bijvoorbeeld dat we veel meer aandacht ontvangt maar verantwoordelijkheid voor de eigen ge- en -technologie. name gericht op: moeten besteden aan preventie. En dat de focus breder zondheid teruggeeft; de aanbieder die een groeiende • het kwaliteitsbeleid in de sportgeneeskunde; moet zijn: zorg, welzijn én participatie, daar gaat het om. markt mag bedienen en daar kwaliteit en doelmatigheid een streep door alle financiële zekerheden in het • de sportmedische begeleiding van topsporters; Tevreden stelt de Raad vast dat iedereen enthousiast tegenover stelt; de overheid die solidariteit en koop- huidige stelsel. Er wordt fantastisch werk verzet in • doelgerichte blessurepreventieprogramma’s. is over de omslag van zz naar gg. Alle deelnemers zijn krachtige vraag borgt en eisen aan maatschappelijk ren- de zorg, maar actoren worden te weinig geprikkeld als hier!). • Zorg voor kwaliteitsnormering: formuleer kwaliteit Het verzekerd pakket bevat uitsluitend zorg die aan • Doelmatigheid is extra urgent waar het gaat om • Zorg dat herstructurering van de grond komt: haal doordrongen van de urgentie dat het anders moet. De dement formuleert; een verzekeraar die vanuit publiek om samen te werken aan publieke doelmatigheid. Het sportbeleid van het Ministerie van VWS (2006 – organisatie van de zorg moet anders, en alle betrokkenen belang handelt als makelaar en coach van zowel vrager Dit is de kern van gereguleerde marktwerking, ont- 2010) heeft zijn weerslag gehad op o.a. het kwaliteits- krijgen een andere rol. als aanbieder. bureaucratisering hoort hier ook bij. Dit perspectief realiseren betekent een volle agenda, beleid van de sportgeneeskunde, de sportmedische begeleiding van topsporters en op doelgerichte blessu- Wat zijn de belangrijkste conclusies? voor zeker twee kabinetsperioden. Randvoorwaarden Het advies werkt deze punten verder uit in 20 aanbeve- repreventieprogramma’s. Aan de gevolgen hiervan wordt Allereerst vindt men dat burgers en patiënten zelf ver- creëren, daarna de voortgang bewaken en bijsturen. lingen en presenteert tevens een tijdschema voor meer- in verschillende paragrafen van dit jaarboek aandacht antwoordelijk zijn voor hun (on)gezond gedrag en dat zij Randvoorwaarden voor de burger/patiënt, voor de zorg- dere kabinetsperioden. De ombuigingstaakstelling van besteed. zoveel mogelijk zelf de regie moeten voeren over de zorg. professional, voor het stelsel en voor het sturingsmodel, het kabinet kan al direct worden benut: bezuinigen met Zorgprofessionals, zorgverzekeraars en werkgevers moeten alles gericht op kwaliteit in termen van resultaat. visie impliceert bijvoorbeeld hogere eigen betalingen Het uitvoeringsprogramma “Samen voor Sport – 2006 / dat stimuleren en faciliteren, daarnaast moeten zij preven- 2010” is het laatste jaar in gegaan. Met een nieuwe re- tie aanbieden en flink investeren. De rijksoverheid moet Maar allereerst de samenwerking organiseren. Zonder teitsnormering; dit is tevens een randvoorwaarde om te gering in het vooruitzicht wordt druk gespeculeerd hoe het voortouw nemen bij collectieve preventie. samenwerking met de sector, vragers en aanbieders, kunnen doorpakken naar gereguleerde marktwerking en het beleid ten aanzien van de gezondheidszorg ingevuld Tot slot vindt men een andere financiering en sturing abso- krijgt het kabinet de noodzakelijke herstructurering niet naar pakketbeheer op basis van substitutie. Die zullen gaat worden. lute voorwaarden voor een andere organisatie van de zorg. voor elkaar. Een Stichting van de Zorg kan wellicht een op hun beurt voorzien in prikkels voor doelmatigheid De RVZ heeft de bal aan het veld gegeven, en nu is de platform bieden om het gesprek aan te gaan. voor alle actoren: burgers, verzekeraars en aanbieders. (eigen risico). Met voorrang wordt gewerkt aan de kwali- De Raad voor de Volkgezondheid en Zorg (RVZ) is een overheid aan zet. Die moet zorgen voor de randvoorwaar- onafhankelijk adviesorgaan voor de regering en voor den en wel nu, meteen aan het begin van de nieuwe kabi- De agenda die in dit advies wordt aangeduid moet aanbevelingen impliceert tevens dat het gaat om een het parlement. De Raad zet zich in voor de volkgezond- netsperiode. De tijd is er rijp voor. voldoende massa hebben om herstructureringen van de proces dat zeker meerdere kabinetsperioden gaat duren. grond te krijgen. Aan de vraagzijde, dus in de opstel- Eerst randvoorwaarden creëren, dan maatregelen treffen. heid en voor de kwaliteit en de toegankelijkheid van 22 • Stuur systematisch op gezondheid en participatie: sprekend verhaal’ (augustus 2010) laat Rien Meijerink, Gezonde sportbeoefening derland jaarlijks gemiddeld 3.600.000 miljoen sport- Deze ingewikkelde samenhang tussen de verschillende de gezondheidszorg. Daarover brengt hij strategische In navolging op de acht debatten die zijn gevoerd over ling van de zorgvrager en aan de aanbodzijde, dus in de adviezen uit die worden geschreven vanuit het perspec- de discussienota Zorg voor je gezondheid! is de Strate- dagelijkse zorg dicht bij huis, voor de kleine kwalen en Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 2 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 *20/20, een gevleugelde uitdrukking in de VS, is oorspronkelijk een norm voor het gezichtsvermogen. In overdrachtelijke zin heeft 20/20 inmiddels de betekenis ‘goed bekeken’ 23 2 Algemene informatie Algemene informatie Aanbevelingen burger / patiënt Die houdt in dat hij transparant is over zijn aanbod en in behandeling van multimorbiditeit; de formulering richtlijnontwikkeling is achterhaald, wordt niet ver- 1. Goed patiëntschap deskundigheid en open staat voor samenwerking en is in termen van outcome (dus als oplossing voor een goed. Verzekerde geneeskundige zorg wordt in de Zvw Goed patiëntschap wordt polis- en leveringsvoorwaarde taakverdeling ten bate van goede en doelmatige zorg. gezondheidsprobleem of participatie). Een voorbeeld geformuleerd als richtlijnconforme zorg. Het vervallen (geclausuleerde solidariteit; zie ook hoofdstuk 6). De Bij die samenwerking en taakverdeling betrekt hij ook hiervan is het chronic care model van Wagner. Relevan- van de huidige open formulering draagt bij aan de kos- verzekeraar beloont, met kwijtschelding van een - sub- de zorgvrager. Hij handelt richtlijnconform. te buitenlandse ervaringen zijn opgedaan door Kaiser- tenbeheersing. De zorgverzekeraar en leverancier zijn stantieel verhoogd - eigen risico en stimuleert en onder- 8. Transparantie over aanbod afdwingen Permanente (VS) en de NHS (Engeland). De formulering verplicht verzekerden alert over het verzekerde pakket steunt de burger in het gebruik van de noodzakelijke De overheid dwingt bij de professional transparantie van de richtlijnen is voorts open, dus niet op voorhand te informeren. hulpmiddelen: keuze-informatie, leefstijlinformatie en over behaalde resultaten en patiënttevredenheid af, toegesneden op bestaande beroepen c.q. monopolies. 15. Zorgnetwerken het digitale personal health record. zodat de burger een afgewogen keuze kan maken. De Het gaat om de functie, niet om de aanbieder. Bij de De formele samenwerking en taakverdeling tussen de 2. Zorg voor eigen rekening verzekeraar kan de kengetallen bij de zorginkoop benut- ontwikkeling van deze richtlijnen is er inbreng van zorg- eerste, tweede en derde lijn (de zogenoemde echelon- Het kabinet onderzoekt welke verstrekkingen die ten. Ook de professionals zelf kunnen hun kengetallen professionals en organisaties van patiënten en consu- nering) ontwikkelt zich naar een meer open verhouding gepaard gaan met geringe uitgaven of die algemeen gebruiken voor de interne bedrijfsvoering en als bench- menten. waarin horizontale en verticale netwerken bestaan. De gebruikt worden en dus tot de normale uitgaven gere- markinformatie. 12. Door naar gereguleerde marktwerking poortwachter naar de medisch specialist wordt daarbin- kend kunnen worden, kunnen worden uitgesloten van 9. Met de inloopfunctie wordt een begin gemaakt De ontwikkeling naar gereguleerde marktwerking, zoals nen functioneel belegd (niet meer exclusief bij de huis- vergoeding. Dit geldt ook voor voorspelbare uitgaven Als eerste stap krijgen gemeenten en zorgverzekeraars hiervoor geschetst, wordt doorgezet. Dit levert doel- arts). Ook de inloopfunctie kan hiervoor worden benut. in de langdurige zorg. Koopkrachteffecten kunnen via de wettelijke mogelijkheid om samen de inloopfunctie te matigheidswinst op. Gereguleerde marktwerking houdt Aan de poort van de zorg werken teams met verschil- belastingverlaging worden gecompenseerd. ontwikkelen. De zorgfunctie kan worden gecombineerd onder meer het volgende in. lende deskundigheden (jeugd en gezin; arbeid; ggz; 3. Abonnementstarief huisarts met diverse gemeentelijke functies (wonen, schulden, Bestaande financiële zekerheden voor verzekeraars ouderen). Verschillen in regelgeving tussen curatieve Het kabinet onderzoekt de voor- en nadelen van recht- werk en uitkering) en kan fysiek (in de wijken) en di- en aanbieders, verdwijnen zo snel mogelijk (2012). Zij en langdurige zorg die deze samenwerking belemmeren streekse betaling van het abonnementstarief voor de gitaal (de login functie ‘health-alert.nl’) worden aange- worden voortaan zoveel mogelijk beloond voor gezond- moeten zo snel mogelijk verdwijnen. huisarts door de burger in plaats van door de verzeke- boden. Gemeenten en verzekeraars dragen samen de heidsresultaten (hiervoor is een RVZ-advies `Sturen op 16. Ook ziekenhuiszorg in netwerken organiseren raar en de daarvoor te creëren voorwaarden. kosten; het gebruik van de functie valt buiten het eigen gezondheid` in voorbereiding). Met het vaststellen van richtlijnen voor ziekenhuiszorg 4. Investeren in gezondheid risico van de Zvw. Na drie jaar vindt evaluatie plaats en De ex ante risicoverevening wordt aangevuld met ge- en met het doorvoeren van gereguleerde concurrentie, De zorgverzekeringen dekken behalve de kosten van kunnen eventueel noodzakelijke vervolgstappenworden zondheidsmaatstaven (2013); voor het Gemeentefonds wordt een ontwikkeling naar een beperkt aantal me- genezing en verzorging, ook kosten van gezond blijven. overwogen. wordt deze mogelijkheid onderzocht. disch specialistische netwerken bevorderd. Ziekenhuizen Het verzekerd pakket wordt uitgebreid met diverse pre- 10. Positie medisch specialist De ontwikkeling naar gereguleerde concurrentie kan werken hierin samen en verdelen taken en specialis- ventieprogramma’s, als eerste op het gebied van bewe- De formele verhouding tussen medisch specialist en worden gestimuleerd door concentratie en aanbeste- men. Deze open netwerken dragen bij aan verbetering gen en energiebalans. ziekenhuis wordt tegen het licht gehouden; nieuwe or- ding door de overheid van aanbod waarvoor de over- van de kwaliteit en doelmatigheid, maar beperken de 5. Collectieve contracten voor gezondheid ganisatievormen worden gestimuleerd. De fiscale status heid een bijzondere verantwoordelijkheid draagt, zoals concurrentie en de keuzevrijheid van de patiënt niet. De kortingsregeling van collectieve contracten wordt van vrijgevestigde medisch specialisten met een vaste de beschikbaarheidsfunctie SEH. Voor de meest specia- Behandeling, revalidatie en nazorg worden integraal en exclusief gekoppeld aan de inspanningen van het col- verbintenis met een ziekenhuis wordt herzien. listische zorg is extra regulering via de WBMV vanuit hetzelfde financiële kader bezien. Het werkpro- een optie. gramma 2010-2011 van de Raad voorziet in een nader lectief om gezondheid en participatie te bevorderen. De 24 regeling is voorbehouden aan bedrijfs- en patiëntencol- Aanbevelingen voor het stelsel Er wordt stevig ingezet op taakherschikking. Het af- advies hierover. lectieven. 11. Kwaliteitsinstituut formuleert richtlijnen schaffen van financiële zekerheden voor zorgaanbieders 17. Langdurige zorg anders organiseren 6. Bevordering intersectoraal gezondheidsbeleid Een zelfstandig publiek instituut (Kwaliteitsinstituut) is hiervoor een belangrijke stimulans. De collectieve zorg wordt zoveel mogelijk geschoond Intersectoraal beleid biedt winstkansen. Het intersec- met doorzettingsmacht formuleert richtlijnen voor verze- De OVA-systematiek wordt beëindigd, deze belemmert voor aanspraken op voorspelbare zorg. Het pakket torale gezondheidsbeleid behoeft een sterkere be- kerde zorg (cure en care) en de kengetallen voor trans- de productiviteitsgroei en eigen verantwoordelijkheid wordt verkleind (onder meer de functie begeleiding) leidsmatige verankering, zowel centraal als decentraal. parantie; de minister stelt vast. Bestaande instanties op van werkgevers en werknemers in de zorg. met het oogmerk om sociale netwerken en zelfredzaam- Formuleer concrete doelstellingen en verbeter de onder- het terrein van de sturing op kwaliteit en doelmatigheid 13. Versterking publieke rol verzekeraar heid te stimuleren. Via de WMO krijgt de gemeente hier steuning. Het gezamenlijke rapport ‘Buiten de gebaande in de zorg gaan op in dit Kwaliteitsinstituut (en ver- De verzekeraar profileert zich bij de zorginkoop door de een belang bij. Revalidatiezorg gaat naar de Zvw. Bij paden’ (2009) van ROB, Onderwijsraad en RVZ alsmede dwijnen als afzonderlijke organisaties c.q. verliezen hun inbreng van kennis over de klant, de markt en kwaliteit/ intensieve zorgbehoefte en het geheel ontbreken van het gelijkluidende advies van de SER, bevatten hiervoor functie op het betreffende terrein). Het pakket verze- doelmatigheid. Voorts neemt hij deel aan het ontwik- eigen regie ligt de verantwoordelijkheid bij het rijk. concrete voorstellen. kerde zorg voldoet aan de vastgestelde richtlijnen voor kelen van kwaliteitsmaatstaven en outcome-indicatoren. Wonen en zorg worden gescheiden, alleen zorg is nog kwaliteit, effectiviteit en doelmatigheid. Zorg buiten de Hij investeert veel meer in zorginkoop. verzekerd. Onderzocht wordt of countervailing power Aanbevelingen Zorgprofessional richtlijnen wordt niet geleverd of vergoed (dat wil zeg- 14. Substitutie als pakketbeginsel hanteren van de uitvoeringsorganisatie voor de langdurige zorg 7. De publieke rol van de professional gen comply or explain). De richtlijnen zijn vraaggericht, Het pakketbeheer is gebaseerd op substitutie: nieuw tot stand kan worden gebracht door overheveling van De professional versterkt zijn publieke verantwoording. integraal (curatieve en langdurige zorg) en voorzien komt in de plaats van oud. Obsolete zorg, die door de de indicatiestelling van het CIZ naar gemeenten en ver- Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 2 25 2 Algemene informatie Algemene informatie zekeraars, als hun gezamenlijke verantwoordelijkheid. 20. Een onderzoeks- en ontwikkelagenda De financiering is persoonsvolgend. De WMO houdt het Diverse onderwerpen uit dit advies zijn complex en karakter van een voorzieningenwet; dus zonder verze- ingrijpend en vergen nader onderzoek en een zorgvul- kerde rechten. dige, stapsgewijze ontwikkelfase. Dit betreft onder meer de inloopfunctie, de indicatiestelling langdurige zorg, de Aanbevelingen voor de sturing uitvoering van de AWBZ, instrumenten om de eigen ver- 18. Een kabinetsplan om het roken fors terug te dringen antwoordelijkheid van de burger te vergroten. Deze O&O- De ambitie is dat in 2020 het percentage rokers in ons agenda dient op korte termijn te worden opgesteld. 2 2.6 Olympisch Plan 2028 land op of onder het OECD-gemiddelde ligt. Hiertoe zet het kabinet een verdere verhoging van de tabakaccijns De beweging die geïnitieerd wordt door de RVZ om niet in (ook als financiële dekking van intensiveringen op meer, zoals tot nu toe, te kiezen voor ‘Ziekte en Zorg’ het gebied van gezondheidsbevordering), het kabinet maar te kiezen voor ‘Gedrag en Gezondheid’ sluit goed Dat Nederland als klein land tot grote prestaties in staat tief én passief. Ook het naar Nederland halen van tot de houdt de regelgeving ten aanzien van roken in openbaar aan bij het reeds ingezette beleid van Sportgeneeskun- is, bleek op de Olympische spelen van 2000 in Sydney. verbeelding sprekende internationale sportevenementen, toegankelijke ruimtes goed tegen het licht en nodigt so- de. In 2010 is contact gezocht met de RVZ om hen hier- Nederland eindigde in het medailleklassement bij de waaronder in het bijzonder de Olympische Spelen en ciale partners uit om afspraken over rookvrije bedrijven van op de hoogte te brengen, wellicht biedt dit kansen beste tien landen van de wereld. Een bijzondere pres- Paralympische Spelen van 2028, hoort erbij. zonder gedoogruimtes en rookpauzes te maken. Alle voor de toekomst. tatie die het waard is om voor eigen publiek te herha- schoolpleinen zijn rookvrij. De mogelijkheid om roken len. Sydney leerde ons nog een les: ook een land met op te nemen in de kwaliteitsrichtlijnen en als verplicht een relatief kleine bevolking is in staat de Olympische De Alliantie onderdeel van collectieve contracten voor de basisverze- Spelen met succes te organiseren. Zo ontstond heel Een plan met zoveel impact op de Nederlandse samenle- kering wordt onderzocht. Vergelijkbare pakketten maat- voorzichtig de gedachte om de Olympische en Paralym- ving verdient het om zijn vorm te krijgen in een alliantie regelen zouden overigens moeten worden overwogen pische Spelen naar Nederland te halen. Na de Spelen van zoveel mogelijk partijen die bij de samenleving voor alcoholgebruik en overgewicht. van Athene 2004 bleek dat dit idee op veel steun kon betrokken zijn. Het plan om Nederland naar olympisch 19. Bestuursorganen aanpassen rekenen. niveau te brengen heeft raakvlakken met zoveel facet- Het Kwaliteitsinstituut krijgt een prominente positie, NOC*NSF is met deze gedachte aan de slag gegaan en ten, dat de alliantie breed zal moeten zijn. De overheid, ook in het verminderen van de bureaucratie doordat de is de initiatiefnemer en aanjager van het Olympisch Plan werkgevers/ bedrijfsleven, werknemers, onderwijs en in dit instituut gebundelde organisaties ophouden te 2028. wetenschap, de sportwereld en diverse andere organisaties en instellingen kunnen allemaal vanuit hun speci- bestaan. De op te stellen kwaliteitsrichtlijnen moeten een helder kader bieden voor pakketbeheer en voor In 2006 besloot het bestuur van NOC*NSF te onderzoe- fieke deskundigheid een waardevolle bijdrage leveren het kwaliteitstoezicht. Ook moeten zij de transparantie ken hoe de discussie over de organisatie van Olympi- aan het Plan. Dan pas ontstaat het klimaat dat nodig is verder helpen en daarmee de ontwikkeling naar gere- sche en Paralympische Spelen het best zou kunnen wor- om, vanuit een gedeeld ideaal, deze droom te verwe- guleerde marktwerking een impuls geven. Op termijn den ingericht. Dit onderzoek werd gesteund door de vier zenlijken. kan hierdoor de uitvoering en handhaving van de WMG grote steden en de ministeries van Volksgezondheid, worden vereenvoudigd en wordt overheveling van de Welzijn en Sport (VWS), van Economische zaken (EZ) en De drie fasen van het Olympisch Plan 2028 resterende WMG-taken naar de NMa mogelijk. van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieube- 2006-2009 heer (VROM). Het Olympisch Plan 2028 is de voorlopige Onderzoeksfase: het formuleren van de ambities in dit uitkomst van dit onderzoek, waarbij veel publieke en ‘plan van aanpak op hoofdlijnen’ en het verwerven van private partijen betrokken zijn. Het is een plan van aan- een breed draagvlak hiervoor, via een brede maatschap- pak op hoofdlijnen om heel Nederland naar olympisch pelijke discussie. niveau te brengen. Resultaat: een charter waarmee de deelnemende par- Het Olympisch Plan 2028 is de ambitie om met sport tijen zich concreet verbinden aan het Olympisch Plan in de volle breedte een bijdrage te leveren aan Neder- 2028. land, zodat de positieve effecten nu en in de toekomst 26 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 zichtbaar zijn, met de organisatie van de Olympische en 2009-2016 Paralympische Spelen van 2028 in Nederland als inspire- Opbouwfase: voor elk van de geformuleerde ambities rend perspectief en mogelijke uitkomst. wordt met en door de betrokken partijen een plan van Met ‘sport in de volle breedte’ wordt de topsport én aanpak uitgewerkt en doorgevoerd. breedtesport bedoeld, olympisch én niet-olympisch, ac- Resultaat: heel Nederland naar olympisch niveau. Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 27 2 Algemene informatie Vanaf 2016 Algemene informatie • het uitwerken van de Olympische Hoofdstructuur; gaan onderzoeken of de huidige sportartsen voldoende • het creëren van een echte breedtesportcultuur, te be- • het doortrekken van het Meerjarenprogramma Infra- toegerust zijn om de topsportambitie te kunnen onder- sloten of Nederland zich kandidaat stelt voor organisatie ginnen met werknemers (weer) te laten sporten door structuur, Ruimte en Transport (MIRT 2020) naar een steunen op sportmedisch gebied. van de Olympische en Paralympische Spelen 2028. bedrijfssport te bevorderen. MIRT 2028; Topsport stelt specifieke eisen aan de medische bege- Kandidaatfase: aan het begin van deze fase wordt be- te vergroten én de bereikbaarheid te verbeteren; • het opstellen en in de praktijk brengen van een visie Sociaal-maatschappelijke ambitie op groen en gezondheid. leiding en daardoor aan de inrichting van het medische begeleidingsteam en de organisatie eromheen (Gezond Acht ambities Nederland heeft in 2016 een sociaal klimaat waarin men Het Olympisch Plan is een aaneenschakeling van samen- met plezier samenleeft, er trots op is Nederlander te zijn Evenementenambitie voorziening die een bijdrage levert aan het creëren van hangende deelprojecten, die rond een achttal ambities en graag iets bijdraagt aan de maatschappij. Nederland staat in 2016 wereldwijd bekend om zijn optimale voorwaarden om maximaal te presteren, waar- gegroepeerd zijn. Ambities rond topsportontwikkeling, • NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer: grote ambitie en talent voor het organiseren van grote bij vanuit (para)medisch standpunt zal worden bewaakt rond breedtesportontwikkeling, op sociaal-maatschappe- • sportparticipatie in achterstandswijken te vergroten sport- en culturele evenementen. dat dit op een veilige, gezonde en verantwoorde wijze • NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer: geschiedt. Om een sportarts adequaat te laten functio- • het creëren van excellente voorwaarden voor een neren in de topsport dient de sportarts over specifieke lijk terrein, op het gebied van welzijn, economie, ruimtelijke ordening, evenementen en media-aandacht. Hieronder worden deze ambities nader toegelicht. en bruggen te slaan naar het sportverenigingsleven; • sportverenigingen te ontwikkelen tot maatschappelijke organisaties en zelfs tot openbare voorzieningen. 2 aan de Top, 2008). Topsportmedische begeleiding is een pro-actief evenementenbeleid, te beginnen met competenties te beschikken. • het opzetten van een Evenementenbureau als experTopsportambitie Welzijnsambitie tise- en kenniscentrum op het gebied van de acqui- De huidige competenties van een sportarts zijn af te Nederland heeft in 2016 een vruchtbaar topsportklimaat Nederland heeft in 2016 een gezonde bevolking: fitte sitie, de organisatie, de promotie en de publiciteit leiden uit de definitie voor sportgeneeskunde. waarin sporters optimaal kunnen presteren. Nederland werknemers, vitale ouderen en minder mensen (en rond evenementen; Sportgeneeskunde is het medisch specialisme dat zich bezet structureel een Top 10 positie op de diverse vooral kinderen!) met overgewicht. Voldoende beweging wereldranglijsten. en gezonde voeding zijn de norm. fonds, Evenementenfonds en Accommodatiefonds de gezondheid van (potentiële) deelnemers aan sport • NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer: • NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer: om onze ambities en activiteiten op het gebied van en sportieve activiteiten. Ook richt het zich op het be- • het creëren van een excellerende omgeving, te • het stimuleren van meer sport en beweging door evenementen te financieren; vorderen, waarborgen en herstellen van de gezondheid richt op het bevorderen, waarborgen en herstellen van beginnen met (aankomende) topsporters betere het aantal breedtesportaccommodaties te vergroten, mogelijkheden te bieden zich verder te ontwikkelen bedrijfssport te bevorderen, passend sportaanbod turele evenementen met een grotere diversiteit aan en bewegen. Bij beiden wordt uitdrukkelijk rekening via Centra voor Topsport en Onderwijs en Nationale te realiseren om senioren (weer) aan het sporten te takken van sport. gehouden met de sportspecifieke belasting en belast- Topsport Centra. Dit zijn expertisecentra van interna- krijgen, sportorganisaties en begeleidend kader te tionale allure voor alle facetten van de topsport: de beste coaches, voortreffelijke accommodaties, wetenschappelijke begeleiding, topsportgeneeskunde, professionaliseren en sport op school te bevorderen; • gezonde voeding te stimuleren in sportkantines, bij sportevenementen en op scholen. sportfysiologie, testlaboratoria, sociaal-maatschap- • het naar Nederland halen van meer sport- en cul- van mensen met chronische aandoeningen door sport baarheid. Media-aandacht ambitie Door het vergroten en verbreden van de media-aan- Gezien de definitie en gezien de algemeen omschreven dacht voor sport is in 2016 de sportbeleving in Neder- sportgeneeskundige competenties die een sportarts land dusdanig toegenomen dat een Top 3 positie bezet verwerft gedurende zijn/haar opleiding (Opleidings- pelijke begeleiding, dus wonen, trainen en onderwijs Economische ambitie wordt in Europa. Mede daardoor groeit het aantal men- plan Sportgeneeskunde 2008, zie hoofdstuk 3.4 NIOS) onder één dak; Nederland heeft in 2016 een sterke, competitieve econo- sen dat regelmatig aan sport doet. behoort een topsporter niet tot de primaire doelgroep • het creëren van een topsportcultuur, te beginnen mie, mede dankzij een grotere arbeidsparticipatie, een • NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer: van een sportarts. Gezien de wensen vanuit de topsport met topsporters via een “tweedecarrièrebeleid” vol- toegenomen arbeidsproductiviteit, meer aandacht voor • het realiseren van een rijk aanbod in de breedte zouden er een aantal aanvullende eisen kunnen worden doende mogelijkheden te bieden om behalve hun innovatie en een sterk internationaal imago. en in de diepte, te beginnen met het voorbereiden, gesteld. topsportcarrière ook een passende maatschappelijke • NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer: bouwen en lanceren van een Crossmedia Platform loopbaan op te bouwen. • leerlingen en studenten uitdagend onderwijs te bie- Breedtesportambitie Nederland is in 2016 een samenleving waarbij het Sport gericht op de informatievoorziening over vier De VSG is van mening dat de volgende extra competen- den, waarbij individuele talenten beter worden her- mediakanalen: televisie, web-tv met video-on-de- ties niet mogen ontbreken bij een sportarts die topspor- kend en ontwikkeld en prestaties worden beloond; mand, mobiel-tv en doelgroep-tv in (o.a.) clubhui- ters medisch begeleidt (prestatiearts). zen van sportclubs. Daarnaast heeft het Crossmedia 1. Topsportspecifieke kennis en ervaring: niet alleen • innovatie en wetenschap te stimuleren. beoefenen en beleven van sport voor jong en oud een belangrijke kwaliteit is in hun leven. Minimaal 75% van Ruimtelijke ambitie de Nederlanders uit alle lagen van de (multiculturele) Nederland is in 2028 een land met een goed leefkli- samenleving doet in 2016 regelmatig aan sport. maat, voldoende sportaccommodaties en een goede • NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer: • het creëren van een faciliterende omgeving, te beginnen met het aantal breedtesportaccommodaties 28 • het opzetten van een Host Broadcasting Garantie- Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Platform Sport aandacht voor alle bestaande en van de belastingvorm maar ook van de specifieke toekomstige media. topsportomgeving, van materialen en van het verschil in trainings- en wedstrijdbelasting. 2. Kennis van sportspecifieke letsels en andere rele- mobiliteit, zodat het organiseren van Olympische en Beleid VSG aansluitend bij het Olympisch plan 2028 ParalympischeSpelen nog beter mogelijk is. Naar aanleiding van o.a. het Olympisch plan 2028 en de 3. Kennis van/overtraining, doping en kennis van de • NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer: topsportambitie die hierin genoemd wordt, is de VSG vante gezondheidsproblemen. typische (fysiologische) eigenschappen van de spor- Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 29 2 Algemene informatie ters uit de betreffende tak van sport. 4. Een direct te consulteren netwerk van (gecertificeer- Algemene informatie Om de huidige sportartsen op te leiden tot een prestatiearts die over bovengenoemde competenties beschikt, de) medisch specialisten ten behoeve van (snelle) zal een topsportspecifieke opleiding ontwikkeld moeten behandeling en advies. worden. De prestatieartsen zullen hun werkplek vinden 5. Een direct te consulteren netwerk van (gecertificeerde) paramedici ten behoeve van (snelle) behandeling in de nog verder te ontwikkelen TopSport Medische Sa- 2 2.7 Sportartsen menwerkingsverbanden (TMS). en advies. 6. Kennis van alle beschikbare experts binnen de specifieke tak van sport (inspanningsfysiologie, biomechanica, voeding, farmacie, endocrinologie). 7. In staat zijn om te fungeren als coördinator van Sportgeneeskunde is het medisch specialisme dat zich Ze beperkt zich niet tot één enkele medische discipline, richt op het bevorderen, waarborgen en herstellen van maar is een horizontaal specialisme. De sportarts heeft de gezondheid van (potentiële) deelnemers aan sport en een brede kennis en weet die ook op verschillende ma- 9. Een voor de topsport passende attitude bezitten. sportieve activiteiten. Ook richt het zich op het bevorde- nieren in te zetten. Zo houdt hij zich niet alleen bezig met 10.Vermogen om uitstekend te kunnen communiceren ren, waarborgen en herstellen van de gezondheid van zorg, maar ook preventie, prestatiebevordering, weten- met trainers/coaches, met topsporters als ook met mensen met chronische aandoeningen door sport en schappelijk onderzoek en beleids- en managementtaken de ploeg-/sportbegeleiding in algemene zin (sponsor bewegen. Bij beiden wordt uitdrukkelijk rekening gehou- kunnen belangrijke onderdelen van zijn takenpakket zijn. en andere belanghebbenden). den met de sportspecifieke belasting en belastbaarheid. (acute) topzorg. 8. Kennis hebben van en ervaring hebben met werken onder hoge druk in een topsportomgeving. Net als de werkzaamheden is ook het werkveld van de Algemeen sportarts enorm breed. Een groot deel kiest voor een Talrijke gezondheidsvoordelen van lichaamsbeweging veelzijdige baan bij een van de ruim vijftig gecertificeer- zijn onbetwist. Lichaamsbeweging (en dus ook sport) de sportmedische instellingen in Nederland. Ook sport- kan een grote bijdrage leveren aan de verbetering van organisaties, zoals sportbonden, professionele (top) de gezondheid en het herstel na letsel of ziekte. Voor sportclubs en sportverenigingen, bieden menig sport- chronisch zieken kan beweging bovendien het ziektever- arts uitdagend werk vol afwisseling, reizen en – niet te loop of de leefsituatie positief beïnvloeden. Als het gaat vergeten – fantastische sportieve hoogtepunten. Tot slot om de gezondheidsbevorderende werking van lichaams- zien we de laatste jaren ook binnen het sportonderwijs beweging is de sportarts dé expert. Hij weet alles over en de danswereld een groeiende vraag naar sportartsen. (sportspecifieke) belasting van verschillende vormen Dat het werkterrein van de sportarts in de toekomst nog van lichaamsbeweging en over de belastbaarheid van verder uitgebreid zal worden is zeker niet ondenkbaar. mensen, al dan niet met verschillende aandoeningen, ziekten of blessures. Ontwikkeling van de sportgeneeskunde Sportgeneeskunde is een relatief nieuwe loot binnen de De sportarts zoekt voortdurend naar de beste balans medische wereld in Nederland. In 1986 werden de sport- tussen belasting en belastbaarheid. Het is zijn taak om artsen geregistreerd binnen het register van de Sociale Ge- zijn patiënten/sporters te beschermen tegen overma- neeskunde. Dit was een historisch moment en een grote tige, eenzijdige, ongeschikte of vroegtijdige belasting. stap voorwaarts. In de daaropvolgende jaren kwamen er Tegelijkertijd mag van hem ook een sportvriendelijke steeds meer nieuwe sportartsen die hun werkzaamhe- houding worden verwacht: de sportarts respecteert zijn den verlegden van sociaal geneeskundige inhoud naar patiënten/sporters in hun wijze van sportbeoefening. meer curatief werk. In 1993 startte zelfs een sportarts zijn Zijn inspanningen zijn dan ook vaak niet alleen gericht werkzaamheden in een intramurale setting. Hierna volgden op de gezondheid van zijn patiënten/sporters, maar ook vele anderen. Anno 2009 zijn er ruim 25 ziekenhuizen die op hun sportieve prestaties. sportgeneeskunde binnen de muren hebben. Kortom, er heeft een verschuiving plaatsgevonden van sociale ge- Sportgeneeskunde kan met recht een van de meest ge- neeskunde naar steeds meer curatieve geneeskunde. varieerde takken van de geneeskunde worden genoemd. 30 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 31 2 Algemene informatie Algemene informatie In al die jaren werd er binnen de beroepsgroep sportart- Voor de sportartsen is hier de volgende invulling aan sen veel gediscussieerd over wat het vak moet inhouden. gegeven. In 1998 leidde dit tot het vaststellen van de zogeheten ‘kernactiviteiten’ van de sportarts en keerde de rust bin- Medisch handelen nen de sportartsenwereld weer. Voortschrijdend inzicht en De sportarts is tot het volgende in staat. praktische argumenten leidden echter tot nieuwe gedach- 1. Kan een relevante, beknopte en accurate anamnese c.Sportmedische begeleiding: bovenstaande taken Dit impliceert het vermogen om een patiënt/sporter dan in een traject over langere termijn voor meer- op invoelende wijze en met respect te informeren dere individuen en/of groepen. In dat geval is de en te adviseren. De belasting dient aangepast te sportarts bij uitstek de coördinator van zorg. worden aan de belastbaarheid, waarbij ondertussen begrip, discussie en actieve deelname van de tes. Dit heeft in juni 2004, na een goede voorbereiding afnemen en een doelmatig lichamelijk onderzoek handelingsmogelijkheden en past deze in de praktijk patiënt/sporter in beslissingen over zijn behandeling van de interne VSG-werkgroep beroepsprofiel en meerdere efficiënt uitvoeren. Volgt relevante procedures om toe. Hieronder valt het weten te stellen van de worden gecultiveerd. Daaronder valt het kunnen luis- mondelinge en schriftelijke discussierondes, geleid tot gegevens te verzamelen, te analyseren en te inter- juiste, patiëntgerelateerde vragen, het systematisch teren naar een patiënt/sporter, alsmede het effectief een actueel beroepsprofiel van de sportarts. Het beroeps- preteren, stelt een diagnose en verricht de juiste zoeken naar onderbouwing en het kritisch evalueren communiceren met andere zorgverleners om een op- profiel is zo geformuleerd dat elke sportarts zich er in geneeskundige procedures om het probleem van een van sportgeneeskundige en andere relevante litera- timale en consistente zorg voor de patiënt/sporter en principe in kan vinden en dat de sportarts zich uitstekend patiënt/sporter te helpen oplossen. Drie kerntaken tuur, alsmede ander bewijs om de klinische besluit- zijn omgeving (familie, trainer, coach) te waarborgen. vorming te optimaliseren. Dit vraagt eveneens om het vermogen om duidelijke onderscheidt van andere medisch specialismen. worden onderscheiden: a.Consultaties: op grond van een sportmedisch 3.Weet waar de grenzen van de eigen persoonlijke en accurate dossiers bij te houden. Beroepsprofiel probleem (zoals van het bewegingsapparaat of deskundigheid liggen. Hieronder valt het nemen van Het beroepsprofiel van de sportartsen is gebaseerd op een intern probleem) adviseren, behandelen c.q. een beslissing of en wanneer er andere deskundigen andere informatiebronnen, zoals door medisch we- het Canadese systeem van beoordeling en toetsing: de verwijzen. Bij de consultatie wordt desgewenst nodig zijn om bij te dragen aan de zorg voor een pa- tenschappelijke instanties ‘approved’ internetsites, Canadian Medical Education Directions for Specialists, gebruik gemaakt van aanvullend onderzoek tiënt/sporter en het doorvoeren van een persoonlijk naslagwerken, beeldmateriaal (video, CD-ROM) en kortweg Canmeds. Dit model definieert het beroeps- (bijvoorbeeld bloedonderzoek, beeldvormende programma om de eigen medische vaardigheid op andere deskundigen. profiel van de medisch specialist aan de hand van ruim diagnostiek). peil te houden. twintig sleutelcompetenties (Lutke Schipholt, 2003). In het bijzonder gaat het om: Deze competenties zijn gegroepeerd in een zevental -Specifieke, sportgeneeskundige, inspan- 4.Toont effectieve consultatievaardigheden. Hieronder 4. Is in staat, indien nodig, de patiënt te wijzen op Samenwerking valt het presenteren van goed onderbouwde evalua- De sportarts is tot het volgende in staat. 1. Overlegt doelmatig met andere artsen, gezondheids- competentiegebieden: ningsgerelateerde diagnostiek (o.a. inspan- ties en aanbevelingen, zowel mondeling als schrifte- 1. Medisch handelen ningsdiagnostiek met ademgasanalyse, lijk, naar aanleiding van een verzoek van een andere werkers en sportbegeleiders (trainer, coach). Dit im- 2. Communicatie compartimentsdrukmetingen, biomechanische gezondheidswerker. pliceert het vermogen om onderzoek en behandeling 3. Samenwerking analyse), en 4. Kennis en wetenschap 5. Maatschappelijk handelen 6. Organisatie 7. Professionaliteit te ontwikkelen en behandelplannen te continueren, Communicatie samen met de patiënt/sporter en andere zorgverle- zen (belasting in relatie tot belastbaarheid en De sportarts is tot het volgende in staat. ners. Onder deze aanpak valt het vermogen om te sportrevalidatie). 1. Vormt een goede verstandhouding met patiënt/spor- weten waar de grenzen van de eigen deskundigheid -behandeling in de vorm van belastingsadvie- b.Preventieve sportmedische onderzoeken: dit ter. Hieronder valt het kunnen vormen en onderhou- liggen, het begrijpen van de rollen en deskundigheid betreffen fysische/diagnostische onderzoeken, den van een therapeutische relatie en het cultiveren van de andere betrokkenen, het informeren van en In de onderstaande figuur zijn de competentiegebieden inspanningstesten of keuringen die gevraagd van een omgeving die gekenmerkt wordt door be- samenwerken met de patiënt/sporter en zijn omge- en hun onderlinge verhouding weergegeven: worden ten behoeve van een patiënt/sporter. grip, vertrouwen, empathie en vertrouwelijkheid. ving (familie, trainer, coach) bij de besluitvorming 2. Verkrijgt relevante sportgeneeskundige informatie de patiënt/sporter en zorgverleners in de behandel- greert dit. Hieronder valt het kunnen navorsen van plannen. 2. Draagt doeltreffend bij aan de samenwerking met patiënt/sporter over het ontstaan, de aard en de andere artsen en andere gezondheidswerkers. Hier- behandeling van de aandoening in een sportgenees- onder vallen activiteiten in ziekenhuizen, praktijken kundig perspectief. Sportartsen moeten in staat zijn en andere instellingen, zoals commissies, onderzoek, om de invloed van factoren, zoals onder andere leef- onderwijs en kennisverwerving. Dit impliceert het tijd, geslacht en mentale factoren op de aandoening kunnen onderkennen van de vakgebieden van team- van de patiënt/sporter in te schatten. Onder sportge- leden, het respecteren van de meningen en rollen neeskundige informatie wordt onder meer verstaan van individuele teamleden, het bijdragen aan een sportieve achtergrond, trainingsbelasting, materiaal gezonde collegiale ontwikkeling en conflictoplos- en de invloed van omgevingsfactoren. sing en het bijdragen aan de taak van de groep door 3. Bespreekt met de patiënt/sporter de toepasselijke Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 en het expliciet integreren van de meningen van van de patiënt/sporter over zijn probleem en intede overtuigingen, zorgen en verwachtingen van de 32 informatie die een optimaal herstel mogelijk maakt. (consulten en sportmedische onderzoeken), maar 2.Raadpleegt relevante informatie en onderzoekt be- 2 middel van de eigen deskundigheid. Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 33 2 Algemene informatie 1. Draagt vanuit zijn sportmedische discipline, indien Algemene informatie aan wetenschappelijk onderzoek zal doen, dient hij situatie, op de leerzaamheid van het voorval, op gen, het zelfbewust zijn, het behouden van de juiste nodig, doeltreffend bij aan de samenwerking met of zij wel de vaardigheden te hebben om deel te preventie in de toekomst en op het belang van de balans tussen persoonlijke en professionele rollen de eerste schil rondom de patiënt/sporter (trainers, nemen aan gemeenschappelijke onderzoeksprojecten patiënt. De specialist is bekend met de wijze waarop en het aanpakken van intermenselijke verschillen in begeleiders, coaches etc.). Hierbij wordt het sportbe- (waaronder multicenter trials), kwaliteitsborging of incidenten volgens voorschrift worden gemeld en professionele relaties. lang en de revalidatiemogelijkheden geïntegreerd in de ontwikkeling van richtlijnen die relevant zijn voor weet om te gaan met klachten over de patiëntenzorg. het behandelplan van de sporter, waarbij de gezond- de praktijk. heid van de sporter centraal staat en waarbij de be- delt daarbinnen. Hieronder valt het nemen van een Organisatie beslissing over of en wanneer andere deskundigen Maatschappelijk handelen De sportarts is tot het volgende in staat. nodig zijn om bij te dragen aan de zorg voor een worden. De sportarts is tot het volgende in staat. 1. Gebruikt tijd en middelen effectief om een evenwicht patiënt. 1. Kent en herkent de determinanten van ziekte. Hier- te creëren tussen patiënt/sporter enerzijds en zorg, Kennis en wetenschap onder valt het kunnen herkennen, inschatten en financiële behoeften, externe activiteiten en privéle- ethische normen van het beroep. Hieronder valt De sportarts is tot het volgende in staat. reageren op de psychosociale, economische en bio- ven anderzijds. Hieronder valt het effectief kunnen inzicht in en het zich houden aan de ethische en 1. Ontwikkelt, implementeert en documenteert een 4. Oefent de geneeskunde uit naar de gebruikelijke logische factoren die de gezondheid van patiënten toepassen van time-management en zelfevaluatie medische gedragsregels, het herkennen van ethische persoonlijke, doorlopende opleidingsstrategie. Dit beïnvloeden. De sportarts verwerkt informatie over om realistische verwachtingen te formuleren en te dilemma’s en de behoefte aan hulp om ze, indien impliceert de acceptatie van de verantwoordelijkheid de bepalende gezondheidsfactoren in de patiënten- komen tot een evenwichtige levensstijl. nodig, op te lossen en het kunnen herkennen van om de persoonlijke leerbehoeften vast te stellen. zorg van individuele patiënten, de gemeenschap. Op Daaronder valt het kunnen inschatten van deze per- arts-patiëntniveau betreft dit (1) het kunnen aanpas- voor de sportgezondheidszorg en sportmedisch on- klinische praktijk, daarbij rekening houdend met de soonlijke leerbehoeften, het kiezen van de geschikte sen van de behandeling van patiënten en informatie­ derwijs. Hoewel de belangen van de patiënt/sporter lokale en landelijke regelgeving. Deze gedragsregels leermethoden en het evalueren van de leerresulta- verstrekking aan patiënten, teneinde hun gezond- altijd voorop staan, impliceert dit het vermogen om zijn vastgelegd in de publicatie ‘Richtlijnen voor ten voor een optimale praktijkvoering. De sportarts heid te bevorderen en het begrip voor het beleid grondige afwegingen te maken ten aanzien van de artsen omtrent het Sportmedisch Handelen, VSG, maakt daarbij doeltreffend gebruik van informatie- te vergroten, (2) het leren omgaan met de ziekte te toewijzing van middelen op basis van het nut voor Bilthoven, 1996. Bovendien heeft de Vereniging voor technologie. bevorderen en het stimuleren tot een actieve deel- de individuele patiënt/sporter en de bevolking. Sportgeneeskunde, als overkoepelende organisatie, name in de medische besluitvorming. Hieronder valt 2. Verzorgt de acquisitie van de benodigde middelen 3. Werkt effectief en efficiënt in een gezondheidszorg- en reageren op onprofessioneel gedrag elders in de een klachtenregeling ingesteld waaraan de sportarts, neeskundige en andere relevante informatiebronnen. op maatschappelijk niveau (1) het identificeren van organisatie. Dit impliceert het hebben van inzicht in voor zover het zijn sportmedisch handelen betreft, Dit betreft het werken in de geest van wetenschap- risicogroepen en het herkennen van maatschappelij- de rollen en verantwoordelijkheden van de specialis- aan gehouden is. Ook zijn vanuit de overkoepelende pelijk onderzoek en het gebruiken van onderbou- ke ontwikkelingen die de volksgezondheid beïnvloe- ten in Nederland, de organisatie en functie van het beroepsorganisaties van sportartsen regels en richt- wing bij klinische besluitvorming. Net als bij de rol den, (2) het herkennen van relevant overheidsbeleid Nederlandse ziektekostenstelsel en de kracht van lijnen opgesteld omtrent het specifiek sportmedisch van medisch deskundige/klinisch besluitvormer valt en (3) het in voorkomende gevallen bijdragen aan verandering. Hieronder valt het doelmatig in teams handelen van de sportarts en over aanwijzingen met beleid dat de volksgezondheid gunstig beïnvloedt. met collega’s kunnen werken, het managen van een betrekking tot het gebruik van doping door sporters. hieronder het kunnen stellen van de juiste vragen, het doelmatig zoeken naar en het beoordelen van de 2. Bevordert de gezondheid van patiënten en de ge- praktijk en het functioneren binnen bredere manage- kwaliteit van de onderbouwing in de (vak-)literatuur meenschap als geheel. Hieronder valt het toepassen mentsystemen in organisaties (bijvoorbeeld FSMI, Randvoorwaarden en het op de hoogte blijven van de onderbouwde van medische deskundigheid in situaties die niet te VSG, sportbond en medische staf ). Kwaliteit zorgnormen voor de aandoeningen die in de praktijk maken hebben met directe patiëntenzorg, bijvoor- het meest voorkomen. beeld bij het afleggen van verklaringen als medisch Professionaliteit zijn beroepsuitoefening, in het bijzonder van het profes- deskundige en het geven van presentaties. De sportarts is tot het volgende in staat. sioneel medisch handelen. Kwaliteitsborging gebeurt 1. Levert hoogstaande patiëntenzorg op integere, op- door inschrijving in het register van erkend sociaal 3. Bevordert de kennisverwerving van de patiënt/sporter, studenten, arts-assistenten en andere medisch 3. Handelt volgens de relevante wettelijke regelgeving. De sportarts is verantwoordelijk voor de kwaliteit van deskundigen. Hieronder valt het helpen van anderen De specialist is op de hoogte van de relevante wet- rechte en betrokken wijze. Hieronder valt het zich geneeskundigen. Registratie is verplicht en wordt elke om hun leerbehoeften en ontwikkelrichting vast te telijke regelgeving en werkt in overeenstemming bewust zijn van het centrale belang van de patiënt. vijf jaar getoetst. De sportarts is vanuit zijn specialisatie stellen, het geven van opbouwende feedback en het met de eigen juridische positie en die van patiën- Ook valt hieronder het onderkennen van en omgaan gehouden aan periodieke na- en bijscholing, teneinde toepassen van de principes van kennisverwerving ten, waaronder die met betrekking tot het beroeps- met diversiteit in etnische en culturele achtergronden het vereiste deskundigheidsniveau en de registratie te (onder andere door middel van onderwijstaken) bij geheim. Onderkent daarbij de gevolgen voor het en met maatschappelijke vraagstukken, die invloed behouden. Het deelnemen aan intercollegiale toetsing is volwassenen in de interactie met de patiënt/sporter, medisch handelen. hebben op het geven van patiëntenzorg en het op ook een (verplicht) instrument hiervoor. studenten, arts-assistenten (als opleider), collega’s en anderen. 4. Draagt bij aan de ontwikkeling van nieuwe kennis 34 3. Kent de grenzen van de eigen competentie en han- langen van niet-gezondheidswerkers geres­pecteerd 2. Past kritische beoordelingsprincipes toe op sportge- 4. Treedt adequaat op bij incidenten in de zorg. De specialist herkent incidenten in de patiëntenzorg en onderkent eigen fouten en die van anderen en heeft peil houden en verdiepen van de relevante kennis, vaardigheden en professioneel gedrag. 2. Vertoont adequaat persoonlijk en interpersoonlijk Eisen vanuit de werkplek Het werken van de sportarts in een sportmedische en deelt deze kennis door publicaties, onderwijs geleerd deze bespreekbaar en hanteerbaar te maken professioneel gedrag. Hieronder valt het nemen van instelling is gehouden aan bepaalde afspraken, zoals en voordrachten. Hoewel niet elke sportarts actief met het oog op een adequaat beleid in de gegeven de verantwoordelijkheid voor persoonlijke handelin- vastgelegd in de statuten van de Federatie van Sport Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 2 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 35 2 Algemene informatie Medische Instellingen. Hieraan dient de sportarts zich tevens te houden. Andere instellingen, zoals sportbonden, ziekenhuizen, arbodiensten en GGD-instellingen, van waaruit of namens welke de sportarts activiteiten ontwikkelt, kennen hun eigen specifieke regels en richt- Algemene informatie 2 2.8 Sportmedische begeleiding lijnen waaraan de sportarts zich in deze voorkomende gevallen dient te committeren. Gelet op de ontwikkelingen om binnen de sportgeneeskunde te komen tot DiagnoseBehandel Combinaties (DBC) zal de sportarts zich in de toekomst ook gehouden weten aan hieromtrent te maken afspraken. De Werkgroep Sportartsen Sportbonden (WSS) heeft een sporters of groepen sporters. Gedurende het jaar is er aantal jaren geleden een document opgesteld waarin sprake van meerdere contactmomenten. Positie van de sportarts in het ketenproces het begrip ‘SportMedische Begeleiding’ wordt gedefini- In de optimale situatie bestaat het longitudinale bege- De positie die de sportarts inneemt bepaalt de reik- eerd en toegelicht vanuit de visie van de sportartsen. leidingstraject uit de volgende vier onderdelen: wijdte van zijn verantwoordelijkheden De sportarts is Hiermee hoopt zij transparantie te geven aan een begrip ten eerste verantwoordelijk voor zijn eigen zorg en het dat door velen op niet-eenduidige wijze wordt gebruikt. • Periodiek SportMedisch Onderzoek resultaat van die zorg. Daarnaast is hij, in het geval De definitie Sportgeneeskunde vormt de allereerste ba- Periodiek sportmedisch onderzoek uit het oogpunt van hij optreedt als coördinator van zorg, verantwoordelijk sis voor de uitleg van het begrip ‘SportMedische preventie (bepalen belasting –belastbaarheid, moni- voor de zorg en het resultaat van die zorg van derden, Begeleiding’. toring trainingstoestand en sportspecifieke advisering vormt een integraal onderdeel van het periodiek sport- die handelen in opdracht van de sportarts. Onder derden verstaat men o.a. verzorgenden en helpenden. De Definitie Sportgeneeskunde medisch onderzoek). Aan het begin van een begelei- sportarts is niet verantwoordelijk voor het handelen van Sportgeneeskunde is het medisch specialisme dat zich dingstraject wordt een intredekeuring/(top)sportmedisch beroepsgroepen die zelf geregistreerd zijn, zoals bijvoor- richt op het bevorderen, waarborgen en herstellen van onderzoek gedaan om de betreffende sporter ‘in kaart’ beeld de fysiotherapeut. de gezondheid van (potentiële) deelnemers aan sport en te brengen. sportieve activiteiten. Ook richt het zich op het bevor- Literatuurlijst deren, waarborgen en herstellen van de gezondheid van • Consulten Lutke Schipholt, I. De basis van de zorg is in elk land het- mensen met chronische aandoeningen door sport en Met name het diagnosticeren en behandelen van klach- zelfde, Medisch Contact, 58, nr. 22, 891-894, 2003. bewegen. Bij beiden wordt uitdrukkelijk rekening gehou- ten die problemen opleveren tijdens sportbeoefening, den met de sportspecifieke belasting en belastbaarheid. maar ook het opstellen en coördineren (begeleiden) van een sportrevalidatieplan (waaronder ook interdisciplinai- Richtlijnen voor artsen omtrent het Sportmedisch Handelen. Bilthoven, VSG, 1996. Definitie SportMedische Begeleiding re coördinerende, logistieke en delegerende activiteiten Sportmedische begeleiding (SMB) heeft als uitgangspunt rondom een casus) en sportspecifieke advisering. het bewaken c.q. optimaliseren van de gezondheid van de sporter in het kader van sportbeoefening. • Advisering/gezondheidsvoorlichting Advisering c.q. voorlichting op het gebied van presta- Nader gespecificeerd voor de topsporters tiebevordering (grensbepaling), voeding en voedings- Sportmedische begeleiding levert een bijdrage aan het supplementen, geneesmiddelengebruik in relatie tot creëren van optimale voorwaarden om maximaal te dopingreglement, acclimatisatie, vaccinaties, hygiëne, presteren, waarbij vanuit (para)medisch standpunt zal hoogtestages, hoogteproblematiek, inspanningsfysiolo- worden bewaakt dat dit op een veilige, gezonde en ver- gische aspecten van training. antwoorde wijze geschiedt. • Periodieke aanwezigheid bij trainingen en wedstrijden 36 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Uitwerking van de definitie naar de praktijk Periodieke aanwezigheid bij trainingen en wedstrijden Sportmedische begeleiding is een, in de tijd, con- geleiding tijdens bondstrainingen, trainingskampen en tinu proces van (para)medische zorg voor individuele wedstrijden’ ), in overleg frequentie afspreken. (nader uitgewerkt in ‘Criteria voor (para)medische be- Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 37 2 Algemene informatie Algemene informatie Doel van deze aanwezigheid is het opbouwen van een Dossiervorming verband in het kader van de TMS-certificering draagvlak vertrouwensband met de sporter, beschikbaar zijn voor De medische overdracht tussen de diverse betrokkenen nodig van de bond voor zijn missie, visie en doelen vragen, overleg en afstemming met technisch kader, bij de sportmedische zorg dient geprotocolleerd plaats op het gebied van topsportmedische begeleiding. eventueel overleg met fysiotherapeut of sportverzorger, te vinden. De certificering van de Topsport Medische Samenwer- inschatten van belasting, belastbaarheid en techniekbe- Middels onderlinge schriftelijke verslaglegging, over- kingsverbanden is in handen van de Stichting heersing, vroegtijdige signalering van problemen, korte dracht en terugkoppeling tussen diegenen die in het Certificering Actoren in de Sportgezondheidszorg blessureconsulten, beoordelen blessures i.v.m. inzet- sportmedische begeleidingstraject van de betreffende (SCAS). Eind 2010 zijn er zes volledig gecertificeerde baarheid in relatie tot trainings- of wedstrijdbelasting, sporter/sportploeg een rol spelen, wordt de sportmedi- Topsport Medische Samenwerkingsverbanden en tien bewaken belasting-belastbaarheid tijdens binnen- en sche zorg zo continu mogelijk aangeboden. In de huidi- op de instapnorm. buitenlandse trainingsstages en toernooien. ge praktijk komt dit neer op het consequent bijhouden Bij niet-sportgerelateerde klachten van de betreffende van een dossier dat door de (top)sporter (of zijn/haar sporter, dient de sporter in principe gebruik te maken trainer) bijgehouden/aangevuld kan worden. van de reguliere zorg (i.c. de huisarts), tenzij omstandig- Denk hierbij bijvoorbeeld aan trainingsomvang/-intensi- heden (zoals verblijf in het buitenland) dit onmogelijk teit en de ‘ervaren zwaarte’ daarvan. Uiteindelijk ideaal maken. Wel wordt verwacht van de sporter dat ziekten is een elektronisch patiëntendossier waarin de diverse e.d. worden gemeld bij de (para)medische begeleiders. (para)medische begeleiders toegang hebben tot de voor 2 hen relevante delen. Registratie dient op een gestanIn de praktijk kan sportmedische begeleiding er als daardiseerde wijze plaats te vinden, zodat uit het dos- volgt uitzien: sier ook gegevens ten behoeve van blessureregistratie gehaald kunnen worden. Samenwerking en afstemming De sportarts treedt idealiter bij sportmedische begelei- Topsportmedische samenwerkingsverbanden (TMS) ding op als de coördinator van de (para)medische zorg Om te komen tot kwaliteitsverbetering van de topsport- rondom een bepaalde sporter of sportploeg en staat medische begeleiding heeft een projectgroep ‘Gezond daarin derhalve centraal. Iedere zorgverlener (binnen aan de Top’ enkele jaren geleden op verzoek van het Mi- en buiten het begeleidingsteam) heeft echter zijn eigen nisterie van VWS een meerjarenprogramma ontwikkeld. verantwoordelijkheden ten aanzien van de wettelijke In de projectgroep ‘Gezond aan de Top’ is een aantal verplichtingen die er bestaan (Wet BIG, WGBO, Wet op belangenorganisaties op het gebied van sportzorg ver- de Medische Keuringen, dossierplicht) en respecteert enigd, te weten NOC*NSF, VSG, FSMI, NGS en NVFS. de verantwoordelijkheden van de andere zorgverleners In het meerjarenprogramma Gezond aan de Top is opge- dienaangaande. nomen dat sportbonden worden gestimuleerd een overeenkomst aan te gaan met een gecertificeerd Topsport 38 Verantwoordelijkheden Medisch Samenwerkingsverband. Het werken met gecer- Procesmatig gezien functioneert de sportarts aan het tificeerde samenwerkingsverbanden wordt door het Mi- hoofd van een team van (para)medici, zodat het hele nisterie van VWS en NOC*NSF gezien als een waarborg begeleidingsproces wordt overzien en bijgestuurd kan om de topsport medische begeleiding exclusief te laten worden indien nodig. De sportarts is de eindverantwoor- uitvoeren door gekwalificeerde Sportmedische Instellin- delijke ten aanzien van het totale begeleidingstraject. gen waaraan in ieder geval sportartsen, sportfysiothe- Alle betrokkenen daarin zijn echter verantwoordelijk rapeuten en sportmasseurs zijn verbonden die door de voor hun eigen (para)medisch handelen. eigen beroepsgroep zijn erkend. Een gecertificeerd Top- Onderdelen uit het begeleidingstraject behoren toe aan sport Medisch Samenwerkingsverband voldoet bovenop andere artsen dan wel aan (gespecialiseerde sport- en de eisen die aan een gecertificeerde Sportmedische manueel-) fysiotherapeuten, sportmasseurs, sportverzor- Instelling worden gesteld nog aan een aantal extra ei- gers, sportdiëtisten, sportpsychologen, mentale bege- sen. Deze hebben met name betrekking op aantoonbare leiders en inspanningsfysiologen. De verdeling van de samenwerkingsverbanden met beroepsbeoefenaren die diverse taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden nodig zijn voor een goede uitvoering van het topsport- wordt schriftelijk vastgelegd. medisch programma. Tevens heeft het samenwerkings- Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 39 2 Algemene informatie Algemene informatie 2.9 Richtlijnen voor artsen omtrent het sportmedisch handelen 10.Indien een arts tijdens de begeleiding van sporters op deze richtlijn is van toepassing als er sprake is geconfron­teerd wordt met het gebruik van doping- van gezond­heidsrisi­co’s voor derden of een acute geduide middelen, op medische indicatie voor­ noodsituatie (zie richtlijn 32). geschreven door een (andere) behandelend arts in verband met een aandoe­ning, heeft de arts de plicht, na verkregen toestemming van de sporter, 16.De arts informeert de sporter op begrijpelijke wijze (16-17: informed consent) in samen­spraak met de spor­ter/patiënt en met de over de behandeling, het gebrui­ken van medicatie behandelend arts te zoeken naar een ver­gelijk­baar en de eventuele gevol­gen, en gaat vervolgens over effectief (ander) geneesmiddel dat niet op de (in­ tot het vragen van zijn toestem­ming voor de behan- ter)natio­nale doping­lijst(en) voorkomt. deling. 11.Indien een arts bij de begeleiding van sporters De Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG) heeft speci- 17.Een teamarts die de begeleiding van een sportclub seerde spor­ters houdt een arts niet voor zichzelf of geconfronteerd wordt met het gebruik van doping- of sport­team verzorgt, maakt aan de individu­ele fieke richtlijnen ontwikkeld voor artsen die met sporters houdt hij niet geheim voor een beperkte groep. geduide middelen die de spor­ter(s), zonder dat sporters duidelijk dat zij vrij zijn een andere arts te werken. In de sportgeneeskunde komen specifieke situ- 2.Een arts houdt test- en trainingsmethoden die een er sprake is van een medische indicatie, gebruikt raadple­gen. (gebruiken) in het kader van het streven naar pres­ Tevens maakt de teamarts de betrokken sporter dui- tatie­verbetering, heeft de arts de plicht de des­ delijk dat hij (de teamarts) in dat geval niet verant- aties voor, zoals doping, blessurebehandeling, belangstelling van de media, grote financiële belangen van de 2 curatief of preventief effect hebben, niet voor zichzelf. 3.Een arts houdt bijwerkingen van een behandeling sportbeoefenaars en -clubs enz. Vaak worden van artsen van zieke of geblesseerde sporters en schadelijke ef- betreffende sporter(s) het gebruik van deze midde- woordelijk kan zijn voor het handelen en adviseren in de sport handelingen verwacht die op zijn minst fecten van trainingsme­thoden niet geheim. len te ontraden. van (de) andere arts(en). anders zijn dan in de geneeskunde gebruikelijk. Naar aanleiding van ernstige medische problemen bij een wielerploeg in de Tour de France in 1991 concludeerde 4.De indicatie tot een behandeling per infuus is voor een zieke sporter in beginsel niet anders dan voor de Hoofdinspectie Volksgezondheid dat er veel mis was een patiënt die geen sport beoefent. in de begeleiding binnen die tak van sport. Aanbevolen Categorie 2 Aspecten in relatie tot de patiënt 18.Een arts, dan wel zijn werkgever, behoort in ieder (12- 15: verantwoordelijkheid (sport)arts en sporter) 12.De arts draagt zorg voor de gezondheid, veilig­heid (aansprakelijkheid (sport)arts) geval een adequate beroepsaan­spra­ke­lijkheidsverze­ en het welzijn van de aan zijn zorg toevertrouwde kering en eventueel een beroepsrechtsbij­ 5.De arts zal slechts dan overgaan tot suppletie van sportbeoefe­naren. De arts werkzaam bij een sportbond standsverzeke­ring te hebben. van de begeleiding van sporters. (spo­rt)voe­dingspre­paraten als er sprake is van een of sportver­eniging zal hierbij een zorgvuldige afweging Naar aanleiding daarvan is in 1992 door de VSG een vermoedelijk tekort aan voedingsbe­standdelen en/of moeten maken tussen individu­ele, groeps- en organisa­ Categorie 3 Aspecten in relatie tot collega-beroepsbeoe- multidisciplinaire werkgroep ingesteld waarin ook de als er een verhoogde behoefte aan voedingsbestand­ tiebelangen. Het belang van de gezond­heid van de fenaren en andere hulpverle­ners KNMG was vertegenwoordigd. Deze werkgroep heeft zich delen bestaat waarin de normale voeding, ondanks indi­viduele sporter staat echter voor de arts centraal. over deze problematiek gebogen en concept-richtlijnen zorgvuldige samenstelling en variatie, tijdelijk niet opgesteld. Die werden voorgelegd aan diverse belang- kan voorzien. werd om tot veldstandaarden te komen ten behoeve hebbende organisaties en daarna, in 1995, besproken in 6.Hormonale suppletie is alleen toelaatbaar als er ten 13.De arts is persoonlijk verantwoordelijk en vrij in (kritiek op collega-arts) 19.De arts zal zich onthouden van kritiek in het de besluit­vor­ming met betrekking tot diagnostiek, openbaar op collegae-beroeps­beoefena­ren die een therapie en begelei­ding ten behoeve van de aan (top)sporter onder behan­deling hebben. een openbare zogenaamde consensusbijeenkomst waar opzichte van een normale uitgangs­situatie sprake is zijn zorg toever­trouw­de sportbe­oefe­naren. Bij deze zowel groeperingen uit de sportmedische sector als van een abnormale daling van de hormoonspiegel besluitvorming dient altijd reke­ning gehouden te daarbuiten aanwezig waren. Dit heeft geleid tot bijstel- die volgens de huidige inzichten van de medische worden met het recht op informed consent en de 20.In het kader van de begeleiding van de sporter kan de lingen. Uiteindelijk werden de richtlijnen op 4 novem- wetenschap gekoppeld is aan een verhoogd risico ber 1995 door de Algemene Ledenvergadering van de op verstoring van de gezondheid van de sporter. VSG vastgesteld. Hieronder is een overzicht opgenomen 7.Het door een arts toedienen van pijnstillende injecties is ook in de sport een geaccep­teerde behande­ van de richtlijnen. De toelichting bij de richtlijnen is te lingsme­thode van pijn. vinden via www.sportgeneeskunde.com bij de Vereniging voor Sportgeneeskunde. 8.De arts dient geen injectie toe, als daardoor bij sport­ Richtlijnen voor artsen omtrent het sportmedisch handelen 15.De arts heeft de plicht om helder en precies zijn 21.Wanneer de arts dient te beslissen over de toelating tot een bepaalde (tak van) sport, zal de arts op basis van zijn eerdere contacten met de sporter of trai­ner/coach over de geschiktheid tot sportdeel- informatie van feitelijke aard aan de behandelend lichaam van de sporter ontstaat. name van de betref­fen­de sporter, zodat geen twijfel arts vragen . kan bestaan over zijn uitspraak. De arts respecteert 9.De arts die benaderd wordt door een gezonde spor- Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 is gewaar­borgd. sche gegevens uitwisselen met de behande­lend arts. deel­name een risico op irreversi­bele schade aan het me­disch/­technisch handelen 1.Behandelmethoden ten behoeve van zieke of gebles- tie als onafhankelijke deskundige in voldoende mate arts, met toestemming van de sporter, relevante medi- op grond van zijn onderzoek zonodig aanvullende (1-3: algemene behandeling, training) eigen verant­woordelijkheid van de sporter. 14.De arts aanvaardt alleen opdrachten indien zijn posi- (20-24: uitwisselen gegevens) objectieve mening te geven aan de sporter en zijn Categorie 1 Aspecten in rela­tie tot het al­gemeen 40 (4-8: infuus, suppletie, injectie) (9-11: doping; zie ook 33-34) hierbij de eigen verantwoordelijk­heid van de aan Categorie 4 Aspecten in relatie tot het vastleggen van zijn zorg toevertrouwde sporter na zo nodig op de gegevens ter met het verzoek doping­gedui­de middelen voor te uit de be­slissing van de sporter voortvloeiende 22.De arts maakt aantekeningen van de voor de sporter schrijven, dient op dit verzoek afwijzend te reageren. consequen­ties te hebben gewezen. Een uitzondering en diens sportbeoefe­ning relevante medische zaken Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 41 2 Algemene informatie Algemene informatie en regis­treert deze gegevens zorgvuldig in een dos- sier. De arts bewaart de gege­vens gedurende tien 29.De arts verkrijgt en behoudt inzicht in de specifieke (eigen kwaliteit en bijscholing) 34.De arts heeft de vrijheid van zijn mening inzake de dopingpro­blematiek - ongeacht of deze een posi- jaren, te rekenen vanaf het tijdstip waarop deze zijn en mentale eisen, waaraan sporters blootstaan bij tieve, dan wel een negatie­ve houding inzake het vastgelegd, of zoveel langer als redelijkerwijs nodig deelna­me aan sportac­tiviteiten. Relevante aspecten gebruik van dopinggedui­de (genees)midde­len heeft - is voor een goede hulp­verlening aan de sporter. in dit verband zijn: aan anderen blijk te geven. Dit mag niet op een voor 23.De arts zal het dossier en de registratie waarin het - deskundigheid; de patiënten/sporters hinderlijke wijze ge­schieden en dossier is opgenomen zo inrichten en beheren, dat - doeltreffendheid en doelmatigheid; vooropge­steld dient te worden, dat dit hem er niet geheim­houding van de inhoud en de bescherming - zorgvuldigheid; van weer­houdt elke patiënt/sporter ongeacht diens van de privacy van de sporter tegen­over anderen - veiligheid. levens­over­tuiging die zorg te geven die voor deze gewaarborgd worden. 24.Op verzoek van de sporter zal de arts zo spoedig mogelijk inzage en afschrift van de gegevens in het het beste is en waarop deze recht kan doen gelden. (toelaatbaarheid vechtsporten) 30.De arts is zich ervan bewust dat die takken van (35-36: publiciteit) dossier alsme­de daarbij benodigde toelichting ge- sport waarbij het opzet­telijk (tijde­lijk) uitscha­kelen 35.De arts doet slechts met toestemming van de spor- ven. Alleen indien door inzage in en afschrift van be- van vitale lichaamsfunc­ties van de tegenstander di- ter en op zeer zorgvuldi­ge wijze uitlatingen in de paalde ge­gevens aan de sporter de privacy van een rect bijdraagt aan het sportieve resul­taat, strijdig zijn media over de gezond­heids­toestand van een bij hem ander zou worden geschaad, blijft dit achter­wege. met belangrijke medische en ethische beginselen, onder behande­ling zijnde sporter. juist wanneer zulks ook als zodanig door de regle­ Categorie 5 Aspecten in relatie tot de maatscha­ppij menten toegestaan wordt. (25-26: sportkeuring, geschiktheidsbeoordeling) 25.De arts keurt alleen op basis van de specifiek geldende me­dische eisen die aan de betreffende sport- 2 36.De bepalingen over het beroepsgeheim dienen hierbij uiteraard in acht te worden genomen. Publiciteit door en voor artsen moet feitelijk, controleerbaar en (extra aandacht voor jeugdige sporter) begrij­pelijk zijn. Publiciteit mag niet wervend zijn of 31.De arts is verantwoordelijk voor de medische bege- dus­danig gevoerd worden dat bepaalde diensten of leiding van jeugdige sporters, helpt mee de ontwik- behandelmethoden van een arts worden vergeleken 26.De arts die in opdracht van een derde een keuring keling van het kind zowel somatisch als psycho-so- met die van met name genoemde of onmiskenbaar doet stelt de sporter, op wie het onderzoek betrek- matisch te bevorderen en helpt mee uitwassen van aangeduide collega’s. beoefening gesteld worden. king heeft, in de gelegen­heid om mee te delen of te intensieve sportbeoefening te voorkomen. hij de uitslag en de gevolgtrekking van het onder- zoek wenst te vernemen en, zo ja, of hij daarvan als eerste wenst kennis te nemen teneinde te kunnen 32.De arts die zich bezighoudt met medische begelei- (beslissingsbevoegdheid arts in riskante situaties) beslissen of daarvan mededeling aan anderen wordt ding van en toezicht houdt op de sportbeoefening gedaan. Deze mededeling beperkt zich tot het advies (bijvoorbeeld als toer­nooiarts of rondearts) heeft van de arts dat de sporter “geschikt”, “ongeschikt” onder bepaalde omstandigheden het recht te beslis- of “beperkt geschikt” (met vermelding van de voor- sen of een sporter wel of niet aan een wedstrijd waarden waaronder) wordt bevonden om de betref- kan (blijven) deelnemen. Deze bevoegdheid geldt fende (top)sport (nog langer) te beoefenen. indien de betrok­ken sporter op dat moment niet in (beloning) gezond­heidstoe­stand en van de omge­ving en/of de staat is tot een adequate beoorde­ling van zijn eigen 27.De arts aan­vaardt geen financiële beloning of ge- gezondheids­toestand van de betrok­ken sport­er een schenken die in onevenre­dige verhou­ding tot de risico voor derden vormt. gebruikelijke honorering staan. (signaleringstaak) 28.De arts signaleert - op basis van ervaring en (33-34: doping) 33.De arts werkt mee aan een in de sportregelge­ving neergelegde, ver­plichte doping­con­trole voor spor- beroepsmatig verkregen gegevens - gezond­ ters, indien hij hierbij in zijn beroepsuitoe­fening is heidsbedreigen­de situaties bij sportbeoefening of betrokken en voor zover andere uit de gedragsregels training aan daarvoor verant­woordelijken met het en richtlijnen voortvloeiende p ­ lichten zich daartegen doel de geconsta­teerde gezond­heidsbedreiging te niet verzet­ten. reduce­ren en waar moge­lijk te elimineren. 42 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 43 2 Algemene informatie Algemene informatie 2.10 Klachtenregeling sportgeneeskunde 2.11 Financiering van de sportgeneeskunde Met de Wet klachtrecht cliënten zorgsector (WKCZ) wil de voorziening bieden voor een onafhankelijke afhande- Wil de consument/patiënt/sporter optimaal kunnen De VSG heeft vanaf begin 2000 de wens uitgesproken de ling van klachten. profiteren van sportmedische zorg dan is het van groot sportgeneeskunde erkend te krijgen als een klinisch belang dat deze zorg ook financieel toegankelijk is en medisch specialisme, waardoor de sportgeneeskunde overheid het recht van patiënten op een zorgvuldige klachtenbehandeling waarborgen. De Vereniging voor Sportge- 2. Het verdient voorkeur een klacht op te lossen zo dicht neeskunde (VSG) heeft een eigen klachtenregeling ontwik- mogelijk bij de plek waar deze is ontstaan omdat dit deze toegankelijkheid is duidelijk voor verbetering binnen de intramurale setting gepositioneerd zou worden. keld, waarmee zij het doel van de WKCZ onderschrijft. doorgaans de meest snelle weg is om tot een oplos- vatbaar. De VSG en de FSMI hebben gezamenlijk in de Sporters/patiënten zouden hier zeer bij gebaat zijn omdat sing te komen. Dit betekent dat de klacht bij voorkeur afgelopen jaren veel aandacht besteed aan het informe- met de erkenning als klinisch specialisme de door de eerst besproken wordt door de klager zelf met degene ren van de zorgverzekeraars over de activiteiten en sportarts verleende zorg beter bereikbaar zal worden voor op wie de klacht betrekking heeft. verrichtingen van de sportartsen en de sportmedische sporters/patiënten door inpassing in de verzekerde zorg. instellingen en dit is niet zonder resultaat gebleven. Tevens zal de sportgeneeskunde met deze erkenning Doelstelling van de VSG-klachtenregeling Als doelstellingen staan in de klachtenregeling omschreven: 1. recht doen aan de individuele klager en de individuele 3. Indien de klager en de aangeklaagde samen niet tot een oplossing komen kan de klager zich tot de In de afgelopen jaren is een duidelijke toename te zien gebruik kunnen maken van voorzieningen op het gebied aangeklaagde door een zorgvuldige afhandeling van klachtencommissie wenden. De klachtencommissie zal geweest van het aantal zorgverzekeraars dat via de van kwaliteit, wetenschap en opleiding en dit zal leiden klachten; klager en aangeklaagde doorgaans eerst voorstellen aanvullende pakketten vergoedingen verstrekt voor tot betere en beter geborgde sportmedische zorg. de klacht door bemiddeling op te lossen. De VSG wijst sportmedische kosten. In 2010 vergoeden voor het eerst Tot op heden is de erkenning van sportgeneeskunde als daartoe een onafhankelijke bemiddelaar aan. alle zorgverzekeraars een blessureconsult en/of een klinisch medisch specialisme nog niet gerealiseerd. sportmedisch onderzoek/keuring. Van alle zorgverzeke- Hierdoor is de sportgeneeskunde ook niet opgenomen in indien de klager of de aangeklaagde geen bemidde- raars vergoedt het merendeel zowel een blessureconsult het Opleidingsfonds, hetgeen betekent dat de opleiding ling wenst wordt de klacht door de klachtencommissie als een sportmedisch onderzoek/keuring. Een klein van de sportartsen niet gefinancierd is. behandeld. 2. waar mogelijk wegnemen van gevoelens van ongenoegen en streven naar herstel van de verstoorde relatie tussen de klager en de aangeklaagde; 3. bewaken en bevorderen van de kwaliteit van de uitoefening van de sportgeneeskunde. Op wie is de VSG-klachtenregeling van toepassing? 4. Indien bemiddeling geen resultaat heeft gehad of percentage vergoedt alleen een blessureconsult of een Toch heeft het Ministerie van VWS vanuit haar sportbeleid 5. De klachtenregeling beoogt een zorgvuldige en vertrou- sportmedisch onderzoek/keuring Een actueel overzicht een meerjarenfinanciering van de opleiding tot sportarts welijke afhandeling van de klacht door de klachten- van de vergoedingen per zorgverzekeraar staat vermeld tot stand gebracht vanwege het belang dat de overheid De klachtenregeling is van toepassing op het handelen van commissie volgens vaste en inzichtelijke procedures, op de Sportzorg website onder Sportzorg/Wie vergoedt hecht aan (kwalitatief en kwantitatief ) voldoende de al dan niet als sportarts geregistreerde arts, die werk- waarbij het beginsel van hoor en wederhoor wordt uw sportzorg?. sportartsen. zaam is op het terrein van de sportgeneeskunde en die toegepast. deze regeling voor zijn praktijk heeft aangenomen. Tevens 6. De klachtenregeling beoogt tevens een zorgvuldige en Ondanks het feit dat bijna alle zorgverzekeraars via de lijk voor deze oplossing. vertrouwelijke registratie van klachten. Op basis van aanvullende pakketten in meer of mindere mate vergoe- en kunde uit de manuele geneeskunde gebruiken binnen een analyse van de geregistreerde klachten kan de dingen verstrekken voor sportmedische kosten, blijft de Ten aanzien van de bekostiging van de sportgeneeskunde hun werkzaamheden als sportarts. De klachtenregeling is klachtencommissie de VSG en/of FSMI aanbevelingen financiële positie van de sportgeneeskunde binnen de heeft de VSG in 2008 een professioneel bureau ingescha- ook van toepassing op de in de praktijk van deze (sport) doen bijvoorbeeld ter bevordering van de naleving van reguliere zorg wankel. Blessureconsulten en sportmedi- keld om de mogelijkheden voor de totstandkoming van arts voor hem in dienstverband werkzame (sport)artsen en de gedragsregels of ter verbetering van de kwaliteit sche onderzoeken door de sportarts worden dan tarieven voor sportgeneeskunde binnen de reguliere zorg andere medewerkers. van de sportgeneeskunde. weliswaar vergoed, maar de aanvullende diagnostiek nader te onderzoeken en waar mogelijk te bewerkstelligen. (door de sportarts aangevraagd om een goede diagnose Inmiddels is er een DBC-typeringslijst uitgebracht, die Voor de volledige tekst van de klachtenregeling en de bij- te kunnen stellen) komt voor eigen rekening van de gebaseerd is op de DBC-lijst van de orthopedie. behorende stroomschema’s verwijzen wij u naar de website patiënt. Ook daar probeert de sportgeneeskunde in van de VSG: www.sportgeneeskunde.com. overleg met de zorgverzekeraars een oplossing voor te ken om aansluiting bij de klachtenregeling van de VSG. Uitgangspunten bij de VSG klachtenregeling 1. De VSG en FSMI (Federatie van Sportmedische Instellingen) willen sporters een bereikbare en laagdrempelige 44 Uiteraard is de VSG het Ministerie van VWS zeer erkente- is de regeling van toepassing op sportartsen die de kennis (Sport)artsen die geen lid zijn van de VSG kunnen verzoe- Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 2 vinden, maar de consument/patiënt/sporter merkt daar nu nog niets van. Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 45 Feiten en ontwikkelingen 2010 3 Hoofdstuk 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 47 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 3.1 Cijfers en getallen 3.2 Personalia Aantal sportartsen Onderscheidingen Bijzondere leden VSG Ereleden blessureconsulten : 35.626 Sportarts Jannes Nijboer benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau herhalingsconsulten : 23.034 In het gemeentehuis van Ten Boer is sportarts Jannes F. van Bemmel, cardioloog 115 geregistreerde sportartsen (80 man, 35 vrouw) Aantal blessureconsulten uitgevoerd in bij de FSMI 34 sportartsen in opleiding (17 man, 17 vrouw) aangesloten Sportmedische Instellingen in 2009* Aantal sportmedische instellingen J.C.F.M. Aghina, bedrijfsarts Nijboer (61) op 16 augustus benoemd tot Ridder in de A.G.M.F. Brok, sportarts dische instellingen verspreid over heel Nederland, 26 Aantal sportmedische onderzoeken uitgevoerd in bij de orde van Oranje Nassau. De onderscheiding werd hem J.C. van Gooswilligen, sportarts † hiervan zijn gevestigd in een ziekenhuis. De verwachting FSMI aangesloten Sportmedische Instellingen in 2009* uitgereikt ter gelegenheid van de veertigste sportweek P.C. Harting, bedrijfsarts is dat dit aantal de komende jaren zal stijgen. zweefvliegkeuringen : 1.497 in Ten Boer. G.P.H. Hermans, orthopedisch chirurg Per december 2010 zijn er 56 gecertificeerde sportme- verplichte keuringen : 5.297 Jannes Nijboer was in 1970 medeoprichter en sindsdien J. Jongh, † Aantal sportartsen werkzaam bij sportmedische basis sportmedische onderzoeken : 5.431 secretaris van de Sportrecreade. Sinds 2000 is hij F. Kessel, sportarts instellingen basisplus sportmedische onderzoeken : 3.538 voorzitter van de plaatselijke stichting Beheer en W.L. Mosterd, sportarts 83 fte sportartsen is werkzaam bij sportmedische instel- grote sportmedische onderzoeken : 12.301 Exploitatie Sportvoorzieningen Ten Boer en afgevaardig- J.B.M. Wesseling, sportarts lingen verspreid over heel Nederland. Dit is gebaseerd overig (onderzoek en advisering) : 11.450 de voor het Buurtcontact loopcircuit. op een 36-urige werkweek inclusief 3e en 4e jaars sport- Als sportarts geeft Nijboer ondermeer lezingen en is hij Leden van verdienste artsen in opleiding. Veel sportartsen zijn werkzaam voor Aantal blessureconsulten en sportmedische onderzoeken betrokken bij Eurovoetbal Groningen, de jeugd van FC Benoemd in 2007: mevrouw dr. B.M. Pluim meerdere sportmedische instellingen. in 2009 totaal : 98.174 Groningen, de NAM, GasTerra Flames, tafeltennisvereni- Benoemd in 2008: de heer drs. E.R.H.A. Hendriks ging Argus en de Noordelijke Wielervereniging. Benoemd in 2009: de heer drs. P.A. van Beek FIMS-goud voor VSG ere-lid John Wesseling in 2010* (voorlopige cijfers) totaal : 105.046 3 Aantal werkzaam bij sportbonden/sportclubs pen jaar hebben samengewerkt met een sportarts. Dit Tijdens de council of delegates van het 31e International Sportarts Cees Rein van den Hoogenband benoemd tot Lid van Verdienste van de VSG samenwerken varieert van sportbonden/sportclubs die Federation of Sports Medicine-congres in San Juan, werd Op 24 juni werd tijdens het symposium ‘Kleur bekennen’ Er zijn 24 sportbonden en 10 sportclubs die het afgelo- 48 * Definitieve getallen over 2010 volgen in het Jaarboek 2011. een sportarts fulltime in dienst hebben tot sportbonden/ eind mei dit jaar door in het St. Anna ziekenhuis te Geldrop Dr. C.R. van den sportclubs die op oproepbasis samenwerken met een de 57 aanwezige Hoogenband benoemd tot Lid van Verdienste van de of meerdere sportartsen. In totaal zijn 16 fte sportartsen landen unaniem Vereniging voor Sportgeneeskunde wegens zijn bijzon- werkzaam voor een sportbond/sportclub, gebaseerd op besloten, op voor- dere bijdrage aan de sportgeneeskunde. een 36-urige werkweek en inclusief de 3e en 4e jaars dracht van de FIMS Vanaf het begin van zijn lidmaatschap (1977) heeft hij sportartsen in opleiding. Executive Committee, zich dikwijls in kritische zin uitgelaten over ontwikkelin- aan John Wesseling de gen binnen de sportgeneeskunde en de positie van Werkzaamheden elders /overige werkzaamheden FIMS Gold Medal te sportartsen. Altijd was er echter een positieve ondertoon sportartsen verlenen wegens zijn en wat meer zegt, hij heeft met anderen diverse ontwik- 24 fte sportartsen verricht werkzaamheden ten behoeve buitengewoon grote kelingen binnen en rond de sportgeneeskunde in gang van de sportgeneeskunde zoals beleidsmatig werk, on- verdiensten voor de gezet zowel nationaal als internationaal. Te beginnen met derwijs en onderzoek of werkzaamheden ten behoeve sportgeneeskunde op nationaal, Europees en mondiaal zijn proefschrift over de Coumans bandage (1982) en nu van andere medische disciplines zoals huisartsgenees- niveau. De FIMS Gold Medal is de hoogste erkenning die met zijn taak als manager van TopSupport in Eindhoven. kunde of bedrijfsgeneeskunde. door de FIMS uitgereikt kan worden. In de tussentijd heeft hij vele sporters behandeld en Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 49 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 teams begeleid. In de huidige intensieve overlegsituaties over de erkenning van sportgeneeskunde als medisch specialisme heeft de VSG bovendien in hem een deskundig en welbespraakt medestander. In memoriam Kees Weidema Feiten en ontwikkelingen 2010 3.3 In de media TV/radio Sportarts Frank Backx in het WK-journaal over de blessure van Arjan Robben Sportarts Hans van Kuijk op radio 1 over ‘Wintersportastma en andere schaatsproblemen’ Voetballer Arjan Robben raakte in aanloop naar het WK geblesseerd aan zijn hamstring. Via fysotherapeut Dick van Toorn werd hij Op de laatste dag van 2010 is sportarts Kees Weidema op 82-jarige leeftijd Ze gaan natuurlijk allemaal voor succes maar winnen in anderhalve week overleden. Kees Weidema speelde een voortrekkersrol bij de professionalisering zullen ze niet allemaal. Wat kan de schaatsers die nu in klaargestoomd van de sportgeneeskunde. In de 70-er jaren richtte hij samen met Colli Kutsch Vancouver zitten nog in de weg staan? De kans is groot voor het WK. Sport- Lojenga het SportMedisch Adviescentrum Haarlem op. Eén van de eerste SMA’s dat ze last hebben van wat inmiddels een beroepsziekte arts Frank Backx in ons land, die een breder aanbod van sportgeneeskunde moest garanderen, in de schaatssport wordt genoemd: inspanningsastma. legde in het WK- dan de Bureaux voor Medische Sportkeuring tot op dat moment konden Iemand die daar alles over weet en over andere licha- journaal de ham- bieden. Aanvankelijk werkten zij vanuit de huisartsenpraktijk van Kees, maar al melijke ongemakken van onze topschaatsers, is Hans stringblessure uit. snel werden de activiteiten verplaatst naar een volwaardige, zelfstandige van Kuijk. Hij is sportarts bij de TVM-ploeg waar Sven locatie. Het is de verdienste van Kees en Colli geweest, dat het SMA een begrip Kramer en Ireen Wüst voor rijden. Wielerland TV In mei startte het derde seizoen van Wielerland TV. Elke werd in de sportwereld van Haarlem en omstreken, met als gevolg dat het Sportarts Goof Schep op BNR nieuwsradio over vochtbalans zaterdag presenteerde Michael Boogerd weer diverse de medische begeleiding van de honkballers van de Haarlem Nicols en de voetballers van de lokale HFC Haarlem. Zijn liefde voor de sportgeneeskunde deed hem besluiten zijn huisartsenpraktijk vaarwel te zeggen, Steeds meer mensen lopen hard. Uit onderzoek blijkt veertien zaterdagen uitgezonden op RTL 7. zodat hij zich volledig kon richten op de werkzaamheden op “zijn” SMA. Hij was daarmee één van de eersten dat ruim 4.000.000 Nederlanders jaarlijks de loopschoe- die het beroep sportarts vorm gaf. nen aantrekken. Hardlopen is gezond zolang het verant- Ook in het derde seizoen van Wielerland TV werd door Kees ontliep zijn verantwoordelijkheden niet als het ging om het bekleden van bestuursfuncties en het verrich- woord gebeurt. Sportzorg.nl medewerking verleend. Sportarts Edwin ten van commissiewerk. Hij bekleedde er diverse, zowel binnen als buiten de VSG. Maar zijn hart lag vooral in Uit onderzoek met nieuwe meettechnieken blijkt dat de Achterberg van het Maxima Medisch Centrum in Eind- de spreekkamer. In zijn contact met de sporter was Kees op zijn best; dan genoot je van zijn plezier in de prestatie bij loopevenementen over de halve en hele hoven behandelde elke uitzending een sportmedisch zoektocht naar de oorzaak van de klacht en het aandragen van de oplossing. Hij vertrouwde daarbij altijd op marathon, zelfs in ons klimaat, in belangrijke mate onderwerp in relatie tot wielrennen. De volgende onder- zijn anamnese en onderzoek. Zijn jarenlange ervaring zette hem vaak al snel op het juiste spoor. afhangt van de ‘vochtbalans’ tijdens het lopen. Sport- werpen kwamen aan bod: Kees was een geweldig mens om mee samen te werken en van te leren. Altijd positief, vol geduld en met op arts Goof Schep spreekt op BNR Nieuwsradio over deze zijn tijd een kwinkslag, waarbij hij op zijn eigen wijze ondeugend over zijn bril heen gluurde. Een éminence ‘vochtbalans’ en geeft tips! aantal verrichtingen per jaar continu bleef stijgen. Kees kwam zelf uit de tenniswereld, maar deed met gemak onderwerpen van de wielersport. Het programma werd • Vaatproblematiek • Fietspositie en blessures grise met een jongensachtige uitstraling. Boos werd hij alleen als hij onrecht vermoedde. De laatste jaren verbleef hij noodgedwongen, vanwege gezondheidsklachten, meer in de luwte dan hem lief geweest zou zijn. Graafschap TV: sportkeuring op televisie! Het zal hem zwaar gevallen zijn. Wat een APK is voor je auto is een sportkeuring voor je • Afstellen schoenplaatjes Als sportarts van het eerste uur heeft Kees Weidema baanbrekend werk verricht voor de sportgeneeskunde in lichaam. Nick wil als aanstormend wielertalent wel eens • Lage rugpijn Nederland. Daarvoor verdient hij respect en erkenning. weten hoe het er voor staat. Zijn er bijvoorbeeld afwij- • Zadelpijn kingen en hoe staat het met zijn conditie? Via een gron- • Inspanningsdiagnostiek Januari 2011, Edwin Goedhart, sportarts 3 • Hartproblemen dige keuring wordt dat bij de sportarts in het Slingeland Ziekenhuis wel duidelijk. Ook was er elke week een artikel over het betreffende onderwerp op Sportzorg.nl en Wielerland.nl te lezen. 50 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 51 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 Radio regionaal: Sportarts Edwin Achterberg over het wel of niet dragen van een onderbroek tijdens het wielrennen van Ajax begonnen onmiddellijk met reanimeren, bijge- voorkomende klachten! Ook kunnen kinderen een vraag stellen aan de OnwijsFit Sportarts. staan door sportarts Leo Heere en fysiotherapeut Jasper Steens van Vitesse/AGOVV. Wielrenners dragen geen onderbroeken! Sportarts Edwin Achterberg vertelt waarom dit zo is en gaat in op veel Persberichten Websites van anderen Ruim 3 miljoen Nederlanders met hooikoorts opgelet! Tips om zonder zorgen te sporten! Wielerland.nl hooikoortsklachten voorkomen. En hoe mooier het weer Diverse media: promotieonderzoek Maarten Hupperets Voor de website www.wielerland.nl verzorgt www.sport- hoe meer klachten de groep hooikoortspatiënten heeft. In diverse media zoals de Volkskrant, De Telegraaf en Het wordt de laatste keer dat de 38-jarige Lance Arm- zorg.nl sportmedisch nieuws en informatie. De artikelen Ongeveer 20% van de Nederlanders heeft in meer of het NRC verscheen een artikel over het promotieonder- strong meedoet aan de Tour de France, zo heeft hij laten die op deze drukbezochte website verschijnen, gaan alle mindere mate last van hooikoorts. Voor deze ruim 3 mil- zoek van Maarten Hupperets. weten. Komende weken moet blijken of hij zijn glans- over diverse aspecten van wielrennen zoals blessures, joen landgenoten is dit een vervelende periode. Sporten rijke carrière niet beter iets eerder had moet stoppen. voeding, training. is gezond, maar met hooikoorts kan het knap lastig zijn. Simpele oefeningen helpen tegen enkelblessure Benauwdheid, een drukkend gevoel en een loopneus Sporters die hun enkel verstuiken, hebben in het jaar Breng- en haalplein bemoeilijken het sporten. Daarom heeft Sportgenees- daarna een verhoogde kans op herhaling van die bles- Breng- en haalplein is in het leven geroepen door de kunde Nederland een aantal tips opgesteld om de sure. Maar met een eenvoudig oefenprogramma, dat BNR Nieuwsradio: Sportarts Han Inklaar over de blessure van Arjan Robben NKS. Hier kunnen o.a. trainers en coaches oefenstof, sporter te adviseren bij sporten met hooikoorts. ze thuis en zonder begeleiding kunnen uitvoeren, kan Arjan Robben raakte vlak voor het WK geblesseerd aan elkaar uitwisselen. Sportzorg.nl stuurt waardevolle documenten in op het gebied van sport, bewegen en Sportartsen reanimeren voetballer Evander Sno succesvol het VU medisch centrum dinsdag. Onderzoeker Maarten zijn hamstring, maar beleefde een razendsnelle rentree bij Oranje. Eenmaal teruggekeerd bij zijn club Bayern gezondheid die bestemd zijn voor o.a. (jeugd)trainers, De Vereniging voor Sportgeneeskunde voert opnieuw ters tussen de 12 en 70 jaar die recentelijk hun enkel München werd geconstateerd dat Robben een scheur in begeleiders en coaches. Er bestaan al websites voor vol- een pleidooi voor de invoering van Sportcor. Sportcor hadden verstuikt. Een deel van hen deed acht weken zijn hamstring heeft opgelopen. Sportarts Han Inklaar leybal, voetbal en atletiek. is een nationale registratiebank en dit houdt in dat we lang simpele balansoefeningen. Zij hadden 50 procent in heel Nederland gevallen van plotselinge hartstilstand minder kans om binnen een jaar opnieuw door hun Evenementen bij de sportende bevolking willen registreren. Bovendien enkel te gaan dan degenen die de oefeningen niet Het gehele jaar door zijn organisaties van diverse sport- willen we de gegevens van keuringen van topsporters, deden. Het oefenprogramma bestond uit drie trainings- Nieuwsuur evenementen, waaronder alle marathons, in Nederland inclusief de hierbij gemaakte hartfilmpjes, in deze data- sessies per week van maximaal een halfuur per keer. Reportage met sportartsen Han Inklaar en Edwin benaderd met informatie over de website Sportzorg.nl bank vastleggen. Met deze gegevens hopen we meer te De oefeningen, bijvoorbeeld balanceren op één been, Goedhart: kwart profs slikt pijnstillers. en de diensten die daar te vinden zijn. Naast vermelding weten te komen over de oorzaken van de hartstilstan- werden bij voorkeur gedaan als onderdeel van de Ruim een kwart (27,5%) van de Nederlandse profvoet- op diverse websites van grote marathons, waaronder den en de mogelijkheden om het optreden van hart- warming-up voor de normale sportactiviteit. Hupperets ballers gebruikt pijnstillers en ontstekingsremmers op alle Fortis Marathons, heeft de Dam-tot-Damloop ook stilstanden in sportsituaties te voorkomen. Bovendien promoveerde op het onderwerp aan het VUmc. Als een wedstrijddagen. sportmedische informatie op zijn website geplaatst om kunnen we met deze gegevens meer inzicht krijgen in sporter voor een tweede keer in korte tijd zijn enkel Dit is de uitkomst van een onderzoek dat is uitgevoerd deelnemers voor te lichten. het aantal slachtoffers per jaar. verstuikt, leidt dat vaak tot chronische pijnklachten. jaar en de zomer zijn de maanden waarin de meeste opvallende wielrenner. trainingsideeën en voorbereidingsprogramma›s met heeft op BNR Nieuwsradio een interview gegeven over deze kwestie. dat risico met de helft worden verminderd. Dat meldde door voormalig KNVB-arts Han Inklaar en Doris van der Hupperets deed onderzoek bij ruim vijfhonderd spor- Om de daaraan gepaard gaande medische en werk- Laan. Zij onderzochten de dopingformulieren van voet- Sport Knowhow XL Harry Been, Anton Geesink, Prof. dr. W.L. Mosterd, Hans Elke schooldag meer dan 70 leerlingen op een Spoedeisende Hulpafdeling verzuimkosten terug te dringen, heeft het VUmc de ballers waarop zij ook moesten invullen welke medicijnen ze gebruikten. den Oudendammer en Hein Verbruggen zijn genomi- Website voor jonge kinderen over veilig sporten online Veiligheid en de Vereniging voor Sportgeneeskunde. neerd voor de ‘Sport Knowhow XL | award’. Deze prijs is Vanaf 2010 is de website www.OnwijsFit.nl actief. Op het De drie organisaties willen het oefenprogramma samen Reportage: hart- ingesteld door Sport Knowhow XL – informatieplatform nieuwe digitale platform OnwijsFit.nl, een initiatief van onder de aandacht brengen en ook onderbrengen in stilstand bij spor- voor de zakelijke sportmarkt – en wordt jaarlijks uitge- Sportgeneeskunde ters <AFBEELDING> reikt aan ‘iemand die in zijn/haar bestuurlijke carrière Nederland, vinden Ajax-speler Evan- op exceptionele wijze de sport in Nederland een grote kinderen (8-12 der Sno is tijdens dienst heeft bewezen›. Prof. dr. W.L. Mosterd is derde jaar) kwaliteits- een duel tus- geworden tijdens deze verkiezing. informatie over Diverse media: behandeling met plaatjesrijk plasma (PRP) zet geen zoden aan de dijk bij achillespeesklachten sen Jong Vitesse/ Daarnaast verscheen op Sportknowxl.nl een artikel: sportblessures of In diverse nationale, maar ook internationale media is ‘Sportgeneeskunde strijdt opnieuw voor erkenning›. sportgerelateerde aandacht besteed aan wetenschappelijk onderzoek van klachten/pijntjes. de afdeling sportgeneeskunde van het MCH. AGOVV en Jong Ajax getroffen door een hartstilstand. Sportarts Niels Wijne en fysiotherapeut Peter Hoogland 52 Krantenartikelen/magazines Het hooikoortsseizoen is weer begonnen! Het voor- Radio 1: Sportarts Guido Vroemen over de carrière van Lance Armstrong Radio 1 sprak met sportarts Guido Vroemen over deze Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 3 handen ineengeslagen met de Stichting Consument en het zorgverzekeringspakket. Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 53 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 Evenementen “Bij achillespeesklachten is een injectie met plaatjesrijk later met deze vraag geconfronteerd. Het antwoord is plasma (PRP) net zo effectief als een injectie met een eenvoudig. Ja, fietsen is werkelijk gezond. Een kort ant- placebo. Dat toont wetenschappelijk onderzoek aan woord, dat wel eerlijk is maar ook een beetje diepgang Sportgeneeskunde neemt gedurende het jaar deel aan van de afdeling sportgeneeskunde van het MCH en de mist. Een concrete vraag toegespitst op je eigen situatie diverse evenementen. Onderstaand een opsomming. afdeling Orthopaedie van het Erasmus MC. Vandaag is veel betekenisvoller. Is fietsen gezond voor mij? Ant- verschijnt een artikel hierover in het toonaangevende woord: Ja, mits je het fietsen op een verantwoorde wijze wetenschappelijke tijdschrift JAMA (Journal of the Ameri- aanpakt. Daarnaast is het verstandig stil te staan bij je can Medical Association). Het is bij achillespeesklachten huidige gezondheidstoestand. niet wisten welke patiënt welke injectie kreeg (dubbel- neeskunde. Ruim 800 huisartsen in opleiding waren aanwezig. Op 21 januari 2010 organiseerde het EMGO+ Instituut Diverse media: berichten naar aanleiding hartstilstand Evander Sno blind gerandomiseerde studie).” Promotie in congrestas Bij een aantal evenementen is promotie gedaan middels Symposium over de preventie van acute laterale enkelletsels wereldwijd de eerste keer dat dit werd onderzocht in een onderzoek waarbij patiënten, artsen en onderzoeker van het VU medisch centrum een ‘insert’ in de congrestas • NVA congres, 27 en 28 mei 2010 • Congres: Sportblessures voorkomen én genezen, 9 juni 2010 • Dag van het Sportonderzoek, 7 oktober 2010 een groot symposium over Onderstaand een de preventie van acute la- Grand Départ Rotterdam overzicht van be- terale enkelletsels. Dit sym- Op zaterdag 3 juli 2010 start de Tour de France 2010 met Algemeen Dagblad richten die in de posium werd georganiseerd een proloog van 8.9 kilometer in Rotterdam. In het kader In het Algemeen Dagblad verschijnen regelmatig artike- media zijn versche- naar aanleiding van de 2BFit van deze tourstart kan op donderdag 1 juli deelgenomen len waaraan medewerking is verleend door sportartsen. nen naar aanlei- study, een 4-jarig onderzoek worden aan de Grand Départ Toertocht waar delen van de In januari verscheen het artikel ‘Sporten zonder zorgen’. ding van de hart- naar de effectiviteit van neu- route van zowel de proloog als de eerste etappe van de Aan dit artikel heeft sportarts Hans Smid meegewerkt. stilstand van romusculaire training voor Evander Sno. de preventie van recidiverende laterale enkelletsels. De ‘Sporters zijn het liefst alleen met hun favoriete sport bezig, maar dat is vragen om blessures’, aldus sportarts 2BFit studie heeft aangetoond dat een dergelijke training Hans Smid. 1. Persbericht Vereniging voor Sportgeneeskunde. als aanvulling op usual care zowel effectief als kosten- 2. Artikel De Telegraaf: ‹je kunt niet alles zien op een besparend is ter voorkoming van een herhaling van dit In februari verscheen er een artikel over de toename van het aantal voetbalblessures in de afgelopen tien jaar en hartfilmpje›. 3. Artikel MedNet: ‘sportarts wil wettelijke registratie een artikel over fris de lente in met behulp van sport. plotse hartdood’. letsel. Het artikel naar de effectiviteit van het preventief oefenprogramma is reeds gepubliceerd in het vooraanstaande tijdschrift British Medical Journal. Aan beide artikelen is medewerking verleend door sport- De Vereniging voor Sportgeneeskunde heeft ondersteu- arts Don de Winter. Daarnaast heeft Han Inklaar een interview gegeven bij ning geboden bij de organisatie van het symposium en het televisieprogramma Nieuwsuur (het oude NOVA). was die dag aanwezig om de deelnemers te informeren Santé 3 over sportgeneeskunde. Artikel over sportblessures met interview Hans Smid. Tour de France 2010 zelf ervaren kunnen worden. Sportartsen en huisartsen hebben hieraan meegedaan en de VSG Over verschillende sporten. KNMG Carrièrebeurs Santé Magazine, mei 2010. Op zaterdag 6 februari 2010 vond de tweede editie van is aanwezig geweest met een stand bij de start en finish. de landelijke KNMG Carrièrebeurs ‘Reis door carrièreland’ MedNet magazine plaats. Studenten geneeskunde en basisartsen konden Sportarts Janet Frederiks: ‘We kiezen voor de conserva- kennis maken met opleiders en aios en volgden interes- KNGU Sportmedisch Congres. Turnen: Topsport in de Groei?! tieve behandeling’. sante workshops! Het NIOS was deze dag aanwezig om Voor het eerst in 24 jaar werd het Wereld Kampioen- Het werk van de sportartsen bij de KNVB loopt uiteen de opleiding Sportgeneeskunde onder de aandacht van schap Turnen weer in Nederland gehouden. Van 16 - 24 van een blessureconsult en medische keuringen tot de studenten te brengen. Daarnaast konden de studenten oktober was de Ahoy Arena in Rotterdam het epicentrum intensieve teambegeleiding. Sportarts Janet Frederiks In het NRC verscheen in oktober een artikel ‘Oefenen, een ‘speeddate’ aangaan met sportarts in opleiding Hiske van het mondiale turnen en deelnemers van vele lan- van het Sportmedisch Centrum begeleidt de nationale die zere achillespees’. Moderne therapieën tegen een Kneepkens, waarin Hiske de studenten enthousiast vertel- den toonden hun kunnen en kunsten. Het medisch team voetbalvrouwenteams bij grote toernooien. achillespeesblessure versnellen het herstel niet. Een de over het vak Sportgeneeskunde en de mogelijkheden! van de KNGU zag dit belangrijke kampioenschap als een nachtspalk, een operatie, een injectie met bloedplaatjes, Fietssport Magazine ze zijn niet beter dan rustig afwachten. Een oefenthera- LOVAH congres reau- Erasmus MC en de Vereniging voor Sportgenees- In het augustus nummer verscheen een artikel ‘Is fietsen pie helpt ruim de helft van de geblesseerden. Dat con- Vrijdag 28 april is Sportgeneeskunde Nederland aan- kunde (VSG) een sportmedisch congres te organiseren gezond voor mij?’ Wat is eigenlijk de relatie tussen cludeert Robert-Jan de Vos, sportarts in opleiding in het wezig geweest met een informatiestand op het LOVAH met als titel: «Turnen: Topsport in de groei?!» Dit con- (tour)fietsen en gezondheid? Is fietsen gezond? Dit is Medisch Centrum Haaglanden. (Landelijke organisatie van Aspirant Huisartsen) congres. gres vond woensdag 20 oktober plaats en de Vereniging Er was veel belangstelling voor informatie over sportge- voor Sportgeneeskunde was in de ochtend aanwezig om een belangrijke vraag. Veel fietsers worden vroeger of 54 uitstekende mogelijkheid om samen met Het Congresbu- Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 55 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 de ruim 80 deelnemers (sportartsen, (sport)fysiothera- de afgelopen week en de resultaten doorgenomen. Ook peuten) te informeren over sportgeneeskunde, waaron- worden de afspraken van de komende week vermeld. Elke maand weten ruim 70.000 unieke bezoekers de weg naar Sportzorg.nl te vinden! 1. Informatie der het VSG congres. Federatie van Sportmedische Instellingen Clubblad/website-artikelen (bv. preventie, revalidatie, Sportzorg Twitter VSG Sportmedisch Wetenschappelijk Congres Eenmaal per maand ontvangen alle leden van de FSMI training, voeding). Informatie over blessures, hersteltrai- Twitteraars kunnen nog gemakkelijker op de hoogte (ruim 50) de nieuwsbrief. Daarnaast wordt de nieuws- ning, preventieve maatregelen om herhaling te voorko- blijven van het laatste nieuws op het gebied van sport, Op donderdag 25 en vrijdag 26 november 2010 organi- brief verstuurd aan alle sportbonden. men, materialen voor uw clubhuis/medische ruimte. bewegen en gezondheid! Via www.twitter.com/sportzorg Artikelen kan men eenvoudig downloaden en plaatsen zijn de laatste berichten automatisch te volgen. op eigen website en/of clubblad. Twitter is een populaire internetdienst, waarmee gebrui- seerde de Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG) alweer voor de zesde maal het toonaangevende Sportme- Vereniging voor Sportgeneeskunde disch Wetenschappelijk Congres. Het congres bood net Eenmaal per maand ontvangen alle VSG leden (ruim als de voorgaande jaren een multidisciplinaire ontmoe- 450) de nieuwsbrief. tingsplaats voor onderzoekers en zorgverleners. kers korte berichten kunnen publiceren en lezen. Via 2. Educatie deze razend populaire tool houden wij u vanaf nu op de Als Clubzorg-vereniging is het bijvoorbeeld mogelijk een Sportzorg.nl thema-avond te organiseren over blessurepreventie voor gres bekend om Eenmaal per maand wordt een Sportzorg.nl nieuwsbrief trainers, coaches, medisch kader en ouders. Maar u kunt de verscheiden- verstuurd. Deze nieuwsbrief bevat nieuws over sport, ook denken aan: heid aan interes- bewegen en gezondheid en wordt verstuurd aan de • Voorlichtingsavonden over: voeding, materiaal, bles- sante onderwerpen leden van de VSG, FSMI, sportbonden en bijna 3.000 binnen het brede geïnteresseerden die Al jaren staat het Sportmedisch Wetenschappelijk Con- vakgebied van Sport en Geneeskunde. Ook bij deze 6de zich via Sportzorg.nl editie waren er ruim 50 experts die in elf workshops hebben ingeschreven. sures e.d.; • Scholingsavonden: AED instructie, Eerste Hulp bij Sport Ongevallen e.d.. dieper ingingen op sportmedische onderwerpen binnen 3. Sportmedische diensten hoogte van het laatste nieuws. Volg Sportzorg op Twit- specifieke takken van sport, zoals schaatsen, loopspor- Snelle toegang tot de juiste specialisten op het gebied ter via www.twitter.com/sportzorg en klik op ‘follow’. U van sportmedische zorg: ontvangt vanaf dat moment alle Sportzorg tweets in uw • sportkeuringen; Twitter account. ten, wielrennen, tennis, volleybal, vechtsporten, hockey, Eigen websites roeien en voetbal. Tevens kwam de gehandicaptensport en sportrevalidatie uitgebreid aan bod. De Vereniging Sportgeneeskunde.com • medische consulten; voor Sportgeneeskunde presenteerde met trots weder- Op www.sportgeneeskunde.com treft u de links naar de • sportmedische onderzoeken; Sportenbeweegpagina.nl om een uitdagend congresprogramma! overkoepelende organisaties op het gebied van sport- • testen (bijvoorbeeld inspanningstest); Op Sportenbeweegpagina.nl vindt u het landelijke aan- De boeiende inhoudelijke onderdelen van het congres geneeskunde in Nederland: De Vereniging voor Sportge- • sportmedisch advies (voeding, training, blessures, bod van sport- en beweegmogelijkheden voor zowel de dit keer: neeskunde (VSG), De Stichting Opleidingen in de Sport- • iedere dag opening met een uitmuntende keynote geneeskunde (SOS), Het Nederlands Instituut Opleiding gezondheid). reguliere sporter als voor mensen met een beperking, zoals een lichamelijke of verstandelijke beperking, visu- speech (op donderdag Ab Krook, oud-schaatscoach Sportartsen (NIOS), De Federatie van Sportmedische Sportzorg.nl ele problemen, gehoorproblemen en chronische aandoe- en op vrijdag prof. Mark E. Batt, consultant Sport Instellingen (FSMI), De Stichting Geneeskunde en Sport Sportzorg.nl is uw startpunt op het web als u meer wilt ningen. Het aanbod komt tot stand door aanbieders van and Exercise Medicine, UK); (G&S), De Stichting Beroepsopleiding in de Sportgenees- weten over verantwoord sporten en gezond bewegen. sport- en beweeg programma’s, zoals sportverenigingen, kunde (SBOS). Van blessurebehandeling tot digitale sportkeuring, bij fysiotherapiepraktijken, zwembaden, fitnesscentra e.d.. • de belangrijkste sportmedische onderwerpen binnen Sportzorg.nl vindt u de informatie die u zoekt. Down- specifieke takken van sport; • op beide congresdagen twee ronden met verdiepende workshops door experts uit de diverse vakgebieden. Nieuwsbrieven 56 Clubzorg bestaat uit de volgende drie onderdelen: 3 Clubzorg.nl load de instructieposters (bijvoorbeeld over warming up AktiefAdvies.nl Clubzorg is een gezondheidsservice voor verenigingen en cooling down) en maak gebruik van de praktische AktiefAdvies.nl is een initiatief van het ‹Partnership Huis- en bestaat uit systematische voorlichting, educatie tips en goede adviezen, toegespitst op uw persoonlijke artsenzorg in Beweging›. Het partnership is van mening en begeleiding op het gebied van sport, bewegen en sportsituatie. Bij Sportzorg.nl vindt u het antwoord op dat de huisarts een centrale rol heeft in het bevorderen gezondheid. Door Clubzorg kunnen blessures worden al uw sportvragen, bijvoorbeeld: «Gaat sport en een van gezonde leefstijl en bewegen voor de patiënt. De voorkomen en de sporter (die klachten heeft) hersteld chronische ziekte samen?» Zoekt u praktische tips op gezamenlijke partners zijn vanuit hun expertise en doel- Vanuit het bureau worden er diverse nieuwsbrieven sneller doordat hij/zij snel de weg weet te vinden bin- het gebied van gezonde voeding, afvallen of sportmate- stellingen van grote waarde voor het ondersteunen van verstuurd. nen het veld van de sportgezondheidszorg. riaal? Bij Sportzorg.nl bent u op het juiste adres! Het is de huisarts, zijn praktijk en de zorgketen - inclusief het belangrijk dat iedereen zich afvraagt of men op een ver- sport- en beweegaanbod - rondom zijn praktijk. Kortom, Maandagnieuws antwoorde en gezonde manier sport of beweegt. Hierbij het partnership ondersteunt de huisarts op het gebied Elke maandag wordt er een nieuwsbrief verstuurd be- maakt het niet uit of men een beginnende, recreatieve van actieve leefstijladvisering. stemd voor de besturen. Hierin worden de afspraken van of prestatiegerichte sporter is. Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 57 MasterScreen CPX: Excellent in both stationary and mobile use We have taken careful note of the clinician’s requirements to create a small and partially mobile system which offers the full spectrum of cardiopulmonary measurements. MasterScreen CPX allows you to run a complete exercise test including stress ECG (option) quickly and easily. CareFusion’s complete range of spirometers are designed to meet your every requirement. The MicroLab and Loop are highly portable allowing it to be used in physician’s offices or for bedside testing. Oxycon Mobile: small, lightweight and on the spot Oxycon Mobile was developed in cooperation with top triathletes and sports researchers. The suitability for daily use has already been thoroughly tested. Honestly, are there any other applications where the demands are so high? MicroMedical™ MicroLab™ Portable spirometer, with in built printer and clear color touch screen, optional pulse oximeter and PC software. MicroLoop™ Portable spirometer, with clear colour touch screen. CareFusion combines proven clinical technologies and actionable intelligence to measurably improve patient care. For MicroMedical™ Kapteynlaan 13 9351VG Leek The Netherlands +31 (0)594 587 280 +31 (0)594 587 288 www.pt-medical.nl carefusion.com De Molen 8 - 10 3994 DB Houten The Nethelands +31 30 2289 711 tel +31 30 2289 713 fax Feiten en ontwikkelingen 2010 3 3.4 Rapportages betrokken organisaties De deelnemende organisaties: Capaciteitsorgaan (Stichting Capaciteitsorgaan Medische en Tandheelkundige Vervolgopleidingen) CCC (College van Clubartsen en Consulenten) Consument en Veiligheid (Stichting Consument en Veiligheid) Dopingautoriteit (Stichting Anti-Doping Autoriteit Nederland) FSMI (Federatie van Sportmedische Instellingen) Gehandicaptensport Nederland LOSO (Landelijk Overlegorgaan Sportgezondheids Onderzoek) W.J.H. Mulier Instituut NGS (Nederlands Genootschap voor Sportmassage) NIOS (Nederlands Instituut Opleiding Sportartsen) NISB (Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen) NOC*NSF (Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie) NOTS (Nederlandse Orthopedische en Traumatologische Sportgeneeskundige werkgroep) NVDA (Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten) NVFS (Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sportgezondheidszorg) RCT (Radiologisch Centrum voor Topsportgeneeskunde) RIVM Gezond Leven (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Gezond Leven) RIVM Kies Beter (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Kies Beter) SBOS (Stichting Beroepsopleiding tot Sportarts) SCAS (Stichting Certificering Actoren in de Sportgezondheidszorg) Service Médical (Stichting Service Médical) Service Médical Academy (Stichting Service Médical Academy) SOS (Stichting Opleidingen in de Sportgeneeskunde) Sport&Geneeskunde (Stichting Sport en Geneeskunde) TNO (Nederlandse Organisatie voor Toegepast Wetenschappelijk Onderzoek) VFBV (Vereniging van Fysiotherapeuten binnen het Betaald Voetbal) VSG (Vereniging Sport en Gemeenten) VSG (Vereniging voor Sportgeneeskunde) VSN (Vereniging Sportdiëtetiek Nederland) VSPN (Vereniging SportPsychologie Nederland) VvBN (Vereniging voor Bewegingswetenschappen Nederland) WBVS (Werkgroep VRA Bewegen en Sport) Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 59 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 Capaciteitsorgaan Dit laatste zoveel mogelijk op basis van primaire ge- deel ook samenhangend met een uitbreiding van het gevens vanuit bestaande bronnen, zoals de Vereniging aantal sportmedische instellingen (SMI’s); voor Sportgeneeskunde (VSG), het Nederlands Instituut Stichting Capaciteitsorgaan voor Medische en Tandheelkundige Vervolgopleidingen • een toenemende productie per sportarts in termen Joris Meegdes • een toekomstige vraag, die onder meer mede door van zowel preventie als behandeling/advisering; De ontstaansgeschiedenis van kortweg het Capaciteits- begin gemaakt met enkele onderdelen in de geestelijke orgaan dateert van eind vorige eeuw, toen in het jaar gezondheidszorg, zoals de psychotherapeuten en kli- 1999 de stichting door een drietal groeperingen uit krin- nisch (neuro)psychologen. gen van beroepsbeoefenaren, opleidingsinstellingen en Opleiding Sportarts (NIOS) en de Sociaal Geneeskundige Registratie Commissie (SGRC). Overigens zal er aan het einde van dit jaar (2010) een nieuw integraal Capaci- de vergrijzing en een waarschijnlijk toenemende teitsplan 2010 uitkomen, waar in een apart deelrapport ‘sport’-participatie van ook deze groep ouderen eer- ook de groep van de sociaal geneeskundigen specifiek der groter dan kleiner zal worden. onder de loep zal worden genomen. Mede op basis van deze contouren is tenslotte een eer- Adresgegevens ste voorlopige, beperkte en beleidsarme vooruitblik met Capaciteitsorgaan zorgverzekeraars is opgericht. Vorig jaar (2009) vierde Behoeftebepaling sportartsen betrekking tot de raming van de benodigde jaarlijkse Domus Medica het Capaciteitsorgaan dus haar tienjarig bestaan. De specifieke bemoeienis met de sportgeneeskunde da- instroom van nieuwe sportartsen in opleiding opgesteld. Mercatorlaan 1200 teert van 2007, in welk jaar door het Capaciteitsorgaan Overigens is de volledige versie van het rapport te vin- 3528 BL UTRECHT Doelstelling op verzoek van het Ministerie van Volksgezondheid, den op onze website www.capaciteitsorgaan.nl. Postbus 20051 • Er zijn drie formele doelstellingen, namelijk:het op Welzijn en Sport (VWS) een rapport over de behoefte- 3502 LB UTRECHT grond van - onder meer - de te verwachten zorgbe- bepaling sportartsen is uitgebracht. Mede in aansluiting Geen advies T 030 2823840 hoefte opstellen van behoefteramingen met betrek- op de beleidsnota ‘Tijd voor sport – Bewegen, Meedoen, Deze rapportage en raming betreft dus geen advies van E [email protected] king tot de onderscheiden medische en tandheelkun- Presteren’ (september 2005) bestond de behoefte te het Capaciteitsorgaan, doch kan in een vervolgfase wel W www.capaciteitsorgaan.nl dige vervolgopleidingen; bezien hoe dit sportbeleid zich verhoudt met het aantal als vertrekpunt dienen voor het nader onderzoeken en sportartsen in ons land. Het aandragen van informatie formuleren van het toekomstperspectief van het vakge- heid met betrekking tot de behoefte aan en capaci- over het aantal sportartsen, enkele kenmerken van deze bied. Als zodanig is dit bij de aanbieding van rapport teit van deze opleidingen; beroepsgroep alsmede ook over het aantal nu in oplei- ook nadrukkelijk aangegeven, inclusief de bereidheid • informatievoorziening voor de zorgsector en over- • het in beeld brengen van de benodigde capaciteit ding zijnde sportartsen, zou daar een eerste bijdrage in een mogelijk vervolgtraject wel tot een gedegen en van de initiële geneeskundige opleiding en de advi- aan kunnen leveren. Desgevraagd omvat dit rapport dus afgewogen advisering te komen. Daarin zouden dan sering hierover aan de overheid. een veelheid aan basiselementen voor nu en straks in alle betrokken veldpartijen langs de voor het Capaci- combinatie met een weergave van de meest elemen- teitsorgaan gebruikelijke weg hun visie kunnen inbren- Kenmerkend is dus de tripartiete samenstelling, die zo- taire kwantitatieve aspecten van de beroepsgroep. Kort gen resp. hun zegje kunnen doen. Tot op heden is dit wel zichtbaar wordt in de samenstelling van het Plenair samengevat passeren daarbij ondermeer de volgende vervolgtraject echter nog niet ingezet en wordt volstaan Orgaan (= Bestuur), als de afzonderlijke Kamers van het zaken de revue: met het zo goed mogelijk monitoren van de feitelijke Capaciteitsorgaan. Vanaf het begin opereren er vijf zgn. Kamers op de terreinen van de eerstelijns gezondheidszorg (huisartsen), medisch specialistische (ziekenhuis) zorg, tandheelkundige (mond)zorg, ouderenzorg (specialisten ouderengeneeskunde, voorheen verpleeghuisart- ontwikkeling. • de profilering van het vakgebied als onderdeel van de sociale geneeskunde (een sportarts is dus géén medisch specialist); • een aanbod op 1 januari 2007 van totaal 85 geheel sen) en sociaal geneeskundige zorg, waaronder dus de of gedeeltelijk binnen de ‘sport’ actieve sportartsen, sportartsen vallen. die voor 70 fte werken; Een verdere verbreding van het werkterrein en -domein is echter ingezet en deze lijkt voor de nabije periode ook zeker niet te zijn afgesloten. Zo zijn er eind 2006 voor het eerst ook adviezen afgegeven met betrekking tot de groep van de klinische technologische (bèta-) • een verdere feminisering van de beroepsgroep in de komende jaren; • een jaarlijks bezette opleidingscapaciteit of totaal aantal sportartsen in opleiding van ongeveer 30; • een wat onevenwichtige spreiding van sportartsen specialismen (klinische chemie, klinische fysica en over het land met relatief het grootste aanbod in het ziekenhuisfarmacie), alsmede twee jaar later ook voor noorden en oosten versus het minste in het zuiden het nieuw erkende ‘profiel’ spoedeisende geneeskunde van het land; (SEH). Mede op verzoek van VWS is daarna ook nog een 60 pertise in de afgelopen jaren, ongetwijfeld voor een Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 3 • een groeiende vraag naar sportgeneeskundige ex- Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 61 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 CCC Consument en Veiligheid College van Clubartsen en Consulenten Stichting Consument en Veiligheid Ron Peters Saskia Kloet, Ingrid Vriend, Karin Klein Wolt Het CCC is in 1990 opgericht als Club van Clubartsen congres waarbij Communicatie het centrale thema was. Consument en Veiligheid werkt aan het verbeteren van wordt uitbesteed aan een programmamanager. Begin en Consulenten in het betaalde voetbal door een vijftal Het congres werd gehouden bij ADO Den Haag en werd de veiligheid. Het enorme aantal letsels door ongeluk- 2008 heeft VWS besloten het programma onder regie clubartsen uit die tijd: Pieter Vierhout (F.C. Twente), Karel bezocht door 42 leden. ken en de verantwoordelijkheid die de overheid heeft van Consument en Veiligheid tot uitvoering te brengen. van den Brekel en Cees Rein van den Hoogenband (PSV), In mei 2010 werd een tweede congres voor de leden voor het verbeteren van de veiligheid, zijn hiervoor de Dit in nauwe samenwerking met de andere organisaties Otto Stibbe (Ajax) en Ben van den Bosch (Feyenoord). georganiseerd waar het thema voeding,vitamines en belangrijkste motieven. Inmiddels is er al veel verbe- uit het veld van de sportblessurepreventie. Die sa- Gezamenlijk kwamen zij tot de conclusie dat de proble- voedingssupplementen uitgebreid aan bod is geko- terd. Maar ook nu nog overlijden per jaar 3.300 mensen menwerking komt onder andere tot uitwerking in twee men rond de behandeling van betaald voetballers zeer men. Beide wetenschappelijk congressen werden voor als gevolg van een ongeluk en worden nog eens 3,2 platformen (Monitoren Sportblessures en Sportblessu- specifieke aandacht en kennis vroeg. Tevens was het zo huisartsen en sportartsen geaccrediteerd. In het najaar miljoen letsels medisch behandeld. Consument en Veilig- repreventie) waarin veel diverse partijen uit de praktijk dat clubartsen uit verschillende disciplines voortkwamen van 2010 werd een derde wetenschappelijk congres heid zet zich in voor een samenleving waarin vermijd- en wetenschap van de sportblessurepreventie vertegen- en de behoefte bestond om van elkaar te leren en behan- georganiseerd bij de Graafschap met als voornaamste bare ongevallen nihil zijn. Dat doel is haalbaar, want woordigd zijn. delingen op welk gebied dan ook meer met elkaar af te onderwerp ‘alternatieve geneeswijzen in de voetbal- een ongeval is altijd het gevolg van een samenloop stemmen. Het oprichten van een vereniging was daartoe sport, dubieus of niet?’. Voor verdere informatie hierover van omstandigheden, in principe voorzienbaar en dus Dit alles om de volgende (sub)doelstellingen te bereiken een geschikt middel dat uiteindelijk ook helemaal paste verwijzen we naar de website www.mijnclubarts.nl. te voorkomen. Elk leven dat we kunnen redden en elke in 2011: handicap die we kunnen voorkomen, draagt bij aan de • bijdragen aan de incidentievermindering die VWS in de tijd waarin professionalisering binnen het betaald voetbal steeds meer op de agenda kwam te staan. Samenstelling bestuur 2009 Momenteel zijn alle Betaald Voetbal Organisaties (BVO’s) Piet Bon aangesloten en telt het College ruim 100 leden. Huisarts, clubarts Ajax voorzitter Doelstelling Sportarts, clubarts Ajax Het doel van het CCC is het adviseren van BVO’s en Gekie Meins de KNVB op het gebied van de gezondheidszorg voor Orthopedisch chirurg, clubarts FC Twente voetballers in de meest brede zin van het woord, het Jip Spieringss ontwikkelen van protocollen, het stimuleren van onder- Huisarts, clubarts FC Oss wijs voor de aangesloten leden en zo uiteindelijk tot Sjoerd Jan de Vries certificering komen van het beroep van clubarts. KNO-arts, clubarts NEC penningmeester Tom van Thiel, voorz. wetenschappelijke commissie Chirurg, clubarts de Graafschap Het CCC is lid van het bestuur van de Stichting Certifice- Ron Peters ring Actoren in de Sportgezondheidzorg (SCAS, zie 3.4) en Huisarts, clubarts SC Telstar op basis van certificeringeisen van de SCAS organiseert 62 zich stelt in de nota ‘Tijd voor Sport’ om het aantal ernstige ongevallen, daar is het ons om te doen. Con- sportblessures terug te dringen met 10% (in 2011 ten sument en Veiligheid werkt in één en dezelfde organisecretaris Edwin Goedhart Rol kwaliteit van onze samenleving. Het voorkomen van lid lid • meer sporters; uitvoering van een praktische oplossing. We zijn trots • weten welke risico’s op een sportblessure gepaard gaan met sport en bewegen; preventie in huis hebben. • vinden deze risico’s belangrijk; Speerpunten van Consument en Veiligheid zijn kin- • weten een blessure en een risico te (h)erkennen; derveiligheid, veiligheid van senioren, veiligheid in de • nemen hun eigen verantwoordelijkheid door informatie zorg, brandveiligheid, veiligheid bij sportbeoefening en veiligheid in het verkeer en tijdens werk. Consument en lid opzichte van 2006). satie aan een betrouwbare probleemanalyse en aan de dat we deze bijzondere combinatie van onderzoek en Veiligheid richt zich op de preventie van letsels door over preventie en zorg in te winnen èn toe te passen; • zijn bekend met de zorgketen: weet waar je wanneer heen kan en moet voor zorg. ongevallen (dus niet op de preventie van opzettelijk lid letsel). Activiteiten 2010 Het sportblessurepreventiebeleid vertaalt zich naar Onze rol binnen de sportgezondheidszorg meerdere activiteiten en projecten, waarvan een aantal het CCC geaccrediteerde nascholingen voor de opleiding Adresgegevens Minder sportblessures en een goede behandeling van door Consument en Veiligheid wordt uitgevoerd. Met be- “Arts Betaald Voetbal” waar artsen (o.a. huisartsen, speci- College van Clubartsen en Consulenten sportblessures leiden tot een daling van de medische hulp van beschikbare ongevalgegevens, onderzoek naar alisten, sportartsen) aan deel kunnen nemen. Bolhaarslaan 49 kosten en de duur van arbeid-, school- en sportverzuim de incidentie en prevalentie van letsels, doelgroepon- Het Bestuur van de CCC verzorgt de contacten met andere 7522CV Enschede en indirect tot een verhoging van sportparticipatie. derzoek en informatie over (kosten)effectieve preventie- organisaties zoals met de Nederlandse Vereniging voor T 053-4344385 Daarom heeft VWS in de nota ‘Tijd voor Sport’ zich ten maatregelen is het mogelijk om prioriteiten te stellen in Fysiotherapie in de Sportgezondheidszorg (NVSF, zie 3.4) E [email protected] en [email protected] doel gesteld de incidentie van sportblessures met 10% preventieactiviteiten. Wanneer preventiemaatregelen zijn en de Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG, zie 3.4). W www.mijnclubarts.nl terug te dringen en het beleid hiervoor aan te scherpen vastgesteld, worden samenwerkingsmogelijkheden met Projecten en activiteiten (Ministerie van VWS, 2007). De eindverantwoordelijkheid organisaties en bedrijfsleven verkend. Het resultaat van Eind 2009 organiseerde de CCC een wetenschappelijke voor deze ambitie ligt bij het Ministerie van VWS, maar deze marktverkenning is coalitievorming en een campag- Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 3 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 63 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 nestrategie, waarmee preventiemaatregelen succesvol sure en/of de ernst hiervan verminderen. In 2010 is een den met kennis over de haalbaarheid en werkzaamheid De campagne heeft veel aandacht gekregen in de lan- kunnen worden geïmplementeerd. onderzoek afgerond naar de effectiviteit van blessure- van interventies in de praktijk. delijke en lokale pers. Na twee weken had al meer dan Deze werkwijze is terug te zien in de diverse projecten preventieve maatregelen. Het gaat steeds om maatrege- die Consument en Veiligheid uitvoert rondom sportbles- len die gebruikt kunnen worden in meerdere sporttak- Gebruik je Kop, Helm op! gezien. Eerste resultaten laten zien dat wielrenners en sures en de preventie daarvan. Deze projecten hebben ken en door sporters en trainers zelf genomen kunnen RABO ProTeam-renner Rick Flens heeft half juni het mountainbikers de campagne positief waarderen. Meer als doel de gegevensverzameling over sportblessures te worden. Op basis van het onderzoek zijn aanbevelingen startschot gegeven voor de landelijke campagne ‘Ge- resultaten volgen eind 2010. verbeteren, analyses uit te voeren om de prioriteit en geformuleerd voor het gebruik van de maatregelen. De bruik je kop, helm op’. De campagne is een initiatief Deze campagne krijgt in de winterperiode 2010/2011 een preventiekans vast te stellen of betreffen het opzetten, resultaten zijn verspreid onder het werkveld via een van Stichting Consument en Veiligheid, de Koninklijke vervolg waarin skiërs en snowboarders worden geat- uitvoeren en evalueren van voorlichting en educatie. folder en gepubliceerd op de website www.veiligheid.nl/ tendeerd op het belang van een helm, in samenwerking sportblessurepreventie. Ook de meest actuele blessure- met de Nederlandse Ski Vereniging. cijfers (algemeen en per sporttak) zijn hier te vinden. Wilt u meer weten over het sportblessurepreventiebe- Voorbeelden van lopende projecten zijn: 1/5 van de doelgroep er iets over gehoord, gelezen of Vallen is ook een sport leid, of over de lopende projecten binnen Consument en In 2009 heeft Consument en Veiligheid, in samenwerking In aanvulling op onderzoek uit 2001 is gezocht naar Veiligheid, dan kunt u contact opnemen met mw. Saskia met gekwalificeerd judodocent en leerkracht bewegings- wetenschappelijke literatuur gepubliceerd vanaf 2000. Kloet. Zij coördineert vanuit Consument en Veiligheid onderwijs Yos Lotens en sportmarketingbureau 2Basics, Op basis van de literatuur is een uitspraak gedaan over het sportblessurepreventiebeleid. het lespakket ‘Vallen is ook een sport’ ontwikkeld om de effectiviteit van de blessurepreventieve maatregelen. valvaardigheid bij basisschoolkinderen te trainen. Aanlei- Dit is voorgelegd aan (inter)nationale wetenschappelijke Adresgegevens ding voor dit lespakket is het stijgend aantal blessures, deskundigen en sportartsen. Voor maatregelen zonder of Stichting Consument en Veiligheid met name polsfracturen, bij de jeugd. De effectiviteit van met onvoldoende literatuur, is de conclusie gebaseerd het lespakket - op zowel blessure-incidentie, valvaardig- op de mening van de experts. heden als gedragsdeterminanten (kennis, risicoperceptie 1070 AD Amsterdam Fiets Unie, met als belangrijkste doel dat wielrenners en Rijswijkstraat 2 Op basis van de resultaten is een driedeling gemaakt in mountainbikers altijd met een helm op rijden, ook als 1059 GK Amsterdam gecontroleerde studie. In het schooljaar 2009-2010 heb- de effectiviteit van de primair preventieve maatregelen zij recreatief fietsen. Dit is noodzakelijk, omdat elk jaar T 020-5114511 ben 35 scholen meegedaan aan het onderzoek: 1.539 en mate waarin het gebruik wordt aanbevolen, namelijk 3.700 wielrenners en mountainbikers in het ziekenhuis E [email protected] leerlingen hebben met het lespakket gewerkt en 1.920 maatregelen waarvan de effectiviteit 1) op basis van on- belanden door valpartijen, vaak met ernstig hoofdlet- W www.veiligheid.nl leerlingen fungeerden als controlegroep. De resultaten derzoek vast staat; 2) nog niet geheel vast staat, maar sel, erwijl hoofdletsel eenvoudig kan worden voorkomen van de effectstudie laten zien dat het lespakket resulteert waarvan het zeer waarschijnlijk is dat deze preventief door altijd te rijden met een helm op. in een vermindering van het aantal valletsels per 1.000 werken. Deze twee categorieën van maatregelen worden uur bewegen, maar dat dit effect voornamelijk geldt voor sterk aanbevolen. Binnen de derde categorie vallen In de zomer van 2010 zijn op populaire wielren- en de minder ernstige valletsels. De resultaten met betrek- maatregelen waarvan op dit moment niet of onvoldoen- mountainbikeroutes in heel Nederland bermmonumen- king tot de valcoördinatie laten zien dat kinderen op de de onderzoek bekend is. ten opgedoken. Deze ‘monumenten’ zijn het startpunt korte termijn leren om ‘beter’ te vallen. Deze gegevens worden gestaafd door de verbeterde subjectieve ken- Van alle preventieve maatregelen die zijn onderzocht, mountainbiker die geveld werd door hoofdletsel na een nis van leerlingen die het lespakket hebben gevolgd. Dit zijn er zes bewezen effectief op basis van gecontroleerd val. De renners kunnen niet om de campagne heen: effect wordt echter minder groot op de langere termijn. onderzoek: tijdens het fietsen zien zij spandoeken met veelzeg- Uit de evaluatie kwamen ook nog een aantal verbetersug- gende boodschappen voorbijkomen. Spandoeken die • fietshelm bij het rijden op racefiets of mountainbike (met harde schelp); gesties voor het lespakket. Om het lespakket beter te • ski- en snowboardhelm (met harde schelp); laten aansluiten bij de wensen van de leerkrachten en om • enkelbrace of -tape na eerder letsel; beter effect te realiseren, wordt het lespakket momenteel • neuromusculaire trainingprogramma’s; aangepast voordat het landelijk wordt geïmplementeerd. • polsbeschermers (hard materiaal). Effectiviteit van blessurepreventieve maatregelen in Van veel maatregelen is nog onvoldoende bekend of de sport deze effectief zijn. Meer onderzoek is gewenst, vooral Door de inzet van effectieve en efficiënte preventieve gericht op specifieke subpopulaties van sporters. Kennis maatregelen kan de kans op het ontstaan van een bles- over effectieve maatregelen moet tevens aangevuld wor- Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 www.voorkomblessures.nl van het indrukwekkende verhaal van een wielrenner of Mogelijk zakt de kennis over vallen weg, dat pleit voor 64 Postbus 75169 Nederlandsche Wielren Unie en de Nederlandse Toer en eigen effectiviteit) - is gemeten in een prospectieve het regelmatig herhalen van de valoefeningen. 3 onomwonden het verhaal vertellen en verwijzen naar de website van de campagne www.gebruikjekop.nl. Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 65 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 Dopingautoriteit tie Sporter’), die namens de Nederlandse sportbonden Uiteraard kent de mondiale harmonisatie van de regels verzoeken van sporters voor medisch noodzakelijk ook een keerzijde: nationale wensen en voorkeuren gebruik van dopinggeduide middelen beoordeelt. Stichting Anti-Doping Autoriteit Nederland kunnen niet altijd gerealiseerd worden. Een bekend Olivier de Hon & Herman Ram voorbeeld van zo’n nationale voorkeur is de wens om Gezondheidsschade cannabis en enkele andere groepen van stoffen van de Er zijn weinig kwantitatieve gegevens bekend over de Dopinglijst af te voeren; deze wens gaat niet in vervul- aard en omvang van de gezondheidsschade die uit ling omdat een (ruime) meerderheid van de landen hier dopinggebruik voortvloeit. Hoewel er veel indicaties zijn tegen is. dat dopinggebruik (zeker op de lange duur) ernstige De Dopingautoriteit (voluit: Stichting Anti-Doping Autori- De keuze van sporters voor een dopingvrije sportbeoe- teit Nederland) is door de overheid aangewezen als de fening wordt door de Dopingautoriteit ondersteund met Nationale Anti-Doping Organisatie (NADO) van ons land de 100% Dope Free campagne, mede geïnitieerd door de Nationaal beleid is deze schade zelden op wetenschappelijke basis ge- en het World Anti-Doping Agency heeft de organisatie Atleten Commissie van NOC*NSF. Sporters kunnen door Naast de gebieden waarop de WAD Code dus min of ïnventariseerd. Om de situatie beter in beeld te krijgen als zodanig formeel erkend. Dit betekent dat de Do- het ondertekenen van een verklaring aangeven dat zij meer dwingend voorschrijft wat de taken van de Do- heeft de Gezondheidsraad een onderzoek uitgevoerd pingautoriteit is aangewezen om de centrale onderdelen hun sport zonder doping bedrijven. Een aantal vooraan- pingautoriteit zijn, zijn er (gelukkig) ook terreinen waar- naar dopinggebruik in de ongeorganiseerde sport en is van het Nederlandse antidopingbeleid uit te voeren: het staande topsporters fungeert als ambassadeur van de op veel meer ruimte is voor ‘eigen’ Nederlands beleid. in april 2010 een advies hierover uitgebracht. De Raad uitvoeren van dopingcontroles, het geven van voorlich- campagne (zie www.100procentdopefree.nl). Het duidelijkst wordt dat zichtbaar in het antidoping- concludeert dat gezien de aard van de gebruikte mid- ting, het ontwikkelen en bewaken van de anti-dopingre- 66 die de dopingregels overtreden. schade aan de gezondheid van de gebruiker toebrengt, beleid dat zich richt op de ongeorganiseerde of ‘anders delen, de wijze van gebruik en de risicoperceptie van de gelgeving, het voeren van juridische procedures en het World Anti-Doping Code georganiseerde’ sport. Bezoekers van sportscholen en gebruikers, het gebruik van dopingmiddelen in de onge- verzamelen en ontsluiten van wetenschappelijke kennis. Antidopingbeleid is bij uitstek internationaal ontwikkeld fitnesscentra zijn meestal niet aangesloten bij een sport- organiseerde sport aanzienlijke risico’s met zich mee- De Nederlandse overheid (het Ministerie van VWS) en en vastgesteld beleid: sinds de oprichting van het World bond en vallen daarom niet onder de regelgeving van brengt. Nader onderzoek naar de gevolgen (op korte en de Nederlandse sport (vertegenwoordigd door NOC*NSF) Anti-Doping Agency (WADA) in 1999 is grote voortgang WADA. Maar juist in de ongeorganiseerde sport vinden lange termijn) van dopinggebruik is gewenst. De Raad zijn de opdrachtgevers en financiers van de Dopingau- geboekt met de mondiale harmonisatie van dat beleid, we het grootste aantal dopinggebruikers (naar schat- acht het van belang dat onderzocht wordt of en zo ja toriteit. Daarnaast voert de Dopingautoriteit opdrachten waarvan de hoofdpunten in 2003 in de eerste editie van ting 164.000 in het afgelopen jaar) en gevreesd moet met welke harm reduction-maatregelen het dopingbeleid uit voor derden. Zo worden in opdracht van buitenland- de World Anti-Doping Code (WAD Code) werden vast- worden dat juist deze gebruikers de grootste kans op uitgebreid kan worden. se zusterorganisaties en internationale federaties ook gelegd. De harmonisatie van de regelgeving was hoog gezondheidsschade lopen. Deze zogenoemde ‘estheti- dopingcontroles uitgevoerd bij buitenlandse sporters nodig, omdat tot aan de acceptatie van de WAD Code sche’ gebruikers (die doping gebruiken om een slank Anabolenpolikliniek die zich in Nederland bevinden en tijdens internationale de rechtszekerheid van sporters bedreigd werd door de en/of gespierd uiterlijk te verkrijgen) gebruiken vaak Mede naar aanleiding van de conclusies van de Ge- evenementen die in Nederland georganiseerd worden. veelheid aan verschillende en zelfs tegenstrijdige regels illegale en (dus) vervuilde middelen in doseringen die zondheidsraad, is in april 2010 een speciale polikliniek De Dopingautoriteit heeft ISO-Certificering voor alle pro- waarmee zij te doen hadden. De WAD Code beoogt om ver boven de therapeutische dosering liggen. Gesteund geopend waar gebruikers van anabole steroïden die cedures: een dergelijk kwaliteitscertificaat is van groot alle sporters aan dezelfde regelgeving te binden, waar en gefinancierd door het Ministerie van VWS kent de gezondheidsklachten ondervinden terecht kunnen. De belang om de kwaliteit en transparantie van al onze ter wereld ze zich ook bevinden en welke sport ze ook Dopingautoriteit een uitgebreid preventieprogramma, kliniek is opgezet door endocrinoloog Pim de Ronde van activiteiten te waarborgen, bovendien is het een in het maar beoefenen. Veel taken van de Dopingautoriteit bekend onder naam ‘Eigen Kracht’ dat zich op deze het VUMC. De Dopingautoriteit is als adviseur betrokken Nationaal Dopingreglement gestelde voorwaarde voor vloeien min of meer rechtsreeks voort uit de WAD Code doelgroep richt. Het programma biedt, zoals de naam al bij dit initiatief. Vooralsnog is de kliniek één avond in het uitvoeren van dopingcontroles. of uit één van de International Standards die daarbij ho- suggereert, alternatieven voor dopinggebruik door in- de week geopend. ren. In deze Standards zijn vooral de taken beschreven formatie en adviezen te geven over gezonde voeding en Waarom antidopingbeleid? die direct of indirect met de uitvoering van dopingcon- verantwoorde training (zie www.eigenkracht.nl). Hoewel een minderheid van zo’n 20% van de bevolking troles te maken hebben. pleit voor het vrijgeven van doping is een ruime meerder- Sinds 1 januari 2009 geldt een vernieuwde versie van de Doping en sportgeneeskunde Nederlandse topsporters over het gevoerde antidoping- heid van de bevolking voor handhaving van het ver- WAD Code met een behoorlijk aantal wijzigingen. Zo is Dopinggeduide middelen zijn vrijwel uitsluitend medicij- beleid, alsmede hun kennis over dopinggerelateerde za- bod en opsporing van overtreders. Onder sporters is de de zogenaamde Whereabouts-administratie ingevoerd, nen en dopinggeduide methoden zijn meestal genees- ken en de ervaringen met het voorlichtingsprogramma. steun zelfs nog groter. Naast andere argumenten speelt waarin de verblijfsgegevens van sporters verwerkt wor- kundige handelingen. De banden van de Dopingautori- In 2010 is dit onderzoek uitgevoerd in samenwerking de mogelijke schade aan de gezondheid van de sporter den en is het sanctiestelsel aangepast, waardoor tucht- teit met de medische wereld zijn nadrukkelijk aanwezig met NL Sporter (de onafhankelijke belangenorganisa- daarbij een hele grote rol. Diverse gevallen hebben in het commissies meer ruimte krijgen om in de strafmaat re- en worden ingevuld als tweerichtingsverkeer: zowel de tie voor topsporters), de Vereniging van Contractspe- verleden aangetoond dat ongecontroleerd dopinggebruik kening te houden met de persoon van de sporter en de informatiestromen naar als vanuit de medische wereld lers (VVCS, de belangenorganisatie voor professionele slachtoffers eist. De regels beogen de sporters te bescher- omstandigheden van het individuele geval. Ook is de rol zijn van groot belang om het dopingbeleid te optimali- voetballers) en de Atleten Commissie van NOC*NSF. Het men en meer in het bijzonder ook de jeugdige sporters van het begeleidend personeel rondom de sporter nader seren. De Dopingautoriteit beheert tevens het secretari- onderzoek is gefinancierd door het ministerie van Volks- die sterk beïnvloed worden door ouders en coaches. beschreven, inclusief een sanctieregime voor begeleiders aat van de GDS-commissie (‘Geneesmiddelen Dispensa- gezondheid, Welzijn en Sport. Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 3 Topsportenquête De Dopingautoriteit peilt periodiek de meningen van de Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 67 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 Uit het onderzoek blijkt dat de houding van sporters ten infolijn open: 0900-2001000. Daarnaast kunnen vragen opzichte van dopinggebruik de laatste jaren strenger is per e-mail gesteld worden (dopingvragen@dopingauto- geworden en dat sporters weinig problemen hebben met riteit.nl) en alle vragen worden gewoonlijk binnen één dopingcontroles. Waar de atleten met name hinder van (werk)dag beantwoord. 3 FSMI Federatie van Sportmedische Instellingen ondervinden is de whereabouts-verplichting, die door veel sporters als niet noodzakelijk wordt beschouwd. Bestuur en Raad van Advies De regeling zorgt voor veel onrust en een grote groep De Dopingautoriteit heeft een klein bestuur van drie le- atleten vindt dat de invloed van dopingregels op het den: Dolf Segaar (voorzitter), Conny van Bentum (secre- privéleven de afgelopen jaren (te) groot is geworden. taris, voorgedragen door NOC*NSF) en Charlotte Insinger In 1927 is door de ‘Haagsche Afdeeling van de Vereeni- De missie van de FSMI luidt als volgt: De resultaten gaven verder aan dat de kennis over do- (penningmeester, voorgedragen door het ministerie van ging ter bevordering van de Lichamelijke Opvoeding’ “de federatie is een organisatie die professionele on- ping onder topsporters over het algemeen goed was en VWS). Daarnaast kent de Dopingautoriteit een zeven- het eerste sportkeuringsbureau opgericht. Daarna kwa- dersteuning biedt aan gecertificeerde sportmedische dat de voorlichting over doping gewaardeerd wordt, al koppige Raad van Advies waarin vertegenwoordigers men er snel meer sportkeuringsbureaus die zich op 2 instellingen zodat deze optimaal kunnen functioneren zijn er op bepaalde punten verbeteringen mogelijk. In van allerlei geledingen ( artsen, apothekers, sporters, mei 1930 verenigden tot de Federatie van Bureaux voor op een herkenbare plek binnen de reguliere gezond- algemene zin blijft de voetbaltak nog wat achter in de coaches) zitting hebben. Medische Sportkeuring. Begin zeventiger jaren ontston- heidszorg”. den de Sportmedische Adviescentra (SMA’s) die voor- kennis over doping. In het rapport worden specifieke aanbevelingen gegeven om de verbeterpunten aan te Adresgegevens namelijk een adviserende taak vervulden op het gebied De afgelopen jaren heeft de FSMI de aandacht vooral pakken. Dopingautoriteit van sportbeoefening en blessurebegeleiding. gericht op de interne organisatie, verbetering van de Postbus 5000 In 1975 startte de Federatie een onderzoek met als communicatie en de ontwikkeling en uitvoering van het Verdere informatie 2900 EA Capelle aan den IJssel doel te onderzoeken welke manco’s er aan de sport- kwaliteitsbeleid. De Dopingautoriteit verstrekt informatie aan (aankomen- T 010–2010150 keuring kleefden, hoe de sportkeuring verbeterd zou Op 2 april 2009 heeft er een kwaliteitsdag FSMI plaats de) topsporters, aan de anders georganiseerde sport E [email protected] kunnen worden en/of deze verbeterde versie ook gevonden voor het bestuur, commissie kwaliteit en (sportscholen en fitnesscentra en hun bezoekers), aan W www.dopingautoriteit.nl vruchten zou afwerpen. Dit onderzoek leidde ertoe medewerkers van het bureau, waarbij een belangrijke het begeleidend personeel (trainers en coaches, maar dat de “oude” sportkeuring werd vervangen door het kwaliteitsslag werd gemaakt ten aanzien van de uitvoe- ook (para)medici, soigneurs, etc.) en uiteindelijk aan preventief sportmedisch onderzoek (PSMO). Dit was ring en de controle op het huidige systeem.Inmiddels ‘het Nederlandse publiek’, In de praktijk blijken ook fa- op zich een grote kwalitatieve verbetering omdat bij zijn op deze gebieden belangrijke stappen gezet. Er is milieleden, partners en anderen uit de directe omgeving de sportkeuring de nadruk lag op goed- of afkeuring, een start gemaakt met de implementatie van het in- van een gebruiker behoefte te hebben aan informatie. maar bij het PSMO juist werd gefocust op het geven tern kwaliteitsbeleid waarin eisen worden gesteld aan Ook zij kunnen terecht bij de Dopingautoriteit en hier- van advies en voorlichting. de interne zorgstructuur en organisatie van de bij de voor is elke middag van 13.00 – 16.00 uur de Doping- 68 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 FSMI aangesloten sportmedische instellingen. DaarInmiddels was de Federatie van Bureaux voor Medische naast is een kwaliteitshandboek ontwikkeld conform Sportkeuring opgegaan in het Nationaal Instituut voor de indeling van het INK-managementmodel. Deze twee de Sport GezondheidsZorg (NISGZ), later omgedoopt ontwikkelingen hebben geleid tot de certificering van tot Nederlands Instituut voor Sport en Gezondheid inmiddels 54 sportmedische instellingen. (NISG). In 1983 werd door het NIGZ het nieuwe PSMO Op dit moment zijn er maatschappelijk veel trends ingevoerd ter vervanging van de “oude” sportkeuring, waarneembaar die van invloed zijn op de organisatie- maar het PSMO bleek niet aan te slaan met als be- ontwikkeling van de FSMI. Aanzienlijke veranderingen langrijkste oorzaak dat een aantal grote sportbonden zijn waarneembaar in de zorgvraag. In de dagelijkse de “verplichte sportkeuring” inmiddels in 1982 hadden praktijk worden artsen in toenemende mate geconfron- afgeschaft. teerd met vragen over sportblessures, een actieve leef- De huidige Federatie van Sportmedische Instellingen stijl en sportadvisering bij cliënten met een chronische (FSMI) is opgericht in 1992. Eerst was de officiële naam aandoening. De vergrijzing is van invloed op het aantal ‘Federatie van Sportmedische Adviescentra (FSMA), (oudere) sporters en zorgt mede voor een toename van maar door een toename van het aantal sportgenees- het aantal sportletsels. Het lijkt dan ook aannemelijk kundige afdelingen binnen ziekenhuizen dat zich ook dat het aantal verrichtingen binnen de sportmedische bij de Federatie wilde aansluiten, is in 1999 besloten instellingen de komende jaren zal toenemen. Door een tot een naamswijziging om een bijdrage te leveren aan veranderende leefstijl waarbij men op zoek is naar een transparant aanbod van sportmedische zorg. veiligheid en zekerheid zal de vraag niet alleen toene- Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 69 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 men, maar zal ook de aard van de zorgvraag wijzigen. de landelijke projectgroep Gezond aan de Top. Deze sporten en sportmedische begeleiding te leveren. Niet Gegevensbron is het routinematig door de SPIN Sport Daarnaast zijn er nieuwe aanbieders van sportgenees- projectgroep heeft de Stichting Certificering Actoren in alleen sporters maar ook begeleiders, coaches en trai- Medische Adviescentra bijgehouden Elektronisch Spor- kundige producten op de markt en is er sprake van de Sportgezondheidszorg (SCAS) verzocht om certifica- ners kunnen die informatie goed gebruiken. Clubzorg is ters Dossier (ESD). een zodanig tekort aan sportartsen dat de zorgvraag in tie-eisen te formuleren die gelden voor het begeleiden een gezondheidsservice voor verenigingen en bestaat Verder is in 2010 gewerkt aan de aanpassingen van het zijn volledige omvang niet door de sportartsen in de van topsporters. uit systematische voorlichting, educatie en begeleiding EPD voor topsportmedische begeleiding. Met sportart- sportmedische instellingen kan worden opgevangen. Onder een Topsport Medisch Samenwerkingsverband op het gebied van sport, bewegen en gezondheid. sen van vijf bonden is gesproken over implementatie Rekening houdend met deze ontwikkelingen in de wordt verstaan: één of meerdere sportmedische instel- Door Clubzorg worden blessures voorkomen en de van een topsportmedisch dossier. De planning was om maatschappij ambieert de FSMI ook in de komende lingen en personen die samenwerken om aan de eisen sporter (die klachten heeft) herstelt sneller doordat hij/ het topsportmedisch dossier bij vijf sportbonden tege- periode, in een snel veranderende omgeving waarbij voor topsportmedische begeleiding te voldoen. Onder zij snel de weg weet te vinden binnen het veld van de lijk te implementeren. Helaas bleken niet alle sport- sprake is van een toenemende vraag en groeiende topsport wordt in dit kader het volgende verstaan: A, B sportgezondheidszorg. bonden al zover dat zij mee kunnen doen en daarom concurrentie, de regiefunctie op het gebied van de en High Potential sporters van de categorie 1 sporten. Clubzorg is actief in de gemeenten Eindhoven, Purme- is ervoor gekozen om te starten met één bond, in dit sportmedische instellingen te behouden. Dat wil zij Een Topsport Medisch Samenwerkingsverband moet rend, ’s-Hertogenbosch, Venlo en Rotterdam. geval de KNGU. doen door haar deskundigheid op het gebied van bij de SCAS aangemeld zijn en voldoen aan de SCAS- professionalisering ook in te zetten bij de ontwikke- eisen. De toetsing hierop vindt via een certificeringstra- Elektronisch Patiëntendossier voor de sportarts Implementatie INK derde fase ling van nieuwe product-markt-combinaties. De klant ject plaats. Middels het Elektronisch Patiëntendossier kan de Als basis voor het kwaliteitsdenken is gekozen voor sportarts in één oogopslag het hele behandelproces het INK model. Bij de aanpassing van de minimale vormt daarbij het uitgangspunt. Op het gebied van de ondersteuning van sportevenementen op regionaal Indien een TMS in de praktijk voldoet krijgt het een van de patiënt overzien. Zowel de (financiële) admi- normen en eisen voor de bij de FSMI aangesloten niveau wordt een systematisch aanbod van sportme- certificaat voor 2 jaar. Indien een TMS ook aan een nistratie als alle behandelgegevens kan men in dit instellingen is weer teruggegrepen naar het INK model dische begeleiding ontwikkeld. Uiteraard zal parallel aantal specifieke omschreven normen voldoet die te dossier vastleggen en gemakkelijk terugvinden. Deze om het onderlinge verband tussen de normonderdelen aan deze productontwikkeling voordurend aandacht maken hebben met de structurele werking van de ver- informatie is vervolgens te gebruiken voor facturatie, helder naar voren te brengen. De volgende activiteiten blijven bestaan voor de kwaliteit van de sportmedische betercyclus dan krijgt het TMS een certificaat voor correspondentie en verslaglegging. Deze efficiënte zijn in 2010 ingezet: instellingen als zodanig. Om te kunnen blijven inspelen 4 jaar. manier van werken spaart in de eerste plaats tijd, • Opstellen definitieve normen, eisen en sancties op de groeiende vraag en de toenemende concurrentie de ervaring leert dat dit gemiddeld tien minuten per • Implementatie definitieve normen, eisen en sancties zullen nurse-practitioners en physician-assistents wor- Op 9 maart 2010 heeft Sportmedisch Centrum Gelderse patiënt bedraagt. Naast overzicht en tijdwinst biedt • Opstarten klanttevredenheidsonderzoek. Er wordt den opgeleid waardoor kostenbesparend en doelma- Vallei als eerste intramurale setting het certificaat Top- het dossier vooral veel gebruiksgemak omdat men via een gezamenlijk klanttevredenheidsonderzoek tiger gewerkt kan gaan worden. Om de regie over het sport Medisch Samenwerkingsverband ontvangen. het internet toegang heeft tot alle gegevens. Papieren uitgevoerd. De SMI hebben de keuze om zelf een sportmedische zorgproces te blijven behouden zullen De leidraad voor de TMS-certificering is afgerond dossiers meeslepen is daarmee verleden tijd en ook onderzoek uit te voeren of mee te draaien in het zorgketens worden ingericht en duurzame samenwer- evenals het model klanttevredenheidsonderzoek. Nu het bewaren van medische informatie wordt op deze FSMI brede onderzoek dat opgezet wordt. De SMI kingsverbanden met ketenpartners worden aangegaan. de structuur staat wordt de aandacht gericht op de manier eenvoudiger. Het dossier is voorbereid op het hebben tot 2011 de tijd om een keuze te maken. Uiteindelijk dient deze samenwerking te leiden tot een kwaliteit en de samenwerking van de diverse actoren keurmerk Goed Beheerd Zorgsysteem en dit garandeert In 2011 wordt de start gemaakt met het klantte- grotere winst voor alle deelnemende partijen. De ken- alsmede op goede communicatie. Binnen een of twee een optimale beveiliging van de informatie. vredenheidsonderzoek. Gekeken zal worden hoe nis die het veld nu van de Federatie heeft zal vergroot Topsport Medische Samenwerkingsverbanden worden Tussen TNO, Ecaris en de VSG/FSMI is een samenwer- een dergelijk gecentraliseerd onderzoek op gezet en uitgebreid worden. Hiertoe wordt een communica- pilots uitgevoerd om kwaliteit, samenwerking en com- king met betrekking tot het Elektronisch Patiënten Dos- kan worden (welke vragen en welke software zijn tiestrategie ontwikkeld die tevens als doel heeft de municatie nader te operationaliseren. Dit in het kader sier. TNO heeft deze samenwerking vertaald naar het nodig). leden meer gebruik te laten maken van de diensten van de uitvoering van het beleidsplan ‘Gezond aan de zogenaamde SPIN: Sportzorg Informatie Netwerk. van de FSMI. Top’. Samenwerking vindt plaats met NOC*NSF, NVFS, Het doel van SPIN is het generen van representatieve, In 2011 zal een begin worden gemaakt met het uitwer- NGS en SCAS. continue, kwantitatieve en kwalitatieve informatie over ken van een aantal vervolgstappen. Deze vervolgstap- Topsport Medisch Samenwerkingsverband In 2010 zijn er vier TMS-en op basis van de volledige de door Nederlandse sportartsen geleverde zorg. De pen kunnen bijvoorbeeld zijn: Doelstelling van het meerjarenprogramma “Gezond aan normen en elf TMS-en op basis van de instapnormen informatie uit SPIN dient voor: • interne audits de Top”, waarin NOC*NSF de activiteiten op het gebied gecertificeerd ( zie www.scascertificering.com). • onderbouwing van het landelijk beleid van beroeps- • structureel vormgeven aan relatie kwaliteitsbeleid het verbeteren van de kwaliteit van topsportmedische Clubzorg • wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van het begeleiding. Van sportbonden wordt verwacht dat zij Sportverenigingen doen er alles aan om de leden een een overeenkomst aangaan met een gecertificeerd fijne tijd te bezorgen, maar de zorg voor de gezond- Topsport Medisch Samenwerkingsverband (TMS). De heid van sporters heeft niet altijd de allerhoogste gebied van het gezondheidszorgbeleid in het betrokken belangenorganisatie te weten NOC*NSF, VSG, prioriteit. Clubzorg helpt de sportverenigingen bij algemeen. FSMI, NGS en NVFS hebben zich in 2006 verenigd in deze taak door relevante informatie over verantwoord van topsportmedische begeleiding samenbrengt, is 70 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 groep en overheid; kwaliteitsbeleid van de beroepsgroep sportartsen; • en het beantwoorden van vraagstellingen op het 3 met andere onderwerpen, bijvoorbeeld milieu • een visie ontwikkelen omtrent het opzetten van een veiligheidsmanagementsysteem • onderzoek naar afstemming beleidscyclus FSMI met SMI en volgen beleidscyclus FSMI • opzetten en invoeren directiebeoordeling als onderdeel van normenstelsel Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 71 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 • ontwikkelen van ketenprocessen i.s.m. SMI’s Adresgegevens • medewerkers tevredenheidsonderzoek opzetten Federatie van Sportmedische Instellingen • prestatie-indicatoren (die SMI’s moeten aanleveren, Postbus 52 aantal verrichtingen, omzet, zorgverzekeraars gaan 3720 AB BILTHOVEN hier steeds meer op afrekenen. Normen en eisen Professor Bronkhorstlaan 10 eerste verdieping vertalen naar indicatoren). Op welke manier voldoe Gebouw 60 je aan de eis? 3723 MB BILTHOVEN 3 Gehandicaptensport Nederland Telefoon: 030-2252290 Samenstelling bestuur Mw. G. Sijpkes Mw. D.M.P.J. Wierper voorzitter Fax: 030-2252498 Gehandicaptensport Nederland is de nieuwe naam van Projecten en activiteiten E-mail: [email protected] NebasNsg, ingevoerd per april 2008. Bij Gehandicap- Gehandicaptensport Nederland bestaat uit de volgende Website: www.sportgeneeskunde.com tensport Nederland zijn circa 325 verenigingen aange- organisatieonderdelen die zich gezamenlijk hard maken Dhr. J. G.M.M. Lotgerink sloten. Veel van deze verenigingen zijn opgericht voor voor de gehandicaptensport in Nederland. Dhr. B. Scholte sporters met een handicap, maar er zijn ook steeds Dhr. G. Koot meer reguliere sportverenigingen waarvan gehandicap- Dhr. A. Brons ten lid zijn. Gehandicaptensport Nederland schat dat er ongeveer 30.000 sporters met een handicap in Neder- • De Adviesgroep: kennis, expertise, advies en opleidingen. • De Sportbond: sportbond voor een aantal gehandi- land regelmatig sporten en/of bewegen. NebasNsg is in captensporten, maar ook ondersteuning van lidorga- 2001 uit een fusie van NEBAS (Nederlandse Bond voor nisaties, organisatie van nationale en internationale Aangepaste Sporten) en NSG (Nederlandse Sportbond competities, kampioenschappen, toernooien en voor Geestelijk Gehandicapten) ontstaan. De NEBAS is uitzendingen. van oudsher een sportbond voor lichamelijk, visueel en zintuiglijk gehandicapten, de NSG was de sportbond voor mensen met een verstandelijke handicap. • SailWise: actieve watersport voor mensen met een beperking op een van de eigen accommodaties. • Special Olympics Nederland: sportevenementen voor mensen met een verstandelijke handicap. Doelstelling 72 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Gehandicaptensport Nederland stimuleert en faciliteert Samenstelling bestuur sporten en bewegen voor alle mensen met een handicap. Fon Koemans Rol Adresgegevens Sport draagt bij aan het welzijn van mensen. Iedereen, Gehandicaptensport Nederland ook mensen met een handicap, moet de mogelijkheid Regulierenring 2B krijgen om te sporten. Sporten en bewegen maakt men- 3981 LB Bunnik sen met een handicap ‘fit voor het leven’. T 030-6597300 Gehandicaptensport Nederland stimuleert en faciliteert F 030-6597373 het sporten en bewegen en waarborgt sport- en bewe- E [email protected] gingsmogelijkheden voor alle mensen met een handicap. W www.gehandicaptensport.nl voorzitter Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 73 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 LOSO De matrix (zie hieronder) is verdiept en binnen het het letselprobleem met zich meebrengen. Naast onder- kader van het ‘human performance model’ gelegd. De zoek naar optimale talentontwikkeling, zal onderzoek huidige matrix geeft een betere weerspiegeling van de naar blessurepreventie en –behandeling daarom nood- expertise van de LOSO partners en dient ter ondersteu- zakelijk blijven. Landelijk Overlegorgaan Sportgezondheids Onderzoek ning van de onderlinge samenwerking, niet als afbake- Ron Diercks ning van exclusieve subdomeinen. 3 ‘GO-LOSO’ Het LOSO is bezig de ideeën betreffende de grote, landelijke, cohortstudie ‘GO-LOSO’ verder uit te werken. Het LOSO is een samenwerkingsverband tussen: Over 2010 enkelblessures, tendinopathie), is er een duidelijke Wij zien dit als een unieke kans om de wetenschap- • het Universitair Centrum voor Sport, Beweging en Er zijn vele ontwikkelingen rondom het sport-, bewe- noodzaak voor verklarende studies. Er moeten meer pelijke kennis in Nederland direct ten dienste te stellen gen- en gezondheidsonderzoek en de uitvoering van het fundamentelere vraagstukken naar de daadwerkelijke van zowel de sportieve ontwikkeling van talenten als strategisch plan LOSO. Het Mulier instituut en ZonMw onderliggende fysiologische, energetische en biome- de verandering van gedragspatroon van sedentair naar hebben daarom in 2010 de studie verricht naar de chanische processen opgelost gaan worden. Derge- actief in een grote groep jeugdigen in verschillende re- onderzoeksagenda sport 2011-2016 en de ministeries lijke informatie verdiept de fundamentele kennis over gio’s en met verschillende sociale kenmerken. van VWS en OCW hebben de opdracht gegeven om een (effectieve) interventies en verstevigt daarmee het sectorplan onderwijs VWO-HBO binnen het domein van wetenschappelijke fundament van praktisch invoerbare Ook is studie naar effectieve implementatie nodig: suc- de sport te ontwikkelen. maatregelen. cesvolle effectstudies leveren in de praktijk vaak weinig Gezondheid van het UMCG Groningen; • de Afdeling Sociale Geneeskunde en het EMGO+ Instituut van het VU medisch centrum Amsterdam; • het Universitair Centrum voor Sportgeneeskunde (UCS) van het UMC Utrecht; • het Maastrichts Universitair Medisch Centrum+ (MUMC-MOVE); • Musculoskeletal Science Center (MUSC) van het Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam. Vanuit de klankbordgroep heeft LOSO intensief overleg met onder anderen NOC*NSF topsport en NISB. Het werkgebied van LOSO Laag Sub-optimaal Blessure, aandoening, ziekte • Blessurebehandeling • Revalidatie •Chronische aan-doeningen / exercise • Bewegen als therapie Hoog Optimaliseren van gezondheid Optimaliseren van performance Kwaliteit/welzijn Sporter • Beweegstimulering •Gezondheidsbevordering • Educatie en preventie • Speciale groepen Figuur 1; Naar Matheson en Pipe (1995); een zogeheten ‘Human Performance continuüm model’ 74 Na de grote epidemiologische studies (hardlopen, Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 • Prestatieverbetering • Testen en meten •Training en biomechanica • Voeding en doping • Psychologie rendement op. Hier moet een inhaalslag worden geExercise = Medicine maakt. Enerzijds door middels fundamenteel onderzoek EXERCISE=MEDICINE moet wetenschappelijk, uitvoerend interventies te optimaliseren, anderzijds door middels en als standaardinterventie fundament krijgen door ver- implementatie- en draagvlakonderzoek te kijken naar dere onderbouwing, dosis-respons onderzoek, blijvende de praktijk en zo interventies beter aan te laten sluiten. gedragsverandering, alsmede beleidsaanpassing. Door Wij attenderen de commissie er graag op dat we hier de toenemende vergrijzing van de samenleving gaan niet doelen op de daadwerkelijke implementatie, maar ouderen een belangrijke doelgroep worden, zowel om op het onderzoek naar de onderliggende en bijkomen- de kwaliteit van leven hoog te houden, de ziektelast in de processen. te perken als ook om de vitaliteit van de ‘work-force’ (i.e. de B.V. Nederland) in stand te houden. Ontwik- Kennistransfer kelen van innovatieve zorgvormen passen in dit kader, Er zijn minstens vier initiatieven bezig met de z.g. ken- waarbij preventie hoger gewaardeerd gaat worden dan nis transfer: het door VWS gesteunde KTS, waarin het curatie. LOSO samenwerkt met de VSG; de databank waarmee Consument en Veiligheid aan het werk is; het ken- Olympische ambitie nisplein bewegen van NISB; en de kennis databank Daarnaast zal er onder invloed van de Nederlandse sport van NOC*NSF – allen in ontwikkeling of lopend. Olympische ambitie een toename komen in het aantal Wat onder meer bleek uit de eerste inventarisatie van actieve sportparticipanten, dan wel een verdere inten- het Mulier Instituut en ZonMw is dat de brug tussen sivering van de participatie van huidige sportpartici- wetenschap, kennis en praktijk niet eenvoudig te leg- panten. Dit heeft gevolgen voor de maatschappelijke gen is. Een andere, aanvullende, wijze kan zijn een gezondheid. Zowel in positieve zin (betere gezond- overzichtelijke en makkelijk bereikbare database, met heid, sociale aspecten, lagere ziektelast), als ook in daarin relevante gegevens, geordend en – nog belang- negatieve zin (meer sportletsels, toename van kosten rijker – gebaseerd op onderzoek dat betrouwbaar en ten gevolge van sportletsels). Hierbij dient te worden valide is. Betrouwbare factsheets dus. Daarvoor is niet opgemerkt dat huidige inzichten uit LOSO-onderzoek een uitgebreide IT investering nodig, maar is het cruci- suggereren dat juist het inactieve individu een ver- ale element een juiste zoektechniek, een professionele hoogd letselrisico heeft. Het promoten van lichamelijke beoordeling van de waarde van de verkregen gegevens activiteit onder het inactieve deel van de Nederlandse en een rangschikking op een zodanige wijze dat dit bevolking zal derhalve een exponentiële toename van vindbaar is voor ‘het veld’. Deze virtuele ‘sport-science’ Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 75 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 Amsterdam bibliotheek zou kunnen worden opgezet door bij een of Samenstelling bestuur meerdere deelnemende LOSO-partners wetenschappers Prof. Dr. R.L. Diercks voorzitter aan te stellen die de taak hebben literatuur-searches te Dr F. Hartgens secretaris verrichten, deze te beoordelen, te classificeren en in een Prof. Dr. F. Backx handzaam format ter beschikking te stellen, via een net- Prof.dr. W. van Mechelen werk, aan het veld. Dit zal, naast de werkwijze zoals ge- Prof.dr. B. Koes volgd door het KTS, een complementaire waarde hebben. Het LOSO is vanaf dit jaar ook direct te benaderen via Adresgegevens haar website, www.loso.nl, waar ook onderzoeksvragen LOSO kunnen worden aangegeven. Deze site linkt ook door Postbus 52 naar databases en de verschillende partners. 3720AB Bilthoven E [email protected] W www.loso.nl Groningen Maastricht Rotterdam Utrecht Sub-optimaal Blessures X X X X X Specifieke letsels / lichaamsdelen Hoofd B Schouder / arm / hand R B D R Lies B, R Patellafemorale pijn Jumper’s knee B, D, R VKB R OSD B Achilles R Enkel D, R P, R R R B, D, R B Overtraining D, P B, D, P R B, D, P Specifieke sporten / doelgroepen Betaald voetbal B Kinderen B Rugby B B, Sportklimmen Volleybal B X Addison’s Disease X D B Longaandoeningen R Chronisch hartfalen R COPD R Diabetes R Oncologie B, P, R B, D, P, R R R Parkinson R Reuma R Schizofrenie R TIA R Beweegstimulering X X Beweegcoach I I Bebouwde omgeving D, I Kinderen D, I Gezondheidsbevordering X Sedentair gedrag D, I Roken I Integrale aanpak op school (LO) I Educatie en Preventie X X X Specifieke letsels / lichaamsdelen Hamstring OSD I VKB I Enkelletsels I I Overtraining I Hardloopblessures I Kinderen I Rugby I Voetbal Speciale groepen I I X Slechtzienden X I X I Diabetespatienten I Zwangeren I Oncologie P, I Spastische cerebrale parese I Dwarsleasie I Prestatieverbetering Testen & Meten B, P Voeding & Doping B Bewegen als therapie X ADHD P, R Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 R Training & Biomechanica B, D, P Cystic Fibrosis 76 X B Artrose R Beroerte Utrecht Optimaliseren van Performance B Chronische aandoeningen Rotterdam Specifieke sporten / doelgroepen R, D Shin Splints Artrose Maastricht Optimaliseren van gezondheid T 030-2252290 Amsterdam Groningen 3 X X X Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 77 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 W.J.H. Mulier Instituut programmering, coördinatie en uitvoering van sociaal- Mulier Instituut onder andere een panel van verenigin- wetenschappelijk én beleidsrelevant onderzoek in en gen en van sporters (zie http://www.mulierinstituut.nl/ naar de sportwereld en hiermee verweven terreinen, in monitoring/). Aan beide panels kunnen vragen worden het bijzonder de lichamelijke opvoeding. voorgelegd, bijvoorbeeld over omgang met blessures. Centrum voor sociaal-wetenschappelijk sportonderzoek Doelstellingen tenschappelijke vraag centraal naar de relatie tussen Koen Breedveld • het verrichten van fundamenteel en toegepast soci- persoonlijke handelingsmogelijkheden, maatschappelijke In bredere zin staat in het programma de sociaal-we- aal-wetenschappelijk sportonderzoek; Ontwikkelingen in de samenleving en in de sport vol- pionier en aartsvader van de Nederlandse sport. Hij richt- trekken zich vandaag de dag in een razend tempo. Deze te de eerste Nederlandse voetbal-, hockey- en bandyclub ontwikkelingen hangen in toenemende mate met elkaar op, was één van initiatiefnemers van de Elfstedentocht samen, grijpen op elkaar in en hebben steeds vaker een en de Nijmeegse Vierdaagse en stond aan de basis van internationale dimensie. Het karakter van de sport is de oprichting van de atletiekunie (KNAU), de voetbal- dracht aan wetenschappers en beleidsmakers van daardoor veranderd. Vroeger was het tamelijk eenvoudig bond (KNVB) en de internationale schaatsunie (ISU). sociaal-wetenschappelijke kennis op sportgebied; en eenduidig: sport was wedstrijdsport, “een jong- • de bevordering van de coördinatie en kwaliteit van en institutionele structuren/tegenstellingen en bredere historische processen. Deze relatie is van direct maat- het fundamenteel en toegepast sociaal-wetenschap- schappelijk belang. Zij is te herkennen in maatschap- pelijk sportonderzoek; pelijke discussies over bijvoorbeeld obesitas, waarin • het bijdragen aan de opbouw, synthese en over- • de bevordering van de instelling van bijzondere leer- de oorzaken, verantwoordelijkheden en oplossingen in eerste instantie op individueel niveau worden gezocht. Projecten en/of activiteiten School, bewegen en sport menselijke activiteit” die in verenigingsverband werd Doelstelling beoefend. De werkelijkheid van vandaag is een andere. Het Mulier Instituut vervult een spilfunctie in het sport- • het ondersteunen van universiteiten en HBO-instel- Tegenwoordig is er veel aandacht voor sporten en be- Er is een zeer omvangrijke en pluriforme sportwereld onderzoek in Nederland. Het verricht toegepast en lingen bij de opleiding van onderzoekers op dit wegen, mede door berichten over toename van over- ontstaan, waarop allerlei maatschappelijke ontwikkelin- fundamenteel onderzoek op het gebied van sport en werkgebied. gewicht en obesitas. Kinderen en jongeren vormen een gen inwerken. Dergelijke ontwikkelingen vragen om een bewegen en streeft naar een optimale afstemming tus- vergroting van de kennis op sportgebied, vooral met het sen kennisontwikkeling en de toepassing en versprei- Rol binnen de sportgeneeskunde/sportgezondheidszorg hiervan. Om deze stimulansen goed aan te laten sluiten oog op een degelijke fundering van beleid. ding van kennis. Naast de uitvoering van hoogwaardig, Het Mulier Instituut richt haar activiteiten op ontwikke- op de wensen en de leefwereld van deze doelgroep, is Deze kennisbehoefte, zo stelden de oprichters van probleemgestuurd beleidsonderzoek richt het instituut lingen in de sportwereld. Hieronder worden alle mensen, het belangrijk om na te gaan waardoor de jeugd beïn- het Mulier Instituut vast, is problematisch. Terwijl de zich op theoretische verdieping, innovatief, longitudi- groepen en organisaties verstaan die zijn betrokken bij vloed wordt. De school speelt daarbij een belangrijke sportsector en het sportbeleid een proces van profes- naal en internationaal vergelijkend sportonderzoek. Ook activiteiten die zich als sport aandienen of in de samen- rol. Niet alleen omdat er veel tijd wordt doorgebracht, sionalisering ondergingen, bleef de uitvoeringsstructuur communicatie met de relevante beleids- en onderwijsin- leving als sport worden beschouwd. Tot dit werkterrein maar ook omdat er veel ideeën worden opgedaan door van het sociaal-wetenschappelijk sportonderzoek daarbij stanties en kennisoverdracht en implementatie behoren behoren activiteiten van zeer uiteenlopende aard, van contacten met leerkrachten en medeleerlingen. Daarom achter. De gevolgen: fragmentatie, gebrekkige onderlin- tot de kerntaken van het instituut. Het ministerie van zwemmen op de Olympische Spelen tot fitness in de voert het Mulier Instituut een onderzoek uit om inzicht ge afstemming en onvoldoende kennisaccumulatie. VWS, NOC*NSF, KVLO, NISB en VSG zijn betrokken bij sportschool en skaten op straat. te krijgen in de mate waarin en de manier waarop soci- De sociaal-wetenschappelijke fundering en verankering de onderzoeksafstemming en de ontwikkeling van het Voor het ministerie van VWS voert het instituut het on- ale en fysieke factoren uit de school(omgeving) invloed van het beleidsonderzoek is daardoor beperkt gebleven. instituut. derzoeksprogramma “Sport: passie, praktijk en profijt” hebben op het beweeg- en sportgedrag van de leer- uit (zie http://www.mulierinstituut.nl/objects/publicati- lingen. Daarnaast willen we kijken welke maatregelen Voor conceptueel, toetsend en vergelijkend onderzoek stoelen op dit werkgebied; belangrijke doelgroep als het gaat om het stimuleren waren weinig mogelijkheden. Enerzijds resulteerde dat Visie ons/Programmatisch%20werkplan%202007-2010%20 in de school(omgeving) effectief zijn in het bevorderen in onvoldoende synthese en theorievorming, anderzijds Het Mulier instituut vindt het van maatschappelijk per%203%20juli%202007.pdf ). Dit programma loopt van het beweeg- en sportgedrag en wat de effecten in een gebrekkige disseminatie en implementatie van belang dat er door de uitvoering van fundamenteel en van 2007 tot en met 2010 en het programma speelt via van deze maatregelen zijn op het lichaamsgewicht van wetenschappelijke kennis. toegepast sociaal-wetenschappelijk onderzoek meer va- de drie kerntaken van het instituut (volgen, begrijpen de leerlingen. Het onderzoek maakt onderdeel uit van Om deze situatie te verbeteren en de onderlinge afstem- lide, betrouwbare en vruchtbare kennis wordt gegene- en verspreiden) in op fundamentele en actuele maat- het programma “Sport, Bewegen en Gezondheid” van ming, coördinatie en diepgang van het sociaal-weten- reerd over de sportwereld en de lichamelijke opvoeding schappelijke ontwikkelingen en vraagstukken. Tot deze ZonMw. Het onderzoek is uitgevoerd onder 187 scholen schappelijk sportonderzoek in Nederland te bevorderen, en dat deze kennis wordt aangewend ter ontwikkeling, vraagstukken behoren ook zaken die verwant zijn met en ongeveer 7000 scholieren. De publicatie wordt eind werd op 12 april 2002 het W.J.H. Mulier Instituut opge- onderbouwing, toetsing of evaluatie van het beleid op sportgeneeskunde/sportgezondheidszorg, zoals de toe- 2010 verwacht. Meer informatie is te vinden op http:// richt. Het instituut ontstond uit een samenwerkingsver- deze terreinen. nemende problemen rondom het gebrek aan bewegen www.mulierinstituut.nl/school. band tussen het onderzoeksbureau Diopter – Janssens 78 en zwaarlijvigheid. Deze vraagstukken worden onder & Van Bottenburg bv en de Universiteit van Tilburg, de Missie andere uitgewerkt in het onderzoek “School, Bewegen Topsporters: talentontwikkeling, sociaal welbevinden en Universiteit Utrecht en de Universiteit Tilburg. Diopter is Het Mulier Instituut wil een onafhankelijk, innovatief, en Sport” en in het onderzoek naar lichaamsoefening burn-out met al haar activiteiten opgegaan in het nieuwe instituut. gezaghebbend en gewaardeerd interuniversitair onder- en zelfdiscipline (een uitgebreide beschrijving van deze Het Mulier Instituut bestudeert dit thema vanuit een Het instituut is gevestigd in ’s-Hertogenbosch en is ver- zoeksinstituut zijn met een stimulerende en uitdagende onderzoeken zijn te vinden in de volgende paragraaf ). tweeledig perspectief: van jonge talentvolle sporters noemd naar W.J.H. (Pim) Mulier, wellicht de belangrijkste werksfeer dat in Nederland nauw betrokken is bij de Als onderdeel van de kerntaak “Volgen” onderhoudt het en ‘drop-outs’ en van ex-topsporters. In beide studies Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 3 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 79 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 NGS wordt een sportloopbaan- en levensloopperspectief Samenstelling bestuur gehanteerd. De centrale vraagstelling van het onderzoek Het hoogste orgaan binnen de stichting is het bestuur. luidt: Welke stimulansen en belemmeringen ondervin- Het bestuur stelt de missie en kerntaken alsmede het den (jonge) topsporters gedurende hun sportloopbaan meerjarig onderzoeksprogramma van het instituut vast. en welke factoren zijn bepalend in de transitiefases van De leden van het bestuur zijn verbonden aan, en voor Nederlands Genootschap voor Sportmassage beginnen en stoppen met topsport en voor het sociaal- hun bestuurszetel voorgedragen door, de onderzoeks- Herbert Hoogers maatschappelijk welbevinden van talenten en (ex)top- instellingen die in de stichting participeren. Het bestuur sporters? Inmiddels zijn er enkele publicaties binnen dit van het Mulier Instituut wordt gevormd door vertegen- traject verschenen. Informatie hierover is te vinden op woordigers van de vier universitaire onderzoeksgroepen: In de jaren ‘20 werd de opleiding tot sportmasseur bij de promotie van sportmassage en tegelijk actief met http://www.mulierinstituut.nl/onderzoek. Universiteit Utrecht, Universiteit van Tilburg, Rijksuniver- georganiseerd door het Nederlands Genootschap voor massageteams bij grote evenementen als de Wandel- siteit Groningen en Universiteit van Amsterdam. Heilgymnastiek en Massage. Het duurde tot 1954 toen vierdaagse van Nijmegen, marathons en andere grote met de oprichting van het Nederlands Genootschap voor sportevenementen. Bovendien zijn de NGS-afdelingen Niet sporters Het project bestaat uit kwantitatief onderzoek naar weer- Prof. dr. Paul Verweel Voorzitter Sportmassage een specifieke organisatie voor sportmas- diverse sportclubs behulpzaam bij het zoeken naar een standen en beletsels van mensen om niet te sporten. Vol- Dr. Ir. Hugo van der Poel Secretaris seurs ontstond. goede sportmasseur. gens de kabinetsnota ‘Tijd voor sport’ dient deze groep Prof. Dr. Ruud Koning De doelstelling van het NGS waren en zijn nog steeds Verdere doelstellingen van het NGS zijn o.a. de belang- onder meer te worden gestimuleerd tot sportbeoefening Prof.Dr. Maarten van Bottenburg Algemeen bestuurslid de sportmassage in al haar facetten te bevorderen en de stelling voor sportmassage te vergroten, de belangen door aanpassing van het sport- en beweegaanbod. Dr. Ruud Stokvis Algemeen bestuurslid kwaliteit van de sportmassage in Nederland te waarbor- van de sportmassage en van haar leden te behartigen, gen. Dat betekent onder meer dat nationale en interna- het vergroten van de kennis van sportmasseurs(seuses), Penningmeester 3 Lichaamsoefening en zelfdiscipline Adresgegevens tionale ontwikkelingen op dit gebied gevolgd worden, kortom het dienen van de sportbeoefening door middel Eén van de hypothesen die eerder onderzoek heeft W.J.H. Mulier Instituut terwijl ook de raakvlakken met andere massagemetho- van sportmassage. Het streven van het NGS is erop ge- opgeleverd is dat het slankheidgebod niet bij iedereen Centrum voor sociaal-wetenschappelijk sportonderzoek den worden bestudeerd.Deze kennis wordt via diverse richt meer erkenning te verkrijgen van sporters, sport- sterk genoeg werkt om gewicht en de vorm van het Postelstraat 59 kanalen, waaronder het vakblad ‘Sportmassage’, naar de bonden, de overheid en andere bij de sport betrokken lichaam onder controle te houden door beheersing van 5211 DX ’s-Hertogenbosch aangesloten sportmasseurs doorgesluisd. instellingen en groepen. Tijdens de opleiding sportmas- het voeding- en bewegingsgedrag. Zwaarlijvigheid wordt Postbus 188 Zowel tijdens de opleiding als na het behalen van het sage kan men reeds aspirant lid worden van het NGS. hier gerelateerd aan variatie in zelfdiscipline ten aanzien 5201 AD ’s-Hertogenbosch diploma sportmassage speelt het Nederlands Genoot- van voeding en beweging. Dit onderzoek onderscheidt T 073-6126401 schap voor Sportmassage (NGS) een belangrijke rol. De sportmasseur zich echter van het bestaande, medisch geïnspireerde F 073-6126413 Sinds zijn oprichting in 1954 is het NGS er in geslaagd Een goede masseur beschikt over ‘Fingerspitzengefühl’ onderzoek naar bewegen door het uitgangspunt dat de E [email protected] de sportmassage in al haar facetten te ontwikkelen en en van deze vaardigheid wordt veelvuldig gebruikt aard en de mate van de zelfdiscipline ten aanzien van W www.mulierinstituut.nl zodoende een niet meer weg te denken plaats te laten gemaakt bij de directe voorbereiding op een sportieve lichaamsbeweging sociaal gedetermineerd zijn. Dat be- innemen in de sportgezondheidszorg. Het NGS partici- prestatie. Deze pre-actieve massage wordt door de tekent dat veel aandacht wordt besteed aan de relaties peert in de sector Sport en Gezondheid van NOC*NSF sporter zelf gewaardeerd als één van de factoren die tussen sociale klasse, lichaamsoefening en zelfdiscipline. samen met de overige partners in de sportgezondheids- meehelpen om een optimale prestatie te leveren. Bovendien onderscheid het zich door mogelijke discre- zorg, de Nederlandse Vereniging voor Sportgeneeskunde Behalve deze pre-actieve massage zal de sportmasseur panties te identificeren tussen het perspectief van de (VSG), de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapeuten ook na afloop van de training en/of wedstrijd zijn kun- overheid op volksgezondheid en dat van de individuele in de Sportgezondheidszorg (NVFS) en de Federatie van digheid kunnen aanwenden bij de post-actieve massage, burger op zijn of haar individuele gezondheid. Sportmedische Instellingen (FSMI). Om de eigen belan- waarmee spierstijfheid verminderd of zelfs voorkomen gen bij de overheid te behartigen, heeft het NGS contac- kan worden. . Naarmate de trainingen frequenter en ten met het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en intensiever worden zal de noodzaak tot massage toe- Sport (VWS). nemen, omdat het lichaam minder tijd gegund wordt om te herstellen. Massage kan in dergelijke gevallen 80 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Het NGS is een professionele organisatie waarbij circa het herstelproces ondersteunen. Voorts wordt het tot 23.000 bezitters van een NGS-licentie geregistreerd zijn. de taak van de sportmasseur gerekend de sportlieden Daarvan zijn er ruim 7.900 lid van het NGS. Het NGS met raad en daad terzijde te staan met adviezen over houdt de vakkennis van de licentiebezitters continu op voeding, trainingsbelasting, verzorging van hel lichaam, peil door extra cursussen te organiseren en deelname het al of niet gebruiken van de vele soorten smeersels aan grote evenementen te stimuleren. et cetera. Het NGS is georganiseerd in afdelingen. Deze zijn actief We zien vaak dat de sportmasseur door de sporter als Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 81 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 een soort vertrouwensman wordt beschouwd, bij wie Adresgegevens men niet alleen met lichamelijke klachten terecht kan, Nederlands Genootschap voor Sportmassage maar bij wie men ook eens heerlijk zijn hart kan luchten. Postbus 200 6800 AE Arnhem Enkele lopende projecten T 026-8450870 (van 9.00-13.00 uur) • verder ontwikkelen van kwaliteitsystemen voor de F 026-8450875 organisatie en voor de individuele sportmasseur; NIOS Nederlands Instituut Opleiding Sportartsen E [email protected] • certificering van personen en praktijken; W www.sportverzorgingsngs.nl • professionalisering van na- en bijscholingen; In 1986 erkende het College voor Sociale Geneeskunde de ruimste zin met één en ander verband houdt, daar- • participant bij de professionalisering van topsport- de sportgeneeskunde als officiële tak van de soci- toe behoort en/of daartoe bevorderlijk kan zijn.’ ale geneeskunde. In 1987 werd de sportgeneeskunde Per 1 januari 2009 is het nieuwe opleidingsplan van door de Ministeries van Welzijn, Volksgezondheid en het NIOS van kracht (dit is sinds haar oprichting inmid- Cultuur resp. Onderwijs en Wetenschappen officieel dels het derde opleidingsplan). Dit opleidingsplan is erkend als tak van de sociale geneeskunde. Aanslui- gebaseerd op het Canadese systeem van beoordeling tend hieraan is in 1989 het NIOS opgericht door de en toetsing, dat als zodanig is geïmplementeerd in alle Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG) om de taken medische (vervolg-)opleidingen. Het model definieert Voorzitter en verantwoordelijkheden aangaande de opleiding tot het beroepsprofiel van de medisch specialist aan de Secretaris sportarts in volle omvang uit te oefenen. Het leerplan hand van ruim twintig sleutelcompetenties verdeeld in van de opleiding tot sportarts werd op 27 juni 1991 zeven competentiegebieden, te weten: medische zorg; • participant bij professionalisering van ketenzorg. Meer informatie: www.sportverzorgingngs.nl Bestuurssamenstelling (per 1-10-2010) Dhr. Arend van der Veen Dhr. Frans Friederichs Penningmeester Dhr. Jaap Stein Dhr. Huub van den Broek Mevr. Janny Veerbeek-de Lange ICT door de Sociaal-Geneeskundigen Registratie Commissie Public Relations (SGRC) besproken en geaccordeerd en hierna werd het • medisch handelen; NIOS door de SGRC erkend als het opleidingsinstituut • communicatie; voor sportartsen. • samenwerking; De vierjarige voltijdopleiding tot sportarts van het • kennis en wetenschap; (afdelingen) Dhr. Guus Bloemeers Vakgebied Sportmassage a.i. Dhr. G. Spees 3 Bedrijfsvoering NIOS is toegankelijk voor (basis)artsen en bestaat uit • maatschappelijk handelen; praktijkscholing en cursorisch onderwijs. Deze com- • organisatie; binatie stelt sportartsen in opleiding optimaal in de • professionaliteit. gelegenheid om zowel de benodigde theoretische kennis als de eveneens onmisbare praktijkervaring op Uitgaande van deze competentiegebieden zijn de te doen. De opleiding is opgebouwd uit een zeven- sportgeneeskundige eindtermen gedefinieerd die ver- tal modules, waarbij gestart wordt met respectievelijk volgens als uitgangspunt zijn gebruikt voor de invul- een module cardiologie, pulmonologie, orthopedie ling van de opleiding. en gevolgd door de modules huisartsgeneeskunde, Bij het toetsen en beoordelen van de aios (arts in wetenschappelijk onderzoek en twee modules sport- opleiding tot specialist) sportgeneeskunde wordt ge- geneeskunde. Daarnaast is cursorisch onderwijs een werkt met een portfolio. Dit biedt een geformaliseerd essentieel onderdeel gedurende de hele opleiding, overzicht van individuele leer- en werkervaringen, waarbij een groot accent ligt op inspanningsfysiolo- onderbouwd met bewijzen en gerelateerd aan de eisen gie. Meer informatie over de opleiding tot sportarts is uit het Opleidingsplan Sportgeneeskunde. Een portfo- elders opgenomen in dit jaarboek. lio is ook een registratiesysteem waarin verschillende (andere) vormen van toetsing en beoordeling kunnen 82 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Doelstelling worden opgenomen. Het instrument biedt veel moge- De stichting heeft sinds haar oprichting in 1989 als doel: lijkheden tot gestructureerde feedback en zelfreflectie ‘het opleiden tot sportarts, onder andere door het op- en daarmee tot het nemen van besluiten voor verdere richten en in stand houden van één of meer opleidings- ontwikkeling. Met de komst van het nieuwe oplei- instellingen voor de opleiding van sportgeneeskundigen dingsplan is het accent voor de opleider van de aios als bedoeld in de desbetreffende Besluiten van het Col- sportgeneeskunde verschoven van ‘beoordeling’ naar lege voor Sociale Geneeskunde en voorts al hetgeen in ‘coaching’. Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 83 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 Er zijn op dit moment tien opleidingsinrichtingen in Ne- Samenstelling bestuur derland waar de opleiding tot sportarts wordt verzorgd: Drs. R. van Linschoten • Amersfoort/ Baarn Drs. P.A. van Beek • Amsterdam Prof. dr. R.L. Diercks voorzitter 3 NISB secretaris/penningmeester lid Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen • Groningen • Heerenveen Verantwoordelijk voor organisatorische en • Den Haag/ Leidschendam onderwijskundige zaken • Roermond/ Venray mw. A.M.G.J. Bruinsma, • Nijmegen mw. Drs. E. Stolk, instituutsopleider NIOS • Utrecht/ Zeist mw. E.V.M. Muller, ambtelijk secretaris NIOS directeur NIOS hoogte van trends en ontwikkelingen op het gebied van tot sport en bewegen om participatie, leefbaarheid en sport en bewegen. NISB geeft richting aan vernieuwing, gezondheid te bevorderen. NISB doet dit door ontwik- werkt aan deskundigheidsbevordering en ondersteunt Adresgegevens keling en verspreiding van vernieuwende strategieën en professionals op het gebied van sport- en bewegingssti- • Eindhoven/ Veldhoven • Zwolle NISB is het kennis- en innovatie-instituut dat aanzet Nederlands Instituut Opleiding Sportartsen deskundigheidsbevordering onder professionals en de mulering. Daarbij hoort ook verspreiding en implementa- Om iedere sportarts in opleiding uitzicht te kunnen Postbus 52 landelijke publiekscampagne 30minutenbewegen. tie van vernieuwingen. bieden op een passende arbeidsplaats, is het aantal 3720 AB BILTHOVEN Het beleid van NISB is erop gericht dat gemeenten en opleidingsplaatsen voor sportartsen beperkt tot 7 per Professor Bronkhorstlaan 10 eerste verdieping lokale (sport)organisaties initiatieven ontplooien die Financiering jaar. Eind 2010 telde Nederland 28 aios (sportartsen in Gebouw 60 bijdragen aan een structurele verbetering van het lokale NISB kent een systeem van gemengde financiering, opleiding). 3723 MB BILTHOVEN sportaanbod. Het liefst in samenwerking met andere waarbij het ministerie van VWS de grootste opdrachtge- T 030-2252290 lokale sectoren als welzijnswerk, gezondheidszorg, on- ver is. VWS verstrekt zowel de zogenoemde instellings- F 030-2252498 derwijs en recreatie. subsidie als specifieke projectsubsidies voor innovatie- E [email protected] NISB heeft zich een gerespecteerde positie verworven ontwikkeling, verankering en verspreiding. W www.sportgeneeskunde.com met kennisontwikkeling en -verspreiding, het entameren Aanvullende financiering komt uit subsidie van andere van debat, het ‘makelen en schakelen’ tussen de diverse ministeries, uit fondsen (ZonMw, VSB Fonds, Stichting partners in de wereld van sport, gezondheid en welzijn. Doen, Johan Cruijff Foundation) en via partnerships met De overheid beschouwt NISB als een belangrijke organi- bijvoorbeeld NOC*NSF, bonden, gemeenten, provincies satie om de doelstellingen op het gebied van sport en of bedrijven. Bij de campagne 30minutenbewegen is bewegen te realiseren. zelfs het streven dat de subsidie wordt verdubbeld door De activiteiten van NISB zijn hoofdzakelijk gericht op be- partners/sponsors uit het bedrijfsleven. leidsmakers, consulenten en coördinatoren van beweeg- Daarnaast is er sinds 2009 een B.V.: NISB Consult. en sportactiviteiten. Overheden, sportbonden, provin- Vanuit NISB Consult kan o.a. advies op maat worden ciale sportraden, welzijninstanties en gezondheidszorg, gegeven, daar waar subsidies niet meer beschikbaar of recreatie, onderwijs en ook bedrijven kloppen bij NISB niet aan de orde zijn. aan voor ondersteuning van innovatieve projecten. Met de landelijke campagne 30minutenbewegen richt Lokale aanpak NISB zich ook op diverse publieksgroepen in de sa- Het accent ligt voor NISB op een lokale, wijkgerichte menleving. Zo wordt er rechtstreeks gecommuniceerd aanpak. Hierbij werkt NISB nauw samen met partners met vmbo-leerlingen, 50-plussers, chronisch zieken en uit de sport- en beweegsector, onderwijs, zorg, welzijn werknemers. en bedrijfsleven. De opdrachten komen van de rijksoverheid, instellingen op het gebied van sport, gezondheid, Missie welzijn of onderwijs en bedrijven die sport en bewegen De maatschappelijke waarden van sport en bewegen inzetten als middel om hun doelen te bereiken. zo goed mogelijk benutten, dat is de missie van NISB. 84 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Die maatschappelijke winst kan een gezonde en actieve Flexibel en pragmatisch leefstijl zijn, meer participatie van allochtonen of oude- NISB ontwikkelt kennis in programma’s die projectmatig ren aan de samenleving of bijvoorbeeld meer sociale zijn opgezet. Begin en einde worden steeds duidelijk cohesie in wijken en buurten. gemarkeerd. Daardoor kan NISB flexibel inspelen op NISB is als kennis- en innovatie-instituut goed op de actuele vragen en ontwikkelingen. NISB beschikt over Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 85 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 expertise als het gaat om effectmeting via monitors, veau toepasbaar maken. (zie verder onder ‘Olympisch zorg en welzijn die als input dienen bij het positioneren invalshoek voor NISB ligt niet direct in de preventie van effectevaluaties, gebruikersraadplegingen en markton- Plan 2028’) van sport en bewegen binnen Wmo-beleid (www.wmo- ziekten maar in het bestrijden van bewegingsarmoede derzoek. Daarnaast kent NISB een levendige traditie in sporttas.nl). Ook is in de campagne voor de gemeente- van met name ouderen. NISB participeert in het netwerk het organiseren van debat en betrokkenheid in allerlei In de praktijk raadsverkiezingen van 2010 extra aandacht gegeven aan om de samenwerking en samenhang op een goede ma- vormen tijdens workshops, congressen, lezingen, pre- Campagnes mogelijkheden om sport en bewegen in te zetten in de nier uit te bouwen. Een ander netwerk dat in dit kader sentaties, publicaties en artikelen. NISB heeft interactief Elke dag 30 minuten bewegen, eigenlijk zou iedereen prestatievelden van de Wmo. in 2009 is ontstaan, is Fit for Life Nederland. NISB is werken hoog in het vaandel staan en gebruikt die input dat moeten doen. We wéten het ook wel, maar de eer- om weer verder te verbeteren. ste stap zetten is vaak lastig. De landelijke campagne BeweegKuur zich actief richt op het kunnen sporten en bewegen van NISB verspreidt de ontwikkelde kennis en informatie 30minutenbewegen brengt deze boodschap onder de De BeweegKuur is een beweegprogramma bedoeld voor ouderen (www.fitforlifenederland.nl). zoals methodiekontwikkeling, strategievorming en proto- aandacht en helpt drempels weg te nemen. De cam- mensen met (een hoog risico op) diabetes type 2 en collen voor bepaalde situaties in de vorm van brochu- pagne, primair gericht op de ‘burger’, wordt uitgevoerd overgewicht. Door de samenwerking tussen verschillen- Olympisch Plan 2028 res, boeken, dvd’s en websites. Maandelijks worden in opdracht van het ministerie van VWS. De campagne de professionals uit de eerstelijnszorg worden patiënten De missie van dit plan is om met sport in de volle de websites van NISB door zo’n 45.000 bezoekers per die loopt tot en met 2010 heeft bijzondere aandacht een jaar lang begeleid naar een actievere leefstijl. breedte heel Nederland naar Olympisch niveau te bren- maand (okt. 2010) bekeken. Met de introductie van de voor doelgroepen waar de meeste inactiviteit voorkomt: In 2008 is de BeweegKuur van start gegaan in 7 pilotre- gen op sociaal-maatschappelijk, economisch, ruimtelijk nieuwe NISB community (social network 2.0) in novem- chronisch zieken, 50-plussers, vmbo-jongeren (www.dub- gio’s en dit aantal is in 2009 uitgebreid naar 14 regio’s. en welzijnsgebied, met als mogelijk resultaat Olympi- ber 2010 zal naar verwachting het aantal herhaalbezoe- bel30.nl) en werknemers (www.30minutenbewegen.nl). In 2010 en 2011 zijn 21 regio’s aan de slag met de Be- sche en Paralympische Spelen in 2028 in Nederland. ken stijgen. Intermediairs zoals sportraden, gemeenten, welzijnsorga- weegKuur met als doel: opname in het basispakket van Vooral de ambities breedtesport, sociaal-maatschap- NISB organiseert interactieve bijeenkomsten, praktijk- nisaties, sportorganisaties en zorgprofessionals kunnen de zorgverzekeraars in 2012. pelijk, welzijn en ruimte sluiten naadloos aan op de gerichte workshops, cursussen en trainingen om het de campagne lokaal vertalen. Speciale publieksacties NISB regisseert de BeweegKuur met subsidie van het missie en visie van NISB. In veel projecten draagt NISB gebruik van de ontwikkelde kennis en het aanleren ondersteunen de boodschap, zoals de Traploopweek in ministerie van VWS en in samenwerking met NHG, LVG, nu reeds bij aan de doelen van het Olympisch Plan. Zo van nieuwe vaardigheden te stimuleren. Dit doet zij in samenwerking met het Diabetes Fonds. Vanaf 2010 is de NVDA, KNGF, LHV, DVN, VSG), NVD en NDF (voor meer werkt NISB aan het stimuleren van sport en bewegen samenwerking met provinciale en lokale intermediaire aandacht speciaal gegaan naar het stimuleren van het informatie: www.beweegkuur.nl). bij senioren binnen het landelijk netwerk Fit for Life Ne- organisaties. gebruik van de fiets: Heel Nederland Fietst. Eind 2010 In november 2010 heeft NISB een ‘social network voor zijn ook nieuwe campagnes gestart, steeds in samen- Convenant Gezond Gewicht stages in de sport, wordt de BeweegKuur in tientallen professionals’ geïntroduceerd: via www.netwerkinbewe- werking met een ander gezondheidsbevorderend insti- Het Convenant Gezond Gewicht (voorheen: Convenant wijken aangeboden en ondersteunt NISB vanuit het Na- ging.nl kunnen alle professionals uit met name de sec- tuut. ‘Geef het gezonde voorbeeld’: een campagne met Overgewicht) is een samenwerkingsverband van organi- tionaal Actieplan Sport en Bewegen 100 gemeenten met toren sport en bewegen, welzijn en zorg elkaar virtueel het Voedingscentrum, bedoeld om ouders van jonge kin- saties uit overheid, maatschappij en bedrijfsleven. Doel gezondheidsachterstanden. opzoeken en aan de hand van thema’s en werkgroepen deren bewuster te maken van hun voorbeeldgedrag op is om het groeiende probleem van overgewicht een halt NISB levert daarnaast een bijdrage aan het realiseren kennis en informatie uitwisselen. terrein van eten en bewegen. Verder is er een doorstart toe te roepen. Gezamenlijk hebben de partners een ac- van Olympische ambities op wijk- en buurtniveau. NISB van ‘Kijk op Diabetes’ met de Nederlandse Diabetes tieplan opgesteld ‘Energie in Balans’ (oktober 2005) dat heeft als doelstelling om ondersteuning te bieden aan Kabinetsbeleid Federatie en het Voedingscentrum. Verder is samen met inzage geeft in wat er in gang is gezet om overgewicht gemeenten en overige professionals bij de ontwikkeling Sport kan leiden tot een betere gezondheid en meer Consument en Veiligheid een campagne ontwikkeld in te bestrijden. Eind november 2009 is het eindverslag van een integrale wijk-, buurt- en dorpssamenwerking maatschappelijke samenhang. De kabinetsnota Tijd voor het kader van valpreventie voor ouderen. van de eerste periode overhandigd aan minister Klink. rondom de maatschappelijke thema’s gezondheid, leef- Ook is op dat moment het nieuwe Convenant Gezond baarheid en participatie, waarbinnen sport en bewegen Sport (2005) is de basis geweest voor veel programma’s 86 het coördinatiepunt van dit netwerk van 24 partijen dat derland, organiseert NISB ruim 12.000 maatschappelijke en projecten die NISB heeft ontwikkeld en/of uitvoert, Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Gewicht ondertekend door de minister en ruim twintig ingezet wordt als middel om tot vitale gezonde burgers zoals ‘Nationaal Actieplan Sport en Bewegen’ (NASB), Met de invoering van de Wmo in 2007 heeft het vorige partijen uit het bedrijfsleven, de grote steden en het te komen. Het Olympisch Plan 2028 en het standpunt ‘Meedoen alle Jeugd door Sport’ en ‘Sport en naschool- kabinet een impuls gegeven aan gemeenten om de maatschappelijk veld. Op uitnodiging van het Convenant van het kabinet zijn voor NISB een aangrijpingspunt om se opvang’. De nieuwe regering Rutte-1 focust zich met actieve participatie van burgers aan de samenleving te is NISB als partner toegetreden tot het samenwerkings- in de aanloop naar 2028 deze doelstelling te realiseren. name op het bevorderen van sport en sportvoorzienin- bevorderen. Het gaat daarbij zowel om meer sociale verband (www.convenantovergewicht.nl). NISB beschikt over methodieken, materialen en trainin- gen als integraal onderdeel van wijkplannen om zo de cohesie op buurt- en wijkniveau als om grotere parti- leefbaarheid te bevorderen. Ook streeft het kabinet naar cipatie van kwetsbare burgers, onder wie mensen met Kennisnetwerk preventie lijk, welzijn, ruimte en breedtesport van het Olympisch meer sportlesuren in het onderwijs. Om Nederland op een beperking. Ook belemmeringen voor de sportdeel- De rijksoverheid wil versnippering en overlap in de Plan 2028. een Olympisch niveau te krijgen, ook een wens van de name behoren tot de aandachtspunten. Voor gemeen- gezondheidszorg verminderen en de doelmatigheid regering, werkt NISB als kenniscentrum op het gebied ten ontwikkelde NISB een ‘sporttas’ met instrumenten verhogen. Tegen deze achtergrond hebben kennisorgani- Aandacht voor jeugd van sport- en beweegstimulering nauw samen met om sport, participatie en sociale cohesie te verbinden. saties die werkzaam zijn op het terrein van preventie en De jeugd staat volop in de belangstelling. De poli- Olympisch Vuur. NISB gaat de ambities van het Olym- Deze Wmo-sporttas bevat voorbeelden en praktische gezondheidszorg het Kennisnetwerk Preventie opgericht. tiek zet in op het wegwerken van achterstanden bij de pisch Plan 2028 concretiseren en op wijk- en buurtni- hulpmiddelen voor ambtenaren uit de sectoren sport, NISB participeert hierin vanuit een bijzondere positie. De jeugd op het gebied van gezondheid, welzijn, onder- Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 3 gen die goed aansluiten bij de ambities maatschappe- Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 87 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 wijs, opvoeding en bewegen, o.a. via het Beleidskader Professionals uit de eerste lijnszorg en de wijk of wel- Sport, Bewegen en Onderwijs (2008) van de ministeries zijns-, sport- en beweegsector werken stapsgewijs actief van VWS en OCW. NISB sluit zich daar graag bij aan, samen om dit te bereiken bijvoorbeeld met het project Vmbo in beweging dat ge- De Ketenaanpak is sinds 2006 als procesaanpak ont- richt is op inactieve leerlingen. Een ander voorbeeld is wikkeld. Door middel van pilotprojecten in het land is het contract van het ministerie van Onderwijs met NISB informatie verzameld over diverse thema’s, zijn good voor het realiseren van 12.000 maatschappelijke stages practises beschreven en instrumenten verzameld. in de sport. NISB formuleert jeugdprojecten waarbij De website www.nisb.nl/ketenaanpak biedt informatie en maatschappelijke doelen leidend zijn en de vraag van praktische handreikingen en instrumenten over de Ke- jongeren voorop staat: fun, gezelligheid, veiligheid en tenaanpak Actieve Leefstijl voor professionals werkzaam vertrouwen bij bewegen en sport. Intensievere samen- in en buiten de eerste lijn. Daarnaast is een recente pu- werking tussen scholen, sportclubs, naschoolse opvang blicatie over succes- en faalfactoren van de Ketenaanpak en sportbuurtwerk moet meer sportieve activiteiten verschenen en te downloaden op de website. opleveren voor jongeren op en rond scholen en in de Professionals kunnen met deze informatie zelf een Ke- wijken. tenaanpak Actieve leefstijl bouwen of onderdelen uit de De sociale omgeving is een belangrijke factor bij ge- ketenaanpak gebruiken of toepassen binnen hun eigen dragsverandering. Voor kinderen en jongeren telt de me- project en/of activiteiten. 3 ning van ouders zwaar. Toch blijken maar weinig projecten voor leefstijlverandering van kinderen zich concreet Partnership Huisartsenzorg in Beweging op ouders te richten. Daarom gaat NISB extra aandacht Het kabinet wil dat het aantal mensen dat door een on- besteden aan de rol van ouders. Dat gebeurt onder gezonde leefstijl en te weinig beweging een chronische meer via “Beweegkriebels” en “Beweegplezier vanaf 4”, aandoening ontwikkelt, aanmerkelijk verminderen. Huis- twee projecten voor spelenderwijs bewegen van jonge artsen en andere zorgverleners hebben een belangrijke kinderen. De jeugdgezondheidszorg heeft sinds medio rol in het actief bevorderen van een gezonde leefstijl, 2010 een heel praktische handreiking gekregen om het bewegen en preventie. Het partnership Huisartsenzorg in onderwerp ‘bewegen’ ter sprake te brengen op het con- Beweging – waarin NISB participeert - is van mening dat sultatiebureau: NISB heeft in samenwerking met andere de huisarts een centrale rol heeft in het bevorderen van partijen ‘Beweegtips’ uitgebracht. Artsen en verpleeg- een gezonde leefstijl en bewegen voor de patiënt. De bewegen, vooral door meer te bewegen in hun dagelijks Adresgegevens kundigen in de JGZ geven deze kaarten mee aan ouders gezamenlijke partners zijn vanuit hun expertise en doel- leven en meer te weten over een gezonde en actieve Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) op het moment dat hun kind in de baby-, dreumes- en stellingen van grote waarde voor het ondersteunen van leefstijl. Uit ervaring blijkt dat sommige deelnemers zelfs Horapark 4 peuterleeftijd is. de huisarts, zijn praktijk en de zorgketen, inclusief het doorstromen naar reguliere sportactiviteiten. Iets wat 6717 LZ Ede (GLD) Ruimte om te spelen, te bewegen en te sporten is van sport- en beweegaanbod rondom zijn praktijk. Kortom, vóór deelname aan Communities in Beweging nauwelijks Nederland belang voor de jeugd om zich gezond te kunnen ontwik- het partnership ondersteunt de huisarts op het gebied mogelijk leek. Postbus 643 kelen. Daarbij gaat het zowel om de openbare ruimte van actieve leefstijladvisering. In 2009 is de website Vanaf 2007 tot 2009 is er ervaring opgedaan met proef- 6710 BP Ede (GLD) als groene ruimte, schoolpleinen, playgrounds, trapveld- www.actiefadvies.nl gelanceerd: deze houdt professio- implementatie van de aanpak CiB in Nederland. CiB is T 0318-490900 jes, hangplekken en de stoep als om de nabijheid van nals op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen op het benoemd als één van de veelbelovende projecten die in W www.nisb.nl sportparken en voorzieningen. NISB wil nadrukkelijk de gebied van bewegen en presenteert recent ontwikkeld het kader van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen relatie leggen tussen de omgeving en sport en bewe- voorlichtingsmateriaal of nieuwe initiatieven in het land. ingezet worden. Tevens heeft de aanpak CiB inmiddels gen, met andere woorden tussen fysiek en sociaal. De de status van theoretisch goed onderbouwd gekregen beweegvriendelijke omgeving krijgt de komende jaren Communities in Beweging een sterke focus bij NISB. Communities in Beweging is een werkwijze gericht op van het Centrum voor Gezond Leven. ‘inactieven’ met een lage sociaaleconomische status. 88 De ketenaanpak actieve leefstijl In een aantal weken ervaren de deelnemers plezier in Dit is een netwerk en samenwerkingsverband tussen bewegen, neemt hun zelfvertrouwen toe, ontwikkelen professionals binnen en buiten de zorg om de actieve ze initiatieven, leren ze meer over gezonde voeding en en gezonde leefstijl voor mensen met een gezondheids- kennen meer vormen van laagdrempelig bewegen. Het achterstand en/of chronische aandoening te bevorderen. einddoel is om de deelnemers structureel meer te laten Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 89 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 NOC*NSF aan hun medewerking. Daarnaast worden topsporters niets worden gemeenten, scholen, het buurtwerk en het gesteund bij de ontwikkeling van hun maatschappelijke bedrijfsleven in één adem genoemd met de sportvereni- carrière. Er is per slot van rekening ook een leven nà de ging. Samenwerking wordt op alle fronten gestimuleerd. topsport. NOC*NSF concentreert zich de komende jaren op een De topcoach aantal cruciale thema’s voor de ontwikkeling van de In het NOC*NSF topsportbeleid, is veel aandacht voor Nederlandse georganiseerde sport. Met betrekking tot de begeleiding van de topsporters, voor het kader dus. Sport heeft ons veel te bieden. Soms zelfs meer dan we Breedtesport die thema’s heeft NOC*NSF een proactieve, initiërende Het persoonlijke ontwikkelingsprogramma “MasterCoach denken. Sport is een bron van plezier. Op het veld én Bij een vereniging moet iederéén terecht kunnen om rol. Dit wordt vormgegeven in programma’s met concrete in Sports” voor topcoaches is daarvan een voorbeeld, langs de kant. Sport is ook een maatschappelijk bind- lekker te sporten. Meer of minder talent, jong of oud, projecten, resultaten en deadlines. De volgende pro- evenals het ontwikkelen van loopbaantrajecten voor middel. Daarnaast is sport goed voor de fysieke, men- recreatief of prestatiegericht, de vereniging heeft ieder- gramma’s staan onder andere op de agenda: bondscoaches en ander sporttechnisch kader. Om ac- tale en sociale gezondheid. En dat een heel leven lang! een wat te bieden. Bij de meeste verenigingen kun je • marketing en innovatie van sport tuele ontwikkelingen en thema’s onder de aandacht te Maar steeds vaker hebben we het te druk om met sport op elk niveau sporten, naar sport kijken en zorgen vele • groei door verenigingen brengen en het delen van kennis te stimuleren, initieert bezig te zijn of zitten we alleen nog maar achter de enthousiaste vrijwilligers ervoor dat je aan trainingen en • HR in de sport NOC*NSF regelmatig Nationale en Olympische Coach computer. Sportkoepel NOC*NSF vindt dat dát moet en wedstrijden kunt meedoen. • gehandicaptensport Platforms. Ook organiseert de sportkoepel expertmee- kan veranderen. NOC*NSF wil van Nederland een écht De manier waarop de bijna 29.000 sportverenigingen • maatschappelijke kwaliteit tings waar dieper op bepaalde onderwerpen wordt sportland maken op Olympisch niveau. NOC*NSF is dan in Nederland zijn georganiseerd, is behoorlijk uniek in • ontwikkeling sportbonden ingegaan (bijvoorbeeld hoogtetraining of mentale bege- ook een van de alliantiepartners voor het Olympisch de wereld. Vrijwel nergens zijn zo dicht bij huis zoveel Plan 2028. Het Olympisch Plan 2028 is de ambitie om verschillende mogelijkheden om aan sport te doen. Topsport met sport in de volle breedte een bijdrage te leveren Wel heeft een aantal sportverenigingen de laatste jaren Het topsportbeleid van NOC*NSF richt zich op een World Class Performance programma’s aan Nederland, met veel positieve effecten, nú en in de soms moeite om het hoofd boven water te houden. Ze vaste positie bij de tien beste landen van de wereld. In Sporttechnische programma’s (trainingen en wedstrij- toekomst. En met de organisatie van de Olympische en kunnen niet genoeg vrijwilligers krijgen, het ledenver- het kader van deze ambitie van NOC*NSF ‘Nederland den) moeten zich kunnen meten met het allerhoogste Paralympische Spelen van 2028 in Nederland als inspire- loop gaat snel, de accommodaties moeten onderhouden structureel in de Top 10’ wordt een studie uitgevoerd, internationale niveau. Ze kregen de naam ‘World Class rend perspectief en mogelijke uitkomst. worden of de inkomsten en uitgaven moeten beter op een feiten- en ambitiepresentatie. Deze Studie Top Tien Performance programma’s’. De topsportbonden zijn elkaar worden afgestemd. zal de basis vormen voor een nog te ontwikkelen high verantwoordelijk voor de invulling van de programma’s In Nederland kan iedereen op elk niveau aan sport NOC*NSF ambieert een Nederland waarin zoveel moge- performance plan. waarmee de sporter zich kunnen meten aan de wereld- doen. Jong of oud, valide of met een beperking, recreant lijk inwoners georganiseerd sportief actief zijn of hierbij Om de “Top-10 ambitie te verwezenlijken is het beleid top. NOC*NSF stimuleert en helpt de bonden een goed of topsporter. Samen met de aangesloten sportbonden, op één of andere manier betrokken zijn. De Olympische van NOC*NSF Topsport gericht op het creëren van opti- topsportbeleid te ontwikkelen. de scholen, het bedrijfsleven, de overheid en tal van ambitie is dat minimaal 75% van de Nederlanders, uit male omstandigheden voor topsporters en topsportcoa- andere organisaties staat NOC*NSF dan ook pal voor de alle lagen van de (multiculturele) samenleving, in 2016 ches. NOC*NSF is de professionele organisatie van de Olympisch succes georganiseerde breedtesport én topsport in Nederland. regelmatig aan sport doet. Nederlandse topsport, de marketing en de financiering Samen met de topsportbonden stelt NOC*NSF de van topsport. kwalificatie-eisen vast voor Olympische en Paralympi- Sport is fantastisch, om te doen, om naar te kijken 90 in de opknapbeurt voor de verenigingen. Niet voor leiding). én om je voor in te zetten. Bij je eigen vereniging, op Cruciaal voor een sterke vereniging is en blijft de kwali- school, in de wijk of aan de top. Sport maakt ons trots, teit van het sportaanbod. Bestaand en nieuw sportaan- De topsporter krijgen extra ondersteuning om zo daadwerkelijk succes is gezond en zorgt voor erkenning. En sport is ook een bod moet naadloos aansluiten bij de uiteenlopende be- Doel is om in zoveel mogelijk sporten permanent tot de te boeken. Daarnaast verzorgt de sportkoepel rondom bedrijfstak. Samen sporten is leuk en het geeft het ge- hoeften van de verschillende doelgroepen. Het ultieme beste tien landen van de wereld te behoren, óók in niet- de Olympische Spelen alle zaken op het gebied van lo- voel dat je ergens bij hoort. doel is sporters een leven lang sport aan te kunnen Olympische sporten! Om dat te bereiken is NOC*NSF gistiek, transport, administratie en verblijf. sche Spelen. Sporters die de normen en limieten halen, bieden, passend bij de levensfase waarin men zich be- voortdurend bezig goede voorwaarden voor (aanko- De Spelen zijn het toppunt in de carrière van vele spor- De maatschappelijke betekenis van sport is groter dan vindt. De kwaliteit van het kader (van de barmensen tot mende) topsporters te creëren, waardoor zij maximaal ters en de droom van vele anderen. Miljoenen mensen ooit. Maar we zijn er nog lang niet. Als de Nederlandse en met de voorzitter en van de scheidsrechters tot en kunnen presteren. zijn op de een of andere manier bij de Olympische Spe- samenleving de kracht van sport echt wil benutten en met de trainers) moet sterk zijn en blijven! Samen met Eén van de voorwaarden is dat topsporters zich opti- len betrokken. Als sporter, als begeleider, als organisa- bovendien bij de top tien van de wereld wil (blijven) de sportbonden zet NOC*NSF zich in op de werving van maal kunnen voorbereiden op topsportprestaties. Aan- tor, als toeschouwer op de tribunes of via de media. De horen, dan moet zij fors investeren. Sport, overheid en vrijwilligers, maar ook op versterking van hun kennis en vullend op de investeringen van een sportbond biedt Spelen zijn voor zowel de atleten als de toeschouwers bedrijfsleven voorop. NOC*NSF staat voor de sport en vaardigheden. Dit betekent dat meer en betere cursus- NOC*NSF ter ondersteuning verschillende financiële en een fantastisch voorbeeld van wat je met sporten kunt daagt iedereen uit om samen te investeren in de kracht sen en opleidingen worden aangeboden en ontwikkeld. materiële voorzieningen. Het Ministerie van VWS, de bereiken en hoe van sport een intercultureel en fees- van sport. Ook andere lokale partners spelen een belangrijke rol NOC*NSF Partners in Sport en Suppliers verlenen hier- Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 3 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 91 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 telijk evenement wordt gemaakt. Maar de Olympische maar ook met buitenlandse sportorganisaties, oplei- Spelen zijn slechts het zichtbare topje van de ijsberg, dingsinstituten en andere voor de sport relevante partij- van datgene wat de Olympische Gedachte of het Olym- en. Het gaat bij internationale samenwerking doorgaans pisme wordt genoemd. om kennis en ervaring halen en/of brengen ten behoeve van topsport en/of breedtesport in Nederland. 3 NOTS Nederlandse Orthopedische en Traumatologische Sportgeneeskundige werkgroep Heleen Sonneveld Internationaal Als nationale sportkoepel heeft NOC*NSF ook een inter- Adresgegevens nationale rol en verantwoordelijkheid. De sportkoepel NOC*NSF vertegenwoordigt de Nederlandse sport in het buiten- Postbus 302 In 1982 werd door een aantal orthopeden met speci- Samenstelling bestuur land en behartigt zowel binnen de EU als daarbuiten 6800 AH Arnhem ale interesse voor de sportgeneeskunde een werkgroep M. P. Heijboer haar belangen. Daarnaast streeft NOC*NSF internationale T 026–4834400 opgericht die later uitgroeide tot de Nederlandse Or- Mw. H. Sonneveld samenwerking na, algemeen en sportspecifiek. En niet W www.nocnsf.nl thopedische en Traumatologische Sportgeneeskundige dr. P.H. Wiersma alleen binnen internationale fora, met zustercomités of werkgroep (NOTS) van de Nederlandse Orthopedische dr. T.V.S. Klos federaties of in het kader van zogenaamde Memoran- Vereniging (NOV). dum of Understanding (tussen nationale overheden), Naast een actieve rol door de leden van de NOTS bij De relatie met andere beroepsgroepen werkzaam in de de organisatie van symposia, congressen en onderwijs sportgezondheidszorg wordt onderhouden door verte- biedt deze werkgroep in driemaandelijkse vergaderin- genwoordiging op congressen en refereeravonden en gen een platform voor intercollegiaal overleg en tijdens NOTS-vertegenwoordiging in het bestuur van de Vereni- de vergaderingen wordt ruim aandacht besteed aan ging voor Sportgeneeskunde (A. Stibbe). casuïstiek. Voor deelname aan de vergaderingen en het Op internationaal niveau is de NOTS toegetreden tot de lidmaatschap van de NOTS werkgroep zijn alle in sport EFOST (European Federation of National Associations of geïnteresseerde orthopeden en ouderejaars assistenten Orthopaedic Sports Traumatology). voorzitter secretaris penningmeester buitenlandse betrekkingen orthopedie welkom. Dr. M. Maas, skeletradioloog uit het AMC, is tevens lid van de NOTS en zijn aanwezigheid geeft een extra dimensie o.a. bij de bespreking van casuïstiek. 92 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 93 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 NVDA Interviewing, waarin assistenten leren hoe zij patiënten Arbeidsmarkt kunnen stimuleren meer te bewegen en gezonder te leven. Dat laat gelijk de derde reden voor opname in de wet Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten Taakverschuiving de ongediplomeerde. Dat houdt het beroep aantrekkelijk Jellie Klaver Vriend en vijand zijn het er inmiddels over eens dat taak- en dat is hard nodig, want er is een tekort aan gediplo- overheveling in de zorg veel oplevert. Waar het kan, ver- meerde doktersassistenten. Met name het tekort aan schuiven taken van artsen naar verpleegkundigen. Of, en stageplekken voor studenten is een probleem. De NVDA dat weten minder mensen, ze verschuiven naar praktijkon- is, samen met andere partijen, actief in het Arbeidsmarktproject en werkt hard aan verbetering van knelpunten. 3 BIG zien: het scheidt de gediplomeerde professionals van De NVDA behartigt de belangen van doktersassistenten in ontlast de huisarts. Dit levert een duidelijke winwin- dersteuners of doktersassistenten. Nederland, collectief (de ca. 25.000 doktersassistenten situatie op. Het beroep doktersassistent heeft zich de laatste ja- in Nederland) en individueel (ruim 5.000 NVDA-leden). ren enorm ontwikkeld. Neem de huisartsenpraktijk: de Kwaliteitsregister De NVDA zet zich in voor erkenning, bewaking en goede De toelatingseis moet omhoog naar minstens vmbo- doktersassistent beoordeelt de zorgvraag van de patiënt, Er komt, vooruitlopend op opname in de wet BIG, een uitoefening van het beroep. Denk aan opleiding, (na)scho- tl, er moeten meer en betere stageplekken komen, maakt afspraken en adviseert. Maar zij (soms een hij) kwaliteitsregister voor doktersassistenten. In dit regis- ling, kwaliteitseisen maar zeker ook aan goede taakver- meer specialisatiemogelijkheden, meer en beter doet ook de eenduidige medische handelingen en dat zijn ter kunnen gediplomeerde doktersassistenten zich laten overleg tussen scholen, werkgevers en werknemers. er heel wat: longfunctie- en bloeddrukmeting, vaccinaties, inschrijven. Elke vijf jaar volgt een update: alleen met de oren uitspuiten, vitamine B-injecties, uitstrijkjes, ECG- nodige nascholing en werkervaring blijft de inschrijving in deling in de zorg. Een goed opgeleide én gecertificeerde doktersassistente kan door een slimme intake en coördi- c. een betere opleiding d. meer doktersassistenten per huisartsenpraktijk natie als ook door het zelf uitvoeren van relatief eenvou- De huidige vergoeding is 0,8 fte doktersassistent filmpjes, verwijderen van hechtingen, noem maar op. De het kwaliteitsregister van kracht. Veel beroepen in de zorg dige medische handelingen, fors bijdragen aan een betere, op 1 normpraktijk, in de huidige praktijk is dat 1 fte meeste artsen, zo blijkt uit onderzoek, juichen dit toe: zo en daarbuiten hebben al een systeem dat de professiona- efficiëntere en daarmee goedkopere gezondheidszorg. op 1 normpraktijk. De ideale verhouding is volgens hebben ze meer tijd voor complexe patiënten en situa- liteit van de beroepsoefenaars objectief en betrouwbaar De NVDA heeft ruim 5000 leden en zet zich in voor erken- het NIVEL 1,5 fte, volgens de Landelijke Huisartsen ties. Iedereen blij, zou je zeggen. De dokter, die meer tijd vaststelt. Nu gaat dat dus ook voor doktersassistenten ning en goede uitoefening van het vak. Doktersassistenten Vereniging 1,6 fte. Betere bereikbaarheid overdag overhoudt. De patiënt die efficiënter geholpen wordt. De gelden. werken op vele plaatsen in de gezondheidszorg: in huis- voorkomt overbelasting in de (dure!) nacht- en doktersassistent die haar beroep een stuk leuker en inte- Een werkgroep, bestaande uit doktersassistenten uit alle artsenpraktijken, op huisartsenposten, in ziekenhuizen, weekenddiensten. ressanter ziet worden. En de samenleving, die ziet dat het werkvelden, is begin 2010 aan de slag gegaan. Zij beke- in de zorg goedkoper kan doordat de doktersassistent, in ken de kwaliteitscriteria van vergelijkbare beroepen zoals plaats van de hbo-collega of arts, taken uitvoert. operatie-assistenten, apothekersassistenten, verpleegkun- bij ARBOdiensten en Centra voor Jeugd en Gezin. Er zijn veel activiteiten en commissies voor al deze terreinen. Een De doktersassistent wil kwaliteit leveren team van zo’n 85 actieve leden organiseert alle activitei- U bent bij de dokter en uw wond moet verzorgd worden, ten. Dit zijn doktersassistenten en praktijkondersteuners; of uw urine nagekeken, of uw diabetes gecontroleerd. Opname in wet BIG teitsregister en Accreditatie Beroepen In de Zorg (KABIZ), zij weten als geen ander wat speelt binnen het vakgebied Doet de dokter dat zelf? Nee, in de meeste praktijken is Maar het medisch handelen van doktersassistenten is nu die voor veel (para)medische beroepen al het kwaliteitsre- en kunnen direct inspelen op actuele ontwikkelingen. dat de doktersassistent. Verstandig, want de doktersas- niet wettelijk geregeld. Opname in de wet op de individu- gister doet, en dus veel expertise op dit gebied heeft. De sistent is daarvoor opgeleid en bekwaam; bovendien kost ele beroepen in de gezondheidszorg (BIG) zou een grote leden van de NVDA beslissen over de definitieve kwali- zij de samenleving minder dan een arts. Maar het medisch stap vooruit zijn. Deze wet regelt opleiding, kwaliteits- teitscriteria. Naar verwachting gaat het Kwaliteitsregister Wat doet de NVDA handelen van assistenten is nu niet wettelijk geregeld. Op- eisen, verplichting tot (na)scholing, erkenning van het Doktersassistenten zomer 2011 van start. De NVDA strijdt voor name in de wet op de individuele beroepen in de gezond- beroep, duidelijkheid naar andere zorgverleners, zorg- a. opname in wet BIG, art.34 en kwaliteitsregister heidszorg (BIG) zou een grote stap vooruit zijn. De NVDA verzekeraars en patiënten. De NVDA spant zich hiervoor Bestuur Dit regelt in één klap kwaliteitseisen, verplichting maakt zich daar hard voor. Vooruitlopend daarop werkt zij in. Zo is in 2010 een brief naar alle nieuwe Kamerleden Gerda van Baggem tot (na)scholing, toegang tot informatie zoals het aan een Kwaliteitsregister, dat in 2011 van start gaat. gegaan, is de website vernieuwd en worden werkbezoe- Jellie Klaver Elektronisch Patiënten Dossier, bevoegdheid tot reiDe NVDA is één van de partners in het Partnership Huis- De wet BIG regelt ook toegang tot het Elektronisch Pa- Adresgegevens het beroep, duidelijkheid naar andere zorgverleners, artsenzorg in Beweging. Huisarts, praktijkondersteuner en tiënten Dossier, essentieel voor doktersassistenten om de NVDA zorgverzekeraars en patiënten. Vooruitlopend op op- doktersassistent zijn de drie functionarissen binnen de juiste zorg te kunnen bieden. Inloggen op het EPD met de Othellodreef 91-93 name in de wet BIG zet NVDA een kwaliteitsregister huisartsenpraktijk, die zich hiermee bezighouden. Want code van de arts, zoals sommigen bepleiten, lost niets op: 3561 GT Utrecht op, met daaraan gekoppeld een puntensysteem voor ook in de Huisartsenpraktijk wordt dit een belangrijk item dan is niet te traceren wie wat heeft gedaan, na verloop T 030-2631040 bijscholing. bij het voorkomen of behandelen van chronische ziekten. van tijd al helemaal niet, en loopt de arts alle risico’s. De F 030-2631049 Huisartsen worden hier al op geschoold. De NVDA en VSG doktersassistent is een professional die zelf verantwoor- W www.nvda.nl Goede triage, taakdelegatie van arts naar doktersas- hebben in aansluiting hierop de cursus actieve leefstijl spe- ding wil afleggen voor haar handelen en aan zware kwali- sistent, verrichten van eenvoudige medische hande- ciaal voor doktersassistenten ontwikkeld. Daarnaast is de teitseisen wil voldoen. lingen verrijkt het beroep van de doktersassistent en NVDA met de VSG in gesprek over een cursus Motivational Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Voorzitter Directeur NVDA-hoofdkantoor ken georganiseerd. zigersvaccinatie, vrijstelling van BTW, erkenning van b. heldere positie in eerstelijnszorg 94 digen. Uiteindelijk is besloten aan te sluiten bij het Kwali- Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 95 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 NVFS De NVFS en Dopingautoriteit, eigenlijk volledig de Stich- ben reeds een handboek samengesteld. Andere produc- ting Anti-Doping Autoriteit Nederland geheten, hebben ten zijn: de Enkelkaart en een Blessurepreventiecursus elkaar gevonden in 2010. Sportfysiotherapeuten dienen, Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sportgezondheidszorg voor sportmasseurs. Informatie uit de kennisoverdracht als begeleiders rondom een sporter, kennis te hebben tijdens de bijeenkomsten worden verwerkt in “Enkel- van de dopingregels en –procedures en hebben de taak Jeffrey Jansen avonden” voor sportverzorgers en trainers van sport- de sporter over dopingregels en –procedures voor te verenigingen, georganiseerd vanuit de VSG onder de lichten, mee te werken aan de uitvoering van het anti- noemer Clubzorg. dopingprogramma en het bevorderen en bestendigen De NVFS is één van de tien beroepsinhoudelijke lidver- Nieuwjaarsdebat. In 2010 was het eerste MSG-congres enigingen van het Koninklijk Nederlands Genootschap een feit. voor Fysiotherapie (KNGF). Zes van deze lidverenigingen, van een antidopinghouding van de sporters. De NVFS heeft een aandeel in diverse congrescommissies. De VSG (sportgeneeskunde) heeft in haar De NVFS zorgt voor wetenschappelijke borging enin waaronder de NVFS zijn door het KNGF bestuur formeel Rol van de NVFS binnen de sportgeneeskunde/sportge- jaarlijkse Sportmedisch Wetenschappelijk Congres een 2010 is het Lectoraat Musculoskeletale Revalidatie op de erkende specialistenverenigingen. Een werkgroep van zondheidszorg onderdeel voor en door NVFS sportfysiotherapeuten. HAN te Nijmegen gestart. Ook zijn belangrijke stappen fysiotherapeuten die frequent sporters met blessures De NVFS kent verscheidene projecten binnen de sport- De NVFS heeft in 2010 haar medewerking verleend aan gemaakt om in 2011 de leerstoel musculoskeletaal te zagen, deed onder begeleiding van een sportarts veel gezondheidszorg. Vanuit de adviezen van het Lande- het lustrumcongres van de Nederlandse Vereniging voor realiseren. aan deskundigheidsbevordering.Toen deze werkgroep lijk Platform Sportgezondheidszorg beschreven in het Arthroscopie. in 1981 uit meer dan 150 leden bestond is besloten de rapport “Zorg voor Sport en Bewegen”, werkt de NVFS Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sport- samen met de VSG (sportgeneeskunde) en de NGS In 2010 heeft de Nederlandse Vereniging voor Trauma- Bart Smit gezondheidszorg op te richten. Voor deze groep fysio- (sportmassage) in het Project Regionalisatie Ketenkwa- tologie, in samenwerking met de Verenigde Gipsver- Algemene verenigingszaken, Topsport, Positioneren & therapeuten behartigt de vereniging de belangen en is liteit (Zie onder). De vereniging zoekt dialoog met en bandmeesters Nederland, het College van Clubartsen en Profileren, Sociaal-economische zaken zij servicebureau. Vanuit de cursussen onder hoede van wordt gevonden door allerlei relevante partners in de Consulenten, de Nederlandse Vereniging voor Spoedei- Joris Stavenuiter de Nederlandse Sport Federatie te Papendal is via een sportzorg , zoals orthopedisch chirurgen, cardiologen, sende Hulp Artsen, de Vereniging voor Sportgeneeskun- interim penningmeester Financiën, Regiozaken tweejarige post-HBO opleiding en de verplichte na- en sportartsen, inspanningsfysiologen maar ook door in- de en de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in Wim Hullegie bijscholingen van zittende sportfysiotherapeuten de op- stellingen als NOC*NSF, sportbonden, TNO en Consu- de Sportgezondheidszorg het 4e Post Olympisch Sport Beroepsinhoud, Scholing, Wetenschap, Congresinhoud leiding inmiddels geëvolueerd tot een 3 jarige post-HBO ment & Veiligheid. Deze laatste partner is de afgelopen Congres georganiseerd. Masteropleiding Sportfysiotherapie (MOS). jaren zeer actief op gebied van sportblessurepreventie. De NVFS maakt zich hard voor erkenning van de specia- De kwaliteit van NVFS- sportfysiotherapeuten is onom- De NVFS neemt zitting in het project VoorZorg Sport- Congresorganisatie, IFSP lisatie Sportfysiotherapie. Naast een hoge kwaliteit van streden. Al jaren spreken NOC*NSF en de sportbonden evenementen samen met onder andere VWS, Inspectie Jeroen Bijman het als paramedicus verstrekken van sportmedische en hun voorkeur uit voor de actieve leden van onze ver- van Volksgezondheid, NOC*NSF, VSG en Zilveren Kruis Regiozaken, Communicatie sporttechnische informatie, doelgerichte sportfysiothe- eniging. Voor de SCAS-gecertificeerde Topsport Medi- Achmea om organisatoren van sportevenementen een rapeutische behandeling en begeleiding bij sportgerela- sche Samenwerkingsverbanden (TMS) zijn de criteria en checklist aan te bieden met betrekking tot preventie Adresgegevens teerde bewegingsvraagstukken en aandoeningen, zal de overgangsregelingen voor de deelnemende disciplines, van sportblessures en –ongevallen. In opdracht van het Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sportgezond- beroepsinhoud van de sportfysiotherapie in de toekomst waaronder de NVFS sportfysiotherapie reeds opgesteld. Ministerie VWS is naar aanleiding van de sterfgevallen heidszorg tijdens de Nijmegen Vierdaagse in 2006 en calamiteiten Stadsring 159b ook door de overheid erkend zijn op gebied van pre- 96 “Chronische Achillodynie”. De eerste twee regio’s heb- Samenstelling bestuur voorzitter secretaris vice voorzitter lid Jeffrey Jansen Communicatie, Samenwerkingsverbanden, LPS, lid ventie, wellness en lifestyle. In 2015 zullen alle geregi- Projecten en activiteiten tijdens de Marathon van Rotterdam 2007 dit project in 3817 BA Amersfoort streerde NVFS sportfysiotherapeuten Master zijn of het In het project Regionalisatie Ketenkwaliteit werken VSG, 2010 afgerond. Een dynamische website met checklist T 033-4791130 Mastertraject in zijn gegaan. Hierdoor hoopt de NVFS de NVFS en NGS samen om de sportzorgketen bestaande en links naar steeds de meest recente achtergrondinfor- E [email protected] kloof met de academisch geschoolde sportzorgaanbie- uit sportarts, sportfysiotherapeut en sportmasseur in matie is hierbij gerealiseerd. W www.nvfs.nl ders te verkleinen en de communicatie en daarmee de drie pilotregio’s weg te zetten. Kennismaking, het ver- samenwerking met hen te intensiveren. beteren van de communicatie tussen de disciplines en De NVFS heeft samen met de Nederlandse Vereniging deskundigheidsbevordering vormen hierbij belangrijke voor Manuele Therapie (NVMT) en de Oro-faciale Fysio- pijlers. Doel is om inzichtelijk te maken welke sport- therapeuten (NVOF) in 2008 de zogeheten Musculoske- zorg voor welk sportgerelateerd gezondheidsprobleem letale Groep (MSG) gevormd. In eerste instantie dient bestaat en waar de cliënt deze kan vinden. In 2010 deze samenwerking de gemeenschappelijke belangen, vonden in de pilotregio’s Noord Holland, Oost Brabant maar ook op inhoudelijk vlak manifesteert de MSG zich en Zuid Limburg verscheidene bijeenkomsten plaats met met gezamenlijke projecten als het MSG congres en het respectievelijk de thema’s “Acute Enkel”, “Preventie” en Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 3 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 97 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 3 RCT Radiologisch Centrum Topsport Bas Maresch Reeds sinds jaren is er een nauwe samenwerking gelet op wedstrijdperioden en krappe trainingschema’s. tussen diverse sportartsen zoals topsportarts Peter Deze combinatie van factoren is erg lastig te realise- Vergouwen van Elite Sports Medicine, diverse top- ren binnen het normale dagelijkse programma van een sportartsen van het NOC*NSF, van het Sport Medisch radiologie-afdeling in een ziekenhuis. Centrum Papendal en o.a. radiologen Bas Maresch, Frans Timmer en Taco Geertsma van het Radiologisch Geconfronteerd met een stijgende vraag naar deze spe- Centrum Topsport. cifieke vorm van diagnostiek en een toenemend belang Het Radiologisch Centrum Topsport (RCT) verricht diag- in de behandeling, hebben Maresch en Timmer met de nostiek voor alle sportartsen welke betrokken zijn bij maatschap Radiologie werkzaam in ziekenhuis Gelderse topsportgeneeskunde en voor verscheidene organisa- Vallei te Ede enkele jaren geleden besloten het RCT ties en disciplines betrokken bij topsport, topsporters op te richten om naar behoren aan deze zorgvraag te van verschillende nationale teams en diverse topspor- kunnen voldoen. Dit heeft plaatsgevonden in nauwe ters uit zowel binnen- als buitenland. samenwerking met NOC*NSF. Voorheen heette het Radiologisch Centrum voor Top- Waarom het RCT? sportgeneeskunde, thans Radiologisch Centrum voor In vergelijking tot de reguliere patiëntenzorg vereisen Topsport. blessures van topsporters veelal een speciale aanpak. Immers topsporters zijn geen “zieke”mensen, maar Wat doet het RCT? veelal sporters in de bloei van hun carrière, die in Het RCT richt zich specifiek op diagnostiek van blessu- topconditie zijn en het maximale vragen van lichaam res van voornamelijk topsporters en doet dit met een en geest. Bij deze categorie patiënten is vaak een zeer hoge mate van deskundigheid op o.a. het gebied van kleine afwijking al bijzonder relevant voor hun pres- echografie en MRI van het bewegingsapparaat. Tot nu toe…. tatievermogen.Het opsporen hiervan vereist vakman- In Nederland heeft het RCT een unieke expertise op het De reacties van zowel sporters als aanvragers en Het RCT streeft ernaar haar werkzaamheden verder ge- schap, geduld en tijd. gebied van echografie van het bewegingsapparaat. Re- NOC*NSF zijn en blijven uitermate positief. stalte te geven en de samenwerking met sportartsen, Hiernaast speelt beeldvormend onderzoek een toene- gelmatig worden lezingen gehouden voor verschillende Dit heeft geleid tot een “on-line” second opinion cen- NOC*NSF, VSG en overige sportorganisaties uit mende rol in diagnostiek en behandeling hetgeen een disciplines in zowel binnen- als buitenland. trum tijdens de Olympische Spelen 2008 in Peking en te breiden. superspecialisatie en ervaring vereist van de radioloog. Binnen de maatschap Radiologie verrichten enkele de Olympische Winterspelen 2010 in Vancouver. Het is voor de diagnostiek noodzakelijk om zo goed sportspecifiek geïnteresseerde radiologen de onder- Samenwerking bestaat met het NOC*NSF voor de A-, B- mogelijk geïnformeerd te zijn over de toedracht en het zoeken, op een tijdstip waarbij reguliere patiëntenzorg en HP-sporters tot in ieder geval de Olympische Spelen tijdstip van het ontstaan van de blessure. Hierdoor is niet in het gedrang komt. in Londen 2012, met de uitgesproken intentie deze het mogelijk om dedicated onderzoek te verrichten, de Kwaliteit, flexibiliteit, snelheid en servicegerichtheid hierna te continueren. Adresgegevens optimale onderzoekstechniek te kiezen en de onder- staan hoog in het vaandel. De werkzaamheden zijn uitgebreid, samenwerkingsver- Het RCT is bereikbaar via: zoeksbevindingen goed en sportspecifiek te interpre- Resultaten van de uitgevoerde onderzoeken worden banden zijn aangegaan en worden gecontinueerd met T 06–52282036 teren. hetzij dezelfde dag, dan wel de volgende dag persoon- onder andere Global Sports Communication. E S.J. Maresch, radioloog: [email protected] Goed overleg is nodig met de aanvragende sportart- lijk met de verwijzend arts besproken, waarbij vooraf- Verwacht wordt dat naast de gebruikte high-end echo- F.A. Timmer, radioloog: [email protected] sen/fysiotherapeuten. Het RCT ziet diagnostiek en be- gaand vaak reeds contact is geweest. Daarnaast krijgt grafie en CT- apparatuur binnen afzienbare termijn een handeling dan ook als een teamsport, noodzakelijk om deze een schriftelijke uitslag en een CD-ROM met het 3T MRI scan ter beschikking zal zijn voor de meest maximale kwaliteit te bereiken. onderzoek binnen twee werkdagen toegestuurd. optimale diagnostiek. Ons motto is: “RCT: maatwerk voor topsporters!” Voorts bestaat er bij topsporters vaak een tijdsdruk 98 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 99 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 Centrum Gezond Leven Nederlands Jeugdinstituut, Nederlands Centrum Jeugd- deze (lokale) settings. Op Loketgezondleven.nl is de digi- gezondheid en het RIVM) onderzoekt en beoordeelt de tale versie van beide hulpmiddelen te raadplegen. 3 kwaliteit en effectiviteit van gedragsgerichte interventies. RIVM Centrum Gezond Leven Bruikbare en door de commissie erkende leefstijlinter- Samenstelling bestuur Harriët Driegen venties zijn gemakkelijk te vinden in de I database. De Mariken Leurs hoofd RIVM Centrum Gezond Leven Inspectie voor de Gezondheidszorg hecht belang aan het gebruik van erkende interventies boven niet-erkende in- Adresgegevens terventies, voor zover die beschikbaar zijn voor het doel RIVM Centrum Gezond Leven Het RIVM Centrum Gezond Leven (CGL) is in 2007 door gezondheidsbevordering. Het uiteindelijk gezamenlijk te en de doelgroep. Dit geldt in toenemende mate ook voor Postbus 1 het ministerie van VWS opgericht, in antwoord op be- behalen doel is gezondheidswinst bij burgers. gemeenten. 3720 BA Bilthoven 2005 (Staat van de gezondheidszorg 2005. Openbare Rol binnen de sportgeneeskunde/sportgezondheidszorg De Handreiking Gezonde Gemeente en Handleiding E [email protected] gezondheidszorg: hoe houden we het volk gezond). Dit Binnen de sportgeneeskunde/sportgezondheidszorg Gezonde School bieden alle informatie die nodig is om W www.loketgezondleven.nl rapport wees onder andere op versnippering van kennis verzamelt en ontsluit het RIVM Centrum Gezond Leven aan de slag te gaan met gezondheidsbevordering binnen en het onvoldoende gebruiken van wetenschappelijk kennis over gezond leven, waaronder gezond bewegen, bewezen interventies. preventie van overgewicht en sportblessurepreventie. vindingen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg in T 030-2748573 Het ministerie van VWS wil het gebruik van effectieve, landelijk ontwikkelde leefstijlinterventies bevorderen. Projecten en/of activiteiten Daartoe is het CGL onderdeel van de ondersteunings- Activiteiten van het RIVM Centrum Gezond Leven op het structuur publieke gezondheidszorg. Het centrum is gebied van sportgeneeskunde/sportgezondheidszorg zijn de volgende. De website Loketgezondleven.nl. Deze geeft voor een groot aantal gezondheidsthema’s, waaronder actieve leefstijl, informatie over relevant beleid, passende interventies en doorverwijzingen naar betrouwbare bronnen en websites. In de I-database (Interventiedatabase) op Loketgezondleven.nl staan alle actuele leefstijlinterventies in Nederland gebundeld en gemakkelijk toegankelijk gemaakt. Interventies zijn eenvoudig te vinden door te zoeken op doelgroep, setting of gezondheidsthema. Zo is snel een ondergebracht bij het RIVM (Rijksinstituut voor Volksge- passende keuze te maken uit de mogelijkheden op het zondheid en Milieu) en werkt samen met diverse lokale terrein van gezond leven: gezond bewegen, sportbles- en landelijke partners. Sinds december 2008 is Loketge- surepreventie en preventie van overgewicht. Iedere inter- zondleven.nl online, de website waarvoor tal van part- ventie kent een uitgebreide beschrijving met vermelding ners samen met het CGL de inhoud verzorgen. van contactgegevens van de eigenaar. De I database werkt volgens het principe voor-en-door professionals. Doelstelling Dit betekent dat professionals zelf informatie over de Het RIVM Centrum Gezond Leven versterkt doelmatige, activiteiten en projecten die zij uitvoeren gericht op het samenhangende en effectieve lokale gezondheidsbe- bevorderen van gezondheid, invoeren en actualiseren in vordering. Het centrum bevordert het gebruik van de de database. Ook projecten opgenomen in de projecten- best passende leefstijlinterventies, onder andere door bank Sport en Bewegen van het NISB zijn vindbaar in beschikbare interventies inzichtelijk te presenteren en te deze I-database. beoordelen op kwaliteit en samenhang. Hierbij houdt het 100 CGL continu de vinger aan de pols bij de wensen en be- Erkenning van interventies: De onafhankelijke Erken- hoeften van professionals werkzaam op het gebied van ningscommissie Interventies (onder auspiciën van het Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 101 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 KiesBeter.nl • milieu- en natuurvraagstukken; Adresgegevens • voorbereidingen, maatregelen en nazorg die nodig RIVM zijn bij calamiteiten en rampen. RIVM Kies Beter 3 Postbus 1 3720 BA Bilthoven Het RIVM voert met name onderzoek uit voor de minis- W www.kiesbeter.nl teries van VWS, VROM en LNV, inspecties en internationale organisaties zoals de Europese Unie en de Verenigde Naties. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Zorgpolissen (RIVM) ontwikkelt en beheert kiesBeter.nl, een website Op kiesBeter.nl zijn alle zorgpolissen te vinden en en informatiedienst die mensen de weg wijst in de zorg. kunnen met elkaar worden vergeleken. Bezoekers De informatie op de site is afkomstig van vele toele- kunnen inzien of te maken en gemaakte zorgkosten veranciers. De Vereniging voor Sportgeneeskunde is er gedekt worden door hun zorgverzekeraar. Ook staan er daar één van (zie http://www.kiesbeter.nl/gezondleven/ oordelen van klanten over de service van hun zorgver- bewegen/blessures-voorkomen). Het RIVM werkt ook zekeraar. mee aan sportzorg.nl. Betrouwbaar Er valt steeds meer te kiezen op het gebied van zorg en Het RIVM ontwikkelt kiesBeter.nl in nauwe samen- gezondheid. De informatie op kiesBeter.nl helpt mensen werking met organisaties die zowel de aanbieders daarbij. Op de website kan men bijvoorbeeld zorgver- (bijvoorbeeld ziekenhuizen en verzekeraars) als de vra- leners en zorginstellingen vinden en vergelijken (van gers (patiënten en consumenten) vertegenwoordigen. apotheken tot ziekenhuizen) of nakijken of men moet Opdrachtgever is het Ministerie van Volksgezondheid, bijbetalen voor medicijnen. Ook is er te vinden wat Welzijn en Sport. de rechten zijn van een patiënt en de site bevat een complete medische encyclopedie. KiesBeter.nl is een Contact uitstekend startpunt voor vragen als: Naast de website is er een telefoonlijn: 0900-1237890 (€ 0,15 per minuut, op werkdagen van 9.00-18.00 uur). Op • wat houdt mijn aandoening in? de site staan lokale organisaties, waarvan medewerkers • bij welke zorginstelling kan ik terecht? kiesBeter.nl kunnen raadplegen voor mensen met een • hoe lang moet ik wachten op mijn operatie? zorggerelateerde vraag. • moet ik bijbetalen voor mijn medicijnen? • wat zijn mijn rechten als patiënt? RIVM Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Artsen en behandelaars kunnen kiesBeter.nl gebruiken (RIVM) is het onderzoeksinstituut van de overheid op bij de voorlichting aan hun patiënten. Dit kan tijdens het het gebied van volksgezondheid en milieu. Het RIVM spreekuur of na afloop daarvan door de patiënt via de site verricht niet alleen zelf onderzoek, maar verzamelt ook email met deeplink te sturen naar de relevante informatie. wereldwijd kennis en past die kennis toe. Het RIVM De patiënt kan dan thuis de informatie (verder) bekijken. brengt jaarlijks een groot aantal rapporten en adviezen uit. Bij het RIVM, dat gevestigd is in Bilthoven, werken Keuzehulpen ongeveer 1550 mensen. Voor verschillende aandoeningen heeft kiesBeter.nl keuzehulpen. Deze helpen bij het maken van keuzes in Het onderzoek en de adviestaak van het RIVM hebben de behandeling. De voor- en nadelen van elke behan- betrekking op: delmethode worden op een rij gezet, zodat de patiënt • de ontwikkeling van de volksgezondheid en de ge- die kan bespreken met zijn arts. Er zijn keuzehulpen voor onder meer: ADHD, depressie, hart- en vaatziekten, klaplong, hernia en diabetes. 102 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 zondheidszorg; • de effecten van voeding en andere consumentenproducten op de gezondheid; Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 103 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 SBOS SCAS Stichting Beroepsopleiding tot Sportarts Stichting Certificering Actoren in de Sportgezondheidszorg 3 Joop de Wijs In 1996 is de Stichting Beroepsopleiding tot Sportarts Samenstelling bestuur (SBOS) opgericht om, op het gebied van vergoedingen drs. H.B.A. van de Sande en arbeidsrechtelijke positie, uniformiteit te brengen in drs. T. Brandon alle opleidingsregio’s tijdens de module sportgenees- dr. H. Inklaar De SCAS houdt zich bezig met het onpartijdig vaststellen van • wielrensoigneurs; voorzitter de vakbekwaamheid van professionals die zich richten op de • artsen betaald voetbal; penningmeester begeleiding van sporters en de behandeling van sportblessu- • wielrenartsen; res, alsmede het onpartijdig vaststellen van de kwaliteit van • sportduikartsen; lid instellingen in de sportgezondheidszorg en van de inhoud van • leefstijlprofessionals; Adresgegevens opleidingen en cursussen voor de betreffende professionals. • zwembadinstructeurs voor chronisch zieken en ouderen. rechtspositieregeling voor artsen in opleiding tot Stichting Beroepsopleiding tot Sportarts Tevens verricht de SCAS alle verdere handelingen, die met het sportarts, op basis van besluiten van het College Professor Bronkhorstlaan 10, 3723 MB BILTHOVEN vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe Met een aantal andere dan de hierboven genoemde beroeps- voor Sociale Geneeskunde in de hoedanigheid van Postbus 52, 3720 AB BILTHOVEN bevorderlijk kunnen zijn. groepen of brancheorganisaties in de sportgezondheidszorg, werkgever; T 030-2252290 Door middel van deze vaststelling wil de SCAS komen tot: zoals o.a Fitnessinstructeurs, is een samenwerking opge- kunde. De SBOS heeft de volgende doelstellingen: • vaststellen, in stand houden en uitvoeren van een • aangaan van financieringsovereenkomsten met de opleiders en opleidingsinstituten; • aangaan van financieringsovereenkomsten ter effectuering van de beroepsopleiding tot sportarts en alles wat daarmee verband houdt. bouwd om te komen tot certificering van de betreffende F 030-2252498 E [email protected] • verhoging kennis en kunde van professionals in de sportgezondheidszorg; • verhogen van de kwaliteit van de sportmedische instellingen; • verhogen van de kwaliteit van organisaties in de Sportartsen in opleiding die aan de module sportge- sportgezondheidszorg neeskunde beginnen kunnen met de SBOS een arbeids- • verhoging van het niveau van opleidingsinstituten; overeenkomst afsluiten. Ze worden dan gedetacheerd • actoren als zodanig herkenbaar maken bij derden naar de sportmedische instelling waar ze de module sportgeneeskunde gaan doen. VWS de SBOS toegezegd dat de opleiding sportgenees- Instellingscertificering De SCAS certificeert op dit moment de volgende instellingen in de sportgezondheidszorg: • Sportmedische Instellingen ( SMI’s) van de FSMI (Federatie SMI ‘s); • Topsport Medische Samenwerkingsverbanden (TMS). (werkgevers, klanten, collega’s ); • erkenning van gecertificeerde actoren in de sportgezondheidszorg; In 2008 heeft de staatssecretaris van het Ministerie van beroepsgroepen. • een positieve bijdrage leveren aan de kwaliteit van Er vinden in het kader van de instellingscertificering oriënterende gesprekken plaats om de mogelijkheid te onderzoeken te komen tot kwalificering van ‘Gezonde Sportverenigingen’ het ketenproces. Opleidingscertificering kunde per 1 januari 2008 wordt gefinancierd. De SBOS heeft de subsidie formeel aangevraagd en gaat ook op De SCAS hanteert de Europese richtlijn op het gebied van de De SCAS richt zich sinds 2010 eveneens op opleidingscertifi- basis van de statutaire doelstelling deze gelden behe- persoons- en systeem- certificatie. Daarnaast werkt de SCAS cering. ren. Per jaar wordt de instroom van 7 nieuwe sportart- volgens de systematiek van de Raad van Accreditatie. Een aantal Hogescholen is een samenwerking gestart met de sen in opleiding gefinancierd. De SCAS ziet als haar rol binnen de sportgeneeskunde en SCAS om post-HBO opleidingen en cursussen op het gebied sportgezondheidszorg het bij elkaar brengen van alle belan- van sportgezondheidszorg te gaan certificeren. genorganisaties op het terrein van de sportgezondheidszorg om te komen tot een gewogen oordeel over de kwaliteit van Om haar beleidsdoelen te verwezenlijken heeft de SCAS in de uitvoering van de sportzorg. 2010 o.a de volgende initiatieven gerealiseerd. • Nieuwe certificeringstrajecten van professionals in de Projecten/Activiteiten Persoonscertificering De SCAS certificeert op dit moment de volgende beroepsbeoefenaren in de sportgezondheidszorg: • sportdiëtisten; 104 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 sportgezondheidszorg gestart. • Samenwerking met actoren in de sportgezondheidszorg geïnitieerd om te komen tot certificeringstrajecten. • Een nieuwe SCAS-website gepubliceerd: www.scascertificering.nl. Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 105 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 • Geautomatiseerd traject PE-online ten behoeve van De heer P.Bon (CCC) heeft eveneens afscheid genomen. de certificering van professionals in de sportgezond- Namens het College van Clubartsen en Consulenten is de heidszorg ontwikkeld en in gebruik genomen. heer S.J de Vries afgevaardigd als opvolger van de heer P.Bon. Service Médical Stichting Service Médical • Bureau organisatie aangepast aan geautomatiseerde certificeringstrajecten. 3 Adresgegevens • Het SCAS College van Advies ingesteld. SCAS • PR plan uitgevoerd. Postbus 52 3720 AB Bilthoven Samenstelling bestuur Drs. H.B.J. Janssen voorzitter T 030–2252290 Een kwart eeuw geleden passeerde de acte bij oprich- professionele vrijwilligers. De meesten van hen zijn F 030–2252498 ting van de Stichting Service Médical, mobiele sport- verbonden aan een ziekenhuis of een ambulancedienst. Beroepsgroep Verzorgers Betaald Voetbal (BHBV) E [email protected] geneeskundige groep. De zorginstelling is een initiatief Het gaat om artsen, onder wie chirurgen, anesthesis- B. Scholte Federatie Sport Medische Instellingen (FSMI) W www.scascertificering.com van de Maastrichtse arts en huidig algemeen coördina- ten, reanimatieartsen en sportartsen, verpleegkundi- S.J. de Vries College van Clubartsen en Consulenten (CCC) Nieuwe website: www.scascertifcering.nl tor Jos Benders. Professionele acute medische hulpver- gen, fysiotherapeuten, ambulanceverpleegkundigen J.C. Hermans Vereniging Sportdiëtisten Nederland (VSN) lening bij sportevenementen is in 25 jaar uitgegroeid en –chauffeurs. Allen zijn in het bezit van de hoogste Nederlandse Onderwatersportbond (NOB) van een eenmansinitiatief tot een volwaardige medi- medische registratie in hun expertisegebied. Service sche organisatie met 6,5 FTE facilitaire medewerkers op Médical heeft de beschikking over meerdere hulpver- kantoor, 125 gespecialiseerde operationele vrijwilligers leningsvoertuigen, waaronder vier volledig uitgeruste en een uitgebreid gamma hulpverleningsvoertuigen. ambulances met een vergunning binnen de Wet Ambu- Op 14 oktober 2003 verleende de toenmalige staatsse- lance Vervoer (WAV). Verder beschikt de stichting over cretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Clémen- vier mobilances (‘rapid responders’), een ambulance- De heer G.Slot (NOC*NSF) heeft afscheid genomen van het be- ce Ross aan Service Médical de erkenning van ‘bijzon- motor, een mobiele polikliniek en desgewenst een he- stuur. NOC*NSF heeft geen opvolger voor de heer Slot in het dere landelijke sportorganisatie’. In een kabinetsnota likopter. Het noodteam is verbonden met C-2000, het SCAS bestuur. NOC*NSF heeft daarentegen aangegeven een uit die dagen schrijft de bewindsvrouwe dat zij veel landelijke digitale communicatienetwerk van politie, adviesrol voor de SCAS te willen aannemen waarvan de SCAS belang hecht aan hoogwaardige geneeskundige bege- brandweer en ambulancediensten. De meldkamer voor dankbaar gebruik maakt. leiding van sportevenementen, in het bijzonder die ‘op Service Médical bevindt zich bij de landelijke meldka- zich verplaatsende sportterreinen’. Daarbij noemt ze de mer LMAZ die is gehuisvest bij de KLPD in Driebergen. stichting expliciet. Sedert 1 augustus 2006 is Service Médical het Goede Service Médical is daarnaast door de Nederlandse Zorg- Doelen keurmerk van het Centraal Bureau Fondsenwer- autoriteit erkend als officiële Zorginstelling. ving (CBF), het zogenaamde CBF-keurmerk. Het keur- Waar de Stichting Service Médical als doel heeft om merk is geldig voor een periode van vijf jaar. tijdens een sportevenement acute (para)medische zorg Omdat er een toenemende behoefte bestaat aan ‘binnen de dranghekken’ te verzorgen, minimaliseert deskundige instructies en voorlichtingsmateriaal over zij door haar directe aanwezigheid de tijd die ver- acute zorgverlening op de sportplek is besloten om de loopt om een hulpbehoevende sporter te bereiken tot uitgebreide praktische ervaring van Service Médical te hooguit enkele minuten. Door in de directe nabijheid bundelen in een nieuwe formele structuur. De in 2008 van de sporter te zijn, kan in de eerste vaak bepa- opgerichte Service Médical Academy fungeert hierbij als lende momenten al begonnen worden met het verle- Centre of Excellence (zie 3.4). J. Laros Drs. J. Geurts Nederlands Genootschap Sportmassage (NGS) Nationaal Platform Zwembaden (NRZ) R. ter Hoeven J .Friesen-Wiltink Nederlandse Beroepsvereniging Leefstijl Professionals (NBLP) nen van professionele medische hulp. Hierdoor wordt 106 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 de zorgketen aanzienlijk verkort, dat in het geval van Rol binnen de sportgeneeskunde/sportgezondheids- levensreddende handelingen het verschil kan maken. zorg De wettelijke aanrijtijd van reguliere ambulances, die Service Médical verzorgt sinds 25 jaar professioneel zeker bij drukbezochte sportevenementen kan oplopen maatwerk in de medische begeleiding van inmiddels tot boven de standaard van 15 minuten, hoeft niet te meer dan 200 sportevenementsdagen per jaar. Als worden afgewacht. medische hulp bij sport aangewezen is, geeft het team Deze door Service Médical in Nederland geïntroduceer- deze hulp op een zo snel mogelijke en efficiënte wijze. de rijdende hulpverlening op straat, tussen de drang- Het belang van de sporter staat daarbij voorop: nale- hekken en in stadions gebeurt door een team van 125 ving van medische codes, respect voor wedstrijdregle- Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 107 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 menten en voor de rol van andere gezondheidswerkers (sport)artsen, fysiotherapeuten, verpleegkundigen, in het reguliere veld vormen een grondhouding. sportmasseurs en overige medische en paramedische Service Médical neemt met haar dienstverlening in de werkers en kent de volgende karakteristieken: geneeskunde, het verlenen van spoedeisende (para) • 125 vrijwilligers, (para-)medisch specialisten; medische zorg “binnen de dranghekken”, een bij- • 1 rijdende polikliniek; zondere positie in. Daar waar de reguliere partijen • 4 ambulances (Wet Ambulance Vervoer); zoals ambulancediensten, ziekenhuizen of anderszins, • 4 dokterswagens (mobilances); onvoldoende zijn toegerust voor dit specifieke werk- • 1 ambulancemotor; gebied, heeft Service Médical in de loop der jaren een • kan beschikken over een helikopter met piloot; uitvoerige expertise opgebouwd. Door er bewust voor • voldoet aan alle wettelijke eisen die door de Inspec- te kiezen om de fysieke afstand tussen de medische tie voor de Gezondheidszorg aan zorginstellingen hulpverleners van Service Médical en de sportende worden gesteld; medemens zo gering mogelijk te houden, zijn de hulp- • is ISO gecertificeerd; verleners in staat om (vrijwel) direct na een ongeval • is via het C-2000 netwerk aangesloten bij de lande- of acute ziekwording het slachtoffer bij te staan. Dit betekent dat in de eerste, vaak cruciale momenten de hulpverlening reeds op gang komt. Bij dit vroege contactmoment en de bij¬behorende vroegdiagnose 3 lijke meldkamer; • is een Goede Doelen organisatie (Keurmerk Centraal Bureau Fondsenwerving, CBF-keur); • hanteert eigen nascholingsprogramma’s, specifiek van de sporter, maakt Service Médical de afweging om gericht op de acute sportgeneeskunde binnen de over te gaan tot een zelfstandige behandeling van de dranghekken en op het sportveld. klachten of om de sporter over te dragen aan het veld van de reguliere geneeskunde. Bij het merendeel van de behandelingen volstaat het dat Service Médical op- De samenwerkende partners en instellingen van de treedt als eindstation waarbij geen verdere ver¬wijzing Stichting Service Médical zijn: naar andere segmenten uit de medische hulpverlening • ABP • PWC noodzakelijk is. Waar dit wel het geval is, neemt de • AMR • Rabobank Adresgegevens rijdende stichting contact op met deze instantie(s) en • Boels Zanders advocaten • De Telegraaf Stichting Service Médical begeleidt zij de sporter naar de gewenste medische • Chemelot • Univé verzekeringen Laan van Brunswijk 31 vervolgvoor¬ziening. Door middel van een gevalideerd • Cruyff Foundation behandelregistratieformulier, in combinatie met een • Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad Beschermheer T 043-3210220 mondelinge toelichting, ziet Service Médical erop toe • De Dopingautoriteit Prof. Mr. Dries van Agt E [email protected] dat de ingezette behandeling bij haar collega-hulpver- • DSM unlimited leners wordt voortgezet. • EMC artsen en verpleegkundigen Voorzitter/ directeur • Eneco Drs. Jos Benders, arts 6212 HC Maastricht W www.servicemedical.eu ; www.servicemedical.tv Projecten en/of activiteiten • Gibo Groep In 2010 was Service Médical actief bij de Nederlandse • Hartmann etappes in de Giro d’ Italia, de Tour de France, ENECO • Heuts Automaterialen Mr. Herman Menger tour, de marathon van Eindhoven, de Rabo Cauberg • Hogeschool Zuyd Dr. ir. Jan Meijers bestuurslid clinic, de Alpe d’Huzes wervingstocht voor het KWF, • ING carlease Drs. Alexander Schuit bestuurslid de Marathon op natuurijs, de WK ijshockey, de WK • Maastrichts Universitair Medisch Centrum Drs. Guy Peeters bestuurslid kunstrijden, Leontien’ s ladies ride, de sportdagen van • Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de Johan Cruyff foundation, de Jan Janssen classic, the •Nederlander Vereniging voor Fysiotherapeuten in de Coke Olympic series, de NK shorttrack, de WK judo, Samenstelling Raad van Toezicht voorzitter Sportgezondheidszorg Concours Hippique Valkenswaard e.a. • Nederlands Genootschap voor Sportmassage Stichting Service Médical samengevat • Philips Service Médical is een samenwerkingsverband van • Provincie Limburg • NISB 108 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 109 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 Service Médical Academy Projecten en/of activiteiten in 2010 Op het gebied van sportmedische voorlichting verzorgde de Academy de wekelijkse rubriek ‘Sportmedisch’ in Stichting Service Médical Academy dagblad De Telegraaf. Tevens bestaat een publicitaire 3 • Werkt wetenschappelijk nauw samen met het Maastrichts Universitair Medisch Centrum; • Alle verworven kennis wordt ten dienste gesteld van de imponerende sportbeweging in Nederland. samenwerking met de Media Groep Limburg, voor de serie ‘Sport en Blessure’ in Dagblad de Limburger en het De samenwerkende partners en instellingen van de Limburgs Dagblad. Daarnaast verschijnt er een eerste Stichting Service Médical Academy zijn: vaste column in het vakblad Ambulance Zorg. • Biotronik; De Stichting Service Médical Academy is het kennisin- In 2010 werd een extra impuls gegeven aan het geven • Gibo Groep; stituut rond het thema acute medische hulpverlening van praktijklessen over acute geneeskunde bij sportlie- • Heuts Automaterialen; op het sportveld. De volgende drie pijlers vormen de den en wel in sportkantines. Het betreft informatie- en • Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; kern van de stichting: kennis, praktijk en voorlichting. thema-avonden over blessurepreventie en de medische • Maastrichts Universitair Medisch Centrum; De Academy staat in nauw contact met haar zusterorga- organisatie bij sportevenementen. • Provincie Limburg; nisatie, de operationeel georiënteerde Stichting Service In opdracht van de Provincie Limburg werd een rapport • Univé verzekeringen. Médical. vervaardigd waarin de vraag werd beantwoord ‘welke partijen allemaal verantwoordelijk zijn als het gaat om De Service Médical Academy wordt bijgestaan door de Op 26 augustus 2008 werd ter bevestiging van de we- acute medische hulpverlening’. Het beschrijft de onder- wetenschappelijke adviesraad, waarin zitting hebben: tenschappelijke pretenties een samenwerkingsovereen- scheiden taken en plichten van landelijke en regionale Dr. E. van Breda (gezondheidswetenschapper), voorzitter komst ondertekend tussen de Stichting Service Médical GHOR-diensten, alsmede van organisatoren en gemeen- Prof. dr. H. Daanen (hoogleraar fysiologie) Academy en het Maastricht Universitair Medisch Cen- Voorbeelden van onderzoeken uit het recente tes. Ook het onderdeel ‘aansprakelijkheid’ komt aan bod. Prof. dr. R. Geesink (hoogleraar orthopedie) trum (MUMC), op basis waarvan beide partijen samen- verleden zijn: Aan de hand van de gevalideerde behandelregistratiefor- Prof. dr. A. Gorgels (hoogleraar cardiologie) werken op het terrein van wetenschappelijk onderzoek. • Analysis of injuries and illnesses among ProTour cy- mulieren van zusterorganisatie Stichting Service Médical Dr. F. Hartgens (sportarts) Met deze samenwerking krijgt het primaire aandachts- clists and Continental cyclists – een onderzoek naar zijn de blessures van de wielerwedstrijden Olympia’s Ron- Prof. dr. L. Hofstra (hoogleraar cardiologie) gebied van de operationele Stichting Service Médical wielerblessures bij elitewielrenners en beloften in de en de Eneco Tour over de afgelopen jaren vergeleken. Dr. H. Inklaar (sportarts) Nederland; De studie toont aan dat jongere wielrenners een aanzien- Dr. G. de Keizer (traumatoloog) lijk grotere kans maken op het oplopen van een blessure Dr. E. Matser (neuropsycholoog) samenwerking met de KNVB naar de incidentie van dan oudere meer ervaren coureurs. Het rapport bepleit Dr. P. Nijs (apotheker) plotselinge hartstilstanden en medische voorzienin- dan ook een rijvaardigheidsopleiding voor jonge renners. Prof. dr. W. Saris (hoogleraar human nutrition) gen in het Nederlandse amateurvoetbal; In groep 7 en 8 van diverse basisscholen in ons land Dhr. T. Seeverens (neerlandicus / voetbaltrainer) wordt video-lesmateriaal getoond over Eerste Hulp bij Drs. P. Zelis (intensivist-internist) (traumahulp, acute harthulp en ander noodzakelijk medisch ingrijpen ter plaatse van een sportevenement) een krachtige impuls. De Service Médical Academy bundelt de kennis met de praktijk en destilleert hieruit voorlichting ten behoeve • Plotse hartdood bij voetballers – een onderzoek in • De ambulance in functie bij sporten op straat – een van de sportende medemens en van sportorganisaties. inventarisatie naar de wet- en regelgeving omtrent fietsongevallen. De Service Médical Academy draagt in Sportverenigingen en wedstrijdorganisatoren kunnen ambulancevoertuigen; dit project zorg voor het voorlichten van kinderen over Beschermvrouwe wat ze moeten doen als ze vallen met de fiets op weg Clémence Ross-Van Dorp hulp tegemoet zien bij het uitvoeren van medische • Sportevenementen en hun medische voorzieningen actieplannen. Voor de provincie Limburg ontwikkelde – een inventarisatie naar medische richtlijnen van de Academy een handboek voor de organisatoren van overkoepelende sportbonden met betrekking tot sportevenementen. In een driedelige leidraad kunnen sportevenementen. organisatoren informatie vinden over de te bewande- 110 naar school. Samenstelling bestuur Service Médical Academy samengevat: Drs. Jos Benders • De Stichting Service Médical Academy is een ken- Winau Berkhof Voorzitter Penningmeester, secretaris len route bij het opzetten van een sportevenement. Zij Voor internationale sportkoepel UCI leverde de Academy krijgen antwoord op vragen als: hoe dienen de medi- een inhoudelijke bijdrage aan de ‘Road Races organi- sche voorzieningen er uit te zien? Hoe luiden wet- en ser’s guide’ van de wereldwielerbond UCI. Het hoofd- regelgeving? Door een goede organisatie van medische stuk ‘Medical Services’ uit dit handboek is een synthese neer deze hulp nodig hebben bij hun medische infra- Laan van Brunswijk 31 voorzieningen neemt de veiligheid van een evenement van de kennis van de medische staf van de UCI en de structuur, maar is er ook voor sportbonden als het 6212 HC Maastricht toe, dit betekent benefit voor de sporter. Academy, welke laatste zich baseerde op de jarenlange gaat om veiligheidsplannen, richtlijnen, onderzoeks- T 043-3210220 De Service Médical Academy draagt haar kennis even- ervaring van Stichting Service Médical. Het hoofdstuk vragen of algemene medische adviezen; E [email protected] eens uit via actieve deelname aan symposia en con- omvat de ideale medische richtlijnen bij wielerwedstrij- gressen, participatie in medische commissies en het den met betrekking tot voertuigen, personeel, materia- Service Médical en speelt zo in op de aldaar verwor- publiceren van wetenschappelijk onderzoek. len en overige infrastructuur. ven praktische ervaringen; Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 nisinstituut voor de acute medische hulpverlening op het sportveld, op straat en in de stadions; • Fungeert als vraagbaak voor sportverenigingen wan- • Staat in verbinding met de vrijwilligersorganisatie Adresgegevens Stichting Service Médical Academy W www.servicemedicalacademy.nl Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 111 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 SOS -workshops Fitrace voor ambtenaren en zorgverzekeraars, mogelijk in de vorm van teambuilding; Stichting Opleidingen in de Sportgeneeskunde De SOS is een samenwerkingsverband van de Vereni- de desbetreffende modules uit de tweede trap hebben ging voor Sportgeneeskunde (VSG) en het Nederlands doorlopen. Instituut Opleiding Sportartsen (NIOS). De twee laatstge- • Beter in staat zijn om patiënten met ‘Sport- en Beweeg’ vragen te helpen in de eerste lijn. Het op- • PR afstemmen op nieuwe doelgroepen; zetten en implementeren van een sport- en beweeg- • Streven naar uniformiteit in het cursusaanbod: spreekuur in de praktijk/HOED behoort daarbij tot de - uniform werken en scholen mogelijkheden. - uniform werkende docenten; beleid. • De huisarts weet middels motivational interviewing de patiënt adequaat te stimuleren en ondersteunen bij het veranderen tot een actieve leefstijl en de patiënt te informeren over de gezondheidswinst door Samenwerking bewegen. noemde organisaties hebben beide tot doel om de ken- De SOS richt zich in haar cursusaanbod met name op De SOS werkt, behalve met het NIOS en de VSG, ook nis over en de ontwikkelingen in de sportgeneeskunde artsen die geïnteresseerd zijn in de sportgeneeskunde. samen met: het bewegingsapparaat en kan de juiste sportgerela- toegankelijk te maken voor diverse medici. Hiervoor De SOS is de laatste jaren regelmatig gevraagd bijscho- 1. De Werkgroep Cardiologie en Sport van de Neder- teerde diagnose stellen. hebben zij de Stichting Opleidingen in de Sportgenees- lingen/ cursussen te organiseren op het gebied van de kunde (SOS) opgericht. sportgezondheidszorg voor niet-medici. Gezien de ontwikkelingen en de trends in de maatschappij heeft het De SOS richt zich onder andere op het ontwikkelen en SOS-bestuur besloten zich ook te richten op niet-medici. geven van cursussen en workshops. Doel is de kwaliteit Zo is zijn er ontwikkelingen richting de fitnessinstruc- van de sportgeneeskunde te verhogen, waardoor spor- teurs en zweminstructeurs. ters en patiënten een optimale advisering en zorg gebo- landse Vereniging voor Cardiologie 2. De Werkgroep Orthopedie en Sport van de Nederlandse Orthopedische Vereniging 3. De Stichting Sportgeneeskundige Opleidingen Máxima Medisch Centrum, Veldhoven 4. NOC*NSF, sportbonden, NVFS, Nederlandse Vereniging voor OrthoManuele Geneeskunde (NVOMG), • De huisarts beheerst het lichamelijk onderzoek van • De huisarts kent de sportzorgketen in zijn regio en kan adequaat verwijzen naar de sportarts. De huisarts kan een overleg/ samenwerkingsverband opzetten met (sport)fysiotherapeuten, sportscholen, diëtisten e.a. ten einde een op de individuele patiënt gericht beweegadvies te krijgen, rekening houdend met eventuele chronische ziekten. den kan worden. Door haar contacten in de wereld van Belangrijke aandachtspunten voor het beleid in de ko- Nederlandse Vereniging voor Doktersassistenten de sportgeneeskunde is de SOS ook in staat congressen mende jaren (2009-2012) zijn: (NVDA), Stichting Tegen Overgewicht en Bewegings- De vier cursusdagen worden afgesloten met een af- en/of seminars in dit vakgebied te organiseren. Beroeps- • SOS ontwikkeling afstemmen op de ontwikkelingen armoede (STOB) rondend dagdeel waarop de cursisten hun ontwikkelde en specialistenverenigingen, geneeskundige instellingen, binnen de VSG en het NIOS; 5. De Nederlandse Universiteiten verbeterplan voor de eigen praktijk presenteren die opleidingsinstituten en de medische industrie kunnen • Doelgroepen uitbreiden met niet-medici; 6. De Vlaamse Vereniging voor Sportartsen tot stand is gekomen met kennis van de voorafgaande hiervan gebruik maken. De kwaliteitsbewaking is in • Inhoud van de cursussen afstemmen op de klant/ 7. GlaxoSmithKline/Postgrade themadagen. 8. Pfizer De brochure van de cursus is te bekijken op http:// handen van de Werkgroep Deskundigheidsbevordering consument/sporter van de sportgeneeskunde/sport- van de VSG. Uiteraard wordt in voorkomende gevallen ook samengewerkt met de kwaliteitscommissies van de gezondheidszorg; • Aandacht voor speerpunten van het Ministerie van diverse medische beroepsgroepen. VWS: overgewicht, www.sportgeneeskunde.com/sos_cursussen . Het afgelopen jaar is een aantal ontwikkelingen ingezet / voortgezet: • diabetes mellitus, depressie (internetzelfstudie) en In het cursusaanbod zijn drie trappen te onderscheiden: vanuit deze speerpunten • kunnen gerelateerde doelgroepen gedefinieerd Eerste trap: Basismodule Sportgeneeskunde Deze module is bedoeld voor iedere arts met interesse worden; • Project internationale kenniskaart: cursussen aanslui- in de sportgeneeskunde. ten op internationale kennisbank; • Rekening houden met de organisatie van de gezond- Tweede trap: Verdiepingsmodules Cursus in samenwerking met STOB De “Stichting Tegen Overgewicht en Bewegingsar- Cursus Verdieping Sport en Bewegen moede” (STOB) is in 2009 opgericht en strijdt tegen De cursus ‘Verdieping Sport & Bewegen’ is ontwikkeld overgewicht en bewegingsarmoede. Om de strijd te vanuit het gedachtegoed van het partnership ‘Huis- winnen wil STOB gedragsverandering bewerkstelligen. artsenzorg in Beweging’ en is bedoeld om de huisarts Hiervoor roept zij alle belanghebbenden zoals organi- te ondersteunen bij het actief bevorderen van een ge- saties, verenigingen, bedrijven, overheden, individuen, zonde leefstijl. politiek op om samen te werken! STOB richt zich op de heidszorg in de toekomst: De cursus ‘Verdieping Sport & Bewegen’ is een vervolg begeleiding van de doelgroep in sport- en beweegcen- De insteek is verdieping van de onderwerpen uit de - taakherschikking medici/paramedici op de Basiscursus Sportgeneeskunde die door de Stich- tra (waaronder fitness). basismodule sportgeneeskunde, onder het motto ‘ver- - verzekerde zorg of cliënt betaalt zelf ting Opleiding Sportgeneeskunde (SOS) wordt georga- dieping en kwaliteit van het vakgebied’. Deze verdie- - economische situatie niseerd. De cursus wordt als één pakket van 4,5 dag Stichting STOB heeft de SOS gevraagd deskundigheids- pingsmodules zijn alleen te volgen door artsen die de - sturende overheid of de markt bepaalt aangeboden. De dagen geven verbreding en verdieping bevordering te ontwikkelen voor de sportbegeleiders in basismodule sportgeneeskunde hebben gevolgd. -ontwikkeling privéklinieken in relatie tot publieke van de basiscursus (sportblessures en lichamelijk on- de aangesloten sport- en beweegcentra. Het afgelopen derzoek) en gaan daarnaast in op het belang van een jaar is de cursus STOB voor begeleiders van doelgroe- Derde trap: Specialiseringsmodules •Lobby / samenwerken / allianties creëren met VWS actieve leestijl, niet alleen voor de gezonde populatie, puren in sport/fitnesscentra ontwikkeld. Het doel van maar ook voor mensen met een chronische ziekte. de cursus is om de sportbegeleider op een kwalita- sector; Deze workshopmodules zijn bedoeld voor die artsen die 112 Leerdoelen • Geaccrediteerde E-learning opzetten; •Aanpassing van de structuur aan het voorgenomen Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 en zorgverzekeraars 3 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 113 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 tief verantwoorde manier startersuren te leren geven leiding welke leidt tot branche erkenning en bovendien Adresgegevens voor inactieve mensen (met of zonder overgewicht) tot certificering door het SCAS (zie 3.4). Geslaagden Stichting Opleidingen in de Sportgeneeskunde en actieve mensen met overgewicht. Deze startersuren voor de basisopleiding kunnen deelnemen aan één- Postbus 52 zijn het gedachtegoed van STOB. In de cursus wordt daagse verdiepingstrainingen. Deze trainingen worden 3720 AB BILTHOVEN ook aandacht besteed aan het waarborgen van een de komende jaren in samenwerking met patiëntenver- Professor Bronkhorstlaan 10 eerste verdieping welkome en toegankelijke sfeer, verantwoordelijkheid enigingen ontwikkeld. Hierbij moet gedacht worden aan Gebouw 60 sporter en sportbegeleider, verantwoord beweegplan, verdiepingstrainingen op het terrein van overgewicht, 3723 MB BILTHOVEN goede en regelmatige begeleiding, deelname zorgketen reumatische aandoeningen, hart en vaatziekten, COPD, Telefoon: 030-2252290 en sociale keten. Er zijn ontwikkelingen om een der- houding- en beweegproblematiek. Fax: 030-2252498 gelijke begeleiding binnen STOB centra op te nemen in 3 E-mail: [email protected] de zorgverzekering. Overige voorgenomen trajecten Voor meer informatie over STOB zie www.stichtingstob.nl. • Cursus jeugd en sportgezondheidszorg voor jeugd- Website: www.sportgeneeskunde.com artsen afgestemd op schoolzorg en jeugdgezondCursus voor zweminstructeurs Doel van de cursus is de zweminstructeurs te scholen heidszorg. • Invulling van wetenschappelijke avonden door mi- in het verantwoord begeleiden van chronisch zieken en nisymposia rondom recente promoties. De VSG acht ouderen in zwemwater waarbij verantwoorde bewegings- het van belang sportgeneeskundig onderzoek een activiteiten worden aangeboden. podium te bieden en nieuwe ontwikkelingen onder de aandacht te brengen. Middels de minisymposia kan In onze vergrijzende maatschappij is er een groeiende behoefte aan beweegactiviteiten voor ouderen. Daarnaast hebben in Nederland inmiddels vier op de tien de gepromoveerde zijn resultaten presenteren aan zijn vakgroep en aanpalende vakgebieden (VSG-leden). • Uitbreiding van cursussen ter herregistratie voor Nederlanders last van een chronische aandoening en de sportartsen. Er is gesignaleerd dat het aanbod van verwachting is dat dit aantal de komende jaren ver- cursussen voor herregistratie te klein is om aan de der zal oplopen. Ouderen en chronisch zieken vormen herregistratie te kunnen voldoen. Naar aanleiding daarmee een belangrijke doelgroep voor aanbieders van dit signaal is een brainstormavond georgani- van sport- en beweegactiviteiten. Ook zwembaden en seerd waarbij zowel vertegenwoordiging vanuit het zwemscholen signaleren deze behoefte en zien een kans SOS-bestuur, VSG-bestuur, NIOS, SOS en de WDS voor het uitbreiden van hun dienstverlening. Om deze aanwezig was. In kaart is gebracht welke onderwer- doelgroepen te bereiken en succesvol te bedienen is pen aandacht verdienen voor de sportarts en hoe een specifieke aanpak nodig. Zwembaden en zwemscholen zijn uitermate geschikt voor deze activiteiten door die in een cursus gegoten kunnen worden. • Verdiepingsmodules voor niet-artsen. In dezelfde de aanpasbare watertemperatuur, het drijfeffect in plaats brainstormavond als hierboven genoemd is ook aan- van een gevoel van zwaartekracht, het feit dat zwem- dacht besteed aan onderwerpen voor cursussen voor men een lowrisk-sport is en kunnen op deze manier veel paramedici en trainers/coaches. De planning is om betekenen voor chronisch zieken. hier invulling aan te geven in 2011. Er zijn echter ook nog hindernissen op weg naar succes. Samenstelling bestuur Medewerkers in zwemgelegenheden beschikken vaak Drs. L.P. Heere voorzitter niet over de kennis die nodig is om ouderen en mensen Drs. F. van Bemmel secretaris met een chronische aandoening, met daarbij individuele Drs. E.R.H.A. Hendriks vragen en wensen, deskundig te kunnen begeleiden. Drs. C.A.C.M. Wijne Het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ gaat naar aan- Drs. A.P.J. Kokshoorn penningmeester lid namens het NIOS lid namens de VSG leiding hiervan samen met de Vereniging voor Sportgeneeskunde, TNO en UnieKBO een opleidingsprogramma ontwikkelen voor begeleiders van deze activiteiten. Dit programma bestaat uit een drie- daagse brede basisop- 114 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 115 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 Sport & Geneeskunde 3 TNO Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek Hans Tol Janine Stubbe en Marijke Hopman-Rock Sport & Geneeskunde, the Flemish/Dutch Journal of Gesteund door de besturen van de VSG en VVS is de TNO is een onafhankelijke onderzoeksorganisatie die richt deze afdeling zich ook op onderzoek naar andere Sports Medicine and Sports Science is sinds 2007 het Aanmoedigingsprijs voor Sport en Geneeskunde geïn- meer dan 75 jaar geleden door de overheid in het leven vormen van fysieke activiteit. Uitgangspunt voor het nieuwe tijdschrift van de Vlaamse Vereniging voor Sport- troduceerd. Met deze prijs wordt aanstormend talent is geroepen om de resultaten van wetenschappelijk sport- en beweegonderzoek zijn de door VWS goedge- geneeskunde (VVS) en de Nederlandse Vereniging voor gestimuleerd tot publiceren in het tijdschrift Sport & onderzoek meer toepasbaar te maken voor bedrijven keurde onderzoekslijnen van het TNO programma Bewe- Sportgeneeskunde (VSG). Eerdere publicaties van de Geneeskunde. De Aanmoedigingsprijs 2008 is in het en overheid. TNO levert op basis van haar expertise en gen en Gezondheid 2007-2010: beide verenigingen zijn opgegaan in deze publicatie. Het eerste nummer van 2009 gepubliceerd. Als winnaar onderzoek een bijdrage aan de concurrentiekracht van • Monitoring; tijdschrift heeft de missie om het toonaangevende we- kwam sportarts in opleiding Maarten Moen uit de bus. bedrijven en organisaties, aan de economie en aan de • Ontwikkeling, evaluatie en implementatie van (kos- tenschappelijke tijdschrift in Nederland en België te zijn Samen met collegae publiceerde hij een artikel over de kwaliteit van de samenleving als geheel. Doelgericht op het gebied van sportgeneeskunde en sportweten- waarde van klinische schoudertesten. innoveren, dat is waar TNO voor staat. TNO ontwikkelt schappen. In de reguliere vorm verschijnt het vijf maal kennis om nieuwe producten te creëren die het leven per jaar en richt zich op iedereen met een wetenschap- In 2010 heeft een lezersonderzoek plaatsgevonden, aangenamer en waardevoller maken, en die bedrijven pelijke interesse voor sport en gezondheid. waarbij redactionele inhoud, vormgeving en leesbaar- helpen te innoveren. heid een goede beoordeling ontvingen. De variatie aan • Rol van de omgeving (buurt, werkomgeving) op sport- en beweeggedrag; • Beweging als determinant van arbeidsproductiviteit en -participatie, met de nadruk op (kosten-)effectieve programma’s voor specifieke beroepsgroepen/ Het bestuur van de stichting Sport & Geneeskunde onderwerpen en vakgebieden mag volgens het onder- Elke vier jaar formuleert TNO nieuwe onderzoekspro- branches en de inkadering daarvan binnen het inte- bestaat uit drs. P.A. van Beek, R.C. Hartman en drs. L.P. zoek nog wel iets verbeteren, waaraan lezers kunnen gramma’s: series van onderzoeken die aansluiten bij graal gezondheidsmanagement van een bedrijf. Heere. De Stichting heeft tot doel de publicatie van de bijdragen door het insturen van manuscripten. Daartoe een overkoepelend thema. Die onderwerpen worden wetenschappelijke ontwikkeling van de sportgenees- wordt iedereen dan ook gaarne uitgenodigd. De auteurs- gekozen op basis van maatschappelijke thema’s die het kunde in de ruimste zins des woords, de bevordering richtlijnen zijn te vinden op de nieuwe website kabinet vaststelt: actuele onderwerpen, kwesties die Voorbeelden van projecten in de onderzoekslijnen van de kwaliteit van de beoefening van de sportge- www.sportengeneeskunde.nl. beleidsmatig interessant en relevant zijn - en die vragen In de periode tot 2011 is intensief aandacht besteed aan om nieuwe antwoorden. groepen met de minste lichamelijke activiteit: jeugdigen, neeskunde alsmede het verzorgen van publicaties op ouderen, chronische zieken, mensen met overgewicht, sportmedisch en paramedisch gebied en het publiceren Adresgegevens van de officiële mededelingen van de Vereniging voor Sport & Geneeskunde Tot 2011 is het onderzoek binnen TNO verdeeld in vijf allochtonen, laag-opgeleiden, niet-werkenden en werk- Sportgeneeskunde. Arko Sports Media kerngebieden: nemers in bewegingsarme beroepen/branches. Verwacht Postbus 393 • Industrie & Techniek wordt dat deze speerpunten ook in de volgende strate- De Nederlandse redactie bestaat uit één hoofdredacteur 3430 AJ Nieuwegein • Defensie & Veiligheid gieperiode (2011-2014) zullen worden voortgezet. In het en vier redactieleden. De redactieleden vertegenwoordi- E [email protected] • ICT onderstaande overzicht worden per onderzoekslijn één gen een van de doelgroepen: Sportgeneeskunde, Ortho- • Bouw & Ondergrond of twee voorbeeldprojecten genoemd. pedie, (Sport)fysiotherapie, Bewegingswetenschappen • Kwaliteit van Leven en Cardiologie. Per kerngebied zijn er ruwweg 1000 medewerkers. Onderzoekslijn 1: Monitoring Sinds 2000 loopt er een continu gezondheidsonder- Vanuit Nederland nemen Dr. R.E.H. van Cingel ((sport) 116 ten)effectieve interventies; fysiotherapeut), Prof.Dr. R.L. Diercks (orthopedisch chi- Sport- en beweegonderzoek zoek ‘Ongevallen en Bewegen in Nederland’ (OBIN). In rurg, hoogleraar klinische sportgeneeskunde), mevr. Drs. Hoger, sneller, mooier, langer en gezonder: technolo- dit onderzoek worden jaarlijks aan meer dan tiendui- N.M. Panhuyzen-Goedkoop (cardioloog), Prof.Dr. A.P. Hol- gie in sport speelt een belangrijke rol in het bereiken zend Nederlanders vragen voorgelegd over onder meer lander (hoogleraar inspanningsfysiologie) en dr. J.L. Tol van de optimale prestaties. TNO werkt met overheid, lichaamsbeweging en gezondheid met als doel om na te (hoofdredacteur, sportarts) deel aan de redactie. bedrijfsleven, sport- en kennisorganisaties samen aan gaan hoe en hoeveel Nederlanders bewegen en hoe de België is vertegenwoordigd door dr. D. Vissers (hoofd- onderzoek en innovatie voor de sport. Het sportonder- trend zich ontwikkelt. De resultaten worden periodiek redacteur), dr. L. Dossche, Prof.Dr. J. Gielen, Prof.Dr. R. zoek bij TNO wordt gecoördineerd vanuit het kerngebied weergegeven in het Trendrapport Bewegen en Gezond- Meeusen, ap.Dr. P. Nijs en Prof.Dr. K. Peers. Kwaliteit van Leven binnen de afdeling Gezondheidsbe- heid. De nieuwe kennis die dat oplevert, zorgt ervoor vordering door dr. Janine Stubbe. Naast sportonderzoek dat in de praktijk steeds meer ‘evidence-based’ gewerkt Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 117 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 kan worden. De overheid gebruikt de informatie voor het effect van een rompstabiliteitsprogramma (The Ele- De TNO Raad van Bestuur bestaat uit drie leden de sturing van sport- en bewegingsbeleid. Het laatste ven) bij amateurvoetballers. Dit onderzoek wordt uitge- Ir. J.H.J. Mengelers trendrapport Bewegen en Gezondheid is in zijn geheel voerd door het UMC Utrecht in samenwerking met TNO Dr. C.M. Hooymans Wassenaarseweg 56 te downloaden via de TNO site. en staat onder leiding van Prof. Dr. Frank Backx. J.W. Kelder. Postbus 2215 Daarnaast heeft TNO met financiële steun van het Mi- Onderzoekslijn 3: Rol van de omgeving De Raad van Bestuur wordt bij Koninklijk Besluit be- T 071-5181417 nisterie van VWS en in samenwerking met de Vereni- Kinderen bewegen te weinig en worden steeds dikker. noemd, de voorzitter en één lid op voordracht van de F 071-5181903 ging voor Sportgeneeskunde en VIR e-Care Solutions Spelen achter de computer heeft de plaats van buiten Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen, één E [email protected] het Elektronisch Sportersdossier (ESD) (voorheen het spelen ingenomen en menig uurtje wordt er zittend ach- lid op voordracht van de Minister van Defensie. W www.tno.nl Blessure Informatie Systeem) opgesteld Dit web-based ter doorgebracht. Hoe krijgen we de jeugd weer actief? systeem is uitgegroeid tot een monitoringssysteem dat TNO werkt samen met partners aan nieuwe sport-, spel- blessures in achttien verschillende takken van sport en beweegconcepten. Zo ontwikkelde TNO: registreert. Het systeem analyseert welke blessures het • Make Me Move, een ‘speelstoep’ met oplichtende voorzitter 3 Adresgegevens TNO Kwaliteit van Leven 2301 CE Leiden meest voorkomen en geeft informatie over preventie en tegels. Kinderen spelen op deze moderne versie van behandeling van blessures. Hierdoor kan per sporttak een hinkelbaan een spel door met hun voeten de meer inzicht verkregen worden in de omvang, kenmer- oplichtende tegels te bedienen. ken en medische behandeling van sportblessures met • Met Cool Movez trainen kinderen thuis op een als doel het terugdringen van sportblessures in Neder- dansmat voor een virtuele danswedstrijd. Zij nemen land. In 2010 heeft TNO zich gericht op het registre- deel door gebruik te maken van moderne middelen ren van blessures bij korfbal en zaalvoetbal. Tevens is als MSN messenger, een online community en een onderzoek verricht naar het effect van ondergrond op smartphone applicatie. het ontstaan van tennisblessures. Ten slotte zijn in het seizoen 2009-2010 blessures in het betaald voetbal Onderzoekslijn 4: Bewegen en Arbeid geregistreerd. Op het gebied van bewegen en arbeid is voor bedrijven de zogenaamde Leefstijlscan ontwikkeld waarbij Onderzoekslijn 2: Interventies werknemers adviezen op maat krijgen over hun leefstijl Een aantal groepen in de samenleving beweegt bedui- en het management adviezen krijgt over de verdere dend minder dan de gemiddelde Nederlander, zoals bij- ontwikkeling van leefstijlbeleid. Met ROI-fit© kan het voorbeeld chronisch zieken. Terwijl voldoende bewegen rendement van acht verschillende vormen van bewe- juist een gunstig effect heeft op de functionele gevolgen gingsstimulering in het bedrijf worden bekeken. Ook van de ziekte. Het verbeteren van de conditie bij fragiele wordt onderzoek gedaan naar het belang, de (kosten) patiënten voorafgaand aan een grote hartoperatie zorgt effectiviteit en succesfactoren van implementatie van zelfs voor een afname van morbiditeit en mortaliteit. bedrijfsbewegingsprogramma’s, zoals fietsen naar het werk en lunchwandelen. Tenslotte is het kwantificeren Patiënten met een chronische ziekte zien er vaak vanaf van bewegingsarmoede op het werk zelf en de gevolgen om te sporten. Het geeft soms acute klachten of leidt daarvan voor de werkprestatie alsmede het ontwikkelen tot een toename van de benauwdheid. Meer bewegen van oplossingen hiervoor een belangrijk aandachtspunt. kan op de langere termijn juist een gunstig effect heb- Voor de doelgroep werknemers worden diverse vormen ben op het beloop van de ziekte. TNO maakt speciale van bewegingsstimulering binnen het bedrijf geëvalu- beweegprogramma’s voor patiënten met long- of hart- eerd, zoals bedrijfsfitness, fietsen-naar-het-werk en het aandoeningen, diabetes, artrose en botontkalking. Met concept ‘bedrijfssport’ van Sport en Zaken. ondersteuning van een fysiotherapeut traint de patiënt zijn conditie en functionaliteit waardoor hij minder last Samenstelling bestuur heeft van zijn aandoening. De TNO Raad van Bestuur is belast met het besturen van de organisatie en heeft alle bevoegdheden, voor 118 Ook evalueert TNO bestaande programma’s op kostenef- zover die niet bij of krachtens de TNO-wet aan andere fectiviteit. Een voorbeeld hiervan is het onderzoek naar organen is opgedragen. Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 119 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 VFBV VSG Vereniging van Fysiotherapeuten binnen het Betaald Voetbal Vereniging Sport en Gemeenten 3 Frank van Deursen ‘Samen sterk voor lokale sport’ De Vereniging van Fysiotherapeuten binnen het Betaald De VFBV organiseert regelmatig themamiddagen en na- Voetbal (VFBV) is opgericht in 1993. Het bestuur van de scholingen voor haar leden. Vaak worden deze nascho- vereniging bestaat uit 5 personen en aanmelden als lid lingen gehouden op het KNVB-sportcentrum in Zeist, Vereniging Sport en Gemeenten zet zich in voor sport op kan via de website of telefonisch via het secretariaat. maar ook externe accommodaties zijn in het verleden lokaal niveau. De belangen van gemeenten staan hierbij regelmatig bezocht. centraal. Sport is een beleidsterrein waaraan de gemeen- Vereniging Sport en Gemeenten behartigt de belan- ten autonoom zonder nadere wet- en regelgeving inhoud gen van werkgevers en exploitanten van de publiek kunnen en mogen geven. Vanuit sport wordt bekeken in toegankelijke zwembaden. Bijna alle gemeentelijke hoeverre aangrenzende beleidsterreinen als onderwijs, zwembaden en een groot aantal particuliere baden recreatie, jeugd, gezondheid en dergelijke de sport kun- zijn bij Vereniging Sport en Gemeenten aangesloten. nen versterken. Vereniging Sport en Gemeenten vormt samen met Een groot aantal lokale bestuurders en ambtenaren is als brancheorganisatie RECRON en de KNZB het bestuur vrijwilliger betrokken bij Vereniging Sport en Gemeenten. van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ. Doelstelling • Het bevorderen van een betere rechtspositie van fysiotherapeuten binnen BVO’s. • Het ontwikkelen van kennis en kunde van de sportfysiotherapie binnen het betaald voetbal. • Vraagbaak zijn voor alle leden. Samenstelling bestuur Voorzitter Rinus Louwers (fysiotherapeut VVV) Marc van Ingh Penningmeester (fysiotherapeut Helmond sport) Secretaris Raymond Meyer Het lidmaatschap van de vereniging staat open voor (fysiotherapeut KNVB) fysiotherapeuten die werkzaam zijn bij een betaald voet- Frank van Deursen bal organisatie. Het lidmaatschap is uitgesloten voor (fysiotherapeut afc Ajax) personen die wel voetballers onder behandeling heb- Hans Wiltenburg ben, maar die niet als fysiotherapeut bij een (fysiotherapeut Roda JC) meenten.nl ondersteunen de kennismakelaarsfunctie van Vereniging Sport en Gemeenten. •Brancheorganisatie voor de zwembaden Deze vrijwilligers zijn actief bij de vele activiteiten die Algemene Zaken Algemene Zaken door Vereniging Sport en Gemeenten worden uitgevoerd. Samenstelling bestuur Van regionale wethoudersdebatten tot ambtelijke kwali- Voorzittersfunctie is vacant teitskringen of van landelijke werkconferenties tot door Mervyn Stegers afdelingen georganiseerde buitenlandse werkbezoeken. Burgemeester Tubbergen vice-voorzitter vice-voorzitter Paul Depla, BVO werken. Adresgegevens Vereniging Sport en Gemeenten werkt via vier strategische pijlers: Burgemeester Heerlen penningmeester Ad van Oirschot Rol van de organisatie VFBV Het ontwikkelen van de sportfysiotherapie binnen het T.a.v. Raymond Meyer betaald voetbal. Woudenbergseweg 56 (Sport medisch centrum KNVB) Als belangenbehartiger voor de lokale sport streeft Pieter Bax, directeur sportbedrijf Tilburg Verbeteren van de rechtspositie van BVO fysiotherapeuten. 3707 HX Zeist Vereniging Sport en Gemeenten naar een volwaardige portefeuille zwembaden Door het organiseren van “op maat gesneden” con- T 0343-499127 vertegenwoordiging namens de Nederlandse gemeen- Klaas Tigelaar, Burgemeester Oud-Beijerland gressen, cursussen, studiemiddagen en lezingen wil de E [email protected] ten op het terrein van de sport op een kwalitatief (afgevaardigd uit afdeling West) vereniging het kennisniveau van de fysiotherapeut die W www.VFBV.nl hoogwaardige manier. Roelof Stäbler, wethouder Hoogezand –Sappemeer •Beleids- en vakinhoudelijke belangenbehartiger lid lid lid (afgevaardigd uit afdeling Noord) werkzaam is in het betaald voetbal up to date houden en verbeteren. Hoofd gemeentelijk sportbedrijf Arnhem •Platform voor ontmoeting en kennisuitwisseling Jaap Verkroost, wethouder Maarssen De bijeenkomsten, congressen en expertmeetings die (afgevaardigd uit afdeling Oost) Vereniging Sport en Gemeenten organiseert, zijn be- Leo Schoots, voormalig burgemeester Cuijk doeld om overheden onderling, overheid en bedrijfsle- (afgevaardigd uit afdeling Zuid) lid lid ven en bedrijven onderling de mogelijkheid te bieden tot ontmoeting en kennisuitwisseling. Adresgegevens Vereniging Sport en Gemeenten •Kennismakelaar en vraagbaak voor leden 120 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Pastoor Bruggemanlaan 33 Vereniging Sport en Gemeenten is sinds vele jaren 6861 GR Oosterbeek kennismakelaar en vraagbaak voor haar leden. De T 026-3396410 vragen kennen een grote variëteit. Het kennisplein en E [email protected] de digitale bibliotheek op de website www.sportenge- W www.sportengemeenten.nl Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 121 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 VSG • Tenslotte werkt de onduidelijke en onzekere positie Vereniging voor Sportgeneeskunde 3 Wetenschap van de sportgeneeskunde belemmerend voor artsen Onder de noemer wetenschap heeft de VSG zich dit jaar om zich als sportarts te specialiseren. Dit draagt bij beziggehouden met de ontwikkeling van een werkwijze aan de onzekere toekomst van de sportgeneeskunde. voor KennisTransfer Sportgezondheidszorg (KTS). Voor meer informatie hierover zie paragraaf 4.6. Het ontbreken van de medisch specialistische erkenning Samenstelling bestuur sportgeneeskunde in het zorgstelsel. De huidige erken- Drs. R.J.A. Visser voorzitter a.i., sportarts secretaris/penningmeester, sportarts De Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG) is in 1965 Hieronder volgt een korte samenvatting van de speerpun- ning als sociaal geneeskundig specialisme is daartoe Drs. A.J.M. Brons opgericht door een aantal voortrekkers uit andere medi- ten waarmee de VSG zich in 2010 heeft bezig gehouden. onvoldoende, met als gevolg: Drs. A. van Essen • het ontbreken van adequate bekostiging middels de Drs. R.J.A. Visser sche disciplines, waaronder de cardiologie en de orthopedie. Vanaf deze tijd is er steeds aan kennisverbreding Beroepsbelangen gewerkt door het organiseren van applicatiecursussen Het feit dat de sportgeneeskunde tot op heden niet sportgeneeskunde en het opzetten van sportmedische erkend is als medisch specialisme heeft een aantal on- adviescentra (SMA’s) door heel Nederland. Als vervolg gewenste consequenties. hierop heeft de VSG zich ook hard gemaakt voor het • Ten eerste ontberen veel (aspirant) sporters, kwalita- DBC-systematiek van diagnostiek en/of curatie; • het niet gefinancierd zijn van de opleiding tot sportarts via het Opleidingsfonds; • het niet of nauwelijks gebruik kunnen maken van voorzieningen voor kwaliteitsverbetering en -borging sportarts, taakgebied kwaliteit sportarts, taakgebied beroepsbelangen sportarts, taakgebied wetenschap Vacant Drs. M. Inklaar sportarts in opl., vertegenw. Juniorkamer Dr. P.J. Senden cardioloog Drs. H. van der Hoeven orthopedisch chirurg Drs. H.B.A. van de Sande verankeren van het vak sportgeneeskunde binnen de tief gezien, optimale zorg. Sportgeneeskundige zorg gezondheidszorgstructuur, waarbij de sportgeneeskunde is slecht toegankelijk voor (aspirant) sporters omdat is ondergebracht bij de sociale geneeskunde. sportgeneeskunde niet in het basispakket zit van de Er is een Taskforce Erkenning ingericht om het indienen Vereniging voor Sportgeneeskunde zorgverzekering. van een mogelijke erkenningsaanvraag van sportgenees- Postbus 52 Vanaf haar ontstaan heeft de VSG steeds het doel voor Adresgegevens kunde als medisch specialisme voor te bereiden. Deze 3720 AB BILTHOVEN mogelijkheden om in te spelen op nieuwe ontwikke- Taskforce heeft in 2010 contacten gelegd met beroeps- Professor Bronkhorstlaan 10 eerste verdieping voor sportartsen en andere artsen die geïnteresseerd lingen, simpelweg omdat de sportgeneeskunde ‘niet verenigingen, met de sport, met maatschappelijke orga- Gebouw 60 zijn in de sportgeneeskunde. De VSG kent op dit mo- aan tafel zit’. Zolang de sportgeneeskunde niet geïn- nisaties, met hogescholen, met Raden van bestuur en 3723 MB BILTHOVEN ment 431 leden, waaronder 113 sportartsen, 34 sport- tegreerd is in het zorgstelsel, wordt de sportarts bij met de politiek om zoveel mogelijk draagvlak te creëren T 030-2252290 artsen in opleiding en 11 sportartsen niet praktiserend. nieuwe ontwikkelingen vaak over het hoofd gezien. voor het indienen van een mogelijke erkenningsvraag. F 030-2252498 • Ten tweede heeft de sportgeneeskunde minder Daarnaast is binnen de beroepsgroep het initiatief geno- E [email protected] geneeskundige en/of medisch specialist met een grote geneeskundige afdeling te maken met financiële men om met elkaar eensgezindheid te bereiken over de W www.sportgeneeskunde.com affiniteit dan wel deskundigheid op het gebied van de rompslomp die grotendeels verholpen zou zijn als waarde van het eigen vak en alle sportartsen te mobili- sportgeneeskunde. Daarmee is de VSG een omnivereni- de sportgeneeskunde als medisch specialisme is seren die waarde naar externen succesvol uit te dragen. erkend. Op deze manier probeert de sportgeneeskunde te wer- ging voor artsen te noemen, ongeacht hun specifieke werksetting, opleiding en/of specialisme. De VSG is toe- • Ten derde hebben ziekenhuizen met een sport- • Ten vierde wordt de verdere wetenschappelijke ont- ken aan een betere positionering en profilering van de gankelijk voor artsen die de Basiscursus Sportgenees- wikkeling belemmerd. Het meedingen naar subsidies sportgeneeskunde waardoor de kans op het verwerven kunde hebben gevolgd en voor geregistreerde Belgische van fondsen die aan erkende medisch specialismen van een herkenbare en erkende plek binnen de gezond- sportartsen. Het bestuur van de VSG bestaat uit een zijn gekoppeld (zoals het Annafonds) wordt bemoei- heidszorg wordt vergroot. sportarts als voorzitter, een drietal andere sportartsen lijkt door het niet erkend zijn van de sportgenees- en een vertegenwoordiger van de juniorkamer, versterkt kunde. Daardoor is de continuïteit van het weten- Kwaliteit met vertegenwoordigers vanuit de disciplines cardiolo- schappelijk onderzoek niet verzekerd omdat de Op het gebied van kwaliteit heeft de VSG onder andere tijdelijke stimuleringsimpuls in 2010 afloopt. gewerkt aan de ontwikkeling van een complicatieregi- gie, orthopedie en huisartsgeneeskunde. Binnen de VSG zijn diverse commissies en werkgroepen • Ten vijfde is ook de kwaliteit van de sportgenees- stratie, het voorbereiden van pilots in het kader van werkzaam die een bijdrage leveren aan het beleid van kunde in de toekomst niet geborgd (door het ont- kwaliteitsvisitatie, de ontwikkeling van een elektronisch de vereniging. Zo zijn er commissies/werkgroepen die breken van financiering) omdat de sportgeneeskun- patiëntendossier voor sportmedische begeleiding en de zich bezighouden met de behartiging van de beroeps- de niet volwaardig in het zorgstelsel is opgenomen. ontwikkeling van cursussen voor huisartsen, jeugdart- belangen van de sportartsen, maar ook met de kwa- Weliswaar worden het sportgeneeskundige kwali- sen, trainers/coaches, praktijkondersteuners huisartsen, liteitsverbetering binnen de sportgeneeskunde en het teitsbeleid en de opleiding op dit moment apart doktersassistenten en ‘physician assistants’. versterken en bevorderen van het kennisdomein van de gesubsidieerd, maar dat biedt geen garanties voor sportgeneeskunde. de toekomst. Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 huisarts (Centraal Begeleiding Orgaan). ogen gehad om de wetenschappelijke vereniging te zijn Verder zijn de leden huisartsgeneeskundige, sociaal- 122 vormt een belemmering voor het verankeren van de Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 123 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 VSN format. Tevens is er een nieuwe informatiebrochure in Adresgegevens ditzelfde format uitgekomen over de sportdiëtist. Vereniging Sportdiëtetiek Nederland (VSN) Vereniging Sportdiëtetiek Nederland Samenstelling bestuur Floris Wardenaar Floris Wardenaar voorzitter 8016 GG Zwolle Yvonne Klomp secretaris E [email protected] Geertje Becker penningmeester W www.sportdietetiek.nl Anja van Geel algemeen bestuurslid (ontwikkeling) 3 Yvonne Klomp, secretaris De Vereniging Sportdiëtetiek Nederland (VSN) komt Als snel groeiende organisatie bepaald VSN op dit mo- voort uit het Netwerk Sportdiëtetiek. Het netwerk had ment wat haar visie en missie is voor de lange termijn. als doelstelling de kwaliteit van het vakgebied te ver- Centraal zullen hierin de twee oorspronkelijke doelstel- beteren als ook het op de kaart zetten van voeding als lingen staan. prestatiebepalende factor. Mede om die laatste reden is Rol binnen de sportgeneeskunde/sportgezondheidszorg veel contact gezocht met het NOC*NSF. Ook de perikelen Er zijn verschillende vormen van uitwisselen van kennis rondom doping en het gebruik van voedingssupplemen- en informatie op het gebied van sportvoeding. Hierbij ten heeft op een gegeven moment het NOC*NSF doen kan onderscheid worden gemaakt tussen het uitwisse- besluiten op structurele basis voeding en voedingsbe- len van kennis binnen de beroepsgroep (intern) en het geleiding in te bouwen in de Nederlandse topsport. Dat uitwisselen van kennis richting sporters en begeleiders heeft vooral zijn vlucht genomen in aanloop naar de (extern). Olympische Spelen van Athene waarin een groot onder- Een aantal leden van de VSN is betrokken als lid van zoek is gedaan naar de voedingsinname van Nederland- het voedingsexpertteam van NOC*NSF. Dit team heeft se topsporters en onderzocht is op welke manier het als taak het NOC*NSF te adviseren over voedingsvraag- meest doelmatig en doeltreffend voedingsbegeleiding stukken. Daarnaast was de begeleiding van Olympische plaats kon vinden. Dit project is uitgevoerd in samen- topsporters in de afgelopen 10 jaren in handen van werking met het netwerk en de HAN. leden van dit expertteam. Een nieuwe ontwikkeling is Inmiddels was het netwerk Sportdiëtetiek door de Neder- dat leden van de VSN betrokken zijn bij de voedings- landse Vereniging voor Diëtisten (NVD) erkend als netwerk begeleiding in de verschillende Centra voor Topsport en met een specifieke deskundigheid. Bij de operationalise- Onderwijs (CTO’s). Hierdoor worden meer sportdiëtisten ring van het ontwikkelde beleid en de gekozen strategie in staat gesteld om te werken in de topsport. Bea van der Mei Van Middachtenmarke 24 algemeen bestuurslid (kwaliteitszorg) werd duidelijk dat niet een netwerk, maar een vereniging de meest voor de hand liggende organisatievorm was. Projecten en activiteiten Sinds de oprichting van VSN in 2004 is deze uitgegroeid De VSN fungeert als platvorm voor de beroepsgroep van tot een vereniging met meer dan 100 leden die gerech- sportdiëtisten. Jaarlijks worden minimaal twee landelijke tigd zijn de geregistreerde merknaam sportdiëtist VSN te bijeenkomsten georganiseerd waar leden in de gelegen- voeren. Een deel hiervan is SCAS gecertificeerd, op ba- heid zijn met elkaar in contact te komen. Op regionaal sis waarvan deze leden aantonen dat zij actief bezig zijn niveau vindt intervisie plaats. met het verbeteren van de kwaliteit van de behandeling De VSN beschikt over een goed werkzame website, deze binnen de context van sportdiëtetiek. website geldt als uithangbord voor de VSN. Geïnteresseerden vinden er informatie over de sportdiëtist en de Doelstelling en missie VSN. Daarnaast kunnen bezoekers via de site op zoek Op dit moment zijn er twee doelstellingen: gaan naar een sportdiëtist bij hen in de regio. Op dit mo- •het uitwisselen van kennis en informatie tussen ment zijn er gemiddeld 300 unieke bezoekers per dag. sportdiëtisten en het profileren van de sportdiëte- Het adressenbestand van leden wordt ook verstrekt aan tiek, vooral bij sporters en hun begeleiders; Sportzorg, de organisatie van beroepen die betrokken •het verrichten van alle verdere handelingen, die met 124 zijn bij zorg en hulpverlening in de sport. vorenstaande in de ruimste zin verband houden of Sinds 2008 zijn er verschillende factsheets voor klan- daartoe bevorderlijk kunnen zijn. ten verschenen o.a. over vocht en herstel in een VSN Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 125 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 VSPN Samenstelling bestuur Vereniging SportPsychologie Nederland Pascal de Wijngaert Rico Schuijers Edith Rozendaal De Vereniging voor Sportpsychologie in Nederland werd middel van een artikel een bijdrage kunnen leveren. op 7 oktober 1989 in Amsterdam opgericht. Er bestaan reeds samenwerkingsverbanden met het 3 Adresgegevens voorzitter Vereniging SportPsychologie Nederland secretaris Landstraat 66 penningmeester 1814 BG Alkmaar Vana Hutter lid E [email protected] Stéphanie Kuiper lid W www.vspn.nl Karin de Bruin lid Simone van Sweden lid Nederlands Instituut van Psychologen (NIP), het NederDoelstelling lands Olympisch Comité en de Nederlandse Sport Fede- Haar belangrijkste doel is de ontwikkeling van de sport- ratie (NOC*NSF) en de Vlaamse Vereniging voor Sport- psychologie in Nederland te stimuleren, met name het psychologie (VVSP). De VSPN is lid van de Féderation bevorderen van wetenschappelijk onderzoek op het Européenne de Psychologie des Sports et des Activités terrein van de sportpsychologie en de professionalise- Corporelles (FEPSAC). ring van de toepassing van psychologische kennis in de praktijk krijgen bijzondere aandacht. Daartoe is o.a. Projecten in 2004 een accreditatiesysteem in het leven geroepen De VSPN heeft samen met de Vrije Universiteit een met bijbehorend register voor praktijksportpsychologen, opleidingstraject uitgestippeld voor de titel Sportpsy- docent sportpsychologen en sportpsycholoog-onder- choloog VSPN® en de vakorganisatie heeft hiermee zoekers. Daarnaast is de postacademische opleiding tot het woordmerk laten registreren. In 2009 is de tweede praktijksportpsycholoog in 2007 van start is gegaan. De lichting van start gegaan binnen de 2-jarige postacade- VSPN is verantwoordelijk voor het verstrekken dan wel mische opleiding. intrekken van accreditaties en draagt op deze manier bij De geaccrediteerde sportpsycholoog neemt deel aan aan kwaliteitsverbetering en –monitoring in het vakge- intervisie. De eisen van de intervisie komen overeen met bied. die zoals gesteld zijn aan de psychologenpraktijken van de leden van het NIP (Nederlands Instituut van Psycho- Missie logen). De eisen zijn opgenomen in de Gedragscode Voortdurende aandacht wordt geschonken aan het op- voor leden van de VSPN. of bijstellen van opleidingsrichtlijnen op het gebied van Met name de gedragscode die de VSPN voorschrijft de sportpsychologie, aan het tot stand brengen en on- spreekt NOC*NSF aan. Kort gezegd komt die gedragsco- derhouden van contacten met verenigingen voor sport- de erop neer dat sportpsychologen sporter gericht zijn, psychologie in het buitenland en aan het adviseren van coach gestuurd, in de coulissen blijven, geen successen de georganiseerde sport en overheid ten aanzien van de claimen en evidence based werken, dus met methoden sportpsychologie. die berusten op wetenschappelijk onderzoek. Rol van de VSPN binnen de sportgezondheidszorg De VSPN organiseert studie- en intervisiebijeenkomsten, symposia en congressen. Hierbij staat de uitwisseling van specifieke sportpsychologische kennis voorop. Deze kennis heeft betrekking op zowel de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek als op de sportpsychologische praktijk. Het ‘sportpsychologie bulletin’ wordt uitgegeven door de VU Amsterdam, waaraan de leden van de VSPN door 126 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 127 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 Feiten en ontwikkelingen 2010 VvBN WBVS Vereniging voor Bewegingswetenschappen Nederland Werkgroep VRA Bewegen en Sport Kenneth Meijer Rienk Dekker De VvBN bestaat vanaf 1 januari 2002 en komt voort In maart wordt het jaarlijkse VvBN symposium ge- De WVBS is een in 2007 opgerichte werkgroep van de uit een fusie tussen de Nederlandse Vereniging voor houden, waar prominente onderzoekers hun nieuwste Vereniging voor Revalidatieartsen (VRA) die zich be- Bewegingswetenschappen (NVB), de Vereniging voor bevindingen aan een breed publiek voorleggen en waar zighoudt met alle aspecten die betrekking hebben op Inspanningsfysiologie (VIF) en de Bewegingswetenschap- de proefschriftprijs wordt uitgereikt voor het beste patiëntenzorg, wetenschappelijk onderzoek, onderwijs pen Arbokring (BW-Arbokring). De VvBN is een landelijk proefschrift van het voorgaande jaar. Tevens wordt de en opleiding, op het gebied van het thema bewegen georiënteerde vereniging die een voortrekkersrol vervult algemene ledenvergadering tijdens het symposium ge- en sportbeoefening vanuit revalidatiegeneeskundig bij het uitdragen van de Bewegingswetenschappen in houden. perspectief. Leden zijn revalidatieartsen, aios-Revalida- organisatie, externe instanties in Nederland, maar tiegeneeskunde, bewegingswetenschappers en andere ook daar buiten op het gebied van revalidatiege- Nederland. Door de prominente positie en de vele acti- op organisatorisch gebied; •het ondersteunen en stimuleren van onderwijs- en opleidingsmomenten op het gebied van revalidatiegeneeskunde, bewegen en sport; •het stimuleren van contacten met de eigen beroeps- De vereniging hecht grote waarde aan het bevorderen ruim 600 leden. Naast het bestuur is een aantal uitste- van onderzoek bij startende bewegingswetenschappers, kend opererende commissies actief dat zich op vrijwil- daarom organiseert zij ieder jaar een studentendag bij De missie van de WVBS is tweeledig: gebied sport en handicap, minimaal eenmaal per lige basis voor de vereniging inzet. één van de bewegingswetenschappenopleidingen in den •iedere patiënt die een (poli)klinische revalidatiebehan- twee jaar; lande. Tijdens deze dag presenteren studenten beweDe doelstelling van de VvBN is het bevorderen van ken- gingswetenschappen hun wetenschappelijke werk en nisuitwisseling en ondersteunen van onderzoek op het strijden zij om de VvBN studentenprijs. neeskunde, bewegen en sport; •het organiseren van een congres op het aandachts- deling ondergaat, krijgt een beweeg- en sportadvies •in revalidatiegeneeskundige behandelingen worden, nog meer dan nu al het geval is, inspanningsfysiolo- gebied van bewegingswetenschappen en dienstverle- •het aanwenden van alle andere wettige middelen welke voor het bereiken van het gestelde doel nuttig of nodig worden geacht. gische principes ingepast. ning ten behoeve van de leden van de vereniging. Twee Samenstelling bestuur keer per jaar geeft de VvBN de Moving Matters uit, een Dr. Kenneth Meijer De doelstelling van de werkgroep betreft daarmee het Rol van de organisatie binnen de sportgeneeskunde/ voorzitter verbeteren van kwaliteit en kennis van het revalidatiege- sportgezondheidszorg magazine met nieuws en wetenswaardigheden uit de Drs. Melvin Kantebeen secretaris neeskundig handelen door de toepassing te stimuleren De WVBS heeft het mandaat van de wetenschappelijke bewegingswetenschappen. Drs. Helco van Keeken penningmeester van de principes van bewegen en sportbeoefening bin- beroepsvereniging (VRA) om op het gebied van sport, nen de revalidatiegeneeskunde. bewegen en (motorische) handicap aanspreekpunt te De vertaalslag van recente wetenschappelijke bevindin- Dr. Karin Proper gen naar praktische toepassingen in het werkveld staat Dr. Rouwen Cañal Bruland De werkgroep tracht haar doel te bereiken door: de revalidatiegeneeskunde zelf als daarbuiten. Intensief hoog in het vaandel. Hiertoe zijn diverse commissies Dr. Nathalie Donders •het uitdragen en stimuleren van de specifieke ex- wordt daarbij samen gewerkt met Gehandicaptensport Dr. Tinus Jongert actief. Een aantal interessegroepen (arbeid, bewegen en gezondheid en revalidatie) organiseren elk eens per drie Adresgegevens maanden een openbare thema-avond waar de meest re- E [email protected] cente ontwikkelingen op tal van bewegingswetenschap- W www.bewegingswetenschappen.org pelijke terreinen levendig bediscussieerd worden. zijn voor alle betreffende vraagstukken, zowel vanuit pertise op het gebied van bewegen en sport, zowel Nederland en in toenemende mate met het NOC*NSF, binnen de VRA als daarbuiten, waarbij zij zich ook Revalidatie Nederland, de VSG en met veel sportartsen expliciet richt op de samenwerking met sportartsen; op persoonlijke titel. •het stimuleren van het opnemen van de principes van bewegen en sport in de reguliere revalidatiege- Projecten neeskundige behandeling; De WVBS vergadert vier keer per jaar. Tijdens deze bij- •het stimuleren van de samenwerking tussen per- Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 eenkomsten worden, naast een huishoudelijk gedeelte, sonen en instellingen, die zich met revalidatiege- één of twee inhoudelijke onderwerpen door uitgeno- neeskunde, bewegen en sport bezig houden zoals digde sprekers behandeld. bijvoorbeeld de VSG, de NOC*NSF en Gehandicap- In 2010 werden de volgende onderwerpen behandeld: tensport Nederland; •februari 2010 : Presentatie onderzoekslijn Eras- •het bevorderen van samenwerking bij het verrichten 128 •het uitwisselen van ervaringen en ideeën per regio viteiten groeit de vereniging snel en heeft zij momenteel belangstellenden. 3 mus MC, afdeling revalidatie aangaande bewegen van wetenschappelijk onderzoek op het gebied van bij mensen met een handicap of chronische ziekte, Revalidatiegeneeskunde, bewegen en sport; MOVEFIT genaamd; Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 129 3 Feiten en ontwikkelingen 2010 •mei 2010: Inspanningsonderzoek methoden en interpretatie bij amputatiepatiënten; •september 2010: Samenwerking revalidatiearts en sportarts: voorbeelden uit vier praktijken; •december 2010: Wetenschappelijk onderzoek sport, bewegen en handicap: vorderingen op het vlak van De leden van de WVBS participeren ook in 2010, namens de werkgroep, in voor het aandachtsgebied relevante commissies / werkgroepen en organisaties (zoals bijvoorbeeld Gehandicaptensport Nederland, VSG: Kennis Transfer Sportgeneeskunde, ISPO, IPC) in binnen- en buitenland. spierdystrofie en amputatie. Samenstelling bestuur De WVBS ontwikkelt, onderhoudt en bouwt ook in 2010 Dr. Rienk Dekker voorzitter een landelijk dekkend netwerk verder uit van revalida- Drs. Peter van Leeuwen secretaris tieartsen die per regio aanspreekpunt zijn voor specifie- Drs. Anke Verlouw ke revalidatiegeneeskundige vragen met betrekking tot het aandachtsgebied, onder andere op het vlak van de Adresgegevens samenwerking met sportartsen. Werkgroep VRA Bewegen en Sport (WVBS) RC Blixembosch De WVBS ontwikkelt en onderhoudt een kennis- en ex- Postbus 1355 pertisesysteem ten aanzien van haar aandachtsgebied, 5602 BJ Eindhoven onderverdeeld in de aspecten patiëntenzorg, onderwijs, T 040-2642742 opleiding en wetenschappelijk onderzoek. Hierbij wordt E [email protected] nauw samengewerkt met de VSG en Gehandicaptensport W www.revalidatiegeneeskunde.nl Nederland, in de vorm van het opzetten van een Kennis Transfer Sportgezondheidszorg (KTS) ten behoeve van Sport, Bewegen en Handicap en in 2010 zijn hiertoe duidelijke stappen voorwaarts gezet. De WVBS heeft op 20 augustus 2010 een goed bezocht internationaal wetenschappelijk symposium georganiseerd met als onderwerp: “WK zwemmen 2010” rond de wereldkampioenschappen Zwemmen voor gehandicapten. Tijdens de VSG-dagen in november 2010 zijn door de leden van de WVBS diverse voordrachten ingevuld, onder andere tijdens de workshop: ““de paralympische gedachte: op weg naar 2028. Welke rol is er voor sporten revalidatiegeneeskunde?” 130 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 penningmeester Wetenschap en onderwijs 4 Hoofdstuk 4 Wetenschap en onderwijs Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 131 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs 4.1 Inleiding Voor het versterken en verankeren van de onderzoeks- betere verzameling en grotere toegankelijkheid van infrastructuur heeft ZonMw aan vier academische centra gegevens/kennis. (UMC Groningen, VUmc Amsterdam, UMC Utrecht en UMC Maastricht) twee keer voor een totale periode van zes jaar financiering beschikbaar gesteld. Deze academische 4 5. Versterking van deskundigheid in de sector om de opbrengsten van onderzoek beter te gebruiken. 6. Een beperkt aantal krachtige inhoudelijke onder- centra hebben zich verenigd in het Landelijk Overleg zoekslijnen die de aankomende jaren nader aandacht SportgezondheidsOnderzoek (LOSO). In 2009 heeft verdienen. het multidisciplinaire onderzoeksinstituut Musculoskeletal Science Center (MUSC) van het Erasmus Medisch Sectorplan Sportonderzoek en –onderwijs 2011-2016 Centrum Rotterdam zich bij het LOSO aangesloten. Voor In opdracht van het Ministerie van OCW en in samen- het vergroten van kennis over de positieve en negatieve werking met het Ministerie van VWS, heeft NOC*NSF de In 2003 heeft ZonMw in opdracht van het ministerie van Het programma Sport, Bewegen en Gezondheid, beoogt: aspecten van sport en bewegen zijn binnen de kaders regie gevoerd op de totstandkoming van het sectorplan VWS het programma Sport, Bewegen en Gezondheid 1. het versterken en verankeren van de onderzoeksinfra- van het programma in totaal vijftien projecten gehono- Sportonderzoek en –onderwijs. Universiteiten, hogescho- reerd. De resultaten van de projecten komen vanaf 2009 len, onderzoeksinstituten, sportorganisaties, sportkoepels tot en met 2011 beschikbaar voor implementatie. In het en een aantal andere stakeholders uit de sector sport- kader van kennistransfer stimuleert ZonMw met behulp onderzoek en -onderwijs hebben in twee interactieve (SBG) ontwikkeld. Het programma is onder andere gebaseerd op het Advies Onderzoek Sportgezondheidszorg, sport en bewegen van de Raad voor Gezondheidsonder- structuur; 2. het vergroten van kennis op een aantal specifieke thema’s; van verspreiding en implementatie de verdere toepassing werkconferenties de mogelijkheid gehad mee te werken en gezondheid (2001), waarin tevens een reactie op het voorwaarden voor de implementatie van onderzoeks- van resultaten. aan de invulling van het plan. Het sectorplan volgt de RGO-advies is opgenomen en een veldraadpleging. resultaten. In de volgende paragrafen zijn onder andere de ZonMw- vijf thema’s van het overheidsbeleid (Talentvol Nederland, gesubsidieerde projecten opgenomen. Meedoen in Nederland, Vitaal Nederland, Nederland in zoek (RGO) uit 2001 en de regeringsnota Sport, bewegen 3. het bevorderen van kennistransfer en het creëren van ZonMw werkt aan de verbetering van preventie, zorg Beeld, Nederland op de kaart), aangevuld met een zesde en gezondheid door het stimuleren en financieren van Deze doelstellingen hebben betrekking op drie aandachts- onderzoek, ontwikkeling en implementatie. Het is een gebieden en de eerste twee aandachtsgebieden zijn ge- Kennisagenda Sport 2011-2016 thema ‘Ondersteuning studie Topsporters’. Binnen de intermediaire organisatie die staat voor kennisvermeer- richt op het vergroten van de gezondheidswinst van sport Het Ministerie van VWS heeft in november 2009 ZonMw vijf onderzoeksgerelateerde thema’s is het doel om het dering en vernieuwing van de gezondheidszorg en het en bewegen, het derde aandachtsgebied gaat om het be- en het Mulier Instituut opdracht gegeven tot het verrich- sportonderzoek en –onderwijs naar Olympisch Niveau gezondheidsonderzoek. ZonMw bestrijkt het hele spec- perken van de gezondheidsrisico’s van sport en bewegen. ten van een verkenningsstudie Sportonderzoek. Jaarlijks te brengen. Het thema ‘Ondersteuning studie topspor- trum van fundamenteel gezondheidsonderzoek tot en met De aandachtsgebieden zijn de volgende. investeren de lokale en nationale overheden ongeveer ters’, streeft ernaar het ook voor topsporters en talenten de praktijk van de gezondheidszorg. Als schakel tussen 1. Preventie door sport en bewegen. Er is al veel bekend een miljard euro in de sport. Slechts enkele tienden van mogelijk te maken om een opleiding te volgen. Het plan maatschappij en wetenschap stimuleert ZonMw kennis en over het effect van sport en bewegen op de bevorde- een procent daarvan wordt besteed aan onderzoek en is opgezet als een strategisch programma 2011-2016 voor vernieuwingsprojecten en de bruikbaarheid daarvan voor ring van de gezondheid en de preventie van ziekten. onderbouwing van beleid. Het is de vraag of dat zin- sport en onderwijs en –onderzoek met een onderbouwd de praktijk. De meeste Nederlanders bewegen niet voldoende. vol wordt besteed en of deze investeringen nog steeds investeringsplan. Een strategisch programma is een tijde- Voor dit aandachtsgebied richt het programma zich op kloppen met nieuwe prioriteiten in beleid en ontwikke- lijk geheel van samenhangende inspanningen om belang- specifieke doelgroepen (jongeren, lage SES groepen, lingen in de samenleving. Daar komt bij dat Nederland rijke en urgente doelen te realiseren en de noodzakelijke chronisch zieken). de ambitie heeft uitgesproken om na te gaan of ze de middelen te verwerven om dat voor elkaar te krijgen. Om Olympische Spelen in 2028 wil organiseren. Daarover wil de realisatie van het plan te bevorderen zal een program- Uitgangspunt voor ZonMw zijn vraagstukken op het gebied van gezondheid, preventie en zorg. Om die op te lossen is het nodig kennis te vergaren, een nieuwe 2. Behandeling met behulp van sport en bewegen. Dit aanpak te ontwikkelen en te beproeven, of implementatie houdt in de inzet van sport en bewegen bij behande- Nederland in 2016 een weloverwogen beslissing nemen. mabestuur worden ingericht. Taken van het programma- van een effectief gebleken aanpak te bevorderen. Daartoe ling van chronische aandoeningen en handicaps. Dat is een ambitie die veel enthousiasme kan losmaken, bestuur zijn bijvoorbeeld het bevorderen van de inhou- maar ook een stevige investering vraagt. Om verantwoord delijke verdieping van een (deel)plan, waar mogelijk en – het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport relateerde aandoeningen. De sportgeneeskunde is het te kunnen investeren, is kennis nodig: kennis die helpt zinnig plannen tot businesscases te (laten) ontwikkelen, (VWS) en de Nederlandse Organisatie voor Wetenschap- medisch specialisme dat zich richt op het bevorderen, om het te voeren beleid te onderbouwen. voorstellen te doen voor allianties tussen initiatieven en pelijk Onderzoek (NWO), maar soms ook andere organisa- waarborgen en herstellen van de gezondheid van De verkenningsstudie die is uitgevoerd heeft geresulteerd het zoeken naar financieringsmogelijkheden met betrok- ties – programma’s waarbinnen projecten worden gesubsi- deelnemers aan sport en sportieve activiteiten, waar- in de Kennisagenda Sport 2011-2016. Deze vraaggerichte ken partijen. dieerd en uitgevoerd. bij rekening gehouden wordt met de sportspecifieke agenda bevat handvatten om op deelterreinen onder- formuleert ZonMw in opdracht van haar opdrachtgevers 3. Sportgeneeskunde: preventie en curatie van sportge- belasting en belastbaarheid1. De sportarts richt zich, zoeksprogramma’s op te laten stellen. In de kennisagenda Het programma SBG verloopt in twee tranches. De eerste in samenwerking met bijvoorbeeld de sportorthopeed wordt geadviseerd om de komende jaren te investeren in: tranche is beëindigd (2004-2006), de tweede eindigt in en de sportfysiotherapeut, op de preventie en curatie 4. Verbetering van de kennisinfrastructuur op het terrein 2010. Het programma heeft een budget van in totaal 5,5 van sportgerelateerde aandoeningen zoals blessures, van sport en bewegen: betere programmering van het miljoen euro. vermoeidheidsklachten of verantwoorde sportbeoefe- onderzoek; beter beheer van bestaande gegevens; 1 Sport is Goed, Zorg moet; Sportmedisch beleidsplan 20022004, VSG en FSMI, 2002. ning bij chronische ziekte. 132 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 133 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs 4.2 Wetenschappelijk onderzoek Amputees en sport 4 pag Bragaru: Amputees and Sport: program development in order to increase amputee’s sport participation. 172 Simmelink: Het meten van de fysieke conditie bij patienten met een beenamputatie. 158 Beweegprogramma’s: zie trainingsprogramma’s Blessurepreventie pag Bredeweg: Wetenschappelijk onderzoek binnen sportmedische instellingen en partners van het Landelijk Overleg Sportgezondheidsonderzoek (LOSO) Groningen Novice Running (GRONORUN 2): effect van een 4-weeks preconditioning programma op running 141 related injury. Hieronder is een overzicht opgenomen van het onderzoek dat op dit moment wordt uitgevoerd binnen de sportme- Cardiologie en sport dische instellingen die zijn aangesloten bij de Federatie van Sportmedische Instellingen en door de partners van het Beus, de: Landelijk Overleg Sportgezondheidsonderzoek (LOSO). Voor het overige sportgeneeskundige onderzoek verwijzen wij Sportcor: landelijke registratie van plotselinge hartstilstand bij sporters. u naar www.sportgezondheidsonderzoek.nl. Panhuyzen: pag 162 Atriumfibrilleren bij sporters. Het overzicht begint met een index van het onderzoek gerangschikt op trefwoorden met de naam van de contact- Panhuyzen: persoon en de pagina waar het onderzoek in samenvatting is opgenomen. Bloeddrukwaarden bij sporters. De onderzoeken worden aansluitend op de index in drie categorieën gepresenteerd, te weten: Panhuyzen: 149 158 Preventieve cardiovasculaire screening bij sporters > 35 jaar: is dit zinvol? 161 • Sportletsels en aandoeningen Vliet, van der: • Inspanning(stest), training en prestatie Top&Fit programma Cardiovasculaire aandoeningen. 163 Chemotherapie en sport pag • Bewegen en gezondheid • Overige Schep: Achillespees-tendinopathie pag Schipper: Achillestendinopathie: toegevoegde waarde van ESWT. Diagnostiek en training bij oncologische patiënten na chemotherapie. 157 Chronisch Vermoeidheid Syndroom (CVS) pag Berkel, van: 145 CFS-ReAct: Chronic Fatigue Syndrome - ReActivation study. 155 COPD en sport pag Vos, de: PRICT-study: Platelet Rich Plasma injection in Chronic Achilles Tendinopathy. 147 Beekman: Addisson›s disease en sport pag Praet: Epinephrine response during exercise in Addison’s Disease. Reducing exacerbations in patients with COPD with physiotherapy. 170 Fastenau: 158 Physical Exercise Training Programme COPD in Primary Care. 171 Mesters: Adductorenletsels pag Jansen: Adduction-related groin injuries in athletes; regular care and a novel treatment approach. OPTÉMA, Opschaling van een op télemedicine en disease management gebaseerde innovatieve COPD interventie. 172 Wetering, van de: 146 Revalidatietraining bij COPD. 157 Core stability pag 154 Borghuis: Weir: Mid term follow up van de patiënten die hebben deelgenomen aan de grandomiseerde studie naar chronische adductorenklachten. Measuring and training core stability in elite youth soccer athletes. 134 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 156 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 135 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs Schmikli: Hamstrings 4 pag SCORE: kosten-baten analyse core stability preventieprogramma in amateurvoetbal. 146 Heere: Diabetes en sport pag positief beïnvloedbaar zijn om zo de kans op een blessure te laten afnemen, middels preventieve maatregelen. 152 165 Heuparthroscopie Literatuur review naar risicofactoren voor het krijgen van hamstring strains en kijken of deze waarden/factoren Dijk, van: Defining the characteristics of effective exercise intervention in Type 2 diabetes. pag Leenders: Tijssen: The influence of leucine supplementation on body composition and muscle characteristics in elderly, Systematische review naar de kwaliteit van de beschikbare vragenlijsten in het management van Type 2 diabetes patients. 166 heuparthroscopieën. 175 Klimblessures pag Praet: Medium and long-term benefits of a structured rehabilitation (Beweegkuur+) program in long-standing type 2 diabetes patients with multiple disabling co-morbidities. 164 Praet: Middelkoop: Klimblessures: indicentie, risicofactoren en beloop. 144 Kniepees-tendinopathie pag A validation study on the SteepRamp test to assess physical loading capacity and oxidative capacity in patients with Type 2 diabetes. 165 Veldhoven, van: Praet: Effect van Platelet-Rich Plasma injecties in de behandeling van jumpers knee. Hyperoxic exercise training as an innovative therapy to improve metabolic control, endothelial dysfunction and physical fitness in deconditioned Type 2 diabetes patients. 169 Praet: 141 Zwerver: TOPGAME-studie: Tendinopathie of Patella Groningen, Amsterdam, Maastricht ESWT. 142 Laryngeale obstructie pag Interactive exercise therapy at home: a web based solution to improve long-term adherence, self-management and clinical efficacy of a life-style intervention program for patients with Type 2 diabetes. 169 Inklaar: Savelberg: Improving mobility in diabetic patients through resistance training. 166 Enkelbandletsel pag Chronic ankle instability: are there adaptations in static and dynamic stability or in feedforward mechanism Mediaal tibiaal stresssyndroom pag De etiologie en behandeling van het mediaal tibiaal stress syndroom. 153 Patellofemoraal pijnsyndroom pag 150 Middelkoop: Persisterende klachten na een lateraal enkeltrauma. 159 Moen: Cingel, van: of lower extremity muscles? Exercise induced laryngeal obstruction (werktitel). 144 Linschoten, van: Verhagen: Oefentherapie bij het patellofemoraal pijnsyndroom - de PEX studie. Ankles back in Randomized Controlled trial (ABrCt): Braces versus proprioceptive exercises for the secondary Teeffelen, van: prevention of ankle sprains. 151 143 Training van lumbosacrale stabiliteit is effectiever dan reguliere quadricepstraining bij het patellofemorale pijnsyndroom. 144 Preconditionering pag Epidemiologiepag Stege: Epidemiologie en etiologie van blessures in het betaalde voetbal (promotieonderzoek). Fasciitis plantaris 174 140 Hartgens: De effectiviteit van therapeutische interventies bij fasciopathie plantaris; een systematische review. Gonarthrose 136 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 162 Rugklachten pag Klokgieters: OriGENE rugtrainingsmethode versus actieve rompstabiliteitstraining bij chronische aspecifieke lage rugpijn. 163 Samenwerking (orthopedie en sportgeneeskunde) pag 140 pag Alsemgeest: Samenwerking tussen orthopedie en sportgeneeskunde op lokaal niveau. Meijer: Ambulant Monitoren van Kniebelasting bij Artrose Patiënten. (P)reconditionering. pag Hartgens: De effectiviteit en determinanten van effectiviteit van radiale shockwave therapie bij fasciopathie plantaris. Valkenet: 175 151 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 137 4 Wetenschap en onderwijs Schouderklachten Wetenschap en onderwijs pag Dejaco-Lanz: Voorste kruisband 4 pag Melick, van: Vergelijking traditioneel revalidatieprogramma versus excentrisch revalidatieprogramma 2-6 Jarige follow-up van patienten met een VKB-reconstructie; hoe verhoudt het geopereerde been zich tot het bij subacromiale impingmentklachten van de schouder. 142 Spierhypertrofie/spierhypotrofie pag Long-term follow-up of functional performance after ACL reconstruction with BPTB or ST/G graft: The role of satellite cells in skeletal muscle hypertrophy of senescent muscle. 174 Praet: Sportoppervlak pag niet-geopereerde been wat betreft kracht, stabiliteit en subjectieve functionaliteit? 149 Melick, van: Snijders: a systematic review. 150 The use of dynamic pedobarography to investigate who can cope with anterior cruciate ligament deficiency. Meijer: De Kunst van Gras. 156 Tendinopathie pag Jonge, de: A Randomized Controlled ACL Injury Prevention Study. 153 Zooltjes pag Tijssen: Het gebruik van antipronatietape om het succes van zolen te bepalen. In vitro onderzoek naar effecten van bloedproducten op het herstel van peesweefsel. 155 Trainingprogramma›s (en beweegprogramma›s) pag 152 Benjaminse: 161 Berkel, van: Reproduceerbaarheid en betrouwbaarheid van de Nexfin apparatuur (cardiac output meter) bij inspanning. 159 Meijer: Activiteitenmonitoring bij Patiënten met Chronisch Orgaanfalen. 173 Merode, van: Compliance, adherence and health effects in training programmes for starting sporters (start-to-run and start-to-walk). 167 Prins: YouR Action: Development and evaluation of interventions to promote moderate to vigorous PA in adolescents, tailored to personal motivations and environmental opportunities. 173 Robroek: The (cost-)effectiveness of an individually tailored long-term worksite health promotion programme on physical activity and nutrition: design of a pragmatic cluster randomised controlled trial. 168 Rutten: Monitoringonderzoek naar pakket 1 en 2 BeweegKuur. 160 Savelberg: (Kosten)effectiviteitsonderzoek van pakket 3 van de BeweegKuur. 161 Vaatproblemen bij sport pag Hoogeveen: Optimalisatie diagnostiek en behandeling van compartimentsyndroom. 148 Schep: Optimalisatie diagnostiek en behandeling van sportgerelateerde vaatproblemen in de knieslagader (functionele popliteal entrapment). 148 Schep: Sportgerelateerde vaatproblemen in de bekkenslagader. 148 Vitamines pag Slagmolen, van der: Vitamine D status bij profvoetballers. 138 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 146 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 139 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs Categorie: sportletsels en aandoeningen Verantwoordelijk projectleider : Dr. Fred Hartgens, sportarts/ onderzoeker Naam contactpersoon : Fred Hartgens De effectiviteit en determinanten van effectiviteit van radiale shockwave therapie bij fasciopathie plantaris E-mail contactpersoon : [email protected] Doelstelling en methode Naam instelling : Maastricht UMC+, Research school CAPHRI Fasciopathie plantaris is een veel voorkomende aandoening van de peesplaat onder de voet die gepaard gaat met Looptijd onderzoek : 2010 – 2012 4 pijn en functiebeperking. Deze aandoening vraagt veel medische consumptie, maar wetenschappelijke onderbouwing van de gangbare behandelingen is beperkt. Het herstel verloopt vaak traag, aangezien 4 jaar na het ontstaan 20% Effect van Platelet-Rich Plasma injecties in de behandeling van de jumper’s knee: een dubbelblind van de patiënten nog steeds klachten heeft. In meerdere studies is shockwavetherapie bij fasciopathie plantaris ef- gerandomiseerde studie fectief gebleken, maar er is nog onvoldoende kennis over de beste behandelprotocollen en determinanten die het Doelstelling en methode behandelresultaat bepalen. Doel van de studie van de studie is vergelijking van de effectiviteit van radiale shockwa- Doelstelling is het effect van een Plaatjes-Rijk Plasma injectie in de patellapees bij patiënten met een jumper’s knee vetherapie (RSWT) met lage en hoge intensiteit bij fasciopathie plantaris. Het bepalen van determinanten van ef- te vergelijken met de injectie van autoloog bloed en NaCl. Hiertoe worden 90 patiënten met karakteristieke klachten fectiviteit van RSWT bij fasciopathie plantaris. en afwijkingen bij MRI/echo geïncludeerd en gerandomiseerd in PRP of autoloog bloed of NaCl-groep, waarna echo- Studie-opzet geleid de juiste vloeistof wordt ingebracht. Controle zal plaatsvinden met gebruikmaking van anamnese, lichamelijk −− Design: een clusterd randomized clinical trial (CRCT) met randomisatie op nivo van de fysiotherapiepraktijk. onderzoek en eenmalig echo. Als primaire uitkomstmaat wordt de VISA-P score gehanteerd. Als secundaire uitkomst- −− Interventie: gestandaardiseerd behandelprotocol met 4 behandelingen om de 7 dagen. Eén groep patiënten ont- maten: return to play, VAS-score en echobeeld. vangt hoge intensiteit RSWT (3,2 Bar) en de andere lage intensiteit RSWT (2,7 Bar). Bij onvoldoende resultaat na Type onderzoek : toegepast klinisch 6 weken wordt de behandeling vervolgd met 4 hoog-intensiteit RSWT-behandelingen om de week. Promotieonderzoek : nee −− Primaire uitkomstmaten: pijn in rust (VAS-score) en mate van functioneren in ADL (VAS-score). Verantwoordelijk projectleider : drs. F. van Hellemondt, sportarts −− Secundaire uitkomstmaten: mate van sportief functioneren (VISA-score) tevredenheid van patiënten over het Naam contactpersoon : drs. P. van Veldhoven behandelresultaat (GPE-score, Roles en Maudsleyscore en Likertscore), beoordeling over-all verandering van ge- E-mail contactpersoon : [email protected] zondheid (GPE-score) en kwaliteit van leven (EuroQoL-score). Determinanten die onderzocht worden zijn geslacht, Naam instelling : Meander Medisch Centrum leeftijd, gewicht, BMI, duur en mate van de klachten en sportbeoefening. Looptijd onderzoek : 01-01-2009 tot en met 31-12-2011 Samenwerkingspartners : orthopeden en sportartsen in de regio −− Follow-upmetingen: na 6 en 12 weken. −− Statistische analyses: Na toetsing op normaliteit zullen multilevel random coëfficiënt models gebruikt worden om het verloop van beide groepen over de tijd te volgen, gecorrigeerd voor de genoemde determinanten. The Groningen Novice Running (GRONORUN 2) project (promotieonderzoek) Type onderzoek : toegepast klinisch Doelstelling en methode Promotieonderzoek : nee Running is a popular form of recreational exercise. Although running has positive effects on health and fitness, the Verantwoordelijk projectleider : Dr. Fred Hartgens, sportarts/ onderzoeker risk of a running related injury (RRI) has to be considered. The incidence of RRI’s is high and varies from 30-79%. In Naam contactpersoon : Fred Hartgens novice runners an RRI can negatively affect future physical activity, so the prevention of running injuries especially in E-mail contactpersoon : [email protected] novice runners is important. Naam instelling : Maastricht University, Research school CAPHRI High quality studies on the prevention of RRI’s are scarce. When conducting a randomized controlled trial (RCT) it is Looptijd onderzoek : 2010 - 2011 important that the intervention can be implemented in the real world, has a good compliance and will be adopted Samenwerkingspartners : UMC Groningen, Centrum voor Sport, bewegen en gezondheid by runners and coaches. Nederlandse Vereniging voor Musculoskeletale Shockwave Therapy Therefore in this two-arms RCT we propose a preconditioning program of 4 weeks prior to a 10 week training program in a group of novice runners compared to a 10 week training program without preconditioning. We hypothesize that the 140 De effectiviteit van therapeutische interventies bij fasciopathie plantaris; een systematische review novice runner can adapt more gradually to the high mechanical loads of running and therefore will be less susceptible Doelstelling en methode for sustaining a RRI. The concept of preconditioning is already proven in other preventive sports injuries research. Een systematische studie naar de effectiviteit van verschillende therapeutischemodaliteiten bij de fasciopathie plantaris In the long follow-up period, valuable information will be gathered for a better understanding of modifiable risk fac- Methode: tors in running-related overuse injuries. Systematische review. Via literatuur databases van Medline, Embase, PubMed, CINAHL en de Cochrane Library wor- The results of the GRONORUN 2 study can be implemented on existing training protocols. Results on risk factors can den prospectieve interventiestudies gezocht. Via de literatuurreferenties van de publicaties wordt verder gezocht be implemented by runners, coaches, physiotherapists, sports physicians and general practitioners. It also warrants naar additionele relevante publicaties, waarna een definitieve selecte overblijft. Deze worden beoordeeld op relevan- further research on clinical and preventive measures to reduce the incidence of overuse injuries and the clinical treat- tie. Uit de definitieve selectie worden data t.b.v. de onderzoeksvraagstellingen geëxtraheerd en deze studies worden ment after sustaining an overuse injury. op de methodologische kwaliteit beoordeeld via de PEDro score. Elke stap wordt door minstens 2 onderzoekers Type onderzoek : toegepast klinisch onafhankelijk van elkaar verricht. Promotieonderzoek : nee Type onderzoek : toegepast klinisch Verantwoordelijk projectleider : drs. S.W. Bredeweg, sportarts Promotieonderzoek : nee Naam contactpersoon : drs. S.W. Bredeweg Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 141 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs E-mail contactpersoon : [email protected] bij patiënten met chronische achillespees- en patellapeespijn. Ook is in 2006 een pilotonderzoek gedaan naar de ef- Naam instelling : Centrum voor Sportgeneeskunde UMC Groningen en Universitair Centrum voor fecten van excentrisch oefenen op pijnklachten bij patienten met subacromiaal impingement. (Jonsson P, Wahlström Looptijd onderzoek : 01-01-2007 tot en met 01-07-2010 Pilot Study Knee Surg Sports Traumatol Arthrosc 2006;14:76-81). Samenwerkingspartners : VU EMGO Instituut Amsterdam Hierbij dient te worden opgemerkt dat het pijnmechanisme bij patiënten met chronische schouderimpingement nog Sport, Bewegen en Gezondheid Groningen 4 P.,Öhberg L.,Alfredson H. Eccentric Training in Chronic Painful impingement Syndrome of the Shoulder: Results of a niet ten volle is uitgeklaard. Echter, de histologische karakteristieken welke bij deze laatste populatie worden terugTOPGAME-studie (Tendinopathy of Patella Groningen, Amsterdam, Maastricht ESWT studie) (promotieonderzoek) gevonden ter hoogte van de supraspinatuspees tonen sterke gelijkenissen met deze gevonden bij patiënten met Doelstelling en methode chronische achillespees- en patellapeespijn. De patella tendinopathie is een veel voorkomende overbelastingsblessure die een grote impact kan hebben op de Een tweede opmerking is dat bij patiënten met chronische achillespees- en patellapeespijn er nog geen eenduidige kniefunctie en zelfs op de carriere van sporters. Er bestaat geen consensus over wat de meest adequate behandeling wetenschappelijke verklaring gevonden is voor de structurele oorzaak van hun pijn. is maar schokgolftherapie (ESWT) lijkt een veelbelovende behandeling. Tot op heden werd de effectiviteit van deze In deze context is dit onderzoeksproject een experimenteel project; de incidentie van patiënten met schouderpijn op behandelmethode alleen onderzocht bij patiënten met een chronische recalcitrante patellatendinopathie. basis van primair subacromiaal impingement samen met de noodzaak aan het beter definiëren (zowel kwalitatief als Doel van deze studie is om de effectiviteit van de behandelmethode ESWT te bepalen op pijn, symptomen en functie kwantitatief ) van de oefeninhoud (al dan niet van excentrische protocollen) maakt deze studie klinisch relevant. bij sporters met een patella tendinopathie (in een vroeg stadium) die nog in staat zijn om deel te nemen aan trai- Type onderzoek : toegepast klinisch ningen en wedstrijden Promotieonderzoek : nee Onderzoeksopzet is een dubbelblinde, gerandomiseerde gecontroleerde studie, waarbij gebruik wordt gemaakt van Verantwoordelijk projectleider : Beate Dejaco-Lanz, fysiotherapeute een design met 2 groepen en herhaalde metingen, met een behandelperiode van 2 weken en een follow-up periode Naam contactpersoon : Beate Dejaco-Lanz van 6 maanden. E-mail contactpersoon : [email protected] De onderzoekspopulatie bestaat uit volleybal-, basketbal- en handbalspelers met een patella tendinopathie (in een Naam instelling : Sportmedisch Centrum Papendal vroeg stadium) tussen de 18 en 35 jaar oud. Looptijd onderzoek : 01-10-2008 tot en met 30-03-2010 De interventie bestaat uit Extracorporele Schokgolftherapie (ESWT). Een groep krijgt drie behandelingen met ESWT Samenwerkingspartners : Ziekenhuis Rijnstate Arnhem (met behandelinterval van een week), de andere groep krijgt drie behandelingen met placebo ESWT (met behandelinterval van een week). Oefentherapie bij het patellofemoraal pijnsyndroom – de PEX studie (promotieonderzoek) Primaire onderzoeksvariabelen/uitkomstmaten : verandering van de VISA score Doelstelling en methode Type onderzoek : toegepast klinisch Randomized clinical trial. (Kosten)effectiviteitsstudie naar de uitkomsten van gesuperviseerde oefentherapie op pijn, Promotieonderzoek : ja functie en herstel bij het patellofemorale pijnsyndroom. Follow-up momenten van de studie zijn 3 en 12 maanden. Verantwoordelijk projectleider : drs. J. Zwerver, sportarts Gedurende 3 maanden volgt een groep patiënten met het PFPS een door de fysiotherapeut gesuperviseerd, gestan- Naam contactpersoon : drs. J. Zwerver daardiseerd en individueel aangepast oefenprogramma. Naast het oefenen bij de fysiotherapeut wordt er ook thuis E-mail contactpersoon : j. [email protected] geoefend in deze periode van 3 maanden. Uitkomstmaten in de studie zijn: subjectief herstel, pijnklachten in rust en Naam instelling :C entrum voor Sportgeneeskunde UMC Groningen en Universitair bij inspanning en functie. De groep wordt vergeleken met een controlegroep die de gebruikelijke zorg (‘usual care’) Centrum voor Sport, Beweging en Gezondheid Groningen, Acade- ontvangt bij deze klachten; d.w.z. een afwachtend beleid waarin leefregels worden gegeven, uitleg plaatsvindt over misch Ziekenhuis Maastricht, VU (EMGO Instituut) de aard van de aandoening en instructie over het uitvoeren van een isometrische quadricepsoefening. Patiënten Looptijd onderzoek : 01-01-2008 tot en met 31-12-2011 krijgen een vragenlijst thuisgestuurd op baseline van de studie, na 6 weken, 3, 6, 9 en 12 maanden. Uitkomstmaten Samenwerkingspartners : Academisch Ziekenhuis Maastricht, VU (EMGO Instituut), worden bepaald na 3 maanden en na 12 maanden. Saxion Hogeschool, NeVoBo, NBB, NHV, NOC*NSF en ZonMw Naast de klinische effectmaten vindt er ook een kosten-batenmeting plaats waarbij analyse plaatsvindt van de kosten van arbeids- en ziekteverzuim, medische consumptie en kwaliteit van leven. Vergelijking van een traditioneel revalidatieprogramma versus een excentrisch revalidatieprogramma bij subacromi- Type onderzoek : toegepast klinisch ale impingementklachten van de schouder Promotieonderzoek : ja Doelstelling en methode Verantwoordelijk projectleider : drs. R. van Linschoten, sportarts/onderzoeker en Het doel van deze studie is te bepalen wat de effecten zijn van een excentrisch oefenprogramma voor de m. su- drs. S. Bierma-Zeinstra, onderzoeker praspinatuspees versus een traditioneel revalidatieprogramma gericht op het versterken van de glenohumerale - en Naam contactpersoon : drs. R. van Linschoten scapulothoracale musculatuur (zonder specifieke excentrische oefeningen van de m. supraspinatus) bij patiënten met E-mail contactpersoon : [email protected] primair subacromiaal impingement. Uiteindelijk dient vastgesteld te worden welke oefentherapie bij deze vorm van Naam instelling : Erasmus MC Rotterdam, afdeling huisartsgeneeskunde impingement het meest effectief is. Looptijd onderzoek : 01-01-2005 tot en met heden Toelichting bij de doelstelling: Het idee van het toepassen van excentrische oefentherapie bij schouderpatiënten is Samenwerkingspartners : Erasmus Medisch Centrum, iMTA gebaseerd op de rapportering van veelal goede tot excellente resultaten door het toepassen van zulke oefeningen 142 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 143 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs Training van lumbosacrale stabiliteit is effectiever dan reguliere quadricepstraining bij het patellofemoraal pijnsyn- voornamelijk onderzoek naar wedstrijdklimmers. Naar het voorkomen van deze blessures onder de grote groep re- droom; een gerandomiseerde trial creatieklimmers is weinig onderzoek gedaan. Het inventariseren van de prevalentie en incidentie van klimsportspeci- Doelstelling en methode fieke blessures en de risicofactoren op het ontstaan van deze blessures alsmede chronische blessures kan gebruikt Evalueren van de effectiviteit van lumbosacrale stabiliteitstraining bij het patellofemorale pijnsyndroom in verge- worden om zowel klimmers als behandelaars voor te lichten over voor de klimsportspecifieke blessures. Indien lijking met de standaardbehandeling van het moment, training van de m.quadriceps. 22 patiënten met het PFPS risicofactoren geïdentificeerd worden, kunnen dit aanknopingspunten zijn bij een op te stellen blessure preventiepro- werden gerandomiseerd voor één van de twee behandelingsgroepen. Beide groepen trainden gedurende 6 weken gramma voor beginnende klimmers. tweemaal per week onder begeleiding van een fysiotherapeut. Bij de ene groep was de therapie gericht op verster- Hoofdvraagstellingen Wat is de prevalentie en incidentie van klimblessures aan de bovenste extremiteit? Wat zijn king van de m.quadriceps (QT), bij de andere groep op de lumbosacrale stabiliteit (LST). Toewijzing naar QT of LST- de risicofactoren voor het ontstaan van klimblessures? Wat is het beloop van klimblessures en welke impact op het training geschiedde at random via een computergestuurd lotingssysteem. dagelijks leven hebben zij? Type onderzoek : ontwikkeling Methode: Prospectief cohort onderzoek met een follow-up duur van één jaar. Recreatieve klimmers van 12 jaar en Promotieonderzoek : nee ouder die de Nederlandse taal beheersen en die niet eerder voor het onderzoek zijn gevraagd zullen via een aselecte Verantwoordelijk projectleider : drs. W.M. van Teeffelen, sportarts, directeur steekproef worden benaderd. Er wordt een baseline vragenlijst afgenomen, een hand- en vingerkracht meting uitge- Naam contactpersoon : drs. W.M. van Teeffelen voerd en een lichamelijk onderzoek. Na 3, 6, 9 en 12 maanden ontvangen de deelnemende klimmers een follow-up E-mail contactpersoon : [email protected] vragenlijst. De omvang van de studie betreft 426 recreatieve klimmers. Naam instelling : Sanasport, sportmedisch centrum te Nijmegen Type onderzoek : toegepast klinisch Looptijd onderzoek : 01-11-2007 tot en met heden Promotieonderzoek : ja Samenwerkingspartners : UMC Nijmegen (St. Radboud) Verantwoordelijk projectleider : Marienke van Middelkoop Senior Onderzoeker Naam contactpersoon : Marienke van Middelkoop Persisterende klachten na een lateraal enkel trauma (promotieonderzoek) E-mail contactpersoon : [email protected] Doelstelling en methode Naam instelling : Erasmus MC, afdeling Huisartsgeneeskunde Primaire doelstelling van deze studie: 1) Nagaan met welke patiëntkenmerken, anamnestische kenmerken, lichamelijk Looptijd onderzoek : 01-09-2009 tot en met 01-01-2011 onderzoek en structurele kenmerken aanhoudende klachten na een enkel inversie trauma samenhangen. Secundaire Samenwerkingspartners : KNKBV, VU medisch Centrum 4 doelstellingen: 2) Indien structurele kenmerken samenhangen met aanhoudende klachten: In welke mate met anamnese en lichamelijk onderzoek structureel letsel voorspeld (gediagnosticeerd) kan worden. 3) De impact van aanhou- Achillestendinopathie: toegevoegde waarde van ESWT dende klachten na een enkel inversie trauma evalueren ten aanzien van werk, ADL en sport participatie en, 4) de Doelstelling en methode effectiviteit van interventies bij aanhoudende klachten na een inversietrauma inventariseren. Onderzoeken van een mogelijk additioneel effect van ESWT op een standaardbehandeling middels excentrische oefe- Voor vraagstelling 1-3 worden in een cohort studie 300 patiënten geïncludeerd die zich 6 tot 12 maanden geleden ningen bij achillespeestendinopathie. bij de huisarts hebben gepresenteerd met een enkeldistorsie. Deze patiënten worden geselecteerd uit de huisartsbe- Methode: Prospectief gerandomiseerde trial in de vorm van een patiëntenserie met een controlegroep en een inter- standen en namens de huisarts benaderd voor deelname aan de studie. Alle patiënten die voldoen aan de inclu- ventiegroep. De controlegroep bestaat uit een groep patiënten die volgens gangbare methode behandeld zal worden siecriteria krijgen een uitgebreide vragenlijst toegestuurd, met vragen naar aanhoudende klachten, behandelingen, met excentrische oefentherapie volgens Alfredson. De interventiegroep zal hiernaast wekelijks (maximaal 8 maal) patiënt karakteristieken en anamnestische vragen. Daarnaast worden uit de cohort populatie alle patiënten mét behandeld worden met laag energetische ESWT. restklachten geselecteerd (n=100) en wordt een groep gematchte controle patiënten zónder restklachten (n=100) ge- Patiënten zullen gerekruteerd worden vanuit de afdelingen orthopedie en sportgeneeskunde van het Laurentius Zie- selecteerd (nested case-control design). Deze patiënten worden additioneel uitgenodigd voor een gestandaardiseerd kenhuis Roermond. lichamelijk onderzoek, een röntgenfoto en een Magnetic Resonance Imaging (MRI) scan. Gezien de aard van de therapie is blindering niet mogelijk. Randomisatie zal plaatsvinden door middel van een ge- Type onderzoek : toegepast klinisch randomiseerde nummerlijst. Promotieonderzoek : ja Evaluatie vindt plaats middels een VISA-A scoringslijst welke gedurende 16 weken om de 4 weken zal worden inge- Verantwoordelijk projectleider : Marienke van Middelkoop, Senior Onderzoeker vuld. Statistische analyse zal plaatsvinden middels de Wilcoxon test. Naam contactpersoon : Marienke van Middelkoop Type onderzoek : toegepast klinisch E-mail contactpersoon: [email protected] Promotieonderzoek : nee Naam instelling: Erasmus MC, afdeling Huisartsgeneeskunde Verantwoordelijk projectleider : drs. H. Schipper, sportarts in opleiding Looptijd onderzoek: 01-12-2009 tot en met 01-12-2011 Naam contactpersoon : drs. H. Schipper Samenwerkingspartners: Afdeling Orthopedie, Erasmus MC E-mail contactpersoon : [email protected] Naam instelling : Laurentius ziekenhuis Roermond Looptijd onderzoek : 01-03-2008 tot en met onbekend Klimblessures: indicentie, risicofactoren en beloop (promotieonderzoek) Doelstelling en methode De klimsport kan de laatste jaren op een toenemende belangstelling rekenen. In de medische literatuur wordt steeds vaker gerapporteerd over de overbelastingsblessures die aan het klimmen gerelateerd zijn. Het betreft hier echter 144 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 145 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs Adduction-related groin injuries in athletes; regular care and a novel treatment approach (promotieonderzoek) Naam contactpersoon : Griet van der Slagmolen Doelstelling en methode E-mail contactpersoon : [email protected] Het doel van deze studie is om prospectief de effecten van een oefenprogramma, gericht op spierversterking en Naam instelling : Meander Medisch Centrum, Baarn coördinatie met speciale aandacht voor de stabiliserende spieren rondom de heup, te evalueren. Het doel is de Looptijd onderzoek : oktober 2009 tot en met maart 2010 proefpersonen klachtenvrij terug te laten keren op het oude sportniveau en recidief blessures te voorkomen. Het Samenwerkingspartners : J.P.M. Wielders, laboratorium klinische chemie 4 belangrijkste doel is de niet-chirurgische behandeling van vage en langdurige adductie gerelateerde liesklachten te optimaliseren. Twee belangrijke onderzoeksvragen zijn: 1) Wat is de reguliere paramedische behandeling van een PRICT study – Platelet Rich plasma Injection in Chronic Tendinopathy. De waarde van Plaatjes-rijk Plasma injectie in fysiotherapeut bij adductie-gerelateerde liesklachten? 2) Wat is de effectiviteit van een specifiek trainingsprogramma, chronische Achilles tendinopathie: een dubbel-blind gerandomiseerde studie gefocust op de spieren rondom de heup bij personen met adductie-gerelateerde liesklachten. (promotieonderzoek) Type onderzoek : fundamenteel/toegepast klinisch Doelstelling en methode Promotieonderzoek : ja Introductie: Volgens de huidige Nederlandse richtlijnen wordt geadviseerd om patiënten met Achilles tendinopathie Verantwoordelijk projectleider : prof.dr. F.J.G. Backx, sportarts, hoogleraar klinische sportgeneeskunde excentrische oefentherapie voor te schrijven. In twee recente systematische reviews wordt echter gemeld dat excen- Naam contactpersoon : drs. J. Jansen trische oefentherapie niet zo superieur is als eerder beschreven. Recente studies beschreven nieuwe ontwikkelingen E-mail contactpersoon : [email protected] in behandelmethoden van tendinopathieën, zoals het gebruik van Plaatjes-Rijk Plasma (PRP). Deze behandelmetho- Naam instelling : UMC Utrecht de heeft de mogelijkheid in te grijpen op het falend herstelmechanisme van de pees. Plaatjes participeren actief in Looptijd onderzoek : 01-01-2005 tot en met 31-12-2010 weefselherstelprocessen en bevatten verscheidene groeifactoren. Het effect van PRP in een tennisarm leidde in een Samenwerkingspartners : Erasmus MC Rotterdam eerdere longitudinale studie al tot veelbelovende resultaten. Doel: Vergelijking van het behandelresultaat in 2 groepen: een PRP-injectie in combinatie met excentrische oefenthe- SCORE: kosten-baten analyse core stability preventieprogramma in amateurvoetbal (promotieonderzoek) rapie en een injectie met zoutoplossing in combinatie met excentrische oefentherapie. Doelstelling en methode Studiepopulatie: De studiepopulatie van de patiënten met chronische midportion Achilles tendinopathie zal uit 54 Het vaststellen van de kosteneffectiviteit van een trainingsprogramma, gebaseerd op core stability oefeningen uit het patiënten bestaan. FIFA programma “the 11”, op het hogere niveau van het amateurvoetbal in Nederland. De studie wordt uitgevoerd Studie opzet: deze gerandomiseerde trial is dubbel-blind. De patiënten zullen door de arts-onderzoeker volgens een in twee volledige competities gedurende één jaar, geografisch van elkaar gescheiden, waarbij één competitie dienst gestandaardiseerd protocol worden onderzocht. Zowel de arts-onderzoeker, als de behandelend sportarts en de pa- doet als experimentele groep (cluster randomized trial). tiënt zijn niet op de hoogte van de therapie die de patiënt toebedeeld heeft gekregen. Type onderzoek : ontwikkeling Therapie: Alle patiënten zullen een excentrische oefentherapie volgen. De excentrische oefentherapie duurt 12 weken. Promotieonderzoek : ja De oefening bestaat uit 3 series van 15 repetitieve oefeningen. Deze oefeningen moeten 2 maal per dag en 7 dagen Verantwoordelijk projectleider : prof.dr. F.J.G. Backx, sportarts, hoogleraar klinische sportgeneeskunde per week worden uitgevoerd. Naam contactpersoon : drs. S.L. Schmikli Daarnaast wordt het effect van een eenmalige injectie met PRP vergeleken met een eenmalige injectie met zoutop- E-mail contactpersoon : [email protected] lossing (randomisatie). Naam instelling : UMC Utrecht Follow-up: Follow-up (klinisch en met een nieuwe echografische methode: Ultrasonsographic Tissue Characterization) Looptijd onderzoek : 01-01-2008 tot en met 31-12-2012 vindt plaats na 6, 12, 24 en 52 weken. Na 24 weken zullen de resultaten worden geanalyseerd door de arts-onder- Samenwerkingspartners : TNO en KNVB zoeker. Een andere geblindeerde onderzoeker zal de resultaten na 52 weken analyseren. Uitkomstmaten: De primaire uitkomstmaat die voor dit onderzoek wordt gebruikt is de VISA-A score, een gevali- Vitamine D status bij profvoetballers deerde scorelijst die specifiek is ontworpen voor bepaling van de ernst van de klachten bij patiënten met Achilles Doelstelling en methode tendinopathie. Vitamine D is essentieel voor groei (regulatie) en calcium homeostase. De laatste jaren werd een bijkomende rol in Type onderzoek : fundamenteel/toegepast klinisch/ontwikkeling spierfunctie en immuunsysteem aangetoond. Vitamine D deficiëntie kan leiden tot spierpijn en spierzwakte vandaar Promotieonderzoek : ja de toenemende interesse voor optimale vitamine D waarden bij atleten. Recente studies hebben een vitamine D te- Verantwoordelijk projectleider : dr. J.L. Tol, sportarts en drs. R.J. de Vos, AGIKO sportgeneeskunde kort aangetoond bij indoor-sporters en atleten in het Midden-Oosten door verminderde blootstelling aan zonlicht. Naam contactpersoon : drs. R.J. de Vos De doelstelling was de bepaling van de 25-OH-vitamine D status bij profvoetballers en het verschil in 25-OH-vitami- E-mail contactpersoon : [email protected] ne D waarde naargelang huidskleur. Naam instelling : Medisch Centrum Haaglanden, afdeling Sportgeneeskunde Dwarsdoorsnede pilot onderzoek bij 87 profvoetballers (leeftijd 18-35 jaar) van 1 Belgische en 2 Nederlandse top- Looptijd onderzoek : 01-08-2008 tot en met 31-07-2010 clubs. Een nuchtere bloedafname werd verricht voor de training tijdens de periode oktober 2009 – maart 2010 met Samenwerkingspartners : Orthopaedic Research Laboratory, Erasmus MC de bepaling van 25-OH vitamine D (nmol/L). 146 Type onderzoek : toegepast klinisch Promotieonderzoek : nee Verantwoordelijk projectleider : drs. F.J. van Hellemondt, sportarts Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 147 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs Sportgerelateerde vaatproblemen in de bekkenslagader (promotieonderzoek) −− het evalueren van de effecten van chirurgisch ingrijpen; Doelstelling en methode −− optimalisatie van selectie van patiënten voor de mogelijke chirurgische interventies aan de hand van pre-opera- Doelstelling: Diagnostiek en behandeling van vaatproblemen in de bekkenslagader bij sporters optimaliseren en op tieve diagnostiek; zijn waarde beoordelen −− achterliggende anatomie en optimalisatie van de chirurgische techniek. Methode: Prospectief onderzoek waarbij ingebed in een diagnostisch protocol duursporters met vaatproblemen pros- Type onderzoek : toegepast klinisch pectief onderzocht en behandeld worden en waarbij nu met name de nadruk ligt op: Promotieonderzoek : ja −− het evalueren van de (lange) termijn effecten van chirurgisch ingrijpen; Verantwoordelijk projectleider : dr. A.R. Hoogeveen, sportarts −− optimalisatie van selectie van patiënten voor de mogelijke chirurgische interventies aan de hand van pre-opera- Naam contactpersoon : A.R. Hoogeveen tieve diagnostiek. 4 E-mail contactpersoon : [email protected] Type onderzoek : toegepast klinisch Naam instelling : Máxima Medisch Centrum Veldhoven Promotieonderzoek : ja Looptijd onderzoek : 1-1-2004 tot en met 31-12-2014 Verantwoordelijk projectleider : dr. G. Schep, sportarts Samenwerkingspartners : Afdeling Sportgeneeskunde in samenwerking met chirurgie en orthopedie Máxima Naam contactpersoon : dr. G. Schep Medisch Centrum en in samenwerking met Sportgeneeskunde en Heelkunde Universiteit Maastricht E-mail contactpersoon : [email protected] Naam instelling : Máxima Medisch Centrum Atriumfibrilleren bij sporters (promotieonderzoek) Looptijd onderzoek : 1-1-1996 tot en met 31-12-2014 Doelstelling en methode Samenwerkingspartners : Afdeling Sportgeneeskunde in samenwerking met Klinische Fysica en Vaatchirurgie Atriumfibrilleren vormt een beperking bij beoefening van sport. Atriumfirbilleren treedt bij de sporter gemiddeld 10-20 vanuit Máxima Medisch Centrum en Technische Universiteit Eindhoven (Klinische jaar eerder op dan bij de niet-sportende bevolking. Mechanisme en management zijn onduidelijk. Doel: beschrijven Fysica), UMC Utrecht, Afdeling Sportgeneeskunde en Vaatchirurgie van mechanisme en (optimaal) management van atriumfibrilleren bij sporters in een prospectieve follow up studie. Type onderzoek : toegepast klinisch Optimalisatie diagnostiek en behandeling van sportgerelateerde vaatproblemen in de knieslagader (functionele pop- Promotieonderzoek : ja liteal entrapment) Verantwoordelijk projectleider : drs. N.M. Panhuyzen-Goedkoop, (sport)cardioloog Doelstelling en methode Naam contactpersoon : drs. N.M. Panhuyzen-Goedkoop Doelstelling: Diagnostiek en behandeling van vaatproblemen in de bekkenslagader bij sporters optimaliseren en op E-mail contactpersoon : [email protected] zijn waarde beoordelen. Naam instelling : SMC Papendal Methode: Prospectief onderzoek waarbij ingebed in een diagnostisch protocol duursporters met vaatproblemen pros- Looptijd onderzoek : 01-01-2006 tot en met onbekend pectief onderzocht en behandeld worden en waarbij nu met name de nadruk ligt op: Samenwerkingspartners : UMC St. Radboud cardiologie, prof.dr. J.L.R.M. Smeets −− het evalueren van de (lange) termijn effecten van chirurgisch ingrijpen; −− optimalisatie van selectie van patiënten voor de mogelijke chirurgische interventies aan de hand van pre-opera- 2-6 Jarige follow-up van patienten met een VKB-reconstructie; hoe verhoudt het geopereerde been zich tot het nietgeopereerde been wat betreft kracht, stabiliteit en subjectieve functionaliteit? tieve diagnostiek. Type onderzoek : toegepast klinisch Doelstelling en methode Promotieonderzoek : nee Alle patienten die 2 tot 6 jaar geleden gerevalideerd hebben op Sport Medisch Centrum Papendal vanwege een VKB- Verantwoordelijk projectleider : dr. G. Schep, sportarts reconstructie (BPTB of semitendinosus-gracilis graft) worden uitgenodigd voor een nieuwe meting. Hierbij zal de kracht Naam contactpersoon : dr. G. Schep isokinetisch gemeten worden (zowel concentrisch als excentrisch), zullen hoptesten afgenomen worden om de stabiliteit E-mail contactpersoon : [email protected] en functionaliteit te evalueren en zal een vragenlijst ingevuld worden over de subjectieve beleving van de knie. Naam instelling : Máxima Medisch Centrum Veldhoven Er wordt een vergelijking gemaakt met het gezonde been om te beoordelen hoe goed de geopereerde knie er op dit Looptijd onderzoek : 1-1-2002 tot en met 31-12-2014 moment voor staat. Samenwerkingspartners : Afdeling Sportgeneeskunde in samenwerking met Vaatchirurgie Máxima Medisch Type onderzoek : ontwikkeling Promotieonderzoek : nee Verantwoordelijk projectleider : Nicky van Melick, MSc, fysiotherapeute/bewegingswetenschapper Optimalisatie diagnostiek en behandeling van compartimentsyndroom (promotieonderzoek) Naam contactpersoon : Nicky van Melick Doelstelling en methode E-mail contactpersoon : [email protected] Doelstelling: Diagnostiek en behandeling van vaatproblemen in de knieslagader bij sporters optimaliseren en op zijn Naam instelling : Sport Medisch Centrum Papendal waarde beoordelen. Looptijd onderzoek : september 2009 tot en met augustus 2010 Centrum Methode: Prospectief onderzoek waarbij ingebed in een diagnostisch protocol sporters met verdenking van inspanningsgebonden compartimentsproblemen prospectief onderzocht en behandeld worden en waarbij nu met name de nadruk ligt op: 148 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 149 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs Long-term follow-up of functional performance after ACL reconstruction with BPTB or ST/G graft: a systematic review Ankles back in Randomized Controlled trial (ABrCt): Braces versus proprioceptive exercises for the secondary preven- (promotieonderzoek) tion of ankle sprains (promotieonderzoek) Doelstelling en methode Doelstelling en methode Er wordt een systematische review uitgevoerd naar onderzoeken waarbij er na een VKB-reconstructie een functione- The high rate and associated costs of ankle sprains warrant preventive measures. Current evidence only shows a le/neuromusculaire follow-up gehouden is. Hierbij kan gedacht worden aan hoptesten of isokinetische krachttesten. secondary preventive effect for braces as well as for proprioceptive training. Both measures are equally effective in Er worden verschillende (para)medische databases gescreend en een overzicht van de artikelen wordt gepresenteerd reducing ankle sprain recurrence rates and have a seemingly equal working mechanism. Moreover, recent research in tabelvorm. showed no additional effect of proprioceptive training when applied directly after (para-)medical treatment. From an Type onderzoek : strategisch efficiency viewpoint then the question rises whether both, seemingly equally effective, preventive measures should Promotieonderzoek : ja be used together, as in current Dutch usual care, whether one of these measures is individually more cost-effective, Verantwoordelijk projectleider : Nicky van Melick Bewegingswetenschapper/Fysiotherapeute or if secondary prevention is already sufficiently achieved by (para-)medical treatment alone. Naam contactpersoon : Nicky van Melick The proposed three-way randomised controlled trial evaluates the cost-effectiveness of the current Royal Dutch Phy- E-mail contactpersoon : [email protected] siotherapy Association (KNGF) guideline (i.e. this guideline is being used by physical therapists, (sports) physicians, Naam instelling : Sport Medisch Centrum Papendal as well as orthopaedic surgeons), in which the combined use of braces and proprioceptive training after ankle sprain Looptijd onderzoek : augustus 2010 tot en met december 2010 treatment is advocated (usual care), against the use of braces and proprioceptive training as separate secondary 4 preventive measures. This overall aim can be subdivided in the three main research questions that will be addressed Chronic ankle instability: are there adaptations in static and dynamic stability or in feedforward mechanism of lower in the proposed study: extremity muscles? Is there a difference in effectiveness on the incidence of recurrent ankle sprains between the three groups? Doelstelling en methode Is there a difference in direct and indirect costs related to recurrent ankle sprains between the three groups? Enkelletsel is een van de meest voorkomende blessures in de sport. Dagelijks lopen gemiddeld 1 op de 10.000 men- Is there a difference in other related recurrent ankle sprain complaints (e.g. chronic instability, pain, feeling of giving sen een inversie trauma aan de enkel op. Na de eerste keer enkelletsel te hebben opgelopen aan de laterale band, way) between the three groups? gaat 70-80% van deze actieve mensen sindsdien vaker door hun enkel. In deze groep ontwikkelt 19-72% chronische Type onderzoek : toegepast klinisch, (landelijke) implementatie enkel instabiliteit (Chronic Ankle Instability, CAI). CAI wordt in dit onderzoek beschreven als: een inversietrauma in Promotieonderzoek : ja het verleden (enkelverzwikking gepaard gaande met pijn, zwelling, hematoom, stijfheid en eventuele immobilisatie Verantwoordelijk projectleider : Evert Verhagen, Senior Onderzoeker met krukken en/of tape), wat hierna resulteert in terugkerende episodes van enkelinstabiliteit van minstens 2-3 keer Naam contactpersoon : Evert Verhagen per jaar in het dagelijks leven of tijdens sport activiteiten. E-mail contactpersoon : [email protected] Er is veel onderzoek gedaan naar de mogelijke oorzaken van CAI, maar is nog geen consensus over het ontstaan- Naam instelling : EMGO+ Instituut, afdeling Sociale Geneeskunde, VU medisch centrum, Amsterdam smechanisme hiervan. Lang is gedacht dat mechanische instabiliteit de belangrijkste rol speelde, maar nieuwe ont- Looptijd onderzoek : 2010 tot en met 2013 wikkelingen wijzen erop dat een verstoring in de centrale aansturing een oorzaak kan zijn van CAI. Dit dient echter Samenwerkingspartners : Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG), Koninklijk Nederlands Genootschap voor nog verdere verdieping. Fysiotherapie (KNGF), Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV) en het Doel van dit onderzoek is na te gaan of de balans bij een uitdagende dynamische balanstaak verstoord is, of de Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) pre-activatie van de onderbeenmusculatuur verstoord is bij uitvoering van een sprongtaak en of er een verband is tussen beide aspecten bij actieve volwassenen (18-35 jaar, n=20) met CAI in vergelijking met gezonde volwassenen Ambulant Monitoren van Kniebelasting bij Artrose Patiënten (Promotieonderzoek) (18-35 jaar, n=20). Doelstelling en methode Proefpersonen uit beide groepen zullen de Multiple Hop Test uitvoeren, om zo te onderzoeken of er verschillen zijn Knieartrose is een veel voorkomende aandoening en de belangrijkste oorzaak van pijn en beperkingen in het dage- in dynamische balans tussen beide groepen. Daarnaast zal er een EMG gemaakt worden van de m. gastrocnemius, lijks leven bij personen van middelbare leeftijd. Artrose kan ontstaan door een samenspel van veranderingen in de m. tibialis anterior, m. peroneus longus, bij een sprongtaak, om zo na te gaan of de pre-activatie van de onderbeen- belasting op het gewricht en aanpassingen in het metabolisme van het kraakbeen. In dit project wordt een vergelij- musculatuur anders is in de CAI groep in vergelijking met gezonde proefpersonen. Tot slot zal er gekeken worden of kende studie verricht naar de pathomechanica van artrose patiënten met en zonder obesitas. De eerste fase omvat er een verband bestaat tussen de dynamische balans en pre-activatie. een cross-sectionele studie van de bewegingskwaliteit onder laboratorium omstandigheden en gedurende activitei- Type onderzoek : ontwikkeling ten van het dagelijks leven enerzijds en de gezondheid van het gewrichtskraakbeen anderzijds. Hierbij word onder Promotieonderzoek : nee andere de recent ontwikkelde slimme kniebrace ingezet om de kniebelasting in het dagelijks leven te monitoren. De Verantwoordelijk projectleider : dr. R. van Cingel, directeur Sport Medisch Centrum Papendal, fysio- en manueel tweede fase bestaat uit een interventie studie, waarin de resultaten uit de eerste fase worden gebruikt om te komen therapeut 150 tot een geïndividualiseerd revalidatie programma voor functieverbetering en pijnvermindering. Naam contactpersoon : R. van Cingel Type onderzoek : strategisch, fundamenteel E-mail contactpersoon : [email protected] Promotieonderzoek : ja Naam instelling : Sport Medisch Centrum Papendal Verantwoordelijk projectleider : Dr Kenneth Meijer, Universitair docent Looptijd onderzoek : september 2009 tot en met augustus 2010 Naam contactpersoon : Kenneth Meijer Samenwerkingspartners : Maartenskliniek Nijmegen, afdeling RD&E E-mail contactpersoon : [email protected] Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 151 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs Naam instelling : Maastricht University Medical Centre En andere risicofactoren zoals: Looptijd onderzoek : 2010 tot en met 2014 −− Age Samenwerkingspartners : Orthopedie Maastricht, TNO Medical, MUMC- MOVE (www.mumcmove.nl) −− Race 4 −− Experience The use of dynamic pedobarography to investigate who can cope with anterior cruciate ligament deficiency −− Injury history: back, groin, hamstring Doelstelling en methode −− Moment of injury (training or competition) The anterior cruciate ligament (ACL) is the most frequent injured ligament of the knee. By far, most ACL lesions occur −− Lack of flexibility while practicing sports (skiing, football, rugby and basketball) and this is why it is called a typical sports injury. −− Poor lumbar posture and core stability Injury to the ACL leads to increased tibiofemoral laxity in the knee, which for its part may lead to knee-instability and −− Fatigue dysfunction. Patients who experience this instability and dysfunction, are more likely to have episodes of giving way. −− Inadequate warm-up Although there is no evidence for this statement, many of these patients seem to need an ACL reconstruction. Appa- −− Insufficient hamstring strength in comparison with the quadriceps rently these patients are not able to return to their pre-injury activity level without an operation defined as non-copers. −− Position of peak hamstring torque Nevertheless, it is still uncertain who can actually benefit from surgery and who will do better with a well-designed Type onderzoek : fundamenteel rehabilitation program without surgery after anterior cruciate ligament deficient (ACLD). It would therefore be very Promotieonderzoek : nee important to be able to establish functional criteria in the guidance of treatment of ACLD and to predict the outcome Verantwoordelijk projectleider : dr. G.M.M.J. Kerkhoffs, orthopedisch chirurg, AMC of treatment decisions. Naam contactpersoon : J. Heere, sportarts in opleiding There is still lack of specified functional criteria for safe and successful return to sports activities. Consideration E-mail contactpersoon : [email protected] should be given to the development of the tests, which should be objective, reliable and provide an independent Naam instelling : AMC assessment of limb performance in comparison with the opposite limb. Looptijd onderzoek : 01-07-2009 tot en met 31-12-2010 To our knowledge, dynamic plantar pressure distribution has not been used as a quantitative measure of dynamic Samenwerkingspartners : S. Goedegebuure, sportarts knee function to differentiate ACLD potential copers from non-copers. The successful application of dynamic plantar pressure distribution analysis for functional evaluation after reconstructive procedures in the lower extremities could De etiologie en behandeling van het mediaal tibiaal stress syndroom (Promotieonderzoek) lead to the assumption that these abnormalities in plantar pressure measurement could represent disturbances Doelstelling en methode in dynamic knee function after ACLD. In a pilot research on 12 ACLD, the Average Pressure Distribution Asymmetry Verschillende studies worden ondernomen om de etiologie en behandeling van het mediaal tibiaal stress syndroom (aPDA) between ACLD and Sound limb is significantly reduced after reconstruction both in walking (figure 1) and run- te onderzoeken. ning. As such, high sampling frequency dynamic pedography would allow a refined quantitative insight into the knee Type onderzoek : fundamenteel / toegepast klinisch function in ACLD. Promotieonderzoek : ja Type onderzoek : toegepast klinisch Verantwoordelijk projectleider : Maarten Moen, sportarts Promotieonderzoek : nee Naam contactpersoon : Maarten Moen Verantwoordelijk projectleider : dr. Stephan F.E. Praet, sportarts/bewegingswetenschapper E-mail contactpersoon : [email protected] Naam contactpersoon : dr. Stephan F.E. Praet Naam instelling : Universitair Medisch Centrum en Rijnland Ziekenhuis E-mail contactpersoon : [email protected] Looptijd onderzoek : van 2008 tot en met 2010 Naam instelling : ErasmusMC, Rotterdam Samenwerkingspartners : Universitair Medisch Centrum en Rijnland Ziekenhuis Looptijd onderzoek : 01-01-2009 tot en met 01-04-2010 Samenwerkingspartners : Department of Orthopedic Surgery, Erasmus MC / Institute of Sports Medicine, A Randomized Controlled ACL Injury Prevention Study (Promotieonderzoek) Peking University 3rd Hospital, Beijing ,China / Research and Development, Sint Doelstelling en methode Maartenskliniek, Nijmegen, The Netherlands Van alle knieblessures heeft letsel van de voorste kruisband de grootste gevolgen, resulterende in de langste tijd niet deel kunnen nemen aan de sport. De voorste kruisband speelt een vitale rol voor het normaal functioneren en Literatuur review naar risicofactoren voor het krijgen van hamstring strains en kijken of deze waarden/factoren posi- stabiliteit van de knie. Atleten die terug willen keren naar hun sport na een voorste kruisband blessure, moeten seri- tief beïnvloedbaar zijn om zo de kans op een blessure te laten afnemen, middels preventieve maatregelen eus een reconstructie overwegen. Degene die een operatie ondergaan zijn vaak gedwongen om op een lager niveau Doelstelling en methode terug te keren en hun activiteitsniveau in het algemeen ook aan te passen. Ongeacht de soort behandeling, is er Literatuur review naar risicofactoren voor het krijgen van hamstring strains en kijken of deze waarden/factoren posi- een hoge prevalentie van artrose na voorste kruisbandletsel. Deze aandoening heeft een aanzienlijke impact op de tief beïnvloedbaar zijn om zo de kans op een blessure te laten afnemen, middels preventieve maatregelen. kwaliteit van leven en het beperkt functionele en vrije tijdsactiviteiten nog meer. De behoefte aan preventie van deze Per risicofactor het literatuurbewijs tegen elkaar afzetten, bijvoorbeeld: blessure moge duidelijk zijn. −− H/Q ratio: is deze ratio een risicofactor voor het krijgen van hamstringblessures en hoe zou je daarop kunnen Het doel van dit project is om het mechanisme onderliggende aan de ontwikkeling van stabiliteit van de knie aan inspelen wat betreft preventie. het licht te krijgen. Gezonde basketballers (m/v) uit de hoofdklasse in Rayon Noord, van 18 jaar of ouder, zonder blessures van de onderste extremiteit zullen worden onderzocht. Proefpersonen krijgen een interventie met 152 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 153 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs visuele feedback. Ze moeten een taak uit voeren waarbij het wenden en keren, zoals in reële spelsituaties, centraal Looptijd onderzoek : 14-9-2009 tot en met 15-02-2010 staat. Door middel van een beeld van de uitgevoerde taak die de mate van belasting aangeeft op knie, worden de proef- Samenwerkingspartners : UMC Utrecht en KNVB 4 personen geïnstrueerd hun bewegingspatroon aan te passen, zodat de belasting op de knie minimaal wordt. Kinematica, kinetica van de heup, knie en enkel en EMG van de quadriceps, hamstrings en gastrocnemius zal worden gemeten. CFS-ReAct: Chronic Fatigue Syndrome - ReActivation study Type onderzoek : toegepast klinisch Doelstelling en methode Promotieonderzoek : ja Het chronische vermoeidheidssyndroom (CVS) is een syndroomdiagnose met als hoofdkenmerk dat een relatief Verantwoordelijk projectleider : A. Benjaminse, coördinerend onderzoeker geringe inspanning al leidt tot uitputting, waarbij bovendien het herstel langer dan 24 uur duurt. De moeheid is Naam contactpersoon : A. Benjaminse daarnaast ook niet verklaarbaar door een lichamelijke aandoening . CVS heeft een grote impact op het leven van de E-mail contactpersoon : [email protected] patiënt. De prevalentie van CVS is ongeveer 0.5% en de economische kosten per jaar per patiënt bedragen onge- Naam instelling : Interfacultair Centrum voor Bewegingswetenschappen en Universitair Centrum voor veer US$ 20,000. Looptijd onderzoek : 2008 tot en met 2012 adviseerd wordt om meer onderzoek te verrichten naar reactiveringsprogramma’s met beperkte begeleiding en met een Samenwerkingspartners : Hanze Instituut voor Sportstudies, Groningen langere vervolgtermijn. Op de afdeling sportgeneeskunde te Zwolle krijgen chronisch zieke patiënten waaronder patiën- Sport, Beweging en Gezondheid, Universitair Medisch Centrum Groningen Uit een groot overzichtsartikel uit 2004 blijkt dat een reactiveringsprogramma van 3 maanden effectief is bij CVS. Ge- ten met CVS al sinds meer dan 10 jaar een op de patiënt afgestemd reactiveringsprogramma met beperkte begeleiding Mid term follow up van de patiënten die hebben deelgenomen aan de grandomiseerde studie naar chronische ad- gedurende 12 maanden. De effectiviteit van dit reactiveringsprogramma is nu voor het eerst retrospectief onderzocht. ductorenklachten Uit deze studie blijkt dat er de reactivering een positief effect heeft op de conditie, vermoeidheid en arbeidspartici- Doelstelling en methode patie. Het volgende doel is om het reactiveringsprogramma in een prospectieve studie nog beter in kaart te brengen De vraagstelling van het onderzoek is: Wat is de recidief kans en hoe effectief is behandeling van sporters met chro- door onder andere de mate van vermoeidheid te scoren met vragenlijsten en de toename in dagelijkse activiteiten te nische adductoren klachten na mid-term follow up? gaan meten. Daarnaast zou het gezien de positieve resultaten van de retrospectieve studie ook interessant zijn om Naar aanleiding van een randomised controlled trial is het effect van oefentherapie versus manuele therapie bij inzicht te krijgen in de vermindering van de medische consumptie en toename in arbeidsparticipatie. sporters met langdurige adductoren gerelateerde liespijn bestudeerd. De follow up van deze studie was 4 maanden. Type onderzoek : ontwikkeling Dit is redelijk kort. Er is in de literatuur niks bekend over recidief kans en langere termijn effectiviteit na behande- Promotieonderzoek : nee ling van chronische adductoren blessures bij sporters. In dit onderzoek wordt een groep van 54 patiënten die deel Verantwoordelijk projectleider : Mw. dr. S. van Berkel, sportarts hebben genomen aan een single blind, prospectief RCT naar adductoren gerelateerde liespijn weer geëvalueerd, om Naam contactpersoon : Mw. dr. S. van Berkel de recidiefkans en effectiviteit van behandelingen na mid-term follow up in kaart te brengen. De patiënten vullen E-mail contactpersoon : [email protected] een gestandaardiseerde vragenlijst in met hulp van de onderzoeker. Daarna zullen ze op gestructureerde en eerder Naam instelling : Isala klinieken Zwolle, afdeling sportgeneeskunde betrouwbaar bevonden wijze lichamelijk onderzocht worden. Het doel van de studie is te weten komen of therapie Looptijd onderzoek : 01-10-2010 tot en met 31-03- 2013 langdurig effectief blijft nadat sporters hun sport hebben hervat. Dit wordt gemeten door een geblindeerde onder- Samenwerkingspartners : Windesheim University of Applied Sciences, School of Information Sciences zoeker door middel van verschillende uitkomstmaten. Als uitkomstmaat wordt gebruikt: In vitro onderzoek naar effecten van bloedproducten op het herstel van peesweefsel −− Geen /nauwelijks palpatiepijn ter plaatse van de adductoren inserties en/of het os pubis en geen pijn bij actieve Doelstelling en methode Behandeling van peesaandoeningen bestaat momenteel hoofdzakelijk uit oefentherapie, echter deze therapie blijkt adductie tegen weerstand 154 −− Geen pijn bij sporten op het oude niveau, ook niet na sporten niet toereikend. Plaatjes-Rijk-Plasma (PRP) wordt sinds kort in de kliniek experimeel toegepast als behandeling −− Terugkeer op het oude sportniveau voor chronische tendinopathieën. Positieve effecten van PRP worden toegschreven aan de groeifactoren die worden −− Wordt aan alle 3 uitkomstmaten voldaan dan wordt het als uitstekend gescoord; 2 maal is goed, 1 maal is rede- uitgescheiden na activatie van de bloedplaatjes. Over het exacte mechanisme is echter weinig bekend. Illustrerend lijk, 0 maal is slecht. hiervoor zijn de talloze mogelijkheden om PRP te vervaardigen. Dit project richt zich op het effect van activatie van Daarnaast wordt gescoord: PRP voorafgaand aan de injectie op het gedrag van tenocyten. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van tenocyten in −− Patiënten tevredenheid in categorie slecht/matig/goed/uitstekend. hun eigen matrix (pees onder mechanische belasting in in vitro model). −− Tegner score (sport score). Het doel is om meer inzicht te krijgen in de exacte werking van het PRP-product en de meerwaarde van activatie −− VAS score voor pijn tijdens sporten, na afloop van sporten en in ADL. voorafgaand aan de injectie. Verder: Recidieven ja/nee. Duur van recidief plus behandeling – soort plus aantal/duur. Studie opzet: Fundamenteel laboratorium onderzoek Type onderzoek : toegepast klinisch Type onderzoek : 0ntwikkeling Verantwoordelijk projectleider : dr. A. Weir, sportarts Promotieonderzoek : nee Naam contactpersoon : dr. A. Weir, Nick Jansen co-assistent LUMC Verantwoordelijk projectleider :P rof. Dr. Ir. H.H. Weinans, dr. H.T.M. van Schie, veterinair arts, dr. J.L. Tol, sportarts, E-mail contactpersoon : [email protected] Naam instelling : Medisch Centrum Haaglanden, afdeling Sportgeneeskunde Naam contactpersoon : drs. S. de Jonge Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 drs S. de Jonge Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 155 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs E-mail contactpersoon : [email protected] Verantwoordelijk projectleider : A.J. Borghuis, MD/PhD-student Naam instelling : Erasmus MC Rotterdam, Orthopaedic Research Laboratory Naam contactpersoon : A.J. Borghuis Looptijd onderzoek : 01-10-2009 tot en met 01-01-2010 E-mail contactpersoon : [email protected] Samenwerkingspartners : Medisch Centrum Haaglanden, afdeling Sportgeneeskunde Naam instelling : Interfacultair Centrum voor Bewegingswetenschappen en Universitair Centrum voor Looptijd onderzoek : 01-01-2009 tot en met 01-01-2011 Categorie: Inspanning(stest), training en prestatie Samenwerkingspartners : Voetbalacademie FC Twente De Kunst van Gras Diagnostiek en training bij oncologische patiënten na chemotherapie (promotieonderzoek) Doelstelling en methode Doelstelling en methode De kwaliteit van een sportvloer is een factor in de sportprestatie en is van invloed op het ontstaan van overbelas- Doelstelling: De nabehandeling middels training/revalidatie op maat bij oncologische patiënten na chemotherapie op- tingsblessures. Dit onderzoek richt zich op het verkrijgen van een beter inzicht in hoe verschillende eigenschappen timaliseren en op zijn waarde beoordelen. van kunstgras voor voetbal de belasting op de speler beinvloeden. Door middel van 3D bewegingsanalyse tijdens Methode: Prospectief onderzoek waarbij ingebed in ‘de zorgketen’ patiënten na chemotherapie aangestuurd door gecontroleerde laboratorium experimenten word doorberekend wat de belastingen op spieren en gewrichten zijn de sportarts begeleid worden met een hoog intensief kracht- en interval-trainingsprogramma. Waarbij tot 2009 met tijdens rennen over verschillende sportvloeren.Het doel is om meer fundamenteel biomechanisch inzicht te krijgen in name de nadruk ligt op: de speler-ondergrond interactie. −− het evalueren van de (lange) termijn effecten van deze interventie; 4 Sport, Beweging en Gezondheid, Universitair Medisch Centrum Groningen. Type onderzoek : fundamenteel, strategisch −− de relatie van fysiologische kenmerken met kwaliteit van leven en vermoeidheid; Promotieonderzoek : nee −− het onderbouwen/ontwikkelen van criteria om meer gedifferentieerde begeleiding op maat te geven. Verantwoordelijk projectleider : Dr Kenneth Meijer, Universitair docent afgerond met promotie: 04-12-2009. Naam contactpersoon : Kenneth Meijer Van 2009 tot 2014 vervolgonderzoek in kader van A-Care (Alpe d’huzes-project) E-mail contactpersoon : [email protected] RCT onderzoek waarin bij patienten na chemotherapie de effecten van hoog intensieve training vergeleken worden Naam instelling : Maastricht University Medical Centre met laag intensieve kracht/interval training op fysieke kenmerken, kwaliteit van leven, moeheid en kosten effectiviteit. Looptijd onderzoek : 2010 tot en met 2012 Type onderzoek : toegepast klinisch/(landelijke) implementatie Samenwerkingspartners : Terra Sports Technology Promotieonderzoek : ja Verantwoordelijk projectleider : dr. G. Schep, sportarts Measuring and training core stability in elite youth soccer athletes (Promotieonderzoek) Naam contactpersoon : dr. G. Schep Doelstelling en methode E-mail contactpersoon : [email protected] Hoewel is gebleken dat rompstabiliteit een belangrijk concept is in de klinische revalidatie en in het trainen van Naam instelling : Máxima Medisch Centrum, EMGO Amsterdam competitieve atleten, met name vanwege de relatie met blessures, is er nog geen eenduidige methode ontwikkeld Looptijd onderzoek : 01-01-2002 tot en met 2014 waarmee rompstabiliteit op een praktisch hanteerbare manier in kaart kan worden gebracht. Dit onderzoeksproject Samenwerkingspartners : Afdeling Sportgeneeskunde in samenwerking met Inwendige Geneeskunde, Diëte- zal met name focussen op de reflexieve component van rompstabiliteit, een aspect dat met name van belang is in tiek en Psychologie vanuit Máxima Medisch Centrum, vakgroep Bewegingsweten- fysieke contactsporten als bijvoorbeeld voetbal. Eén van de doelen is om een meetinstrument te ontwikkelen en toe schappen Universiteit Maastricht, EMGO Amsterdam te passen bij jeugdige profvoetballers (de D-, C- en B-junioren van de voetbalacademie van FC Twente) om te zien 156 of het een voldoende sensitieve methode is om onderscheid te maken tussen voetballers met een goed ontwik- Revalidatietraining bij COPD (promotieonderzoek) kelde reflexieve neuromusculaire rompcontrole en voetballers waarbij deze controle minder goed is ontwikkeld. Een Doelstelling en methode tweede doel van het project is om voor de voetballers een specifiek rompstabiliteit trainingsprogramma te ontwikke- Doelstelling: De revalidatie bij COPD-patiënten in een trransmurale zorgketen optimaliseren en op zijn waarde beoordelen. len en deze aan te bieden. Hiermee zal worden gekeken of de reflexieve component van rompstabiliteit kan worden Methode: Prospectief RCT onderzoek waarbij ingebed in ‘de zorgketen’ patiënten met COPD na assessment begeleid verbeterd met training. 3 van de 6 elftallen zullen gedurende het seizoen 2009/2010 specifieke rompstabiliteit oefe- worden met op indicatie voedingsinterventie en een kracht- en interval-trainingsprogramma hetgeen transmuraal ningen krijgen aangeboden, uit elke leeftijdscategorie één elftal. Het gaat hierbij om dynamische, voetbalspecifieke georganiseerd is. De nadruk ligt nu met name op het evalueren van de termijneffecten en de kosteneffectiviteit van oefeningen. Om te onderzoeken wat de precieze invloed is van een verminderde rompstabiliteit op blessurekans, deze interventie. zullen tijdens het project blessure-incidenten van de voetballers worden bijgehouden en deze gegevens kunnen uit- Promotie 2010. eindelijk worden gekoppeld aan de testresultaten op de rompstabiliteit metingen. Uiteindelijk zou het mooi zijn om Type onderzoek : toegepast klinisch/(landelijke) implementatie met behulp van het ontwikkelde meetinstrument bepaalde voetballers te kunnen selecteren die extra rompstabiliteit Promotieonderzoek : ja training nodig hebben en om vervolgens deze atleten deze specifieke training aan te bieden ter verbetering van hun Verantwoordelijk projectleider : C. van de Wetering, fysiotherapeut reflexieve neuromusculaire rompcontrole. Naam contactpersoon : C. van de Wetering Type onderzoek : strategisch E-mail contactpersoon : [email protected] Promotieonderzoek : ja Naam instelling : Máxima Medisch Centrum Veldhoven i.s.m. Nutrim Maastricht Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 157 4 Wetenschap en onderwijs Looptijd onderzoek Wetenschap en onderwijs :0 1-01-2002 tot en met 31-12-2010 N.B. Waarschijnlijk zullen er vervolgprojecten opgestart worden vanaf 2011 met beoogde looptijd tot 2015. Samenwerkingspartners : L onggeneeskunde, Fysiotherapie, Diëtetiek, Sportgeneeskunde vanuit Máxima Medisch Centrum Veldhoven en Universiteit Maastricht Nutrim 4 looptraining de maximale aërobe capaciteit niet toeneemt. Daarom zou naast de looptraining ook een training moeten plaatsvinden om de conditie te verbeteren. Bij het starten van een trainingsprogramma om de fysieke conditie te verbeteren bij patiënten met een beenamputatie moet echter rekening gehouden worden dat een groot deel van deze patiënten hart- en vaatziekten hebben of een grote kans hebben op het ontwikkelen hiervan. Het is van belang dat bij het starten van de revalidatie bij deze patiëntengroep bekend is of er sprake is van hart- en vaatziekten en Bloeddrukwaarden bij sporters (promotieonderzoek) in hoeverre deze patiënten in staat zijn tot een training om de fysieke conditie te verbeteren. Het meten van de Doelstelling en methode fysieke conditie kan het beste plaatsvinden door middel van een inspanningstest op een ergometer. Op dit moment Hypertensie is een reden om een jonge sporter af te keuren voor competitieve sporten. Management van hypertensie is er geen geschikt meetinstrument beschikbaar waarmee bij patiënten met een beenamputatie de fysieke conditie bij sporters (jonge en oudere) wordt beschreven aan de hand van een prospectieve observationele studie bij sporters gemeten kan worden. Het doel van dit onderzoeksproject is het ontwikkelen van een adequaat meetinstrument om die zijn verwezen i.v.m. hypertensie naar aanleiding van preventieve CV screening volgens het Lausanne protocol. de fysieke conditie te meten bij patiënten met een beenamputatie. Type onderzoek : fundamenteel/toegepast klinisch Type onderzoek : toegepast klinisch Promotieonderzoek : ja Promotieonderzoek : ja Verantwoordelijk projectleider : drs. N.M. Panhuyzen-Goedkoop, (sport)cardioloog Verantwoordelijk projectleider : drs. E.K. Simmelink, revalidatiearts Naam contactpersoon : drs. N.M. Panhuyzen-Goedkoop Naam contactpersoon : E.K. Simmelink E-mail contactpersoon : [email protected] E-mail contactpersoon : [email protected] Naam instelling : Sportmedisch Centrum Papendal Naam instelling : Centrum voor Revalidatie UMCG Looptijd onderzoek : 01-01-2006 tot en met onbekend Looptijd onderzoek : 01-10-2009 tot en met 01-10-2013 Samenwerkingspartners : UMC St. Radboud, prof.dr. J.L.R.M. Smeets Samenwerkingspartners entrum voor Revalidatie UMCG (Revalidatiegeneeskunde en Longrevalidatie) in :C samenwerking met het Interfaculteit voor Bewegingswetenschappen RUG Epinephrine response during exercise in Addison’s Disease Doelstelling en methode Exercise induced laryngeal obstruction (werktitel) Fatigue is indisputable the main complaint affecting quality of life in Addison’s disease (AD, primary adrenocortical Doelstelling en methode insufficiency). Cortisone is crucial in normal andromedullary epinephrine (EN) synthesis. AD patients lack EN, which Enkele sporters ervaren tijdens (sub)maximale inspanning acute benauwdheid welke spontaan verdwijnt na het is essential for glucose homeostasis during exercise. Prior studies, using an adrenodemedullated rat model, have staken van de inspanning. Vanwege deze klachten worden diverse onderzoeken verricht naar een mogelijk oorzaak demonstrated a reduced time to exhaustion and attenuated muscle glycogenolysis. In line with this, humans with AD hiervoor. Te denken valt aan longfunctietesten onder verdenking van inspanningsastma of inspanningsonderzoek have low lactate levels during exercise. Only limited human research is available and a decreased exercise capacity in middels ergometrie voor hartritmestoornissen. Dergelijk aanvullend onderzoek levert soms niets op. Hoewel dan humans with AD has not been objectified. Although much is clear about the role of EN during exercise, this informa- geen oorzaak is aangetoond op pulmonaal of cardiaal gebied zijn er wel dyspnoeklachten. In dit het geval moet tion has not yet resulted in therapeutic strategies for AD patients. We hypothesize that exercise-related EN deficiency worden gedacht aan inspanningsgerelateerde laryngeale obstructie als oorzaak van de klachten. Bij deze aandoening is the main cause of fatigue in AD during exercise. In the present pikot research project, we will investigate exercise is er sprake van verkramping van het strottenhoofd. Dit is een behandelbare oorzaak. performance and cathecholamine response during exercise by AD patients with and without exercise intolerance. Recent is in samenwerking met de afdeling KNO een (diagnostisch) onderzoek gestart naar dyspnoeklachten tijdens This proof of concept study is essential to guide a subsequent clinical study investigating the possibility for EN inspanning waarbij een inspanningstest met laryngoschopie wordt verricht ter aantoning danwel uitsluiting van ‘exer- replacement therapy in AD patients during exercise. Furthermore the research data can be used to formulate an exer- cised induced laryngeal obstruction’. cise or training advice for AD patients. Type onderzoek : toegepast klinisch Type onderzoek : toegepast klinisch Promotieonderzoek : nee Promotieonderzoek : nee Verantwoordelijk projectleider : Melanie Inklaar, sportarts i.o. Verantwoordelijk projectleider : dr. Stephan F.E. Praet, sportarts/bewegingswetenschapper Naam contactpersoon : Melanie Inklaar Naam contactpersoon : dr. Stephan F.E. Praet E-mail contactpersoon : [email protected] E-mail contactpersoon : [email protected] Naam instelling : Afdeling Sportgeneeskunde, Meander Medsich Centrum, lokatie Baarn Naam instelling : ErasmusMC, Rotterdam Looptijd onderzoek : november 2009 tot november 2011 Looptijd onderzoek : 01-01-2009 tot en met 01-01-2010 Samenwerkingspartners : J.P.M. Wielders, laboratorium klinische chemie Samenwerkingspartners :D epartment of Pharmacology, Vascular & Metabolic diseases, Erasmus MC / Nederlandse Vereniging van Addison and Cushing Patiënten (NVACP) Reproduceerbaarheid en betrouwbaarheid van de Nexfin apparatuur (cardiac output meter) bij inspanning Doelstelling en methode 158 Het meten van de fysieke conditie bij patiënten met een beenamputatie (promotieonderzoek) De zuurstofopname wordt bepaald door de cardiac output (CO = hartfrequentie x slagvolume) in combinatie met Doelstelling en methode het hemoglobine (Hb) en de perifere zuurstofextractie (arteriële zuurstofspanning - veneuze zuurstofspanning). De Patiënten met een beenamputatie hebben een verminderde fysieke conditie. Lopen met een prothese kost meer verhoudingen kunnen worden weergegeven in een formule: zuurstofopname = cardiac output * 1,3 * hemoglobine energie dan lopen met twee gezonde benen. Uit onderzoek is gebleken dat indien de revalidatie alleen bestaat uit (in gram%) * zuurstofextractie (arteriële - veneus). Om te kunnen bepalen of de zuurstofopname capaciteit van een Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 159 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs persoon wordt beperkte door een centrale (lees cardiac output) of perifere (lees zuurstofextractie) component is het E-mail contactpersoon : [email protected] noodzakelijk om de cardiac output te kunnen meten. Dit laatste is met name interessant bij bijvoorbeeld patiënten Naam instelling : Maastricht University Medical Centre met hartfalen, maar ook bij topsporters zou het kunnen worden gebruikt om te bepalen welk systeem (centraal of Looptijd onderzoek : April 2010 tot en met juni 2013 perifeer) zij zouden moeten verbeteren in trainingen. Sinds 2007 is de Nexfin (BMEYE B.V., Amsterdam, the Nether- Samenwerkingspartners : Universiteit Maastricht / NIVEL / RIVM 4 lands) beschikbaar als non-invasief instrument om de bloeddruk en de cardiac output van het hart te bepalen. Dit apparaat is uitgebreid getest ten aanzien van de bloeddrukregistratie. De cardiac output gemeten met de Nexfin is (Kosten)effectiviteitsonderzoek van pakket 3 van de BeweegKuur (promotieonderzoek) in een wetenschappelijk onderzoek vergeleken met de conventionele thermodilutiemethode, maar er is tot op heden Doelstelling en methode geen onderzoek gedaan naar de betrouwbaarheid en reproduceerbaarheid van de Nexfin metingen bij gezonde per- De BeweegKuur is een leefstijlinterventieprogramma voor mensen met overgewicht. De BeweegKuur wordt in ver- sonen tijdens inspanning. schillende pakketten aangeboden. Pakketten verschillen in de mate van fysiotherapeutische begeleiding. Op basis Voordat de Nexfin apparatuur gebruikt kan gaan worden in de sportgeneeskundige praktijk moet er dus eerst onder- van de ernst van overgewicht en de aanwezigheid van comorbiteiten komen mensen in aanmerking voor een van de zoek verricht worden naar de betrouwbaarheid en reproduceerbaarheid van het apparaat bij gezonde personen tijdens pakketten. Effectiviteit van pakket 1 en 2 is aangetoond. De vraag is of pakket 3, het meest intensief begeleide pak- inspanning. Het doel van dit project is dan ook om de reproduceerbaarheid te gaan testen bij gezonde sporters. ket voor de mensen waarvoor dit pakket bedoeld is, (kosten)effectiever is dan pakket 2. In 30 huisartsenpraktijken Type onderzoek : toegepast klinisch worden in totaal 600 deelnemers aan de studie geïncludeerd, in de helft van de praktijken krijgen deze deelnemers Promotieonderzoek : nee pakket 3 aangeboden in de andere helft pakket 2. Voorafgaand aan de interventie, halverwege, en direct na beëindi- Verantwoordelijk projectleider : Mw. dr. S. van Berkel, sportarts ging en na 1 jaar worden beweeggedrag, spierkracht en gezondheidsparameters gemeten. Naam contactpersoon : Mw. dr. S. van Berkel Type onderzoek : strategisch E-mail contactpersoon : [email protected] Promotieonderzoek : ja Naam instelling : Isala klinieken Zwolle, afdeling sportgeneeskunde Verantwoordelijk projectleider : dr. Hans H.C.M. Savelberg, universitair hoofddocenct Looptijd onderzoek : 01-09-2010 tot en met 01-02-2010 Naam contactpersoon : dr. Hans H.C.M Savelberg E-mail contactpersoon : [email protected] Naam instelling : Universiteit Maastricht Looptijd onderzoek : april 2010 tot en met maart 2014 Samenwerkingspartners :B ewegingswetenschappen, Universiteit Maastricht EMGO-instituut, Categorie: Bewegen en gezondheid Monitoringonderzoek naar pakket 1 en 2 BeweegKuur Vrije Universiteit NISB Doelstelling en methode The Netherlands Institute for Sport and Physical Activity (NISB) developed the Beweegkuur as a one-year lifestyle Het gebruik van anti-pronatie tape om het succes van zolen te bepalen (werktitel) intervention programme to prevent and treat type II diabetes mellitus (DM-II) in Dutch primary care. In 2009, the Doelstelling en methode intervention has been redesigned in order to extend the scope of the intervention to overweight and obese persons. Onderzoeken of het aanmeten van zolen door middel van anti pronatie tape succesvoller is dan het aanmeten van Although improved physical activity and dietary behaviour are known for their effectiveness in treating overweight zolen door middel van visuele inspectie. Hiertoe worden 3 groepen met elkaar vergeleken en het effect (gemeten in and obesity, it is not clear whether relatively intensive lifestyle interventions can be successfully integrated into the pijn) beoordeeld. Dutch primary care system and – in case of integration – would achieve the same effect on body weight, dietary Type onderzoek : toegepast klinisch behaviour and physical activity as can be expected from previous lifestyle intervention trials. Moreover, it is a con- Promotieonderzoek : nee tinuing challenge to design and implement health promotion interventions that promote lifestyle changes that can Verantwoordelijk projectleider : Marsha Tijssen, fysiotherapeut/student bewegingswetenschappen be easily integrated into participants’ daily lives and thus not only promote behaviour change but also behaviour Naam contactpersoon : Marsha Tijssen maintenance. E-mail contactpersoon : [email protected] Thus, the objectives of this study are to monitor (1) the participation rate, drop-out and compliance of participants Naam instelling : Sport Medisch Centrum Papendal enrolled in the BeweegKuur programme in the treatment of overweight and obesity, (2) whether the intervention can Looptijd onderzoek : maart 2009 tot en met juni 2010 achieve changes in body weight, dietary behaviour and physical activity, and (3) whether the induced lifestyle chan- Samenwerkingspartners : Universiteit Maastricht en VSO ges are maintained one year post-intervention. 160 Approximately 25 GP practices and primary health care centres will participate in the study. In total 200 patients will Preventieve cardiovasculaire screening bij sporters > 35 jaar: is dit zinvol? (promotieonderzoek) be followed in the current monitoring study. The health and lifestyle of the participants will be assessed three times; Doelstelling en methode baseline measurements will be taken when participants start with the programme, and subsequently 12 and 24 Over preventieve cardiovasculaire screening bij sporters >35 jr is nog niet zo veel bekend. Evenmin is vastgesteld of months after the baseline measurement. een inspanningstest geïncludeerd moet worden in deze screening. Alle sporters >35 jr die verwezen zijn voor preven- Type onderzoek : (landelijke) implementatie tieve CV-screening worden vervolgd in de tijd. Uitkomst zijn CV mortaliteit of event. Promotieonderzoek : nee Type onderzoek : fundamenteel/toegepast klinisch Verantwoordelijk projectleider : Dr. Stef Kremers, Universitair Hoofddocent Promotieonderzoek : ja Naam contactpersoon : Geert Rutten Verantwoordelijk projectleider : drs. N.M. Panhuyzen-Goedkoop, (sport)cardioloog Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 161 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs Naam contactpersoon : drs. N.M. Panhuyzen-Goedkoop OriGENE rugtrainingsmethode versus actieve rompstabiliteitstraining bij chronische aspecifieke lage rugpijn E-mail contactpersoon : [email protected] Doelstelling en methode Naam instelling : SMC Papendal Er zijn verschillende mogelijkheden om patiënten met a-specifieke onderrugklachten te trainen. Twee daarvan die Looptijd onderzoek : 2006 tot en met onbekend gebruikt worden bij TopSupport zijn de OriGENE rugtrainer en de actieve rompstabiliteitstraining. Samenwerkingspartners : UMC St. Radboud cardiologie, prof.dr. J.L.R.M. Smeets Doelstelling: Onze vraag is of er een verschil is in effect aangaande pijnklachten, eventuele bewegingsangst, beper- 4 kingen, participatie en functionele beweegpatronen tussen de behandeling met intensieve lumbale extensoren weerSportcor (promotieonderzoek) standstraining door middel van de OriGENE rugtrainer ten opzichte van de actieve rompstabiliteitstraining. Doelstelling en methode Deelnemers van het onderzoek zijn patiënten die a-specieke rugklachten hebben die langer dan twaalf weken aan- Landelijke registratie van plotselinge hartstilstand bij sporters. Doel daarvan is het verkrijgen van inzicht in de wezig zijn. Werving voor het onderzoek vindt plaats binnen de St. Anna zorggroep, namelijk via de sportgeneeskun- frequentie van optreden van en de oorzaken van plotselinge hartstilstand bij sporters. Inclusie: aanmelding via de en orthopedie. ww.sportcor.nl door nabestaanden, cardiologen, sportartsen, huisartsen en ggd-artsen (schouwartsen). Patiënten worden gemeten door middel van een vijftal vragenlijsten en een fysieke test (functional movement Type onderzoek : fundamenteel screen) op de baseline en krijgen vervolgens een 13 weken durende training die bepaald wordt door randomisatie. Promotieonderzoek : ja Follow up metingen vinden plaats 3, 6 en 9 maanden na de baseline meting. De primaire uitkomstmaten zijn de Verantwoordelijk projectleider : dr. A. Mosterd, cardioloog mate van ervaren pijn, de mate van eventueel ervaren bewegingsangst vanwege rugklachten en het functioneren Naam contactpersoon : drs. M. de Beus van de patiënt in algemeen dagelijks leven, werk, sport en hobby’s. De secundaire uitkomstmaat is het functionele E-mail contactpersoon : [email protected] beweegpatroon. Naam instelling : UMC Utrecht Daarna wordt bepaald in hoeverre de OriGENE rugtrainer of de actieve rompstabiliteitstraining beter is en of de pa- Looptijd onderzoek : 01-01-2008 tot en met 31-12-2018 tiënt een verbetering toont in de functionele beweegpatronen. Samenwerkingspartners : Vereniging voor Sportgeneeskunde en Nederlandse Vereniging voor Cardiologie Type onderzoek : toegepast klinisch Promotieonderzoek : nee (P)reconditionering Verantwoordelijk projectleider : J.A.J. van Kuijk, sportarts Doelstelling en methode Naam contactpersoon : Miguel Klokgieters De afdeling Revalidatie & Sportgeneeskunde (R&S) wil zich meer gaan profileren op het gebied van (p)reconditione- E-mail contactpersoon : [email protected] ring. De term (p)reconditionering omvat twee onderwerpen: 1) preconditionering (gericht trainen om fitter te zijn vóór Naam instelling : TopSupport, Eindhoven (onderdeel van de St. Anna zorggroep) een grote operatie of andere ingrijpende behandeling) en 2) reconditionering (revalidatie ná een operatie of ziekte). Looptijd onderzoek : juli 2009 tot en met juli 2010 Beide aspecten zijn bedoeld om deconditionering tegen te gaan door middel van lichamelijke activiteit, wetende dat Samenwerkingspartners : nvt deconditionering een ongunstige invloed heeft op functionele, psychologische en sociale effecten heeft. 162 Naar aanleiding van gesprekken met relevante partners binnen verschillende divisies blijkt er, UMCU breed, interesse Top&Fit programma Cardiovasculaire aandoeningen te zijn voor dit onderwerp. Door middel van een financiële bijdrage van de divisie Hersenen kan deze profilering Doelstelling en methode doorgezet worden middels dit project. De profilering zal betrekking hebben op de patiëntenzorg, maar tevens ook een De deelnemers worden geselecteerd door een cardioloog, huisarts, sportarts en/of inspanningsfysioloog. Op basis profilering zijn om een infrastructuur te creëren voor wetenschappelijk onderzoek binnen de afdeling R&S. Op deze van een ECG en uitgebreid medisch onderzoek vindt een verwijzing plaats. De interventie duurt minimaal èèn jaar, manier zal de afdeling R&S zowel in de zorg als het wetenschappelijk onderzoek een sterkere positie binnen het zie- waarbij twee maal per week beweegactiviteiten worden aangeboden onder deskundige begeleiding. Met behulp van kenhuis krijgen. De doelstelling: De afdeling R&S profileert zich binnen het UMCU met meer wetenschappelijke uitstra- een Philips Activity Monitor wordt het beweeggedrag van de deelnemers gevolgd. De interventie richt zich tevens ling door een sterke onderzoeksinfrastructuur rondom relevante onderwerpen welke passen binnen de visie van het op het voorkomen van risicogedragingen als roken, stress en verkeerde voeding. Aan het einde van de interventie UMCU en dit in te bedden in de patiëntenzorg. Projecten die inmiddels zijn gestart: ‘INTENZS’ (Intensiveren van thera- wordt het medisch onderzoek herhaald. Op basis van de AM kan verandering van het beweeggedrag van deelnemers pie en zorg na stroke); ‘Preconditionering van patienten die een levende-donor niertransplantatie ondergaan’; ‘Precon- vastgesteld worden. ditionering voor oesofagusresectie’ (in aanvraag); ‘Symposium Pre- en reconditionering, winst voor de patiënt?’. Type onderzoek : toegepast klinisch Type onderzoek : toegepast klinisch Promotieonderzoek : nee Promotieonderzoek : nee Verantwoordelijk projectleider : drs. Roald van der Vliet / dr. C.R. van den Hoogenband, programmamanager Verantwoordelijk projectleider : Ingrid van de Port, onderzoekscoordinator Sportgeneeskunde Naam contactpersoon : Roald van der Vliet Naam contactpersoon : Karin Valkenet E-mail contactpersoon : [email protected] E-mail contactpersoon : [email protected] Naam instelling : TopSupport Naam instelling : UMC Utrecht Looptijd onderzoek : 01-08-2009 tot en met 01-01-2011 Looptijd onderzoek : van 1-10-2008 tot 31-12-2010 Samenwerkingspartners :S tichting Vrienden van het hart / Fontys Hogescholen / Afstudeerder Universiteit Samenwerkingspartners : verschillende afdelingen binnen het UMCU Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Maastricht Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 163 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs Medium and long-term benefits of a structured rehabilitation (Beweegkuur+) program in long-standing type 2 diabe- A validation study on the SteepRamp test to assess physical loading capacity and oxidative capacity in patients with tes patients with multiple disabling co-morbidities (promotieonderzoek) Type 2 diabetes (promotieonderzoek) Doelstelling en methode Doelstelling en methode Research hypothesis Background: Exercise therapy is becoming is a more and more important cornerstone in the treatment of type 2 di- A supervised exercise and dietary intervention improves health when compared with a usual care dietary intervention abetes. Physical therapist often supervise such exercise interventions. However, for optimal results, physical loading in obese type 2 diabetes patients with multiple disabling co-morbidities. capacity needs to be assessed to tailor the exercise intervention program to the individual patient. Due to autono- Background mic neuropathy and use of medication. submaximal exercise tests have been proven unreliable in type 2 diabetes. Physical exercise training is an important tool for improving blood glucose homeostasis in type 2 diabetic patients. Previous research in post-chemo therapy patients has shown that a brief supramaximal exercise test (Steepramp A combined resistance and endurance type exercise training program can be applied effectively to improve functional test, 25W/10 sec) provides a better estimate of maximal oxygen uptake capacity as opposed to a submaximal exer- capacity, body composition and metabolic control in type 2 diabetes patients. However, in obese long-standing type cise test. In heart failure patients this has been show a safe and reliable test procedure. Besides physical loading 2 diabetes patients with multiple co-morbidities, the impact of structured exercise on health has not been assessed. capacity , accurate information on activity patterns and movement behaviour is warranted in type 2 diabetes. So far, Because of the high cardiovascular risk profile and functional disabilities in these patients, therapeutic exercise pro- large scale studies on the relationship between physical loading capacity, and objectively measured cardiorespiratory grams have hardly been evaluated in this type 2 diabetes subpopulation. fitness in patients with type 2 diabetes are lacking. Aims Methods: For this research project, 135 patients with type 2 diabetes (50% men/50% women, age 30-80 yrs) will be The current research proposal aims to investigate the medium and long-term health benefits of a combined supervi- asked to perform a standard VO2max test, Steepramp test, as well as a submaximal Åstrand test. Test-retest reliabi- sed exercise and dietary intervention versus a dietary intervention in obese long-standing type 2 diabetes patients. lity of both the submaximal and Steepramp test will be measured. It is hypothesized that supervised exercise training combined with dietary measures will improve muscle strength, Outcome: Based on this validation study, type 2 diabetes specific regression equations will be developed that can cardiorespiratory fitness and body composition. The latter will improve both physical and mental health status, resul- assist a physical therapist to estimate VO2max, functional loading capacity and tailor a therapeutic exercise interven- ting in improved metabolic control through a durable increase in total weekly energy expenditure. tion to the individual patient. Study sample and Methods Type onderzoek : toegepast klinisch Following extensive cardiovascular screening, a total of 80 obese long-standing type 2 diabetes patients with sub- Promotieonderzoek : ja optimal glycemic control (HbA1c>7.0%) will be recruited through their general practitioner, nurse practitioner and/or Verantwoordelijk projectleider : dr. Stephan F.E. Praet, sportarts/bewegingswetenschapper diabetologist. Naam contactpersoon : dr. Stephan F.E. Praet Patients will be randomized to follow either a 26 weeks combined supervised exercise and dietary intervention pro- E-mail contactpersoon : [email protected] gram or to take part in a dietary intervention program aimed at decreasing daily energy intake with 600 kcal/day. Naam instelling : ErasmusMC, Rotterdam Before and after 26 and 52 weeks, blood samples and questionnaires will be collected to assess changes in glyce- Looptijd onderzoek : 01-04-2009 tot en met 01-05-2010 mic control, lipid profile, health-related quality of life, diabetes burden and depression scores, respectively. Samenwerkingspartners : Department of Pharmacology, Vascular & Metabolic diseases, Erasmus MC 4 Accelerometry based activity monitors will be used to assess changes in daily physical activity levels. Changes in regional body composition, functional capacity, muscle strength and cardiorespiratory fitness will be assessed using Defining the characteristics of effective exercise intervention in type 2 diabetes (promotieonderzoek) respectively skinfold measurements, functional tests (Sit-to-Stand, 6 minute walking test), isokinetic testing and Doelstelling en methode cycle-ergometry protocol. Objective: This research project aims to define the modalities that optimize the clinical benefits of exercise interven- End Points tion to improve glycemic control in type 2 diabetes patients. The modalities of interest include the preferred type, Dependent variables are changes in 1. Blood HbA1c content; 2. Objectively measured movement related physical intensity, and frequency of exercise. The results of the project will be specified for 3 typical populations relevant to activity levels 3. Physical strength, resistance to fatigue and cardiorespiratory fitness 4. Cardiovascular risk profile the increasing incidence of type 2 diabetes and its complications: glucose intolerant subjects at risk of developing (blood pressure, waist circumference, body composition,blood lipid profile) 5. Health-related Quality of Life, Depres- type 2 diabetes and type 2 diabetes patients on oral blood glucose lowering medication only, or in combination with sion score and Diabetes burden exogenous insulin therapy. Type onderzoek : toegepast klinisch Methods: Ambulatory glucose monitoring technique will be used to assess the effects of different exercise modalities Promotieonderzoek : ja on subsequent blood glucose homeostasis. The measurements will be performed under standardized dietary, but Verantwoordelijk projectleider : dr. Stephan F.E. Praet, sportarts/bewegingswetenschapper otherwise free-living conditions. Naam contactpersoon : dr. Stephan F.E. Praet Type onderzoek : (Landelijke) implementatie, toegepast klinisch E-mail contactpersoon : [email protected] Promotieonderzoek : ja Naam instelling : ErasmusMC, Rotterdam Verantwoordelijk projectleider : prof. dr. L.J.C. van Loon, hoogleraar fysiologie van inspanning Looptijd onderzoek : 01-10-2009 tot en met 01-01-2012 Naam contactpersoon : Jan-Willem van Dijk Samenwerkingspartners : Department of Pharmacology, Vascular & Metabolic diseases, Erasmus MC / Neder- E-mail contactpersoon : [email protected] Naam instelling : Maastricht University Medical Centre+ Looptijd onderzoek : April 2008 tot en met juni 2012 lands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) / GGD Rotterdam-Rijnmond 164 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 165 4 Wetenschap en onderwijs Samenwerkingspartners Wetenschap en onderwijs : Z on-Mw; Nutrim School for Nutrition Toxicology and Metabolism; MUMC-MOVE; EMGO Institute for Health and Care Research The influence of leucine supplementation on body composition and muscle characteristics in elderly, type 2 diabetes E-mail contactpersoon : [email protected] Naam instelling : Universiteit Maastricht Looptijd onderzoek : augustus 2005 tot en met mei 2011 Samenwerkingspartners ewegingswetenschappen, Interne Geneeskunde, MUMC+ Universiteit Maastricht :B patients (Promotieonderzoek) 4 Sportgeneeskunde, Maxima Medisch Centrum Doelstelling en methode Binnen dit onderzoek werd er gekeken naar de klinische voordelen van 6 maanden leucine supplementatie bij ou- Compliance, adherence and health effects in training programmes for starting sporters dere type 2 diabetes patienten. 60 oudere mannen (>65 jaar) met type 2 diabetes zijn geselecteerd en onderverdeeld (start-to-run and start-to-walk). in 2 groepen (placebo en leucine). Gedurende 6 maanden namen deze proefpersonen na elke maaltijd 2.5g leucine Doelstelling en methode of placebo (7.5g/dag). Lichaamssamenstelling, spierkarakteristieken, spierkracht, glucose homeostase, basale plasma The objectives of this study are to investigate: aminozuurconcentraties en lipide profiel worden op het begin, na 3 maanden en na 6 maanden leucine supplemen- −− the rate of compliance to the training programs tatie gemeten. −− the subjective reasons of participants for non-compliance Type onderzoek : fundamenteel, toegepast klinisch −− the rate of adherence to regular sport behavior after completion of the supervised training programs Promotieonderzoek : ja −− the subjective reasons for non-adherence Verantwoordelijk projectleider : Prof. dr. L.J.C. van Loon, Hoogleraar −− the short term and long term effects of the two training programs on physical and mental health Naam contactpersoon : Marika Leenders −− the differences in baseline demographic characteristics, compliance, adherence and short- and long-term physical E-mail contactpersoon : [email protected] Naam instelling : Human movement sciences, Maastricht University Medical Centre+ Materials and Methods Looptijd onderzoek : 2009 tot en met 2010 Study design Samenwerkingspartners : Top Institute Food and Nutrition Maastricht University The study is a prospective cohort study with a one-year follow-up. and mental health between the running and walking groups Study population Improving mobility in diabetic patients through resistance training (promotieonderzoek) In our study we will recruit volunteers who will start to participate in the STR- and STW-programs at several STR and Doelstelling en methode STW training locations in the province Limburg in The Netherlands. In three consecutive years novice participants of Impaired mobility is a major health problem affecting many subjects with diabetes mellitus. It is associated with loss STR and STW will be contacted to participate in our study at their first STR or STW training. Recruitment will be as- of quality of life and it is a strong predictor for poor health outcomes. Reduced lower extremity muscle function, as a sisted by the trainers at each STR and STW location. consequence of diabetic polyneuropathy, is a major cause of impaired mobility. We hypothesize that a programme of Measurements resistance training will counterbalance the effects of polyneuropathy on muscle wasting, and will improve mobility and Compliance and adherence rate and participants’ subjective reasons for (non)compliance and (non-)adherence will be associated quality of life. One important requirement is that the intervention programme will be applicable in outpa- measured by questionnaires at baseline, at the end of physical training program (6 weeks), and after 12, 26 and 52 weeks. tient care. In a subpopulation, consisting of participants at training locations in Maastricht, physical and mental health assessment Subjects with clinical polyneuropathy will be included in a prospective randomized clinical trial. Baseline data will be measurements will be performed at baseline and after 6, 12 and 52 weeks. compared with a reference population of age and sex-matched diabetic subjects without neuropathy. Subsequently, For an overview of the measurements and time schedule see the flow-chart. the neuropathic patients will be randomised in two groups. Each group will be stratified to degree of polyneuropathy. a. Baseline characteristics Since diabetic polyneuropathy progresses from distal to more proximal muscles, the intervention group will partici- The questionnaire at start will contain questions on personal and demographic data (e.g. sex, age, height, mari- pate in two consecutive training programmes; the first concentrating on lower leg musculature, the second on upper tal status, level of education, occupation), physical and mental health status, drug use, reasons for participation leg muscles as well. It is hypothesized that in more severe polyneuropathy susceptibility to training decreases and a in STR or STW, and previous sports participation experience. The follow up questionnaires will focus on compli- more intense and extended intervention programme will be required to be effective. Consequently, subjects with mild ance of the participants in running (STR group) or walking (STW group), subjective reasons for non-compliance polyneuropathy will benefit from the first intervention stage, whereas patients with more severe degrees of polyneu- or non-adherence after completion of the supervised physical training program and alterations in physical and ropathy will only show improvements after the second stage. Both in intervention and control group, mobility, muscle mental health status. function and quality of life will be assessed at baseline, in between both interventions, immediately after the second 166 b. Compliance and adherence intervention and six months after terminating the training. To assess the rate of and reasons for (non-)compliance and (non-)adherence to the physical activities all partici- This project will result in a resistance training intervention that improves mobility and quality of life in diabetic pa- pants will receive questionnaires after 6, 26 and 52 weeks. The questionnaires after 6 weeks include questions tients. It will also lead to a better understanding of the relation between diabetic neuropathy and muscle weakness whether the subject has completed the training program and, if not, for what reason he/she withdrew. At 26 and and limited mobility. Moreover, insight will be gained in optimizing training programmes for neuropathic patients. 52 weeks the questions go into the reasons why the participant is still active in any sports activity (running, wal- Type onderzoek : strategisch, fundamenteel king or other sports activities) on a regular base, or why he/she discontinued. Promotieonderzoek : ja Verantwoordelijk projectleider : dr. Hans H.C.M. Savelberg, universitair hoofddocenct At baseline, and after 6 and 52 weeks health status will be assessed by questionnaires on physical, mental and Naam contactpersoon : dr. Hans H.C.M Savelberg subjective health and include also questions on health behavior. The health behavior questions go into smo- Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 c. Health questionnaires Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 167 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs king habits (yes/no), use of prescription drugs (yes/no), and physical activity. The latter includes 4 questions that Hyperoxic exercise training as an innovative therapy to improve metabolic control, endothelial dysfunction and measure the frequency of moderate intense physical activity (days per week), and the frequency and duration of physical fitness in deconditioned Type 2 diabetes patients (promotieonderzoek) intense physical activity per week. Physical health is assessed as weight (kg), body mass index (kg/m2), waist Doelstelling en methode circumference (cm) and perceived health. Perceived health is measured with the item “How, in general, is your he- Type 2 diabetes patients frequently suffer from physical deconditioning and vascular disease. Although the exact me- alth” with answering categories ranging from 1 (very good) to 5 (very bad) (CBS, 2008). In addition, respondents chanisms are unclear, microvascular changes and endothelial dysfunction appear to inhibit the oxygen transport and have to rate their health on a scale from 1-10. Chronic stress will be measured with the Checklist Chronic Stress uptake in peripheral skeletal muscle of type 2 diabetes patients. Hyperoxic-training has been shown a safe interven- Complaints (CCSC) (Schmidt & Dorant, 2004; Dorant, Van der Molen & Schmidt, 2006). The CCSC contains 22 tion to increase exercise capacity and energy expenditure and is now routinely used for athletes (‘live-high, train- items reflecting 22 chronic stress complaints. The overall question is: “Have you been bothered by the following low’) and COPD patients. Furthermore, in COPD patients normalisation of oxygen saturation improves complaints during the last week?”. Answering categories range from 1 (not at all) up to 5 (very often). An overall insulin sensivity. chronic stress score will be computed by averaging 8 core items regarding fatigue, cognitive complaints and emo- Objective: This research project aims to investigate (1) whether hyperoxic interval training improves insulin resistan- tional complaints. Coping self-efficacy will be measured with a validated (is dat juist??) Dutch translation of the ce, endothelial dysfunction, cardiovascular fitness, lipid metabolism and glycemic control in the treatment of decon- Coping Self-efficacy scale (CSE) (Chesney, Neilands, Chambers, Taylor & Folkman, 2006). The Dutch CSE contains ditioned non-insulin dependent type 2 diabetes patients (2) the pathophysiological role of endothelial dysfunction the 13 core items identified by Chesney et al (2006) that measure the ability to use problem-focused coping (6 and insulin resistance on the adaptive response to exercise. items), to stop unpleasant emotions and thoughts (4 items), and to get support from friends and family (4 items). Study design: double-blind placebo controlled intervention study The overall question is: “At the moment do you feel able to ….”. Answering categories range from 1 (not at all) to Study population: 48 deconditioned non-insulin dependent type 2 diabetes patients 5 (very well). An overall score and three sub scores were computed by averaging the according items. Intervention: After inclusion, subjects will be randomised and blinded to 16 weeks of progressive 30-45 min cycle er- Type onderzoek : toegepast klinisch gometer interval training, applied 3 times a week while breathing either hyperoxic (100%O2, 4-8 L/min) or normoxic Promotieonderzoek : nee (21%O2-79%N2, 4-8L/min) humidified air (=placebo) through a nasal tube/face mask. Verantwoordelijk projectleider : Dr. T. van Merode, huisarts-onderzoeker Main study parameters/endpoints: The main study parameter and end-point is the relative improvement in whole- Naam contactpersoon : T. van Merode body insulin sensitivity. Secondary end-points are relative improvements in vascular function parameters using E-mail contactpersoon : [email protected] forearm plethysmography, cardiovascular fitness, systemic blood pressure, body composition, lipid metabolism and Naam instelling : Maastricht UMC+ glycemic control. Looptijd onderzoek : 2008 tot en met 2011 Before inclusion subjects will undergo a physical examination and X-ECG to exclude cardiovascular disease and as- Samenwerkingspartners : Capgroepen Huisartsgeneeskunde, Epidemiologie en Sociale Geneeskunde van sess cardiorespiratory status. A subgroup of 12 subjects will undergo a submaximal exercise test while obtaining Maastricht UMC+ 4 arteriovenous blood samples to optimize oxygen flow during exercise. Subsequently 36 participating subjects will be asked to attend a total of 48 supervised exercise sessions of 45 min. To minimize the risk for a hypoglycemic event The (cost-)effectiveness of an individually tailored long-term worksite health promotion programme on physical acti- during the first 2 weeks of the exercise intervention, capillary blood glucose will be measured following exercise. If vity and nutrition: design of a pragmatic cluster randomised controlled trial (promotieonderzoek) necessary medication will be adjusted. Independent of oxygen concentration in the air mixture, patients are expected Doelstelling en methode to improve their physical fitness and metabolic control. Beside the direct therapeutic effects, both interventions are Doel van de studie is de evaluatie van de (kosten)effectiviteit van een programma gericht op de bevordering van expected to improve general health and well-being. lichamelijke activiteit en gezonde voeding bij werknemers. In een cluster randomized controlled trial met 2 jaar Dual energy x-ray absorptiometry will be used to assess changes in body composition. Frequently sampled intrave- follow-up krijgen werknemers de mogelijkheid mee te doen aan een gezondheidsmeting en krijgen ze toegang tot nous and forearm venous occlusion plethysmography following intrabrachial infusions of methacholine and sodium een website met daarop geïndividualiseerde feedback op de vragenlijsten, de mogelijkheid lichamelijke activiteit, nitroprusside will be applied. voeding en gewicht te monitoren, contact op te nemen met diverse professionals. Daarnaast ontvangen deelnemers Type onderzoek : toegepast klinisch in de interventiegroep de eerste 12 maanden maandelijks e-mailberichten gericht op gezonde voeding en lichame- Promotieonderzoek : ja lijke activiteit. Verantwoordelijk projectleider : dr. Stephan F.E. Praet, sportarts/bewegingswetenschapper Type onderzoek : strategisch Naam contactpersoon : dr. Stephan F.E. Praet Promotieonderzoek : ja E-mail contactpersoon : [email protected] Verantwoordelijk projectleider : Lex Burdorf, Hoogleraar Determinanten van Volksgezondheid Naam instelling : ErasmusMC, Rotterdam Naam contactpersoon : Suzan Robroek Looptijd onderzoek : 01-04-2009 tot en met 01-07-2010 E-mail contactpersoon : [email protected] Samenwerkingspartners : Department of Pharmacology, Vascular & Metabolic diseases, Erasmus MC Naam instelling : Erasmus MC Looptijd onderzoek : 01-03-2007 tot en met 31-12-2011 Interactive exercise therapy at home: a web based solution to improve long-term adherence, self-management and Samenwerkingspartners : Lifeguard clinical efficacy of a life-style intervention program for patients with Type 2 Diabetes Doelstelling en methode Physical exercise training is an important tool for improving glucose homeostasis in type 2 diabetic patients. A combined strength- and endurance training program appears to improve functional capacity, body composition and 168 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 169 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs metabolic control in type 2 diabetes patients. However, long-term adherence to such programs is generally poor. will be monitored by a specific COPD electronic documentation system and physiotherapists will also use this system Therefore, alternative strategies are warranted to reduce attrition rate. as guidance for treatment of the experimental group. Objective: (1) Does online supervised exercise therapy using the LiveWorkout or Direct Life concept result in better Type onderzoek : toegepast klinisch adherence to therapeutic bouts of exercise in type 2 diabetes patients and are the LiveWorkout/Direct Life concept Promotieonderzoek : ja feasible e-coaching programs? (2) Will online exercise training as compared to a lifestyle e-coaching program cause Verantwoordelijk projectleider : Prof.dr. R.A. de Bie, Hoogleraar capgroep Epidemiologie an improvement in: movement-related everyday activity/energy expenditure and functional capacity, muscle strength Naam contactpersoon : Drs. Emmylou Beekman and resistance to fatigue. (3) Does online exercise training as compared to online lifestyle coaching improve glycemic E-mail contactpersoon : [email protected] control (HbA1c), fasting plasma glucose levels and cardiovascular risk profile? Naam instelling : Maastricht University, Research school CAPHRI Study design: A randomized controlled intervention study Looptijd onderzoek : 2009 - 2012 Study population: 48 type 2 diabetes (<15 years) from the outpatient clinic (Diabetesplein) at ErasmusMC and/or Samenwerkingspartners :C apgroepen Epidemiologie en Huisartsgeneeskunde Universiteit Maastricht, Regi- through local advertisements, 35-75 years, HbA1c: 7.0- 10.0%, BMI: 27-40 kg/m2. Access to broadband internet inclu- onale huisartsen-en fysiotherapieorganisaties; KU Leuven, Dept. of Kinesiology and ding a personal computer with minimally WindowsXP/MacOSX and a USB-connection Rehab. Sciences 4 Intervention: Patients will be randomized to follow either a supervised progressive interval endurance and resistance type of training at the ErasmusMC (13 weeks) combined with an interactive web based (LiveWorkout®) resistance Physical Exercise Training Programme COPD in Primary Care (Promotieonderzoek) training at home (26 weeks), or to take part in a lifestyle e-coaching program (26 weeks). Both programs are aimed Doelstelling en methode at increasing daily physical activity levels. Objective: 1) To assess the effectiveness of a physical exercise training programme in patients with mild to moderate Main study parameters/endpoints: Adherence to the exercise program as measured by percentage of dropouts as COPD in the primary care setting, in comparison with usual care, on functional exercise performance 2) To analyse well as an increase in total weekly energy expenditure. The feasibility of the LiveWorkout and Direct Life program. the main physiological (and behavioural) characteristics of patients with mild to moderate COPD that determine the Type onderzoek : toegepast klinisch success of treatment. Promotieonderzoek : nee Study design and study population: In this RCT, general practitioners, practice nurses and physiotherapists will be Verantwoordelijk projectleider : Stephan F.E. Praet, sportarts/bewegingswetenschapper the main caregivers. The general practitioner will recruit the patients and the measurements and the physical exer- Naam contactpersoon : Stephan F.E. Praet cise training programme will be performed in the physiotherapy practice. 170 patients with mild to moderate COPD E-mail contactpersoon : [email protected] will be included in the trial. The recruitment of caregivers and patients will take place in Limburg, the southern part Naam instelling : ErasmusMC, Rotterdam of the Netherlands. Looptijd onderzoek : 01-07-2009 tot en met 01-07-2010 Intervention: The intervention group will participate in a 3-month physical exercise training programme in a physio- Samenwerkingspartners : Brevidius bv, Philips Welness Solutions therapy setting. This programme consists of a combination of endurance/interval training, resistance training, training of specific skills and breathing exercises. There will be 2 supervised and 1 unsupervised training sessions per week. 170 Reducing exacerbations in patients with COPD with physiotherapy (Promotieonderzoek) The usual care group will receive advice to improve the physical condition according to the national guidelines Doelstelling en methode of the Dutch College of General Practitioners (NHG). In both groups there will be measurements at baseline, at 3 Objective: This study aims to investigate the potential of guideline driven physiotherapy treatment as a supportive months and at 12 months. measure to postpone or prevent acute exacerbations in COPD patients. So, the primary research question is: “What Main study parameters/endpoints: Primary outcome measure will be the functional exercise capacity measured by is the efficacy of adding physiotherapy treatment to usual care on exacerbation frequency, duration and severity in the increase in 6MWD at 3 months compared to baseline. Secondary outcome measures will be the functional exer- COPD patients who have recently experienced a COPD exacerbation?”. Secondary research questions are: “What is cise capacity measured by the increase in 6MWD at 12 months compared to baseline, peripheral muscle strength the effect of physiotherapy treatment on health status and quality of life in COPD patients who have recently expe- (measured with a handheld dynamometer), physical activity (assessed by a pedometer and a physical activity diary), rienced an exacerbation?” and “What is the cost-effectiveness of adding physiotherapy treatment to usual care on specific health related quality of life (assessed by questionnaires), dyspnea (MRC-scale) and global perceived effect exacerbations and hospitalisation of COPD patients who have recently experienced a COPD exacerbation?”. of the treatment according to the patients (measured on a GPE scale). There will also be some exploratory outcome Study design: A cohort-nested, prospective, randomised, controlled trial with a 2-year follow-up will be started to measures, for example lung function, general health status, motivation and some safety and feasibility parameters. assess the efficacy and cost-effectiveness of physiotherapy treatment in patients who recently experienced a COPD Type onderzoek : toegepast klinisch exacerbation. Promotieonderzoek : ja Study population: COPD patients in GOLD stage 2, 3 or 4 (post-b.d. FEV1<60%), above 18 years of age, suffering Verantwoordelijk projectleider : Dr. J. Muris, huisarts/ senior-onderzoeker from a recent exacerbation will be invited to participate in the study. Naam contactpersoon : Drs. Annemieke Fastenau Intervention: Physiotherapy according to the latest KNGF guideline physiotherapy in COPD patients (2008) will be E-mail contactpersoon : [email protected] compared to usual care. Participants from the experimental group will receive care as usual as provided by their Naam instelling : Universiteit Maastricht, Research school CAPHRI general practitioner and / or pulmonologist, controlled by their physiotherapist, combined with evidence based phy- Looptijd onderzoek : 2009 - 2012 siotherapy. The usual care will be delivered according to standard of the Dutch college of general practitioners (NHG Samenwerkingspartners :U niversiteit Maastricht, capgroepem Huisartsgeneeskunde en Epidemiologie; standard, 2007). Participants from the control group receive care as usual as provided by their general practitioner Regionale huisartsen- en fysiotherapieorganisaties; KU Leuven, Dept. of Kinesio- and / or pulmonologist, but also controlled by their physiotherapist (according to NHG standard, 2007). Both groups logy and Rehab. Sciences. Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 171 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs OPTÉMA, Opschaling van een op télemedicinze en disease management gebaseerde innovatieve COPD interventie Activiteitenmonitoring bij Patiënten met Chronisch Orgaanfalen (promotieonderzoek) (Promotieonderzoek) Doelstelling en methode Doelstelling en methode Fysieke activiteit is een belangrijke determinant van gezondheid. Informatie over activiteiten patronen en de inten- Dit project beoogt de fysieke activiteit, en uiteindelijke de gezondheid van mensen met COPD te bevorderen door siteit van de betreffende activiteiten kan waardevolle inzichten verschaffen in beperkingen in het dagelijks leven. de implementatie te bevorderen van een gespecialiseerd elektronisch patiëntendossier(EPD) in combinatie met een Tevens kan het richting geven aan het revalidatieproces van een individu. Dit project richt zich op het bestuderen objectieve beweegmonitor. In totaal worden 300 fysiotherapeuten uit 15 netwerken in de komende 2 jaar geschoold van de relatie tussen fysieke activiteit in het dagelijks leven en spierfunctie bij patiënten met chronisch orgaanfalen. in het gebruik van beide producten. Onderzocht wordt hoe het implementatie proces verloopt bij de fysiotherapeu- Hiertoe is de CAM (Chronic Activity Monitor) ontwikkeld, waarmee gewichtsdragende en niet gewichtsdragende activi- ten en COPD patiënten (prospectieve studie). Daarnaast wordt onderzocht wat er gebeurt met het niveau van fysieke teiten tijden het dagelijks leven onderscheiden kunnen worden. activiteit van COPD patiënten als ze behandeld worden volgens de KNGF richtlijn COPD, die is verwerkt in het EPD Type onderzoek : strategisch en objectieve feedback wordt verkregen op diverse momenten over de het actuele niveau van (in-)activiteit. Promotieonderzoek : ja Type onderzoek : (landelijke) implementatie Verantwoordelijk projectleider : Dr Kenneth Meijer, Universitair docent Promotieonderzoek : ja Naam contactpersoon : Kenneth Meijer Verantwoordelijk projectleider : Prof.dr. R de Bie, Hoogleraar E-mail contactpersoon : [email protected] Naam contactpersoon : I. Mesters Naam instelling : Maastricht University Medical Centre E-mail contactpersoon : [email protected] Looptijd onderzoek : 01-01-2008 tot en met 31-12-2011 Naam instelling : Universiteit Maastricht Samenwerkingspartners :C IRO, expertisecentrum voor chronisch orgaanfalen, Pulmonologie MUMC+ en Looptijd onderzoek : 01-04-2010 tot en met 01-04-2012 Samenwerkingspartners : Fastguide en McRoberts 4 MUMC- MOVE (www.mumcmove.nl) YouR Action: Development and evaluation of interventions to promote moderate to vigorous PA in adolescents, tail- Amputees and Sport: program development in order to increase amputee’s sport participation ( promotieonderzoek) ored to personal motivations and environmental opportunities (promotieonderzoek) Doelstelling en methode Doelstelling en methode Amputees experience a decrease in mobility and overall physical fitness. In general, sport participation is important in Doel van de studie is om een interventie (YouRAction) te ontwikkelen en evalueren om beweeg- en sportgedrag bij maintaining physical fitness. Health organizations world wide recommend a minimum period of 30 min/day of physical jongeren te verbeteren. De interventie betreft een webbased advies-op-maat interventie, waarbij op zowel individu- activity. Sport participation within amputees varies between 60 to 30% of the population. Influencing factors of this ele (bijv. attitude, eigen effectiviteit, bewustzijn gedrag) als omgevingsfactoren (bijv. bewustzijn van mogelijkheden participation were found to be age, etiology and amputation level. Still, evidence is still scarce and inconcludent. Fur- om te bewegen/sporten) wordt geïntervenieerd. In de cluster randomized controlled trial (klas) worden twee versie thermore, no valid training program especially developed for amputees was found. YouRAction (één waarbij alleen geïntervenieerd wordt op de individuele factoren, en één waarbij op zowel omgeving The present project started out with a systematic review on the topic of amputees and sports, and the following asso- als individuele factoren wordt geïntervenieerd) vergeleken met een statische website met informatie over bewegen ciations/outcomes were studied: biomechanics characteristics of amputees during sport participation, cardio-pulmona- en voeding op baseline, 1 maand na interventie gebruik en 6 maanden na interventiegebruik. Leerlingen vullen ry data, psychology and Quality of Life, Rehabilitation and Functional outcome, Sport injuries, and Prosthetic devices vragenlijsten in over beweeg- en sportgedrag en cognities ten aanzien van beweeg- en sportgedrag (bijv. attitude, ei- used in sports. The following steps of the project will consist of a second systematic review of Case reports concer- gen effectiviteit en bewustzijn). Hoofduitkomstmaat van dit onderzoek is voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond ning prosthetic devices used in sports, a qualitative study with the main purpose of finding the reasons why amput- Bewegen. Secundaire uitkomstmaten zijn Body Mass Index, tailleomtrek, objectief gemeten beweeggedrag (m.b.v. ees do not involve in a greater number in sport. Additionally, a standardised exercise training for amputees will be de- accelerometers) en cognities ten aanzien van beweeg- en sportgedrag. veloped. This program is intended for use during the rehabilitation program, while the patient is under direct medical Type onderzoek : strategisch supervision. Patient data will be gathered with respects to their cardio-pulmonary and psychological characteristics. Promotieonderzoek : ja The main goal of the project is to increase sport participation within amputee population in order to increase their Verantwoordelijk projectleider : Anke Oenema, Universitair Docent overall well being. Naam contactpersoon : Rick Prins Type onderzoek : ontwikkeling E-mail contactpersoon : [email protected] Promotieonderzoek : ja Naam instelling : Erasmus MC Verantwoordelijk projectleider : drs. Mihai (Mike) Bragaru Looptijd onderzoek : 01-10-2006 tot en met 01-10-2011 Naam contactpersoon : Mihai Bragaru Samenwerkingspartners : GGD Rotterdam e.o. (academische werkplaats CEPHIR) E-mail contactpersoon : [email protected] Naam instelling : University Medical Center Groningen, Center for Rehabilitation, Graduate School for Looptijd onderzoek : september 2008 tot en met september 2012 Health Research SHARE , Groningen 172 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 173 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs Categorie: Overig Verantwoordelijk projectleider : Janine Stubbe, Onderzoeker Naam contactpersoon : Jasper Stege The role of satellite cells in skeletal muscle hypertrophy of senescent muscle (promotieonderzoek) E-mail contactpersoon : [email protected] Doelstelling en methode Naam instelling : 1 TNO Kwaliteit van Leven, Afdeling Gezondheidsbevordering, Leiden, Nederland Aging is accompanied by a progressive loss of skeletal muscle mass and strength, leading to the loss of functional 4 2 Body@Work, Research Center on Physical Activity, Work and Health, TNO-VU capacity and an increased risk of developing chronic metabolic diseases. On a muscle fiber level, the loss of mus- University Medical Centre, Amsterdam, The Netherlands cle mass with aging is attributed to a reduction in muscle fiber number and size, with specific type II muscle fiber 3 EMGO Instituut, Afdeling Sociale Geneeskune, VU medisch centrum, Amsterdam atrophy. We have recently shown that the specific reduction in type II muscle fiber size is accompanied by a fiber Looptijd onderzoek : 2009 tot en met 2013 type-specific decline in skeletal muscle stem cell content. Skeletal muscle stem cells, also known as satellite cells Samenwerkingspartners : TNO Kwaliteit van Leven, VU Medisch Centrum, Body@Work are essential in muscle fiber maintenance, repair and growth. A decline in SC content and/or their ability to activate, proliferate, and differentiate upon stimuli might represent a key factor in the etiology of the age-related loss of mus- Samenwerking tussen orthopedie en sportgeneeskunde op lokaal niveau cle mass and strength. The aim of this project is to elucidate the proposed role of skeletal muscle SC content and Doelstelling en methode function in muscle atrophy and exercise-induced muscle hypertrophy in the elderly. The first experiment in this PhD- Observationeel retrospectief onderzoek naar de effectiviteit en efficiency van verwijzing tussen het orthopedisch project will test our hypothesis that exercise induced changes in SC content and activation status following a single specialisme en de sportgeneeskunde (in beide richtingen) met mogelijke implicaties voor protocollering bij bepaalde bout of exercise are attenuated in the elderly when compared with the young (Experiment 1). In a second study we patiëntengroepen. will test our hypothesis that a decline in SC content and activation status could be, at least partly, attributed to Type onderzoek : (landelijke) implementatie muscle disuse (Experiment 2). Thereafter, we will test our hypothesis that prolonged resistance type exercise training Promotieonderzoek : nee reverses the decline in muscle fiber SC content and activation status (Experiment 3). Furthermore, we will study to Verantwoordelijk projectleider : M.A.M. Alsemgeest, sportarts what extent SC content and activation status prior to exercise training are predictive of the skeletal muscle adaptive Naam contactpersoon : M.A.M Alsemgeest response to long-term exercise intervention in an elderly population (Experiment 3). E-mail contactpersoon : [email protected] Type onderzoek : fundamenteel Naam instelling : SMA Midden Holland, Groene Hart Ziekenhuis, Gouda Promotieonderzoek : ja Looptijd onderzoek : september 2010 tot en met 2011 Verantwoordelijk projectleider : Prof. Dr. L.J.C. van Loon, Hoogleraar Samenwerkingspartners : afdeling orthopedie, Groene Hart Ziekenhuis, Gouda Naam contactpersoon : T. Snijders E-mail contactpersoon : [email protected] Systematische review naar de kwaliteit van de beschikbare vragenlijsten in het management van Naam instelling : Human movement sciences, Maastricht University Medical Centre+ heup arthroscopieën Looptijd onderzoek : 03-2010 tot en met 03-2014 Doelstelling en methode Samenwerkingspartners : MUMC+,NUTRIM, Caphri De doelstelling van dit onderzoek is om een literatuurstudie uit te voeren naar de kwaliteit van de vragenlijsten die gebruikt worden in het management van heup arthroscopieën. Hiervoor zijn verschillende databases doorzocht, arti- Epidemiologie en etiologie van blessures in het betaalde voetbal (promotieonderzoek) kelen geselecteerd en beoordeeld door 2 reviewers. Data zullen weergegeven worden in tabellen en verwerkt worden Doelstelling en methode in een systematische review. In Nederland raken gemiddeld 1,5 miljoen sporters per jaar geblesseerd. In absolute zin ontstaan de meeste blessu- Type onderzoek : strategisch res tijdens veldvoetbal, namelijk 410.000 per jaar. In Nederland is voetbal de sport met de grootste participatiegraad Promotieonderzoek : nee met ruim 1,1 miljoen voetballers, waarvan ca. 900 spelers een profcontract hebben. Er zijn grote verschillen waar te Verantwoordelijk projectleider : M. Tijssen Bewegingswetenschapper/Fysiotherapeute nemen in incidentiecijfers van blessures in het profvoetbal. Dit kan verklaard worden door verschillende blessurede- Naam contactpersoon : M. Tijssen finities, de wijze van dataverzameling en de doelgroep. Er is om meerdere redenen meer inzicht nodig in risicofac- E-mail contactpersoon : [email protected] toren die gepaard gaan met het ontstaan van blessures. Ten eerste is er nog maar weinig grootschalig onderzoek Naam instelling : Afdeling Sportgeneeskunde, Meander Medisch Centrum, lokatie Baarn binnen één nationale competitie van profvoetballers uitgevoerd dat voldoet aan de richtlijnen van het consensus- Looptijd onderzoek : augustus 2010 tot en met oktober 2010 statement van de FIFA. Ten tweede heeft internationaal onderzoek zich voornamelijk gericht op de incidentie en Samenwerkingspartners :D r. Visser, Rijnstate Ziekenhuis Arnhem Dr. R. van Cingel, Sport Medisch Centrum prevalentie van voetbalblessures, er ontbreken essentiële gegevens om de risicofactoren en ontstaansmechanismen Papendal bij geblesseerde spelers te duiden. Ten derde is tot op heden niet gekeken naar de kenmerken van de voetbalclub als risicofactor voor het ontstaan van sportblessures. Ten vierde richt internationaal onderzoek zich tot op heden met name op het registreren van blessures, het herstel en de expositie, terwijl van de revalidatiefase (de fase tussen ontstaan van de blessures en het herstel) geen gegevens worden vastgelegd. Doelstelling van het huidige onderzoek is om meer inzicht te krijgen in de omvang, aard, oorzaken en behandeling van. 174 Type onderzoek : toegepast klinisch, strategisch Promotieonderzoek : ja Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 175 4 Wetenschap en onderwijs Gehanteerde definities Wetenschap en onderwijs Ontwikkeling Activiteiten gericht op ontwikkeling van vernieuwingen Sportgeneeskunde in de praktijk en proeftoepassingen die vervolg geven Sportgeneeskunde is het medisch specialisme dat zich aan op eerder onderzoek gebaseerde kennis of ‘best richt op het bevorderen, waarborgen en herstellen van practice’. Deze projecten gaan altijd gepaard met evalua- de gezondheid van (potentiële) deelnemers aan sport en tieonderzoek. Er is, anders dan bij de hierna genoemde sportieve activiteiten. Ook richt het zich op het bevor- (landelijke) implementatieprojecten, sprake van proef- deren, waarborgen en herstellen van de gezondheid projecten in een beperkte praktijkomgeving. 4 4.3 Promoties sportartsen van mensen met chronische aandoeningen door sport en bewegen. Bij beide wordt duidelijk rekening gehou- (Landelijke) Implementatie den met de sportspecifieke belasting en belastbaarheid. Activiteiten en projecten gericht op begeleide, planma- (vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering van de tige en systematische verspreiding en invoering van VSG, 2004) een vernieuwing van bewezen waarde in de praktijk (op De onderstaande definities van de drie typen onderzoek basis van ‘evidence’ of ‘best practice’), met als beoogd zijn in navolging van de definities die de nationale onderzoeksorganisaties KNAW, NWO, RGO, VSNU daarover resultaat een brede invoering (uiteindelijk algemene, G.M.E. Janssen Marathon running; Functional changes in male and female volunteers during training and contests G.C. van Enst De ontwikkeling van een selectiemethode in het periodiek preventief sportmedisch onderzoek landelijke toepassing). Universiteit Maastricht, 1988 Universiteit van Amsterdam, 1990 G.M.E. Janssen heeft gedurende een trainingsperiode In de zeventiger jaren was er sprake van een toene- van 20 maanden, waarin achtereenvolgens in wedstrijd- mend aantal verplichte sportkeuringen, waarbij de vraag Fundamenteel onderzoek verband afstanden van 15, 25 en 42 km (marathon) ontstond of het noodzakelijk was om een keuring altijd Onderzoek waarvan de vraagstelling voornamelijk wordt werden gelopen, 114 ongetrainde proefpersonen onder door een arts te laten verrichten. G.C. van Enst onder- bepaald door wetenschapsinterne motieven en dat pri- gestandaardiseerde omstandigheden getraind en getest. zocht of het mogelijk was om door middel van een mair is gericht op kennisvermeerdering. Het betreft in De testperiodes waren zodanig rond de wedstrijden ge- selectiemethode (het periodiek preventief sportmedisch het algemeen langetermijn onderzoek. pland dat eenmaal voor en tweemaal na de betreffende onderzoek, PSMO) de gekeurde sporters in twee groe- wedstrijdafstand inspanningsfysiologisch is getest. Het pen te verdelen, één die wel en één die niet door een Strategisch onderzoek herstel kon worden vastgesteld door de testresultaten arts moest worden gezien. De studie bestond uit het Onderzoek waarbij de concrete vraagstelling kan zijn na de wedstrijd te vergelijken met de testresultaten voor onderzoeken van 96 sporters met behulp van vragenlijs- bepaald door motieven van wetenschapsinterne aard, de wedstrijd. ten, een biometrisch onderzoek door een fysiotherapeut hebben afgesproken. en een standaard onderzoek door een sportarts. Omdat maar dat is georiënteerd op praktische toepassing, of 176 verricht wordt vanuit een meer algemeen geformuleerd, Het theoretische kader dat is gebruikt is het model bij vrijwel elke sporter één of meerdere sportrelevante aan de klinische dan wel maatschappelijke praktijk belasting-belastbaarheid. Middels katabole chemische afwijkingen werden gevonden, werden de sporters ver- ontleend, praktisch probleem. Een bijzondere vorm van processen wordt de benodigde mechanische energie ge- volgens in groepen ingedeeld op basis van een meer strategisch onderzoek, waar recent meer aandacht voor leverd. Deze katabole toestand veroorzaakt in eerste in- of mindere noodzaak van een keuring. Vervolgens werd wordt gevraagd, is het translationele onderzoek. Dat stantie een verstoring van de homeostase, die in tweede gezocht naar een combinatie van factoren op basis begrip wordt vooral gehanteerd voor onderzoek op het instantie middels anabole processen aanleiding zal waarvan een betrouwbare selectie kon worden gemaakt. grensgebied van fundamenteel onderzoek en klinisch geven tot herstel en structurele en functionele adaptatie De conclusie van het proefschrift was dat over de onderzoek. Strategisch onderzoek betreft in het alge- (het trainingseffect) in het menselijk lichaam. gebruikte selectiemethode geen valide uitspraak kon meen middellange-termijn onderzoek. Om een verstoorde balans tussen fysieke belasting en worden gedaan. Dit werd veroorzaakt door het kleine belastbaarheid te herkennen is gekeken naar de ‘klas- aantal deelnemers, de gebruikte methode waarmee de Toegepast onderzoek sieke’ inspanningsfysiologische variabelen alsmede afwijkingen werden vastgesteld en het ontbreken van Onderzoek waarvan de vraagstelling voortvloeit uit een naar een groot aantal biochemische, morfologische en een keuringsconsensus. Wel werd vastgesteld dat de specifiek concreet probleem, met als doel praktische hormonale variabelen uit bloedonderzoek en spierbiop- gebruikte selectiemethode een goed hulpmiddel kan zijn toepassing. Het betreft in het algemeen kortetermijn sieën. Uit de grote hoeveelheid gegevens blijkt o.a. dat bij het geven van een verantwoord sportadvies. onderzoek. er een relatie is tussen de daling van CP-concentratie in De onderstaande begrippen zijn gedefinieerd volgens de de spier direct na een marathon en de testprestatie 3 invulling die ZonMw eraan geeft. dagen hierna. Belangrijk is de conclusie dat de bereikte M.B. van Doorn Dynamic exercise in human pregnancy trainingsadaptatie individueel beoordeeld moet worden Erasmus Universiteit Rotterdam, 1991 om overbelasting te vermijden. Tot begin jaren negentig werden zwangere vrouwen Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 177 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs geadviseerd terughoudend te zijn met sportbeoefe- veelvuldig springen alsmede jeugdigen die zeer frequent gedrag en spelregelkennis prioriteit heeft als primaire met een controlegroep sporters zonder klachten. Met ning. Het effect van inspanning op de zwangerschap sporten een verhoogde blessurekans geven. preventie van blessures. name gespecialiseerd Echo-doppler onderzoek en de was tot dusver alleen op proefdieren onderzocht. In dit Een experimenteel onderzoek bij 471 leerlingen van proefschrift wordt een onderzoek beschreven naar de 12 tot 18 jaar, waarbij gedurende 4 maanden prakti- fysiologische aanpassing van gezonde vrouwen met een sche en theoretische vaardigheden werden aangeleerd ongecompliceerd verlopende zwangerschap op maxi- meest sensitief. MRA toonde een afknikking van de ge- tijdens lessen biologie en lichamelijke opvoeding, gaf male inspanningstesten op de loopband en op de fiets een verbetering van kennis omtrent blessurepreventie. Rijksuniversiteit Leiden, 1998 efficiënt was. tijdens de 16e, de 25e en de 35e week van de zwanger- Tevens bleek deze verbetering in kennis een - weliswaar Naar aanleiding van de onrust over het sporthart werd in De pathologie bleek te bestaan uit een afknikking van schap en 7 weken na de bevalling. geringe - verbetering van attitude en blessure-incidentie dit proefschrift de verschillen tussen het pathologisch ver- de bekkenslagader door een fixatie via een zijtakje aan De resultaten lieten zien dat zwangerschap geen duide- te bewerkstelligen. grote hart en het vergrote hart van een sporter, alsmede de heupbuikspier, door verbindweefseling ter plaatse of, lijk effect heeft op het maximale vermogen. De maximale Naar aanleiding van deze onderzoeken wordt gepleit de verschillen tussen kracht- en duursporters onderzocht. zelden, door een te lange slagader. zuurstofopname en de maximale hartfrequentie veran- voor een meersporenbeleid via scholen, media en Hierbij werd gebruik gemaakt van magnetische resonantie Naast de mogelijkheid van vaatreconstructie, werd ook deren niet of nauwelijks en de tijdens de zwangerschap sportverenigingen. Daarnaast wordt aanbevolen meer imaging (MRI) en spectroscopie (MRS), 2-dimensionale gekeken naar een alternatieve behandeling door het op- bestaande hyperventilatie blijft tijdens maximale inspan- aandacht te hebben voor technische en organisatorische echocardiografische oppervlakte- lengte methoden en één heffen van de fixatie door het losmaken van de gemeen- ning bestaan. Het moederlijke inspannings-ECG werd maatregelen. dimensionale M-mode echocardiografie. schappelijke bekkenslagader en de beentak. Bij 20 van niet beïnvloed door de zwangerschap. De bloeddruk- De conclusie van het proefschrift is dat verplicht gebruik Bij het opmeten van het hart bleek dat van de echogra- de 23 patiënten werd post-operatief zowel een subjec- waarden in rust waren bij 16 en 25 weken zwangerschap van beschermende maatregelen en spelregelwijzigingen fische methodes, de methode volgens de American Soci- tieve als objectieve verbetering gevonden. iets lager dan in het derde trimester en na de bevalling. vermoedelijk meer effect hebben dan voorlichting en ety of Echocardiography het nauwkeurigste was. MRI en De conclusie van het proefschrift is dat functionele De bloeddrukrespons op inspanning werd niet door de opvoeding aangaande blessurepreventie. MRS lieten zien dat er sprake was van linker ventrikel- vaatafklemming vaak (te) laat wordt herkend, maar mits hypertrofie, echter zonder pathologische veranderingen herkend goed behandelbaar is. meenschappelijke bekkenslagader beter aan dan Echodoppler, terwijl Echo-doppler bij de beentak het meest in vorm, functie of hoog-energetisch fosfaat metabo- patroon bleef echter onveranderd. Na maximale inspan- H. Inklaar The epidemiology of soccer injuries in a new perspective ning was de contractiliteit van de uterus licht verhoogd Universiteit Utrecht, 1995 hebben doorgaans een groter hart, terwijl krachtspor- A.R. Hoogeveen The lactate and ventilatory response to exercise in endurance athletes zonder dat er echte weeën ontstonden. Voetbal is in Nederland de meest populaire tak van ters een dikker hart hebben. Het verschil is echter niet Universiteit Maastricht, 2001 De conclusie van het proefschrift was dat inspanning sport. Dit heeft als gevolg dat blessurepreventie bij zo groot dat een atleet op basis hiervan als duur- of Lactaat kan in potentie veel bijdragen aan het geven tijdens de zwangerschap niet schadelijk is voor de ge- deze sport sterk in de belangstelling staat. In dit proef- krachtsporter geclassificeerd kan worden. van trainingsadviezen voor topsporters. Tot nu toe zonde moeder en foetus. schrift werd onderzocht wat begin jaren negentig in de De conclusie van het proefschrift is dat het sporthart ontbrak het echter aan duidelijke definities en interpre- de de foetale hartfrequentie 4 slagen per minuut, waarschijnlijk door de verhoogde lichaamstemperatuur, het 178 enkel – arm bloeddruk na een inspanningstest was het B.M. Pluim The athlete’s heart; a physiological or a pathological phenomenon? zwangerschap veranderd. Maximale inspanning verhoog- lisme. Er werd geen relatie gevonden tussen de mate van hypertrofie en hartritme variabiliteit. Duursporters literatuur bekend was over de incidentie, etiologie en vooral een fysiologisch fenomeen en geen duidelijk pa- taties. In dit proefschrift wordt een overzicht gegeven Frank Backx Sports injuries in youth; etiology and prevention preventie van blessures. Vervolgens werd onderzocht thologisch fenomeen is. Men zal echter wel alert moeten van de relatie tussen lactaat en de ventilatoire respons, welke factoren bepalend zijn voor het krijgen van een zijn op uitzonderlijke gevallen van linker ventrikelhyper- waarbij de theorie wordt getoetst aan de praktijk. blessure. trofie en ECG-afwijkingen. Bij competitie- en elite wielrenners werd het lactaat Universiteit Utrecht, 1991 Het onderzoek werd verricht bij twee amateurvoetbal- Dit proefschrift presenteert en bespreekt observationeel verenigingen. Aangetoond werd dat de kans op een en experimenteel onderzoek met betrekking tot ontstaan blessure het sterkst afhankelijk was van het spelniveau en preventie van sportblessures bij jeugdigen. van het team waarin de voetballer speelt. Ook de ernst Het beschrijvende, epidemiologische onderzoek bestaat en de vorm van de blessure waren aan het spelniveau uit een transversaal onderzoek bij 7648 leerlingen van bepaald, de ventilatoire respons gemeten en werd de VO2-kinetiek in kaart gebracht. Hierbij werd geconclu- gerelateerd. G. Schep Functional vascular problems in the iliac arteries in endurance athletes. A new concept to explain flow limitations: diagnosis and treatment. 8 tot 17 jaar en een longitudinaal onderzoek bij een In vervolg hierop werd onderzocht welke blessures bij Universiteit Utrecht, 2001 Daarnaast was de snelle zuurstofopname bij het star- representatieve groep uit deze populatie. Retrospectief de sportmedische afdeling van de KNVB werden gepre- In dit proefschrift wordt het fenomeen van vaatafklem- ten van een blokbelasting tekenend voor een goede werd over een periode van 6 weken een incidentie van senteerd. Uit dit onderzoek bleek dat knie- en enkeldis- ming bij sporters onderzocht naar aanleiding van een duurconditie. Bij sporters in wedstrijdvorm kan er zelfs 10,6 per 100 leerlingen gemeten, waarvan 31% leidde torsies en tendopathieën van de bovenbeenmusculatuur wielrenner met onverklaarde claudicatio klachten. Het sprake zijn van een zogenaamde O2-overshoot. Verder tot consultatie van een arts, 36% resulteerde in verzuim het meest problematisch zijn. Hoe spelers uiteindelijk proefschrift bespreekt de diagnose, pathologie en be- wordt er een relatie gevonden tussen het grote aantal van lessen lichamelijke opvoeding en 6% verzuim van met blessures omgingen was afhankelijk van het belang handeling. trainingsjaren en een toegenomen efficiëntie van de minstens een hele schooldag veroorzaakte. Middels lon- en het karakter van de wedstrijd. Naar aanleiding van een case-serie werd onderzocht wat duurinspanning, met minder zuurstofopname en kooldi- gitudinaal onderzoek bij een representatieve subgroep De conclusie van het proefschrift was dat vooral bewust- de meest ideale combinatie van diagnostische tests is. oxideafgifte als gevolg. blijkt dat zaalsporten, contactsporten en sporten met wording van spelers en trainers ten aanzien van sportief Hierbij werd ook gebruik gemaakt van een vergelijking Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 4 deerd dat een enkele lactaatmeting onvoldoende is en de ventilatoire respons een beter beeld geeft van het prestatievermogen. Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 179 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs F. Hartgens Androgenic-anabolic steroid use in strength athlethes; effects on body compensition and cardiovasculair system (top)sporters. In dit proefschrift werd de etiologie, diag- de krachten in de knie berekend tijdens strekkingen van mer 1 in de westerse wereld. Diagnose van verschillende nosemethode en arthroscopische behandeling van deze het hele been in verschillende houdingen. Geconclu- stadia van atherosclerose is van belang voor adequate klacht onderzocht. deerd werd dat VKBpatiënten niet selectief een lagere behandeling. Een kadaver- en veldstudie onderschreven niet de schuif- of compressiekracht produceerden, maar een la- De samenstelling van de vetafzetting (plaque) blijkt het Universiteit Maastricht, 2001 vroegere hypothese dat repeterende tractie aan het ge- gere totale kracht. Opvallend was verder de grote inter- risico op scheuring van de plaque te bepalen. Een groot In dit proefschrift werden de effecten van het gebruik wrichtskapsel een oorzaak zou zijn. Wel was er een cor- individuele variatie in peeshoeken. Dit suggereert dat de vetmeer, een dunne bedekkende bindweefsellaag, veel van androgene-anabole steroïden (AAS) op lichaams- relatie met de schietbeweging en plaats van de voetbal hoeveelheid schuifkracht die wordt geproduceerd en de macrofagen (alles etende cellen van belang voor de samenstelling en het hart- en vaatstelsel onderzocht bij op de voet, waarmee de hypothese wordt ondersteund potentie om schuifkrachten tegen te gaan erg persoons- afweer) in de schouderregio van de plaque en bloeding krachtsporters . Hiertoe werden twee studies verricht. dat de osteofytvorming het gevolg is van repeterende afhankelijk is. uit vaatjes in de plaque zijn karakteristieken van een In studie 1 werden 16 krachtsporters onderzocht in een (micro)traumata. dubbelblinde placebogecontroleerde studie die gedu- In het tweede deel van het proefschrift wordt onderzoek gedaan naar röntgenopnamen bij zowel kadavers als S. Praet Exercise therapy in Type 2 diabetes stelling van de plaque mogelijk, hetgeen met de meest rende 8 weken 200 mg nandrolon decanoaat of placebo intramusculair kregen toegediend. In studie 2 werden 35 sporters. De conclusie van dit onderzoek was dat de com- Universiteit Maastricht, 2007 kransslagaders, niet mogelijk is. Bovendien kunnen met krachtsporters gevolgd die zelf een “cocktail” van ver- binatie van laterale röntgenopnamen en een AnteroMedi- De prevalentie van diabetes mellitus type 2 neemt de behulp van MR contrastmiddelen die specifiek hechten schillende AAS in zeer hoge (supratherapeutische) dose- ale Impingement röntgenopname het betrouwbaarste is. komende jaren sterk toe. Alhoewel het positieve effect aan moleculen, moleculaire processen die te maken heb- ringen hadden samengesteld, zowel gedurende kortdu- Tenslotte worden twee prospectieve klinische trials van lichaamsbeweging bij diabetes mellitus inmiddels ben met destabilisatie van de plaque in beeld gebracht rend (8 weken) als ook na langduriger (12-16 weken) beschreven van de behandeling van het syndroom is vastgesteld, wordt het in de praktijk nog nauwelijks worden (moleculaire MRI). gebruik van deze middelen. Zij werden vergeleken met door middel van een arthroscopische behandeling en toegepast als behandeling. In dit proefschrift wordt de krachtsporters die zonder ondersteuning van dopingge- het effect na twee en na 5 - 8 jaar. Patiënten zonder haalbaarheid en effectiviteit onderzocht van zowel kor- In dit proefschrift worden zowel anatomische MRI van duide middelen trainden. gewrichtsspleetversmalling en minder dan twee jaar pijn te-, middellange-, als langetermijn beweeginterventies in plaques in halsslagaders van humaan autopsiemateriaal De resultaten toonden dat het gebruik van hoge dose- voorafgaand aan de behandeling hadden de beste prog- verschillende subpopulaties diabetespatienten. De acute als moleculaire MRI van plaques in een muizenmodel ringen AAS gedurende 8 weken tot meer toename van nose. Bij patiënten met een gewrichtsspleetsversmalling effecten op de glucoseregulatie werd mede bepaald in leven beschreven. Enerzijds werden valkuilen wat het lichaamsgewicht en de vetvrije massa leidde dan werd echter geen toename van de gewrichtsspleetsver- door continue glucose monitoring (CGMS). CGMS blijkt betreft beeldvorming van macrofagen met USPIO’s en lage doseringen, terwijl ook de grootte van de spierve- smalling gezien. In tweederde van de gevallen trad op- ook van aanvullende waarde om de glucose ontregeling MRI, anderzijds de mogelijkheid om met moleculaire zels met circa 12% toenam. Tevens bleek dat langduriger nieuw osteofytvorming op, echter de tevredenheid van beter in beeld te brengen . MRI ( gericht op NGAL en de CB2-receptor met behulp (12-16 weken) gebruik van AAS niet tot grotere effecten de patiënten bleef hetzelfde. gebruikte klinische methode, catheterisatie van de van micellen) verscheidene stadia van atherosclerose Het beweeginterventieprogramma richtte zich in eerste zichtbaar te maken, gedemonstreerd. Implementatie in instantie op tweedelijns diabetespatiënten die reeds klinische follow-up studies ten behoeve van evaluatie complicaties hadden ontwikkeld. Uiteindelijk bleek van de prognostische waarde van deze moleculaire MRI AAS hadden geen effect op echocardiografisch bepaalde een programma bestaande uit krachttraining en hoog technieken kan pas volgen na verdere studies naar ver- hartgrootte en –functie, onafhankelijk van de doseringen Vrije Universiteit Amsterdam, 2006 intensieve intervaltraining een daling van bloeddruk en deling van het MR contrastmiddel gebaseerd op lipiden en van het soort middelen die toegediend werden. Wel In dit proefschrift worden enkele studies beschreven HbA1c te geven, terwijl de fitheid en spierkracht met in het menselijk lichaam na injectie via de bloedbaan, leidde toediening van hogere doseringen AAS tot ern- waarin de coördinatiepatronen en de schuifkrachten in gemiddeld 15% toenam. uitwassing uit de bloedbaan en toxiciteit. stige verstoring van de vetstatus (o.a. cholesterol) in het de knie worden bestudeerd na een voorste kruisband In vervolgonderzoek werd bij een eerstelijns diabetespo- bloed, hetgeen een verhoogd atherogeen risico inhoudt. (VKB) ruptuur. pulatie de effectiviteit van een sportief wandelprogram- Bij de personen die langduriger AAS gebruikten waren In twee verschillende studies werd aangetoond dat ma vergeleken met medische fitness. Beide programma’s deze bijwerkingen ernstiger en na stoppen van AAS patiënten in sommige situaties een lager kniemoment bleken na één een jaar gemiddeld even effectief qua J. Zwerver, sportarts Patellar Tendinopathy; Prevalence, ESWT treatment and evaluation gebruik duurde het herstel van de ontregelde vetstatus leverden en in condities met kleinere kniehoeken meer bloeddruk en bloedglucoseregulatie. Ondanks een Universitair Medisch Centrum Groningen, 2010 langer dan bij kortdurende toediening. co-contractie vertoonden (gelijktijdig aanspannen van deskundige begeleiding viel 60% na een jaar uit en dit De patellatendinopathie (“jumper’s knee”) is een bij knie-extensoren en flexoren), echter niet wanneer er een bleek voor de helft terug te voeren op overbelastings- topsporters veel voorkomende overbelastingsblessure H. Tol Etiology, diagnosis and arthroscopic treatment of the anterior ankle impingement syndrome geïsoleerde schuifkracht op de knie werd gelegd. klachten van het bewegingsapparaat. van de patellapees, die de carrière van een sporter sterk Universiteit van Amsterdam, 2003 Het anterieur enkel impingement syndroom (footballer’s ankle) is een oorzaak van chronische enkelklachten bij weken) gebruik. Nandrolon decanoaat als monotherapie had geen effect op de spiervezelgrootte. 180 hoog-risico plaque. Met MRI is bepaling van de samen- S. van Berkel, sportarts Knees in Need. Neuromuscular control of the ACL deficient knee op de lichaamssamenstelling leidde dan kortdurend (8 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 negatief kan beïnvloeden. Uit dit proefschrift blijkt dat Met behulp van MRI werden de peesrichtingen van de ook bij niet-topsporters de patellatendinopathie fre- tot een afname van de voorwaartse afschuifkracht in B. te Boekhorst MRI of Atherosclerosis; Magnetische Resonantie Imaging van Atherosclerose kniehoeken tussen 0° en 30°. De peesrichtingen werden Universiteit Utrecht, 2010 tende sporten zoals basketbal en volleybal, ondergrond, gebruikt in een EMG-gestuurd model. Hiermee werden Atherosclerose (aderverkalking) is doodsoorzaak num- leeftijd, lengte en gewicht zijn mogelijke risicofactoren pezen rond de knie bepaald. Deze studie liet zien dat het onwaarschijnlijk is dat co-contractie direct leidt 4 quent voorkomt en dat mannelijke atleten twee maal zo vaak aangedaan zijn als vrouwelijke atleten. Kniebelas- Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 181 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs voor deze lastig te behandelen peesblessure. Zowel Tendinopathie wordt echografisch gekarakteriseerd chronische Achillespeesklachten een excentrisch oefen- kunnen worden gericht op de beoordeling van de waar- conservatieve als chirurgische behandeling zijn namelijk door een verminderde organisatie van de structuur van programma geadviseerd. Dit is een programma waarbij de van een verbetering aan peesstructuur en de relatie vaak niet succesvol. het peesweefsel. De peesbundels zijn in dat geval niet patiënten vanuit tenenstand met de hiel doorzakken tot tot de symptomen op lange termijn. Het is onbekend of Op grond van een literatuurstudie lijkt ESWT (Extraco- meer goed gerangschikt in één richting. Daarnaast kan voorbij de voorvoet. Het programma duurt 12 weken patiënten die een verbetering aan peesstructuur na be- rporele ShockWave Therapie) een veilige en veelbelo- met een echo de bloeddoorstroming worden waarge- lang en de patiënten krijgen instructies om 180 herha- handeling ook later minder kans hebben op een recidief vende behandeling voor sporters met een chronische nomen. In het geval van tendinopathie wordt frequent lingen per dag uit te voeren, tegen de pijn in. Inmiddels van de blessure. Daarnaast is er interesse ontstaan voor patellatendinopathie. In dit proefschrift worden de een verhoogde doorbloeding van de pees waargenomen is bekend dat ongeveer 50-60% van de patiënten beter het bestuderen van het klinische effect van de excentri- resultaten van de TOPGAME-studie (acroniem voor Ten- (neovascularisatie). De ontstaanswijze van deze neovas- wordt na deze oefeningen. Het doel van onze onderzoek sche oefentherapie, met betrekking tot de voorgeschre- dinopathy of Patella Groningen Amsterdam Maastricht cularisatie is vooralsnog onduidelijk, mogelijk duidt het was om te evalueren of er waarde is van toegevoegde ven dosering van de oefeningen. De vraag is of een ESWT) beschreven, een gerandomiseerde gecontroleerde op een falend herstelproces. Tot voor kort was onbe- behandelingen aan deze ‘usual care’. zwaar oefenprogramma, zoals voorgeschreven volgens multicenter trial naar de effectiviteit van ESWT bij nog kend wat voor waarde de artsen kunnen hechten aan In Nederland wordt niet zelden een spalk behandeling de huidige richtlijn, noodzakelijk is. Tenslotte is het van actief sportende basketballers, handballers en volleybal- een echografisch onderzoek bij deze patiëntengroep. voorgeschreven voor klachten van het bewegingsap- nut om te bepalen wat de meest effectieve therapie is lers met een patellatendinopathie, met korter dan een Het doel van onze onderzoeken was om te bepalen of paraat. Een nachtspalk heeft in eerdere onderzoeken bij patiënten die niet reageren op excentrische oefenthe- jaar bestaande symptomen. Als specifieke evaluatieme- de echografische metingen met een goede betrouwbaar- positieve effecten laten zien bij de behandeling van rapie. Deze kennis zal meer inzicht geven in de exacte thodes worden onder meer een nieuw ontwikkelde en heid kunnen worden gemeten en om te evalueren of de hielspoor, een overbelastingsblessure van de voetzool- waarde van peesstructuur voor verschillende patiënten- gevalideerde Nederlandse VISA-P vragenlijst en een bio- uitslag van een echo kan voorspellen wat de uitkomst spier. Wij hadden de hypothese dat deze spalk ook zou groepen en het zal uiteindelijk leiden tot effectievere mechanisch onderzochte kniepeesbelastende functietest van de behandeling zal zijn. kunnen werken voor Achillespeesklachten door verlen- conservatieve behandelmethoden. ging van de spier-peesovergang, waardoor minder rek (single leg decline squat) gebruikt. Uit de resultaten van de TOPGAME-studie moet geconcludeerd worden dat Echo heeft geen toegevoegde waarde op de Achillespees plaatsvindt. Het bleek echter dat bij deze groep actieve sporters met korter dan een jaar Chronische Achilles tendinopathie leidt veelvuldig tot deze behandeling geen toegevoegde waarde heeft bij klachten, het door ons toegepaste ESWT protocol geen een vermindering van sportactiviteiten en kan zelfs car- een excentrisch oefenprogramma. voordelen biedt boven behandeling met placebo-ESWT. rièrebedreigend zijn voor een sporter. Momenteel is een In de Verenigde Staten wordt op grote schaal gebruik Verder onderzoek naar waarom, in welk stadium van gestandaardiseerd oefenprogramma van 12 weken de gemaakt van injecties met lichaamseigen groeifacto- de peesaandoening en volgens welk protocol ESWT het eerste keuze van behandeling. De huidige conservatieve ren, verkregen uit autoloog bloed. Door bewerking van meest effectief is, lijkt daarom nodig. en chirurgische behandelmethoden leiden niet zelden dit bloed kan een verhoogde concentratie aan bloed- tot een onbevredigend resultaat. plaatjes worden verkregen, ook wel Plaatjes-rijk plasma R.-J. de Vos Imaging and Treatment of Chronic Midportion Achilles Tendinopathy In dit proefschrift wordt aangetoond dat de echografi- (PRP) genoemd. Door de veelbelovende effecten van sche peesstructuur met een hoge betrouwbaarheid kan PRP is er wereldwijd veel aandacht voor ontstaan bij worden gemeten met een nieuwe innovatieve techniek, de behandeling van peesblessures. In een systematisch Erasmus MC Rotterdam, 2010 die reeds was gevalideerd in de veterinaire genees- onderzoek van de literatuur hebben we echter gevonden Geschat wordt dat 30-50% van de sportblessures kunde. Daarnaast werd gevonden dat de bepaling van dat er slechts beperkt bewijs is voor het effect van PRP wordt veroorzaakt door peesaandoeningen. De chroni- de graad van neovascularisatie ook met een uitstekende injecties bij de behandeling van chronische tendino- sche Achillespeesblessure is een frequent voorkomend betrouwbaarheid kan worden gemeten. Er was een dui- pathieën. Daarom hebben we een prospectief dubbel- probleem dat voornamelijk sporters, maar ook inac- delijk verschil in echografische peesstructuur en neovas- blind placebo-gecontroleerd gerandomiseerd onderzoek tieve personen treft. Deze aandoening komt veelal bij cularisatie tussen gezonde proefpersonen en patiënten opgezet. duurlopers voor, maar het wordt ook bij andere sporters met tendinopathie. Echter, bij vervolgonderzoek bleek Dit onderzoek heeft aangetoond dat er geen toegevoeg- gezien. De diagnose wordt gesteld op basis van klinisch dat de mate van gedesorganiseerde peesstructuur en de waarde is van een PRP injectie. De resultaten van onderzoek en momenteel wordt de term chronische neovascularisatie niet voorspellend is voor de uitkomst dit onderzoek zijn gepubliceerd in de JAMA, één van de midportion Achilles tendinopathie geprefereerd bij de na behandeling. Een patiënt met een slechte peesstruc- meest toonaangevende wetenschappelijke tijdschriften. aanwezigheid van langdurige pijn en zwelling in het tuur en forse neovascularisatie heeft dus niet een slech- Dit heeft geleid tot grote wereldwijde discussies over middendeel van de pees, 2-7 cm boven de aanhechting tere uitkomst na behandeling dan een patiënt zonder het nut van deze injecties. op het hielbeen. Daarnaast is er sprake van een ver- deze echografische afwijkingen. Dit betekent dat het minderde belastbaarheid van de pees. Vooralsnog werd maken van een echo geen toegevoegde waarde heeft. aangenomen dat een verminderd herstelmechanisme 182 Toekomstig onderzoek Hoewel de resultaten uit dit proefschrift teleurstellend op weefselniveau met uiteindelijk degeneratie van het Nachtspalk en PRP injectie zijn geen effectieve behan- zijn voor patiënten en doktoren, geeft het wel duidelijke peesweefsel de oorzaak is van het persisteren van de delingen bij chronische Achillespeesklachten antwoorden en bovendien aanleiding tot het doen van klachten. Volgens de huidige richtlijn wordt voor patiënten met verder onderzoek. Nieuwe onderzoeken zouden mogelijk Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 4 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 183 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs 4 4.4 Opleiding tot sportarts Sportartsen hebben na hun afgeronde studie genees- Periode 2 kunde een vierjarige, fulltime opleiding tot sportarts ge- • Module Sportgeneeskunde: 9 maanden volgd. Deze opleiding is als volgt modulair opgebouwd: • sporters en het invullen van sportmedische begelei­ geneeskunde (SGRC). De sportartsen moeten zich peri- Doel van de module is dat de aios voldoende kennis dingswerkzaamheden. odiek in dit register laten herregistreren, waarbij moet en vaardigheden opdoet om als sportarts adequaat Deze tweede module kan ingevuld worden op een worden voldaan aan bepaalde criteria op het gebied van Periode 1 consultaties en (preventief ) sportmedische onderzoe- andere werkplek dan de eerste module Sportge- na- en bijscholing, intercollegiale toetsing en uitgevoerde • Module Cardiologie: 9 maanden ken te kunnen uitvoeren bij de verschillende doel- neeskunde, waarmee de aios zich in zijn opleiding werkzaamheden. Doel van de module is dat de arts in opleiding groepen, waarbij de complexiteit van deze handelin- al kan differentiëren binnen het werkterrein van de Meer informatie hierover is te vinden via tot sportarts (aios) voldoende kennis en vaardig­ gen en de eigen verantwoordelijkheid van de aios Sportgeneeskunde. www.sportgeneeskunde.com bij de VSG. heden opdoet om in zijn hoedanigheid als sportarts naar het einde van de module toeneemt. mensen met een cardiologische aandoening te kun- Het (klinisch / inspannings-)fysiologieonderwijs loopt • Module Huisartsgeneeskunde: 3 maanden1 nen herkennen en te kunnen behandelen / adviseren Doel van de module is dat de aios leert om als zowel qua tijd als qua inhoud door de verschillende mo- (met name t.a.v. trainingsbelasting en cardiologische sportarts zich voldoende kennis en vaardigheden dules heen en bestaat uit: revalidatie) dan wel adequaat te kunnen verwijzen. op het gebied van de ‘eerstelijns gezondheidszorg’ Tevens wordt de sportarts opgeleid om adequaat eigen te maken zodat hij oplossingen kan bieden bij • zelfstudie met afsluitende toets; te kunnen handelen bij ‘(life threatening) cardiac de begeleiding van sportploegen, met als nevendoel- • cursorisch onderwijs; events’. stelling in de thuissituatie van de sporter goed met • de schriftelijke verslaglegging van een (vastgelegd) • Module Pulmonologie: 3 maanden Doel van de module is dat de aios voldoende kennis diens huisarts samen te kunnen werken. aantal uiteenlopende inspanningstesten. • Module Wetenschappelijk onderzoek; 3 maanden 1 en vaardigheden opdoet om in zijn hoedanigheid als Doel van de module is dat de aios in staat is weten- In het schema bovenaan de pagina wordt de opbouw sportarts mensen met een pulmonologische aan- schappelijk onderzoek en literatuur op het gebied van de opleiding schematisch samengevat. doening (met name inspanningsastma en COPD) te van de sportgeneeskunde te interpreteren en te herkennen en te kunnen behandelen dan wel ade­ beoordelen op wetenschappelijke kwaliteit, alsook Gedurende de vierjarige opleiding volgt de sportarts quaat te kunnen verwijzen. te participeren in basaal wetenschappelijk onderzoek in opleiding ook cursorisch en thematisch onderwijs. op zijn gebied. Het opleidingsinstituut (NIOS) organiseert gemiddeld • Module Orthopedie: 12 maanden minimaal één cursusdag per maand en ook de oplei­ Doel van de module is dat de aios voldoende kennis en vaardigheden opdoet om in zijn hoedanigheid als 1 in de praktijk lopen zowel de module Huisartsgeneeskunde als de mo- dingsinrichtingen zelf organiseren thematisch onderwijs. sportarts mensen met een orthopedische en trauma- dule en Wetenschappelijk onderzoek vaak door tot in periode 3 Het is de bedoeling dat er wekelijks aandacht besteed wordt aan het houden van referaten, voordrachten of tologische aandoening te herkennen en te kunnen behandelen / te kunnen adviseren t.a.v. het revalida- Periode 3 patiëntenbesprekingen en het uitvoeren van tietraject dan wel adequaat te kunnen verwijzen. • Module Sportgeneeskunde: 9 maanden (praktijk-)opdrachten. De opleiding wordt afgesloten met een tweede mo­ 184 Naar het einde van deze modules toe zal steeds meer dule Sportgeneeskunde, waarin alle opgedane ken- Meer informatie over de opleiding tot sportarts is te ruimte ingebouwd worden voor werkzaamheden met een nis en vaardigheden geïntegreerd toegepast moeten vinden via www.sportgeneeskunde.com bij het NIOS. evident raakvlak met de sportgeneeskunde. kunnen worden. Dat uit zich onder andere in het Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 kunnen begeleiden / revalideren van zowel mensen Na afronding van de vierjarige opleiding wordt de met een (ernstige) chronische aandoening als top sportarts ingeschreven in het register van de sociale Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 185 4 Wetenschap en onderwijs Opleidingsregio’s Wetenschap en onderwijs Heerenveen Sportmedisch Centrum Heerenveen Amersfoort / Baarn Dalhuysenstraat 10 Meander Medisch Centrum Postbus 272 Molenweg 2 8440 AG Heerenveen 3743 CM Baarn 0513-627175 033-8505050 Hoofdopleider Sportgeneeskunde: H.J.P.A. du Bois Hoofdopleider Sportgeneeskunde: H.B. Plemper Aios: H. van de Veen 4 4.5 Onderwijs/Bij- en nascholing Door de SOS georganiseerde cursussen in 2010 Aios: P. van Veldhoven, M. Inklaar, G. van der Slagmolen, E. van Dorssen Nijmegen Sanasport / Canisius Wilhelmina Ziekenhuis Amsterdam Weg door Jonkersbos 90 Voeding en Sport, 14 en 15 januari 2010 De Basiscursus Sportgeneeskunde is zeer praktisch van SMA Regio Amsterdam Postbus 31100 Voeding kan van grote invloed zijn op de gezondheid opzet en biedt kennis en vaardigheden aan over veel- Jan van Galenstraat 335 6503 CC Nijmegen en de prestatie van de (top)sporter. In deze cursus is voorkomende sportmedische problemen uit de dagelijk- Postbus 9243 024-3657716 aan de orde gekomen aan welke randvoorwaarden voe- se praktijk waardoor de verworven kennis en vaardighe- 1006 AE Amsterdam Hoofdopleider Sportgeneeskunde: W.M. van Teeffelen ding dient te voldoen en hoe het voedingsgedrag van den meteen toegepast kunnen worden. 020-5108768 Aios: K. Jansen, H. Kneepkens, M. van Rijswijck, een sporter beïnvloed kan worden om gezondheidsbe- Op het programma hebben gestaan: gunstige en nade- Hoofdopleider Sportgeneeskunde: S. Goedegebuure M. Naeff, P. Keijsers ïnvloeding en/of prestatieverbetering te bewerkstelligen. lige effecten van sporten en bewegen, sportblessures, Roermond / Venray Trainingsfysiologie bij chronisch zieken, chronische aandoening, praktisch handelen in de praktijk, veel casuïstiek, workshops en practica. actieve leefstijl, sportadvisering bij patiënten met een Aios: W. van der Ende-Kastelijn, J. Heere, D. Kok, F. Kappelhof SGA Laurentius Ziekenhuis / SMA Vitaal 4 en 5 februari 2010 Den Haag / Leidschendam Mgr. Driessenstraat 6 In deze cursus is eerst in het kort de epidemiologie van SGA Medisch Centrum Haaglanden Postbus 920 chronische ziekten besproken. Daarnaast zijn behan- Verdieping Sport en Bewegen 20 mei, 30 september, Burg. Banninglaan 1 6040 AX Roermond deld: een overzicht van de bewegingsrichtlijnen die 11 november 2010 en 3 februari 2011 2262 BA Leidschendam 0475-382222 er al in Nederland zijn en vijf chronische ziekten met Deze cursus is voor huisartsen het vervolg op de bo- 070-3574444 Hoofdopleider Sportgeneeskunde: G.M.E. Janssen / P.R. hun achtergrondtheorie. Er is een accent gelegd op de vengenoemde Basiscursus Sportgeneeskunde. Hoofdopleider Sportgeneeskunde: Th.C. de Winter Eijkelenboom. Aios: R. Timmermans, B. Peijs, M. de Koning (valkuilen en aandachtspunten bij de) inspanningsdiag- Bewegen, leefstijl en preventie zijn maatschappelijk nostiek en het opstellen en beoordelen van trainings- actuele en relevante trema’s. Huisartsen en andere zorg- programma’s. verleners hebben een belangrijke rol in het actief bevor- Aios: B. Bulder, P. Groenenboom, F. Groot, R.J. de Vos Utrecht / Zeist SGA UMC Utrecht Maxima Medisch Centrum Heidelberglaan 100 Basiscursus Duikgeneeskunde, Curaçao, In 2010 zijn de thema’s ‘actieve leefstijl’, ‘Blessures De Run 4600 Postbus 85500 13 t/m 23 maart 2010 bovenste extremiteit’ en ‘Beweeginterventies bij chro- Postbus 7777 3508 GA Utrecht Jaarlijks worden vele duiken door (beginnende) sport- nische ziekten’ de revue gepasseerd, in februari 2011 5500 MB Veldhoven 088-7555555 duikers gemaakt. Goede medische advisering is noodza- wordt de cursus afgerond met de themadag ‘Blessures 040-8888688 Hoofdopleider Sportgeneeskunde: F.J.G. Backx kelijk omdat de duiksport op steeds jongere en steeds onderste extremiteit’. Hoofdopleider Sportgeneeskunde: G. Schep / Aios: D. Sluijs, A. Hindriks, K. Thijs, H. Joosten oudere leeftijd wordt beoefend. Ook lichamelijke afwijkingen kunnen consequenties hebben voor het beoefe- VSG Wetenschappelijke avond, 8 juni 2010 Zwolle nen van de duiksport. In het kader van de deskundigheidsbevordering organi- Groningen Sportgeneeskunde Isala klinieken Tijdens deze basiscursus op Curaçao zijn onder andere seert de Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG) ieder Sportmedisch Centrum UMCG Groot Weezenland 20 deze aspecten uitgebreid besproken. jaar een aantal Wetenschappelijke Bijeenkomsten. Hanzeplein 1 Postbus 10500 Vanzelfsprekend is er door de deelnemers aan de cur- De eerste bijeenkomst van dit jaar had als onderwerp: 7900 RB Groningen 8000 GM Zwolle sus ook zelf gedoken. ‘Kinderen met dyspnoe / dyspnoe bij inspanning; wat is Triadegebouw (nr. 23) 038-4245000 050-3617700 Hoofdopleider Sportgeneeskunde: G.C. van Enst (tot 01-04- Basiscursus Sportgeneeskunde De avond is begonnen met een praktisch overzicht van Hoofdopleider Sportgeneeskunde: S.W. Bredeweg 2010) / T. Brandon (vanaf 01-04-2010) Aios: P. Komdeur, S. van Naar deze cursus is ieder jaar veel vraag. In 2010 is de een inspanningstest bij kinderen met dyspnoe. Gevolgd Aios: M. Brinkman, F. Riedstra Berkel, S. Jacolino, A. Snoek, P. Sengkerij cursus gehouden op 18, 19 en 20 maart, op 16, 17 en door uitleg over verschillen bij inspanningstesten tus- 18 september en op 9, 10 en 11 december. sen kinderen en volwassenen en belangrijke oorzaken A.R. Hoogeveen. Aios: V. Niemeijer, S. Bouts, M. Beelen 186 deren van een gezonde leefstijl. Eindhoven / Veldhoven Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 de rol van de sportarts?’ Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 187 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs van dyspnoe bij kinderen vooral op longgebied. Afge- Sportarts werkzaam bij een SMI (SportMedische Instel- Basiscursus Duikgeneeskunde Nederland, 18 en Sportfysiotherapie, 3 december 2010 sloten is met een overzicht van cardiale oorzaken bij ling), 1 oktober 2010 19 november 2010 (Sport-)artsen hebben frequent te maken met (sport-) kinderen die ook door middel van een inspanningstest De sportarts oefent zijn beroep voornamelijk uit bij De duiksport onderscheidt zich wezenlijk van andere fysiotherapeuten, zowel als verwijzer als bij de sportme- te analyseren zijn. sportmedische instellingen, een sportgeneeskundige sporten door de voor ons lichaam extreme omstandig- dische begeleiding van individuele sporters en sport- werkplek/afdeling in een ziekenhuis of een Sportme- heden. Keuringsrichtlijnen en medische advisering bij teams. In het eerste geval gaat het er om te weten wat Lab/urine onderzoek, 29 juni 2010 disch Adviescentrum (SMA) en bij sportorganisaties. lichamelijke ongemakken zijn de basis van deze cursus. de (sport-)fysiotherapie kan betekenen in het zorg- en Steeds meer artsen werken intramuraal, waardoor het Het is voor een sportarts (i.o.) van wezenlijk belang te Op het programma heeft ook een (doop)duik gestaan. nazorgtraject. In het tweede geval gaat het vooral om aanvragen van (uitgebreid) laboratoriumonderzoek mak- weten aan welke kwaliteitscriteria deze werkplekken Deze cursus kon zowel als basis als als opfriscursus efficiënte en effectieve samenwerking in de begeleiding kelijker is geworden. In deze cursus zijn behandeld: de moeten voldoen en hoe collegae hun praktijk hebben gevolgd worden. waarbij ook preventie van blessures en belangrijke rol praktische waarde van de verschillende bepalingen in opgezet in een zich continue ontwikkelend krachten- bloed, urine en speeksel evenals het kostenaspect van veld. In deze cursus is aan alle aspecten ruimschoots Sportpsychologie, 2 december 2010 Deze cursus heeft tot doel gehad: ‘Kennis en inzicht te de onderzoeken. aandacht besteed. Het wordt steeds gebruikelijker dat een sportpsycholoog verwerven in de opleiding van de sportfysiotherapeut betrokken wordt bij de (multidisciplinaire) begeleiding en zijn functioneren in relatie tot het functioneren van SportMedische Aspecten van Zweefvliegen, 9 juli en Cursus gewricht ‘Schouder’, 12 oktober 2010 van een sportteam en ook individuele sporters consulte- de (sport-)arts’. 10 september 2010 Deze bijscholing over gewrichten in relatie tot sport- ren steeds vaker een sportpsycholoog in het kader van Aan zweefvliegkeuringen worden steeds meer eisen beoefening en sportmedische aspecten heeft geheel de optimalisering van hun sportprestaties. gesteld. In 2005 hebben de KNVvL en de FSMI een con- in het teken van het schoudergewricht gestaan. Er is Wonderen mag je niet van een sportpsycholoog ver- venant gesloten waarin is vastgelegd dat de zweefvlieg- onder andere aandacht besteed aan de functie van het wachten, maar wat dan wel? Gesproken is over het ta- keuringen kunnen worden uitgevoerd door sportartsen schoudergewricht, de verschillende onderzoekstechnie- kenpakket van de sportpsycholoog en over het functio- werkzaam in gecertificeerde en bij de FSMI aangesloten ken van het schoudergewricht, blessures en behande- neren van de sportarts in relatie tot de sportpsycholoog. SportMedische Instellingen. ling daarvan. 4 speelt. Gebruik makend van o.a. veel casuïstiek zijn de deelnemers op de hoogte gebracht van de nieuwe keurings- Ergometrie, 3, 4 en 5 november 2010 richtlijnen en zijn vele medische aspecten behandeld. Deze cursus is het vervolg op de cursussen Trainings- Waar de weersomstandigheden het toelieten is er door fysiologie en Trainingsfysiologie bij Chronisch Zieken. de deelnemers een zweefvlucht gemaakt. Ergometrie neemt een belangrijke plaats in in het dagelijks handelen van een sportarts. Niet alleen maakt Beeldvormende technieken ‘Schouder’, ergometrie het mogelijk de (vooruitgang in) belastbaar- 9 september 2010 heid te objectiveren, het kan tevens gebruikt worden De sportgeneeskunde heeft zich in het laatste decen- bij de diagnostiek van diverse klachten en ziekten. Alle nium steeds meer ontwikkeld in de richting van een kli- aspecten van de ergometrie zijn in deze driedaagse cur- nisch specialisme. Het is voor de huidige sportarts(i.o.) sus uitvoerig behandeld. essentieel een goed inzicht te hebben in de (on)mogelijkheden van beeldvormende technieken bij aandoe- VSG Wetenschappelijke avond, 16 november 2010 ningen van het bewegingsapparaat en wat de indicaties De tweede avond van dit jaar stond in het teken van zijn om deze aan te vragen. Dit jaar zijn de aspecten ‘Hoogte en sportgeneeskunde’. betreffende de schouder uitvoerig besproken. Bewegen en inspanning zijn in het dagelijks leven voor mensen soms al een zware belasting, maar bewegen op SportMedische Aspecten van Zwemmen, hoogte is een extra belasting. 17 september 2010 De avond is begonnen met een presentatie over hoog- Zwemmen kent vele facetten. In deze cursus is aan- tefysiologie bij chronisch zieken, gevolgd door effecten dacht besteed aan de organisatie en het sportmedisch van inspanning op grote hoogte bij diabetes. Hierin zijn beleid van de KNZB, de fysiologie van het zwemmen, met name de ervaringen en resultaten van een tweetal trainingsleer, waterpoloblessures, de sportmedische expedities besproken. Ten slotte is ingegaan op de in- begeleiding in de praktijk, diverse zwemblessures waar- vloed van hoogte op gaswisseling en longcirculatie. onder de zwemmerschouder. Met een zwembad binnen bereik, is er ook in de praktijk gezwommen. 188 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 189 Wetenschap en onderwijs ToggleLoc™ Fixation Device with Ziploop™ Technology 4 4.6 Kennistransfer Sportgezondheidszorg (KTS) Doelstelling KTS De Vereniging voor Sportgeneeskunde ervaart het als Sportgezondheidsonderzoek en praktijk bij elkaar bren- een probleem dat sporters/bewegende mensen versto- gen uitgaande van de gedachte dat sporters/bewegende ken blijven van de laatste inzichten uit de wetenschap mensen en hun intermediairen daar baat bij kunnen en ziet voor zichzelf een ondersteunende, uitvoerende hebben. rol weggelegd om de talen en werelden meer bij elkaar te brengen. Zij ziet KTS als een mogelijke werkwijze om Aanleiding kennis en ervaring uit onderzoek wel op de juiste plek- Kennis en ervaring uit onderzoek dat binnen de sport- ken te krijgen. Dankzij financiering van het Ministerie gezondheidszorg plaatsvindt, komt niet vanzelfsprekend van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft de bij sporters/bewegende mensen terecht. Zowel onder- VSG een start kunnen maken met de inrichting van een zoekers en professionals in de sportzorg als betrokken aantal expertgroepen waarin diverse methodes voor het veldpartijen zijn zich bewust van het probleem en ont- ‘vertalen’ en overbrengen van wetenschappelijke kennis plooien de nodige initiatieven om kennis en ervaring uit naar de sporter/bewegende mens worden uitgetest. onderzoek te verspreiden en te implementeren danwel Met het onderbrengen van dit project bij de VSG kan te (laten) gebruiken. Echter, ondanks die inspanningen kennistransfer dicht bij het veld van de sportgezond- vindt kennis en ervaring uit onderzoek onvoldoende zijn heidszorg worden opgepakt. Contacten met sport- weg en zou beter benut kunnen worden. Oorzaak van bonden, NOC*NSF, TNO Kwaliteit van Leven, Centrum het probleem is dat sporters/bewegende mensen, onder- Gezond Leven (CGL), Stichting Consument en Veiligheid, zoekers, professionals in de sportzorg en veldpartijen het inzetten van werkgroepen voor richtlijnontwikke- verschillende talen spreken en verschillende werelden ling en deskundigheidsbevordering en initiatieven zoals vertegenwoordigen. het maken van regionale ketenafspraken zijn concrete voorbeelden van samenwerking met de praktijk en - Ziploop™ Technology maximizes soft tissue, graft tunnel interface. - One implant for varying tunnel lengths, eliminates the need for multiple sizes. - Techniques availables for: ACL Reconstruction, Ulnar Collateral reconstruction (Tommy John), Ankle syndesmosis and distal biceps reattachment. Biologics • Bracing • Microfixation • Orthopaedics • Osteobiologics • Spine • Sports Medicine • Trauma • 3i Sporters/bewegende mensen willen praktische informa- daarmee relevante implementatiekanalen. Tegelijkertijd tie om hun conditie op te bouwen, verstandig te eten, heeft de VSG ook goede contacten richting onderzoek prestaties te leveren en soms ook om blessures te en wetenschap via diverse werkgroepen, expertgroepen voorkomen. Ze horen van andere sporters en surfen op en LOSO-partners. Bovendien wordt het bureau van de internet. Bij georganiseerde sporters zijn trainers/coa- VSG gedeeld met organisaties die zijn betrokken bij de ches ook belangrijke vraagbaken. opleiding en bij- en nascholing van professionals in de Onderzoekers publiceren in wetenschappelijke tijdschrif- sportzorg en het onderhouden van websites zoals sport- ten voor vakgenoten, houden soms presentaties en rich- zorg.nl (voor sporters/bewegende mensen) en clubzorg. ten zich bij voorkeur op evidence-based gegevens. Pro- nl (voor sportverenigingen); kortom, de drempel naar fessionals in de sportzorg schrijven richtlijnen en maken deze organisaties is, letterlijk en figuurlijk, laag. zowel gebruik van evidence-based en experience-based gegevens. Sporters/bewegende mensen, onderzoekers Pilot KTS en professionals in de sportzorg en veldpartijen komen Naast financiering van het Ministerie van VWS heeft elkaar echter niet vaak spontaan tegen. de VSG eveneens financiering ontvangen van ZonMw. www.biomet.nl Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 191 4 Wetenschap en onderwijs Wetenschap en onderwijs ZonMw zoekt kanalen in het veld om onderzoeksresulta- lagen. En dat deskundigheidsbevordering, in termen van De geleerde lessen uit deze evaluaties worden ingezet als structurele basis voor KTS. ten van het programma Sport, Bewegen en Gezondheid vertalen en gebruik van kennis, een aparte slag vraagt Schematisch kan de KTS-pilot als volgt worden weergegeven: (SBG) bij gebruikers te krijgen. De VSG heeft de mo- waarmee we inmiddels ook ervaring hebben opgedaan. gelijkheid gekregen om in een eenjarig project diverse In het kader van deze pilot zijn diverse resultaten methoden van kennistransfer uit te testen voor twee bereikt: projecten uit het ZonMw-programma Sport, Bewegen en • inrichting expertgroep Enkel en sport (bestaande uit Gezondheid om zo de meerwaarde van KTS aan te to- meerdere (onderzoeks)disciplines en Stichting Con- nen. De pilot richt zich op een project over het voorko- sument en Veiligheid). Doelstelling: vermindering van men van herhaald enkelletsel met een bewezen effectief incidentie en ernst van acute, laterale enkelletsels en oefentolprogramma en een project over beginnen met de chronische restklachten bij de doelgroep sportbe- hardlopen met veel kennis en ervaring over hardlopen oefenaren; en onderzoek (GRONORUN). Onderzoeksresultaten (LOSO, ZonMw) Verzameling van methoden, strategieën, instrumenten & activiteiten Betekenis voor de sporter, direct en indirect ‘push’ KTS ‘pull’ 4 • inrichting expertgroep Hardlopen (met onderzoekers, Atletiekunie en Stichting Consument en Veiligheid). Bij het zoeken van samenwerkingsverbanden met diver- Doelstelling: actuele, eenduidige informatie over se organisaties voor de uitvoering van de pilot hebben beginnen met hardlopen komt bij de sporters zelf drie bevorderende factoren bijgedragen: terecht; 1. het centraal stellen van de sporter, alleen door uit te gaan van het perspectief van de sporter en zijn omgeving kan betekenis gegeven worden aan kennis, dat brengt onderzoekers en veldpartijen bij elkaar; 2. bereidheid tot samenwerking en bereidheid om over eigen schaduw heen te stappen door alle partijen; 3. expertgroepen met multidisciplinaire samenstelling die met enige regelmaat bij elkaar komen voorzien in een behoefte om kennis en ervaring uit te wisselen, bij te blijven en mee te denken/doen aan concrete producten voor de sporter. • ontwikkeling teksten voor websites Sportzorg.nl en voorkomblessures.nl • instructiefilmpje voor oefentolprogramma i.s.m. Stichting Consument en Veiligheid; • voorbereidingen enkelcampagne Stichting Consu- uitgetest: • netwerkontwikkeling (het bij elkaar brengen van de theorie en praktijk van overtraining en een concreet uiteenlopende instrumenten voor KTS zijn opgenomen. eindproduct als eindresultaat te hebben. Een eindpro- Voor het vullen van de toolbox zijn, naast de genoemde duct dat van binnenuit en met de wielrenners tot stand projecten uit de pilot, een sporttak (wielrennen) en is gekomen. twee doelgroepen (jeugdige en oudere sporters) geko- Voor de oudere sporter is ervoor gekozen om in samen- en sport; zen waarvoor tools voor kennistransfer ontwikkeld gaan werking met de Unie KBO, als onderdeel van het NISB- worden. programma Fit for Life, een artikelenreeks te ontwikke- Voor wielrennen is een expertgroep ingericht waarin len voor het blad Nestor. Vanuit KTS wordt samen met zowel (para)medisch inhoudelijke deskundigen zijn 50+-sporters betekenis gegeven aan wetenschappelijke betrokken alsook trainers/coaches, bewegingsweten- kennis, bijvoorbeeld over de beweeg- en fitnorm, over schappers, vertegenwoordigers van NTFU en KNWU en effecten van sporten op fitheid en zelfstandigheid, over wielrenners. Doelstelling van de expertgroep Wielrennen chronische aandoeningen en mogelijkheden om te (blij- is het beschikbaar en toegankelijk maken van bestaan- ven) sporten. In 2010 is hard gewerkt aan het voorbe- de sportmedische expertise over wielrennen voor ie- reiden van de uitvoering van de genoemde plannen. dereen die daar baat bij kan hebben en het stimuleren Voor de jeugdige sporter is eveneens een expertgroep • initiatief voor voetbalpolis van verzekeraar Achmea (met inzet van oefentollen); • oefentolprogramma in richtlijnen inclusief vertaling voor sportmasseurs/sportverzorgers; Noord-Holland; • symposia en studiemiddagen (bij- en nascholing) voor trainers, coaches en verzorgers. mensen die verschillende ‘talen’ spreken en verschillende werelden vertegenwoordigen, onderzoekers en Evaluatie van de pilot heeft op twee manieren plaatsge- van multidisciplinaire samenwerking waarbij de renner ingericht bestaande uit vertegenwoordigers uit de veldpartijen); vonden: centraal staat. jeugdgezondheidszorg, kindergeneeskunde en sport- • procesevaluatie door de mix van strategieën te • deskundigheidsbevordering (het vertalen van kennis De expertgroep heeft gekeken naar welke onderwer- geneeskunde. De expertgroep heeft ervoor gekozen in om betekenis te kunnen geven aan onderzoeksresul- beschrijven, het bereik van de doelgroepen voor de pen renners belangrijk vinden. Daaruit zijn in eerste eerste instantie een website voor de jeugd te ontwikke- taten en het gebruik van die vertaalde kennis); methoden van kennistransfer vast te stellen en erva- instantie twee onderwerpen gekozen waarmee aan de len ‘Onwijsfit’ en een cursus te ontwikkelen voor jeugd- ringen vast te leggen; slag is gegaan: overbelasting en prestatiebevorderende artsen om kinderen aan het bewegen te krijgen. Deze middelen. Voor het onderwerp ‘overbelasting’ is een cursus wordt in 2011 voor het eerst gegeven. • expertgroepen (inhoudelijk aan de slag met het verzamelen, ordenen, uitwisselen en delen van kennis, bij voorkeur met meerdere disciplines). • evaluatie van de uitkomsten door na te gaan of resultaten behaald zijn en of aansluiting is gevonden logboek voor wielrenners ontwikkeld dat gebaseerd is bij de wensen en behoeften van sporters/bewegende op de laatste wetenschappelijke inzichten en geschikt Voorbeelden van tools die in de toolbox opgenomen mensen. is voor wielrenners en zo nodig coaches en trainers. gaan worden zijn: traal: wat kunnen onderzoeksresultaten praktisch ver- Met kennis en ervaring van de deelnemers aan de • richtsnoer voor vragen vanuit het perspectief van de taald voor hem betekenen en hoe kunnen ze bruikbaar expertgroep stelde de VSG een communicatieplan op gemaakt worden. dat overtraining en het logboek onder de aandacht van Gedurende de pilot bleek dat netwerkontwikkeling en wielrenners kan brengen. Terugkijkend vonden de deel- • checklist voor doel en resultaat van een expertgroep; het opzetten van expertgroepen in elkaars verlengde nemers het prettig om in enkele bijeenkomsten elkaar(s • checklist voor samenstelling van een expertgroep; In alle methoden staat de sporter/bewegende mens cen- 192 wereld) te leren kennen, ervaringen uit te wisselen over De toolbox is een instrumentenkoffer waarin allerlei ment en Veiligheid met input van expertgroep Enkel • pilot voor invoeren enkelregistratiekaart in regio In de pilot zijn diverse methoden van kennistransfer Ontwikkeling toolbox Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 sporter te stellen aan onderzoekers voor een item op sportzorg.nl; Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 193 4 Wetenschap en onderwijs • stappenplan voor organiseren van wetenschappelijke symposia; • handboekje voor het organiseren van studiemiddagen voor coaches/trainers/verzorgers; • checklist voor analyse van wensen en behoeften van sporters; • aandachtspunten voor een detacheringsovereenkomst van een onderzoeker bij de VSG; • stappenplan vertalen kennis uit proefschriften. Wetenschap en onderwijs Tot slot Uiteraard vindt achter de schermen uitwisseling plaats tussen de diverse expertgroepen over gekozen processen en werkwijzen. Wat werkt wel, wat werkt niet, wat kunnen we van elkaar leren? De onderlinge uitwisseling 4 4.7 VSG Congres werkt versterkend voor alle expertgroepen, waardoor de processen steeds optimaler gaan verlopen. Wat we tot nu toe hebben geleerd is dat veel tijd en energie nodig is voor de voorbereiding en uitvoering van activiteiten voordat je daadwerkelijk de sporters Overige ontwikkelingen en hun intermediairen kunt bereiken. Tevens vraagt het Met de inrichting van de diverse expertgroepen ontstond proces, zowel voor de VSG maar ook voor de samenwer- Donderdag 25 en vrijdag 26 november 2010 heeft voor de ten aanzien van meerdere sporttakken en disciplines de kingspartners, een andere manier van kijken en werken zesde maal het jaarlijkse Sportmedisch Wetenschappelijk behoefte aan inrichting van een expertgroep. Inmiddels omdat je je voortdurend bij alles waar je mee bezig Congres ‘Sport, bewegen en gezondheid’, georganiseerd zijn de volgende expertgroepen dan ook opgericht of in bent af moet vragen: ‘wat kan de sporter/bewegende door de VSG, plaatsgevonden. Bijna 400 deelnemers en oprichting: mens hiermee?’. Een uitdagend proces waar we zoveel 15 standhouders waren getuige van een geslaagd con- • zwemmen; mogelijk organisaties bij willen betrekken en mee willen gres. De reacties waren wederom overweldigend! • fitness; ‘besmeten’. Wilt u meer informatie dan kunt u contact • paardrijden; opnemen met de VSG, [email protected] of In tegenstelling tot voorgaande jaren begon het congres • revalidatie en sportgeneeskunde. 030-2252290. op donderdag om 09.30 uur. Dagvoorzitter Babette Pluim Aansluitend vond een diner plaats. Tijdens de afsluitende We hopen over deze expertgroepen in het jaarboek van opende het congres. borrel zorgde sportarts in opleiding Floor Groot met zijn volgend jaar meer te kunnen melden. Daarna was het de beurt aan Jeroen Bijl (manager Top- band ‘The Astonics’ voor de muzikale noten. sport NOC*NSF) met een lezing over het sportmedisch begeleidingsprogramma van NOC*NSF. Vervolgens presen- Op de tweede dag brachten ‘invited speakers’ in paral- teerde Rhijn Visser, voorzitter a.i. van de VSG, de laatste lelsessies samen de belangrijkste innovaties en nieuwe ontwikkelingen binnen de VSG. inzichten naar voren. De dag begon met een plenaire lezing van Prof.dr. M.E. Batt (consultant Sport and Exercise Voorafgaand aan de lunchpauze konden de deelnemers Medicine, UK) over ‘Developing Sport & Exercise Medicine kiezen uit twee parallelsessies: schaatsen en loopsporten. in The UK - European and Global opportunities’. Na de sessies kwamen de deelnemers weer bijeen voor de Na deze lezing konden de deelnemers kiezen uit diverse lunchpauze en kon men vervolgens een keuze maken uit parallelsessies met als onderwerpen : paralympische ge- drie parallelsessies: wielrennen, tennis en volleybal. dachte, martial arts-medical arts, hockey, roeien, voetbal Na de koffiepauze hield Ab Krook (voormalig schaatscoach) en revalidatiesport bij chronisch zieken. een lezing “wie wil, kan winnen”. Tevens kregen 29 jonge onderzoekers de kans hun kennis De middag werd afgesloten met de uitreiking van de uit te dragen tijdens deze sessies. Elk jaar wordt de prijs Cosmed Prijs voor Sportgeneeskunde. De winnaar in de voor het beste abstract uitgereikt. De cheque van € 500,- categorie beste wetenschappelijke publicatie (2009) werd beschikbaar gesteld door de Stichting Orthopedie en uitgereikt aan dr. Robert-Jan de Vos (Erasmus Universiteit Sport ging dit jaar naar Suzan de Jonge van het Erasmus Rotterdam en Medisch Centrum Haaglanden) op basis van Medisch Centrum Rotterdam / Medisch Centrum Haaglan- het artikel ‘Platelet-rich plasma injection for chronic achilles den Leidschendam. Haar lezing was getiteld: Plaatjes-Rijk tendinopathy: a randomised controlled trial (JAMA 2009)’. Plasma behandeling bij Achilles tendinopathie: een dub- Zijn prijs werd uitgedrukt in een geldbedrag van € 500,-. belblind gerandomiseerde studie met één-jaars follow- De winnaar in de categorie beste proefschrift in 2009 is up’. Ook mag de winnares volgend jaar het VSG congres geworden dr. Ingrid de Backer (Maastricht University) op gratis bezoeken. basis van het proefschrift getiteld ‘Exercise training in cancer survivors’. Zij ontving een geldbedrag van € 2.750,-. 194 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 195 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg 5 Hoofdstuk 5 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 197 5 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Overzicht organisaties sportgezondheidszorg 5 5.1 Organisaties en adressen nationaal Overzicht sportmedische instellingen Nederland Groningen Zuid-Holland Groningen Gorinchem Erkende Sportmedische Instellingen (SMI) Gouda Friesland ’s-Gravenhage Heerenveen Leiden Leiderdorp Groningen Drenthe Leidschendam Meppel Rotterdam Vlaardingen Overijssel Woerden Enschede Heerenveen Zwolle Noord-Brabant Bergen op Zoom Meppel Hoorn Alkmaar Zwolle Zaandam Almere Amsterdam Arnhem Eindhoven Ede Helmond Nijmegen ’s-Hertogenbosch Nunspeet Tilburg Almere Amersfoort Hilversum Utrecht Leiden Leidschendam Flevoland Nunspeet Baarn Aalsmeer Vlaardingen Breda Veldhoven Haarlem Den Haag Gelderland Woerden Utrecht Gouda Utrecht Woudenberg Zeist Papendal Amerongen Ede Arnhem Rotterdam Spijkenisse Gorinchem Nijmegen ‘s-Hertogenbosch Zeeland Middelburg Enschede Terneuzen Amerongen Amersfoort Limburg Baarn Maastricht Hilversum Roermond Utrecht Sittard Woudenberg Venray Zeist Weert Breda Helmond Tilburg Middelburg Bergen op Zoom Venray Eindhoven Terneuzen Noord-Holland Aalsmeer Eindhoven Alkmaar Weert Amsterdam Roermond Haarlem Hoorn Zaandam Sittard Maastricht 198 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 199 5 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Erkende Sportmedische Instellingen (SMI) Overijssel Sanasport Utrecht SMA Oost Nederland Weg door Jonkerbos 90 SMA Amerongen Groningen Centrum voor Revalidatie Het Roessingh 6532 SZ Nijmegen Industrieweg Noord 4D SMA Noord (5 locaties) Roessinghsbleekweg 157 T. 024 365 77 16 3958 VT Amerongen Laan Corpus den Hoorn 104 7522 AH Enschede F. 024 365 77 22 T. 0343 450 028 9728 JR Groningen T. 053 487 52 06 E. [email protected] E. [email protected] T. 050 526 20 70 F. 053 487 54 78 I. www.sanasport.nl I. www.sportarts.org F. 050 524 56 98 E. [email protected] Sportartsen: W. van Teefffelen, R. Vesters, H. Kneepkens, Sportartsen: G. Vroemen, R. van der Kolk, V. Niemeijer E. [email protected] I. www.smaoost.nl M. van Rijswick I. www.smanoord.nl Sportartsen: R. Klooster SMA Amersfoort SMC Maartenskliniek De Blokkeduinen 11 Sportgeneeskunde ISALA klinieken Stadion De Goffert 3819 BD Amersfoort Sportmedisch Centrum UMCG ISALA klinieken, locatie Weezenlanden Steinweglaan 3 T. 033-7676055 Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) Groot Weezenland 20 6532 AE Nijmegen E. [email protected] Hanzeplein 1 8011 JW ZWOLLE T. 024 378 65 44 I. www.sma-amersfoort.nl 9713 GZ Groningen T. 038 424 56 98 E. [email protected] Sportartsen: D. Sluijs, W. Zimmerman T. 050 361 77 00 E. [email protected] I. www.maartenskliniek.nl F. 050 361 92 51 I. www.isala.nl Sportartsen: E. van den Eede, P. Komdeur, D. Wierper E. [email protected] Sportartsen: T. Brandon, S. van Berkel, G. van Enst, I. www.sportgeneeskundegroningen.nl M. Vegter, J. Stomphorst, A. Snoek Sportartsen: S. de Bruin, J. Nijboer H. Zwerver SGA Meander Medisch Centrum Molenweg 2 SMA Seneca 3743 CM Baarn Kapittelweg 33 T. 033 850 61 41 Gelderland 6525 EN Nijmegen E. [email protected] Sportartsen: B. Bessem, S. Bredeweg, M. Moen, SMC Papendal (SMCP) (4 locaties) T. 024 3531262 I. www.meandermedischcentrum.nl Friesland Nationaal Sportcentrum Papendal E. [email protected] Sportartsen: F. van Hellemondt, P. van Veldhoven, M. Inklaar Sportgeneeskunde Friesland Papendallaan 7 I. www.han-seneca.nl Dalhuijsenstraat 10 6816 VD Arnhem Sportartsen: R. Kempers 8448 EW Heerenveen T. 026 483 44 40 T. 0513 627 175 F. 026 483 44 39 SMA de Veluwe Loosdrechtse bos 17 E. [email protected] E. [email protected] Zorgplein ‘De Enk’ 1213 RH Hilversum I. www.sportgeneeskundefriesland.nl I. www.smcp.nl Stationsplein 18g T. 035 538 54 60 Sportartsen: R. du Bois, J. Stomphorst, C. Top, B. Sportartsen: P. van Beek, F. Broekhof, L. Heere. R. 8071 CH Nunspeet E. [email protected] Wiersma Kempers, A. Kokshoorn, D. Oei, B. Pluim, Tj. de Vries T. 0341 257 771 I. www.zonnestraal.nl F. 0341 250 789 Sportartsen: C. Wijne, E. Gieles Drenthe SMI Arnhem SGA Diaconessenhuis Meppel Beukenlaan 19 I. www.smaveluwe.nl SGA UMC Utrecht Diaconessenhuis 6823 MA Arnhem Sportartsen: A. Brons, C. Wijne Heidelberglaan 100 Hoogeveenseweg 38 T. 026 443 28 28 7943 KA Meppel E. [email protected] Flevoland T. 088 755 88 31 T. 0522 23 34 65 I. www.physique.nl SMA Flevoland E. [email protected] F. 0522 23 34 19 Sportartsen: E. Hendriks Randstad 22-01 I. www.topsportgeneeskunde.nl SMA Zonnestraal Zonnestraal, paviljoen Ter Meulen E. [email protected] 3584 CX UTRECHT 1316 BN Almere Sportartsen: F. Backx, J. Boelens-Quist, W. van der Meulen, I. www.sgameppel.nl Sportmedisch Centrum Gelderse Vallei (2 locaties) T. 036 534 54 59 A. Hindriks, D. Kok Sportartsen: V. Rutgers Willy Brandtlaan 10 F. 036 533 52 42 6716 RP Ede E. [email protected] SMA Utrecht T. 0318 435 200 I. www.smaalmere.nl Sportcentrum Olympos E. [email protected] Sportartsen: C. Wijne, S. Goedegebuure, E. Gieles Uppsalalaan 3 E. [email protected] I. www.smcgeldersevallei.nl 5 3584 CT Utrecht Sportartsen: P. Vergouwen, I. Gobes-de Punder 200 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 201 5 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Overzicht organisaties sportgezondheidszorg T. 030 253 30 77 E. [email protected] E. [email protected] E. [email protected] F. 030 253 30 79 I. www.smaolympia.nl I. www.smagorinchem.nl I. www.sma-rotterdam.nl E. [email protected] Sportartsen: I. Engelbertink, M. van der Werve, J. Bax Sportartsen: T. Langenhorst, R.J.A. Visser Sportartsen: C. Dijkers, S. van der Putten, I. www.smautrecht.nl Sportartsen: E. Schoots, J. Bax, E. Hendriks A. Nooitgedagt SMA Jessica Gal Sportartsen SMA Midden Holland Stadhouderskade 2 Groene Hart Ziekenhuis, locatie Bleuland SMC Nieuw Rotterdams Peil Medicort Sports & Orthopedic care 1054 ES Amsterdam Bleulandweg 10 Sparta stadion, 4e verdieping J.C. Maylaan 6 T. 020 560 89 20 2803 HH Gouda Spartapark Noord 1 3526 GV Utrecht E. [email protected] T. 0182 505 392 3027 VW Rotterdam T. 030-244 84 47 I. www.jessicagal.nl E. [email protected] T. 010 462 20 10 E. [email protected] Sportartsen: J. Gal, H. Kneepkens I. www.ghz.nl E. [email protected] Sportartsen: M. Alsemgeest I. www.smc-rdam.nl I. www.medicort.nl Sportartsen: R. van der Kolk, D. Sluijs, R. Timmermans SMA Regio Haarlem Sportartsen: R. Rozenberg Kennemer Sportcenter SGA Diaconessenhuis Leiden Noord-Holland IJsbaanlaan 4b Houtlaan 55 SMA Den Haag SMA Aalsmeer PACA 2024 AV Haarlem 2334 CK Leiden Sweelinckplein 46 Lakenblekerstraat 2 T. 023 525 80 80 T. 071 517 84 25 2517 GP ‹s-Gravenhage 1431 GG Aalsmeer F. 023 525 39 95 E. [email protected] T. 070 345 16 34 T. 0297 230 960 E. [email protected] I. www.diaconessenhuis.nl F. 070 345 15 70 F. 0297 331 181 I. www.smahaarlem.nl Sportartsen: M. Verschure E. [email protected] E. [email protected] Sportartsen: A. Weir, M. de Jong, H. Dijkstra I. www.paca.nu Sportartsen: Z. Fokke I. www.smadenhaag.nl SGA Rijnland Ziekenhuis Locatie St. Elisabeth & Rijnoord Westfries Gasthuis Simon Smitweg 1 SMA Toppoint (2 locaties) SMA Alkmaar en omstreken Fr. Maelsonstraat 3 2353 GA Leiderdorp Stadhoudersweg 1 Oudegracht 287 1624 NP Hoorn T. 071 582 86 20 3136 BW Vlaardingen 1811 CJ Alkmaar T. 0229 243 893 E. [email protected] T. 010 475 53 32 T. 072 520 05 08 E. [email protected] I. www.sgarijnland.nl E. [email protected] E. [email protected] I. www.sportkeuring.nl Sportartsen: M. van der Werve, M. Moen I. www.mc-back-up.nl I. www.sma-alkmaar.nl Sportartsen: E. van de Sande Sportartsen: F. Nusse Sportartsen: J. Maas SGA Medisch Centrum Haaglanden SMA Zaanstreek/Waterland Locatie Antoniushove Ziekenhuis Sportgeneeskunde Woerden SMA Regio Amsterdam Herengracht 12 B. Banninglaan 1 Polanerbaan 2 Andreasziekenhuis 1506 DS Zaandam 2262 BA Leidschendam 3447 GN Woerden Jan van Galenstraat 335 T. 075 631 18 44 T. 070 357 42 35 T. 0348 427 880 1061 AZ Amsterdam E. [email protected] F. 070 357 41 14 E. [email protected] T. 020 662 82 86 I. www.sportkeuring.nl E. [email protected] I. www.sportgeneeskundewoerden.nl E. [email protected] Sportartsen: F. van Hellemondt, E. Gieles I. www.mchaaglanden.nl Sportartsen: R. van Rooijen, C. Dijkers I. www.sma-amsterdam.nl Sportartsen: A. Weir, Th.C. de Winter, B. Bulder, P. Zuid-Holland Groenenboom, H. Tol SMA Midden Rivierengebied 202 Sportartsen: J. Gal SMA Hoorn Sportartsen: F. Nusse, C. Wijne, S. Goedegebuure SMA Geerestein Geeresteinselaan 26 SMA Olympia (2 lokaties) Beatrix ziekenhuis SMA Rotterdam 3931 JC Woudenberg Olympiaplein 74a Banneweg 57 Ikazia Ziekenhuis T. 033 286 19 83 1076 AG Amsterdam 4204 AA Gorinchem Montessoriweg 1 F. 033 286 64 55 T. 020 662 72 44 T. 0183 626 600 3083 AN Rotterdam E. [email protected] F. 0183 699 921 T. 010 2975975 I. www.smageerestein.nl F. 010 2975977 Sportartsen: E. Hendriks, J. Boelens-Quist Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 5 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 203 5 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Sport Medisch Centrum KNVB I. www.sma-elkerliek.nl T. 0118 67 08 31 I. www.orbissport.nl Woudenbergseweg 56 Sportartsen: R. Visser F. 0118 64 07 11 Sportartsen: P. Dobbelaar, H. Schipper 3707 HX Zeist E. [email protected] Postbus 515 Sportmedisch Centrum JBZ I. www.smazeeland.nl SMA-Vitaal 3700 AM Zeist Jeroen Bosch Ziekenhuis, locatie Carolus Sportartsen: A. Brons VieCurie, Medisch Centrum voor Noord Limburg T. 0343 499 285 Marathonloop 9 F. 0343 499 288 Postbus 1101 SMA Prosano 5801 CE Venray E. [email protected] 5200 BD ‹s-Hertogenbosch Wielingenlaan 2 T. 0478 522 777 I. www.smcknvb.nl T. 073 649 12 00 4535 PA Terneuzen F. 0478 522 775 Sportartsen: J. Frederiks, G. Goudswaard, E. [email protected] T. 0115 677 128 E. [email protected] R. Timmermans, P. van Veldhoven, D. Kok, A. Hindriks I. www.smcjbz.nl E. [email protected] I. www.sma-vitaal.nl Sportartsen: M. van Wijk, K. Janssen, V. Niemeijer I. www.prosano.nl Sportartsen: M. van der Cruijsen-Raaijmakers, Sportartsen: S. Praet R. Eijkelenboom, B. Peijs Noord-Brabant Merseloseweg 130 SMA Sportgeneeskunde en Trainingsdiagnostiek SMA Hart van Brabant Gebouw Arbo Unie Tweesteden ziekenhuis Limburg Sportbeleid Drebbelstraat 1 Louis Regoutstraat 7 SMA Maastricht Algemene en sportbeleidsorganisaties 4622 RC Bergen op Zoom 5042 RE Tilburg Korvetweg 26 Consument en Veiligheid T. 0164 233 443 T. 013 467 34 16 6222 NE Maastricht Rijswijkstraat 2 E. [email protected] E. [email protected] T. 043 362 37 51 Postbus 75169 I. www.smi-std.nl I. www.sma-tilburg.nl F. 043 362 37 51 1070 AD Amsterdam Sportartsen: J. IJzerman Sportartsen: T. Schers E. [email protected] T. 020 511 45 11 I. www.smamaastricht.nl F. 020 669 28 31 Sportartsen: M. Alsemgeest, F. Hartgens E. [email protected] SGA West-Brabant SMC Tilburg Amphia Ziekenhuis, locatie Molengracht Olympiaplein 384 Molengracht 21 5022 DX Tilburg SMA Mediweert 4818 CK Breda T. 013 545 68 20 Vogelsbeek 5 Fit!vak T. 076 595 30 13 E. [email protected] 6001 BE Weert Sint Bernulphusstraat 13/H F. 076 595 33 86 I. www.smc-tilburg.nl T. 0495 - 57 28 50 Postbus 32 E. [email protected] Sportartsen: T. Schers. G. van der Meer E. [email protected] 6860 AA Oosterbeek I. www.mediweert.nl T. 026 339 07 30 Sportartsen: N. Liem F. 026 339 07 40 I. www.amphia.nl Sportartsen: T. Langenhorst 5 SMI Máxima Medisch Centrum (2 locaties) I. www. veiligheid.nl E. [email protected] SportMáx, Máxima Medisch Centrum TopSupport Medisch sportgezondheidscentrum Ds. Th. Fliednerstraat 1 SGA Laurentius Ziekenhuis Antoon Coolenlaan 1-03 Postbus 90 052 Mgr. Driessenstraat 6 5644 RX Eindhoven 5600 PD Eindhoven 6043 CV Roermond Interprovinciaal Overleg (IPO) T. 040 286 41 44 T. 040 888 86 88 T. 0475 382 222 Muzenstraat 61 F. 040 285 83 55 E. [email protected] E. [email protected] 2511 WB Den Haag E. [email protected] I. www.sportmax.mmc.nl I. www.lzr.nl Postbus 16107 I. www.st-anna.nl/main/sportgeneeskunde Sportartsen: E. Achterberg, B. te Boekhorst, Sportartsen; B. Peijs, G. Janssen 2500 BC Den Haag Sportartsen: R. van Oosterom M. van der Cruijsen-Raaijmakers, B. van Essen, V. Niemeijer, G. Schep, A. Hoogeveen SMA Elkerliek (2 locaties) I. www.fitvak.com T. 070 888 12 12 Orbis Sport F. 070 888 12 80 Maaslandziekenhuis E. [email protected] I. www.ipo.nl Wesselmanlaan 25 Zeeland H. van der Hoffplein 1 5707 HA Helmond SMA Zeeland 6162 BG Sittard-Geleen T. 0492 595 966 Seissingel 100 T. 088 459 55 57 Interprovinciale Organisatie Sport (IOS) E. [email protected] 4334 AC Middelburg E. [email protected] Papendallaan 60 6816 VD Arnhem 204 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 205 5 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Postbus 302 Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) Nederlandse Katholieke Sportfederatie (NKS) E. [email protected] 6800 AH Arnhem Koningin Marialaan 15-17 Industrieweg 26 I. www.sportcheque.nl T. 026 483 44 52 2595 GA Den Haag 5262 GJ Vught F. 026 483 47 45 Postbus 30435 Postbus 2190 Stichting Nationale Sporttotalisator/De Lotto E. [email protected] 2500 GK Den Haag 5260 CD Vught Laan van Hoornwijck 55 I. www.iossport.nl T. 070 373 83 93 T. 073 613 13 76 2289 DG Rijswijk F. 070 363 56 82 F. 073 614 57 05 Postbus 3074 Nederlandse Sport Alliantie (NSA) E. [email protected] E. [email protected] 2280 GB Rijswijk Korte Bergstraat 15 I. www.vng.nl I. www.nks.nl 3811 ML Amersfoort T. 070 321 66 21 F. 070 367 48 72 T. 033 461 85 48 Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) F. 033 461 55 95 Pastoor Bruggemanlaan 33 Sportfondsen en -financierings­ organisaties E. [email protected] 6861 GR Oosterbeek Christelijk Nationaal Sportfonds I. www.sportalliantie.nl Postbus 103 Korte Bergstraat 15 Stichting Waarborgfonds Sport (SWS) E. [email protected] I. www.delotto.nl 6860 AC Oosterbeek 3811 ML Amersfoort Papendallaan 7 Nederlands Instituut voor Sport & Bewegen (NISB) T. 026 339 64 10 T. 033 461 85 48 6816 VD Arnhem Heelsumseweg 50 F. 026 339 64 12 F. 033 461 55 95 p/a Mr. Beerninkplantsoen 168 6721 GT Bennekom E. [email protected] E. [email protected] 2286 MS Rijswijk Postbus 64 I. www.sportengemeenten.nl I. www.ncsu.nl/cns 6720 AB Bennekom T. 070 752 47 29 M. 06 13 32 58 94 T. 0318 49 09 00 Ministerie van Volksgezondheid,Welzijn en Sport (VWS) Fonds Gehandicaptensport E. [email protected] F. 0318 49 09 95 Directie Sport Regulierenring 2b I. www.sws.nl E. [email protected] Parnassusplein 5 3981 LB Bunnik I. www.nisb.nl 2511 VX Den Haag Postbus 200 Sportpraktijk Postbus 20350 3980 CE Bunnik Sportbonden 2500 EJ Den Haag T. 030 659 73 20 Nederlandse Culturele Aikikai Federatie (NCAF) Federatie (NOC*NSF) T. 070 340 79 11 F. 030 659 73 73 KNSM-Laan 30 Papendallaan 60 F. 070 340 78 34 E. [email protected] 1019 LMAmsterdam 6816 VD Arnhem I. www.minvws.nl I. www.fondsgehandicaptensport.nl Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport 5 T. 020 419 91 47 E. [email protected] Postbus 302 6800 AH Arnhem Levensbeschouwelijke koepelorganisaties Jan Luiting Fonds T. 026 483 44 00 Nederlandse Christelijke Sport Unie (NCSU) Zinzendorflaan 9 F. 026 482 12 45 Korte Bergstraat 15 3703 CE Zeist American Football Bond Nederland (AFBN) E. [email protected] 3811 ML Amersfoort Postbus 398 p/a Hoyledesingel 7 I. www.nocnsf.nl T. 033 461 85 48 3700 AJ Zeist 3054 EH Rotterdam F. 033 461 55 95 T. 030 693 76 75 Postbus 6713 Platform Sport, Bewegen en Onderwijs E. [email protected] F. 030 691 28 10 3002 AS Rotterdam p/a SLO I. www.ncsu.nl E. [email protected] T. 010 418 52 89 I. www.janluitingfonds.nl E. [email protected] Piet Heinstraat 12 I. www.aikikai.nl 7511 JE Enschede Nederlandse Culturele Sportbond (NCS) Postbus 2041 Meeuwenlaan 41 De Nationale Sportcheque BV 7500 CA Enschede 1021 HS Amsterdam Zuiddijk 384-b Atletiekunie T. 053 484 08 40 T. 020 636 30 61 1505 HE Zaandam Papendallaan 60 F. 053 430 76 92 F. 020 636 34 66 Postbus 90468 6816 VD Arnhem E. [email protected] E. [email protected] 1006 BL Amsterdam Postbus 60100 I. www.slo.nl I. www.sport4all.nl T. 075 653 92 99 6800 JC Arnhem I. www.afbn.nl F. 075 612 44 91 206 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 207 5 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Overzicht organisaties sportgezondheidszorg T. 026 483 48 00 Postbus 2651 Nederlandse Bowling Federatie (NBF) T. 026 495 23 09 F. 026 483 48 01 3430 GB Nieuwegein Landjuweel 5 F. 026 495 23 09 E. [email protected] T. 030 751 35 00 3905 PE Veenendaal E. [email protected] I. www.atletiek.nl F. 030 751 35 22 T. 0318 559343 I. www.kndb.nl E. [email protected] F. 0318 559 349 I. www.basketball.nl E. [email protected] Nederlandse Danssport Organisatie (NDO) I. www.bowlingnbf.nl Langeweerdstraat 19 Nederlandse Autoped Federatie (NAF) Klaas Benninkstraat 19 8281 ZV Genemuiden Nederlandse Beugel Bond (NBB) T. 038 385 67 47 Nieuwendijk 30 Nederlandse Bridge Bond (NBB) M. +31 (0)6 27 40 04 85 F. 084 229 77 41 5991 JK Heeze Nationaal Denksport Centrum Den Hommel E. [email protected] E. [email protected] T. 040 226 19 72 Kennedylaan 9 I. www.ndo-danssport.nl I. www.autoped.nl E. [email protected] 3533 KH Utrecht I. www.verenigingen.sport.nl/beugelen/NBB T. 030 275 99 99 (Algemene Zaken) Nederlandse Algemene Danssport Bond (NADB) F. 030 275 99 00 Postbus 1055 Koninklijke Nationale Autosport Federatie (KNAF) 6686 CJ Doornenburg Kopperwetering 3 Koninklijke Nederlandse Biljart Bond (KNBB) E. [email protected] 7500 BB Enschede 2382 BK Zoeterwoude Rijndijk Iepenhoeve 37 I. www.bridge.nl T. 0900 326 24 64 Postbus 274 3438 EX Nieuwegein 2300 AG Leiden Postbus 135 Nederlandse Casting Federatie (NCF) E. [email protected] T. 071 589 26 01 3430 AC Nieuwegein Sleepnetstraat 661 I. www.nadb.eu F. 071 582 08 80 T. 030 600 84 00 2584 GG Den Haag E. [email protected] F. 030 605 54 37 T. 070 350 27 10 Nederlandse Darts Bond (NDB) I. www.knaf.nl E. [email protected] F. 070 350 27 10 Patrijsweg 48 I. www.knbb.nl E. [email protected] 2289 EX Rijswijk F. 0900 232 32 34 Nederlandse Badminton Bond (NBB) T. 070 366 72 06 Gelderlandhaven 5 Bob en Sleebond Nederland (BSBN) Koninklijke Nederlandse Cricket Bond (KNCB) F. 070 367 71 59 3433 PG Nieuwegein Sint Olofslaan 2 Wattbaan 31-49 E. [email protected] Postbus 2070 2613 EJ Delft 3439 ML Nieuwegein I. www.ndbdarts.nl 3430 CJ Nieuwegein T. 015 212 85 34 Postbus 2653 T. 030 608 41 50 F. 0294 77 80 04 3430 GB Nieuwegein Nederlandse Floorball en Unihockey Bond F. 030 604 08 11 E. [email protected]/[email protected] T. 030 751 37 80 Huis van de Sport E. [email protected] I. www.bsbn.nl F. 030 751 37 81 Wattbaan 31-49 E. [email protected] 3439 ML Nieuwegein I. www.badminton.nl Algemene Boemerang Organisatie Holland I. www.kncb.nl T. 030 751 38 31 Koninklijke Nederlandse Baseball en Softball Bond (ABO-Holland) (KNBSB) Remmersteinstraat 157 Nederlandse Curling Bond (NCB) E. [email protected] Wattbaan 31-49 2532 AZ Den Haag p/a Van Boetzelaerlaan 30 I. www.nefub.nl 3439 ML Nieuwegein T. 070 329 78 57 3828 NS Hoogland Postbus 2650 E. [email protected] T. 033 489 29 40 Nederlandse Frisbee Bond (NFB) 3430 GB Nieuwegein I. www.etlaare.demon.nl/clubinfo.html F. 033 461 29 71 Woudenbergseweg 56-58 E. [email protected] Postbus 2136 I. www.curling.nl 3700 CC Zeist T. 030 751 36 50 208 F. 030 751 38 30 F. 030 751 36 51 Nederlandse Boks Bond (NBB) E. [email protected] p/a Postbus 719 I. www.knbsb.nl 4600 AS Bergen op Zoom Koninklijke Nederlandse Dambond (KNDB) E. [email protected] T. 0164 242 24 60 Worth Rhedenseweg 51 I. www.frisbeesport.nl Nederlandse Basketball Bond (NBB) M. +31 (0)6 17 44 50 04 6991 DW Rheden Wattbaan 31-49 E. [email protected] Postbus 100 3439 ML Nieuwegein I. www.boksen.nl 6990 AC Rheden Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 5 T. 0343 49 96 99 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 209 5 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Nederlandse Go Bond (NGoB) Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie T. 030 707 36 00 Federatie van Nederlandse Klootschieters en Kogelwer- Schokland 14 (KNHS) F. 030 707 36 99 pers (FKK) 1181 HV Amstelveen De Beek 125 E. [email protected] Prins Bernhardstraat 11d T. 020 645 55 55 3852 PL Ermelo I. www.jbn.nl Postbus 72 F. 020 647 32 09 Postbus 3040 E. [email protected] 3850 CA Ermelo Koninklijke Nederlandse Kaats Bond (KNKB) T. 0546 62 29 95 I. www.gobond.nl 7650 AB Tubbergen T. 0577 40 82 00 Abe Lenstraboulevard 8 F. 0546 62 29 95 F. 0577 40 17 25 Postbus 131 I. www.klootschieten.com Nederlandse Golf Federatie (NGF) E. [email protected] 8448 JB Heerenveen Burgemeester Verderlaan 17 I. www.paardensport.nl T. 0513 672 244 Koninklijke Nederlandsche Kolf Bond (KNKB) 3544 AD Utrecht F. 0513 672 240 Frederik Hendrikstraat 24 Postbus 8585 Koninklijke Nederlandse Hockey Bond (KNHB) E. [email protected] 1723 KE Noord-Scharwoude 3503 RN Utrecht Huis van de Sport I. www.knkb.nl T. 030 242 63 70 Wattbaan 31-49 F. 030 242 63 80 3439 ML Nieuwegein Nederlandse Kano Bond (NKB) E. [email protected] Postbus 2654 Wattbaan 31-49 I. www.golfsite.nl 3430 GB Nieuwegein 3439 ML Nieuwegein Koninklijk Nederlands Korfbalverbond (KNKV) T. 030 751 34 00 Posbus 2656 Woudenbergseweg 56-58 Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU) F. 030 751 34 01 3430 GB Nieuwegein 3707 HX Zeist Lage Bergweg 10 E. [email protected] T. 030 751 37 50 Postbus 417 7361 GT Beekbergen I. www.knhb.nl E. [email protected] 3700 AK Zeist I. www.nkb.nl T. 0343 49 96 00 Postbus 142 I. www.kolfbond.nl Nederlandse Indoor en Outdoor Bowls Bond (NIOBB) T. 055 505 87 00 Zandvoortselaan 154 Karate-Do Bond Nederland (KDBN) E. [email protected] F. 055 505 25 05 2106 AN Heemstede Eisenhowerlaan 198-202 I. www.knkv.nl E. [email protected] Postbus 206 3527 HK Utrecht I. www.kngu.nl 2060 AE Bloemendaal T. 030 293 10 80 Koninklijke Nederlandse Krachtsport en Fitnessfederatie T. 023 563 00 36 F. 030 293 75 46 (KNKF) Nederlands Handbal Verbond (NHV) E. [email protected] E. [email protected] Papendallaan 50 Pastoor Bruggemanlaan 33 I. www.niobb.nl I. www.kbn.nl 6816 VD Arnhem Postbus 64 Nederlandse Jeu de Boules Bond (NJBB) Koninklijke Nederlandse Kegel Bond (KNKB) 6860 AB Oosterbeek Wattbaan 31-49 Greidhoek 8 T. 026 483 47 00 T. 026 707 14 20 3439 ML Nieuwegein 9644 TM Veendam F. 026 483 47 01 F. 026 707 14 21 Postbus 2655 T. 0598 61 90 16 E. [email protected] E. [email protected] 3430 GB Nieuwegein E. [email protected] I. www.knkf.nl T. 030 751 38 00 I. www.kegelbond.nl F. 0343 49 96 50 6861 GR Oosterbeek Postbus 302 F. 030 751 38 01 6800 AH Arnhem Nederlandse Kruisboog Bond (NKB) Nederlandse Handboog Bond (NHB) E. [email protected] Nederlandse Klim- en Bergsportvereniging (NKBV) t.a.v. de secretaris Sportlaan 18a I. www.njbb.nl Houttuinlaan 16a Wilgenstraat 16 5242 CR Rosmalen 3447 GM Woerden 4731 BK Oudenbosch Postbus 10101 Judo Bond Nederland (JBN) Postbus 225 T. 0165 32 14 20 5240 GA Rosmalen Blokhoeve 5 3440 AE Woerden F. 0168 22 59 88 T. 073 521 01 01 3438 LC Nieuwegein T. 0348 40 95 21 E. [email protected] F. 073 521 97 85 Postbus 7012 F. 0348 40 95 34 I. www.nkbkruisboog.nl E. [email protected] 3430 JA Nieuwegein E. [email protected] I. www.handboogsport.nl 210 T. 0226 31 46 66 E. [email protected] 7360 AC Beekbergen I. www.nhv.nl Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 5 I. www.nkbv.nl Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 211 5 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Nederlandse Lacrosse Bond E. [email protected] Koninklijke Nederlandse Roei Bond (KNRB) Koninklijke Nederlandse Schutters Associatie (KNSA) M. 06 24 27 68 72 I. www.knmc.nl/vnm Bosbaan 6 Postbus 303 E. [email protected]/[email protected] I. www.nllax.nl 1182 AG Amstelveen 3830 AJ Leusden Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging (KNMV) T. 020 646 27 40 T. 033 462 23 88 Zijpendaalseweg 1 F. 020 646 38 81 F. 033 465 06 26 Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB) 6814 CA Arnhem E. [email protected] E. [email protected] Displayweg 4 Postbus 650 I. www.knrb.nl I. www.knsa.nl 3821 BT Amersfoort 6800 AR Arnhem Postbus 1617 T. 026 352 85 10 Nederlandse Rugby Bond (NRB) Algemene Nederlandse Sjoelbond (ANS) 3800 BP Amersfoort F. 026 352 85 22 Bok de Korverweg 6 Jonkershof 9 T. 033 454 26 00 E. [email protected] 1067 HR Amsterdam Geuzenveld 6561 AN Groesbeek F. 033 454 26 45 E. [email protected] Postbus 8811 T. 024 373 73 35 E. [email protected] I. www.knmv.nl 1006 JA Amsterdam E. [email protected] T. 020 480 81 00 I. www.sjoelsport.nl I. www.knltb.nl Nederlandse Onderwatersport Bond (NOB) F. 020 480 81 01 Koninklijke Nederlandse Bond voor Lichamelijke Landjuweel 62 E. [email protected] Skate Bond Nederland (SBN) Opvoeding (KNBLO) Postbus 326 I. www.rugby.nl Van Boetzelaerlaan 28 Groesbeekseweg 41 3900 AH Veenendaal 3828 NS Hoogland Postbus 1020 T. 0318 559 347 Koninklijke Nederlandse Schaak Bond (KNSB) Postbus 1463 6501 BA Nijmegen F. 0318 559 348 Frans Halsplein 5 3800 BL Amersfoort T. 024 365 55 75 E. [email protected] 2021 DL Haarlem T. 033 489 29 45 F. 024 365 55 80 I. www.onderwatersport.org T. 023 525 40 25 F. 033 462 08 23 E. [email protected] I. www.wandel.nl F. 023 525 43 53 E. [email protected] Federatie Oosterse Gevechtskunsten (FOG) E. [email protected] I. www.skatebond.nl Postbus 517 I. www.schaakbond.nl Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart 3500 AM Utrecht (KNVvL) E. [email protected] Koninklijke Nederlandse Schaatsenrijders Bond (KNSB) President Kennedylaan 15 Houttuinlaan 16 a I. www.oostersegevechtskunsten.nl Van Boetzelaerlaan 28-30 2517 JK Den Haag 3447 GM Woerden Nederlandse Ski Vereniging (NSkiV) 3828 NS Hoogland Postbus 82100 T. 0348 437 060 Nederlandsche Oriënteringsloop Bond (NOLB) Postbus 1120 2508 EC Den Haag F. 0348 437 069 p/a Vondellaan 221 3800 BC Amersfoort T. 070 310 11 00 E. [email protected] 3848 BH Harderwijk T. 033 489 20 00 F. 070 427 31 13 I. www.knvvl.nl Federatieve Nederlandse Midgetgolfbond (FNMB) 5 T. 0341 41 64 93 F. 033 462 08 23 E. [email protected] E. [email protected] E. [email protected] I. www.wintersport.nl I. www.nolb.nl I. www.knsb.nl Kloksveen 39 Squash Bond Nederland 8426 TA Appelscha Nederlandse Racquetball Associatie (NRA) Koninklijke Nederlandse Algemene Schermbond (KNAS) Scheglaan 12 F. 084 722 72 86 2717 BS Zoetermeer Sportlaan 18a 2718 KZ Zoetermeer E. [email protected] p/a Westboschlaan 171 5242 CR Rosmalen Postbus 711 I. www.fnmb.nl 2265 GA Leidschendam Postbus 10101 2700 AS Zoetermeer T. 079 323 99 14 5240 GA Rosmalen T. 079 361 54 00 Koninklijke Nederlandse Motorboot Club (KNMC) F. 079 341 39 56 T. 073 528 00 67 F. 079 361 53 95 Meent 2 a M. 06 50 25 48 82 F. 073 528 00 68 E. [email protected] 4141 AC Leerdam E. [email protected] E. [email protected] I. www.squash.nl T. 0345 623 100 I. www.racquetball.nl I. www.knas.nl F. 0345 623 362 212 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 213 5 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Taekwondo Bond Nederland (TBN) T. 030 751 37 70 Watersportverbond Nederlandse Brandweer Sport Bond (NBSB) Papendallaan 50 F. 030 751 37 71 Huis van de Sport Kobaltweg 59-61 6816 VD Arnhem E. [email protected] Wattbaan 31-49 3442 GD Utrecht Postbus 5159 I. www.nedtriathlonbond.org 3439 ML Nieuwegein T. 030 240 45 02 Postbus 2658 E. [email protected] 3430 GB Nieuwegein I. www.brandweersport.nl 6802 ED Arnhem T. 026 483 47 84 Nederlandse Vijfkampbond F. 026 483 47 89 Landweg 235 T. 030 751 37 00 E. [email protected] Postbus 303 F. 030 656 47 83 Stichting Homosport Nederland I. www.taekwondobond.nl 3830 AJ Leusden E. [email protected] Meeuwenlaan 41 T. 033 432 45 52 I. www.watersportverbond.nl 1021 HS Amsterdam Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie (KNWU) E. [email protected] Wattbaan 31-49 I. www.homosport.nl Nederlandse Tafeltennis Bond (NTTB) E. [email protected] Van der Hagenstraat 26 a I. www.nederlandsevijfkampbond.nl 2722 NT Zoetermeer T. 020 636 29 32 Postbus 600 Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB) 3439 ML Nieuwegein 2700 MD Zoetermeer Woudenbergseweg 56-58 Postbus 2661 Gehandicaptensport Nederland T. 079 343 81 40 3707 HX Zeist 3430 GB Nieuwegein Regulierenring 2b F. 079 343 81 50 Postbus 515 T. 030 751 33 00 3981 LB Bunnik E. [email protected] 3700 AM Zeist F. 030 751 33 01 Postbus 200 T. 0900 8075 E. [email protected] 3980 CE Bunnik F. 0343 49 91 99 I. www.knwu.nl T. 030 659 73 00 I. www.nttb.nl Nederlandse Tang Soo Do – Moo Duk Kwan Bond E. [email protected] Bergselaan 162b I. www.knvb.nl 3037 CH Rotterdam F. 030 659 73 73 Nederlandse IJshockey Bond (NIJB) E. [email protected] Van der Hagenstraat 26-B I. www.gehandicaptensport.nl T. 010 466 77 92 Nederlandse Volleybal Bond (NeVoBo) 2722 NT Zoetermeer E. [email protected] Wattbaan 31-49 Postbus 292 Nederlandse Politie Sportbond (NPSB) I. www.ntmb.net 3439 ML Nieuwegein 2700 AG Zoetermeer Postbus 100 Postbus 2659 T. 079 330 50 50 3970 AC Driebergen 3430 GB Nieuwegein F. 079 330 50 51 Loes van Overheemlaan 11 Landjuweel 5 T. 030 751 36 00 E. [email protected] 3832 RZ Leusden 3905 PE Veenendaal F. 030 751 36 01 I. www.nijb.nl E. [email protected] Postbus 326 E. [email protected] 3900 AH Veenendaal I. www.volleybal.nl Nederlandse Toer Fiets Unie (NTFU) T. 0318 58 13 00 5 I. www.politiesport.nl Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB) Wattbaan 31-49 Studentensport Nederland (SSN) F. 0318 58 13 09 Nederlandse Wandelsport Bond (NWB) 3439 ML Nieuwegein Lawickse Allee 9 E. [email protected] Pieterskerkhof 22 Postbus 7217 6701 AN Wageningen I. www.ntfu.nl 3512 JS Utrecht 3430 JE Nieuwegein T. 0317 41 14 69 T. 030 231 94 58 T. 030 751 32 00 F. 0317 41 35 37 Nederlandse Touwtrek Bond F. 030 230 01 59 F. 030 751 32 01 E. [email protected] Kolenbranderserf 47 E. [email protected] E. [email protected] I. www.studentensport.nl 6961 JK Eerbeek I. www.nwb-wandelen.nl I. www.knzb.nl I. www.sportstage.nl E. [email protected] Nederlandse Waterski & Wakeboard Bond (NWWB) Categorale sportorganisaties Sportspecifieke beroepsorganisaties I. www.touwtrekken.com Wattbaan 31- 49 Nederlandse Bedrijfssport Federatie (NBF) Vereniging Badminton Oefenmeesters (VBO) 3439 ML Nieuwegein p/a Primulastraat 18 p/a Wipmolen 59 Nederlandse Triathlon Bond (NTB) T. 030 751 37 35 5644 LK Eindhoven 3352 XM Papendrecht Postbus 1267 E. [email protected] T. 040 211 12 52 M. 06 21 20 07 21 3430 BG Nieuwegein I. www.waterskibond.nl E. [email protected] E. [email protected] I. www.bedrijfssport.org I. www.vbo-trainer.nl T. 0313 65 21 63 214 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 215 5 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Nederlandse Vereniging van Bowling Trainers (NVBT) Nederlandse Korfbal Trainers Vereniging (NKTV) T. 020 480 81 00 Centrale Organisatie van Voetbalscheidsrechters (COVS) Kriegerstraat 17 De Haal 5 E. [email protected] Goorestraat 1 5631 JA Grave 1511 AB Oostzaan E. [email protected] T. 075 684 33 83 Nederlandse Akademie van Schermleraren (NAS) E. [email protected] Van der Lecklaan 26 E. [email protected] I. www.nktv.nl 6708 MP Wageningen I. www.covs.nl Postbus 440 Algemene Looptrainers Vereniging (ALV) E. [email protected]/[email protected] Nederlandse Vereniging van Volleybal Oefenmeesters 5400 AK Uden p/a N. Groenewegen, penningmeester I. www.nederlandse-akademie-van-schermleraren.nl (NVVO) T. 0413 27 03 82 Oegstgeesterweg 277 F. 0413 27 08 87 2231 AW Rijnsburg Nederlandse Vereniging van Schietsport Trainers (NVST) E. [email protected] T. 071 402 27 05 Van Bijnkershoeklaan 203 I. www.nbjjv.nl E. [email protected] 3527 XE Utrecht Beroepsvereniging voor docenten Weerbaarheid en Zelf- T. 030 292 61 87 verdediging (BWZ) E. [email protected] p/a Kleine Braakweg 25 Stichting Nederlandse Budo Judo Jitsu Vormgeving (NBJJV) 5283 RD Boxtel M. 06 18 47 24 05 T. 0317 42 15 07 E. [email protected] I. www.nvvo.org Nederlandse Vereniging van Werkers in Gymnastische Belangenvereniging Leraren Martial Arts (BLMA) Sporten (NVWIG) Alblasstraat 58 II Hoofdstraat 162 1079 ZP Amsterdam Nederlandse Vereniging van Ski- en sneeuwsportleraren E. [email protected] 2406 GP Alphen aan den Rijn T. 020 442 05 74 (NVVS) I. www.bwz.nu T. 0172 49 18 95 E. [email protected] p/a St. Annastraat 4 E. [email protected] 7371 EP Loenen (Gld) 1381 XR Weesp Nederlandse Vereniging Van Zwemsport Trainers Belangenvereniging voor Beroepsbeoefenaars in de T. 0294 45 05 60 (NVVZT) Europese Handbal Trainers Vereniging (EHTV) Massage- en Sportverzorgingsbranche F. 0294 45 05 61 Steffenberg 12 Hazelaarsgaard 30 Postbus 29 E. [email protected] 3491 CZ Westerbork 5283 ES Boxel 3360 AA Sliedrecht I. www.nvvski.org T. 0593 54 28 27 T. 0411 676 674 T. 010 421 77 88 E. [email protected] E. [email protected] Nederlandse Vereniging van Taekwondo Leraren (NVTL) I. www.ehtv.nl I. www.eerste-nvvs.nl/pagesnw/bms Markgraaflaan 97 E. [email protected] I. www.zwemtrainers.nl 3131 VL Vlaardingen Vak- en belangenorganisaties T. 010 434 34 00 Landelijke Bond van Amateurvoetbalverenigingen (LBA) Platform vereniging van trainers in de handboogsport Nederlandse Vereniging van Lesgevers Sport en Wilsterstraat 32 Bewegen 55+ 1791 XT Den Burg Turfschip 252 Vereniging van Tafeltennis Trainers (VVTT) 1506 CW Zaandam T. 0222 31 36 92 1186 XV Amstelveen p/a Poortersdreef 1 T. 075 684 51 85 E. [email protected] Vereniging van Hockey Oefenmeesters (VHO) 5 Zeemansstraat 112 T. 020 645 18 99 (Ria Thomas) 3824 DL Amersfoort E. [email protected] E. [email protected]/[email protected] T. 033 472 60 15 I. www.lba-voetbal.nl I. www.vmlnederland.nl E. [email protected] Dommerholtsweg 2 I. www.nttb.nl/vvtt Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB Wassenaarseweg 220 7213 ET Gorssel Reddingsbrigades Nederland T. 0575 493 241 Dokweg 19 Vereniging van Nederlandse Tennisleraren (VNT) 2596 EC Den Haag 1976 CA IJmuiden Postbus 93259 Postbus 93200 Nederlandse Vereniging van Jiu Jitsu en Judo Leerkrach- T. 0255 54 58 58 2509 AG Den Haag 2509 BA Den Haag ten (NVJJL) F. 0255 51 25 84 T. 070 385 90 01 T. 070 314 71 47 p/a Langestraat 63 E. [email protected] F. 070 383 64 09 F. 070 314 69 69 1271 RA Huizen I. www.redned.nl E. [email protected] I. www.anwb.nl T. 035 526 62 95 I. www.tennisleraren E. [email protected] Nederlandse Rugby Trainers Vereniging (NRTV) I. www.nvjjl.nl Postbus 8811 1006 JA Amsterdam 216 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 217 5 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Coaches Betaald Voetbal (CBV) T. 023 554 69 30 T. 079 353 67 89 Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking Rechterland 1 F. 023 554 69 31 F. 079 353 67 65 en Duurzame Ontwikkeling (NCDO) 8024 AH Zwolle E. [email protected] E. [email protected] Mauritskade 63 Postbus 1 I. www.vvcs.nl I. www.fnvsport.nl 1092 AD Amsterdam T. 088 850 86 10 ENVOZ HISWA Vereniging F. 088 850 86 13 Postbus 1064 Hoofdstraat 82 T. 020 568 87 88 E. [email protected] 2280 CB Rijswijk 3972 LB Driebergen F. 020 568 87 87 8000 AA Zwolle I. www.coachesbv.nl Postbus 94020 1090 GA Amsterdam T. 070 307 03 44 Postbus 102 E. [email protected] F. 070 415 09 26 3970 AC Driebergen I. www.sportdevelopment.org Nederlandse Federatie van Betaald voetbal Organisaties E. [email protected] T. 0343 52 47 24 (FBO) I. www.envoz.nl F. 0343 52 47 25 Stichting belangenbehartiging niet-commerciële zwem- Woudenbergseweg 50 E. [email protected] badgebruikers (NICOZ) 3953 MH Maarsbergen Fietsersbond E. [email protected] Meeuwenlaan 41 Postbus 50 Kanaalweg 50 I. www.hiswa.nl 1021 HS Amsterdam 3950 AB Maarn 3531 PV Utrecht T. 0343 438 430 Postbus 2828 Landelijk Netwerk Vrouwen in de Sport (LNVS) F. 020 636 34 66 F. 0343 438 439 3500 GV Utrecht Wageningseberg 174 E. [email protected] E. [email protected] T. 030 291 81 71 3524 LT Utrecht I. www.sport4all.nl/htm/linknicoz.htm I. www.fbo.nl F. 030 291 81 88 p/a Graaf Florislaan 5 E. [email protected] 1399 VL Muiderberg NLcoach I. www.fietsersbond.nl T. 030 280 21 75 Wattbaan 31-49 E. [email protected] 3439 ML Nieuwegein I. www.lnvs.nl T. 030 751 38 20 Vereniging van Buitensport Ondernemingen Nederland (VeBON) T. 020 636 30 61 Stationsstraat 2 a Stichting Fietsplatform 3851 NH Ermelo Berkenweg 30 Postbus 83 3818 LB Amersfoort Koninklijke Vereniging van Leraren Lichamelijke Opvoe- E. [email protected] 3850 AB Ermelo Postbus 846 ding (KVLO) I. www.nlcoach.nl T. 0341 55 90 00 3800 AV Amersfoort Zinzendorflaan 9 F. 0341 55 90 80 T. 033 465 36 56 3703 CE Zeist NL sporter E. [email protected] F. 033 465 43 77 Postbus 398 Wattbaan 31-49 I. www.vebon.nl E. slf@fietsplatform 3700 AJ Zeist 3439 ML Nieuwegein I. www.fietsplatform.nl T. 030 692 08 47 T. 030 751 38 36 Civiq F. 030 751 38 21 F. 030 691 28 10 E. [email protected] Catharijnesingel 47 European Fitness & Aerobic Association (EFAA) E. [email protected] I. www.nlsporter.nl 3511 GC Utrecht Graafschap Hornelaan 136 I. www.kvlo.nl Postbus 19129 6004 HT Weert Vereniging NOV 3501 DC Utrecht T. 0495 53 32 29 Stichting LERF (Landelijke ErkenningsRegeling Catharijnesingel 47 T. 030 789 20 00 F. 0495 52 07 91 Fitnesscentra) Postbus 19129 F. 030 789 21 11 E. [email protected] Sportlaan 331 3501 DC Utrecht E. [email protected] I. www.efaa.nl 2566 KP Den Haag T. 030 789 20 46 I. www.civiq.nl I. www.movisie.nl 5 T. 070 323 87 34 F. 030 789 21 11 Federatie FNV Sport F. 070 323 87 50 E. [email protected] I. www.nov.nl Oudenoord 170 E. [email protected] Vereniging van Contract Spelers (VVCS) 3513 EV Utrecht I. www.lerf.nl Taurusavenue 35 Postbus 1555 Nederlandse Vereniging van Olympische Deelnemers 2132 LS Hoofddorp 3500 BN Utrecht p/a NOC*NSF Topsport Postbus 302 218 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 219 5 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Overzicht organisaties sportgezondheidszorg 6800 AH Arnhem 6532 ZV Nijmegen E. [email protected] E. [email protected] T. 026 483 45 54 T. 024 373 78 08 I. www.vvon.nl I. www.npz-nrz.nl E. [email protected] F. 024 373 78 07 I. www.nvod.nl E. [email protected] Vrijetijdsnetwerk Nieuwe carrière voor ex-topsporters (N-ex-t) Archimedesstraat 17 Theo Koomenlaan 7 Branchevereniging Sport en Cultuurtechniek Vereniging voor Sport en Recht 4816 BA Breda 5644 HZ Eindhoven Postbus 6 Postbus 560 Postbus 3917 Postbus 12 5120 AA Rijen 6800 AN Arnhem 4800 DX Breda 5110 AA Baarle-Nassau M. 06 22 52 85 23 T. 026 353 82 23 T. 076 533 23 76 T. 013 214 07 71 F. 0161 22 25 08 F. 026 353 82 94 M. 06 16 08 03 04 F. 084 740 98 83 E. [email protected] E. [email protected]/[email protected] E. [email protected] E. [email protected] I. www.bsenc.nl I. www.sport-en-recht.nl/vsr I. www.vrijetijdsnetwerk.nl E. [email protected] Stichting Nederlandse Sport Pers Service (NSP) Sportfondsen Nederland bv Stichting Wandelplatform-LAW Verrijn Stuartlaan 7 Postjesweg 175 Berkenweg 30 Provinciale sportorganisaties 2288 EK Rijswijk Postbus 90367 3818 LB Amersfoort SportDrenthe Postbus 1782 1006 BJ Amsterdam Postbus 846 Eisenhouwerstraat 35 2280 DT Rijswijk T. 020 355 05 55 3800 AV Amersfoort 7901 AG Hoogeveen T. 070 415 78 98 F. 020 355 06 66 T. 033 465 36 60 Postbus 84 F. 070 415 78 00 E. [email protected] F. 033 465 43 77 7900 AB Hoogeveen E. [email protected] I. www.sportfondsen.nl E. [email protected] T. 0528 23 37 75 I. www.wandelnet.nl F. 0528 23 37 79 5 I. www.n-ex-t.nl I. www.nsp.nl Stichting De Sportwereld Postbus 11781 Werkgeversorganisatie in de Sport (WOS) Multatulilaan 12 1001 GT Amsterdam Papendallaan 50 4103 NM Culemborg T. 020 692 89 03 Postbus 185 Sportservice Flevoland Postbus 400 E. [email protected] 6800 AD Arnhem Middendreef 227, tweede etage 4100 AK Culemborg I. www.desportwereld.nl T. 026 483 44 50 Postbus 2251 I. www.sportdrenthe.nl F. 026 483 44 51 8203 AG Lelystad F. 0345 85 16 50 Stichting LOOT E. [email protected] T. 0320 25 11 13 E. [email protected] Postbus 1112 I. www.w-o-s.nl/www.werkenindesportvereniging.nl F. 0320 25 02 97 I. www.proprof.nl 1810 KC Alkmaar T. 0345 85 14 32 E. [email protected] Vereniging van Recreatie-ondernemers Nederland E. [email protected] Vereniging voor Beroeps Wielrenners (VVBW) I. www.sportflevo.nl Harderwijkweg 5 (RECRON) Thomas van Aquino, katholieke groepering van de KVLO 2803 PW Gouda SPORT fryslân Hoofdstraat 82 Paulus Potterstraat 26 T. 0182 57 11 72 Kalverdijkje 77c Postbus 102 5143 GX Waalwijk F. 0182 53 27 32 8924 JJ Leeuwarden 3970 AC Driebergen T. 0416 33 30 22 E. [email protected] Postbus 757 T. 0343 52 47 00 E. [email protected] I. www.fnv.nl/fnvbonden/sport 8901 BN Leeuwarden F. 0343 52 47 01 I. www.kvlo-thomas.nl I. www.recron.nl T. 058 267 79 10 Nationaal Platform Zwembaden (NPZ) F. 058 267 15 50 Vakbond Voetbal Oefenmeesters in Nederland (VVON) Arnhemsebovenweg 285 E. [email protected] I. www.sportfryslan.nl E. [email protected] Rosenstraat 39 3971 MH Driebergen Samenwerkende Organisaties Voetbal Supporters 7581 CS Losser Postbus 119 (SOVS) T. 053 536 06 37 3970 AC Driebergen Gelderse Sport Federatie Graafseweg 274 F. 053 536 06 38 T. 0343 51 81 18 Turfstraat 1 F. 0343 53 10 80 6811 HL Arnhem Postbus 218 220 E. [email protected] Pro Prof Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 221 5 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Postbus 60066 Sportservice Noord-Holland Sport Management Institute Stichting Opleidingen in de Sportgeneeskunde (SOS) 6800 JB Arnhem Nieuwe Gracht 7 - MBA Sportmanagement - Sportgeneeskunde T. 026 354 03 99 2011 NB Haarlem Postbus 1332 Prof. Bronkhorstlaan 10 F. 026 354 03 98 Postbus 338 9701 BH Groningen Postbus 52 E. [email protected] 2000 AH Haarlem T. 050 525 73 86 3723 MB Bilthoven I. www.gelderland-sport.nl T. 023 531 94 75 F. 050 527 51 31 T. 030 225 22 90 F. 023 532 21 94 E. [email protected] F. 030 225 24 98 Huis voor de Sport Groningen E. [email protected] I. www.wagnergroup.nl E. [email protected] Laan van de sport 6 I. www.sportservicenoordholland.nl 9603 TG Hoogezand 5 I. www.sportgeneeskunde.com Rijksuniversiteit Groningen Postbus 177 Sportservice Overijssel - Bewegingswetenschappen Hbo-opleidingen 9600 AD Hoogezand Jacob Catsstraat 25 Ant. Deusinglaan 1 Hogeschool van Amsterdam T. 0598 32 32 00 8023 AE Zwolle Postbus 196 Bewegen, Sport en Voeding F. 0598 32 54 48 Postbus 260 9700 AD Groningen - Lichamelijke Opvoeding E. [email protected] 8000 AG Zwolle T. 050 363 27 19 - Sport, Management en Ondernemen I. www.huisvoordesportgroningen.nl T. 038 457 77 77 F. 050 363 31 50 - Voeding en Diëtetiek F. 038 452 89 92 I. www.rug.nl/bewegingswetenschappen Dr. Meurerlaan 8 Huis voor de Sport Limburg E. [email protected] Mercator 1 I. www.sportserviceoverijssel.nl 6135 KW Sittard 1067 SM Amsterdam Rijksuniversiteit Groningen Postbus 1025 - Sporteconomie en statistiek 1000 BA Amsterdam Postbus 5061 SportZeeland Postbus 800 T. 020 523 63 11 6130 PB Sittard Seissingel 100 9700 AV Groningen E. sm&[email protected] T. 046 477 05 90 4334 AC Middelburg T. 050 363 27 19 E. [email protected] F. 046 477 05 99 T. 0118 64 07 00 F. 050 363 31 50 I. www.alo.hva.nl E. [email protected] F. 0118 64 07 11 I. www.rug.nl/economie I. www.huisvoordesportlimburg.nl E. [email protected] I. www.sportzeeland.nl Sportservice Midden Nederland Hogeschool van Amsterdam Universiteit Maastricht Economie en Management - Bewegingswetenschappen - Johan Cruyff University Wattbaan 31-49 Sportservice Zuid-Holland Postbus 616 - Sportmarketing 3439 ML Nieuwegein Arckelweg 30 6200 MD Maastricht Fraijlemaborg 133 Postbus 2657 Postbus 70 T. 043 388 56 66 1102 CV Amsterdam 3430 GB Nieuwegein 2685 ZH Poeldijk F. 043 388 57 07 Postbus 22575 T. 030 751 38 40 T. 0174 24 49 40 E. [email protected] 1100 DB Amsterdam F. 030 751 38 41 F. 0174 28 11 47 I. www.fdgw.unimaas.nl T. 020 523 63 11 E. [email protected] E. [email protected] I. www.sportservicemiddennederland.nl I. www.sportservicezuidholland.nl Sportservice Noord-Brabant Sportonderwijs Nieuwkerksedijk 21a Universitaire opleidingen Warandelaan 2 - Leraar Lichamelijke Opvoeding 5051 AC Goirle Vrije Universiteit Amsterdam Postbus 90153 - Sport, Gezondheid en Management Postbus 106 - Bewegingswetenschappen 5000 LE Tilburg - Sport- en bewegingseducatie 5050 AC Goirle Van der Boechorststraat 9 T. 013 466 24 54 Kapittelweg 33 T. 013 534 90 27 1081 BT Amsterdam F. 013 466 81 83 6525 EN Nijmegen F. 013 534 78 66 T. 020 598 20 00 E. [email protected] Postbus 6960 E. [email protected] F. 020 598 85 29 I. www.uvt.nl/socialewetenschappen 6503 GL Nijmegen I. www.ssnb.nl I. www.fbw.vu.nl F. 020 523 60 77 Universiteit van Tilburg I. www.dem.hva.nl - Sociaal-Culturele Wetenschappen, bachelor Vrijetijdwetenschappen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen T. 024 353 11 11 E. [email protected] I. www.han.nl 222 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 223 5 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Overzicht organisaties sportgezondheidszorg NHTV internationale hogeschool Breda Christelijke Agrarische Hogeschool Dronten Hogeschool INHolland Haarlem T. 0877 87 76 55 - Vrijetijdsmanagement, thema sport - Bedrijfskunde en Agribusiness, hippische bedrijfskunde - Sport en Bewegen (Lifestyle en Gezondheid) F. 0877 87 76 44 Archimedesstraat 17 De Drieslag 1 -Sportmanagement (afstudeerrichting Management, E. [email protected] Postbus 3917 8251 JZ Dronten Economie en Recht) I. www.fontys.nl/bedrijfshogeschool 4800 DX Breda T. 0321 38 61 00 Blijdorplaan 15 T. 076 530 22 03 F. 0321 31 30 40 2015 CE Haarlem Fontys Sporthogeschool Tilburg F. 076 530 22 05 E. [email protected] Postbus 558 - Sports & Education E. [email protected] I. www.cah.nl 2003 RN Haarlem - Master of Sports T. 0900-inholland (0900 464 655 263) Goirleseweg 46 Fontys Hogeschool Marketing Management T. 023 541 24 12 5026 PC Tilburg Haagse Hogeschool - CE-Leisure & Experience F. 023 541 24 99 Postbus 90900 - Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding Rachelsmolen 1 E. [email protected] 5000 GA Tilburg - Sportmanagement (Sport en Bewegen) 5612 MA Eindhoven I. www.inholland.nl Laan van Poot 363 Postbus 347 2566 DA Den Haag 5600 AH Eindhoven Hogeschool Rotterdam E. [email protected] Postbus 13336 T. 0877 877 266 - Sportmarketing en Management I. www.fontys.nl/sporthogeschool 2501 EH Den Haag E. [email protected] - Topsportklas Rotterdam (specialisatie commerciële T. 070 448 32 22 I. www.fontys.nl/marketingmanagement I. www.nhtv.nl F. 070 448 32 33 T. 0877 87 01 99 F. 0877 87 53 88 economie) Fontys Economische Hogeschool Tilburg - Vrijetijdsmanagement, thema sport - Sport, Economie en Communicatie(CE-SPECO) E. [email protected] Saxion Hogescholen Kralingse Zoom 91 -Co-SPECO, Sport en Media (differentiatie van I. www.hhs.nl - Commerciële economie, Randstad Topsport Academie 3063 ND Rotterdam M.H. Tromplaan 28 Postbus 25035 - Johan Cruyff University Helicon Opleidingen NHB 7513 AB Enschede 3001 HA Rotterdam Professor Goossenslaan 1-02 - Nederlandse Hippische Beroepsopleidingen Postbus 70000 T. 010 241 41 41 5022 DM Tilburg Bruggenseweg 11a 7500 KB Enschede F. 010 453 60 22 Postbus 90903 5752 SC Deurne T. 053 487 18 71 E. [email protected] 5000 GD Tilburg Postbus 44 E. [email protected] I. www.hogeschool-rotterdam.nl T. 0877 87 72 22 5750 AA Deurne I. www.saxion.nl T. 0493 31 30 06 Communicatie) E. [email protected] Fontys Hogeschool Sittard I. www.fontys.nl/feht F. 0493 32 11 51 Hanzehogeschool Groningen - Sports & Education E. [email protected] Instituut voor Sportstudies - Sport & Wellness Hogeschool Utrecht I. www.helicon.nl - Sport, Gezondheid en Management - Sports & Leisure - Sport en Entertainment Marketing - Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding Mgr. Claessensstraat 4 Padualaan 101 Hogeschool INHolland Amsterdam/Diemen De heer A. Broeke 6131 AJ Sittard 3584 CH Utrecht - Vrijetijdsmanagement, differentiatie sport en Zernikeplein 1 Postbus 558 Postbus 85029 9747 AS Groningen 6130 AN Sittard-Geleen 3508 AA Utrecht beweging 5 Studie Informatiepunt Postbus 30030 T. 0877 87 86 88 T. 030 258 62 00 Wildenborch 6 9700 RM Groningen F. 0877 87 55 00 F. 030 258 62 05 1112 XB Diemen T. 050 595 55 55 E. [email protected] E. [email protected] Postbus 261 F. 050 595 56 78 I. www.fontys.nl/sporthogeschool I. www.hu.nl 1110 AG Diemen E. [email protected] T. 0900 464 655 236/020 495 11 11 I. www.hanze.nl/sportstudies Fontys Bedrijfshogeschool Tilburg Hogeschool WindesheimSchool of Human Movements E. [email protected] - Deeltijdopleiding Sportmanagement and Sports I. www.inholland.nl Professor Goosenslaan 1-01 - Sport en Bewegen 5025 DM Tilburg - Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding Postbus 90909 - Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie 5000 GL Tilburg 224 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 225 5 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Campus 2-6 T. 0900 95 99 F. 0493 32 11 51 T. 088 657 26 57 8017 CA Zwolle E. [email protected] E. [email protected] F. 088 657 26 00 Postbus 10090 I. www.rocva.nl I. www.helicon.nl E. [email protected] 8000 GB Zwolle I. www.davinci.nl T. 038 469 99 11 ROC ASA ROC Mondriaan E. [email protected] - Bewegingsagoog - Sport-en bewegingsbegeleider ROC A12 I. www.windesheim.nl - Buurt-, Onderwijs- en Sportmedewerker - Sport- en bewegingscoordinator - Sport- en bewegingsleider - Operationeel Sport- en Bewegingsmanager - Sport- en bewegingsleider - Sport- en bewegingscoördinator Mbo-opleidingen - Sport en Bewegingscoördinator Brasserkade 1 - Sport- en bewegingscoördinator Dans ROC ID College - Sport en Bewegingsleider 2612 CA Delft Reehorsterweg 80 - Sport- en bewegingsleider - Sport en Bwegingsbegeleider T. 088 666 36 35 6717 LG Ede - Sport- en bewegingsbegeleider - Trainer/Coach F. 088 666 47 63 Postbus 78 - Sport- en bewegingscoördinator De Boelelaan 1109 E. [email protected] 6710 BB Ede Postbus 7229 1081 HV Amsterdam I. www.rocmondriaan.nl T. 0800 762 21 24 2701 AE Zoetermeer T. 020 495 24 00 T. 0800 222 0800 E. [email protected] E. [email protected] I. www.idcollege.nl F. 0318 45 54 01 ROC Kop van Noord-Holland E. [email protected] - Sport- en bewegingsleider I. www.a12.nl ROC Aventus - Sport en bewegen - MBO Dans Kievitstraat 31 Drenthe College ROC Horizon College - Sport-en bewegingsbegeleider 1781 ZA Den Helder - Sport- en bewegingsbegeleider/assistent - Sport- en bewegingsleider - Sport- en bewegingscoördinator Postbus 250 - Sport- en bewegingsleider - Sport- en bewegingsbegeleider - Sport- en bewegingsleider 1780 AG Den Helder - Sport- en bewegingscoördinator - Sport- en bewegingscoördinator Laan van de Mensenrechten 500 T. 0223 61 12 60 Postbus 173 Kruseman van Eltenweg 4 7331 VZ Apeldoorn F. 0223 61 02 13 7800 AD Emmen 1817 BC Almaar T. 0800 283 68 87 E. [email protected] T. 0800 881 23 45 T. 072 547 66 00 E. [email protected] I. www.rockopnh.nl E. [email protected] F. 072 547 66 13 I. www.aventus.nl I. www.horizoncollege.nl I. www.sportenbewegenemmen.nl Graafschap College Rijn IJssel (CIOS - Sport en Bewegen) - Sport-en bewegingsbegeleider ROC van Twente ROC Flevoland - Sport- en bewegingsleider - Sport- en bewegingscoordinator - Sport- en bewegingsleider - Sport en bewegen - Sport- en bewegingsbegeleider - Sport- en bewegingsleider - Sport- en bewegingsbegeleider - Sport- en bewegingsbegeleider - Sport- en bewegingscoördinator Dr. Bardetplaats 7 - Sport- en bewegingscoördinator Louis Armstrongweg 36-42 - Deeltijdopleiding Sport en Bewegen 7001 DV Doetinchem - Johan Cruyff College 1311 RK Almere Beukenlaan 3 T. 0314 35 35 40 Grolsch Veste T. 036 547 73 00 6823 MA Arnhem E. [email protected] Colosseum 65 F. 036 547 73 01 T. 026 355 74 11 I. www.graafschapcollege.nl 7521 PP Enschede E. [email protected] F. 026 355 74 39 I. www.rocflevoland.nl E. [email protected] Da Vinci College E. [email protected] I. www.rijnijssel.nl - Sport- en bewegingscoördinator/trainer/coach E. [email protected] - Sport- en bewegingscoördinator/Bos medewerker I. www.rocvantwente.nl ROC Amsterdam 226 T. 053 850 86 40 - Sport- en bewegingsleider Helicon Opleidingen NHB - Sport- en bewegingscoördinator - Sport- en bewegingsbegeleider - Nederlandse Hippische Beroepsopleidingen - Operationeel Sport & Bewegingsmanager ROC Zeeland (CIOS - Sport en Bewegen) - Sport- en bewegingscoördinator Bruggenseweg 11a - Sport- en bewegingsleider - Sport- en bewegingsleider - Sport- en Gezondheidscoördinator 5752 SC Deurne Leerparkpromenade 100 - Sport- en bewegingsbegeleider - Johan Cruyff College Postbus 44 3312 KZ Dordrecht - Sport- en bewegingscoördinator Zocherstraat 23 5750 AA Deurne Postbus 1184 - Sport- en bewegingscoördinator MBO+ 1054 LR Amsterdam T. 0493 31 30 06 3300 BD Dordrecht - MBO Dans Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 5 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 227 5 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Zwembadweg 1 Friesland College (CIOS - Sport en Bewegen) F. 010 290 12 12 F. 013 539 70 91 4463 AB Goes - Sport- en bewegingsleider E. [email protected] E. [email protected] Postbus 2102 - Sport- en bewegingsbegeleider I. www.albeda.nl I. www.roctilburg.nl 4460 MC Goes - Sport- en bewegingscoördinator (bewegingsagoog, T. 0113 55 86 00 medewerker bos, operationeel sport manager, ROC Leeuwenborgh (CIOS – Sport en Bewegen) ROC Midden Nederland F. 0113 55 86 01 trainer/coach) - Allround wandelsport instructeur - Allround Fitnessinstructeur E. [email protected] Abe Lenstra boulevard 29 - Fitness-instructor - Allround Zwembadmedewerker I. www.ciosgoes.nl 8448 JA Heerenveen - Personal Trainer NASM - Begeleider Spel, Sport & Amusement Postbus 582 - Sport- en bewegingsleider - Sport- en bewegingsleider 8440 AN Heerenveen - Sport- en bewegingsleider senioren - Sport- en bewegingsbegeleider - Sport- en bewegingsleider T. 0513 64 34 00 - Sport- en bewegingsbegeleider - Sport- en bewegingscoördinator - Sport- en bewegingsbegeleider F. 0513 64 34 10 - Sport- en bewegingscoördinator - Sport- en Sportinstructeur BSO - Sport- en bewegingscoördinator E. [email protected] - Dansleider - Sprintopleiding Sport- en Bewegingscoördinator Locatie Kardinge, Alfa-college Sportcentrum I. www.frieslandcollege.nl - Tennisleraar A Vondellaan 174-176 Alfa College Kardingerweg 48 - Tennistrainer B 3521 GH Utrecht 9735 AH Groningen ROC Leiden - Trainer/coach II T. 030 266 66 66 Postbus 11118 - Sport- en bewegingsleider - Trainer/ coach III E. [email protected] 9700 CC Groningen - Sport- en bewegingsbegeleider Sportcentrumlaan 2 I. www.rocmn.nl T. 050 597 31 00 - Sport- en bewegingscoördinator 6136 KX Sittard E. [email protected] Einsteinweg 6 Postbus 1825 Regio College I. www.alfa-college.nl 2333 CC Leiden 6201 BV Maastricht - Sport- en bewegingsleider Postbus 16158 T. 046 420 26 24 - Sport- en bewegingsbegeleider Noorderpoort College 2301 GD Leiden F. 046 420 73 01 - Sport- en bewegingscoördinator/Operationeel sport- - Sport- en Bewegingsleider/coördinator T. 071 582 40 00 E. [email protected] - Johan Cruyff College E. [email protected] I. www.leeuwenborgh.nl Euroborg E. [email protected] Boumaboulevard 113 I. www.rocleiden.nl 9723 ZS Groningen Cypressehout 95-97-99-100 1507 EK Zaandam ROC Westerschelde T. 075 681 90 00 - Sport- en bewegingscoördinator: beweegagoog F. 075 681 90 06 ROC Nijmegen - Sport- en bewegingscoördinator: BOS-medewerker E. [email protected] E. [email protected] - Sport- en bewegingsleider - Sport- Bewegingsbegeleider I. www.regiocollege.nl I. www.noorderpoort.nl - Sport- en bewegingsbegeleider - Sport- en bewegingsleider - Sport- en bewegingscoördinator Meester F.J. Haarmanweg 25a Deltion College ROC NOVA College (CIOS - Sport en Bewegen) - Johan Cruyff College 4538 AN Terneuzen - Sport- en bewegingscoördinator - Sport- en bewegingsbegeleider Campusbaan 6 T. 0115 61 02 05 - Sport- en bewegingsleider - Sport- en bewegingsleider 6512 BT Nijmegen F. 0115 61 21 51 Mozartlaan 15 - Sport- en bewegingscoördinator T. 0900 96 09 E. [email protected] 8031 AA Zwolle - Sport- en bewegingscoördinator: Dans F. 024 890 49 08 I. www.westerschelde.nl Postbus 565 - Sport- en bewegingscoördinator: Sport, Gezondheid E. [email protected] & Vrijetijdsmanagement 228 en bewegingsmanager T. 050 317 82 00 I. www.roc-nijmegen.nl IJsbaanlaan 4f 8000 AN Zwolle ROC Tilburg T. 038 850 30 00 - Sport- en bewegingsleider F. 038 850 30 01 2024 AV Haarlem ROC Albeda-College - Sport- en bewegingsbegeleider E. [email protected] T. 023 524 91 61 - Sport- en bewegingsleider - Sport- en bewegingscoördinator I. www.deltion.nl F. 023 524 14 55 - Sport- en bewegingsbegeleider Stappegoorweg 183 E. [email protected] - Sport- en bewegingscoördinator 5022 DD Tilburg ROC Landstede I. www.rocnova.nl Rosestraat 1101 Postbus 1330 - Sport- en bewegingsleider 3071 AL Rotterdam 5004 BH Tilburg - Sport- en bewegingsbegeleider T. 010 290 10 10 T. 013 539 70 90 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 5 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 229 5 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg - Sport- en bewegingscoördinator (bewegingsagoog, Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Vrije Universiteit Amsterdam Postbus 196 T. 043 388 13 98 bos-medewerker, operationeel sport- en bewegings- Faculteit der Bewegingswetenschappen 9700 AD Groningen F. 043 367 09 72 manager, trainer/coach) Onderzoeksinstituut MOVE T. 050 363 27 19 E. [email protected] - Vrije tijd en recreatie Van der Boechorststraat 9 T. 050 363 75 81 I. www. maastrichtuniversity.nl/faculteiten/FHML Rechterland 1 1081 BT Amsterdam F. 050 363 31 50 8024 AH Zwolle T. 020 598 20 00 E. [email protected] Radboud Universiteit Nijmegen T. 088 850 80 08 F. 020 598 85 29 I. www.rug.nl/bewegingswetenschappen Geert Grooteplein-Noord 15 F. 088 850 80 44 E. [email protected] E. [email protected] I. www.fbw.vu.nl I. www.landstede.nl 6525 EZ Nijmegen Rijksuniversiteit Groningen T. 024 361 11 11 Faculteit der Economische wetenschappen I. www.umcn.nl Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit Economie en Bedrijfskunde Sportonderzoek Faculteit der Rechtsgeleerdheid Nettelbosje 2 Erasmus Universiteit Rotterdam Universitaire onderzoeksinstellingen en -afdelingen De Boelelaan 1105 9747 AE Groningen Erasmus MC 1081 HV Amsterdam Postbus 800 Dr. Molewaterplein 50-60 Universiteit van Amsterdam T. 020 598 62 50 9700 AV Groningen 3015 GE Rotterdam Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen F. 020 598 62 11 T. 050 363 37 41 Postbus 2040 Onderzoeksinstituut psychologie E. [email protected] F. 050 363 79 70 3000 CA Rotterdam Roetersstraat 15 I. www.rechten.vu.nl E. [email protected] T. 704 07 04 I. www.rug.nl/economie E. [email protected] 1018 WB Amsterdam 5 T. 020 525 67 39 Vrije Universiteit Amsterdam F. 020 525 67 10 Faculteit der Sociale Wetenschappen Rijksuniversiteit Groningen E. [email protected] Postadres Universitair Centrum voor Sport, Beweging en Erasmus Universiteit Rotterdam I. www.fmg.uva.nl De Boelelaan 1081 Gezondheid Rotterdam School of Management/ Faculteit 1081 HV Amsterdam Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Bedrijfskunde Universiteit van Amsterdam Bezoekadres Hanzeplein 1 Burgemeester Oudlaan 50 Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Buitenveldertselaan 3 9713 GZ Groningen 3062 PA Rotterdam Amsterdams Instituut voor Maatschappijwetenschap 1082 VA Amsterdam Postbus 30001 Postbus 1738 (ASSR) T. 020 598 68 88 9700 RB Groningen 3000 DR Rotterdam Kloveniersburgwal 48 F. 020 598 68 00 T. 050 361 96 89 T. 010 408 22 22 1012 CX Amsterdam E. [email protected] E. [email protected] F. 010 452 95 09 T. 020 525 22 62 I. www.fsw.vu.nl I. www.rug.nl/umcg/onderzoek/faciliteiten/ucsbg/onderzoek E. [email protected] I. www.erasmusmc.nl T. 020 525 27 45 I. www.rsm.nl F. 020 525 24 46 ASSER International Sports Law Centre Universiteit Leiden E. [email protected] R.J. Schimmelpennincklaan 20-22 Bestuurskunde Universiteit van Tilburg I. www.assr.nl 2517 JN Den Haag Wassenaarseweg 52 Sociaal-Culturele Wetenschappen Postbus 30641 2333 AK Leiden Warandelaan 2 Body@work 2500 GL Den Haag Postbus 9555 2300 RB Leiden 5037 AB Tilburg Vrije Universiteit Medisch Centrum T. 070 342 03 00 T. 071 527 34 02 Postbus 90153 EMGO Instituut F. 070 342 03 59 E. [email protected] 5000 LE Tilburg Van der Boechorststraat 7 E. [email protected] I. www.fsw.leidenuniv.nl T. 013 466 25 54 1081 BT Amsterdam I. www.asser.nl/www.sportslaw.nl T. 020 444 81 80 F. 013 466 30 02 Universiteit Maastricht E. [email protected] I. www.uvt.nl/socialewetenschappen F. 020 444 81 81 Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Health, Medicine & Life Sciences E. [email protected] Faculteit der Psychologische, Pedagogische en Universiteitssingel 50 E. [email protected] Sociologische Wetenschappen 6229 ER Maastricht I. www.bodyatwork.nl Instituut voor Bewegingswetenschappen Postbus 616 I. www.emgo.nl A. Deusinglaan 1 6200 MD Maastricht 9713 AV Groningen 230 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 231 5 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Universiteit Utrecht T. 071 572 19 00 DSP-groep BV InnoSportNL Faculteit Sociale Wetenschappen F. 071 572 21 90 Van Diemenstraat 374 Papendallaan 60 Capaciteitsgroep Algemene Pedagogiek en E. [email protected] 1013 CR Amsterdam 6816 VD Arnhem T. 020 625 75 37 Postbus 143 Orthopedagogiek Capaciteitsgroep Psychologie en Gezondheid Andres c.s. F. 020 627 47 59 6800 AC Arnhem Heidelberglaan 1 De Wel 2a E. [email protected] T. 026 483 45 98 3584 CS Utrecht 3871 MV Hoevelaken I. www.dsp-groep.nl F. 026 482 12 45 Postbus 80140 Postbus 23 3508 TC Utrecht 3870 CA Hoevelaken Van Egdom Consultancy T. 030 253 46 01 T. 033 489 29 29 Vissersweg 45 F. 030 253 77 31 F. 033 489 29 20 3921 DA Elst (Utr) ISA Sport E. [email protected] E. [email protected] M. 06 20 42 97 31 Papendallaan 7 I. www.fss.uu.nl I. www.andrescs.nl E. [email protected] 6816 VD Arnhem I. www.vanegdomconsultancy.nl Postbus 721 E. [email protected] I. www.innosport.nl Universiteit Utrecht Backxbone Universitair Medisch Centrum Van Lingelaan 71 Grontmij | Marktplan T. 026 483 46 37 Heidelberglaan 100 3602 PB Maarssen De Molen 36-40 F. 026 483 46 30 3584 CX Utrecht T. 0346 55 55 75 3994 DB Houten E. [email protected] T. 088 755 55 55 F. 0346 55 59 81 Postbus 119 I. www.isa-sport.com E. [email protected] E. [email protected] 3990 DC Houten I. www.umcutrecht.nl I. www.backxbone.nl 6800 AS Arnhem T. 030 634 48 00 Kennispraktijk - voor sport, onderwijs en gezondheid F. 030 635 00 70 Graafseweg 5 Universiteit Utrecht Berenschot Groep B.V. E. [email protected] 6512 BM Nijmegen Utrechtse School voor Bestuurs- en Europalaan 40 I. www.grontmijmarktplan.nl T. 024 329 57 81 Organisatiewetenschap (USBO) 3526 KS Utrecht Bijlhouwerstraat 6-8 Postbus 8039 Hypercube 3511 ZC Utrecht 3503 RA Utrecht Kromme Nieuwgracht 11a T. 030 253 81 01 T. 030 291 69 16 3512 HC Utrecht Kentrium Adviesbureau voor de wellness- en F. 030 253 72 00 I. www.berenschot.nl Postbus 692 leisurebranche 3500 AR Utrecht Burgemeester Weertsstraat 8 Adviesbureau conVisie bv T. 030 233 80 80 6814 HP Arnhem Kleverparkweg 44 F. 030 223 80 85 T. 026 446 36 55 E. [email protected] I. www.usg.uu.nl E. [email protected] I. www.kennispraktijk.nl Wageningen universiteit 2023 CG Haarlem E. [email protected] M. 06 47 76 34 34 Voeding en Gezondheid T. 023 526 94 35 I. www.hypercube.nl F. 026 446 39 19 Costerweg 50 F. 023 525 94 51 6700 BH Wageningen E. [email protected] Imago Leisure Postbus 9101 I. www.convisie.nl Rat Verleghstraat 120 6700 HB Wageningen E. [email protected] I. www.kentrium.nl 4815 PT Breda KplusV Organisatieadvies T. 0317 48 01 00 Drijver & Partners Postbus 3319 Velperplein 8 F. 0317 48 48 84 Grindweg 82 4800 DH Breda 6811 AG Arnhem E. [email protected] 3055 VD Rotterdam T. 076 543 00 60 Postbus 60055 I. www.wur.nl T. 010 211 21 21 F. 076 543 00 61 6800 JB Arnhem F. 010 211 21 29 E. [email protected] T. 026 355 13 55 Onderzoeksbureaus E. [email protected] I. www.imagogroep.nl F. 026 355 13 99 Alijd Vervoorn SEC I. www.drijver-en-partners.nl Heintje Davidsweg 12 5 E. [email protected] I. www.kplusv.nl 2331 KP Leiden 232 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 233 5 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Manage to Manage T. 0570 67 94 44 SEO Economisch Onderzoek 8004 DB Zwolle Oosterweg 37 F. 0570 63 72 27 Roetersstraat 29 T. 038 422 71 68 9751 PB Haren (GR.) E. [email protected] 1018 WB Amsterdam F. 038 422 75 26 T. 06 51 53 00 40 I. www.oranjewoud.nl T. 020 525 16 30 E. [email protected] F. 020 525 16 86 I. www.sportscan.nl E. [email protected] I. www.managetomanage.nl MeerWaarde Sport en Economie Pellikaan Leisure Technologies b.v. E. [email protected] Rueckertbaan 219 I. www.seo.nl 5042 AE Tilburg Sports and Technology Theo Koomenlaan 7 Het Wansink 22 T. 013 469 06 50 SGBO 5644 HZ Eindhoven 7214 AG Epse F. 013 469 06 51 Korte Houtstraat 20 a-b T. 040 238 14 64 (Cees van Bladel) T. 06 55 55 87 57 E. [email protected] 2511 CD Den Haag M. 06 461 350 00 (Cees van Bladel) E. [email protected] I. www.plt.to Postbus 10242 E. [email protected] 2501 HE Den Haag I. www.sportsandtechnology.com I. www.meerwaarde.com Rathenau Instituut T. 070 310 38 00 Moonen Sport & Leisure Anna van Saksenlaan 51 F. 070 310 38 99 Bureau Spruit Statenlaan 53 2593 HW Den Haag E. [email protected] Heiweg 318 5121 HA Rijen Postbus 95366 I. www.sgbo.nl 6533 PH Nijmegen T. 0161 22 28 08 2509 CJ Den Haag T. 024 343 02 81 F. 0161 22 25 08 T. 070 342 15 42 SLO E. [email protected] E. [email protected] F. 070 363 34 88 Piet Heinstraat 12 I www.bureau-spruit.nl I. www.moonensportenleisure.nl E. [email protected] 7511 JE Enschede I. www.rathenau.nl Postbus 2041 TNO Kwaliteit van Leven W.J.H. Mulier Instituut 7500 CA Enschede Wassenaarseweg 56 Centrum voor sociaal-wetenschappelijk sportonderzoek Remarkable Research Sport en Leisure Consulting T. 053 484 08 40 2333 AL Leiden Postelstraat 59 Hugo de Grootstraat 5 F. 053 430 76 92 Postbus 2215 5211 DX Den Bosch 3581 XR Utrecht E. [email protected] 2301 CE Leiden Postbus 188 M. 06 53 96 22 54 I. www.slo.nl 5201 AD Den Bosch I. [email protected] T. 073 612 64 01 T. 071 518 18 18 F. 071 518 19 10 Sport2B, Sport, Business en Beleid E. [email protected] F. 073 612 64 13 ResCon Research & Consultancy J.P. Sweelincksingel 15 I. www.tno.nl E. [email protected] Rijswijkstraat 175 2132 KM Hoofddorp I. www.mulierinstituut.nl 1062 EV Amsterdam M. 06 50 69 20 23 TNO Sport T. 020 669 25 40 F. 023 561 62 39 De Rondom 1 Bureau Nieuwe Gracht F. 020 669 59 60 E. [email protected] 5612 AP Eindhoven Nieuwegracht 25 E. [email protected] I. www.sport2b.nl Postbus 6235 3512 LC Utrecht I. www.rescon.nl T. 030 231 02 00 5600 HE Eindhoven Sports and Leisure Group T. 040 265 00 00 F. 030 231 02 18 Roessingh Research and Development b.v. 1e Dorpsstraat 22 F. 040 265 03 01 E. [email protected] Roessinghsbleekweg 33b 3701 HB Zeist E. [email protected] I. www.nieuwegracht.nl 7522 AH Enschede T. 030 693 04 50 I. www.sport.tno.nl Postbus 310 F. 030 691 41 58 7500 AH Enschede E. [email protected] Zeal Sport & Media Business unit Sport & Techniek T. 053 487 57 77 I. www.slg.nl Bloemstraat 24 bis Zutphenseweg 31d F. 053 434 08 49 7418 AH Deventer E. [email protected] Sportscan T. 06 493 934 48 Postbus 321 I. www.rrd.nl Popovstraat 56 E. [email protected] 8013 RK Zwolle I. www.zealsportmedia.nl Oranjewoud BV 7400 AH Deventer 5 3581 WE Utrecht Postbus 40094 234 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 235 5 Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Overzicht organisaties sportgezondheidszorg Organisaties voor dataverzameling en informatievoorziening Kenniscentrum Recreatie Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) Den Haag/Heerlen 2596 HL Den Haag Raamweg 19 Henri Faasdreef 312 T. 070 312 49 70 2492 JP Den Haag F. 070 312 49 99 Postbus 24500 E. [email protected] 2490 HA Den Haag I. www.kenniscentrumrecreatie.nl 5 5.2 Organisaties en adressen internationaal T. 070 337 38 00 E. [email protected] Olympic Experience I. www.cbs.nl Stichting Olympisch Stadion Olympisch Stadion 21 ACSM FIMS Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme (CIV) 1076 DE Amsterdam American College of Sports Medicine Fédération Internationale de Médecine du Sport Kroonstraat 25 T. 020 305 44 00 401 West Michigan Street President: Prof. Walter Frontera 3511RC Utrecht F. 020 305 44 01 Indianapolis, IN 46202-3233 E. [email protected] Postbus 8300 E. [email protected] P.O. Box 1440 I. www.fims.org 3503 RH Utrecht I. www.olympischstadion.nl Indianapolis, IN 46206-1440 T. 030 657 72 22 T. +1 317 637 92 00 IOC F. 030 239 72 39 Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) F. +1 317 634 78 17 International Olympic Committee E. [email protected] Parnassusplein 5 I. www.acsm.org Château de Vidy I. www.civ-voetbal.com 2511 VX Den Haag CH-1007 Lausanne Postbus 16164 ECSS Switzerland Infostrada Sports 2500 BD Den Haag European College of Sport Science T. +41 21 621 61 11 Binnenwal 2 T. 070 340 70 00 Managing Director: Thomas Delaveaux F. +41 21 621 62 16 3432 GH Nieuwegein F. 070 340 70 44 German Sport University Cologne I. www.olympic.org Postbus 260 E. [email protected] Carl-Diem-Weg 6 3430 AG Nieuwegein I. www.scp.nl 50933 Köln IPC T. 030 600 71 71 Germany International Paralympic Committee F. 030 600 71 77 T. +49 221 49 82 76 40 Adenauerallee 212-214 E. [email protected] F. +49 221 49 82 76 50 53113 Bonn I. www.infostrada.com E. [email protected] Germany I. www.ecss.de T. +49 228 20 97 200 F. +49 228 20 97 209 EFSMA E. [email protected] European Federation of Sports Medicine Associations I. www.paralympic.org General secretary: Fabio Pigozzi, M.D. IUSM - Sports Medicine Department WADA Piazza L.De Bosis 6 World Anti Doping Agency I-00194 Roma Stock Exchange Tower Italy 800 Place Victoria (Suite 1700) T. +39 06 367 335 12 569 P.O. Box 120 F. +39 06 367 333 44 Montreal (Quebec) H4Z 1B7 E. [email protected] Canada I. www.efsma.net T. +1 514 904 92 32 F. +1 514 904 86 50 E. [email protected] I. www.wada-ama.org 236 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010 237 ActiPatchisis in StatenStaten zeer effectief bij blessure en pijnbestrijding Actipatch indedeVerenigde Verenigde zeergebleken effectief gebleken bij blessureenen behoort daar toten de behoort winnaars van 2009deWALL STREET JOURNAL TECHNOLOGY pijnbestrijding daardetot winnaars van de 2009 WALL STREET INNOVATIONS AWARDS die jaarlijks wordt uitgereikt AWARDS aan Technologie JOURNAL TECHNOLOGY INNOVATIONS diebedrijven. jaarlijks wordt BioElectonics U.S.A. - de fabrikant van ActiPatch -Corporation won deze Award in de - de uitgereikt aan Corporation Technologie bedrijven. BioElectonics U.S.A. fabrikant ActiPatch categorie:van Medical Devices.- won deze Award in de categorie: Medical Devices. De ActiPatch maakt gebruik van PEMF, een bekende medische techniek die ActiPatch maakt gebruiktoegepast van PEMF, ter een stimulering bekende medische die met werd metDename werd en wordt vantechniek de heling vanname complexe en wordt toegepast ter stimulering van de heling van complexe botbreuken. botbreuken. Wanneer het menselijk weefsel beschadigd raakt door een blessure of operatie Wanneerde het weefselcellen menselijk weefsel hun beschadigd raakt door een blessure operatie verliezen verliezen elektrische spanning. Deof elektromagnetische de weefselcellen hun elektrische spanning.snel De elektromagnetische pulsen van pulsen van de ActiPatch herstellen de elektrische lading vandede beschaActiPatch herstellen snel de elektrische lading van de beschadigde cellen. Het gevolgwat is eeneen digde cellen. Het gevolg is een aanmerkelijk betere doorbloeding, aanmerkelijk betere doorbloeding, wat een versnelde afvoer van afvalstoffen tot gevolg versnelde afvoer van afvalstoffen tot gevolg heeft. Snellere genezing enheeft. een Snellere genezing en een sterke afname van blessurepijn zijn het resultaat. De gebruikte sterke afname van blessurepijn zijn het resultaat. De gebruikte lage spanning lage spanning isDe onvoelbaar. De ActiPatch klein, lichtgewicht makkelijk op te te is onvoelbaar. ActiPatch is klein,islichtgewicht en en makkelijk opdedehuid huid fixerenen enwerkt werkt zo’n 720720 uur uur (een (een maandmaand bij continu fixeren zo’n bij gebruik). continu gebruik). De ActiPatch is er voor rugklachten – knieklachten – hiel en enkelklachten – De ActiPatch is er voor rugklachten – knieklachten – hiel en enkelklachten – tennis/ tennis/golfelleboog klachten - polsklachten. golfelleboog klachten - polsklachten. www.gezondheidsstad.nl www.gezondheidsstad.nl Sport & Geneeskunde The Flemish/Dutch journal of sports medicine and sports science Sport & Geneeskunde houdt u op de hoogte van de ontwikkelingen op het brede terrein van sport, bewegen en gezondheid Jaargang 40 nummer 5 | december 2007 Sport & Geneeskunde Sport & Geneeskunde Sport & Geneeskunde The Flemish/Dutch journal of sports medicine and sports science The Flemish/Dutch journal of sports medicine and sports science Sport en plotse dood State of the art Sportgeneeskunde in Nederland 6 Sport & Geneeskunde nummer 5 | december 200 Jaargang 40 nummer 2 | juni 2007 Sport & Geneeskunde nummer 2 | juni 2007 Sport & Geneeskunde 1 | 2007 Jaargang 40 nummer 1 | april 2007 6 Met of zonder automatische externe defibrillator? Nut van cardiovasculaire screening N.M. Panhuyzen-Goedkoop | P.L. Bon | P.A. van Beek M. de Zutter | K. van Caelenberg | P. Brugada De wereld draait door The Flemish/Dutch journal of sports medicine and sports science Reanimatie bij sportevenementen 6 H.J.E. Luijten Th.C. de Winter Sport- en gezondheidsonderzoek Echografie bij sportletsels 10 16 Profvoetballer met afwijkend ECg 11 Vier Nederlandse universiteiten werken samen in LOSO Musculoskeletale echografie voor diagnose van wekedelenletsels Casusbespreking Lausannekeuring Medisch Ethische Commissie VSG R.L. Diercksn M. de Muynck | L. vanden Bossche | G. Vanderstraeten Topsportbeleid Sportpsychologie 18 Energiegebruik en mechanische efficiëntie van trikken 20 Een internationaal vergelijkend onderzoek in zes landen Ontwikkeling van sportpsychologie in Nederland en Vlaanderen 24 De trikke in vergelijking met andere voortbewegingsvormen V. de Bosscher | P. de Knop | M. van Bottenburg M.A.M. Berger | H.H.N. Oonk | J. Koopman | L. Hellingwerf F.C. Bakker | P. Wylleman Sportpsychologie Inspanningsfysiologie bij kinderen 24 inspanningstesten De rol van de sportpsycholoog in de begeleiding van sporters in Vlaanderen Kinderen zijn geen miniatuurvolwassenen W. van der Weegen | T. Barten | H. Kuipers | H. van Kuijk Creatinesuppletie 41 32 Dynamic joint stability in athletes Nuttig bij topvolleybal? De sportarts en de orthopedisch chirurg: een winning team 32 Vergelijking van protocollen P. Wylleman | D. de Caluwé T. Takken | E.H.J. Hulzebos Sportorthopedie 27 40 Bespreking proefschrift R. van Cingel H.A.T. Rijken | W.R. de Vries C. Verheul R.L. Diercks Sport & Geneeskunde is een uitgave van: S p o r t & G e n e e s k u n d e i s e e n u i t g a v e v a n d e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V S G ) e n d e V l a a m s e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V V S ) S p o r t & G e n e e s k u n d e i s e e n u i t g a v e v a n d e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V S G ) e n d e V l a a m s e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V V S ) S p o r t & G e n e e s k u n d e i s e e n u i t g a v e v a n d e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V S G ) e n d e V l a a m s e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V V S ) met: Sport & Geneeskunde is een uitgave van: In samenwerking met: 00944_wt_S&G_cover_nr2.indd 1 In samenwerking met: 18-06-2007 17:01:05 05-04-2007 17:19:36 Jaargang 42 Jaargang 42 Jaargang 42 Jaargang 42 Jaargang 42 nummer 1 | februari 2009 nummer 2 | mei 2009 nummer 3 | augustus 2009 nummer 4 | oktober 2009 nummer 5 | december 2009 6 Is er een relatie met het SI-gewricht? 6 Een prospectieve studie N. van Melick, H. Inklaar Sportblessures in nederland 13 Behandeling van chronische tendinopathieën met autologe groeifactoren W. Schoots, I. Vriend, C. Stam, S. Kloet Roeien op de Olympische Spelen in Beijing Perifeer neurogene pijnklachten bij sporters 16 ‘Weldoen’: een ethisch principe H.L. Tanger, N.M. Panhuyzen-Goedkoop 24 De relatieve bijdrage van de m. vastus medialis aan het totale kniestrekkend moment is kniehoek onafhankelijk 30 Is Radial Shock Wave Therapy effective for subjects with subacute or chronic tendinopathy? E. Schoots, I. van Hilvoorde the Dutch Diving Fitness test P.W.G. van der Linden, F.J.M. Bergkamp 36 25 Oxygen uptake kinetics in chronic heart failure, clinical and physiological aspects R. Meeusen, W. Derave De uitkomsten van cardiologische screening bij senior sporters 50 Boekbespreking ace of Brace J.A. Snoek Wetenschappelijk sportmedisch congres VSG 20 6 V.C. de Hoog, N.M. Panhuyzen-Goedkoop Trends in sportdeelname in Nederland over de periode 1979-2007 13 C.B.M. Kamphuis, R. van den Dool, A. Tiessen-Raaphorst, K. Breedveld Dubbeletunnelreconstructie van de voorste kruisband: de nieuwe standaard? 22 Achterste kruisbandlaesie: een onderschat letsel? C.F. van Eck, T.D. Nguyen, F.H. FU, C.N. van Dijk R.W. Jongh, R. Meeusen, E. Cumps Diepe veneuze trombose van vena axillaris en subclavia na operatieve behandeling van een claviculafractuur 28 extensor Carpi ulnaris luxatie T.T. de Putter, R.L. Diercks 36 Onbegrepen knieklachten – nervus infrapatellaris neuropathie? Een casusbespreking bij een polsstokhoogspringer 34 20 Chirurgische behandeling van twee patiënten met chronische pijnklachten na proximaal hamstringtrauma 26 30 T. Claes, T. Claes, P. Debeer, J. Bellemans T. Bongers, M. Ritt, F. de Heer, J.L. Tol 32 M.J. van den Brink, J.A. Nijboer Wrist Injuries in nonprofessional Tennis Players: Relationships with Different Grips 41 41 T. Schers M. Naeff tendon Cell Behavior and Matrix Remodeling in Degenerative tendinopathy 52 H. Tol The Flemish/Dutch journal of sports medicine and sports science Een review van cardiale dimensies bij wedstrijdroeiers 14 Registratie via een nieuw meldingsysteem A.M. Wind, H.B. Piemper, P.J. Senden Boekbespreking proefschrift H. Kemps Congres ‘Sport, bewegen en gezondheid’ 30 6 C.J.A. van Bergen, D.E. Sluijs, L.E.M. Thijssen, B.C.M. Pijnenburg Hoofdletsels in de hockeysport Sport & Geneeskunde Wedstrijdroeien, een hoogstatische – hoogdynamische sport: B.L. van Meer, I.G.L. van de Port, S.L. Schmikli, F.J.G. Backx F. Weijers Defining the normal ranges of a test battery W.G. Zimmermann Congres ‘technologie in beweging’ Bijeenkomst Vereniging voor Kinesiologie 6 10 J. de Ruiter, G. Hoddenbach, A. Huurnink, A. de Haan belicht aan de hand van een sportgeneeskundige casus Heat cramps in a race-car driver can be prevented by NaCl and concentrated oral rehydration solution 20 The Flemish/Dutch journal of sports medicine and sports science R.J. de Vos, P.L.J. van Veldhoven E.J.M. Schoots, M.N.A. Kijkuit, J.G. Bax Ervaringen van het Nederlands (para)medische team Sport & Geneeskunde Functionele resultaten na operatieve behandeling van distalebicepspeesrupturen P. Komdeur, S.T. de Vries, A.W.J. van ’t Hof, G.C. van Enst 16 Een nieuw en actueel overzicht S. Aalbersberg-van Berkel, G.C. van Enst The Flemish/Dutch journal of sports medicine and sports science Effect van traplopen op zuurstofopname M. van Middelkoop, J. van Ochten, S.M.A. Bierma-Zeinstra, B.W. Koes Een waterpoloër met atraumatisch sternoclaviculaire instabiliteit Sport & Geneeskunde Risicostratificatie van coronair syndroom bij bergsport Sport & Geneeskunde nummer 5 | december 2009 The Flemish/Dutch journal of sports medicine and sports science Sport & Geneeskunde nummer 4 | oktober 2009 Hamstringblessures en voetbal Sport & Geneeskunde Blessures onderste extremiteiten in Rotterdam Marathon Sport & Geneeskunde nummer 3 | augustus 2009 The Flemish/Dutch journal of sports medicine and sports science Sport & Geneeskunde nummer 2 | mei 2009 Sport & Geneeskunde nummer 1 | februari 2009 Sport & Geneeskunde Boekbespreking proefschrift M. de Mos R.J. de Vos S p o r t & G e n e e s k u n d e i s e e n u i t g a v e v a n d e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V S G ) e n d e V l a a m s e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V V S ) met: Sport & Geneeskunde is een uitgave van: In samenwerking met: S p o r t & G e n e e s k u n d e i s e e n u i t g a v e v a n d e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V S G ) e n d e V l a a m s e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V V S ) Sport & Geneeskunde is een uitgave van: In samenwerking met: S p o r t & G e n e e s k u n d e i s e e n u i t g a v e v a n d e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V S G ) e n d e V l a a m s e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V V S ) Sport & Geneeskunde is een uitgave van: In samenwerking met: S p o r t & G e n e e s k u n d e i s e e n u i t g a v e v a n d e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V S G ) e n d e V l a a m s e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V V S ) Sport & Geneeskunde is een uitgave van: S p o r t & G e n e e s k u n d e i s e e n u i t g a v e v a n d e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V S G ) e n d e V l a a m s e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V V S ) In samenwerking met: Jaargang 43 nummer 1 | maart 2010 Sport & Geneeskunde nummer 1 | maart 2010 Sport & Geneeskunde The Flemish/Dutch journal of sports medicine and sports science Ziektepercepties en copinggedrag van geblesseerde sporters 8 A.E.M. Berkel, C.P. van Wilgen Preventie van plotse hartdood bij amateurvoetballers 18 Zaak of noodzaak? D. Veldman, N.M. Panhuyzen-Goedkoop, H. Kuipers Geen ordinaire vingerdistorsie 26 D.E. Sluijs, F.J.G. Backx Congres ‘Brain drain versus brain gain’ 30 Verslag symposium Vereniging voor Kinesiologie W. Derave Congres ‘Sport, bewegen en gezondheid’ 38 Verslag jaarlijks VSG-congres H. Tol S p o r t & G e n e e s k u n d e i s e e n u i t g a v e v a n d e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V S G ) e n d e V l a a m s e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V V S ) met: Nog geen abonnee? www.sportengeneeskunde.nl www.sportengeneeskunde.be Profiteer nu van 25% introductiekorting op uw abonnement en ontvang vijf uitgaven Sport & Geneeskunde en het Jaarboek Sportgeneeskunde. Jaarboek Jaarboek Sportgeneeskunde 2010 NUR 898 2010 Sportgeneeskunde 2010