Sportgeneeskunde 2010 - Sportgeneeskunde Nederland

advertisement
Jaarboek
Jaarboek Sportgeneeskunde 2010
NUR 898
2010
Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek
Sportgeneeskunde 2010
Inhoud
Colofon
Inhoudsopgave
Jaarboek Sportgeneeskunde 2010
Voorwoord
5
Sportgeneeskunde
1 Inleiding
7
Samenstelling en redactie
2 Algemene informatie
9
Peter van Beek (hoofdredacteur)
2.1 Geschiedenis van de sportgeneeskunde 10
- VFBV......................................................................... 120
Carolien Kanne
2.2 Sportgezondheidszorg
12
- VSG (gemeenten)...................................................... 121
Marleen Kessel
2.3 Beleidsontwikkelingen VSG en FSMI
15
- VSG (geneeskunde).................................................. 122
Nicole Eyssen (eindredacteur)
2.4 Pleitnota Sportgeneeskunde
18
- VSN.......................................................................... 124
Een publicatie van Arko Sports Media BV
in samenwerking met de Vereniging voor
- TNO........................................................................... 117
2.5 Sportbeleid Ministerie van VWS 2006-2010
21
- VSPN........................................................................ 126
Uitgave
2.6 Olympisch Plan 2028
27
- VVBN........................................................................ 128
Arko Sports Media
2.7 Sportartsen
31
- WBVS....................................................................... 129
Postbus 393
2.8 Sportmedische begeleiding
37
3430 AJ Nieuwegein
2.9 Richtlijnen sportmedisch handelen
40
4 Wetenschap en onderwijs
tel. 030-6051090
2.10Klachtenregeling
44
4.1 Inleiding..................................................................... 132
fax. 030-6052618
2.11Financiering
45
4.2 Wetenschappelijk onderzoek..................................... 134
e-mail: [email protected]
4.3 Promoties sportartsen................................................ 177
website: www.sportsmedia.nl
3 Feiten en ontwikkelingen 2010
131
47
4.4 Opleiding tot sportarts............................................... 184
Cijfers en getallen...................................................... 48
4.5 Onderwijs/bij- en nascholing...................................... 187
3.1
Uitgever
3.2 Personalia.................................................................. 49
4.6 Kennistransfer ............................................................ 191
Michel van Troost
3.3 In de media............................................................... 51
4.7 VSG Congres............................................................... 195
3.4 Rapportages betrokken organisaties......................... 59
Concept / vormgeving
- Capaciteitsorgaan.................................................... 60
studiorvg*, Rotterdam
- Clubartsen en consulenten..................................... 62
5Organisaties en adressen
sportgezondheidszorg
- Consument en Veiligheid........................................ 63
5.1 Nationaal.................................................................... 198
Foto’s 0mslag
- Dopingautoriteit...................................................... 66
5.2 Internationaal............................................................. 237
dreamstime.com
- FSMI........................................................................ 69
- Gehandicaptensport NL........................................... 73
- LOSO....................................................................... 74
Druk
Deltahage, Den Haag
- Mulier Instituut........................................................ 78
- NGS......................................................................... 81
ISSN 2210-6294
- NIOS........................................................................ 83
ISBN/EAN 978-90-5472-155-0
- NISB........................................................................ 85
NUR 898
- NOC*NSF................................................................. 90
- NOTS ...................................................................... 93
- NVDA....................................................................... 94
- NVFS........................................................................ 96
- RCT.......................................................................... 98
- RIVM Centrum Gezond Leven................................ 100
- RIVM Kies Beter.................................................... 102
- SBOS..................................................................... 104
- SCAS...................................................................... 105
- Service Médical..................................................... 107
© 2011 Arko Sports Media, Nieuwegein
Behoudens uitzondering door de wet gesteld
mag, zonder schriftelijke toestemming van de
rechthebbende(n) op het auteursrecht, c.q. de
uitgever van deze uitgave door de rechthebbende(n)
gemachtigd namens hem (hen) op te treden, niets uit
deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar
gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm
of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op de
gehele of gedeeltelijke bewerking. De uitgever is met
uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden
verschuldigde vergoedingen voor kopiëren, als
bedoeld in art. 17 lid 2. Auteurswet 1912 en in het KB
van 20 juni 1974 (Stb. 351) ex artikel 16b., te innen
en/of daartoe in en buiten rechte op te treden.
2
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
- Service Médical Academy....................................... 110
- SOS........................................................................ 112
- Sport&Geneeskunde.............................................. 116
197
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
3
Sport &
Performance
Metabole meetsystemen voor
(top)sportgeneeskunde
en bewegingswetenschap
• K4b 2
Het eerste en meest verkochte draagbare
VO2 meetsysteem voor veldtests in
sportwetenschap en fysiologisch
veldonderzoek. Meer dan 500
gepubliceerde artikelen wereldwijd.
• Quark CPET
Compact en stationair metabool meetsysteem voor uiterst nauwkeurige
meting van gasuitwisseling en
12 kanaals ECG.
• Fitmate MED
me
dbe
ne
De Liesbosch 52, 3434 LC Nieuwegein
T: 088-10 50 500
F: 088-10 50 599
E: [email protected]
W: www.cosmed.nu
.c o s
COSMED Benelux
www
Eerste mobiele meetsysteem voor
VO2 metingen dat geen PC nodig heeft.
Tevens diagnostische spirometer en
koppelbaar met ECG.
lu x
.c o
m
Voorwoord
v
Voorwoord
In het kader van de Olympische Spelen te Amsterdam
in 1928 vond het eerste Internationale Congres op
het gebied van de Lichamelijke Opvoeding en Sport
plaats. Aan het einde van dit eerste congres werd
een resolutie aangenomen met als conclusie dat de
lichamelijke opvoeding een wezenlijk bestanddeel diende
te vormen van het opvoedings- en onderwijsgebeuren.
Initiatiefnemer was de vermaarde hoogleraar Prof. Dr.
F.J.J. Buytendijk, die tevens de leider was van het eerste
internationale medisch- en sportfysiologisch onderzoek
tijdens de Olympische Spelen. Hiermee werd ook het
de motorische vaardigheden van de jeugd met name
belang onderstreept van een specifieke benadering van
bij lichaamsbeheersing, evenwicht, goede houding en
de sporter.
beweging.
De Koninklijke Vereniging van leraren Lichamelijke
Nu, in 2010, zijn we een heel stuk verder als het om
Opvoeding (KVLO) heeft uw steun nodig om bij de
wetenschappelijk onderzoek gaat, kijk alleen maar naar
beleidsmakers te wijzen op het gevaar van onvoldoende
de innovatieve ontwikkelingen in de topsport en de
kwalitatief bewegen. Het netwerk van sportartsen in
afgeleide toepassingen voor de breedtesport en het
Nederland biedt hier een goede mogelijkheid voor. Het
bewegen in het bijzonder.
aanleren van motorische vaardigheden op jeugdige
De sportgeneeskunde heeft zich een vaste plek onder de
leeftijd moet ook leuk zijn (want dat moet bewegen zeker
sporters verworven, mede omdat er sprake is van een
zijn) en vormt de basis waarop verder gebouwd kan
grote kennis op het gebied van bewegen. Daarnaast, en
worden aan een gezonde samenleving.
dat vind ik een enorm voordeel, kunnen de sportartsen
nauw samenwerken met de specialisten op vakgebieden
In 1928 was Amsterdam gastheer van de Olympische
zoals orthopedie en cardiologie. Sportartsen zijn geen
Spelen. Professor Buytendijk heeft baanbrekend werk
bedreiging voor deze vakgebieden maar juist een
verzet. Vandaag hebben we onze ogen voorzichtig
verrijking en dat geldt ook omgekeerd.
gericht op de Olympische Spelen van 2028. De
sportgeneeskunde moet in de aanloop hiernaartoe
Bij het verschijnen van dit Jaarboek, waarin wederom
zich nadrukkelijker gaan manifesteren, want zoals
een “state of the art” wordt opgemaakt over het
lichamelijke opvoeding de basis legt voor goed bewegen
vakgebied van de sportgeneeskunde, wil ik aandacht
is sportgeneeskunde noodzakelijk voor een verantwoorde
vragen voor het bewegen onder jeugdigen. Verschillende
en optimale begeleiding bij sportbeoefening!
onderzoeken tonen aan dat de jeugd onvoldoende
beweegt, verkeerde eetgewoonten heeft en te veel
Jan Rijpstra
overgewicht heeft. Daarnaast maak ik me zorgen over
Voorzitter KVLO
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
5
Discover the
alternative
Versterkt de spieren
Vermindert kans op blessures
Optimaliseert de houding
Verbetert de bloedsomloop
Vergroot de balans
www.fivefingers.nl
www.fi
vefingers.nl
Inleiding
1
Hoofdstuk 1
Inleiding
Voor u ligt het Jaarboek Sportgeneeskunde 2010, een jaar-
In hoofdstuk 3 zijn de sportgeneeskundige verrichtingen
lijkse uitgave van Arko Sports Media en Sport & Genees-
van de sportartsen over 2010 in Nederland in getal weer-
kunde, het wetenschappelijk tijdschrift van de Vereniging
gegeven, wordt stilgestaan bij bijzondere leden van de
voor Sportgeneeskunde en de Vlaamse Vereniging voor
VSG in 2010 en is de aandacht gerubriceerd die door de
Sportgeneeskunde. Dit jaarboek is bedoeld als naslagwerk
media in 2010 aan sportgeneeskundige onderwerpen werd
voor iedereen die informatie zoekt op het gebied van de
gegeven. Het hoofdstuk wordt afgesloten met uitgebreide
sportgezondheidszorg in Nederland en de redactie heeft
informatie over de vele organisaties die elk hun rol spelen
zich ingespannen om deze informatie logisch gerangschikt
op het gebied van de sportgezondheidszorg.
en overzichtelijk aan te bieden.
In hoofdstuk 4 wordt uitvoerig stil gestaan bij het lopende
In hoofdstuk 2 is algemene informatie bijeengebracht over
wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de sport-
de ontwikkeling van de sportgeneeskunde in Nederland en
geneeskunde, met een opsomming van de inmiddels door
over de beleidsvisie van de overheid, die het grote belang
sportartsen afgeleverde proefschriften.
erkent van sport voor de Nederlandse samenleving.
Hierna wordt de opleiding tot sportarts aan de orde ge-
In de Pleitnota Sportgeneeskunde wordt daarom nadrukke-
steld inclusief de opleidingsregio’s en wordt een overzicht
lijk aandacht gevraagd voor erkenning van de sportgenees-
gegeven van de in 2010 georganiseerde bij- en nascho-
kunde als klinisch specialisme. Aangezien grote gebeurte-
lingsactiviteiten, inclusief het jaarlijkse VSG-congres.
nissen hun schaduw vooruit werpen, wordt ook uitgebreid
stilgestaan bij het Olympisch Plan 2028 dat volledig wordt
In hoofdstuk 5 zijn de sportmedische instellingen per pro-
gesteund door het kabinet en waarvoor het kabinet ook
vincie gerangschikt met vermelding van de hier werkzame
Olympische ambities heeft geformuleerd ten aanzien van
sportartsen, gevolgd door de namen en adressen van
onder meer onderwijs, cultuur, architectuur en de inrichting
instanties die actief zijn op beleidsmatig of organisatorisch
van Nederland.
gebied binnen de sportgezondheidszorg, inclusief alle
In het verlengde van deze ontwikkeling komt voor de
sportbonden en de diverse verenigingen van trainers- c.q.
sportgeneeskunde de uitdaging in beeld om de door
oefenmeesters.
NOC*NSF en de overheid geformuleerde topsportambitie
Tenslotte worden de namen en adressen vermeld van
te kunnen ondersteunen op sportmedisch gebied. Hiervoor
onderwijsinstellingen die een opleiding aanbieden op het
zal een topsportspecifieke opleiding ontwikkeld dienen te
gebied van de sportgezondheidszorg in de brede zin des
worden met specifieke werkplekken in de TopSport Medi-
woords.
sche Samenwerkingsverbanden (TMS).
Het hoofdstuk wordt afgesloten met een beschrijving van
De redactie spreekt de hoop uit dat dit jaarboek zijn
de competenties van de sportarts en van de richtlijnen
waarde als naslagwerk in de praktijk zal bewijzen.
omtrent het sportmedisch handelen, gevolgd door een
korte schets over de huidige financiering van
P.A. van Beek
de sportgeneeskunde.
Hoofdredacteur
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
7
ACL TightRope
®
Dicht de ruimte bij VKB transplantaatfixatie
Maximaliseer het contactoppervlak van
het transplantaat met de tunnel dankzij een
revolutionair verstelbaar corticaal fixatiesysteem
• Eén maat. De lengte hoeft niet te worden
berekend.
• Vul de gehele femorale tunnel met transplantaat.
Ideaal voor korte femorale tunnels.
• Sterk vierpunts vergrendelingsmechanisme
wat ‘slippage’ voorkomt.
knooploos vierpunts
vergrendelingsmechanisme
Doorvoeren,
Aantrekken,
Afknippen. . .
1
2
3
Doorvoeren van de ‘ACL TightRope
Button’
Met de trekdraden wordt het transplantaat op zijn plaats getrokken
Afknippen van de trekdraden, de
femorale fixatie is klaar
Ga voor meer informatie naar:
http://tightrope.arthrex.com
© 2010, Arthrex Inc. Alle rechten voorbehouden.
Algemene informatie
2
Hoofdstuk 2
Algemene informatie
In dit hoofdstuk wordt een algemeen overzicht
verschaft van de omgeving waarin de sportgeneeskunde
zich bevindt.
In paragraaf 2.1 vindt u een korte beschrijving van de
geschiedenis van de sportgeneeskunde, gevolgd in
paragraaf 2.2 door een toelichting op de positionering
van de sportgeneeskunde binnen de sportgezond­
heidszorg.
In paragraaf 2.3 worden de beleidsontwikkelingen
binnen het werkveld beschreven vanuit de VSG en de
FSMI. Dan is in paragraaf 2.4 de Pleitnota Sportgenees­
kunde opgenomen. Vervolgens treft u in paragraaf 2.5
een samenvatting aan van het sportbeleid van het
Ministerie van VWS.
In paragraaf 2.6 worden relevante delen uit het
Olympisch Plan 2028 besproken.
In paragraaf 2.7 wordt uitleg gegeven over de definitie
van sportgeneeskunde en het beroepsprofiel van de
sportarts, gevolgd door een omschrijving van het begrip
sportmedische begeleiding in paragraaf 2.8.
In paragraaf 2.9 zijn de richtlijnen voor artsen omtrent
sportmedisch handelen opgenomen. In paragraaf 2.10
wordt de klachtenregeling sportgeneeskunde kort
besproken en tenslotte wordt in paragraaf 2.11 kort
aandacht besteed aan de financiering van de
sportmedische zorg.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
9
2
Algemene informatie
Algemene informatie
2.1
Geschiedenis
van de sportgeneeskunde
10
waren op de specifieke wensen van de sportbeoefenaar.
pelijk onderzoek) tot het Nederlands Instituut voor Sport
De ‘oude sportkeuringen’ beantwoordden steeds minder
en Gezondheid (NISG). De SMA’s maakten zich echter los
aan hun doel en er kwam steeds meer kritiek op. De
van het NISG en verenigden zich in 1992 in de Federatie
vraag naar betere sportmedische advisering en voorlich-
van Sportmedische Adviescentra (FSMA).
ting leidde tot een toename van het aantal SMA’s, waar
In 1996 werd het NISG wegens financiële problemen en
een grotere sportgeneeskundige kennis beschikbaar was
interne conflicten opgeheven waarbij het ‘restant’ van
dan in het sportkeuringsbureau.
de activiteiten werd ondergebracht bij de Sector Sport
In 1979 besloten de Federatie en de VSG tot nauwere
en Gezondheid van NOC*NSF.
samenwerking tussen de sportkeuringsbureaus en de
In 1993 ging Marieke van Doorn als eerste sportarts in
SMA’s. Ze gaven een onderzoeksopdracht aan Bureau
de kliniek (Reinier de Graaf Gasthuis te Delft) werken en
Berenschot, dat in 1981 met het rapport ‘Structuren in
in datzelfde jaar startte Gee van Enst de eerste sport-
De sportgeneeskundige historie in Nederland begint
stond er een toenemende behoefte aan sportmedische
de sportgezondheidszorg: beweging in structuur’ kwam
geneeskundige afdeling in het Sophia Ziekenhuis te
rond 1921. Op 1 april 1921 werd op initiatief van Jan van
begeleiding en meer belangstelling voor de sportge-
met daarin het advies om te komen tot een landelijke
Zwolle.
Breemen de ‘Nederlandsche Geneeskundige Vereeni-
neeskunde. Factoren die hierbij een rol speelden, waren
en regionale sportgezondheidszorg. Sportkeuringsbu-
In 1998 ging de FSMA deel uit maken van bureau
ging ter bevordering van de Lichamelijke Opvoeding
onder andere de enorme groei van de sportdeelname,
reaus en SMA’s moesten worden samengevoegd in een
Sportgeneeskunde Nederland. Binnen dat bureau waren
(NGVLO)’ opgericht, met als doel ‘de bestudeering der
het besef van de positieve maar ook van de negatieve
veertigtal sportmedische regio’s, waarin de nadruk zou
inmiddels per 1990 het NIOS (Nederlands Instituut Oplei-
vraagstukken op het gebied der lichamelijke opvoeding
effecten van sportbeoefening zoals plotse dood bij sport
liggen op preventie en sportadvisering, met als overkoe-
ding Sportartsen), per 1994 de VSG (Vereniging voor
voorzoover die vraagstukken van geneeskundig belang
en het optreden van blessures, en de toenemende twij-
pelend orgaan een nieuw op te richten Nationaal Insti-
Sportgeneeskunde) en per 1996 de SOS (Stichtingen
zijn’. Het was wereldwijd de derde vereniging op dit
fel over het nut van de verplichte sportkeuring.
tuut Sport GezondheidsZorg (NISGZ). De consequenties
Opleidingen in de Sportgeneeskunde) ondergebracht.
gebied, alleen Duitsland en Frankrijk waren Nederland al
Het aantal artsen dat belangstelling voor sportge-
waren opheffing van de Federatie (gerealiseerd in 1983),
In 1999 werd besloten door de toename van het aantal
voorgegaan.
neeskunde had groeide gestaag, daarmee ontstond
overdracht van een groot aantal taken van de VSG aan
sportgeneeskundige afdelingen binnen ziekenhuizen
In 1923 is, op initiatief van Herman Reijs, de ‘Haagsche
de behoefte om de sportgeneeskundige activiteiten te
het NISGZ en het inpassen van het Bureau Sport-Ge-
dat zich ook bij de Federatie wilde aansluiten, tot de
Afdeeling van de Vereeniging’ opgericht en diezelfde
bundelen. In 1965 werd daarom de ‘Vereniging voor
neeskundige Aangelegenheden in het nieuwe instituut.
naamswijziging van FSMA naar FMSI (Federatie van
Reijs richtte in 1927 het eerste sportkeuringsbureau op.
Sportgeneeskunde (VSG)’ opgericht.
Het NISGZ heeft in 1983 het Preventief Sport Medisch
Sportmedische Instellingen). Inmiddels zijn er 54 ge-
Er kwamen al snel meer sportkeuringsbureaus, die zich
Aan het begin van de jaren zeventig waren de medische
Onderzoek (PSMO) ingevoerd ter vervanging van de
certificeerde sportmedische instellingen verspreid over
op 2 mei 1930 verenigden tot de Federatie van Bureaux
begeleiding van en de voorzieningen voor de ‘top-
‘oude’ sportkeuring. Het was een grote kwalitatieve ver-
heel Nederland, 103 geregistreerde sportartsen en 35
voor Medische Sportkeuring. Voornaamste doelstelling
sporter’ verbeterd, maar daarnaast bestond een grote
betering omdat bij het PSMO niet alleen werd gekeurd,
sportartsen in opleiding verdeeld over negen opleidings-
van de Federatie was ‘het uitschakelen van extra risico’s
behoefte aan sportmedisch advies voor de ‘gewone’
maar ook geadviseerd en voorgelicht. Het PSMO sloeg
regio’s. VSG, NIOS, SOS en FSMI zijn ondergebracht bij
bij sportbeoefening voor zover deze te vinden zijn in de
wedstrijdsporter en de recreatiesporter. Om aan deze
echter niet aan en de voornaamste reden hiervan was
bureau Sportgeneeskunde Nederland van waaruit deze
lichamelijke gezondheidstoestand van de candidaat’.
groeiende vraag te kunnen voldoen, startte een aantal
dat in 1982 een aantal sportbonden de ‘verplichte sport-
organisaties professioneel worden ondersteund.
De keuringen werden in de eerste jaren meestal
VSG-leden met ‘sportspreekuren’.
keuring’ en de structuur van het PSMO afschaften. Het
’s avonds verricht door artsen met weinig sportmedische
In 1975 nodigde de VSG de leiders van deze sport-
basisonderzoek zou, afhankelijk van de voorinforma-
kennis en ervaring. Doordat een aantal sportbonden
spreekuren uit om een blauwdruk van de sportgezond-
tie, al of niet uitgevoerd worden door een arts en daar
de medische sportkeuring en een goedkeuringsbewijs
heidszorg in Nederland te bespreken en in datzelfde jaar
bleken sporters niet in geïnteresseerd. Waren er in 1980
echter verplicht had gesteld, werden in de topjaren van
werd het VSG-beleidsplan ‘De toekomst van de Sport-
nog 300.000 keuringen, in 1986 waren het er nog maar
de Federatie 300.000 keuringen per jaar verricht door de
geneeskunde in Nederland’ aan de toenmalige minister
40.000 en in 1987 slechts 20.000. Met ingang van 1 juli
toen ongeveer 225 sportkeuringsbureaus. De sportkeu-
van CRM aangeboden.
1988 werden de PSMO-bureaus en de Sport Medische
ring was zowel voor de arts als voor zijn medewerkers,
Hierna raakte de ontwikkeling van de sportgeneeskunde
Regio’s opgeheven. Hierdoor bleven alleen de SMA’s
zeker gedurende de eerste vijfentwintig jaar, een sociale
in Nederland in een stroomversnelling. De Nederlandse
over binnen het NISGZ.
taak. In de loop der tijd werd de nodige sportmedische
Hartstichting stelde geld beschikbaar voor de opleiding
In 1991 accordeerde de Sociaal-Geneeskundigen Regi-
knowhow verkregen door praktijkervaring en door het
van de eerste sportarts, Gee van Enst. Tevens kwam er
stratie Commissie (SGRC) het eerste officiële leerplan
volgen van applicatiecursussen.
via de Lotto/Toto geld beschikbaar voor de sportgenees-
van de opleiding tot sportarts en hierna was er sprake
Tot de zestiger jaren was er, behalve de sportkeurings-
kunde waarmee het Bureau Sport-Geneeskundige Aange-
van een officieel door de SGRC erkend opleidingsinsti-
bureaus, vanuit de medische professie niet zoveel inte-
legenheden werd opgericht.
tuut tot sportarts, het NIOS (Nederlands Instituut Oplei-
resse voor sportgeneeskundige zaken. Pas na het deba-
Eén van de belangrijkste punten in het beleidsplan van
ding Sportartsen).
cle van de Olympische Spelen van Rome (1960) en het
de VSG uit 1975 was het oprichten en landelijk spreiden
In 1992 fuseerde het NISGZ met het Janus Jongbloed
succes van de Olympische Spelen van Tokio (1964) ont-
van sportmedische voorzieningen (SMA’s), die gericht
Research Centrum (een instituut voor sportwetenschap-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
2
11
2
Algemene informatie
Algemene informatie
2.2
Sportgezondheidszorg
basis van een individuele voedingsanamnese, een ana-
chronische blessures (acute blessures worden in het
lyse van de lichamelijke activiteit en de kenmerken/wen-
algemeen door de reguliere zorg behandeld). Tevens zul-
sen van de sporter.
len zij bij de sportgezondheidszorg aankloppen voor de
9. Begeleiding
verplichte keuringen die bepaalde sportbonden eisen.
Bundeling van meerdere van de reeds genoemde zorg-
Voor recreatiegerichte sporters worden veel evenemen-
producten ten behoeve van individuen, teams, vereni-
ten georganiseerd en de organisatie daarvan zal de
gingen en/of evenementen over een langere periode.
sportgezondheidszorg inschakelen voor het verzorgen
10.EHBSO
van de begeleiding zoals het aanbieden van preventieve
Een combinatie van blessurebeoordeling en (eerste) bles-
activiteiten en hulp bij blessures.
surebehandeling die als één geheel wordt aangeboden.
4. Prestatiegerichte sporters
2
Dit zijn sporters die meer uit hun lichaam willen halen
12
Sportgezondheidszorg is het geheel aan (preventieve
1. Sportkeuring/sportmedisch onderzoek
Deze sportzorgproducten kunnen worden ingezet ten be-
en extra inspanningen leveren om (steeds) beter te
en curatieve) medische, paramedische en aanverwante
Een beoordeling van de individuele gezondheid en de
hoeve van vijf typen zorgvragers die binnen de sportge-
presteren, zonder dat zij echt de uiterste grenzen willen
dienstverlening ten behoeve van de doelgroep sporters
geschiktheid om te bewegen/sporten. Een sportarts ver-
zondheidszorg worden onderscheiden:
onderzoeken waartoe hun lichaam in staat is. Voor deze
of potentiële sporters (VWS 2001).
richt hierbij diverse onderzoeken zoals intern, orthope-
1. Chronisch zieken
groep is het belang van sportbeoefening relatief groot.
disch en cardiologisch onderzoek en voert, afhankelijk
Sport en bewegen kunnen bij bepaalde chronische
Zij zullen een beroep doen op de sportgezondheidszorg
Deze definitie van het Ministerie van VWS wordt in dit
van de uitgebreidheid van de keuring/het onderzoek,
aandoeningen bijdragen aan een verbetering van de
voor de verplichte keuringen/sportmedische onderzoe-
jaarboek gehanteerd en verder uitgewerkt door te stel-
diverse testen uit zoals ogentest, urinetest, longfunctie-
kwaliteit van leven. Advisering over passende vormen
ken, blessurepreventie, blessurebeoordeling en -behan-
len dat de door VWS genoemde ‘preventieve, curatieve
test of inspanningstest.
van sportbeoefening, waarbij rekening wordt gehouden
deling, revalidatie, materiaaladvies en begeleiding bij
en aanverwante dienstverlening’ onder meer wordt gele-
2. Blessurebeoordeling
met de belasting-belastbaarheid, is voor mensen met
evenementen.
verd in gecertificeerde sportmedische instellingen door
In de praktijk geschiedt dit door de diverse aanbieders
een chronische aandoening van belang. In het algemeen
5. Maximale sporters
sportartsen, sportfysiotherapeuten en sportmasseurs.
van sportzorg, maar het is de vraag of dat vanuit het
zullen chronisch zieken eerst via de huisarts bij een me-
Maximale sporters zijn op zoek naar de uiterste grenzen
De aanbieders binnen de sportgezondheidszorg richten
oogpunt van het bieden van optimale zorg aan sporters
disch specialist terecht komen die hen zal behandelen
van wat zij lichamelijk (en geestelijk) kunnen pres-
zich zowel op mensen die willen gaan sporten en om
juist is. De VSG streeft ernaar om hierover duidelijke
voor hun aandoening. Bij bepaalde aandoeningen kan
teren. Dit zijn dan ook met name topsporters die op
advies verlegen zitten, als op mensen die al sporten en
afspraken te maken tussen de sportartsen, sportfysio-
de huisarts of medisch specialist van mening zijn dat
nationaal of internationaal niveau tot de besten in hun
advies dan wel behandeling nodig hebben.
therapeuten en sportmasseurs.
sport en bewegen een positieve bijdrage kunnen leveren
sport willen behoren. Zij doen een beroep op de sport-
Ook mensen met chronische aandoeningen kunnen
3. Blessurebehandeling
aan de kwaliteit van leven van de patiënt. In dat geval
gezondheidszorg voor sportkeuringen/sportmedische
baat hebben bij de expertise die aanwezig is binnen de
Behandeling van een sportblessure door een (sport)arts
zal hij de patiënt doorverwijzen naar een sportarts voor
onderzoeken, blessurepreventie, blessurebeoordeling
sportgezondheidszorg. De meerwaarde van de aanbie-
en/of (sport)fysiotherapeut op verwijzing van een
nader advies.
en -behandeling, revalidatie, prestatievoorbereiding en
ders binnen de sportgezondheidszorg ten opzichte van
(sport)arts. Doel is de persoon terug te brengen naar
2. Inactieven die actief willen worden
materiaaladvies. Tevens maken zij gebruik van de sport-
die in de reguliere zorg ligt vooral op het terrein van
zijn oorspronkelijke prestatieniveau. Hieronder vallen
Inactieven die na een (lange) periode van inactiviteit
gezondheidszorg bij de deelname aan evenementen.
advisering op het gebied van de belasting en belast-
ook sportrevalidatie, oefentherapie en training.
weer willen gaan sporten of bewegen hebben vragen
Er wordt dan altijd een team van professionals uit de
baarheid. De reguliere zorg vervult voor de sportge-
4. Blessurepreventie
die vergelijkbaar zijn met een aantal zorgvragen van
sportgezondheidszorg ingezet.
zondheidszorg een rol als ‘poortwachter’. In de praktijk
Advies aan personen en/of organisaties over maatrege-
chronisch zieken. Ben ik in staat om een sport te be-
maken mensen in veel gevallen eerst gebruik van de
len die blessures kunnen voorkomen c.q. beperken.
oefenen? Welke sport zou voor mij het meest aangewe-
In de piramide wordt een en ander schematisch samen-
‘gewone’ voorzieningen zoals de huisarts of de spoed-
5. Sport-/beweegadvies
zen zijn? Op welke wijze moet ik mijn sportbeoefening
gevat (zie volgende pagina).
eisende hulp. Vanuit deze reguliere zorg vindt, indien
Individueel advies over duur, frequentie en intensiteit
opbouwen? Zijn controles nodig en op welke signalen
nodig, doorverwijzing plaats naar de sportgezondheids-
van geschikte sport- en beweegvormen.
moet ik letten?
zorg.
6. Testen en meten
Deze groep is in principe gezond, maar heeft behoefte
De sportarts, sportfysiotherapeut en sportmasseur kun-
Het beoordelen van de fitheid van een persoon of een
aan een passend sport- en beweegadvies.
nen gezien worden als de belangrijkste groepen profes-
groep op basis van sportfysiologische testen.
3. Recreatiegerichte sporters
sionals die een bijdrage leveren aan het optimaliseren
7. Materiaaladvies
Hieronder verstaan we de sporters die sport vooral zien
van de gezondheid van iedereen die wil sporten en
Beoordelen van materialen bij een bepaalde sport of be-
als een gezonde, ontspannende bezigheid. Het leveren
bewegen. Samen leveren zij verschillende sportzorgpro-
wegingsvorm, met het doel de prestatie te bevorderen
van (steeds betere) prestaties is voor deze groep niet
ducten (Zorg voor sport en bewegen, Stichting Prismant
en/of de gezondheid te beschermen.
de primaire motivatie. Zij doen met name een beroep
2006).
8. Voedingsadvies
op de sportgezondheidszorg bij vragen over blessu-
Advies over algemene voeding en specifieke diëten op
repreventie, blessurebeoordeling en behandeling van
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
13
2
Algemene informatie
Algemene informatie
Doelgroep
Zorgvraag
Door wie/waar
> Toegang tot de sport
> Blessurepreventie
> Materiaaladvies
> Hulp bij acute/chronische
blessures
> Revalidatie
> Prestatievoorbereiding
> Evenementenbegeleiding
Maximale
> Toegang tot de sport
> Blessurepreventie
> Materiaaladvies
Prestatiegericht
Recreatiegericht
Inactief > Actief
Chronisch
Sportarts > Sportmedische Instelling
Sportfysiotherpeut
Sportmasseur
Sportdiëtist
Sportpsycholoog
Sportarts > Sportmedische Instelling
Sportfysiotherpeut
Sportmasseur
> Hulp bij acute/chronische blessures
> Revalidatie
> Evenementenbegeleiding
> Toegang tot de sport
> Blessurepreventie
> Chronische blessures
> Evenementenbegeleiding
Sportarts > Sportmedische Instelling
Sportfysiotherpeut
Sportmasseur
www.sportzorg.nl
www.sportenbeweegpagina.nl
> Vraag naar een passend sport- en beweegadvies
Sportarts > Sportmedische Instelling
www.sportzorg.nl
www.sportenbeweegpagina.nl
> Vraag naar een passend sport- en beweegadvies
Sportarts > Sportmedische Instelling
Sportfysiotherpeut
www.sportzorg.nl
www.sportenbeweegpagina.nl
2
2.3
Beleidsontwikkelingen VSG
en FSMI
Het stimuleren van sport en bewegen is een belangrijk
wordt gewerkt aan kwalitatief hoogwaardige en toegan-
aandachtspunt in alle geledingen van de maatschappij.
kelijke sportmedische zorg.
Sport en bewegen zijn ‘hot’ en een gezonde, verantwoorde sportbeoefening staat daarbij voorop. Er is
Bij de ontwikkeling van het beleidsplan 2008-2011 van
aandacht voor de recreatieve sporter, de gehandicapte
VSG/FSMI is rekening gehouden met diverse ontwikke-
sporter, de wedstrijdsporter en de topsporter, maar
lingen en trends in de maatschappij en op overheids-
daarnaast ook voor het individu met zijn eigen eisen en
niveau. Daaruit kunnen de volgende conclusies worden
wensen. Dit betekent dat ook voor de consequenties
getrokken:
van sport en bewegen (zoals blessures en het voorko-
• Op basis van de toename van het aantal sporters
men daarvan) aandacht moet blijven bestaan.
kan geconcludeerd worden dat er in absolute zin
meer blessures zullen ontstaan en hierdoor zal de
Eigen verantwoordelijkheid sporter
Samenwerking in de keten bepaalt kwaliteit
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
heeft in de nota ‘Tijd voor Sport’ (2005) en het uitvoeringsprogramma Samen voor Sport (2006) uiteengezet
het aantal mensen met een chronische of bewe-
welke keuzes worden gemaakt om de wens van de over-
gingsgerelateerde aandoening, het aantal mensen
heid (“ investeren in een sportieve samenleving”) te ver-
met een beperkte beweeglijkheid en het aantal
wezenlijken. Het vorige kabinet heeft dat onderstreept
mensen met overgewicht, kan geconcludeerd worden
in het beleidsdocument ‘De Kracht van Sport’ (2007),
dat de rol van bewegen (zowel preventief als cura-
onder meer met de impuls ‘Brede scholen, Sport en Cul-
tief ) steeds belangrijker zal worden. Hierdoor zal de
tuur’ (2007) en recentelijk de impuls Nationaal Actieplan
‘sport’-participatie en dus ook de vraag naar sport-
Op dit moment wordt toegewerkt naar regionale samen-
Bron: Zorg voor sport en bewegen. Naar regionale samenwerking tussen
Sport en Bewegen (2008).
medische zorg toenemen.
werking binnen de sportgezondheidszorg en vanuit de
sportvoorzieningen en gezondheidszorg. Landelijk Platform Sportgezond-
De sportgeneeskunde is inmiddels niet meer weg te
sportgezondheidszorg naar samenwerking met enerzijds
heidszorg. Stichting Prismant, 2006.
denken als partner bij de uitvoering van dit kabinetsbe-
gewerkt aan een verhoging van de doelmatigheid
de algemene gezondheidszorg en anderzijds de sport-
leid. In de VWS-nota uit 2005 zijn zelfs een aantal doel-
van de sportgezondheidszorg. Gelet op de verwachte
wereld op basis van kwaliteit. Doelstelling hiervan is
stellingen expliciet voor de sportgeneeskunde benoemd
toename van onder andere het aantal mensen met
het verbeteren van de doelmatigheid en transparantie
en in de afgelopen jaren heeft de sportgeneeskunde
een chronische of bewegingsgerelateerde aandoe-
van de sportgezondheidszorg zodat wordt gewaarborgd
dan ook veel bereikt. Toch valt er nog het nodige te ver-
ning, zal ook een toename van het aantal keten-
dat elke (potentiële) sporter van optimale zorg wordt
beteren aan de kwaliteit en (financiële) toegankelijkheid
zorgafspraken moeten worden gerealiseerd om de
voorzien.
van de sportmedische zorg. Elke sportende/bewegende
kwaliteit en de doelmatigheid van de sportgezond-
Nederlander heeft recht op goede zorg, maar zolang
diezelfde sportende/bewegende Nederlander niet weet
14
vraag naar sportmedische zorg toenemen.
• Op basis van de toename van het aantal ouderen,
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
• Door de ontwikkeling van “ketenzorgtrajecten” wordt
heidszorg te optimaliseren.
• Patiënten worden meer en meer ‘klanten’ in de zorg
dat deze zorg bestaat of er zelf voor in de buidel moet
en verwachten een snelle behandeling op een kwali-
tasten, is de toegankelijkheid onder de maat. Het is be-
tatief hoog niveau zonder “onnodige” wacht- of toe-
kend dat goede sportmedische zorg (grotere) problemen
gangstijden. De sportarts dient dan ook voldoende
kan voorkomen en tot sneller herstel kan leiden, dus
tijd te besteden aan de zorg en de nazorg en ook de
ook vanuit economisch opzicht is het van belang dat
samenwerking met andere disciplines in de sport-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
15
2
Algemene informatie
Algemene informatie
gezondheidszorg moet aan hoge eisen voldoen. Het
het uitvoeren van diverse projecten op het gebied van
De sportgeneeskunde zou instrumenteel kunnen zijn
reguliere gezondheidszorg. Sportartsen zijn gespeciali-
verwachtingspatroon van patiënten verschuift naar
kennis- en kwaliteitsontwikkeling, van PR, promotie en
om de door de RVZ geformuleerde ambities inhoud te
seerd in het behandelen en adviseren van sporters die
een eisenpatroon en de patiënt verandert in een
voorlichting en van verdere ontwikkeling van infrastruc-
geven en uiteindelijk te operationaliseren. Een sport-
te maken krijgen met medische problemen door hun
zelfbewuste consument. De afhandeling van de zorg
tuur en ketenzorg.
vereniging, waar sport, bewegen en spel plaatsvindt,
sport (blessures, overbelasting, overtraining) maar ook
zal dan ook een formeler karakter krijgen. Wetgeving
Voorbeelden van projecten zijn:
vormt de ultieme plaats waar ‘zorg en ziekte’ omge-
van sporters die gehinderd worden in hun sportbeoefe-
(WGBO, BIG, WMK, WBO), informatieplicht en voor-
• ontwikkeling van richtlijnen en protocollen op sport-
vormd kan worden naar ‘gezondheid en gedrag’. Sport
ning door ziekte of aandoeningen. Daarbij hanteert de
lichting vergen meer tijd van de individuele sportarts
geneeskundig gebied;
is niet alleen een doel op zich. Sport (en bewegen) is
sportgeneeskunde een brede definitie van het begrip
en zullen meer ondersteuning nodig maken. Klach-
• ontwikkeling van onderwijsmodules voor huisartsen;
instrumenteel in het behoud en/of de verwerving van
sporter: ook mensen die opnieuw of meer aan hun
ten, vragen om opheldering en ‘second opinions’
• scholingstraject voor bedrijfsartsen/jeugdartsen,
zullen frequenter voorkomen en eveneens een groter
tijdsbeslag per patiënt vergen.
• Het huidige zorgstelsel veronderstelt een keuzevrijheid van de patiënt. De patiënt zal zich echter
een goede gezondheid. Wetenschappelijk onderzoek
gezondheid willen doen door extra lichaamsbeweging
trainers/coaches, praktijkondersteuners huisartsen,
toont zelfs aan dat het beloop en de prognose van veel
horen daarbij.
doktersassistenten en Physician Assistents;
voorkomende ziekten (zoals diabetes mellitus, obesitas,
• ontwikkeling van voorlichtingsmaterialen, regionale
voorlichtingsbijeenkomsten, toolkits, Clubzorg;
In haar nota “Perspectief op gezondheid 20/20” poogt
kunnen worden door sport/bewegen. Op deze wijze kan
de RVZ de uitdaging van de gezondheidszorg om met
bewust moeten zijn van de keuzemogelijkheden om
• ontwikkelen van tools voor kennistransfer;
sport/bewegen een therapeutisch instrument zijn. Het is
het huidige zorgaanbod een steeds grotere en verande-
ook daadwerkelijk een keuze te kunnen maken en
• opzetten van een complicatieregistratiesysteem;
niet voor niets dat het concept ‘Exercise as Medicine’ nu
rende vraag naar zorg te bedienen, om te zetten in een
dit vereist een adequate informatievoorziening.
• opzetten en uitvoeren van kwaliteitsvisitaties;
een begrip is in de internationale sportmedische wereld.
perspectief: kwaliteit van zorg gedefinieerd als bijdrage
• implementatie van Diagnose Behandel Combinaties
Een sportvereniging is een uitermate geschikte plaats
aan gezondheid en participatie. De burger ontvangt
om die gedachte in praktijk te brengen. Er is sprake van
zorg, maar neemt de verantwoordelijkheid voor de eigen
continuïteit, er is (geschoold) kader, er zijn bestaande
gezondheid terug. De aanbieder bedient een groeimarkt,
voorzieningen (op kleinschalig niveau) en er is een uit-
maar stelt daar kwaliteit en doelmatigheid tegenover.
stekende mogelijkheid om gebruik te maken van lokale
De overheid borgt solidariteit en koopkrachtige vraag,
(gemeentelijke) netwerken. Om deze processen effectvol
maar formuleert ook eisen aan maatschappelijk rende-
en verantwoord te implementeren is sportmedische ken-
ment. De zorgverzekeraar handelt vanuit publiek belang
nis en begeleiding onontbeerlijk.
als makelaar en coach van zowel vrager als aanbieder.
• De potentiële behoefte aan sportmedische zorg is
veel groter dan die waaraan het huidige aanbod van
sportmedische zorg kan voldoen.
(DBC’s);
• implementatie van een Elektronisch Patiëntendossier
in (top)sportmedische begeleiding;
Deze conclusies hebben de volgende consequenties
voor de sportmedische zorg.
• De sportmedische voorzieningen en expertise zullen
• ontwikkeling van sportspecifieke blessure(preventie)
informatie;
• uitbreiding van ketenzorgtrajecten.
zich minstens even snel dienen te ontwikkelen als
de verwachte toename van de zorgvraag. Gespeciali-
Tevens wil de VSG toewerken naar de erkenning van de
Om de ambities te operationaliseren dient de sport-
Noodzaak hierbij is om de samenwerking tussen alle
seerde kennis op het gebied van bewegen, gezond-
sportgeneeskunde als klinisch medisch specialisme of
vereniging rijp gemaakt te worden voor een verande-
partijen te organiseren.
heid en ziekte is hierbij onmisbaar. Ook overdracht
op zijn minst als een specialisme met een gelijksoortige
ring. De sportvereniging dient zich niet alleen voor de
De VSG/FSMI zijn, onder andere uitgaande van de RVZ-
van sportmedische kennis en expertise aan andere
positie, financiering en bekostiging als die van andere
reguliere wedstrijdsporters open te stellen, maar juist
discussienota’s en het nieuwe regeerakkoord, bezig met
artsen (bijvoorbeeld huisartsen, jeugdartsen en
medisch specialisten. Dit zal de toegankelijkheid van de
ook voor allerlei andere doelgroepen zoals de senioren,
de voorbereidingen voor een nieuw beleidsplan 2012-
bedrijfsartsen) is van belang om aan de verwachte
sportmedische zorg in meerdere opzichten ten goede
mensen met chronische aandoeningen, dikke kinderen
2015. Binnen de bestaande beleidsthema’s kennis/kwa-
toename van de vraag naar sportmedische zorg te
komen.
of mensen met een beperking. Ook dient in dit kader
liteit, communicatie en organisatie zullen zelfmanage-
uitdrukkelijk gedacht te worden aan de rol van sport
ment, laagdrempelige toegang, informatievoorziening,
Het totale beleidsplan van VSG en FSMI is te raadplegen
en bewegen binnen re-integratietrajecten. Het feitelijke
samenwerking en doelmatigheid belangrijke uitgangs-
op www.sportgeneeskunde.com.
sport- en beweegaanbod en de bijzondere professiona-
punten zijn.
kunnen voldoen.
• Goede voorlichting is noodzakelijk, enerzijds om
zoveel mogelijk problemen te voorkomen, anderzijds om consumenten/patiënten/sporters bewust
liteit van het kader zullen hierop aangepast dienen te
te maken van wat er ‘te koop’ is op het gebied van
Voorbereidingen nieuw beleidsplan 2012-2015
worden.
sportmedische zorg.
In april 2010 heeft de Raad voor de Volksgezondheid en
Om inhoud te geven aan de shift van ‘zorg en ziekte’
Zorg (RVZ) de discussienota “Zorg voor je gezondheid!”
naar ‘gezondheid en gedrag’, kan de sportgeneeskunde/
en toegankelijk te zijn voor alle groepen die sport-
uitgebracht. De Raad pleit daarin voor een omslag van
sportarts een essentiële rol spelen. Er zijn 113 gere-
medische zorg nodig hebben.
zorg en ziekte (ZZ) naar gedrag en gezondheid (GG).
gistreerde sportartsen verspreid over heel Nederland
• De sportmedische zorg dient herkenbaar, bereikbaar
• Uitgangspunt voor de organisatie en het aanbod van
Na een aantal debatten bleek de omslag gedragen te
werkzaam en daarnaast nog 34 artsen bezig met de
de sportmedische zorg is de vraag van de zorgvra-
worden door zorgprofessionals, zorgverzekeraars en
vierjarige specialisatie tot sportarts. Zij kunnen vanuit
ger/consument/patiënt/sporter.
werkgevers. Deze groepen dienen de omslag te stimule-
de (regionale) sportmedische instellingen of vanuit een
ren en te faciliteren door preventie aan te bieden en te
sportorganisatie dan wel sportbond hun sportmedische
aanwezig te zijn om aan de verwachte toename van
investeren in gezondheid. Hierbij werken patiënten en
expertise leveren. De sportgeneeskunde is van oudsher
de zorgvraag te kunnen voldoen.
zorgverleners actief samen waardoor de effectiviteit en
goed in het verbinden van preventie en curatie en kent
de kwaliteit van de zorg toeneemt.
zowel de wereld van de sport en fitness als die van de
• Er dienen voldoende kwalitatief goede voorzieningen
VSG en FSMI spelen op deze consequenties in door
16
hart- en vaatziekten en ook kanker) positief beïnvloed
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
2
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
17
2
Algemene informatie
Algemene informatie
2.4
Pleitnota Sportgeneeskunde
Sportgeneeskunde: bereikbaar voor iedereen?
binnen de sportgeneeskunde doorgegaan. Zo hebben de
heel Nederland, Sportmedische Adviescentra opgericht en
sportartsen onder andere een beroepsprofiel opgesteld
er werd gestart met de opleiding van de eerste sportarts.
dat resulteerde in een nieuw opleidingsplan dat conform
Ook werd een wetenschappelijk tijdschrift uitgegeven,
de KNMG-richtlijnen aan de hand van het CanMeds-model
getiteld ‘Geneeskunde en Sport’.
werd opgesteld. Dit opleidingsplan is geïmplementeerd
In 1986 leidden al deze ontwikkelingen tot de (door de
en de sportarts-hoofdopleider is nu gedurende de gehele
overheid bekrachtigde) erkenning van de sportgeneeskun-
opleiding de eindverantwoordelijke.
de als sociaal-geneeskundig specialisme. Dit was een be-
De verwachting dat de zorgstelselwijziging van 2006 zou
langrijk moment en een grote stap voorwaarts. De collec-
leiden tot meer integratie van de sportgeneeskunde is
tief preventieve taak die voor de sportgeneeskunde leek
niet bewaarheid. De opleiding tot sportarts werd niet
weggelegd in de destijds beoogde ‘Basisgezondheids-
betrokken bij het flankerend beleid met betrekking tot de
Inleiding
In deze notitie geeft de Vereniging voor Sportgeneeskun-
diensten’ kwam echter niet tot ontwikkeling aangezien
medische vervolgopleidingen in de vorm van het Oplei-
Sport is niet weg te denken uit onze samenleving en
de haar visie en pleit zij voor erkenning van de sport-
sportgezondheidszorg niet als gemeentelijke taak werd
dingsfonds vanaf 2007. Ook zijn er nauwelijks vorderin-
heeft de afgelopen decennia een steeds prominentere
geneeskunde als klinisch-medisch specialisme in plaats
benoemd bij de decentralisatie van de openbare gezond-
gen op het gebied van de vergoedingen. De voorstellen
plaats gekregen in de maatschappij. De positieve ef-
van het huidige sociaal-geneeskundig specialisme. Deze
heidszorg (GGD’en) eind jaren ’80. In de daarop volgende
van de VSG om gebruik te mogen maken van (eigen of
fecten van sport op de gezondheid van de deelnemers,
verandering is een noodzakelijke stap om sportgenees-
jaren kwamen er steeds meer nieuwe sportartsen die hun
bestaande) ‘diagnosebehandelcombinaties’ zijn (nog) niet
de sociale cohesie, het meedoen van alle groepen aan
kunde voor iedereen bereikbaar te maken en de kwaliteit
werkzaamheden verlegden van sociaal geneeskundige in-
gehonoreerd. De reden daarvoor is dat sportgeneeskunde
de samenleving, de nationale trots en de economie zijn
te waarborgen.
houd naar meer curatief werk. Veel ziekenhuizen hebben
een sociaal-geneeskundig specialisme is en niet een ‘ge-
overduidelijk. Sport is een inspiratiebron voor een actieve
leefstijl.
18
recreatiesporters. In de jaren ’70 werden, verspreid over
daarop ingespeeld en inmiddels is de sportgeneeskunde
woon’ klinisch specialisme. Toch heeft de VSG er wel voor
Historisch overzicht
niet meer weg te denken uit de intramurale setting. Kort-
gekozen om diagnosebehandelcombinaties te ontwikke-
De sportgeneeskundige historie in Nederland begint rond
om, er heeft een verschuiving plaatsgevonden van sociale
len om in ieder geval ook op dit gebied gelijk te blijven
Hoewel het ‘gezondheidssaldo’ van sport positief is, zijn
1921 met de oprichting van een vereniging die genees-
geneeskunde naar steeds meer curatieve geneeskunde.
met de ontwikkelingen binnen de klinische medisch
er ook keerzijden. Blessures kunnen het plezier in sport
kundige vraagstukken op het gebied van de lichamelijke
behoorlijk aantasten en kunnen zelfs aanleiding zijn om
opvoeding bestudeerde. In die tijd werd door enthousi-
Ontwikkelingen in de afgelopen 10 jaar
Op wetenschappelijk gebied is binnen de sportgenees-
te stoppen met sport. Voor mensen met een lichamelijke
aste artsen een sportkeuring gepropageerd om enerzijds
In de afgelopen 10 jaar is een verdere toename te zien
kunde de nodige vooruitgang geboekt in de afgelopen
beperking of chronische aandoening kan hun gezond-
medische problemen te voorkomen en anderzijds het
van het aantal ziekenhuizen waarin sportgeneeskundige
tien jaar, mede als gevolg van het stimuleringsprogram-
heidstoestand beperkingen opleveren bij het sporten. De
draagvlak voor sport in de medische wereld te vergroten.
activiteiten plaatsvinden. Inmiddels zijn er 25 zieken-
ma Sport, Bewegen en Gezondheid van ZonMw. Er is
sportgeneeskunde legt zich toe op deze medische pro-
Er werd een netwerk van ‘sportkeuringsbureaus’ gevormd,
huizen waarin een sportarts werkzaam is. Meer en meer
sprake van een breed eigen wetenschapsdomein waarin
blematiek door gerichte diagnostiek en niet-chirurgische
dat decennia lang naar wens functioneerde.
ziekenhuizen ervaren een duidelijke toegevoegde waarde
14 sportartsen zijn gepromoveerd. Tevens is een zestal
behandeling van letsels en advisering aan sporters en as-
Deze bureaus hielden echter geen gelijke tred met de we-
van de sportgeneeskunde in hun zorgpakket. Daar waar
proefschriften in ontwikkeling. Groningen en Utrecht heb-
pirant sporters met of zonder chronische aandoening. Dit
tenschappelijke ontwikkelingen vanaf de jaren ’50, waar-
bij andere specialismen de specifieke kennis op het ge-
ben elk een leerstoel klinische sportgeneeskunde en in
varieert van leefstijlgerichte preventie voor mensen met
uit steeds duidelijker naar voren kwam dat sportieve in-
bied van het bepalen van de (sportspecifieke) belasting-
Amsterdam en Maastricht is sprake van een aanvullende
een gezondheidsrisico tot hoogwaardige prestatiegerichte
spanning goed is voor de gezondheid en dat met goede
belastbaarheid ontbreekt kan de sportgeneeskunde een
leeropdracht. Deze universiteiten bundelen samen met
begeleiding van intensieve wedstrijdsporters.
maatregelen de risico’s van sport voor de gezondheid mi-
belangrijke aanvulling leveren. Binnen de ziekenhuizen
het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam vanaf 2002 hun
specialismen.
nimaal zijn. Toen in de jaren ’60 als gevolg van de ‘Sport
wordt dan ook door orthopeden, longartsen en cardiolo-
krachten in een integraal samenwerkingsverband onder
De veranderingen in het zorgstelsel, het beleid om behan-
for All-beweging’ een enorme groei van de sportdeelname
gen veel samengewerkt met de sportgeneeskunde.
de vlag van het LOSO (Landelijk Overleg Sportgezond-
deling (curatie) en preventie meer met elkaar te verbin-
plaatsvond en ook het aantal artsen met belangstelling
Het logische verzoek van de Vereniging voor Sportgenees-
heidsonderzoek).
den en de nationale ambitie om een actieve en gezonde
voor de sportgeneeskunde groeide, ontstond de behoefte
kunde om de sportgeneeskunde onder te brengen in het
leefstijl onder alle lagen van de bevolking in te burgeren
om de sportgeneeskundige activiteiten te bundelen en
register van ‘gewone’ medisch specialismen werd in 2001
Consequenties van de huidige erkenning
(Kabinetsstandpunt bij het Olympisch Plan 2028, 2009)
de wetenschappelijke inzichten ten goede te laten komen
afgewezen. Als reden werd onder meer genoemd dat bin-
Het feit dat de sportgeneeskunde tot op heden niet
vragen om een hernieuwde overweging van de positie
aan de sporters. Om in deze behoefte te voorzien werd
nen de sportgeneeskunde preventie een belangrijke rol
erkend is als medisch specialisme heeft een aantal onge-
van de sportgeneeskunde in het zorgstelsel. In de huidige
in 1965 de Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG) op-
speelt terwijl de klinisch specialist vooral diagnostisch
wenste consequenties.
situatie is de sportgeneeskunde voor veel (aspirant) spor-
gericht. De ontwikkelingen binnen de sportgeneeskunde
en curatief bezig is. Ook zou de sportgeneeskunde niet
Ten eerste ontberen veel (aspirant) sporters, kwalitatief
ters (financieel) ontoegankelijk, is de ontwikkeling van de
raakten vervolgens in een stroomversnelling. De medi-
duidelijk hebben kunnen maken wat het werkterrein in
gezien, optimale zorg. Sportgeneeskundige zorg is slecht
kwaliteit van de sportgeneeskunde onvoldoende geborgd
sche begeleiding van en de voorzieningen voor de top-
de klinische setting omvat, zou het wetenschapsdomein
toegankelijk voor (aspirant) sporters omdat sportgenees-
en (daarmee) is de plaats van de sportgeneeskunde in
sporters werden verbeterd en sportmedisch advies werd
onvoldoende ontwikkeld zijn en de opleiding te weinig
kunde niet in het basispakket zit van de zorgverzekering.
het totale zorgstelsel onvoldoende verzekerd.
beschikbaar gemaakt voor ‘gewone wedstrijdsporters’ en
‘eigenheid’ hebben. Desondanks zijn de ontwikkelingen
Vooral sporters met een kleine beurs (lage SES) zijn de
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
2
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
19
2
Algemene informatie
Algemene informatie
dupe omdat zij meestal geen aanvullende verzekering
Tenslotte werkt de onduidelijke en onzekere positie van
hebben die de diagnose en behandeling dekt. Sporters
de sportgeneeskunde belemmerend voor artsen om zich
en aspirant sporters die wel een aanvullende verzekering
als sportarts te specialiseren. Dit draagt bij aan de onze-
hebben voor sportmedische zorg krijgen te maken met fi-
kere toekomst van de sportgeneeskunde.
nanciële rompslomp als er aanvullende diagnostiek moet
20
2.5
Sportbeleid Ministerie van
VWS 2006 - 2010
worden gedaan. Als een sportarts diagnostiek aanvraagt
Streven en pleidooi
wordt deze vaak niet gedekt door de zorgverzekering.
De VSG heeft de overtuiging dat de wetenschappelijke
Ten tweede heeft de sportgeneeskunde minder mogelijk-
en zorginhoudelijke ontwikkelingen van het vak sportge-
heden om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen sim-
neeskunde en de ontwikkelingen binnen de opleiding tot
pelweg omdat de sportgeneeskunde ‘niet aan tafel zit’.
sportarts nu zover gevorderd zijn dat de sportgeneeskun-
Zolang de sportgeneeskunde niet geïntegreerd is in het
de erkend kan worden als klinisch medisch specialisme.
zorgstelsel, wordt de sportarts bij nieuwe ontwikkelingen
Zij is ervan overtuigd dat de erkenning van de sportge-
Inleiding
vaak over het hoofd gezien. Bijvoorbeeld bij het ontwik-
neeskunde als klinisch specialisme zal bijdragen aan de
De overheid heeft in het uitvoeringsprogramma “Samen
minimaal 5 dagen per week, voor jongeren (< 18 jaar) is
kelen van de zogenaamde ‘Beweegkuur’ voor mensen
kwaliteit en samenhang van de zorg in het algemeen en
voor Sport - 2006/2010” (2006) uiteengezet welke keu-
60 minuten per dag de beweegnorm (dubbel30).
met overgewicht en andere risicofactoren. Zeker voor
voor (aspirant) sporters in het bijzonder. Ook vanuit eco-
zes worden gemaakt om de drie kernpunten (bewegen,
Door middel van het NASB kunnen gemeenten, sport-
mensen die al klachten hebben heeft de sportgeneeskun-
nomisch opzicht is het van belang dat wordt gewerkt aan
meedoen en presteren) in de periode 2006 tot 2010 te
organisaties, bedrijven en andere maatschappelijke
de veel te bieden op het gebied van het inschatten van
kwalitatief hoogwaardige en toegankelijke sportmedische
verwezenlijken.
organisaties de gezondheid van te-weinig-actieve bur-
de belastbaarheid en het verstrekken van (onafhankelijke)
zorg, want het is bekend dat goede sportmedische zorg
Het uitgangspunt van de overheid was daarbij dat de
gers stimuleren door hen activiteiten aan te bieden op
behandel- en beweegadviezen.
(grotere) problemen kan voorkomen en tot sneller herstel
keuze voor een gezonde en actieve leefstijl de logische
het gebied van sport, spel, fitness en beweging in het
Ten derde hebben ziekenhuizen met een sportgenees-
kan leiden.
keuze van de burger zelf moest worden, waarbij de over-
‘gewone’ dagelijkse leven. Met te-weinig-actieve burgers
heid de randvoorwaarden zou scheppen voor een gezon-
worden mensen bedoeld die de beweegnorm niet halen.
grotendeels verholpen zou zijn als de sportgeneeskunde
De VSG voelt zich in deze overtuiging gesterkt door de
de sportbeoefening en wel een kwalitatief verantwoorde
Een groot aantal organisaties spelen een rol binnen het
als medisch specialisme is erkend. Ook de sportgenees-
support en steun die er zowel vanuit het Ministerie van
sportbeoefening en een goede sportinfrastructuur.
NASB en de belangrijkste zijn VWS, NOC*NSF, NISB, VSG
kundige zorg kan dan via de gebruikelijke weg bij de
VWS als vanuit de georganiseerde sportwereld (sport-
zorgverzekeraars worden gedeclareerd. In de huidige
bonden en NOC*NSF) bestaat om de ontwikkeling van de
situatie moeten de ziekenhuizen aparte afspraken met de
sportgeneeskunde verder te brengen (VWS nota’s 2001 en
Het NASB richt zich in principe op de volgende drie
zorgverzekeraars maken over de vergoeding van de sport-
2005). De ontwikkeling van het kabinetsbrede plan om
thema’s:
geneeskundige zorg.
Nederland op een Olympisch niveau te brengen om de
1. Bewegen en Sporten in de gemeente (Impuls NASB)
Ten vierde wordt de verdere wetenschappelijke ontwik-
Spelen ook te kunnen organiseren geeft een extra stimu-
2. Bewegen en Sporten via sportvereniging of sport-
keling belemmerd. Door financiële drempels, zoals de
lans in deze richting (Olympisch Plan 2028, 2009). Een
slechte financiële toegankelijkheid van de sportgenees-
goede parallel is te vinden binnen het Verenigd Koninkrijk
kundige zorg en het niet vergoeden van MRI-scans wordt
met de organisatie van de Olympische Spelen in Londen
de patiënteninstroom beperkt waardoor het includeren
2012 en de oprichting van de British Association of Sport
van voldoende geschikte sporters bij patiëntgebonden
en Exercise Medicine (BASEM) en de erkenning van de
Het breed implementeren van het NASB in de Neder-
onderzoek wordt belemmerd. Daarnaast wordt het mee-
sportgeneeskunde als medisch specialist (FSEM, 2009).
landse bevolking moet op afzienbare termijn tot de
dingen naar subsidies van fondsen die aan erkende me-
Ook het feit dat steeds meer individuele medisch specia-
volgende resultaten leiden:
disch specialismen zijn gekoppeld (zoals het Annafonds)
listen en hun beroepsverenigingen zien en erkennen dat
bemoeilijkt door het niet-erkend zijn van de sportgenees-
de sportgeneeskunde van aanvullende waarde kan zijn
Het Nationaal Actieplan
Sport en Bewegen (NASB)
kunde. Daardoor is de continuïteit van het wetenschappe-
sterkt de VSG in haar streven naar erkenning.
Het Ministerie van VWS heeft ter uitvoering van de nota
kundige afdeling te maken met financiële rompslomp die
en VNG.
bond (NASB Sport)
3. Bewegen en Sporten tijdens of rondom het werk
(NASB Werk)
• in 2010 is de kans op een blessure per 1000 uur
sportbeoefening met 10 procent gedaald van 1.0
naar 0.9 letsels;
lijk onderzoek niet verzekerd omdat de tijdelijke stimule-
het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen ingezet om
ringsimpuls in 2010 afloopt.
burgers op grote schaal tot een actieve leefstijl te ver-
voor sport en bewegingsbeleid voor de werknemers
Ten vijfde is ook de kwaliteit van de sportgeneeskunde
leiden. Om de hiervoor noodzakelijke omslag in gedrag
tijdens of na werkuren toegenomen van 14% in 2006
in de toekomst niet geborgd omdat de sportgeneeskunde
te bevorderen, werd het nut van voldoende beweging
niet volwaardig in het zorgstelsel is opgenomen. Welis-
gepropageerd aan de hand van de Nederlandse Norm
• in 2010 is het deel van de volwassen bevolking dat
waar worden het sportgeneeskundige kwaliteitsbeleid en
voor Gezond Bewegen (NNGB). Volgens deze beweeg-
gemiddeld geen enkele dag per week voldoende
de opleiding op dit moment apart gesubsidieerd, maar
norm is voldoende beweging het dagelijks 30 minuten
beweegt teruggedrongen van 8% in 2006 naar 5%
dat biedt geen garanties voor de toekomst.
matig intensief bewegen (stevig wandelen, fietsen) op
eind 2010;.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
2
• in 2010 is het aantal bedrijven dat aandacht heeft
naar 25% eind 2010;
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
21
2
Algemene informatie
• in 2012 voldoet minstens 70% van de Nederlandse
volwassen bevolking aan de Nederlandse Norm
Algemene informatie
tief van de burger. Durf, visie en realiteitszin kenmerken
gische Zorgagenda ‘Twintig stappen naar gezonde zorg
de chronische aandoeningen, in de ziekenhuiszorg en in
de adviezen.
in 20/20’* uitgebracht door de RVZ( Den Haag, septem-
de langdurige zorg.
ber 2010). Hieronder kunt u een samenvatting vinden
In hoofdlijnen zijn het de volgende agendapunten.
Gezond Bewegen en/of de Fitnorm (combinorm), in
2004 was dit 60%.
In de brochure ‘Van zz naar gg; acht debatten, een
van de hoofdlijnen van het advies aan de regering /
parlement, welke uitgewerkt zijn in 20 aanbevelingen
voorzitter van de RVZ, laat in het voorwoord het volgende
richting de burger/patiënt, de zorgprofessional, voor het
investeer in gezondheid, voeg preventie toe aan het
Uit epidemiologisch onderzoek blijkt dat zich in Ne-
weten:
stelsel en voor de sturing.
basispakket van de Zvw, houd de burger aan goed
patiëntschap, maak meer van de collectieve contrac-
blessures voordoen. Hiervan zijn 920.000 blessures
In april 2010 heeft de RVZ de discussienota Zorg voor je
Samenvatting Perspectief Zorgagenda
ten, voer een actieplan tegen het roken uit (haast
geleidelijk en 2.700.000 blessures plotseling ontstaan
gezondheid! uitgebracht. De nota pleit voor een omslag
De zorg staat voor grote uitdagingen: een steeds gro-
nergens roken zoveel volwassenen en jeugd zoveel
en bij 1.400.000 blessures wordt medische behande-
van zorg en ziekte (zz) naar gedrag en gezondheid (gg).
tere en veranderende vraag naar zorg, grenzen van het
ling gezocht (“Sportblessures”, Consument & Veiligheid,
In een reeks van acht debatten heeft de RVZ zijn visie
medisch kunnen die steeds verder opschuiven terwijl
februari 2010).
voorgelegd aan een breed publiek: patiënten, vertegen-
beschikbare middelen en menskracht volstrekt tekort
als outcome en committeer producent én patiënt
Hoewel groot in aantal zijn de sportblessures de minst
woordigers van patiëntenorganisaties, zorgprofessionals,
schieten. Het huidige zorgaanbod kan deze uitdaging
aan zijn bijdrage. Dwing dit af, op de kortst moge-
ernstige van alle ongevalletsels, maar ze leveren wel
zorgverzekeraars, wetenschappers, adviseurs, bestuurders
niet aan, wordt daar niet op gestuurd of geprikkeld.
lijke termijn. Kijk hiervoor ook naar het buitenland.
ongemak op bij het ontwikkelen en voortzetten van een
en beleidsmakers. Niet alleen afkomstig uit de zorg, maar
actieve leefstijl en dat is om verschillende gezondheids-
ook uit de overheid, het bedrijfsleven, het onderwijs en
Dit advies poogt de uitdaging om te zetten in een
de kwaliteitsnormen voldoet, alleen die zorg wordt
redenen ongewenst.
brancheverenigingen.
perspectief: kwaliteit van zorg gedefinieerd als bijdrage
gecontracteerd en geleverd.
De overheid heeft al een aantal jaren grote aandacht
De deelnemers aan de debatten hebben een zeer waar-
aan gezondheid en participatie, alle actoren daar naar
voor een continue en betrouwbare monitoring van sport-
devolle bijdrage geleverd aan de totstandkoming van
handelend.
schaarsere menskracht. Dit betekent inzetten op
blessures om verantwoorde beleidskeuzes te kunnen
de strategische zorgagenda 2010-2020. De Raad heeft er
Een heldere en eerlijke transactie: de burger die zorg
procesverbetering en arbeidsbesparende innovatie
maken en het overheidsbeleid is de laatste jaren met
veel van geleerd. Bijvoorbeeld dat we veel meer aandacht
ontvangt maar verantwoordelijkheid voor de eigen ge-
en -technologie.
name gericht op:
moeten besteden aan preventie. En dat de focus breder
zondheid teruggeeft; de aanbieder die een groeiende
• het kwaliteitsbeleid in de sportgeneeskunde;
moet zijn: zorg, welzijn én participatie, daar gaat het om.
markt mag bedienen en daar kwaliteit en doelmatigheid
een streep door alle financiële zekerheden in het
• de sportmedische begeleiding van topsporters;
Tevreden stelt de Raad vast dat iedereen enthousiast
tegenover stelt; de overheid die solidariteit en koop-
huidige stelsel. Er wordt fantastisch werk verzet in
• doelgerichte blessurepreventieprogramma’s.
is over de omslag van zz naar gg. Alle deelnemers zijn
krachtige vraag borgt en eisen aan maatschappelijk ren-
de zorg, maar actoren worden te weinig geprikkeld
als hier!).
• Zorg voor kwaliteitsnormering: formuleer kwaliteit
Het verzekerd pakket bevat uitsluitend zorg die aan
• Doelmatigheid is extra urgent waar het gaat om
• Zorg dat herstructurering van de grond komt: haal
doordrongen van de urgentie dat het anders moet. De
dement formuleert; een verzekeraar die vanuit publiek
om samen te werken aan publieke doelmatigheid.
Het sportbeleid van het Ministerie van VWS (2006 –
organisatie van de zorg moet anders, en alle betrokkenen
belang handelt als makelaar en coach van zowel vrager
Dit is de kern van gereguleerde marktwerking, ont-
2010) heeft zijn weerslag gehad op o.a. het kwaliteits-
krijgen een andere rol.
als aanbieder.
bureaucratisering hoort hier ook bij.
Dit perspectief realiseren betekent een volle agenda,
beleid van de sportgeneeskunde, de sportmedische
begeleiding van topsporters en op doelgerichte blessu-
Wat zijn de belangrijkste conclusies?
voor zeker twee kabinetsperioden. Randvoorwaarden
Het advies werkt deze punten verder uit in 20 aanbeve-
repreventieprogramma’s. Aan de gevolgen hiervan wordt
Allereerst vindt men dat burgers en patiënten zelf ver-
creëren, daarna de voortgang bewaken en bijsturen.
lingen en presenteert tevens een tijdschema voor meer-
in verschillende paragrafen van dit jaarboek aandacht
antwoordelijk zijn voor hun (on)gezond gedrag en dat zij
Randvoorwaarden voor de burger/patiënt, voor de zorg-
dere kabinetsperioden. De ombuigingstaakstelling van
besteed.
zoveel mogelijk zelf de regie moeten voeren over de zorg.
professional, voor het stelsel en voor het sturingsmodel,
het kabinet kan al direct worden benut: bezuinigen met
Zorgprofessionals, zorgverzekeraars en werkgevers moeten
alles gericht op kwaliteit in termen van resultaat.
visie impliceert bijvoorbeeld hogere eigen betalingen
Het uitvoeringsprogramma “Samen voor Sport – 2006 /
dat stimuleren en faciliteren, daarnaast moeten zij preven-
2010” is het laatste jaar in gegaan. Met een nieuwe re-
tie aanbieden en flink investeren. De rijksoverheid moet
Maar allereerst de samenwerking organiseren. Zonder
teitsnormering; dit is tevens een randvoorwaarde om te
gering in het vooruitzicht wordt druk gespeculeerd hoe
het voortouw nemen bij collectieve preventie.
samenwerking met de sector, vragers en aanbieders,
kunnen doorpakken naar gereguleerde marktwerking en
het beleid ten aanzien van de gezondheidszorg ingevuld
Tot slot vindt men een andere financiering en sturing abso-
krijgt het kabinet de noodzakelijke herstructurering niet
naar pakketbeheer op basis van substitutie. Die zullen
gaat worden.
lute voorwaarden voor een andere organisatie van de zorg.
voor elkaar. Een Stichting van de Zorg kan wellicht een
op hun beurt voorzien in prikkels voor doelmatigheid
De RVZ heeft de bal aan het veld gegeven, en nu is de
platform bieden om het gesprek aan te gaan.
voor alle actoren: burgers, verzekeraars en aanbieders.
(eigen risico). Met voorrang wordt gewerkt aan de kwali-
De Raad voor de Volkgezondheid en Zorg (RVZ) is een
overheid aan zet. Die moet zorgen voor de randvoorwaar-
onafhankelijk adviesorgaan voor de regering en voor
den en wel nu, meteen aan het begin van de nieuwe kabi-
De agenda die in dit advies wordt aangeduid moet
aanbevelingen impliceert tevens dat het gaat om een
het parlement. De Raad zet zich in voor de volkgezond-
netsperiode. De tijd is er rijp voor.
voldoende massa hebben om herstructureringen van de
proces dat zeker meerdere kabinetsperioden gaat duren.
grond te krijgen. Aan de vraagzijde, dus in de opstel-
Eerst randvoorwaarden creëren, dan maatregelen treffen.
heid en voor de kwaliteit en de toegankelijkheid van
22
• Stuur systematisch op gezondheid en participatie:
sprekend verhaal’ (augustus 2010) laat Rien Meijerink,
Gezonde sportbeoefening
derland jaarlijks gemiddeld 3.600.000 miljoen sport-
Deze ingewikkelde samenhang tussen de verschillende
de gezondheidszorg. Daarover brengt hij strategische
In navolging op de acht debatten die zijn gevoerd over
ling van de zorgvrager en aan de aanbodzijde, dus in de
adviezen uit die worden geschreven vanuit het perspec-
de discussienota Zorg voor je gezondheid! is de Strate-
dagelijkse zorg dicht bij huis, voor de kleine kwalen en
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
2
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
*20/20, een
gevleugelde
uitdrukking in de
VS, is oorspronkelijk
een norm voor het
gezichtsvermogen.
In overdrachtelijke
zin heeft 20/20
inmiddels de
betekenis ‘goed
bekeken’
23
2
Algemene informatie
Algemene informatie
Aanbevelingen burger / patiënt
Die houdt in dat hij transparant is over zijn aanbod en
in behandeling van multimorbiditeit; de formulering
richtlijnontwikkeling is achterhaald, wordt niet ver-
1. Goed patiëntschap
deskundigheid en open staat voor samenwerking en
is in termen van outcome (dus als oplossing voor een
goed. Verzekerde geneeskundige zorg wordt in de Zvw
Goed patiëntschap wordt polis- en leveringsvoorwaarde
taakverdeling ten bate van goede en doelmatige zorg.
gezondheidsprobleem of participatie). Een voorbeeld
geformuleerd als richtlijnconforme zorg. Het vervallen
(geclausuleerde solidariteit; zie ook hoofdstuk 6). De
Bij die samenwerking en taakverdeling betrekt hij ook
hiervan is het chronic care model van Wagner. Relevan-
van de huidige open formulering draagt bij aan de kos-
verzekeraar beloont, met kwijtschelding van een - sub-
de zorgvrager. Hij handelt richtlijnconform.
te buitenlandse ervaringen zijn opgedaan door Kaiser-
tenbeheersing. De zorgverzekeraar en leverancier zijn
stantieel verhoogd - eigen risico en stimuleert en onder-
8. Transparantie over aanbod afdwingen
Permanente (VS) en de NHS (Engeland). De formulering
verplicht verzekerden alert over het verzekerde pakket
steunt de burger in het gebruik van de noodzakelijke
De overheid dwingt bij de professional transparantie
van de richtlijnen is voorts open, dus niet op voorhand
te informeren.
hulpmiddelen: keuze-informatie, leefstijlinformatie en
over behaalde resultaten en patiënttevredenheid af,
toegesneden op bestaande beroepen c.q. monopolies.
15. Zorgnetwerken
het digitale personal health record.
zodat de burger een afgewogen keuze kan maken. De
Het gaat om de functie, niet om de aanbieder. Bij de
De formele samenwerking en taakverdeling tussen de
2. Zorg voor eigen rekening
verzekeraar kan de kengetallen bij de zorginkoop benut-
ontwikkeling van deze richtlijnen is er inbreng van zorg-
eerste, tweede en derde lijn (de zogenoemde echelon-
Het kabinet onderzoekt welke verstrekkingen die
ten. Ook de professionals zelf kunnen hun kengetallen
professionals en organisaties van patiënten en consu-
nering) ontwikkelt zich naar een meer open verhouding
gepaard gaan met geringe uitgaven of die algemeen
gebruiken voor de interne bedrijfsvoering en als bench-
menten.
waarin horizontale en verticale netwerken bestaan. De gebruikt worden en dus tot de normale uitgaven gere-
markinformatie.
12. Door naar gereguleerde marktwerking
poortwachter naar de medisch specialist wordt daarbin-
kend kunnen worden, kunnen worden uitgesloten van
9. Met de inloopfunctie wordt een begin gemaakt
De ontwikkeling naar gereguleerde marktwerking, zoals
nen functioneel belegd (niet meer exclusief bij de huis-
vergoeding. Dit geldt ook voor voorspelbare uitgaven
Als eerste stap krijgen gemeenten en zorgverzekeraars
hiervoor geschetst, wordt doorgezet. Dit levert doel-
arts). Ook de inloopfunctie kan hiervoor worden benut.
in de langdurige zorg. Koopkrachteffecten kunnen via
de wettelijke mogelijkheid om samen de inloopfunctie te
matigheidswinst op. Gereguleerde marktwerking houdt
Aan de poort van de zorg werken teams met verschil-
belastingverlaging worden gecompenseerd.
ontwikkelen. De zorgfunctie kan worden gecombineerd
onder meer het volgende in.
lende deskundigheden (jeugd en gezin; arbeid; ggz;
3. Abonnementstarief huisarts
met diverse gemeentelijke functies (wonen, schulden,
Bestaande financiële zekerheden voor verzekeraars
ouderen). Verschillen in regelgeving tussen curatieve
Het kabinet onderzoekt de voor- en nadelen van recht-
werk en uitkering) en kan fysiek (in de wijken) en di-
en aanbieders, verdwijnen zo snel mogelijk (2012). Zij
en langdurige zorg die deze samenwerking belemmeren
streekse betaling van het abonnementstarief voor de
gitaal (de login functie ‘health-alert.nl’) worden aange-
worden voortaan zoveel mogelijk beloond voor gezond-
moeten zo snel mogelijk verdwijnen.
huisarts door de burger in plaats van door de verzeke-
boden. Gemeenten en verzekeraars dragen samen de
heidsresultaten (hiervoor is een RVZ-advies `Sturen op
16. Ook ziekenhuiszorg in netwerken organiseren
raar en de daarvoor te creëren voorwaarden.
kosten; het gebruik van de functie valt buiten het eigen
gezondheid` in voorbereiding).
Met het vaststellen van richtlijnen voor ziekenhuiszorg
4. Investeren in gezondheid
risico van de Zvw. Na drie jaar vindt evaluatie plaats en
De ex ante risicoverevening wordt aangevuld met ge-
en met het doorvoeren van gereguleerde concurrentie,
De zorgverzekeringen dekken behalve de kosten van
kunnen eventueel noodzakelijke vervolgstappenworden
zondheidsmaatstaven (2013); voor het Gemeentefonds
wordt een ontwikkeling naar een beperkt aantal me-
genezing en verzorging, ook kosten van gezond blijven.
overwogen.
wordt deze mogelijkheid onderzocht.
disch specialistische netwerken bevorderd. Ziekenhuizen
Het verzekerd pakket wordt uitgebreid met diverse pre-
10. Positie medisch specialist
De ontwikkeling naar gereguleerde concurrentie kan
werken hierin samen en verdelen taken en specialis-
ventieprogramma’s, als eerste op het gebied van bewe-
De formele verhouding tussen medisch specialist en
worden gestimuleerd door concentratie en aanbeste-
men. Deze open netwerken dragen bij aan verbetering
gen en energiebalans.
ziekenhuis wordt tegen het licht gehouden; nieuwe or-
ding door de overheid van aanbod waarvoor de over-
van de kwaliteit en doelmatigheid, maar beperken de
5. Collectieve contracten voor gezondheid
ganisatievormen worden gestimuleerd. De fiscale status
heid een bijzondere verantwoordelijkheid draagt, zoals
concurrentie en de keuzevrijheid van de patiënt niet.
De kortingsregeling van collectieve contracten wordt
van vrijgevestigde medisch specialisten met een vaste
de beschikbaarheidsfunctie SEH. Voor de meest specia-
Behandeling, revalidatie en nazorg worden integraal en
exclusief gekoppeld aan de inspanningen van het col-
verbintenis met een ziekenhuis wordt herzien.
listische zorg is extra regulering via de WBMV
vanuit hetzelfde financiële kader bezien. Het werkpro-
een optie.
gramma 2010-2011 van de Raad voorziet in een nader
lectief om gezondheid en participatie te bevorderen. De
24
regeling is voorbehouden aan bedrijfs- en patiëntencol-
Aanbevelingen voor het stelsel
Er wordt stevig ingezet op taakherschikking. Het af-
advies hierover.
lectieven.
11. Kwaliteitsinstituut formuleert richtlijnen
schaffen van financiële zekerheden voor zorgaanbieders
17. Langdurige zorg anders organiseren
6. Bevordering intersectoraal gezondheidsbeleid
Een zelfstandig publiek instituut (Kwaliteitsinstituut)
is hiervoor een belangrijke stimulans.
De collectieve zorg wordt zoveel mogelijk geschoond
Intersectoraal beleid biedt winstkansen. Het intersec-
met doorzettingsmacht formuleert richtlijnen voor verze-
De OVA-systematiek wordt beëindigd, deze belemmert
voor aanspraken op voorspelbare zorg. Het pakket
torale gezondheidsbeleid behoeft een sterkere be-
kerde zorg (cure en care) en de kengetallen voor trans-
de productiviteitsgroei en eigen verantwoordelijkheid
wordt verkleind (onder meer de functie begeleiding)
leidsmatige verankering, zowel centraal als decentraal.
parantie; de minister stelt vast. Bestaande instanties op
van werkgevers en werknemers in de zorg.
met het oogmerk om sociale netwerken en zelfredzaam-
Formuleer concrete doelstellingen en verbeter de onder-
het terrein van de sturing op kwaliteit en doelmatigheid
13. Versterking publieke rol verzekeraar
heid te stimuleren. Via de WMO krijgt de gemeente hier
steuning. Het gezamenlijke rapport ‘Buiten de gebaande
in de zorg gaan op in dit Kwaliteitsinstituut (en ver-
De verzekeraar profileert zich bij de zorginkoop door de
een belang bij. Revalidatiezorg gaat naar de Zvw. Bij
paden’ (2009) van ROB, Onderwijsraad en RVZ alsmede
dwijnen als afzonderlijke organisaties c.q. verliezen hun
inbreng van kennis over de klant, de markt en kwaliteit/
intensieve zorgbehoefte en het geheel ontbreken van
het gelijkluidende advies van de SER, bevatten hiervoor
functie op het betreffende terrein). Het pakket verze-
doelmatigheid. Voorts neemt hij deel aan het ontwik-
eigen regie ligt de verantwoordelijkheid bij het rijk.
concrete voorstellen.
kerde zorg voldoet aan de vastgestelde richtlijnen voor
kelen van kwaliteitsmaatstaven en outcome-indicatoren.
Wonen en zorg worden gescheiden, alleen zorg is nog
kwaliteit, effectiviteit en doelmatigheid. Zorg buiten de
Hij investeert veel meer in zorginkoop.
verzekerd. Onderzocht wordt of countervailing power
Aanbevelingen Zorgprofessional
richtlijnen wordt niet geleverd of vergoed (dat wil zeg-
14. Substitutie als pakketbeginsel hanteren
van de uitvoeringsorganisatie voor de langdurige zorg
7. De publieke rol van de professional
gen comply or explain). De richtlijnen zijn vraaggericht,
Het pakketbeheer is gebaseerd op substitutie: nieuw
tot stand kan worden gebracht door overheveling van
De professional versterkt zijn publieke verantwoording.
integraal (curatieve en langdurige zorg) en voorzien
komt in de plaats van oud. Obsolete zorg, die door de
de indicatiestelling van het CIZ naar gemeenten en ver-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
2
25
2
Algemene informatie
Algemene informatie
zekeraars, als hun gezamenlijke verantwoordelijkheid.
20. Een onderzoeks- en ontwikkelagenda
De financiering is persoonsvolgend. De WMO houdt het
Diverse onderwerpen uit dit advies zijn complex en
karakter van een voorzieningenwet; dus zonder verze-
ingrijpend en vergen nader onderzoek en een zorgvul-
kerde rechten.
dige, stapsgewijze ontwikkelfase. Dit betreft onder meer
de inloopfunctie, de indicatiestelling langdurige zorg, de
Aanbevelingen voor de sturing
uitvoering van de AWBZ, instrumenten om de eigen ver-
18. Een kabinetsplan om het roken fors terug te dringen
antwoordelijkheid van de burger te vergroten. Deze O&O-
De ambitie is dat in 2020 het percentage rokers in ons
agenda dient op korte termijn te worden opgesteld.
2
2.6
Olympisch Plan 2028
land op of onder het OECD-gemiddelde ligt. Hiertoe zet
het kabinet een verdere verhoging van de tabakaccijns
De beweging die geïnitieerd wordt door de RVZ om niet
in (ook als financiële dekking van intensiveringen op
meer, zoals tot nu toe, te kiezen voor ‘Ziekte en Zorg’
het gebied van gezondheidsbevordering), het kabinet
maar te kiezen voor ‘Gedrag en Gezondheid’ sluit goed
Dat Nederland als klein land tot grote prestaties in staat
tief én passief. Ook het naar Nederland halen van tot de
houdt de regelgeving ten aanzien van roken in openbaar
aan bij het reeds ingezette beleid van Sportgeneeskun-
is, bleek op de Olympische spelen van 2000 in Sydney.
verbeelding sprekende internationale sportevenementen,
toegankelijke ruimtes goed tegen het licht en nodigt so-
de. In 2010 is contact gezocht met de RVZ om hen hier-
Nederland eindigde in het medailleklassement bij de
waaronder in het bijzonder de Olympische Spelen en
ciale partners uit om afspraken over rookvrije bedrijven
van op de hoogte te brengen, wellicht biedt dit kansen
beste tien landen van de wereld. Een bijzondere pres-
Paralympische Spelen van 2028, hoort erbij.
zonder gedoogruimtes en rookpauzes te maken. Alle
voor de toekomst.
tatie die het waard is om voor eigen publiek te herha-
schoolpleinen zijn rookvrij. De mogelijkheid om roken
len. Sydney leerde ons nog een les: ook een land met
op te nemen in de kwaliteitsrichtlijnen en als verplicht
een relatief kleine bevolking is in staat de Olympische
De Alliantie
onderdeel van collectieve contracten voor de basisverze-
Spelen met succes te organiseren. Zo ontstond heel
Een plan met zoveel impact op de Nederlandse samenle-
kering wordt onderzocht. Vergelijkbare pakketten maat-
voorzichtig de gedachte om de Olympische en Paralym-
ving verdient het om zijn vorm te krijgen in een alliantie
regelen zouden overigens moeten worden overwogen
pische Spelen naar Nederland te halen. Na de Spelen
van zoveel mogelijk partijen die bij de samenleving
voor alcoholgebruik en overgewicht.
van Athene 2004 bleek dat dit idee op veel steun kon
betrokken zijn. Het plan om Nederland naar olympisch
19. Bestuursorganen aanpassen
rekenen.
niveau te brengen heeft raakvlakken met zoveel facet-
Het Kwaliteitsinstituut krijgt een prominente positie,
NOC*NSF is met deze gedachte aan de slag gegaan en
ten, dat de alliantie breed zal moeten zijn. De overheid,
ook in het verminderen van de bureaucratie doordat de
is de initiatiefnemer en aanjager van het Olympisch Plan
werkgevers/ bedrijfsleven, werknemers, onderwijs en
in dit instituut gebundelde organisaties ophouden te
2028.
wetenschap, de sportwereld en diverse andere organisaties en instellingen kunnen allemaal vanuit hun speci-
bestaan. De op te stellen kwaliteitsrichtlijnen moeten
een helder kader bieden voor pakketbeheer en voor
In 2006 besloot het bestuur van NOC*NSF te onderzoe-
fieke deskundigheid een waardevolle bijdrage leveren
het kwaliteitstoezicht. Ook moeten zij de transparantie
ken hoe de discussie over de organisatie van Olympi-
aan het Plan. Dan pas ontstaat het klimaat dat nodig is
verder helpen en daarmee de ontwikkeling naar gere-
sche en Paralympische Spelen het best zou kunnen wor-
om, vanuit een gedeeld ideaal, deze droom te verwe-
guleerde marktwerking een impuls geven. Op termijn
den ingericht. Dit onderzoek werd gesteund door de vier
zenlijken.
kan hierdoor de uitvoering en handhaving van de WMG
grote steden en de ministeries van Volksgezondheid,
worden vereenvoudigd en wordt overheveling van de
Welzijn en Sport (VWS), van Economische zaken (EZ) en
De drie fasen van het Olympisch Plan 2028
resterende WMG-taken naar de NMa mogelijk.
van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieube-
2006-2009
heer (VROM). Het Olympisch Plan 2028 is de voorlopige
Onderzoeksfase: het formuleren van de ambities in dit
uitkomst van dit onderzoek, waarbij veel publieke en
‘plan van aanpak op hoofdlijnen’ en het verwerven van
private partijen betrokken zijn. Het is een plan van aan-
een breed draagvlak hiervoor, via een brede maatschap-
pak op hoofdlijnen om heel Nederland naar olympisch
pelijke discussie.
niveau te brengen.
Resultaat: een charter waarmee de deelnemende par-
Het Olympisch Plan 2028 is de ambitie om met sport
tijen zich concreet verbinden aan het Olympisch Plan
in de volle breedte een bijdrage te leveren aan Neder-
2028.
land, zodat de positieve effecten nu en in de toekomst
26
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
zichtbaar zijn, met de organisatie van de Olympische en
2009-2016
Paralympische Spelen van 2028 in Nederland als inspire-
Opbouwfase: voor elk van de geformuleerde ambities
rend perspectief en mogelijke uitkomst.
wordt met en door de betrokken partijen een plan van
Met ‘sport in de volle breedte’ wordt de topsport én
aanpak uitgewerkt en doorgevoerd.
breedtesport bedoeld, olympisch én niet-olympisch, ac-
Resultaat: heel Nederland naar olympisch niveau.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
27
2
Algemene informatie
Vanaf 2016
Algemene informatie
• het uitwerken van de Olympische Hoofdstructuur;
gaan onderzoeken of de huidige sportartsen voldoende
• het creëren van een echte breedtesportcultuur, te be-
• het doortrekken van het Meerjarenprogramma Infra-
toegerust zijn om de topsportambitie te kunnen onder-
sloten of Nederland zich kandidaat stelt voor organisatie
ginnen met werknemers (weer) te laten sporten door
structuur, Ruimte en Transport (MIRT 2020) naar een
steunen op sportmedisch gebied.
van de Olympische en Paralympische Spelen 2028.
bedrijfssport te bevorderen.
MIRT 2028;
Topsport stelt specifieke eisen aan de medische bege-
Kandidaatfase: aan het begin van deze fase wordt be-
te vergroten én de bereikbaarheid te verbeteren;
• het opstellen en in de praktijk brengen van een visie
Sociaal-maatschappelijke ambitie
op groen en gezondheid.
leiding en daardoor aan de inrichting van het medische
begeleidingsteam en de organisatie eromheen (Gezond
Acht ambities
Nederland heeft in 2016 een sociaal klimaat waarin men
Het Olympisch Plan is een aaneenschakeling van samen-
met plezier samenleeft, er trots op is Nederlander te zijn
Evenementenambitie
voorziening die een bijdrage levert aan het creëren van
hangende deelprojecten, die rond een achttal ambities
en graag iets bijdraagt aan de maatschappij.
Nederland staat in 2016 wereldwijd bekend om zijn
optimale voorwaarden om maximaal te presteren, waar-
gegroepeerd zijn. Ambities rond topsportontwikkeling,
• NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer:
grote ambitie en talent voor het organiseren van grote
bij vanuit (para)medisch standpunt zal worden bewaakt
rond breedtesportontwikkeling, op sociaal-maatschappe-
• sportparticipatie in achterstandswijken te vergroten
sport- en culturele evenementen.
dat dit op een veilige, gezonde en verantwoorde wijze
• NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer:
geschiedt. Om een sportarts adequaat te laten functio-
• het creëren van excellente voorwaarden voor een
neren in de topsport dient de sportarts over specifieke
lijk terrein, op het gebied van welzijn, economie, ruimtelijke ordening, evenementen en media-aandacht.
Hieronder worden deze ambities nader toegelicht.
en bruggen te slaan naar het sportverenigingsleven;
• sportverenigingen te ontwikkelen tot maatschappelijke organisaties en zelfs tot openbare voorzieningen.
2
aan de Top, 2008). Topsportmedische begeleiding is een
pro-actief evenementenbeleid, te beginnen met
competenties te beschikken.
• het opzetten van een Evenementenbureau als experTopsportambitie
Welzijnsambitie
tise- en kenniscentrum op het gebied van de acqui-
De huidige competenties van een sportarts zijn af te
Nederland heeft in 2016 een vruchtbaar topsportklimaat
Nederland heeft in 2016 een gezonde bevolking: fitte
sitie, de organisatie, de promotie en de publiciteit
leiden uit de definitie voor sportgeneeskunde.
waarin sporters optimaal kunnen presteren. Nederland
werknemers, vitale ouderen en minder mensen (en
rond evenementen;
Sportgeneeskunde is het medisch specialisme dat zich
bezet structureel een Top 10 positie op de diverse
vooral kinderen!) met overgewicht. Voldoende beweging
wereldranglijsten.
en gezonde voeding zijn de norm.
fonds, Evenementenfonds en Accommodatiefonds
de gezondheid van (potentiële) deelnemers aan sport
• NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer:
• NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer:
om onze ambities en activiteiten op het gebied van
en sportieve activiteiten. Ook richt het zich op het be-
• het creëren van een excellerende omgeving, te
• het stimuleren van meer sport en beweging door
evenementen te financieren;
vorderen, waarborgen en herstellen van de gezondheid
richt op het bevorderen, waarborgen en herstellen van
beginnen met (aankomende) topsporters betere
het aantal breedtesportaccommodaties te vergroten,
mogelijkheden te bieden zich verder te ontwikkelen
bedrijfssport te bevorderen, passend sportaanbod
turele evenementen met een grotere diversiteit aan
en bewegen. Bij beiden wordt uitdrukkelijk rekening
via Centra voor Topsport en Onderwijs en Nationale
te realiseren om senioren (weer) aan het sporten te
takken van sport.
gehouden met de sportspecifieke belasting en belast-
Topsport Centra. Dit zijn expertisecentra van interna-
krijgen, sportorganisaties en begeleidend kader te
tionale allure voor alle facetten van de topsport: de
beste coaches, voortreffelijke accommodaties, wetenschappelijke begeleiding, topsportgeneeskunde,
professionaliseren en sport op school te bevorderen;
• gezonde voeding te stimuleren in sportkantines, bij
sportevenementen en op scholen.
sportfysiologie, testlaboratoria, sociaal-maatschap-
• het naar Nederland halen van meer sport- en cul-
van mensen met chronische aandoeningen door sport
baarheid.
Media-aandacht ambitie
Door het vergroten en verbreden van de media-aan-
Gezien de definitie en gezien de algemeen omschreven
dacht voor sport is in 2016 de sportbeleving in Neder-
sportgeneeskundige competenties die een sportarts
land dusdanig toegenomen dat een Top 3 positie bezet
verwerft gedurende zijn/haar opleiding (Opleidings-
pelijke begeleiding, dus wonen, trainen en onderwijs
Economische ambitie
wordt in Europa. Mede daardoor groeit het aantal men-
plan Sportgeneeskunde 2008, zie hoofdstuk 3.4 NIOS)
onder één dak;
Nederland heeft in 2016 een sterke, competitieve econo-
sen dat regelmatig aan sport doet.
behoort een topsporter niet tot de primaire doelgroep
• het creëren van een topsportcultuur, te beginnen
mie, mede dankzij een grotere arbeidsparticipatie, een
• NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer:
van een sportarts. Gezien de wensen vanuit de topsport
met topsporters via een “tweedecarrièrebeleid” vol-
toegenomen arbeidsproductiviteit, meer aandacht voor
• het realiseren van een rijk aanbod in de breedte
zouden er een aantal aanvullende eisen kunnen worden
doende mogelijkheden te bieden om behalve hun
innovatie en een sterk internationaal imago.
en in de diepte, te beginnen met het voorbereiden,
gesteld.
topsportcarrière ook een passende maatschappelijke
• NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer:
bouwen en lanceren van een Crossmedia Platform
loopbaan op te bouwen.
• leerlingen en studenten uitdagend onderwijs te bie-
Breedtesportambitie
Nederland is in 2016 een samenleving waarbij het
Sport gericht op de informatievoorziening over vier
De VSG is van mening dat de volgende extra competen-
den, waarbij individuele talenten beter worden her-
mediakanalen: televisie, web-tv met video-on-de-
ties niet mogen ontbreken bij een sportarts die topspor-
kend en ontwikkeld en prestaties worden beloond;
mand, mobiel-tv en doelgroep-tv in (o.a.) clubhui-
ters medisch begeleidt (prestatiearts).
zen van sportclubs. Daarnaast heeft het Crossmedia
1. Topsportspecifieke kennis en ervaring: niet alleen
• innovatie en wetenschap te stimuleren.
beoefenen en beleven van sport voor jong en oud een
belangrijke kwaliteit is in hun leven. Minimaal 75% van
Ruimtelijke ambitie
de Nederlanders uit alle lagen van de (multiculturele)
Nederland is in 2028 een land met een goed leefkli-
samenleving doet in 2016 regelmatig aan sport.
maat, voldoende sportaccommodaties en een goede
• NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer:
• het creëren van een faciliterende omgeving, te beginnen met het aantal breedtesportaccommodaties
28
• het opzetten van een Host Broadcasting Garantie-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Platform Sport aandacht voor alle bestaande en
van de belastingvorm maar ook van de specifieke
toekomstige media.
topsportomgeving, van materialen en van het verschil in trainings- en wedstrijdbelasting.
2. Kennis van sportspecifieke letsels en andere rele-
mobiliteit, zodat het organiseren van Olympische en
Beleid VSG aansluitend bij het Olympisch
plan 2028
ParalympischeSpelen nog beter mogelijk is.
Naar aanleiding van o.a. het Olympisch plan 2028 en de
3. Kennis van/overtraining, doping en kennis van de
• NOC*NSF wil dit bereiken door onder meer:
topsportambitie die hierin genoemd wordt, is de VSG
vante gezondheidsproblemen.
typische (fysiologische) eigenschappen van de spor-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
29
2
Algemene informatie
ters uit de betreffende tak van sport.
4. Een direct te consulteren netwerk van (gecertificeer-
Algemene informatie
Om de huidige sportartsen op te leiden tot een prestatiearts die over bovengenoemde competenties beschikt,
de) medisch specialisten ten behoeve van (snelle)
zal een topsportspecifieke opleiding ontwikkeld moeten
behandeling en advies.
worden. De prestatieartsen zullen hun werkplek vinden
5. Een direct te consulteren netwerk van (gecertificeerde) paramedici ten behoeve van (snelle) behandeling
in de nog verder te ontwikkelen TopSport Medische Sa-
2
2.7
Sportartsen
menwerkingsverbanden (TMS).
en advies.
6. Kennis van alle beschikbare experts binnen de specifieke tak van sport (inspanningsfysiologie, biomechanica, voeding, farmacie, endocrinologie).
7. In staat zijn om te fungeren als coördinator van
Sportgeneeskunde is het medisch specialisme dat zich
Ze beperkt zich niet tot één enkele medische discipline,
richt op het bevorderen, waarborgen en herstellen van
maar is een horizontaal specialisme. De sportarts heeft
de gezondheid van (potentiële) deelnemers aan sport en
een brede kennis en weet die ook op verschillende ma-
9. Een voor de topsport passende attitude bezitten.
sportieve activiteiten. Ook richt het zich op het bevorde-
nieren in te zetten. Zo houdt hij zich niet alleen bezig met
10.Vermogen om uitstekend te kunnen communiceren
ren, waarborgen en herstellen van de gezondheid van
zorg, maar ook preventie, prestatiebevordering, weten-
met trainers/coaches, met topsporters als ook met
mensen met chronische aandoeningen door sport en
schappelijk onderzoek en beleids- en managementtaken
de ploeg-/sportbegeleiding in algemene zin (sponsor
bewegen. Bij beiden wordt uitdrukkelijk rekening gehou-
kunnen belangrijke onderdelen van zijn takenpakket zijn.
en andere belanghebbenden).
den met de sportspecifieke belasting en belastbaarheid.
(acute) topzorg.
8. Kennis hebben van en ervaring hebben met werken
onder hoge druk in een topsportomgeving.
Net als de werkzaamheden is ook het werkveld van de
Algemeen
sportarts enorm breed. Een groot deel kiest voor een
Talrijke gezondheidsvoordelen van lichaamsbeweging
veelzijdige baan bij een van de ruim vijftig gecertificeer-
zijn onbetwist. Lichaamsbeweging (en dus ook sport)
de sportmedische instellingen in Nederland. Ook sport-
kan een grote bijdrage leveren aan de verbetering van
organisaties, zoals sportbonden, professionele (top)
de gezondheid en het herstel na letsel of ziekte. Voor
sportclubs en sportverenigingen, bieden menig sport-
chronisch zieken kan beweging bovendien het ziektever-
arts uitdagend werk vol afwisseling, reizen en – niet te
loop of de leefsituatie positief beïnvloeden. Als het gaat
vergeten – fantastische sportieve hoogtepunten. Tot slot
om de gezondheidsbevorderende werking van lichaams-
zien we de laatste jaren ook binnen het sportonderwijs
beweging is de sportarts dé expert. Hij weet alles over
en de danswereld een groeiende vraag naar sportartsen.
(sportspecifieke) belasting van verschillende vormen
Dat het werkterrein van de sportarts in de toekomst nog
van lichaamsbeweging en over de belastbaarheid van
verder uitgebreid zal worden is zeker niet ondenkbaar.
mensen, al dan niet met verschillende aandoeningen,
ziekten of blessures.
Ontwikkeling van de sportgeneeskunde
Sportgeneeskunde is een relatief nieuwe loot binnen de
De sportarts zoekt voortdurend naar de beste balans
medische wereld in Nederland. In 1986 werden de sport-
tussen belasting en belastbaarheid. Het is zijn taak om
artsen geregistreerd binnen het register van de Sociale Ge-
zijn patiënten/sporters te beschermen tegen overma-
neeskunde. Dit was een historisch moment en een grote
tige, eenzijdige, ongeschikte of vroegtijdige belasting.
stap voorwaarts. In de daaropvolgende jaren kwamen er
Tegelijkertijd mag van hem ook een sportvriendelijke
steeds meer nieuwe sportartsen die hun werkzaamhe-
houding worden verwacht: de sportarts respecteert zijn
den verlegden van sociaal geneeskundige inhoud naar
patiënten/sporters in hun wijze van sportbeoefening.
meer curatief werk. In 1993 startte zelfs een sportarts zijn
Zijn inspanningen zijn dan ook vaak niet alleen gericht
werkzaamheden in een intramurale setting. Hierna volgden
op de gezondheid van zijn patiënten/sporters, maar ook
vele anderen. Anno 2009 zijn er ruim 25 ziekenhuizen die
op hun sportieve prestaties.
sportgeneeskunde binnen de muren hebben. Kortom, er
heeft een verschuiving plaatsgevonden van sociale ge-
Sportgeneeskunde kan met recht een van de meest ge-
neeskunde naar steeds meer curatieve geneeskunde.
varieerde takken van de geneeskunde worden genoemd.
30
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
31
2
Algemene informatie
Algemene informatie
In al die jaren werd er binnen de beroepsgroep sportart-
Voor de sportartsen is hier de volgende invulling aan
sen veel gediscussieerd over wat het vak moet inhouden.
gegeven.
In 1998 leidde dit tot het vaststellen van de zogeheten
‘kernactiviteiten’ van de sportarts en keerde de rust bin-
Medisch handelen
nen de sportartsenwereld weer. Voortschrijdend inzicht en
De sportarts is tot het volgende in staat.
praktische argumenten leidden echter tot nieuwe gedach-
1. Kan een relevante, beknopte en accurate anamnese
c.Sportmedische begeleiding: bovenstaande taken
Dit impliceert het vermogen om een patiënt/sporter
dan in een traject over langere termijn voor meer-
op invoelende wijze en met respect te informeren
dere individuen en/of groepen. In dat geval is de
en te adviseren. De belasting dient aangepast te
sportarts bij uitstek de coördinator van zorg.
worden aan de belastbaarheid, waarbij ondertussen begrip, discussie en actieve deelname van de
tes. Dit heeft in juni 2004, na een goede voorbereiding
afnemen en een doelmatig lichamelijk onderzoek
handelingsmogelijkheden en past deze in de praktijk
patiënt/sporter in beslissingen over zijn behandeling
van de interne VSG-werkgroep beroepsprofiel en meerdere
efficiënt uitvoeren. Volgt relevante procedures om
toe. Hieronder valt het weten te stellen van de
worden gecultiveerd. Daaronder valt het kunnen luis-
mondelinge en schriftelijke discussierondes, geleid tot
gegevens te verzamelen, te analyseren en te inter-
juiste, patiëntgerelateerde vragen, het systematisch
teren naar een patiënt/sporter, alsmede het effectief
een actueel beroepsprofiel van de sportarts. Het beroeps-
preteren, stelt een diagnose en verricht de juiste
zoeken naar onderbouwing en het kritisch evalueren
communiceren met andere zorgverleners om een op-
profiel is zo geformuleerd dat elke sportarts zich er in
geneeskundige procedures om het probleem van een
van sportgeneeskundige en andere relevante litera-
timale en consistente zorg voor de patiënt/sporter en
principe in kan vinden en dat de sportarts zich uitstekend
patiënt/sporter te helpen oplossen. Drie kerntaken
tuur, alsmede ander bewijs om de klinische besluit-
zijn omgeving (familie, trainer, coach) te waarborgen.
vorming te optimaliseren.
Dit vraagt eveneens om het vermogen om duidelijke
onderscheidt van andere medisch specialismen.
worden onderscheiden:
a.Consultaties: op grond van een sportmedisch
3.Weet waar de grenzen van de eigen persoonlijke
en accurate dossiers bij te houden.
Beroepsprofiel
probleem (zoals van het bewegingsapparaat of
deskundigheid liggen. Hieronder valt het nemen van
Het beroepsprofiel van de sportartsen is gebaseerd op
een intern probleem) adviseren, behandelen c.q.
een beslissing of en wanneer er andere deskundigen
andere informatiebronnen, zoals door medisch we-
het Canadese systeem van beoordeling en toetsing: de
verwijzen. Bij de consultatie wordt desgewenst
nodig zijn om bij te dragen aan de zorg voor een pa-
tenschappelijke instanties ‘approved’ internetsites,
Canadian Medical Education Directions for Specialists,
gebruik gemaakt van aanvullend onderzoek
tiënt/sporter en het doorvoeren van een persoonlijk
naslagwerken, beeldmateriaal (video, CD-ROM) en
kortweg Canmeds. Dit model definieert het beroeps-
(bijvoorbeeld bloedonderzoek, beeldvormende
programma om de eigen medische vaardigheid op
andere deskundigen.
profiel van de medisch specialist aan de hand van ruim
diagnostiek).
peil te houden.
twintig sleutelcompetenties (Lutke Schipholt, 2003).
In het bijzonder gaat het om:
Deze competenties zijn gegroepeerd in een zevental
-Specifieke, sportgeneeskundige, inspan-
4.Toont effectieve consultatievaardigheden. Hieronder
4. Is in staat, indien nodig, de patiënt te wijzen op
Samenwerking
valt het presenteren van goed onderbouwde evalua-
De sportarts is tot het volgende in staat.
1. Overlegt doelmatig met andere artsen, gezondheids-
competentiegebieden:
ningsgerelateerde diagnostiek (o.a. inspan-
ties en aanbevelingen, zowel mondeling als schrifte-
1. Medisch handelen
ningsdiagnostiek met ademgasanalyse,
lijk, naar aanleiding van een verzoek van een andere
werkers en sportbegeleiders (trainer, coach). Dit im-
2. Communicatie
compartimentsdrukmetingen, biomechanische
gezondheidswerker.
pliceert het vermogen om onderzoek en behandeling
3. Samenwerking
analyse), en
4. Kennis en wetenschap
5. Maatschappelijk handelen
6. Organisatie
7. Professionaliteit
te ontwikkelen en behandelplannen te continueren,
Communicatie
samen met de patiënt/sporter en andere zorgverle-
zen (belasting in relatie tot belastbaarheid en
De sportarts is tot het volgende in staat.
ners. Onder deze aanpak valt het vermogen om te
sportrevalidatie).
1. Vormt een goede verstandhouding met patiënt/spor-
weten waar de grenzen van de eigen deskundigheid
-behandeling in de vorm van belastingsadvie-
b.Preventieve sportmedische onderzoeken: dit
ter. Hieronder valt het kunnen vormen en onderhou-
liggen, het begrijpen van de rollen en deskundigheid
betreffen fysische/diagnostische onderzoeken,
den van een therapeutische relatie en het cultiveren
van de andere betrokkenen, het informeren van en
In de onderstaande figuur zijn de competentiegebieden
inspanningstesten of keuringen die gevraagd
van een omgeving die gekenmerkt wordt door be-
samenwerken met de patiënt/sporter en zijn omge-
en hun onderlinge verhouding weergegeven:
worden ten behoeve van een patiënt/sporter.
grip, vertrouwen, empathie en vertrouwelijkheid.
ving (familie, trainer, coach) bij de besluitvorming
2. Verkrijgt relevante sportgeneeskundige informatie
de patiënt/sporter en zorgverleners in de behandel-
greert dit. Hieronder valt het kunnen navorsen van
plannen.
2. Draagt doeltreffend bij aan de samenwerking met
patiënt/sporter over het ontstaan, de aard en de
andere artsen en andere gezondheidswerkers. Hier-
behandeling van de aandoening in een sportgenees-
onder vallen activiteiten in ziekenhuizen, praktijken
kundig perspectief. Sportartsen moeten in staat zijn
en andere instellingen, zoals commissies, onderzoek,
om de invloed van factoren, zoals onder andere leef-
onderwijs en kennisverwerving. Dit impliceert het
tijd, geslacht en mentale factoren op de aandoening
kunnen onderkennen van de vakgebieden van team-
van de patiënt/sporter in te schatten. Onder sportge-
leden, het respecteren van de meningen en rollen
neeskundige informatie wordt onder meer verstaan
van individuele teamleden, het bijdragen aan een
sportieve achtergrond, trainingsbelasting, materiaal
gezonde collegiale ontwikkeling en conflictoplos-
en de invloed van omgevingsfactoren.
sing en het bijdragen aan de taak van de groep door
3. Bespreekt met de patiënt/sporter de toepasselijke
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
en het expliciet integreren van de meningen van
van de patiënt/sporter over zijn probleem en intede overtuigingen, zorgen en verwachtingen van de
32
informatie die een optimaal herstel mogelijk maakt.
(consulten en sportmedische onderzoeken), maar
2.Raadpleegt relevante informatie en onderzoekt be-
2
middel van de eigen deskundigheid.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
33
2
Algemene informatie
1. Draagt vanuit zijn sportmedische discipline, indien
Algemene informatie
aan wetenschappelijk onderzoek zal doen, dient hij
situatie, op de leerzaamheid van het voorval, op
gen, het zelfbewust zijn, het behouden van de juiste
nodig, doeltreffend bij aan de samenwerking met
of zij wel de vaardigheden te hebben om deel te
preventie in de toekomst en op het belang van de
balans tussen persoonlijke en professionele rollen
de eerste schil rondom de patiënt/sporter (trainers,
nemen aan gemeenschappelijke onderzoeksprojecten
patiënt. De specialist is bekend met de wijze waarop
en het aanpakken van intermenselijke verschillen in
begeleiders, coaches etc.). Hierbij wordt het sportbe-
(waaronder multicenter trials), kwaliteitsborging of
incidenten volgens voorschrift worden gemeld en
professionele relaties.
lang en de revalidatiemogelijkheden geïntegreerd in
de ontwikkeling van richtlijnen die relevant zijn voor
weet om te gaan met klachten over de patiëntenzorg.
het behandelplan van de sporter, waarbij de gezond-
de praktijk.
heid van de sporter centraal staat en waarbij de be-
delt daarbinnen. Hieronder valt het nemen van een
Organisatie
beslissing over of en wanneer andere deskundigen
Maatschappelijk handelen
De sportarts is tot het volgende in staat.
nodig zijn om bij te dragen aan de zorg voor een
worden.
De sportarts is tot het volgende in staat.
1. Gebruikt tijd en middelen effectief om een evenwicht
patiënt.
1. Kent en herkent de determinanten van ziekte. Hier-
te creëren tussen patiënt/sporter enerzijds en zorg,
Kennis en wetenschap
onder valt het kunnen herkennen, inschatten en
financiële behoeften, externe activiteiten en privéle-
ethische normen van het beroep. Hieronder valt
De sportarts is tot het volgende in staat.
reageren op de psychosociale, economische en bio-
ven anderzijds. Hieronder valt het effectief kunnen
inzicht in en het zich houden aan de ethische en
1. Ontwikkelt, implementeert en documenteert een
4. Oefent de geneeskunde uit naar de gebruikelijke
logische factoren die de gezondheid van patiënten
toepassen van time-management en zelfevaluatie
medische gedragsregels, het herkennen van ethische
persoonlijke, doorlopende opleidingsstrategie. Dit
beïnvloeden. De sportarts verwerkt informatie over
om realistische verwachtingen te formuleren en te
dilemma’s en de behoefte aan hulp om ze, indien
impliceert de acceptatie van de verantwoordelijkheid
de bepalende gezondheidsfactoren in de patiënten-
komen tot een evenwichtige levensstijl.
nodig, op te lossen en het kunnen herkennen van
om de persoonlijke leerbehoeften vast te stellen.
zorg van individuele patiënten, de gemeenschap. Op
Daaronder valt het kunnen inschatten van deze per-
arts-patiëntniveau betreft dit (1) het kunnen aanpas-
voor de sportgezondheidszorg en sportmedisch on-
klinische praktijk, daarbij rekening houdend met de
soonlijke leerbehoeften, het kiezen van de geschikte
sen van de behandeling van patiënten en informatie­
derwijs. Hoewel de belangen van de patiënt/sporter
lokale en landelijke regelgeving. Deze gedragsregels
leermethoden en het evalueren van de leerresulta-
verstrekking aan patiënten, teneinde hun gezond-
altijd voorop staan, impliceert dit het vermogen om
zijn vastgelegd in de publicatie ‘Richtlijnen voor
ten voor een optimale praktijkvoering. De sportarts
heid te bevorderen en het begrip voor het beleid
grondige afwegingen te maken ten aanzien van de
artsen omtrent het Sportmedisch Handelen, VSG,
maakt daarbij doeltreffend gebruik van informatie-
te vergroten, (2) het leren omgaan met de ziekte te
toewijzing van middelen op basis van het nut voor
Bilthoven, 1996. Bovendien heeft de Vereniging voor
technologie.
bevorderen en het stimuleren tot een actieve deel-
de individuele patiënt/sporter en de bevolking.
Sportgeneeskunde, als overkoepelende organisatie,
name in de medische besluitvorming. Hieronder valt
2. Verzorgt de acquisitie van de benodigde middelen
3. Werkt effectief en efficiënt in een gezondheidszorg-
en reageren op onprofessioneel gedrag elders in de
een klachtenregeling ingesteld waaraan de sportarts,
neeskundige en andere relevante informatiebronnen.
op maatschappelijk niveau (1) het identificeren van
organisatie. Dit impliceert het hebben van inzicht in
voor zover het zijn sportmedisch handelen betreft,
Dit betreft het werken in de geest van wetenschap-
risicogroepen en het herkennen van maatschappelij-
de rollen en verantwoordelijkheden van de specialis-
aan gehouden is. Ook zijn vanuit de overkoepelende
pelijk onderzoek en het gebruiken van onderbou-
ke ontwikkelingen die de volksgezondheid beïnvloe-
ten in Nederland, de organisatie en functie van het
beroepsorganisaties van sportartsen regels en richt-
wing bij klinische besluitvorming. Net als bij de rol
den, (2) het herkennen van relevant overheidsbeleid
Nederlandse ziektekostenstelsel en de kracht van
lijnen opgesteld omtrent het specifiek sportmedisch
van medisch deskundige/klinisch besluitvormer valt
en (3) het in voorkomende gevallen bijdragen aan
verandering. Hieronder valt het doelmatig in teams
handelen van de sportarts en over aanwijzingen met
beleid dat de volksgezondheid gunstig beïnvloedt.
met collega’s kunnen werken, het managen van een
betrekking tot het gebruik van doping door sporters.
hieronder het kunnen stellen van de juiste vragen,
het doelmatig zoeken naar en het beoordelen van de
2. Bevordert de gezondheid van patiënten en de ge-
praktijk en het functioneren binnen bredere manage-
kwaliteit van de onderbouwing in de (vak-)literatuur
meenschap als geheel. Hieronder valt het toepassen
mentsystemen in organisaties (bijvoorbeeld FSMI,
Randvoorwaarden
en het op de hoogte blijven van de onderbouwde
van medische deskundigheid in situaties die niet te
VSG, sportbond en medische staf ).
Kwaliteit
zorgnormen voor de aandoeningen die in de praktijk
maken hebben met directe patiëntenzorg, bijvoor-
het meest voorkomen.
beeld bij het afleggen van verklaringen als medisch
Professionaliteit
zijn beroepsuitoefening, in het bijzonder van het profes-
deskundige en het geven van presentaties.
De sportarts is tot het volgende in staat.
sioneel medisch handelen. Kwaliteitsborging gebeurt
1. Levert hoogstaande patiëntenzorg op integere, op-
door inschrijving in het register van erkend sociaal
3. Bevordert de kennisverwerving van de patiënt/sporter, studenten, arts-assistenten en andere medisch
3. Handelt volgens de relevante wettelijke regelgeving.
De sportarts is verantwoordelijk voor de kwaliteit van
deskundigen. Hieronder valt het helpen van anderen
De specialist is op de hoogte van de relevante wet-
rechte en betrokken wijze. Hieronder valt het zich
geneeskundigen. Registratie is verplicht en wordt elke
om hun leerbehoeften en ontwikkelrichting vast te
telijke regelgeving en werkt in overeenstemming
bewust zijn van het centrale belang van de patiënt.
vijf jaar getoetst. De sportarts is vanuit zijn specialisatie
stellen, het geven van opbouwende feedback en het
met de eigen juridische positie en die van patiën-
Ook valt hieronder het onderkennen van en omgaan
gehouden aan periodieke na- en bijscholing, teneinde
toepassen van de principes van kennisverwerving
ten, waaronder die met betrekking tot het beroeps-
met diversiteit in etnische en culturele achtergronden
het vereiste deskundigheidsniveau en de registratie te
(onder andere door middel van onderwijstaken) bij
geheim. Onderkent daarbij de gevolgen voor het
en met maatschappelijke vraagstukken, die invloed
behouden. Het deelnemen aan intercollegiale toetsing is
volwassenen in de interactie met de patiënt/sporter,
medisch handelen.
hebben op het geven van patiëntenzorg en het op
ook een (verplicht) instrument hiervoor.
studenten, arts-assistenten (als opleider), collega’s
en anderen.
4. Draagt bij aan de ontwikkeling van nieuwe kennis
34
3. Kent de grenzen van de eigen competentie en han-
langen van niet-gezondheidswerkers geres­pecteerd
2. Past kritische beoordelingsprincipes toe op sportge-
4. Treedt adequaat op bij incidenten in de zorg. De
specialist herkent incidenten in de patiëntenzorg en
onderkent eigen fouten en die van anderen en heeft
peil houden en verdiepen van de relevante kennis,
vaardigheden en professioneel gedrag.
2. Vertoont adequaat persoonlijk en interpersoonlijk
Eisen vanuit de werkplek
Het werken van de sportarts in een sportmedische
en deelt deze kennis door publicaties, onderwijs
geleerd deze bespreekbaar en hanteerbaar te maken
professioneel gedrag. Hieronder valt het nemen van
instelling is gehouden aan bepaalde afspraken, zoals
en voordrachten. Hoewel niet elke sportarts actief
met het oog op een adequaat beleid in de gegeven
de verantwoordelijkheid voor persoonlijke handelin-
vastgelegd in de statuten van de Federatie van Sport
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
2
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
35
2
Algemene informatie
Medische Instellingen. Hieraan dient de sportarts zich
tevens te houden. Andere instellingen, zoals sportbonden, ziekenhuizen, arbodiensten en GGD-instellingen,
van waaruit of namens welke de sportarts activiteiten
ontwikkelt, kennen hun eigen specifieke regels en richt-
Algemene informatie
2
2.8
Sportmedische begeleiding
lijnen waaraan de sportarts zich in deze voorkomende
gevallen dient te committeren.
Gelet op de ontwikkelingen om binnen de sportgeneeskunde te komen tot DiagnoseBehandel Combinaties
(DBC) zal de sportarts zich in de toekomst ook gehouden weten aan hieromtrent te maken afspraken.
De Werkgroep Sportartsen Sportbonden (WSS) heeft een
sporters of groepen sporters. Gedurende het jaar is er
aantal jaren geleden een document opgesteld waarin
sprake van meerdere contactmomenten.
Positie van de sportarts in het ketenproces
het begrip ‘SportMedische Begeleiding’ wordt gedefini-
In de optimale situatie bestaat het longitudinale bege-
De positie die de sportarts inneemt bepaalt de reik-
eerd en toegelicht vanuit de visie van de sportartsen.
leidingstraject uit de volgende vier onderdelen:
wijdte van zijn verantwoordelijkheden De sportarts is
Hiermee hoopt zij transparantie te geven aan een begrip
ten eerste verantwoordelijk voor zijn eigen zorg en het
dat door velen op niet-eenduidige wijze wordt gebruikt.
• Periodiek SportMedisch Onderzoek
resultaat van die zorg. Daarnaast is hij, in het geval
De definitie Sportgeneeskunde vormt de allereerste ba-
Periodiek sportmedisch onderzoek uit het oogpunt van
hij optreedt als coördinator van zorg, verantwoordelijk
sis voor de uitleg van het begrip ‘SportMedische
preventie (bepalen belasting –belastbaarheid, moni-
voor de zorg en het resultaat van die zorg van derden,
Begeleiding’.
toring trainingstoestand en sportspecifieke advisering
vormt een integraal onderdeel van het periodiek sport-
die handelen in opdracht van de sportarts. Onder derden verstaat men o.a. verzorgenden en helpenden. De
Definitie Sportgeneeskunde
medisch onderzoek). Aan het begin van een begelei-
sportarts is niet verantwoordelijk voor het handelen van
Sportgeneeskunde is het medisch specialisme dat zich
dingstraject wordt een intredekeuring/(top)sportmedisch
beroepsgroepen die zelf geregistreerd zijn, zoals bijvoor-
richt op het bevorderen, waarborgen en herstellen van
onderzoek gedaan om de betreffende sporter ‘in kaart’
beeld de fysiotherapeut.
de gezondheid van (potentiële) deelnemers aan sport en
te brengen.
sportieve activiteiten. Ook richt het zich op het bevor-
Literatuurlijst
deren, waarborgen en herstellen van de gezondheid van
• Consulten
Lutke Schipholt, I. De basis van de zorg is in elk land het-
mensen met chronische aandoeningen door sport en
Met name het diagnosticeren en behandelen van klach-
zelfde, Medisch Contact, 58, nr. 22, 891-894, 2003.
bewegen. Bij beiden wordt uitdrukkelijk rekening gehou-
ten die problemen opleveren tijdens sportbeoefening,
den met de sportspecifieke belasting en belastbaarheid.
maar ook het opstellen en coördineren (begeleiden) van
een sportrevalidatieplan (waaronder ook interdisciplinai-
Richtlijnen voor artsen omtrent het Sportmedisch Handelen.
Bilthoven, VSG, 1996.
Definitie SportMedische Begeleiding
re coördinerende, logistieke en delegerende activiteiten
Sportmedische begeleiding (SMB) heeft als uitgangspunt
rondom een casus) en sportspecifieke advisering.
het bewaken c.q. optimaliseren van de gezondheid van
de sporter in het kader van sportbeoefening.
• Advisering/gezondheidsvoorlichting
Advisering c.q. voorlichting op het gebied van presta-
Nader gespecificeerd voor de topsporters
tiebevordering (grensbepaling), voeding en voedings-
Sportmedische begeleiding levert een bijdrage aan het
supplementen, geneesmiddelengebruik in relatie tot
creëren van optimale voorwaarden om maximaal te
dopingreglement, acclimatisatie, vaccinaties, hygiëne,
presteren, waarbij vanuit (para)medisch standpunt zal
hoogtestages, hoogteproblematiek, inspanningsfysiolo-
worden bewaakt dat dit op een veilige, gezonde en ver-
gische aspecten van training.
antwoorde wijze geschiedt.
• Periodieke aanwezigheid bij trainingen en wedstrijden
36
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Uitwerking van de definitie naar
de praktijk
Periodieke aanwezigheid bij trainingen en wedstrijden
Sportmedische begeleiding is een, in de tijd, con-
geleiding tijdens bondstrainingen, trainingskampen en
tinu proces van (para)medische zorg voor individuele
wedstrijden’ ), in overleg frequentie afspreken.
(nader uitgewerkt in ‘Criteria voor (para)medische be-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
37
2
Algemene informatie
Algemene informatie
Doel van deze aanwezigheid is het opbouwen van een
Dossiervorming
verband in het kader van de TMS-certificering draagvlak
vertrouwensband met de sporter, beschikbaar zijn voor
De medische overdracht tussen de diverse betrokkenen
nodig van de bond voor zijn missie, visie en doelen
vragen, overleg en afstemming met technisch kader,
bij de sportmedische zorg dient geprotocolleerd plaats
op het gebied van topsportmedische begeleiding.
eventueel overleg met fysiotherapeut of sportverzorger,
te vinden.
De certificering van de Topsport Medische Samenwer-
inschatten van belasting, belastbaarheid en techniekbe-
Middels onderlinge schriftelijke verslaglegging, over-
kingsverbanden is in handen van de Stichting
heersing, vroegtijdige signalering van problemen, korte
dracht en terugkoppeling tussen diegenen die in het
Certificering Actoren in de Sportgezondheidszorg
blessureconsulten, beoordelen blessures i.v.m. inzet-
sportmedische begeleidingstraject van de betreffende
(SCAS). Eind 2010 zijn er zes volledig gecertificeerde
baarheid in relatie tot trainings- of wedstrijdbelasting,
sporter/sportploeg een rol spelen, wordt de sportmedi-
Topsport Medische Samenwerkingsverbanden en tien
bewaken belasting-belastbaarheid tijdens binnen- en
sche zorg zo continu mogelijk aangeboden. In de huidi-
op de instapnorm.
buitenlandse trainingsstages en toernooien.
ge praktijk komt dit neer op het consequent bijhouden
Bij niet-sportgerelateerde klachten van de betreffende
van een dossier dat door de (top)sporter (of zijn/haar
sporter, dient de sporter in principe gebruik te maken
trainer) bijgehouden/aangevuld kan worden.
van de reguliere zorg (i.c. de huisarts), tenzij omstandig-
Denk hierbij bijvoorbeeld aan trainingsomvang/-intensi-
heden (zoals verblijf in het buitenland) dit onmogelijk
teit en de ‘ervaren zwaarte’ daarvan. Uiteindelijk ideaal
maken. Wel wordt verwacht van de sporter dat ziekten
is een elektronisch patiëntendossier waarin de diverse
e.d. worden gemeld bij de (para)medische begeleiders.
(para)medische begeleiders toegang hebben tot de voor
2
hen relevante delen. Registratie dient op een gestanIn de praktijk kan sportmedische begeleiding er als
daardiseerde wijze plaats te vinden, zodat uit het dos-
volgt uitzien:
sier ook gegevens ten behoeve van blessureregistratie
gehaald kunnen worden.
Samenwerking en afstemming
De sportarts treedt idealiter bij sportmedische begelei-
Topsportmedische samenwerkingsverbanden (TMS)
ding op als de coördinator van de (para)medische zorg
Om te komen tot kwaliteitsverbetering van de topsport-
rondom een bepaalde sporter of sportploeg en staat
medische begeleiding heeft een projectgroep ‘Gezond
daarin derhalve centraal. Iedere zorgverlener (binnen
aan de Top’ enkele jaren geleden op verzoek van het Mi-
en buiten het begeleidingsteam) heeft echter zijn eigen
nisterie van VWS een meerjarenprogramma ontwikkeld.
verantwoordelijkheden ten aanzien van de wettelijke
In de projectgroep ‘Gezond aan de Top’ is een aantal
verplichtingen die er bestaan (Wet BIG, WGBO, Wet op
belangenorganisaties op het gebied van sportzorg ver-
de Medische Keuringen, dossierplicht) en respecteert
enigd, te weten NOC*NSF, VSG, FSMI, NGS en NVFS.
de verantwoordelijkheden van de andere zorgverleners
In het meerjarenprogramma Gezond aan de Top is opge-
dienaangaande.
nomen dat sportbonden worden gestimuleerd een overeenkomst aan te gaan met een gecertificeerd Topsport
38
Verantwoordelijkheden
Medisch Samenwerkingsverband. Het werken met gecer-
Procesmatig gezien functioneert de sportarts aan het
tificeerde samenwerkingsverbanden wordt door het Mi-
hoofd van een team van (para)medici, zodat het hele
nisterie van VWS en NOC*NSF gezien als een waarborg
begeleidingsproces wordt overzien en bijgestuurd kan
om de topsport medische begeleiding exclusief te laten
worden indien nodig. De sportarts is de eindverantwoor-
uitvoeren door gekwalificeerde Sportmedische Instellin-
delijke ten aanzien van het totale begeleidingstraject.
gen waaraan in ieder geval sportartsen, sportfysiothe-
Alle betrokkenen daarin zijn echter verantwoordelijk
rapeuten en sportmasseurs zijn verbonden die door de
voor hun eigen (para)medisch handelen.
eigen beroepsgroep zijn erkend. Een gecertificeerd Top-
Onderdelen uit het begeleidingstraject behoren toe aan
sport Medisch Samenwerkingsverband voldoet bovenop
andere artsen dan wel aan (gespecialiseerde sport- en
de eisen die aan een gecertificeerde Sportmedische
manueel-) fysiotherapeuten, sportmasseurs, sportverzor-
Instelling worden gesteld nog aan een aantal extra ei-
gers, sportdiëtisten, sportpsychologen, mentale bege-
sen. Deze hebben met name betrekking op aantoonbare
leiders en inspanningsfysiologen. De verdeling van de
samenwerkingsverbanden met beroepsbeoefenaren die
diverse taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
nodig zijn voor een goede uitvoering van het topsport-
wordt schriftelijk vastgelegd.
medisch programma. Tevens heeft het samenwerkings-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
39
2
Algemene informatie
Algemene informatie
2.9
Richtlijnen voor artsen omtrent
het sportmedisch handelen
10.Indien een arts tijdens de begeleiding van sporters
op deze richtlijn is van toepassing als er sprake is
geconfron­teerd wordt met het gebruik van doping-
van gezond­heidsrisi­co’s voor derden of een acute
geduide middelen, op medische indicatie voor­
noodsituatie (zie richtlijn 32).
geschreven door een (andere) behandelend arts
in verband met een aandoe­ning, heeft de arts de
plicht, na verkregen toestemming van de sporter,
16.De arts informeert de sporter op begrijpelijke wijze
(16-17: informed consent)
in samen­spraak met de spor­ter/patiënt en met de
over de behandeling, het gebrui­ken van medicatie
behandelend arts te zoeken naar een ver­gelijk­baar
en de eventuele gevol­gen, en gaat vervolgens over
effectief (ander) geneesmiddel dat niet op de (in­
tot het vragen van zijn toestem­ming voor de behan-
ter)natio­nale doping­lijst(en) voorkomt.
deling.
11.Indien een arts bij de begeleiding van sporters
De Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG) heeft speci-
17.Een teamarts die de begeleiding van een sportclub
seerde spor­ters houdt een arts niet voor zichzelf of
geconfronteerd wordt met het gebruik van doping-
of sport­team verzorgt, maakt aan de individu­ele
fieke richtlijnen ontwikkeld voor artsen die met sporters
houdt hij niet geheim voor een beperkte groep.
geduide middelen die de spor­ter(s), zonder dat
sporters duidelijk dat zij vrij zijn een andere arts te
werken. In de sportgeneeskunde komen specifieke situ-
2.Een arts houdt test- en trainingsmethoden die een
er sprake is van een medische indicatie, gebruikt
raadple­gen.
(gebruiken) in het kader van het streven naar pres­
Tevens maakt de teamarts de betrokken sporter dui-
tatie­verbetering, heeft de arts de plicht de des­
delijk dat hij (de teamarts) in dat geval niet verant-
aties voor, zoals doping, blessurebehandeling, belangstelling van de media, grote financiële belangen van de
2
curatief of preventief effect hebben, niet voor zichzelf.
3.Een arts houdt bijwerkingen van een behandeling
sportbeoefenaars en -clubs enz. Vaak worden van artsen
van zieke of geblesseerde sporters en schadelijke ef-
betreffende sporter(s) het gebruik van deze midde-
woordelijk kan zijn voor het handelen en adviseren
in de sport handelingen verwacht die op zijn minst
fecten van trainingsme­thoden niet geheim.
len te ontraden.
van (de) andere arts(en).
anders zijn dan in de geneeskunde gebruikelijk. Naar
aanleiding van ernstige medische problemen bij een
wielerploeg in de Tour de France in 1991 concludeerde
4.De indicatie tot een behandeling per infuus is voor
een zieke sporter in beginsel niet anders dan voor
de Hoofdinspectie Volksgezondheid dat er veel mis was
een patiënt die geen sport beoefent.
in de begeleiding binnen die tak van sport. Aanbevolen
Categorie 2 Aspecten in relatie tot de patiënt
18.Een arts, dan wel zijn werkgever, behoort in ieder
(12- 15: verantwoordelijkheid (sport)arts en sporter)
12.De arts draagt zorg voor de gezondheid, veilig­heid
(aansprakelijkheid (sport)arts)
geval een adequate beroepsaan­spra­ke­lijkheidsverze­
en het welzijn van de aan zijn zorg toevertrouwde
kering en eventueel een beroepsrechtsbij­
5.De arts zal slechts dan overgaan tot suppletie van
sportbeoefe­naren. De arts werkzaam bij een sportbond
standsverzeke­ring te hebben.
van de begeleiding van sporters.
(spo­rt)voe­dingspre­paraten als er sprake is van een
of sportver­eniging zal hierbij een zorgvuldige afweging
Naar aanleiding daarvan is in 1992 door de VSG een
vermoedelijk tekort aan voedingsbe­standdelen en/of
moeten maken tussen individu­ele, groeps- en organisa­
Categorie 3 Aspecten in relatie tot collega-beroepsbeoe-
multidisciplinaire werkgroep ingesteld waarin ook de
als er een verhoogde behoefte aan voedingsbestand­
tiebelangen. Het belang van de gezond­heid van de
fenaren en andere hulpverle­ners
KNMG was vertegenwoordigd. Deze werkgroep heeft zich
delen bestaat waarin de normale voeding, ondanks
indi­viduele sporter staat echter voor de arts centraal.
over deze problematiek gebogen en concept-richtlijnen
zorgvuldige samenstelling en variatie, tijdelijk niet
opgesteld. Die werden voorgelegd aan diverse belang-
kan voorzien.
werd om tot veldstandaarden te komen ten behoeve
hebbende organisaties en daarna, in 1995, besproken in
6.Hormonale suppletie is alleen toelaatbaar als er ten
13.De arts is persoonlijk verantwoordelijk en vrij in
(kritiek op collega-arts)
19.De arts zal zich onthouden van kritiek in het
de besluit­vor­ming met betrekking tot diagnostiek,
openbaar op collegae-beroeps­beoefena­ren die een
therapie en begelei­ding ten behoeve van de aan
(top)sporter onder behan­deling hebben.
een openbare zogenaamde consensusbijeenkomst waar
opzichte van een normale uitgangs­situatie sprake is
zijn zorg toever­trouw­de sportbe­oefe­naren. Bij deze
zowel groeperingen uit de sportmedische sector als
van een abnormale daling van de hormoonspiegel
besluitvorming dient altijd reke­ning gehouden te
daarbuiten aanwezig waren. Dit heeft geleid tot bijstel-
die volgens de huidige inzichten van de medische
worden met het recht op informed consent en de
20.In het kader van de begeleiding van de sporter kan de
lingen. Uiteindelijk werden de richtlijnen op 4 novem-
wetenschap gekoppeld is aan een verhoogd risico
ber 1995 door de Algemene Ledenvergadering van de
op verstoring van de gezondheid van de sporter.
VSG vastgesteld. Hieronder is een overzicht opgenomen
7.Het door een arts toedienen van pijnstillende injecties is ook in de sport een geaccep­teerde behande­
van de richtlijnen. De toelichting bij de richtlijnen is te
lingsme­thode van pijn.
vinden via www.sportgeneeskunde.com bij de Vereniging
voor Sportgeneeskunde.
8.De arts dient geen injectie toe, als daardoor bij sport­
Richtlijnen voor artsen omtrent het
sportmedisch handelen
15.De arts heeft de plicht om helder en precies zijn
21.Wanneer de arts dient te beslissen over de toelating tot een bepaalde (tak van) sport, zal de arts op
basis van zijn eerdere contacten met de sporter of
trai­ner/coach over de geschiktheid tot sportdeel-
informatie van feitelijke aard aan de behandelend
lichaam van de sporter ontstaat.
name van de betref­fen­de sporter, zodat geen twijfel
arts vragen .
kan bestaan over zijn uitspraak. De arts respecteert
9.De arts die benaderd wordt door een gezonde spor-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
is gewaar­borgd.
sche gegevens uitwisselen met de behande­lend arts.
deel­name een risico op irreversi­bele schade aan het
me­disch/­technisch handelen
1.Behandelmethoden ten behoeve van zieke of gebles-
tie als onafhankelijke deskundige in voldoende mate
arts, met toestemming van de sporter, relevante medi-
op grond van zijn onderzoek zonodig aanvullende
(1-3: algemene behandeling, training)
eigen verant­woordelijkheid van de sporter.
14.De arts aanvaardt alleen opdrachten indien zijn posi-
(20-24: uitwisselen gegevens)
objectieve mening te geven aan de sporter en zijn
Categorie 1 Aspecten in rela­tie tot het al­gemeen
40
(4-8: infuus, suppletie, injectie)
(9-11: doping; zie ook 33-34)
hierbij de eigen verantwoordelijk­heid van de aan
Categorie 4 Aspecten in relatie tot het vastleggen van
zijn zorg toevertrouwde sporter na zo nodig op de
gegevens
ter met het verzoek doping­gedui­de middelen voor te
uit de be­slissing van de sporter voortvloeiende
22.De arts maakt aantekeningen van de voor de sporter
schrijven, dient op dit verzoek afwijzend te reageren.
consequen­ties te hebben gewezen. Een uitzondering
en diens sportbeoefe­ning relevante medische zaken
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
41
2
Algemene informatie
Algemene informatie
en regis­treert deze gegevens zorgvuldig in een dos-
sier. De arts bewaart de gege­vens gedurende tien
29.De arts verkrijgt en behoudt inzicht in de specifieke
(eigen kwaliteit en bijscholing)
34.De arts heeft de vrijheid van zijn mening inzake de
dopingpro­blematiek - ongeacht of deze een posi-
jaren, te rekenen vanaf het tijdstip waarop deze zijn
en mentale eisen, waaraan sporters blootstaan bij
tieve, dan wel een negatie­ve houding inzake het
vastgelegd, of zoveel langer als redelijkerwijs nodig
deelna­me aan sportac­tiviteiten. Relevante aspecten
gebruik van dopinggedui­de (genees)midde­len heeft -
is voor een goede hulp­verlening aan de sporter.
in dit verband zijn:
aan anderen blijk te geven. Dit mag niet op een voor
23.De arts zal het dossier en de registratie waarin het
- deskundigheid;
de patiënten/sporters hinderlijke wijze ge­schieden en
dossier is opgenomen zo inrichten en beheren, dat
- doeltreffendheid en doelmatigheid;
vooropge­steld dient te worden, dat dit hem er niet
geheim­houding van de inhoud en de bescherming
- zorgvuldigheid;
van weer­houdt elke patiënt/sporter ongeacht diens
van de privacy van de sporter tegen­over anderen
- veiligheid.
levens­over­tuiging die zorg te geven die voor deze
gewaarborgd worden.
24.Op verzoek van de sporter zal de arts zo spoedig
mogelijk inzage en afschrift van de gegevens in het
het beste is en waarop deze recht kan doen gelden.
(toelaatbaarheid vechtsporten)
30.De arts is zich ervan bewust dat die takken van
(35-36: publiciteit)
dossier alsme­de daarbij benodigde toelichting ge-
sport waarbij het opzet­telijk (tijde­lijk) uitscha­kelen
35.De arts doet slechts met toestemming van de spor-
ven. Alleen indien door inzage in en afschrift van be-
van vitale lichaamsfunc­ties van de tegenstander di-
ter en op zeer zorgvuldi­ge wijze uitlatingen in de
paalde ge­gevens aan de sporter de privacy van een
rect bijdraagt aan het sportieve resul­taat, strijdig zijn
media over de gezond­heids­toestand van een bij hem
ander zou worden geschaad, blijft dit achter­wege.
met belangrijke medische en ethische beginselen,
onder behande­ling zijnde sporter.
juist wanneer zulks ook als zodanig door de regle­
Categorie 5 Aspecten in relatie tot de maatscha­ppij
menten toegestaan wordt.
(25-26: sportkeuring, geschiktheidsbeoordeling)
25.De arts keurt alleen op basis van de specifiek geldende me­dische eisen die aan de betreffende sport-
2
36.De bepalingen over het beroepsgeheim dienen hierbij uiteraard in acht te worden genomen. Publiciteit
door en voor artsen moet feitelijk, controleerbaar en
(extra aandacht voor jeugdige sporter)
begrij­pelijk zijn. Publiciteit mag niet wervend zijn of
31.De arts is verantwoordelijk voor de medische bege-
dus­danig gevoerd worden dat bepaalde diensten of
leiding van jeugdige sporters, helpt mee de ontwik-
behandelmethoden van een arts worden vergeleken
26.De arts die in opdracht van een derde een keuring
keling van het kind zowel somatisch als psycho-so-
met die van met name genoemde of onmiskenbaar
doet stelt de sporter, op wie het onderzoek betrek-
matisch te bevorderen en helpt mee uitwassen van
aangeduide collega’s.
beoefening gesteld worden.
king heeft, in de gelegen­heid om mee te delen of
te intensieve sportbeoefening te voorkomen.
hij de uitslag en de gevolgtrekking van het onder-
zoek wenst te vernemen en, zo ja, of hij daarvan als
eerste wenst kennis te nemen teneinde te kunnen
32.De arts die zich bezighoudt met medische begelei-
(beslissingsbevoegdheid arts in riskante situaties)
beslissen of daarvan mededeling aan anderen wordt
ding van en toezicht houdt op de sportbeoefening
gedaan. Deze mededeling beperkt zich tot het advies
(bijvoorbeeld als toer­nooiarts of rondearts) heeft
van de arts dat de sporter “geschikt”, “ongeschikt”
onder bepaalde omstandigheden het recht te beslis-
of “beperkt geschikt” (met vermelding van de voor-
sen of een sporter wel of niet aan een wedstrijd
waarden waaronder) wordt bevonden om de betref-
kan (blijven) deelnemen. Deze bevoegdheid geldt
fende (top)sport (nog langer) te beoefenen.
indien de betrok­ken sporter op dat moment niet in
(beloning)
gezond­heidstoe­stand en van de omge­ving en/of de
staat is tot een adequate beoorde­ling van zijn eigen
27.De arts aan­vaardt geen financiële beloning of ge-
gezondheids­toestand van de betrok­ken sport­er een
schenken die in onevenre­dige verhou­ding tot de
risico voor derden vormt.
gebruikelijke honorering staan.
(signaleringstaak)
28.De arts signaleert - op basis van ervaring en
(33-34: doping)
33.De arts werkt mee aan een in de sportregelge­ving
neergelegde, ver­plichte doping­con­trole voor spor-
beroepsmatig verkregen gegevens - gezond­
ters, indien hij hierbij in zijn beroepsuitoe­fening is
heidsbedreigen­de situaties bij sportbeoefening of
betrokken en voor zover andere uit de gedragsregels
training aan daarvoor verant­woordelijken met het
en richtlijnen voortvloeiende p
­ lichten zich daartegen
doel de geconsta­teerde gezond­heidsbedreiging te
niet verzet­ten.
reduce­ren en waar moge­lijk te elimineren.
42
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
43
2
Algemene informatie
Algemene informatie
2.10
Klachtenregeling
sportgeneeskunde
2.11
Financiering van de
sportgeneeskunde
Met de Wet klachtrecht cliënten zorgsector (WKCZ) wil de
voorziening bieden voor een onafhankelijke afhande-
Wil de consument/patiënt/sporter optimaal kunnen
De VSG heeft vanaf begin 2000 de wens uitgesproken de
ling van klachten.
profiteren van sportmedische zorg dan is het van groot
sportgeneeskunde erkend te krijgen als een klinisch
belang dat deze zorg ook financieel toegankelijk is en
medisch specialisme, waardoor de sportgeneeskunde
overheid het recht van patiënten op een zorgvuldige klachtenbehandeling waarborgen. De Vereniging voor Sportge-
2. Het verdient voorkeur een klacht op te lossen zo dicht
neeskunde (VSG) heeft een eigen klachtenregeling ontwik-
mogelijk bij de plek waar deze is ontstaan omdat dit
deze toegankelijkheid is duidelijk voor verbetering
binnen de intramurale setting gepositioneerd zou worden.
keld, waarmee zij het doel van de WKCZ onderschrijft.
doorgaans de meest snelle weg is om tot een oplos-
vatbaar. De VSG en de FSMI hebben gezamenlijk in de
Sporters/patiënten zouden hier zeer bij gebaat zijn omdat
sing te komen. Dit betekent dat de klacht bij voorkeur
afgelopen jaren veel aandacht besteed aan het informe-
met de erkenning als klinisch specialisme de door de
eerst besproken wordt door de klager zelf met degene
ren van de zorgverzekeraars over de activiteiten en
sportarts verleende zorg beter bereikbaar zal worden voor
op wie de klacht betrekking heeft.
verrichtingen van de sportartsen en de sportmedische
sporters/patiënten door inpassing in de verzekerde zorg.
instellingen en dit is niet zonder resultaat gebleven.
Tevens zal de sportgeneeskunde met deze erkenning
Doelstelling van de VSG-klachtenregeling
Als doelstellingen staan in de klachtenregeling
omschreven:
1. recht doen aan de individuele klager en de individuele
3. Indien de klager en de aangeklaagde samen niet
tot een oplossing komen kan de klager zich tot de
In de afgelopen jaren is een duidelijke toename te zien
gebruik kunnen maken van voorzieningen op het gebied
aangeklaagde door een zorgvuldige afhandeling van
klachtencommissie wenden. De klachtencommissie zal
geweest van het aantal zorgverzekeraars dat via de
van kwaliteit, wetenschap en opleiding en dit zal leiden
klachten;
klager en aangeklaagde doorgaans eerst voorstellen
aanvullende pakketten vergoedingen verstrekt voor
tot betere en beter geborgde sportmedische zorg.
de klacht door bemiddeling op te lossen. De VSG wijst
sportmedische kosten. In 2010 vergoeden voor het eerst
Tot op heden is de erkenning van sportgeneeskunde als
daartoe een onafhankelijke bemiddelaar aan.
alle zorgverzekeraars een blessureconsult en/of een
klinisch medisch specialisme nog niet gerealiseerd.
sportmedisch onderzoek/keuring. Van alle zorgverzeke-
Hierdoor is de sportgeneeskunde ook niet opgenomen in
indien de klager of de aangeklaagde geen bemidde-
raars vergoedt het merendeel zowel een blessureconsult
het Opleidingsfonds, hetgeen betekent dat de opleiding
ling wenst wordt de klacht door de klachtencommissie
als een sportmedisch onderzoek/keuring. Een klein
van de sportartsen niet gefinancierd is.
behandeld.
2. waar mogelijk wegnemen van gevoelens van ongenoegen en streven naar herstel van de verstoorde relatie
tussen de klager en de aangeklaagde;
3. bewaken en bevorderen van de kwaliteit van de uitoefening van de sportgeneeskunde.
Op wie is de VSG-klachtenregeling van
toepassing?
4. Indien bemiddeling geen resultaat heeft gehad of
percentage vergoedt alleen een blessureconsult of een
Toch heeft het Ministerie van VWS vanuit haar sportbeleid
5. De klachtenregeling beoogt een zorgvuldige en vertrou-
sportmedisch onderzoek/keuring Een actueel overzicht
een meerjarenfinanciering van de opleiding tot sportarts
welijke afhandeling van de klacht door de klachten-
van de vergoedingen per zorgverzekeraar staat vermeld
tot stand gebracht vanwege het belang dat de overheid
De klachtenregeling is van toepassing op het handelen van
commissie volgens vaste en inzichtelijke procedures,
op de Sportzorg website onder Sportzorg/Wie vergoedt
hecht aan (kwalitatief en kwantitatief ) voldoende
de al dan niet als sportarts geregistreerde arts, die werk-
waarbij het beginsel van hoor en wederhoor wordt
uw sportzorg?.
sportartsen.
zaam is op het terrein van de sportgeneeskunde en die
toegepast.
deze regeling voor zijn praktijk heeft aangenomen. Tevens
6. De klachtenregeling beoogt tevens een zorgvuldige en
Ondanks het feit dat bijna alle zorgverzekeraars via de
lijk voor deze oplossing.
vertrouwelijke registratie van klachten. Op basis van
aanvullende pakketten in meer of mindere mate vergoe-
en kunde uit de manuele geneeskunde gebruiken binnen
een analyse van de geregistreerde klachten kan de
dingen verstrekken voor sportmedische kosten, blijft de
Ten aanzien van de bekostiging van de sportgeneeskunde
hun werkzaamheden als sportarts. De klachtenregeling is
klachtencommissie de VSG en/of FSMI aanbevelingen
financiële positie van de sportgeneeskunde binnen de
heeft de VSG in 2008 een professioneel bureau ingescha-
ook van toepassing op de in de praktijk van deze (sport)
doen bijvoorbeeld ter bevordering van de naleving van
reguliere zorg wankel. Blessureconsulten en sportmedi-
keld om de mogelijkheden voor de totstandkoming van
arts voor hem in dienstverband werkzame (sport)artsen en
de gedragsregels of ter verbetering van de kwaliteit
sche onderzoeken door de sportarts worden dan
tarieven voor sportgeneeskunde binnen de reguliere zorg
andere medewerkers.
van de sportgeneeskunde.
weliswaar vergoed, maar de aanvullende diagnostiek
nader te onderzoeken en waar mogelijk te bewerkstelligen.
(door de sportarts aangevraagd om een goede diagnose
Inmiddels is er een DBC-typeringslijst uitgebracht, die
Voor de volledige tekst van de klachtenregeling en de bij-
te kunnen stellen) komt voor eigen rekening van de
gebaseerd is op de DBC-lijst van de orthopedie.
behorende stroomschema’s verwijzen wij u naar de website
patiënt. Ook daar probeert de sportgeneeskunde in
van de VSG: www.sportgeneeskunde.com.
overleg met de zorgverzekeraars een oplossing voor te
ken om aansluiting bij de klachtenregeling van de VSG.
Uitgangspunten bij de VSG klachtenregeling
1. De VSG en FSMI (Federatie van Sportmedische Instellingen) willen sporters een bereikbare en laagdrempelige
44
Uiteraard is de VSG het Ministerie van VWS zeer erkente-
is de regeling van toepassing op sportartsen die de kennis
(Sport)artsen die geen lid zijn van de VSG kunnen verzoe-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
2
vinden, maar de consument/patiënt/sporter merkt daar nu
nog niets van.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
45
Feiten en ontwikkelingen 2010
3
Hoofdstuk 3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
47
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
3.1
Cijfers en getallen
3.2
Personalia
Aantal sportartsen
Onderscheidingen
Bijzondere leden VSG
Ereleden
blessureconsulten : 35.626
Sportarts Jannes Nijboer benoemd tot
Ridder in de Orde van Oranje Nassau
herhalingsconsulten : 23.034
In het gemeentehuis van Ten Boer is sportarts Jannes
F. van Bemmel, cardioloog
115 geregistreerde sportartsen (80 man, 35 vrouw)
Aantal blessureconsulten uitgevoerd in bij de FSMI
34 sportartsen in opleiding (17 man, 17 vrouw)
aangesloten Sportmedische Instellingen in 2009*
Aantal sportmedische instellingen
J.C.F.M. Aghina, bedrijfsarts
Nijboer (61) op 16 augustus benoemd tot Ridder in de
A.G.M.F. Brok, sportarts
dische instellingen verspreid over heel Nederland, 26
Aantal sportmedische onderzoeken uitgevoerd in bij de
orde van Oranje Nassau. De onderscheiding werd hem
J.C. van Gooswilligen, sportarts †
hiervan zijn gevestigd in een ziekenhuis. De verwachting
FSMI aangesloten Sportmedische Instellingen in 2009*
uitgereikt ter gelegenheid van de veertigste sportweek
P.C. Harting, bedrijfsarts
is dat dit aantal de komende jaren zal stijgen.
zweefvliegkeuringen : 1.497
in Ten Boer.
G.P.H. Hermans, orthopedisch chirurg
Per december 2010 zijn er 56 gecertificeerde sportme-
verplichte keuringen : 5.297
Jannes Nijboer was in 1970 medeoprichter en sindsdien
J. Jongh, †
Aantal sportartsen werkzaam bij sportmedische
basis sportmedische onderzoeken : 5.431
secretaris van de Sportrecreade. Sinds 2000 is hij
F. Kessel, sportarts
instellingen
basisplus sportmedische onderzoeken : 3.538
voorzitter van de plaatselijke stichting Beheer en
W.L. Mosterd, sportarts
83 fte sportartsen is werkzaam bij sportmedische instel-
grote sportmedische onderzoeken : 12.301
Exploitatie Sportvoorzieningen Ten Boer en afgevaardig-
J.B.M. Wesseling, sportarts
lingen verspreid over heel Nederland. Dit is gebaseerd
overig (onderzoek en advisering) : 11.450
de voor het Buurtcontact loopcircuit.
op een 36-urige werkweek inclusief 3e en 4e jaars sport-
Als sportarts geeft Nijboer ondermeer lezingen en is hij
Leden van verdienste
artsen in opleiding. Veel sportartsen zijn werkzaam voor
Aantal blessureconsulten en sportmedische onderzoeken
betrokken bij Eurovoetbal Groningen, de jeugd van FC
Benoemd in 2007: mevrouw dr. B.M. Pluim
meerdere sportmedische instellingen.
in 2009 totaal : 98.174
Groningen, de NAM, GasTerra Flames, tafeltennisvereni-
Benoemd in 2008: de heer drs. E.R.H.A. Hendriks
ging Argus en de Noordelijke Wielervereniging.
Benoemd in 2009: de heer drs. P.A. van Beek
FIMS-goud voor VSG ere-lid John Wesseling
in
2010*
(voorlopige cijfers) totaal : 105.046
3
Aantal werkzaam bij sportbonden/sportclubs
pen jaar hebben samengewerkt met een sportarts. Dit
Tijdens de council of delegates van het 31e International
Sportarts Cees Rein van den Hoogenband
benoemd tot Lid van Verdienste van de VSG
samenwerken varieert van sportbonden/sportclubs die
Federation of Sports Medicine-congres in San Juan, werd
Op 24 juni werd tijdens het symposium ‘Kleur bekennen’
Er zijn 24 sportbonden en 10 sportclubs die het afgelo-
48
* Definitieve getallen over 2010 volgen in het Jaarboek 2011.
een sportarts fulltime in dienst hebben tot sportbonden/
eind mei dit jaar door
in het St. Anna ziekenhuis te Geldrop Dr. C.R. van den
sportclubs die op oproepbasis samenwerken met een
de 57 aanwezige
Hoogenband benoemd tot Lid van Verdienste van de
of meerdere sportartsen. In totaal zijn 16 fte sportartsen
landen unaniem
Vereniging voor Sportgeneeskunde wegens zijn bijzon-
werkzaam voor een sportbond/sportclub, gebaseerd op
besloten, op voor-
dere bijdrage aan de sportgeneeskunde.
een 36-urige werkweek en inclusief de 3e en 4e jaars
dracht van de FIMS
Vanaf het begin van zijn lidmaatschap (1977) heeft hij
sportartsen in opleiding.
Executive Committee,
zich dikwijls in kritische zin uitgelaten over ontwikkelin-
aan John Wesseling de
gen binnen de sportgeneeskunde en de positie van
Werkzaamheden elders /overige werkzaamheden
FIMS Gold Medal te
sportartsen. Altijd was er echter een positieve ondertoon
sportartsen
verlenen wegens zijn
en wat meer zegt, hij heeft met anderen diverse ontwik-
24 fte sportartsen verricht werkzaamheden ten behoeve
buitengewoon grote
kelingen binnen en rond de sportgeneeskunde in gang
van de sportgeneeskunde zoals beleidsmatig werk, on-
verdiensten voor de
gezet zowel nationaal als internationaal. Te beginnen met
derwijs en onderzoek of werkzaamheden ten behoeve
sportgeneeskunde op nationaal, Europees en mondiaal
zijn proefschrift over de Coumans bandage (1982) en nu
van andere medische disciplines zoals huisartsgenees-
niveau. De FIMS Gold Medal is de hoogste erkenning die
met zijn taak als manager van TopSupport in Eindhoven.
kunde of bedrijfsgeneeskunde.
door de FIMS uitgereikt kan worden.
In de tussentijd heeft hij vele sporters behandeld en
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
49
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
teams begeleid. In de huidige intensieve overlegsituaties
over de erkenning van sportgeneeskunde als medisch
specialisme heeft de VSG bovendien in hem een
deskundig en welbespraakt medestander.
In memoriam Kees Weidema
Feiten en ontwikkelingen 2010
3.3
In de media
TV/radio
Sportarts Frank Backx in het WK-journaal
over de blessure van Arjan Robben
Sportarts Hans van Kuijk op radio 1
over ‘Wintersportastma en andere
schaatsproblemen’
Voetballer Arjan Robben raakte in aanloop naar het WK
geblesseerd aan zijn hamstring. Via fysotherapeut Dick
van Toorn werd hij
Op de laatste dag van 2010 is sportarts Kees Weidema op 82-jarige leeftijd
Ze gaan natuurlijk allemaal voor succes maar winnen
in anderhalve week
overleden. Kees Weidema speelde een voortrekkersrol bij de professionalisering
zullen ze niet allemaal. Wat kan de schaatsers die nu in
klaargestoomd
van de sportgeneeskunde. In de 70-er jaren richtte hij samen met Colli Kutsch
Vancouver zitten nog in de weg staan? De kans is groot
voor het WK. Sport-
Lojenga het SportMedisch Adviescentrum Haarlem op. Eén van de eerste SMA’s
dat ze last hebben van wat inmiddels een beroepsziekte
arts Frank Backx
in ons land, die een breder aanbod van sportgeneeskunde moest garanderen,
in de schaatssport wordt genoemd: inspanningsastma.
legde in het WK-
dan de Bureaux voor Medische Sportkeuring tot op dat moment konden
Iemand die daar alles over weet en over andere licha-
journaal de ham-
bieden. Aanvankelijk werkten zij vanuit de huisartsenpraktijk van Kees, maar al
melijke ongemakken van onze topschaatsers, is Hans
stringblessure uit.
snel werden de activiteiten verplaatst naar een volwaardige, zelfstandige
van Kuijk. Hij is sportarts bij de TVM-ploeg waar Sven
locatie. Het is de verdienste van Kees en Colli geweest, dat het SMA een begrip
Kramer en Ireen Wüst voor rijden.
Wielerland TV
In mei startte het derde seizoen van Wielerland TV. Elke
werd in de sportwereld van Haarlem en omstreken, met als gevolg dat het
Sportarts Goof Schep op BNR nieuwsradio
over vochtbalans
zaterdag presenteerde Michael Boogerd weer diverse
de medische begeleiding van de honkballers van de Haarlem Nicols en de voetballers van de lokale HFC
Haarlem. Zijn liefde voor de sportgeneeskunde deed hem besluiten zijn huisartsenpraktijk vaarwel te zeggen,
Steeds meer mensen lopen hard. Uit onderzoek blijkt
veertien zaterdagen uitgezonden op RTL 7.
zodat hij zich volledig kon richten op de werkzaamheden op “zijn” SMA. Hij was daarmee één van de eersten
dat ruim 4.000.000 Nederlanders jaarlijks de loopschoe-
die het beroep sportarts vorm gaf.
nen aantrekken. Hardlopen is gezond zolang het verant-
Ook in het derde seizoen van Wielerland TV werd door
Kees ontliep zijn verantwoordelijkheden niet als het ging om het bekleden van bestuursfuncties en het verrich-
woord gebeurt.
Sportzorg.nl medewerking verleend. Sportarts Edwin
ten van commissiewerk. Hij bekleedde er diverse, zowel binnen als buiten de VSG. Maar zijn hart lag vooral in
Uit onderzoek met nieuwe meettechnieken blijkt dat de
Achterberg van het Maxima Medisch Centrum in Eind-
de spreekkamer. In zijn contact met de sporter was Kees op zijn best; dan genoot je van zijn plezier in de
prestatie bij loopevenementen over de halve en hele
hoven behandelde elke uitzending een sportmedisch
zoektocht naar de oorzaak van de klacht en het aandragen van de oplossing. Hij vertrouwde daarbij altijd op
marathon, zelfs in ons klimaat, in belangrijke mate
onderwerp in relatie tot wielrennen. De volgende onder-
zijn anamnese en onderzoek. Zijn jarenlange ervaring zette hem vaak al snel op het juiste spoor.
afhangt van de ‘vochtbalans’ tijdens het lopen. Sport-
werpen kwamen aan bod:
Kees was een geweldig mens om mee samen te werken en van te leren. Altijd positief, vol geduld en met op
arts Goof Schep spreekt op BNR Nieuwsradio over deze
zijn tijd een kwinkslag, waarbij hij op zijn eigen wijze ondeugend over zijn bril heen gluurde. Een éminence
‘vochtbalans’ en geeft tips!
aantal verrichtingen per jaar continu bleef stijgen. Kees kwam zelf uit de tenniswereld, maar deed met gemak
onderwerpen van de wielersport. Het programma werd
• Vaatproblematiek
• Fietspositie en blessures
grise met een jongensachtige uitstraling. Boos werd hij alleen als hij onrecht vermoedde. De laatste jaren
verbleef hij noodgedwongen, vanwege gezondheidsklachten, meer in de luwte dan hem lief geweest zou zijn.
Graafschap TV: sportkeuring op televisie!
Het zal hem zwaar gevallen zijn.
Wat een APK is voor je auto is een sportkeuring voor je
• Afstellen schoenplaatjes
Als sportarts van het eerste uur heeft Kees Weidema baanbrekend werk verricht voor de sportgeneeskunde in
lichaam. Nick wil als aanstormend wielertalent wel eens
• Lage rugpijn
Nederland. Daarvoor verdient hij respect en erkenning.
weten hoe het er voor staat. Zijn er bijvoorbeeld afwij-
• Zadelpijn
kingen en hoe staat het met zijn conditie? Via een gron-
• Inspanningsdiagnostiek
Januari 2011, Edwin Goedhart, sportarts
3
• Hartproblemen
dige keuring wordt dat bij de sportarts in het Slingeland
Ziekenhuis wel duidelijk.
Ook was er elke week een artikel over het betreffende
onderwerp op Sportzorg.nl en Wielerland.nl te lezen.
50
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
51
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
Radio regionaal: Sportarts Edwin Achterberg
over het wel of niet dragen van een
onderbroek tijdens het wielrennen
van Ajax begonnen onmiddellijk met reanimeren, bijge-
voorkomende klachten!
Ook kunnen kinderen een vraag stellen aan de
OnwijsFit Sportarts.
staan door sportarts Leo Heere en fysiotherapeut Jasper
Steens van Vitesse/AGOVV.
Wielrenners dragen geen onderbroeken! Sportarts Edwin
Achterberg vertelt waarom dit zo is en gaat in op veel
Persberichten
Websites van anderen
Ruim 3 miljoen Nederlanders met
hooikoorts opgelet! Tips om zonder
zorgen te sporten!
Wielerland.nl
hooikoortsklachten voorkomen. En hoe mooier het weer
Diverse media: promotieonderzoek
Maarten Hupperets
Voor de website www.wielerland.nl verzorgt www.sport-
hoe meer klachten de groep hooikoortspatiënten heeft.
In diverse media zoals de Volkskrant, De Telegraaf en
Het wordt de laatste keer dat de 38-jarige Lance Arm-
zorg.nl sportmedisch nieuws en informatie. De artikelen
Ongeveer 20% van de Nederlanders heeft in meer of
het NRC verscheen een artikel over het promotieonder-
strong meedoet aan de Tour de France, zo heeft hij laten
die op deze drukbezochte website verschijnen, gaan alle
mindere mate last van hooikoorts. Voor deze ruim 3 mil-
zoek van Maarten Hupperets.
weten. Komende weken moet blijken of hij zijn glans-
over diverse aspecten van wielrennen zoals blessures,
joen landgenoten is dit een vervelende periode. Sporten
rijke carrière niet beter iets eerder had moet stoppen.
voeding, training.
is gezond, maar met hooikoorts kan het knap lastig zijn.
Simpele oefeningen helpen tegen enkelblessure
Benauwdheid, een drukkend gevoel en een loopneus
Sporters die hun enkel verstuiken, hebben in het jaar
Breng- en haalplein
bemoeilijken het sporten. Daarom heeft Sportgenees-
daarna een verhoogde kans op herhaling van die bles-
Breng- en haalplein is in het leven geroepen door de
kunde Nederland een aantal tips opgesteld om de
sure. Maar met een eenvoudig oefenprogramma, dat
BNR Nieuwsradio: Sportarts Han Inklaar
over de blessure van Arjan Robben
NKS. Hier kunnen o.a. trainers en coaches oefenstof,
sporter te adviseren bij sporten met hooikoorts.
ze thuis en zonder begeleiding kunnen uitvoeren, kan
Arjan Robben raakte vlak voor het WK geblesseerd aan
elkaar uitwisselen. Sportzorg.nl stuurt waardevolle
documenten in op het gebied van sport, bewegen en
Sportartsen reanimeren voetballer
Evander Sno succesvol
het VU medisch centrum dinsdag. Onderzoeker Maarten
zijn hamstring, maar beleefde een razendsnelle rentree
bij Oranje. Eenmaal teruggekeerd bij zijn club Bayern
gezondheid die bestemd zijn voor o.a. (jeugd)trainers,
De Vereniging voor Sportgeneeskunde voert opnieuw
ters tussen de 12 en 70 jaar die recentelijk hun enkel
München werd geconstateerd dat Robben een scheur in
begeleiders en coaches. Er bestaan al websites voor vol-
een pleidooi voor de invoering van Sportcor. Sportcor
hadden verstuikt. Een deel van hen deed acht weken
zijn hamstring heeft opgelopen. Sportarts Han Inklaar
leybal, voetbal en atletiek.
is een nationale registratiebank en dit houdt in dat we
lang simpele balansoefeningen. Zij hadden 50 procent
in heel Nederland gevallen van plotselinge hartstilstand
minder kans om binnen een jaar opnieuw door hun
Evenementen
bij de sportende bevolking willen registreren. Bovendien
enkel te gaan dan degenen die de oefeningen niet
Het gehele jaar door zijn organisaties van diverse sport-
willen we de gegevens van keuringen van topsporters,
deden. Het oefenprogramma bestond uit drie trainings-
Nieuwsuur
evenementen, waaronder alle marathons, in Nederland
inclusief de hierbij gemaakte hartfilmpjes, in deze data-
sessies per week van maximaal een halfuur per keer.
Reportage met sportartsen Han Inklaar en Edwin
benaderd met informatie over de website Sportzorg.nl
bank vastleggen. Met deze gegevens hopen we meer te
De oefeningen, bijvoorbeeld balanceren op één been,
Goedhart: kwart profs slikt pijnstillers.
en de diensten die daar te vinden zijn. Naast vermelding
weten te komen over de oorzaken van de hartstilstan-
werden bij voorkeur gedaan als onderdeel van de
Ruim een kwart (27,5%) van de Nederlandse profvoet-
op diverse websites van grote marathons, waaronder
den en de mogelijkheden om het optreden van hart-
warming-up voor de normale sportactiviteit. Hupperets
ballers gebruikt pijnstillers en ontstekingsremmers op
alle Fortis Marathons, heeft de Dam-tot-Damloop ook
stilstanden in sportsituaties te voorkomen. Bovendien
promoveerde op het onderwerp aan het VUmc. Als een
wedstrijddagen.
sportmedische informatie op zijn website geplaatst om
kunnen we met deze gegevens meer inzicht krijgen in
sporter voor een tweede keer in korte tijd zijn enkel
Dit is de uitkomst van een onderzoek dat is uitgevoerd
deelnemers voor te lichten.
het aantal slachtoffers per jaar.
verstuikt, leidt dat vaak tot chronische pijnklachten.
jaar en de zomer zijn de maanden waarin de meeste
opvallende wielrenner.
trainingsideeën en voorbereidingsprogramma›s met
heeft op BNR Nieuwsradio een interview gegeven over
deze kwestie.
dat risico met de helft worden verminderd. Dat meldde
door voormalig KNVB-arts Han Inklaar en Doris van der
Hupperets deed onderzoek bij ruim vijfhonderd spor-
Om de daaraan gepaard gaande medische en werk-
Laan. Zij onderzochten de dopingformulieren van voet-
Sport Knowhow XL
Harry Been, Anton Geesink, Prof. dr. W.L. Mosterd, Hans
Elke schooldag meer dan 70 leerlingen op
een Spoedeisende Hulpafdeling
verzuimkosten terug te dringen, heeft het VUmc de
ballers waarop zij ook moesten invullen welke medicijnen ze gebruikten.
den Oudendammer en Hein Verbruggen zijn genomi-
Website voor jonge kinderen over veilig sporten online
Veiligheid en de Vereniging voor Sportgeneeskunde.
neerd voor de ‘Sport Knowhow XL | award’. Deze prijs is
Vanaf 2010 is de website www.OnwijsFit.nl actief. Op het
De drie organisaties willen het oefenprogramma samen
Reportage: hart-
ingesteld door Sport Knowhow XL – informatieplatform
nieuwe digitale platform OnwijsFit.nl, een initiatief van
onder de aandacht brengen en ook onderbrengen in
stilstand bij spor-
voor de zakelijke sportmarkt – en wordt jaarlijks uitge-
Sportgeneeskunde
ters <AFBEELDING>
reikt aan ‘iemand die in zijn/haar bestuurlijke carrière
Nederland, vinden
Ajax-speler Evan-
op exceptionele wijze de sport in Nederland een grote
kinderen (8-12
der Sno is tijdens
dienst heeft bewezen›. Prof. dr. W.L. Mosterd is derde
jaar) kwaliteits-
een duel tus-
geworden tijdens deze verkiezing.
informatie over
Diverse media: behandeling met
plaatjesrijk plasma (PRP) zet geen zoden
aan de dijk bij achillespeesklachten
sen Jong Vitesse/
Daarnaast verscheen op Sportknowxl.nl een artikel:
sportblessures of
In diverse nationale, maar ook internationale media is
‘Sportgeneeskunde strijdt opnieuw voor erkenning›.
sportgerelateerde
aandacht besteed aan wetenschappelijk onderzoek van
klachten/pijntjes.
de afdeling sportgeneeskunde van het MCH.
AGOVV en Jong Ajax getroffen door een hartstilstand.
Sportarts Niels Wijne en fysiotherapeut Peter Hoogland
52
Krantenartikelen/magazines
Het hooikoortsseizoen is weer begonnen! Het voor-
Radio 1: Sportarts Guido Vroemen over
de carrière van Lance Armstrong
Radio 1 sprak met sportarts Guido Vroemen over deze
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
3
handen ineengeslagen met de Stichting Consument en
het zorgverzekeringspakket.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
53
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
Evenementen
“Bij achillespeesklachten is een injectie met plaatjesrijk
later met deze vraag geconfronteerd. Het antwoord is
plasma (PRP) net zo effectief als een injectie met een
eenvoudig. Ja, fietsen is werkelijk gezond. Een kort ant-
placebo. Dat toont wetenschappelijk onderzoek aan
woord, dat wel eerlijk is maar ook een beetje diepgang
Sportgeneeskunde neemt gedurende het jaar deel aan
van de afdeling sportgeneeskunde van het MCH en de
mist. Een concrete vraag toegespitst op je eigen situatie
diverse evenementen. Onderstaand een opsomming.
afdeling Orthopaedie van het Erasmus MC. Vandaag
is veel betekenisvoller. Is fietsen gezond voor mij? Ant-
verschijnt een artikel hierover in het toonaangevende
woord: Ja, mits je het fietsen op een verantwoorde wijze
wetenschappelijke tijdschrift JAMA (Journal of the Ameri-
aanpakt. Daarnaast is het verstandig stil te staan bij je
can Medical Association). Het is bij achillespeesklachten
huidige gezondheidstoestand.
niet wisten welke patiënt welke injectie kreeg (dubbel-
neeskunde. Ruim 800 huisartsen in opleiding
waren aanwezig.
Op 21 januari 2010 organiseerde het EMGO+ Instituut
Diverse media: berichten naar aanleiding
hartstilstand Evander Sno
blind gerandomiseerde studie).”
Promotie in congrestas
Bij een aantal evenementen is promotie gedaan middels
Symposium over de preventie van acute
laterale enkelletsels
wereldwijd de eerste keer dat dit werd onderzocht in
een onderzoek waarbij patiënten, artsen en onderzoeker
van het VU medisch centrum
een ‘insert’ in de congrestas
• NVA congres, 27 en 28 mei 2010
• Congres: Sportblessures voorkomen én genezen,
9 juni 2010
• Dag van het Sportonderzoek, 7 oktober 2010
een groot symposium over
Onderstaand een
de preventie van acute la-
Grand Départ Rotterdam
overzicht van be-
terale enkelletsels. Dit sym-
Op zaterdag 3 juli 2010 start de Tour de France 2010 met
Algemeen Dagblad
richten die in de
posium werd georganiseerd
een proloog van 8.9 kilometer in Rotterdam. In het kader
In het Algemeen Dagblad verschijnen regelmatig artike-
media zijn versche-
naar aanleiding van de 2BFit
van deze tourstart kan op donderdag 1 juli deelgenomen
len waaraan medewerking is verleend door sportartsen.
nen naar aanlei-
study, een 4-jarig onderzoek
worden aan de Grand Départ Toertocht waar delen van de
In januari verscheen het artikel ‘Sporten zonder zorgen’.
ding van de hart-
naar de effectiviteit van neu-
route van zowel de proloog als de eerste etappe van de
Aan dit artikel heeft sportarts Hans Smid meegewerkt.
stilstand van
romusculaire training voor
Evander Sno.
de preventie van recidiverende laterale enkelletsels. De
‘Sporters zijn het liefst alleen met hun favoriete sport
bezig, maar dat is vragen om blessures’, aldus sportarts
2BFit studie heeft aangetoond dat een dergelijke training
Hans Smid.
1. Persbericht Vereniging voor Sportgeneeskunde.
als aanvulling op usual care zowel effectief als kosten-
2. Artikel De Telegraaf: ‹je kunt niet alles zien op een
besparend is ter voorkoming van een herhaling van dit
In februari verscheen er een artikel over de toename van
het aantal voetbalblessures in de afgelopen tien jaar en
hartfilmpje›.
3. Artikel MedNet: ‘sportarts wil wettelijke registratie
een artikel over fris de lente in met behulp van sport.
plotse hartdood’.
letsel. Het artikel naar de effectiviteit van het preventief
oefenprogramma is reeds gepubliceerd in het vooraanstaande tijdschrift British Medical Journal.
Aan beide artikelen is medewerking verleend door sport-
De Vereniging voor Sportgeneeskunde heeft ondersteu-
arts Don de Winter.
Daarnaast heeft Han Inklaar een interview gegeven bij
ning geboden bij de organisatie van het symposium en
het televisieprogramma Nieuwsuur (het oude NOVA).
was die dag aanwezig om de deelnemers te informeren
Santé
3
over sportgeneeskunde.
Artikel over sportblessures met interview Hans Smid.
Tour de France 2010 zelf ervaren kunnen worden. Sportartsen en huisartsen hebben hieraan meegedaan en de VSG
Over verschillende sporten.
KNMG Carrièrebeurs
Santé Magazine, mei 2010.
Op zaterdag 6 februari 2010 vond de tweede editie van
is aanwezig geweest met een stand bij de start en finish.
de landelijke KNMG Carrièrebeurs ‘Reis door carrièreland’
MedNet magazine
plaats. Studenten geneeskunde en basisartsen konden
Sportarts Janet Frederiks: ‘We kiezen voor de conserva-
kennis maken met opleiders en aios en volgden interes-
KNGU Sportmedisch Congres. Turnen:
Topsport in de Groei?!
tieve behandeling’.
sante workshops! Het NIOS was deze dag aanwezig om
Voor het eerst in 24 jaar werd het Wereld Kampioen-
Het werk van de sportartsen bij de KNVB loopt uiteen
de opleiding Sportgeneeskunde onder de aandacht van
schap Turnen weer in Nederland gehouden. Van 16 - 24
van een blessureconsult en medische keuringen tot
de studenten te brengen. Daarnaast konden de studenten
oktober was de Ahoy Arena in Rotterdam het epicentrum
intensieve teambegeleiding. Sportarts Janet Frederiks
In het NRC verscheen in oktober een artikel ‘Oefenen,
een ‘speeddate’ aangaan met sportarts in opleiding Hiske
van het mondiale turnen en deelnemers van vele lan-
van het Sportmedisch Centrum begeleidt de nationale
die zere achillespees’. Moderne therapieën tegen een
Kneepkens, waarin Hiske de studenten enthousiast vertel-
den toonden hun kunnen en kunsten. Het medisch team
voetbalvrouwenteams bij grote toernooien.
achillespeesblessure versnellen het herstel niet. Een
de over het vak Sportgeneeskunde en de mogelijkheden!
van de KNGU zag dit belangrijke kampioenschap als een
nachtspalk, een operatie, een injectie met bloedplaatjes,
Fietssport Magazine
ze zijn niet beter dan rustig afwachten. Een oefenthera-
LOVAH congres
reau- Erasmus MC en de Vereniging voor Sportgenees-
In het augustus nummer verscheen een artikel ‘Is fietsen
pie helpt ruim de helft van de geblesseerden. Dat con-
Vrijdag 28 april is Sportgeneeskunde Nederland aan-
kunde (VSG) een sportmedisch congres te organiseren
gezond voor mij?’ Wat is eigenlijk de relatie tussen
cludeert Robert-Jan de Vos, sportarts in opleiding in het
wezig geweest met een informatiestand op het LOVAH
met als titel: «Turnen: Topsport in de groei?!» Dit con-
(tour)fietsen en gezondheid? Is fietsen gezond? Dit is
Medisch Centrum Haaglanden.
(Landelijke organisatie van Aspirant Huisartsen) congres.
gres vond woensdag 20 oktober plaats en de Vereniging
Er was veel belangstelling voor informatie over sportge-
voor Sportgeneeskunde was in de ochtend aanwezig om
een belangrijke vraag. Veel fietsers worden vroeger of
54
uitstekende mogelijkheid om samen met Het Congresbu-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
55
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
de ruim 80 deelnemers (sportartsen, (sport)fysiothera-
de afgelopen week en de resultaten doorgenomen. Ook
peuten) te informeren over sportgeneeskunde, waaron-
worden de afspraken van de komende week vermeld.
Elke maand weten ruim 70.000 unieke bezoekers de
weg naar Sportzorg.nl te vinden!
1. Informatie
der het VSG congres.
Federatie van Sportmedische Instellingen
Clubblad/website-artikelen (bv. preventie, revalidatie,
Sportzorg Twitter
VSG Sportmedisch Wetenschappelijk
Congres
Eenmaal per maand ontvangen alle leden van de FSMI
training, voeding). Informatie over blessures, hersteltrai-
Twitteraars kunnen nog gemakkelijker op de hoogte
(ruim 50) de nieuwsbrief. Daarnaast wordt de nieuws-
ning, preventieve maatregelen om herhaling te voorko-
blijven van het laatste nieuws op het gebied van sport,
Op donderdag 25 en vrijdag 26 november 2010 organi-
brief verstuurd aan alle sportbonden.
men, materialen voor uw clubhuis/medische ruimte.
bewegen en gezondheid! Via www.twitter.com/sportzorg
Artikelen kan men eenvoudig downloaden en plaatsen
zijn de laatste berichten automatisch te volgen.
op eigen website en/of clubblad.
Twitter is een populaire internetdienst, waarmee gebrui-
seerde de Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG) alweer voor de zesde maal het toonaangevende Sportme-
Vereniging voor Sportgeneeskunde
disch Wetenschappelijk Congres. Het congres bood net
Eenmaal per maand ontvangen alle VSG leden (ruim
als de voorgaande jaren een multidisciplinaire ontmoe-
450) de nieuwsbrief.
tingsplaats voor onderzoekers en zorgverleners.
kers korte berichten kunnen publiceren en lezen. Via
2. Educatie
deze razend populaire tool houden wij u vanaf nu op de
Als Clubzorg-vereniging is het bijvoorbeeld mogelijk een
Sportzorg.nl
thema-avond te organiseren over blessurepreventie voor
gres bekend om
Eenmaal per maand wordt een Sportzorg.nl nieuwsbrief
trainers, coaches, medisch kader en ouders. Maar u kunt
de verscheiden-
verstuurd. Deze nieuwsbrief bevat nieuws over sport,
ook denken aan:
heid aan interes-
bewegen en gezondheid en wordt verstuurd aan de
• Voorlichtingsavonden over: voeding, materiaal, bles-
sante onderwerpen
leden van de VSG, FSMI, sportbonden en bijna 3.000
binnen het brede
geïnteresseerden die
Al jaren staat het Sportmedisch Wetenschappelijk Con-
vakgebied van Sport en Geneeskunde. Ook bij deze 6de
zich via Sportzorg.nl
editie waren er ruim 50 experts die in elf workshops
hebben ingeschreven.
sures e.d.;
• Scholingsavonden: AED instructie, Eerste Hulp bij
Sport Ongevallen e.d..
dieper ingingen op sportmedische onderwerpen binnen
3. Sportmedische diensten
hoogte van het laatste nieuws. Volg Sportzorg op Twit-
specifieke takken van sport, zoals schaatsen, loopspor-
Snelle toegang tot de juiste specialisten op het gebied
ter via www.twitter.com/sportzorg en klik op ‘follow’. U
van sportmedische zorg:
ontvangt vanaf dat moment alle Sportzorg tweets in uw
• sportkeuringen;
Twitter account.
ten, wielrennen, tennis, volleybal, vechtsporten, hockey,
Eigen websites
roeien en voetbal. Tevens kwam de gehandicaptensport
en sportrevalidatie uitgebreid aan bod. De Vereniging
Sportgeneeskunde.com
• medische consulten;
voor Sportgeneeskunde presenteerde met trots weder-
Op www.sportgeneeskunde.com treft u de links naar de
• sportmedische onderzoeken;
Sportenbeweegpagina.nl
om een uitdagend congresprogramma!
overkoepelende organisaties op het gebied van sport-
• testen (bijvoorbeeld inspanningstest);
Op Sportenbeweegpagina.nl vindt u het landelijke aan-
De boeiende inhoudelijke onderdelen van het congres
geneeskunde in Nederland: De Vereniging voor Sportge-
• sportmedisch advies (voeding, training, blessures,
bod van sport- en beweegmogelijkheden voor zowel de
dit keer:
neeskunde (VSG), De Stichting Opleidingen in de Sport-
• iedere dag opening met een uitmuntende keynote
geneeskunde (SOS), Het Nederlands Instituut Opleiding
gezondheid).
reguliere sporter als voor mensen met een beperking,
zoals een lichamelijke of verstandelijke beperking, visu-
speech (op donderdag Ab Krook, oud-schaatscoach
Sportartsen (NIOS), De Federatie van Sportmedische
Sportzorg.nl
ele problemen, gehoorproblemen en chronische aandoe-
en op vrijdag prof. Mark E. Batt, consultant Sport
Instellingen (FSMI), De Stichting Geneeskunde en Sport
Sportzorg.nl is uw startpunt op het web als u meer wilt
ningen. Het aanbod komt tot stand door aanbieders van
and Exercise Medicine, UK);
(G&S), De Stichting Beroepsopleiding in de Sportgenees-
weten over verantwoord sporten en gezond bewegen.
sport- en beweeg programma’s, zoals sportverenigingen,
kunde (SBOS).
Van blessurebehandeling tot digitale sportkeuring, bij
fysiotherapiepraktijken, zwembaden, fitnesscentra e.d..
• de belangrijkste sportmedische onderwerpen binnen
Sportzorg.nl vindt u de informatie die u zoekt. Down-
specifieke takken van sport;
• op beide congresdagen twee ronden met verdiepende
workshops door experts uit de diverse vakgebieden.
Nieuwsbrieven
56
Clubzorg bestaat uit de volgende drie onderdelen:
3
Clubzorg.nl
load de instructieposters (bijvoorbeeld over warming up
AktiefAdvies.nl
Clubzorg is een gezondheidsservice voor verenigingen
en cooling down) en maak gebruik van de praktische
AktiefAdvies.nl is een initiatief van het ‹Partnership Huis-
en bestaat uit systematische voorlichting, educatie
tips en goede adviezen, toegespitst op uw persoonlijke
artsenzorg in Beweging›. Het partnership is van mening
en begeleiding op het gebied van sport, bewegen en
sportsituatie. Bij Sportzorg.nl vindt u het antwoord op
dat de huisarts een centrale rol heeft in het bevorderen
gezondheid. Door Clubzorg kunnen blessures worden
al uw sportvragen, bijvoorbeeld: «Gaat sport en een
van gezonde leefstijl en bewegen voor de patiënt. De
voorkomen en de sporter (die klachten heeft) hersteld
chronische ziekte samen?» Zoekt u praktische tips op
gezamenlijke partners zijn vanuit hun expertise en doel-
Vanuit het bureau worden er diverse nieuwsbrieven
sneller doordat hij/zij snel de weg weet te vinden bin-
het gebied van gezonde voeding, afvallen of sportmate-
stellingen van grote waarde voor het ondersteunen van
verstuurd.
nen het veld van de sportgezondheidszorg.
riaal? Bij Sportzorg.nl bent u op het juiste adres! Het is
de huisarts, zijn praktijk en de zorgketen - inclusief het
belangrijk dat iedereen zich afvraagt of men op een ver-
sport- en beweegaanbod - rondom zijn praktijk. Kortom,
Maandagnieuws
antwoorde en gezonde manier sport of beweegt. Hierbij
het partnership ondersteunt de huisarts op het gebied
Elke maandag wordt er een nieuwsbrief verstuurd be-
maakt het niet uit of men een beginnende, recreatieve
van actieve leefstijladvisering.
stemd voor de besturen. Hierin worden de afspraken van
of prestatiegerichte sporter is.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
57
MasterScreen CPX:
Excellent in both stationary
and mobile use
We have taken careful note of the
clinician’s requirements to create
a small and partially mobile system
which offers the full spectrum of
cardiopulmonary measurements.
MasterScreen CPX allows you to
run a complete exercise test
including stress ECG (option) quickly
and easily.
CareFusion’s complete
range of spirometers are
designed to meet your
every requirement. The
MicroLab and Loop are
highly portable allowing
it to be used in physician’s
offices or for bedside
testing.
Oxycon Mobile: small,
lightweight and on the
spot
Oxycon Mobile was developed in
cooperation with top triathletes
and sports researchers. The
suitability for daily use has already
been thoroughly tested. Honestly,
are there any other applications
where the demands are so high?
MicroMedical™
MicroLab™
Portable spirometer, with in built
printer and clear color touch screen,
optional pulse oximeter and PC
software.
MicroLoop™
Portable spirometer, with clear
colour touch screen.
CareFusion combines proven clinical technologies and
actionable intelligence to measurably improve patient care.
For MicroMedical™
Kapteynlaan 13
9351VG Leek
The Netherlands
+31 (0)594 587 280
+31 (0)594 587 288
www.pt-medical.nl
carefusion.com
De Molen 8 - 10
3994 DB Houten
The Nethelands
+31 30 2289 711 tel
+31 30 2289 713 fax
Feiten en ontwikkelingen 2010
3
3.4
Rapportages betrokken
organisaties
De deelnemende organisaties:
Capaciteitsorgaan
(Stichting Capaciteitsorgaan Medische en Tandheelkundige Vervolgopleidingen)
CCC (College van Clubartsen en Consulenten)
Consument en Veiligheid (Stichting Consument en Veiligheid)
Dopingautoriteit (Stichting Anti-Doping Autoriteit Nederland)
FSMI (Federatie van Sportmedische Instellingen)
Gehandicaptensport Nederland
LOSO (Landelijk Overlegorgaan Sportgezondheids Onderzoek)
W.J.H. Mulier Instituut
NGS
(Nederlands Genootschap voor Sportmassage)
NIOS (Nederlands Instituut Opleiding Sportartsen)
NISB (Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen)
NOC*NSF
(Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie)
NOTS (Nederlandse Orthopedische en Traumatologische Sportgeneeskundige werkgroep)
NVDA (Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten)
NVFS (Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sportgezondheidszorg)
RCT (Radiologisch Centrum voor Topsportgeneeskunde)
RIVM Gezond Leven (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Gezond Leven)
RIVM Kies Beter
(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Kies Beter)
SBOS (Stichting Beroepsopleiding tot Sportarts)
SCAS (Stichting Certificering Actoren in de Sportgezondheidszorg)
Service Médical (Stichting Service Médical)
Service Médical Academy (Stichting Service Médical Academy)
SOS (Stichting Opleidingen in de Sportgeneeskunde)
Sport&Geneeskunde (Stichting Sport en Geneeskunde)
TNO (Nederlandse Organisatie voor Toegepast Wetenschappelijk Onderzoek)
VFBV (Vereniging van Fysiotherapeuten binnen het Betaald Voetbal)
VSG (Vereniging Sport en Gemeenten)
VSG (Vereniging voor Sportgeneeskunde)
VSN (Vereniging Sportdiëtetiek Nederland)
VSPN (Vereniging SportPsychologie Nederland)
VvBN (Vereniging voor Bewegingswetenschappen Nederland)
WBVS (Werkgroep VRA Bewegen en Sport)
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
59
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
Capaciteitsorgaan
Dit laatste zoveel mogelijk op basis van primaire ge-
deel ook samenhangend met een uitbreiding van het
gevens vanuit bestaande bronnen, zoals de Vereniging
aantal sportmedische instellingen (SMI’s);
voor Sportgeneeskunde (VSG), het Nederlands Instituut
Stichting Capaciteitsorgaan voor Medische
en Tandheelkundige Vervolgopleidingen
• een toenemende productie per sportarts in termen
Joris Meegdes
• een toekomstige vraag, die onder meer mede door
van zowel preventie als behandeling/advisering;
De ontstaansgeschiedenis van kortweg het Capaciteits-
begin gemaakt met enkele onderdelen in de geestelijke
orgaan dateert van eind vorige eeuw, toen in het jaar
gezondheidszorg, zoals de psychotherapeuten en kli-
1999 de stichting door een drietal groeperingen uit krin-
nisch (neuro)psychologen.
gen van beroepsbeoefenaren, opleidingsinstellingen en
Opleiding Sportarts (NIOS) en de Sociaal Geneeskundige
Registratie Commissie (SGRC). Overigens zal er aan het
einde van dit jaar (2010) een nieuw integraal Capaci-
de vergrijzing en een waarschijnlijk toenemende
teitsplan 2010 uitkomen, waar in een apart deelrapport
‘sport’-participatie van ook deze groep ouderen eer-
ook de groep van de sociaal geneeskundigen specifiek
der groter dan kleiner zal worden.
onder de loep zal worden genomen.
Mede op basis van deze contouren is tenslotte een eer-
Adresgegevens
ste voorlopige, beperkte en beleidsarme vooruitblik met
Capaciteitsorgaan
zorgverzekeraars is opgericht. Vorig jaar (2009) vierde
Behoeftebepaling sportartsen
betrekking tot de raming van de benodigde jaarlijkse
Domus Medica
het Capaciteitsorgaan dus haar tienjarig bestaan.
De specifieke bemoeienis met de sportgeneeskunde da-
instroom van nieuwe sportartsen in opleiding opgesteld.
Mercatorlaan 1200
teert van 2007, in welk jaar door het Capaciteitsorgaan
Overigens is de volledige versie van het rapport te vin-
3528 BL UTRECHT
Doelstelling
op verzoek van het Ministerie van Volksgezondheid,
den op onze website www.capaciteitsorgaan.nl.
Postbus 20051
• Er zijn drie formele doelstellingen, namelijk:het op
Welzijn en Sport (VWS) een rapport over de behoefte-
3502 LB UTRECHT
grond van - onder meer - de te verwachten zorgbe-
bepaling sportartsen is uitgebracht. Mede in aansluiting
Geen advies
T 030 2823840
hoefte opstellen van behoefteramingen met betrek-
op de beleidsnota ‘Tijd voor sport – Bewegen, Meedoen,
Deze rapportage en raming betreft dus geen advies van
E [email protected]
king tot de onderscheiden medische en tandheelkun-
Presteren’ (september 2005) bestond de behoefte te
het Capaciteitsorgaan, doch kan in een vervolgfase wel
W www.capaciteitsorgaan.nl
dige vervolgopleidingen;
bezien hoe dit sportbeleid zich verhoudt met het aantal
als vertrekpunt dienen voor het nader onderzoeken en
sportartsen in ons land. Het aandragen van informatie
formuleren van het toekomstperspectief van het vakge-
heid met betrekking tot de behoefte aan en capaci-
over het aantal sportartsen, enkele kenmerken van deze
bied. Als zodanig is dit bij de aanbieding van rapport
teit van deze opleidingen;
beroepsgroep alsmede ook over het aantal nu in oplei-
ook nadrukkelijk aangegeven, inclusief de bereidheid
• informatievoorziening voor de zorgsector en over-
• het in beeld brengen van de benodigde capaciteit
ding zijnde sportartsen, zou daar een eerste bijdrage
in een mogelijk vervolgtraject wel tot een gedegen en
van de initiële geneeskundige opleiding en de advi-
aan kunnen leveren. Desgevraagd omvat dit rapport dus
afgewogen advisering te komen. Daarin zouden dan
sering hierover aan de overheid.
een veelheid aan basiselementen voor nu en straks in
alle betrokken veldpartijen langs de voor het Capaci-
combinatie met een weergave van de meest elemen-
teitsorgaan gebruikelijke weg hun visie kunnen inbren-
Kenmerkend is dus de tripartiete samenstelling, die zo-
taire kwantitatieve aspecten van de beroepsgroep. Kort
gen resp. hun zegje kunnen doen. Tot op heden is dit
wel zichtbaar wordt in de samenstelling van het Plenair
samengevat passeren daarbij ondermeer de volgende
vervolgtraject echter nog niet ingezet en wordt volstaan
Orgaan (= Bestuur), als de afzonderlijke Kamers van het
zaken de revue:
met het zo goed mogelijk monitoren van de feitelijke
Capaciteitsorgaan. Vanaf het begin opereren er vijf zgn.
Kamers op de terreinen van de eerstelijns gezondheidszorg (huisartsen), medisch specialistische (ziekenhuis)
zorg, tandheelkundige (mond)zorg, ouderenzorg (specialisten ouderengeneeskunde, voorheen verpleeghuisart-
ontwikkeling.
• de profilering van het vakgebied als onderdeel van
de sociale geneeskunde (een sportarts is dus géén
medisch specialist);
• een aanbod op 1 januari 2007 van totaal 85 geheel
sen) en sociaal geneeskundige zorg, waaronder dus de
of gedeeltelijk binnen de ‘sport’ actieve sportartsen,
sportartsen vallen.
die voor 70 fte werken;
Een verdere verbreding van het werkterrein en -domein
is echter ingezet en deze lijkt voor de nabije periode
ook zeker niet te zijn afgesloten. Zo zijn er eind 2006
voor het eerst ook adviezen afgegeven met betrekking
tot de groep van de klinische technologische (bèta-)
• een verdere feminisering van de beroepsgroep in de
komende jaren;
• een jaarlijks bezette opleidingscapaciteit of totaal
aantal sportartsen in opleiding van ongeveer 30;
• een wat onevenwichtige spreiding van sportartsen
specialismen (klinische chemie, klinische fysica en
over het land met relatief het grootste aanbod in het
ziekenhuisfarmacie), alsmede twee jaar later ook voor
noorden en oosten versus het minste in het zuiden
het nieuw erkende ‘profiel’ spoedeisende geneeskunde
van het land;
(SEH). Mede op verzoek van VWS is daarna ook nog een
60
pertise in de afgelopen jaren, ongetwijfeld voor een
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
3
• een groeiende vraag naar sportgeneeskundige ex-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
61
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
CCC
Consument en Veiligheid
College van Clubartsen en Consulenten
Stichting Consument en Veiligheid
Ron Peters
Saskia Kloet, Ingrid Vriend, Karin Klein Wolt
Het CCC is in 1990 opgericht als Club van Clubartsen
congres waarbij Communicatie het centrale thema was.
Consument en Veiligheid werkt aan het verbeteren van
wordt uitbesteed aan een programmamanager. Begin
en Consulenten in het betaalde voetbal door een vijftal
Het congres werd gehouden bij ADO Den Haag en werd
de veiligheid. Het enorme aantal letsels door ongeluk-
2008 heeft VWS besloten het programma onder regie
clubartsen uit die tijd: Pieter Vierhout (F.C. Twente), Karel
bezocht door 42 leden.
ken en de verantwoordelijkheid die de overheid heeft
van Consument en Veiligheid tot uitvoering te brengen.
van den Brekel en Cees Rein van den Hoogenband (PSV),
In mei 2010 werd een tweede congres voor de leden
voor het verbeteren van de veiligheid, zijn hiervoor de
Dit in nauwe samenwerking met de andere organisaties
Otto Stibbe (Ajax) en Ben van den Bosch (Feyenoord).
georganiseerd waar het thema voeding,vitamines en
belangrijkste motieven. Inmiddels is er al veel verbe-
uit het veld van de sportblessurepreventie. Die sa-
Gezamenlijk kwamen zij tot de conclusie dat de proble-
voedingssupplementen uitgebreid aan bod is geko-
terd. Maar ook nu nog overlijden per jaar 3.300 mensen
menwerking komt onder andere tot uitwerking in twee
men rond de behandeling van betaald voetballers zeer
men. Beide wetenschappelijk congressen werden voor
als gevolg van een ongeluk en worden nog eens 3,2
platformen (Monitoren Sportblessures en Sportblessu-
specifieke aandacht en kennis vroeg. Tevens was het zo
huisartsen en sportartsen geaccrediteerd. In het najaar
miljoen letsels medisch behandeld. Consument en Veilig-
repreventie) waarin veel diverse partijen uit de praktijk
dat clubartsen uit verschillende disciplines voortkwamen
van 2010 werd een derde wetenschappelijk congres
heid zet zich in voor een samenleving waarin vermijd-
en wetenschap van de sportblessurepreventie vertegen-
en de behoefte bestond om van elkaar te leren en behan-
georganiseerd bij de Graafschap met als voornaamste
bare ongevallen nihil zijn. Dat doel is haalbaar, want
woordigd zijn.
delingen op welk gebied dan ook meer met elkaar af te
onderwerp ‘alternatieve geneeswijzen in de voetbal-
een ongeval is altijd het gevolg van een samenloop
stemmen. Het oprichten van een vereniging was daartoe
sport, dubieus of niet?’. Voor verdere informatie hierover
van omstandigheden, in principe voorzienbaar en dus
Dit alles om de volgende (sub)doelstellingen te bereiken
een geschikt middel dat uiteindelijk ook helemaal paste
verwijzen we naar de website www.mijnclubarts.nl.
te voorkomen. Elk leven dat we kunnen redden en elke
in 2011:
handicap die we kunnen voorkomen, draagt bij aan de
• bijdragen aan de incidentievermindering die VWS
in de tijd waarin professionalisering binnen het betaald
voetbal steeds meer op de agenda kwam te staan.
Samenstelling bestuur 2009
Momenteel zijn alle Betaald Voetbal Organisaties (BVO’s)
Piet Bon
aangesloten en telt het College ruim 100 leden.
Huisarts, clubarts Ajax
voorzitter
Doelstelling
Sportarts, clubarts Ajax
Het doel van het CCC is het adviseren van BVO’s en
Gekie Meins
de KNVB op het gebied van de gezondheidszorg voor
Orthopedisch chirurg, clubarts FC Twente
voetballers in de meest brede zin van het woord, het
Jip Spieringss
ontwikkelen van protocollen, het stimuleren van onder-
Huisarts, clubarts FC Oss
wijs voor de aangesloten leden en zo uiteindelijk tot
Sjoerd Jan de Vries
certificering komen van het beroep van clubarts.
KNO-arts, clubarts NEC
penningmeester
Tom van Thiel, voorz. wetenschappelijke commissie
Chirurg, clubarts de Graafschap
Het CCC is lid van het bestuur van de Stichting Certifice-
Ron Peters
ring Actoren in de Sportgezondheidzorg (SCAS, zie 3.4) en
Huisarts, clubarts SC Telstar
op basis van certificeringeisen van de SCAS organiseert
62
zich stelt in de nota ‘Tijd voor Sport’ om het aantal
ernstige ongevallen, daar is het ons om te doen. Con-
sportblessures terug te dringen met 10% (in 2011 ten
sument en Veiligheid werkt in één en dezelfde organisecretaris
Edwin Goedhart
Rol
kwaliteit van onze samenleving. Het voorkomen van
lid
lid
• meer sporters;
uitvoering van een praktische oplossing. We zijn trots
• weten welke risico’s op een sportblessure gepaard
gaan met sport en bewegen;
preventie in huis hebben.
• vinden deze risico’s belangrijk;
Speerpunten van Consument en Veiligheid zijn kin-
• weten een blessure en een risico te (h)erkennen;
derveiligheid, veiligheid van senioren, veiligheid in de
• nemen hun eigen verantwoordelijkheid door informatie
zorg, brandveiligheid, veiligheid bij sportbeoefening en
veiligheid in het verkeer en tijdens werk. Consument en
lid
opzichte van 2006).
satie aan een betrouwbare probleemanalyse en aan de
dat we deze bijzondere combinatie van onderzoek en
Veiligheid richt zich op de preventie van letsels door
over preventie en zorg in te winnen èn toe te passen;
• zijn bekend met de zorgketen: weet waar je wanneer
heen kan en moet voor zorg.
ongevallen (dus niet op de preventie van opzettelijk
lid
letsel).
Activiteiten 2010
Het sportblessurepreventiebeleid vertaalt zich naar
Onze rol binnen de sportgezondheidszorg
meerdere activiteiten en projecten, waarvan een aantal
het CCC geaccrediteerde nascholingen voor de opleiding
Adresgegevens
Minder sportblessures en een goede behandeling van
door Consument en Veiligheid wordt uitgevoerd. Met be-
“Arts Betaald Voetbal” waar artsen (o.a. huisartsen, speci-
College van Clubartsen en Consulenten
sportblessures leiden tot een daling van de medische
hulp van beschikbare ongevalgegevens, onderzoek naar
alisten, sportartsen) aan deel kunnen nemen.
Bolhaarslaan 49
kosten en de duur van arbeid-, school- en sportverzuim
de incidentie en prevalentie van letsels, doelgroepon-
Het Bestuur van de CCC verzorgt de contacten met andere
7522CV Enschede
en indirect tot een verhoging van sportparticipatie.
derzoek en informatie over (kosten)effectieve preventie-
organisaties zoals met de Nederlandse Vereniging voor
T 053-4344385
Daarom heeft VWS in de nota ‘Tijd voor Sport’ zich ten
maatregelen is het mogelijk om prioriteiten te stellen in
Fysiotherapie in de Sportgezondheidszorg (NVSF, zie 3.4)
E [email protected] en [email protected]
doel gesteld de incidentie van sportblessures met 10%
preventieactiviteiten. Wanneer preventiemaatregelen zijn
en de Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG, zie 3.4).
W www.mijnclubarts.nl
terug te dringen en het beleid hiervoor aan te scherpen
vastgesteld, worden samenwerkingsmogelijkheden met
Projecten en activiteiten
(Ministerie van VWS, 2007). De eindverantwoordelijkheid
organisaties en bedrijfsleven verkend. Het resultaat van
Eind 2009 organiseerde de CCC een wetenschappelijke
voor deze ambitie ligt bij het Ministerie van VWS, maar
deze marktverkenning is coalitievorming en een campag-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
3
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
63
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
nestrategie, waarmee preventiemaatregelen succesvol
sure en/of de ernst hiervan verminderen. In 2010 is een
den met kennis over de haalbaarheid en werkzaamheid
De campagne heeft veel aandacht gekregen in de lan-
kunnen worden geïmplementeerd.
onderzoek afgerond naar de effectiviteit van blessure-
van interventies in de praktijk.
delijke en lokale pers. Na twee weken had al meer dan
Deze werkwijze is terug te zien in de diverse projecten
preventieve maatregelen. Het gaat steeds om maatrege-
die Consument en Veiligheid uitvoert rondom sportbles-
len die gebruikt kunnen worden in meerdere sporttak-
Gebruik je Kop, Helm op!
gezien. Eerste resultaten laten zien dat wielrenners en
sures en de preventie daarvan. Deze projecten hebben
ken en door sporters en trainers zelf genomen kunnen
RABO ProTeam-renner Rick Flens heeft half juni het
mountainbikers de campagne positief waarderen. Meer
als doel de gegevensverzameling over sportblessures te
worden. Op basis van het onderzoek zijn aanbevelingen
startschot gegeven voor de landelijke campagne ‘Ge-
resultaten volgen eind 2010.
verbeteren, analyses uit te voeren om de prioriteit en
geformuleerd voor het gebruik van de maatregelen. De
bruik je kop, helm op’. De campagne is een initiatief
Deze campagne krijgt in de winterperiode 2010/2011 een
preventiekans vast te stellen of betreffen het opzetten,
resultaten zijn verspreid onder het werkveld via een
van Stichting Consument en Veiligheid, de Koninklijke
vervolg waarin skiërs en snowboarders worden geat-
uitvoeren en evalueren van voorlichting en educatie.
folder en gepubliceerd op de website www.veiligheid.nl/
tendeerd op het belang van een helm, in samenwerking
sportblessurepreventie. Ook de meest actuele blessure-
met de Nederlandse Ski Vereniging.
cijfers (algemeen en per sporttak) zijn hier te vinden.
Wilt u meer weten over het sportblessurepreventiebe-
Voorbeelden van lopende projecten zijn:
1/5 van de doelgroep er iets over gehoord, gelezen of
Vallen is ook een sport
leid, of over de lopende projecten binnen Consument en
In 2009 heeft Consument en Veiligheid, in samenwerking
In aanvulling op onderzoek uit 2001 is gezocht naar
Veiligheid, dan kunt u contact opnemen met mw. Saskia
met gekwalificeerd judodocent en leerkracht bewegings-
wetenschappelijke literatuur gepubliceerd vanaf 2000.
Kloet. Zij coördineert vanuit Consument en Veiligheid
onderwijs Yos Lotens en sportmarketingbureau 2Basics,
Op basis van de literatuur is een uitspraak gedaan over
het sportblessurepreventiebeleid.
het lespakket ‘Vallen is ook een sport’ ontwikkeld om
de effectiviteit van de blessurepreventieve maatregelen.
valvaardigheid bij basisschoolkinderen te trainen. Aanlei-
Dit is voorgelegd aan (inter)nationale wetenschappelijke
Adresgegevens
ding voor dit lespakket is het stijgend aantal blessures,
deskundigen en sportartsen. Voor maatregelen zonder of
Stichting Consument en Veiligheid
met name polsfracturen, bij de jeugd. De effectiviteit van
met onvoldoende literatuur, is de conclusie gebaseerd
het lespakket - op zowel blessure-incidentie, valvaardig-
op de mening van de experts.
heden als gedragsdeterminanten (kennis, risicoperceptie
1070 AD Amsterdam
Fiets Unie, met als belangrijkste doel dat wielrenners en
Rijswijkstraat 2
Op basis van de resultaten is een driedeling gemaakt in
mountainbikers altijd met een helm op rijden, ook als
1059 GK Amsterdam
gecontroleerde studie. In het schooljaar 2009-2010 heb-
de effectiviteit van de primair preventieve maatregelen
zij recreatief fietsen. Dit is noodzakelijk, omdat elk jaar
T 020-5114511
ben 35 scholen meegedaan aan het onderzoek: 1.539
en mate waarin het gebruik wordt aanbevolen, namelijk
3.700 wielrenners en mountainbikers in het ziekenhuis
E [email protected]
leerlingen hebben met het lespakket gewerkt en 1.920
maatregelen waarvan de effectiviteit 1) op basis van on-
belanden door valpartijen, vaak met ernstig hoofdlet-
W www.veiligheid.nl
leerlingen fungeerden als controlegroep. De resultaten
derzoek vast staat; 2) nog niet geheel vast staat, maar
sel, erwijl hoofdletsel eenvoudig kan worden voorkomen
van de effectstudie laten zien dat het lespakket resulteert
waarvan het zeer waarschijnlijk is dat deze preventief
door altijd te rijden met een helm op.
in een vermindering van het aantal valletsels per 1.000
werken. Deze twee categorieën van maatregelen worden
uur bewegen, maar dat dit effect voornamelijk geldt voor
sterk aanbevolen. Binnen de derde categorie vallen
In de zomer van 2010 zijn op populaire wielren- en
de minder ernstige valletsels. De resultaten met betrek-
maatregelen waarvan op dit moment niet of onvoldoen-
mountainbikeroutes in heel Nederland bermmonumen-
king tot de valcoördinatie laten zien dat kinderen op de
de onderzoek bekend is.
ten opgedoken. Deze ‘monumenten’ zijn het startpunt
korte termijn leren om ‘beter’ te vallen. Deze gegevens
worden gestaafd door de verbeterde subjectieve ken-
Van alle preventieve maatregelen die zijn onderzocht,
mountainbiker die geveld werd door hoofdletsel na een
nis van leerlingen die het lespakket hebben gevolgd. Dit
zijn er zes bewezen effectief op basis van gecontroleerd
val. De renners kunnen niet om de campagne heen:
effect wordt echter minder groot op de langere termijn.
onderzoek:
tijdens het fietsen zien zij spandoeken met veelzeg-
Uit de evaluatie kwamen ook nog een aantal verbetersug-
gende boodschappen voorbijkomen. Spandoeken die
• fietshelm bij het rijden op racefiets of mountainbike
(met harde schelp);
gesties voor het lespakket. Om het lespakket beter te
• ski- en snowboardhelm (met harde schelp);
laten aansluiten bij de wensen van de leerkrachten en om
• enkelbrace of -tape na eerder letsel;
beter effect te realiseren, wordt het lespakket momenteel
• neuromusculaire trainingprogramma’s;
aangepast voordat het landelijk wordt geïmplementeerd.
• polsbeschermers (hard materiaal).
Effectiviteit van blessurepreventieve maatregelen in
Van veel maatregelen is nog onvoldoende bekend of
de sport
deze effectief zijn. Meer onderzoek is gewenst, vooral
Door de inzet van effectieve en efficiënte preventieve
gericht op specifieke subpopulaties van sporters. Kennis
maatregelen kan de kans op het ontstaan van een bles-
over effectieve maatregelen moet tevens aangevuld wor-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
www.voorkomblessures.nl
van het indrukwekkende verhaal van een wielrenner of
Mogelijk zakt de kennis over vallen weg, dat pleit voor
64
Postbus 75169
Nederlandsche Wielren Unie en de Nederlandse Toer
en eigen effectiviteit) - is gemeten in een prospectieve
het regelmatig herhalen van de valoefeningen.
3
onomwonden het verhaal vertellen en verwijzen naar de
website van de campagne www.gebruikjekop.nl.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
65
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
Dopingautoriteit
tie Sporter’), die namens de Nederlandse sportbonden
Uiteraard kent de mondiale harmonisatie van de regels
verzoeken van sporters voor medisch noodzakelijk
ook een keerzijde: nationale wensen en voorkeuren
gebruik van dopinggeduide middelen beoordeelt.
Stichting Anti-Doping Autoriteit Nederland
kunnen niet altijd gerealiseerd worden. Een bekend
Olivier de Hon & Herman Ram
voorbeeld van zo’n nationale voorkeur is de wens om
Gezondheidsschade
cannabis en enkele andere groepen van stoffen van de
Er zijn weinig kwantitatieve gegevens bekend over de
Dopinglijst af te voeren; deze wens gaat niet in vervul-
aard en omvang van de gezondheidsschade die uit
ling omdat een (ruime) meerderheid van de landen hier
dopinggebruik voortvloeit. Hoewel er veel indicaties zijn
tegen is.
dat dopinggebruik (zeker op de lange duur) ernstige
De Dopingautoriteit (voluit: Stichting Anti-Doping Autori-
De keuze van sporters voor een dopingvrije sportbeoe-
teit Nederland) is door de overheid aangewezen als de
fening wordt door de Dopingautoriteit ondersteund met
Nationale Anti-Doping Organisatie (NADO) van ons land
de 100% Dope Free campagne, mede geïnitieerd door de
Nationaal beleid
is deze schade zelden op wetenschappelijke basis ge-
en het World Anti-Doping Agency heeft de organisatie
Atleten Commissie van NOC*NSF. Sporters kunnen door
Naast de gebieden waarop de WAD Code dus min of
ïnventariseerd. Om de situatie beter in beeld te krijgen
als zodanig formeel erkend. Dit betekent dat de Do-
het ondertekenen van een verklaring aangeven dat zij
meer dwingend voorschrijft wat de taken van de Do-
heeft de Gezondheidsraad een onderzoek uitgevoerd
pingautoriteit is aangewezen om de centrale onderdelen
hun sport zonder doping bedrijven. Een aantal vooraan-
pingautoriteit zijn, zijn er (gelukkig) ook terreinen waar-
naar dopinggebruik in de ongeorganiseerde sport en is
van het Nederlandse antidopingbeleid uit te voeren: het
staande topsporters fungeert als ambassadeur van de
op veel meer ruimte is voor ‘eigen’ Nederlands beleid.
in april 2010 een advies hierover uitgebracht. De Raad
uitvoeren van dopingcontroles, het geven van voorlich-
campagne (zie www.100procentdopefree.nl).
Het duidelijkst wordt dat zichtbaar in het antidoping-
concludeert dat gezien de aard van de gebruikte mid-
ting, het ontwikkelen en bewaken van de anti-dopingre-
66
die de dopingregels overtreden.
schade aan de gezondheid van de gebruiker toebrengt,
beleid dat zich richt op de ongeorganiseerde of ‘anders
delen, de wijze van gebruik en de risicoperceptie van de
gelgeving, het voeren van juridische procedures en het
World Anti-Doping Code
georganiseerde’ sport. Bezoekers van sportscholen en
gebruikers, het gebruik van dopingmiddelen in de onge-
verzamelen en ontsluiten van wetenschappelijke kennis.
Antidopingbeleid is bij uitstek internationaal ontwikkeld
fitnesscentra zijn meestal niet aangesloten bij een sport-
organiseerde sport aanzienlijke risico’s met zich mee-
De Nederlandse overheid (het Ministerie van VWS) en
en vastgesteld beleid: sinds de oprichting van het World
bond en vallen daarom niet onder de regelgeving van
brengt. Nader onderzoek naar de gevolgen (op korte en
de Nederlandse sport (vertegenwoordigd door NOC*NSF)
Anti-Doping Agency (WADA) in 1999 is grote voortgang
WADA. Maar juist in de ongeorganiseerde sport vinden
lange termijn) van dopinggebruik is gewenst. De Raad
zijn de opdrachtgevers en financiers van de Dopingau-
geboekt met de mondiale harmonisatie van dat beleid,
we het grootste aantal dopinggebruikers (naar schat-
acht het van belang dat onderzocht wordt of en zo ja
toriteit. Daarnaast voert de Dopingautoriteit opdrachten
waarvan de hoofdpunten in 2003 in de eerste editie van
ting 164.000 in het afgelopen jaar) en gevreesd moet
met welke harm reduction-maatregelen het dopingbeleid
uit voor derden. Zo worden in opdracht van buitenland-
de World Anti-Doping Code (WAD Code) werden vast-
worden dat juist deze gebruikers de grootste kans op
uitgebreid kan worden.
se zusterorganisaties en internationale federaties ook
gelegd. De harmonisatie van de regelgeving was hoog
gezondheidsschade lopen. Deze zogenoemde ‘estheti-
dopingcontroles uitgevoerd bij buitenlandse sporters
nodig, omdat tot aan de acceptatie van de WAD Code
sche’ gebruikers (die doping gebruiken om een slank
Anabolenpolikliniek
die zich in Nederland bevinden en tijdens internationale
de rechtszekerheid van sporters bedreigd werd door de
en/of gespierd uiterlijk te verkrijgen) gebruiken vaak
Mede naar aanleiding van de conclusies van de Ge-
evenementen die in Nederland georganiseerd worden.
veelheid aan verschillende en zelfs tegenstrijdige regels
illegale en (dus) vervuilde middelen in doseringen die
zondheidsraad, is in april 2010 een speciale polikliniek
De Dopingautoriteit heeft ISO-Certificering voor alle pro-
waarmee zij te doen hadden. De WAD Code beoogt om
ver boven de therapeutische dosering liggen. Gesteund
geopend waar gebruikers van anabole steroïden die
cedures: een dergelijk kwaliteitscertificaat is van groot
alle sporters aan dezelfde regelgeving te binden, waar
en gefinancierd door het Ministerie van VWS kent de
gezondheidsklachten ondervinden terecht kunnen. De
belang om de kwaliteit en transparantie van al onze
ter wereld ze zich ook bevinden en welke sport ze ook
Dopingautoriteit een uitgebreid preventieprogramma,
kliniek is opgezet door endocrinoloog Pim de Ronde van
activiteiten te waarborgen, bovendien is het een in het
maar beoefenen. Veel taken van de Dopingautoriteit
bekend onder naam ‘Eigen Kracht’ dat zich op deze
het VUMC. De Dopingautoriteit is als adviseur betrokken
Nationaal Dopingreglement gestelde voorwaarde voor
vloeien min of meer rechtsreeks voort uit de WAD Code
doelgroep richt. Het programma biedt, zoals de naam al
bij dit initiatief. Vooralsnog is de kliniek één avond in
het uitvoeren van dopingcontroles.
of uit één van de International Standards die daarbij ho-
suggereert, alternatieven voor dopinggebruik door in-
de week geopend.
ren. In deze Standards zijn vooral de taken beschreven
formatie en adviezen te geven over gezonde voeding en
Waarom antidopingbeleid?
die direct of indirect met de uitvoering van dopingcon-
verantwoorde training (zie www.eigenkracht.nl).
Hoewel een minderheid van zo’n 20% van de bevolking
troles te maken hebben.
pleit voor het vrijgeven van doping is een ruime meerder-
Sinds 1 januari 2009 geldt een vernieuwde versie van de
Doping en sportgeneeskunde
Nederlandse topsporters over het gevoerde antidoping-
heid van de bevolking voor handhaving van het ver-
WAD Code met een behoorlijk aantal wijzigingen. Zo is
Dopinggeduide middelen zijn vrijwel uitsluitend medicij-
beleid, alsmede hun kennis over dopinggerelateerde za-
bod en opsporing van overtreders. Onder sporters is de
de zogenaamde Whereabouts-administratie ingevoerd,
nen en dopinggeduide methoden zijn meestal genees-
ken en de ervaringen met het voorlichtingsprogramma.
steun zelfs nog groter. Naast andere argumenten speelt
waarin de verblijfsgegevens van sporters verwerkt wor-
kundige handelingen. De banden van de Dopingautori-
In 2010 is dit onderzoek uitgevoerd in samenwerking
de mogelijke schade aan de gezondheid van de sporter
den en is het sanctiestelsel aangepast, waardoor tucht-
teit met de medische wereld zijn nadrukkelijk aanwezig
met NL Sporter (de onafhankelijke belangenorganisa-
daarbij een hele grote rol. Diverse gevallen hebben in het
commissies meer ruimte krijgen om in de strafmaat re-
en worden ingevuld als tweerichtingsverkeer: zowel de
tie voor topsporters), de Vereniging van Contractspe-
verleden aangetoond dat ongecontroleerd dopinggebruik
kening te houden met de persoon van de sporter en de
informatiestromen naar als vanuit de medische wereld
lers (VVCS, de belangenorganisatie voor professionele
slachtoffers eist. De regels beogen de sporters te bescher-
omstandigheden van het individuele geval. Ook is de rol
zijn van groot belang om het dopingbeleid te optimali-
voetballers) en de Atleten Commissie van NOC*NSF. Het
men en meer in het bijzonder ook de jeugdige sporters
van het begeleidend personeel rondom de sporter nader
seren. De Dopingautoriteit beheert tevens het secretari-
onderzoek is gefinancierd door het ministerie van Volks-
die sterk beïnvloed worden door ouders en coaches.
beschreven, inclusief een sanctieregime voor begeleiders
aat van de GDS-commissie (‘Geneesmiddelen Dispensa-
gezondheid, Welzijn en Sport.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
3
Topsportenquête
De Dopingautoriteit peilt periodiek de meningen van de
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
67
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
Uit het onderzoek blijkt dat de houding van sporters ten
infolijn open: 0900-2001000. Daarnaast kunnen vragen
opzichte van dopinggebruik de laatste jaren strenger is
per e-mail gesteld worden (dopingvragen@dopingauto-
geworden en dat sporters weinig problemen hebben met
riteit.nl) en alle vragen worden gewoonlijk binnen één
dopingcontroles. Waar de atleten met name hinder van
(werk)dag beantwoord.
3
FSMI
Federatie van Sportmedische Instellingen
ondervinden is de whereabouts-verplichting, die door
veel sporters als niet noodzakelijk wordt beschouwd.
Bestuur en Raad van Advies
De regeling zorgt voor veel onrust en een grote groep
De Dopingautoriteit heeft een klein bestuur van drie le-
atleten vindt dat de invloed van dopingregels op het
den: Dolf Segaar (voorzitter), Conny van Bentum (secre-
privéleven de afgelopen jaren (te) groot is geworden.
taris, voorgedragen door NOC*NSF) en Charlotte Insinger
In 1927 is door de ‘Haagsche Afdeeling van de Vereeni-
De missie van de FSMI luidt als volgt:
De resultaten gaven verder aan dat de kennis over do-
(penningmeester, voorgedragen door het ministerie van
ging ter bevordering van de Lichamelijke Opvoeding’
“de federatie is een organisatie die professionele on-
ping onder topsporters over het algemeen goed was en
VWS). Daarnaast kent de Dopingautoriteit een zeven-
het eerste sportkeuringsbureau opgericht. Daarna kwa-
dersteuning biedt aan gecertificeerde sportmedische
dat de voorlichting over doping gewaardeerd wordt, al
koppige Raad van Advies waarin vertegenwoordigers
men er snel meer sportkeuringsbureaus die zich op 2
instellingen zodat deze optimaal kunnen functioneren
zijn er op bepaalde punten verbeteringen mogelijk. In
van allerlei geledingen ( artsen, apothekers, sporters,
mei 1930 verenigden tot de Federatie van Bureaux voor
op een herkenbare plek binnen de reguliere gezond-
algemene zin blijft de voetbaltak nog wat achter in de
coaches) zitting hebben.
Medische Sportkeuring. Begin zeventiger jaren ontston-
heidszorg”.
den de Sportmedische Adviescentra (SMA’s) die voor-
kennis over doping. In het rapport worden specifieke
aanbevelingen gegeven om de verbeterpunten aan te
Adresgegevens
namelijk een adviserende taak vervulden op het gebied
De afgelopen jaren heeft de FSMI de aandacht vooral
pakken.
Dopingautoriteit
van sportbeoefening en blessurebegeleiding.
gericht op de interne organisatie, verbetering van de
Postbus 5000
In 1975 startte de Federatie een onderzoek met als
communicatie en de ontwikkeling en uitvoering van het
Verdere informatie
2900 EA Capelle aan den IJssel
doel te onderzoeken welke manco’s er aan de sport-
kwaliteitsbeleid.
De Dopingautoriteit verstrekt informatie aan (aankomen-
T 010–2010150
keuring kleefden, hoe de sportkeuring verbeterd zou
Op 2 april 2009 heeft er een kwaliteitsdag FSMI plaats
de) topsporters, aan de anders georganiseerde sport
E [email protected]
kunnen worden en/of deze verbeterde versie ook
gevonden voor het bestuur, commissie kwaliteit en
(sportscholen en fitnesscentra en hun bezoekers), aan
W www.dopingautoriteit.nl
vruchten zou afwerpen. Dit onderzoek leidde ertoe
medewerkers van het bureau, waarbij een belangrijke
het begeleidend personeel (trainers en coaches, maar
dat de “oude” sportkeuring werd vervangen door het
kwaliteitsslag werd gemaakt ten aanzien van de uitvoe-
ook (para)medici, soigneurs, etc.) en uiteindelijk aan
preventief sportmedisch onderzoek (PSMO). Dit was
ring en de controle op het huidige systeem.Inmiddels
‘het Nederlandse publiek’, In de praktijk blijken ook fa-
op zich een grote kwalitatieve verbetering omdat bij
zijn op deze gebieden belangrijke stappen gezet. Er is
milieleden, partners en anderen uit de directe omgeving
de sportkeuring de nadruk lag op goed- of afkeuring,
een start gemaakt met de implementatie van het in-
van een gebruiker behoefte te hebben aan informatie.
maar bij het PSMO juist werd gefocust op het geven
tern kwaliteitsbeleid waarin eisen worden gesteld aan
Ook zij kunnen terecht bij de Dopingautoriteit en hier-
van advies en voorlichting.
de interne zorgstructuur en organisatie van de bij de
voor is elke middag van 13.00 – 16.00 uur de Doping-
68
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
FSMI aangesloten sportmedische instellingen. DaarInmiddels was de Federatie van Bureaux voor Medische
naast is een kwaliteitshandboek ontwikkeld conform
Sportkeuring opgegaan in het Nationaal Instituut voor
de indeling van het INK-managementmodel. Deze twee
de Sport GezondheidsZorg (NISGZ), later omgedoopt
ontwikkelingen hebben geleid tot de certificering van
tot Nederlands Instituut voor Sport en Gezondheid
inmiddels 54 sportmedische instellingen.
(NISG). In 1983 werd door het NIGZ het nieuwe PSMO
Op dit moment zijn er maatschappelijk veel trends
ingevoerd ter vervanging van de “oude” sportkeuring,
waarneembaar die van invloed zijn op de organisatie-
maar het PSMO bleek niet aan te slaan met als be-
ontwikkeling van de FSMI. Aanzienlijke veranderingen
langrijkste oorzaak dat een aantal grote sportbonden
zijn waarneembaar in de zorgvraag. In de dagelijkse
de “verplichte sportkeuring” inmiddels in 1982 hadden
praktijk worden artsen in toenemende mate geconfron-
afgeschaft.
teerd met vragen over sportblessures, een actieve leef-
De huidige Federatie van Sportmedische Instellingen
stijl en sportadvisering bij cliënten met een chronische
(FSMI) is opgericht in 1992. Eerst was de officiële naam
aandoening. De vergrijzing is van invloed op het aantal
‘Federatie van Sportmedische Adviescentra (FSMA),
(oudere) sporters en zorgt mede voor een toename van
maar door een toename van het aantal sportgenees-
het aantal sportletsels. Het lijkt dan ook aannemelijk
kundige afdelingen binnen ziekenhuizen dat zich ook
dat het aantal verrichtingen binnen de sportmedische
bij de Federatie wilde aansluiten, is in 1999 besloten
instellingen de komende jaren zal toenemen. Door een
tot een naamswijziging om een bijdrage te leveren aan
veranderende leefstijl waarbij men op zoek is naar
een transparant aanbod van sportmedische zorg.
veiligheid en zekerheid zal de vraag niet alleen toene-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
69
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
men, maar zal ook de aard van de zorgvraag wijzigen.
de landelijke projectgroep Gezond aan de Top. Deze
sporten en sportmedische begeleiding te leveren. Niet
Gegevensbron is het routinematig door de SPIN Sport
Daarnaast zijn er nieuwe aanbieders van sportgenees-
projectgroep heeft de Stichting Certificering Actoren in
alleen sporters maar ook begeleiders, coaches en trai-
Medische Adviescentra bijgehouden Elektronisch Spor-
kundige producten op de markt en is er sprake van
de Sportgezondheidszorg (SCAS) verzocht om certifica-
ners kunnen die informatie goed gebruiken. Clubzorg is
ters Dossier (ESD).
een zodanig tekort aan sportartsen dat de zorgvraag in
tie-eisen te formuleren die gelden voor het begeleiden
een gezondheidsservice voor verenigingen en bestaat
Verder is in 2010 gewerkt aan de aanpassingen van het
zijn volledige omvang niet door de sportartsen in de
van topsporters.
uit systematische voorlichting, educatie en begeleiding
EPD voor topsportmedische begeleiding. Met sportart-
sportmedische instellingen kan worden opgevangen.
Onder een Topsport Medisch Samenwerkingsverband
op het gebied van sport, bewegen en gezondheid.
sen van vijf bonden is gesproken over implementatie
Rekening houdend met deze ontwikkelingen in de
wordt verstaan: één of meerdere sportmedische instel-
Door Clubzorg worden blessures voorkomen en de
van een topsportmedisch dossier. De planning was om
maatschappij ambieert de FSMI ook in de komende
lingen en personen die samenwerken om aan de eisen
sporter (die klachten heeft) herstelt sneller doordat hij/
het topsportmedisch dossier bij vijf sportbonden tege-
periode, in een snel veranderende omgeving waarbij
voor topsportmedische begeleiding te voldoen. Onder
zij snel de weg weet te vinden binnen het veld van de
lijk te implementeren. Helaas bleken niet alle sport-
sprake is van een toenemende vraag en groeiende
topsport wordt in dit kader het volgende verstaan: A, B
sportgezondheidszorg.
bonden al zover dat zij mee kunnen doen en daarom
concurrentie, de regiefunctie op het gebied van de
en High Potential sporters van de categorie 1 sporten.
Clubzorg is actief in de gemeenten Eindhoven, Purme-
is ervoor gekozen om te starten met één bond, in dit
sportmedische instellingen te behouden. Dat wil zij
Een Topsport Medisch Samenwerkingsverband moet
rend, ’s-Hertogenbosch, Venlo en Rotterdam.
geval de KNGU.
doen door haar deskundigheid op het gebied van
bij de SCAS aangemeld zijn en voldoen aan de SCAS-
professionalisering ook in te zetten bij de ontwikke-
eisen. De toetsing hierop vindt via een certificeringstra-
Elektronisch Patiëntendossier voor de sportarts
Implementatie INK derde fase
ling van nieuwe product-markt-combinaties. De klant
ject plaats.
Middels het Elektronisch Patiëntendossier kan de
Als basis voor het kwaliteitsdenken is gekozen voor
sportarts in één oogopslag het hele behandelproces
het INK model. Bij de aanpassing van de minimale
vormt daarbij het uitgangspunt. Op het gebied van
de ondersteuning van sportevenementen op regionaal
Indien een TMS in de praktijk voldoet krijgt het een
van de patiënt overzien. Zowel de (financiële) admi-
normen en eisen voor de bij de FSMI aangesloten
niveau wordt een systematisch aanbod van sportme-
certificaat voor 2 jaar. Indien een TMS ook aan een
nistratie als alle behandelgegevens kan men in dit
instellingen is weer teruggegrepen naar het INK model
dische begeleiding ontwikkeld. Uiteraard zal parallel
aantal specifieke omschreven normen voldoet die te
dossier vastleggen en gemakkelijk terugvinden. Deze
om het onderlinge verband tussen de normonderdelen
aan deze productontwikkeling voordurend aandacht
maken hebben met de structurele werking van de ver-
informatie is vervolgens te gebruiken voor facturatie,
helder naar voren te brengen. De volgende activiteiten
blijven bestaan voor de kwaliteit van de sportmedische
betercyclus dan krijgt het TMS een certificaat voor
correspondentie en verslaglegging. Deze efficiënte
zijn in 2010 ingezet:
instellingen als zodanig. Om te kunnen blijven inspelen
4 jaar.
manier van werken spaart in de eerste plaats tijd,
• Opstellen definitieve normen, eisen en sancties
op de groeiende vraag en de toenemende concurrentie
de ervaring leert dat dit gemiddeld tien minuten per
• Implementatie definitieve normen, eisen en sancties
zullen nurse-practitioners en physician-assistents wor-
Op 9 maart 2010 heeft Sportmedisch Centrum Gelderse
patiënt bedraagt. Naast overzicht en tijdwinst biedt
• Opstarten klanttevredenheidsonderzoek. Er wordt
den opgeleid waardoor kostenbesparend en doelma-
Vallei als eerste intramurale setting het certificaat Top-
het dossier vooral veel gebruiksgemak omdat men via
een gezamenlijk klanttevredenheidsonderzoek
tiger gewerkt kan gaan worden. Om de regie over het
sport Medisch Samenwerkingsverband ontvangen.
het internet toegang heeft tot alle gegevens. Papieren
uitgevoerd. De SMI hebben de keuze om zelf een
sportmedische zorgproces te blijven behouden zullen
De leidraad voor de TMS-certificering is afgerond
dossiers meeslepen is daarmee verleden tijd en ook
onderzoek uit te voeren of mee te draaien in het
zorgketens worden ingericht en duurzame samenwer-
evenals het model klanttevredenheidsonderzoek. Nu
het bewaren van medische informatie wordt op deze
FSMI brede onderzoek dat opgezet wordt. De SMI
kingsverbanden met ketenpartners worden aangegaan.
de structuur staat wordt de aandacht gericht op de
manier eenvoudiger. Het dossier is voorbereid op het
hebben tot 2011 de tijd om een keuze te maken.
Uiteindelijk dient deze samenwerking te leiden tot een
kwaliteit en de samenwerking van de diverse actoren
keurmerk Goed Beheerd Zorgsysteem en dit garandeert
In 2011 wordt de start gemaakt met het klantte-
grotere winst voor alle deelnemende partijen. De ken-
alsmede op goede communicatie. Binnen een of twee
een optimale beveiliging van de informatie.
vredenheidsonderzoek. Gekeken zal worden hoe
nis die het veld nu van de Federatie heeft zal vergroot
Topsport Medische Samenwerkingsverbanden worden
Tussen TNO, Ecaris en de VSG/FSMI is een samenwer-
een dergelijk gecentraliseerd onderzoek op gezet
en uitgebreid worden. Hiertoe wordt een communica-
pilots uitgevoerd om kwaliteit, samenwerking en com-
king met betrekking tot het Elektronisch Patiënten Dos-
kan worden (welke vragen en welke software zijn
tiestrategie ontwikkeld die tevens als doel heeft de
municatie nader te operationaliseren. Dit in het kader
sier. TNO heeft deze samenwerking vertaald naar het
nodig).
leden meer gebruik te laten maken van de diensten
van de uitvoering van het beleidsplan ‘Gezond aan de
zogenaamde SPIN: Sportzorg Informatie Netwerk.
van de FSMI.
Top’. Samenwerking vindt plaats met NOC*NSF, NVFS,
Het doel van SPIN is het generen van representatieve,
In 2011 zal een begin worden gemaakt met het uitwer-
NGS en SCAS.
continue, kwantitatieve en kwalitatieve informatie over
ken van een aantal vervolgstappen. Deze vervolgstap-
Topsport Medisch Samenwerkingsverband
In 2010 zijn er vier TMS-en op basis van de volledige
de door Nederlandse sportartsen geleverde zorg. De
pen kunnen bijvoorbeeld zijn:
Doelstelling van het meerjarenprogramma “Gezond aan
normen en elf TMS-en op basis van de instapnormen
informatie uit SPIN dient voor:
• interne audits
de Top”, waarin NOC*NSF de activiteiten op het gebied
gecertificeerd ( zie www.scascertificering.com).
• onderbouwing van het landelijk beleid van beroeps-
• structureel vormgeven aan relatie kwaliteitsbeleid
het verbeteren van de kwaliteit van topsportmedische
Clubzorg
• wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van het
begeleiding. Van sportbonden wordt verwacht dat zij
Sportverenigingen doen er alles aan om de leden een
een overeenkomst aangaan met een gecertificeerd
fijne tijd te bezorgen, maar de zorg voor de gezond-
Topsport Medisch Samenwerkingsverband (TMS). De
heid van sporters heeft niet altijd de allerhoogste
gebied van het gezondheidszorgbeleid in het
betrokken belangenorganisatie te weten NOC*NSF, VSG,
prioriteit. Clubzorg helpt de sportverenigingen bij
algemeen.
FSMI, NGS en NVFS hebben zich in 2006 verenigd in
deze taak door relevante informatie over verantwoord
van topsportmedische begeleiding samenbrengt, is
70
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
groep en overheid;
kwaliteitsbeleid van de beroepsgroep sportartsen;
• en het beantwoorden van vraagstellingen op het
3
met andere onderwerpen, bijvoorbeeld milieu
• een visie ontwikkelen omtrent het opzetten van een
veiligheidsmanagementsysteem
• onderzoek naar afstemming beleidscyclus FSMI met
SMI en volgen beleidscyclus FSMI
• opzetten en invoeren directiebeoordeling als onderdeel van normenstelsel
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
71
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
• ontwikkelen van ketenprocessen i.s.m. SMI’s
Adresgegevens
• medewerkers tevredenheidsonderzoek opzetten
Federatie van Sportmedische Instellingen
• prestatie-indicatoren (die SMI’s moeten aanleveren,
Postbus 52
aantal verrichtingen, omzet, zorgverzekeraars gaan
3720 AB BILTHOVEN
hier steeds meer op afrekenen. Normen en eisen
Professor Bronkhorstlaan 10 eerste verdieping
vertalen naar indicatoren). Op welke manier voldoe
Gebouw 60
je aan de eis?
3723 MB BILTHOVEN
3
Gehandicaptensport Nederland
Telefoon: 030-2252290
Samenstelling bestuur
Mw. G. Sijpkes
Mw. D.M.P.J. Wierper
voorzitter
Fax: 030-2252498
Gehandicaptensport Nederland is de nieuwe naam van
Projecten en activiteiten
E-mail: [email protected]
NebasNsg, ingevoerd per april 2008. Bij Gehandicap-
Gehandicaptensport Nederland bestaat uit de volgende
Website: www.sportgeneeskunde.com
tensport Nederland zijn circa 325 verenigingen aange-
organisatieonderdelen die zich gezamenlijk hard maken
Dhr. J. G.M.M. Lotgerink
sloten. Veel van deze verenigingen zijn opgericht voor
voor de gehandicaptensport in Nederland.
Dhr. B. Scholte
sporters met een handicap, maar er zijn ook steeds
Dhr. G. Koot
meer reguliere sportverenigingen waarvan gehandicap-
Dhr. A. Brons
ten lid zijn. Gehandicaptensport Nederland schat dat er
ongeveer 30.000 sporters met een handicap in Neder-
• De Adviesgroep: kennis, expertise, advies en opleidingen.
• De Sportbond: sportbond voor een aantal gehandi-
land regelmatig sporten en/of bewegen. NebasNsg is in
captensporten, maar ook ondersteuning van lidorga-
2001 uit een fusie van NEBAS (Nederlandse Bond voor
nisaties, organisatie van nationale en internationale
Aangepaste Sporten) en NSG (Nederlandse Sportbond
competities, kampioenschappen, toernooien en
voor Geestelijk Gehandicapten) ontstaan. De NEBAS is
uitzendingen.
van oudsher een sportbond voor lichamelijk, visueel en
zintuiglijk gehandicapten, de NSG was de sportbond
voor mensen met een verstandelijke handicap.
• SailWise: actieve watersport voor mensen met een
beperking op een van de eigen accommodaties.
• Special Olympics Nederland: sportevenementen voor
mensen met een verstandelijke handicap.
Doelstelling
72
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Gehandicaptensport Nederland stimuleert en faciliteert
Samenstelling bestuur
sporten en bewegen voor alle mensen met een handicap.
Fon Koemans
Rol
Adresgegevens
Sport draagt bij aan het welzijn van mensen. Iedereen,
Gehandicaptensport Nederland
ook mensen met een handicap, moet de mogelijkheid
Regulierenring 2B
krijgen om te sporten. Sporten en bewegen maakt men-
3981 LB Bunnik
sen met een handicap ‘fit voor het leven’.
T 030-6597300
Gehandicaptensport Nederland stimuleert en faciliteert
F 030-6597373
het sporten en bewegen en waarborgt sport- en bewe-
E [email protected]
gingsmogelijkheden voor alle mensen met een handicap.
W www.gehandicaptensport.nl
voorzitter
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
73
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
LOSO
De matrix (zie hieronder) is verdiept en binnen het
het letselprobleem met zich meebrengen. Naast onder-
kader van het ‘human performance model’ gelegd. De
zoek naar optimale talentontwikkeling, zal onderzoek
huidige matrix geeft een betere weerspiegeling van de
naar blessurepreventie en –behandeling daarom nood-
expertise van de LOSO partners en dient ter ondersteu-
zakelijk blijven.
Landelijk Overlegorgaan Sportgezondheids Onderzoek
ning van de onderlinge samenwerking, niet als afbake-
Ron Diercks
ning van exclusieve subdomeinen.
3
‘GO-LOSO’
Het LOSO is bezig de ideeën betreffende de grote, landelijke, cohortstudie ‘GO-LOSO’ verder uit te werken.
Het LOSO is een samenwerkingsverband tussen:
Over 2010
enkelblessures, tendinopathie), is er een duidelijke
Wij zien dit als een unieke kans om de wetenschap-
• het Universitair Centrum voor Sport, Beweging en
Er zijn vele ontwikkelingen rondom het sport-, bewe-
noodzaak voor verklarende studies. Er moeten meer
pelijke kennis in Nederland direct ten dienste te stellen
gen- en gezondheidsonderzoek en de uitvoering van het
fundamentelere vraagstukken naar de daadwerkelijke
van zowel de sportieve ontwikkeling van talenten als
strategisch plan LOSO. Het Mulier instituut en ZonMw
onderliggende fysiologische, energetische en biome-
de verandering van gedragspatroon van sedentair naar
hebben daarom in 2010 de studie verricht naar de
chanische processen opgelost gaan worden. Derge-
actief in een grote groep jeugdigen in verschillende re-
onderzoeksagenda sport 2011-2016 en de ministeries
lijke informatie verdiept de fundamentele kennis over
gio’s en met verschillende sociale kenmerken.
van VWS en OCW hebben de opdracht gegeven om een
(effectieve) interventies en verstevigt daarmee het
sectorplan onderwijs VWO-HBO binnen het domein van
wetenschappelijke fundament van praktisch invoerbare
Ook is studie naar effectieve implementatie nodig: suc-
de sport te ontwikkelen.
maatregelen.
cesvolle effectstudies leveren in de praktijk vaak weinig
Gezondheid van het UMCG Groningen;
• de Afdeling Sociale Geneeskunde en het EMGO+ Instituut van het VU medisch centrum Amsterdam;
• het Universitair Centrum voor Sportgeneeskunde
(UCS) van het UMC Utrecht;
• het Maastrichts Universitair Medisch Centrum+
(MUMC-MOVE);
• Musculoskeletal Science Center (MUSC) van het Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam.
Vanuit de klankbordgroep heeft LOSO intensief overleg
met onder anderen NOC*NSF topsport en NISB.
Het werkgebied van LOSO
Laag
Sub-optimaal
Blessure, aandoening,
ziekte
• Blessurebehandeling
• Revalidatie
•Chronische aan-doeningen / exercise
• Bewegen als therapie
Hoog
Optimaliseren van
gezondheid
Optimaliseren van
performance
Kwaliteit/welzijn
Sporter
• Beweegstimulering
•Gezondheidsbevordering
• Educatie en preventie
• Speciale groepen
Figuur 1; Naar Matheson en Pipe (1995); een zogeheten ‘Human Performance continuüm model’
74
Na de grote epidemiologische studies (hardlopen,
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
• Prestatieverbetering
• Testen en meten
•Training en
biomechanica
• Voeding en doping
• Psychologie
rendement op. Hier moet een inhaalslag worden geExercise = Medicine
maakt. Enerzijds door middels fundamenteel onderzoek
EXERCISE=MEDICINE moet wetenschappelijk, uitvoerend
interventies te optimaliseren, anderzijds door middels
en als standaardinterventie fundament krijgen door ver-
implementatie- en draagvlakonderzoek te kijken naar
dere onderbouwing, dosis-respons onderzoek, blijvende
de praktijk en zo interventies beter aan te laten sluiten.
gedragsverandering, alsmede beleidsaanpassing. Door
Wij attenderen de commissie er graag op dat we hier
de toenemende vergrijzing van de samenleving gaan
niet doelen op de daadwerkelijke implementatie, maar
ouderen een belangrijke doelgroep worden, zowel om
op het onderzoek naar de onderliggende en bijkomen-
de kwaliteit van leven hoog te houden, de ziektelast in
de processen.
te perken als ook om de vitaliteit van de ‘work-force’
(i.e. de B.V. Nederland) in stand te houden. Ontwik-
Kennistransfer
kelen van innovatieve zorgvormen passen in dit kader,
Er zijn minstens vier initiatieven bezig met de z.g. ken-
waarbij preventie hoger gewaardeerd gaat worden dan
nis transfer: het door VWS gesteunde KTS, waarin het
curatie.
LOSO samenwerkt met de VSG; de databank waarmee
Consument en Veiligheid aan het werk is; het ken-
Olympische ambitie
nisplein bewegen van NISB; en de kennis databank
Daarnaast zal er onder invloed van de Nederlandse
sport van NOC*NSF – allen in ontwikkeling of lopend.
Olympische ambitie een toename komen in het aantal
Wat onder meer bleek uit de eerste inventarisatie van
actieve sportparticipanten, dan wel een verdere inten-
het Mulier Instituut en ZonMw is dat de brug tussen
sivering van de participatie van huidige sportpartici-
wetenschap, kennis en praktijk niet eenvoudig te leg-
panten. Dit heeft gevolgen voor de maatschappelijke
gen is. Een andere, aanvullende, wijze kan zijn een
gezondheid. Zowel in positieve zin (betere gezond-
overzichtelijke en makkelijk bereikbare database, met
heid, sociale aspecten, lagere ziektelast), als ook in
daarin relevante gegevens, geordend en – nog belang-
negatieve zin (meer sportletsels, toename van kosten
rijker – gebaseerd op onderzoek dat betrouwbaar en
ten gevolge van sportletsels). Hierbij dient te worden
valide is. Betrouwbare factsheets dus. Daarvoor is niet
opgemerkt dat huidige inzichten uit LOSO-onderzoek
een uitgebreide IT investering nodig, maar is het cruci-
suggereren dat juist het inactieve individu een ver-
ale element een juiste zoektechniek, een professionele
hoogd letselrisico heeft. Het promoten van lichamelijke
beoordeling van de waarde van de verkregen gegevens
activiteit onder het inactieve deel van de Nederlandse
en een rangschikking op een zodanige wijze dat dit
bevolking zal derhalve een exponentiële toename van
vindbaar is voor ‘het veld’. Deze virtuele ‘sport-science’
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
75
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
Amsterdam
bibliotheek zou kunnen worden opgezet door bij een of
Samenstelling bestuur
meerdere deelnemende LOSO-partners wetenschappers
Prof. Dr. R.L. Diercks
voorzitter
aan te stellen die de taak hebben literatuur-searches te
Dr F. Hartgens
secretaris
verrichten, deze te beoordelen, te classificeren en in een
Prof. Dr. F. Backx
handzaam format ter beschikking te stellen, via een net-
Prof.dr. W. van Mechelen
werk, aan het veld. Dit zal, naast de werkwijze zoals ge-
Prof.dr. B. Koes
volgd door het KTS, een complementaire waarde hebben.
Het LOSO is vanaf dit jaar ook direct te benaderen via
Adresgegevens
haar website, www.loso.nl, waar ook onderzoeksvragen
LOSO
kunnen worden aangegeven. Deze site linkt ook door
Postbus 52
naar databases en de verschillende partners.
3720AB Bilthoven
E [email protected]
W www.loso.nl
Groningen
Maastricht
Rotterdam
Utrecht
Sub-optimaal
Blessures
X
X
X
X
X
Specifieke letsels / lichaamsdelen
Hoofd
B
Schouder / arm / hand
R
B
D
R
Lies
B, R
Patellafemorale pijn
Jumper’s knee
B, D, R
VKB
R
OSD
B
Achilles
R
Enkel
D, R
P, R
R
R
B, D, R
B
Overtraining
D, P
B, D, P
R
B, D, P
Specifieke sporten / doelgroepen
Betaald voetbal
B
Kinderen
B
Rugby
B
B,
Sportklimmen
Volleybal
B
X
Addison’s Disease
X
D
B
Longaandoeningen
R
Chronisch hartfalen
R
COPD
R
Diabetes
R
Oncologie
B, P, R
B, D, P, R
R
R
Parkinson
R
Reuma
R
Schizofrenie
R
TIA
R
Beweegstimulering
X
X
Beweegcoach
I
I
Bebouwde omgeving
D, I
Kinderen
D, I
Gezondheidsbevordering
X
Sedentair gedrag
D, I
Roken
I
Integrale aanpak op school (LO)
I
Educatie en Preventie
X
X
X
Specifieke letsels / lichaamsdelen
Hamstring
OSD
I
VKB
I
Enkelletsels
I
I
Overtraining
I
Hardloopblessures
I
Kinderen
I
Rugby
I
Voetbal
Speciale groepen
I
I
X
Slechtzienden
X
I
X
I
Diabetespatienten
I
Zwangeren
I
Oncologie
P, I
Spastische cerebrale parese
I
Dwarsleasie
I
Prestatieverbetering
Testen & Meten
B, P
Voeding & Doping
B
Bewegen als therapie
X
ADHD
P, R
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
R
Training & Biomechanica
B, D, P
Cystic Fibrosis
76
X
B
Artrose
R
Beroerte
Utrecht
Optimaliseren van Performance
B
Chronische aandoeningen
Rotterdam
Specifieke sporten / doelgroepen
R, D
Shin Splints
Artrose
Maastricht
Optimaliseren van gezondheid
T 030-2252290
Amsterdam
Groningen
3
X
X
X
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
77
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
W.J.H. Mulier Instituut
programmering, coördinatie en uitvoering van sociaal-
Mulier Instituut onder andere een panel van verenigin-
wetenschappelijk én beleidsrelevant onderzoek in en
gen en van sporters (zie http://www.mulierinstituut.nl/
naar de sportwereld en hiermee verweven terreinen, in
monitoring/). Aan beide panels kunnen vragen worden
het bijzonder de lichamelijke opvoeding.
voorgelegd, bijvoorbeeld over omgang met blessures.
Centrum voor sociaal-wetenschappelijk
sportonderzoek
Doelstellingen
tenschappelijke vraag centraal naar de relatie tussen
Koen Breedveld
• het verrichten van fundamenteel en toegepast soci-
persoonlijke handelingsmogelijkheden, maatschappelijke
In bredere zin staat in het programma de sociaal-we-
aal-wetenschappelijk sportonderzoek;
Ontwikkelingen in de samenleving en in de sport vol-
pionier en aartsvader van de Nederlandse sport. Hij richt-
trekken zich vandaag de dag in een razend tempo. Deze
te de eerste Nederlandse voetbal-, hockey- en bandyclub
ontwikkelingen hangen in toenemende mate met elkaar
op, was één van initiatiefnemers van de Elfstedentocht
samen, grijpen op elkaar in en hebben steeds vaker een
en de Nijmeegse Vierdaagse en stond aan de basis van
internationale dimensie. Het karakter van de sport is
de oprichting van de atletiekunie (KNAU), de voetbal-
dracht aan wetenschappers en beleidsmakers van
daardoor veranderd. Vroeger was het tamelijk eenvoudig
bond (KNVB) en de internationale schaatsunie (ISU).
sociaal-wetenschappelijke kennis op sportgebied;
en eenduidig: sport was wedstrijdsport, “een jong-
• de bevordering van de coördinatie en kwaliteit van
en institutionele structuren/tegenstellingen en bredere
historische processen. Deze relatie is van direct maat-
het fundamenteel en toegepast sociaal-wetenschap-
schappelijk belang. Zij is te herkennen in maatschap-
pelijk sportonderzoek;
pelijke discussies over bijvoorbeeld obesitas, waarin
• het bijdragen aan de opbouw, synthese en over-
• de bevordering van de instelling van bijzondere leer-
de oorzaken, verantwoordelijkheden en oplossingen in
eerste instantie op individueel niveau worden gezocht.
Projecten en/of activiteiten
School, bewegen en sport
menselijke activiteit” die in verenigingsverband werd
Doelstelling
beoefend. De werkelijkheid van vandaag is een andere.
Het Mulier Instituut vervult een spilfunctie in het sport-
• het ondersteunen van universiteiten en HBO-instel-
Tegenwoordig is er veel aandacht voor sporten en be-
Er is een zeer omvangrijke en pluriforme sportwereld
onderzoek in Nederland. Het verricht toegepast en
lingen bij de opleiding van onderzoekers op dit
wegen, mede door berichten over toename van over-
ontstaan, waarop allerlei maatschappelijke ontwikkelin-
fundamenteel onderzoek op het gebied van sport en
werkgebied.
gewicht en obesitas. Kinderen en jongeren vormen een
gen inwerken. Dergelijke ontwikkelingen vragen om een
bewegen en streeft naar een optimale afstemming tus-
vergroting van de kennis op sportgebied, vooral met het
sen kennisontwikkeling en de toepassing en versprei-
Rol binnen de sportgeneeskunde/sportgezondheidszorg
hiervan. Om deze stimulansen goed aan te laten sluiten
oog op een degelijke fundering van beleid.
ding van kennis. Naast de uitvoering van hoogwaardig,
Het Mulier Instituut richt haar activiteiten op ontwikke-
op de wensen en de leefwereld van deze doelgroep, is
Deze kennisbehoefte, zo stelden de oprichters van
probleemgestuurd beleidsonderzoek richt het instituut
lingen in de sportwereld. Hieronder worden alle mensen,
het belangrijk om na te gaan waardoor de jeugd beïn-
het Mulier Instituut vast, is problematisch. Terwijl de
zich op theoretische verdieping, innovatief, longitudi-
groepen en organisaties verstaan die zijn betrokken bij
vloed wordt. De school speelt daarbij een belangrijke
sportsector en het sportbeleid een proces van profes-
naal en internationaal vergelijkend sportonderzoek. Ook
activiteiten die zich als sport aandienen of in de samen-
rol. Niet alleen omdat er veel tijd wordt doorgebracht,
sionalisering ondergingen, bleef de uitvoeringsstructuur
communicatie met de relevante beleids- en onderwijsin-
leving als sport worden beschouwd. Tot dit werkterrein
maar ook omdat er veel ideeën worden opgedaan door
van het sociaal-wetenschappelijk sportonderzoek daarbij
stanties en kennisoverdracht en implementatie behoren
behoren activiteiten van zeer uiteenlopende aard, van
contacten met leerkrachten en medeleerlingen. Daarom
achter. De gevolgen: fragmentatie, gebrekkige onderlin-
tot de kerntaken van het instituut. Het ministerie van
zwemmen op de Olympische Spelen tot fitness in de
voert het Mulier Instituut een onderzoek uit om inzicht
ge afstemming en onvoldoende kennisaccumulatie.
VWS, NOC*NSF, KVLO, NISB en VSG zijn betrokken bij
sportschool en skaten op straat.
te krijgen in de mate waarin en de manier waarop soci-
De sociaal-wetenschappelijke fundering en verankering
de onderzoeksafstemming en de ontwikkeling van het
Voor het ministerie van VWS voert het instituut het on-
ale en fysieke factoren uit de school(omgeving) invloed
van het beleidsonderzoek is daardoor beperkt gebleven.
instituut.
derzoeksprogramma “Sport: passie, praktijk en profijt”
hebben op het beweeg- en sportgedrag van de leer-
uit (zie http://www.mulierinstituut.nl/objects/publicati-
lingen. Daarnaast willen we kijken welke maatregelen
Voor conceptueel, toetsend en vergelijkend onderzoek
stoelen op dit werkgebied;
belangrijke doelgroep als het gaat om het stimuleren
waren weinig mogelijkheden. Enerzijds resulteerde dat
Visie
ons/Programmatisch%20werkplan%202007-2010%20
in de school(omgeving) effectief zijn in het bevorderen
in onvoldoende synthese en theorievorming, anderzijds
Het Mulier instituut vindt het van maatschappelijk
per%203%20juli%202007.pdf ). Dit programma loopt
van het beweeg- en sportgedrag en wat de effecten
in een gebrekkige disseminatie en implementatie van
belang dat er door de uitvoering van fundamenteel en
van 2007 tot en met 2010 en het programma speelt via
van deze maatregelen zijn op het lichaamsgewicht van
wetenschappelijke kennis.
toegepast sociaal-wetenschappelijk onderzoek meer va-
de drie kerntaken van het instituut (volgen, begrijpen
de leerlingen. Het onderzoek maakt onderdeel uit van
Om deze situatie te verbeteren en de onderlinge afstem-
lide, betrouwbare en vruchtbare kennis wordt gegene-
en verspreiden) in op fundamentele en actuele maat-
het programma “Sport, Bewegen en Gezondheid” van
ming, coördinatie en diepgang van het sociaal-weten-
reerd over de sportwereld en de lichamelijke opvoeding
schappelijke ontwikkelingen en vraagstukken. Tot deze
ZonMw. Het onderzoek is uitgevoerd onder 187 scholen
schappelijk sportonderzoek in Nederland te bevorderen,
en dat deze kennis wordt aangewend ter ontwikkeling,
vraagstukken behoren ook zaken die verwant zijn met
en ongeveer 7000 scholieren. De publicatie wordt eind
werd op 12 april 2002 het W.J.H. Mulier Instituut opge-
onderbouwing, toetsing of evaluatie van het beleid op
sportgeneeskunde/sportgezondheidszorg, zoals de toe-
2010 verwacht. Meer informatie is te vinden op http://
richt. Het instituut ontstond uit een samenwerkingsver-
deze terreinen.
nemende problemen rondom het gebrek aan bewegen
www.mulierinstituut.nl/school.
band tussen het onderzoeksbureau Diopter – Janssens
78
en zwaarlijvigheid. Deze vraagstukken worden onder
& Van Bottenburg bv en de Universiteit van Tilburg, de
Missie
andere uitgewerkt in het onderzoek “School, Bewegen
Topsporters: talentontwikkeling, sociaal welbevinden en
Universiteit Utrecht en de Universiteit Tilburg. Diopter is
Het Mulier Instituut wil een onafhankelijk, innovatief,
en Sport” en in het onderzoek naar lichaamsoefening
burn-out
met al haar activiteiten opgegaan in het nieuwe instituut.
gezaghebbend en gewaardeerd interuniversitair onder-
en zelfdiscipline (een uitgebreide beschrijving van deze
Het Mulier Instituut bestudeert dit thema vanuit een
Het instituut is gevestigd in ’s-Hertogenbosch en is ver-
zoeksinstituut zijn met een stimulerende en uitdagende
onderzoeken zijn te vinden in de volgende paragraaf ).
tweeledig perspectief: van jonge talentvolle sporters
noemd naar W.J.H. (Pim) Mulier, wellicht de belangrijkste
werksfeer dat in Nederland nauw betrokken is bij de
Als onderdeel van de kerntaak “Volgen” onderhoudt het
en ‘drop-outs’ en van ex-topsporters. In beide studies
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
3
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
79
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
NGS
wordt een sportloopbaan- en levensloopperspectief
Samenstelling bestuur
gehanteerd. De centrale vraagstelling van het onderzoek
Het hoogste orgaan binnen de stichting is het bestuur.
luidt: Welke stimulansen en belemmeringen ondervin-
Het bestuur stelt de missie en kerntaken alsmede het
den (jonge) topsporters gedurende hun sportloopbaan
meerjarig onderzoeksprogramma van het instituut vast.
en welke factoren zijn bepalend in de transitiefases van
De leden van het bestuur zijn verbonden aan, en voor
Nederlands Genootschap voor Sportmassage
beginnen en stoppen met topsport en voor het sociaal-
hun bestuurszetel voorgedragen door, de onderzoeks-
Herbert Hoogers
maatschappelijk welbevinden van talenten en (ex)top-
instellingen die in de stichting participeren. Het bestuur
sporters? Inmiddels zijn er enkele publicaties binnen dit
van het Mulier Instituut wordt gevormd door vertegen-
traject verschenen. Informatie hierover is te vinden op
woordigers van de vier universitaire onderzoeksgroepen:
In de jaren ‘20 werd de opleiding tot sportmasseur
bij de promotie van sportmassage en tegelijk actief met
http://www.mulierinstituut.nl/onderzoek.
Universiteit Utrecht, Universiteit van Tilburg, Rijksuniver-
georganiseerd door het Nederlands Genootschap voor
massageteams bij grote evenementen als de Wandel-
siteit Groningen en Universiteit van Amsterdam.
Heilgymnastiek en Massage. Het duurde tot 1954 toen
vierdaagse van Nijmegen, marathons en andere grote
met de oprichting van het Nederlands Genootschap voor
sportevenementen. Bovendien zijn de NGS-afdelingen
Niet sporters
Het project bestaat uit kwantitatief onderzoek naar weer-
Prof. dr. Paul Verweel
Voorzitter
Sportmassage een specifieke organisatie voor sportmas-
diverse sportclubs behulpzaam bij het zoeken naar een
standen en beletsels van mensen om niet te sporten. Vol-
Dr. Ir. Hugo van der Poel
Secretaris
seurs ontstond.
goede sportmasseur.
gens de kabinetsnota ‘Tijd voor sport’ dient deze groep
Prof. Dr. Ruud Koning
De doelstelling van het NGS waren en zijn nog steeds
Verdere doelstellingen van het NGS zijn o.a. de belang-
onder meer te worden gestimuleerd tot sportbeoefening
Prof.Dr. Maarten van Bottenburg
Algemeen bestuurslid
de sportmassage in al haar facetten te bevorderen en de
stelling voor sportmassage te vergroten, de belangen
door aanpassing van het sport- en beweegaanbod.
Dr. Ruud Stokvis
Algemeen bestuurslid
kwaliteit van de sportmassage in Nederland te waarbor-
van de sportmassage en van haar leden te behartigen,
gen. Dat betekent onder meer dat nationale en interna-
het vergroten van de kennis van sportmasseurs(seuses),
Penningmeester
3
Lichaamsoefening en zelfdiscipline
Adresgegevens
tionale ontwikkelingen op dit gebied gevolgd worden,
kortom het dienen van de sportbeoefening door middel
Eén van de hypothesen die eerder onderzoek heeft
W.J.H. Mulier Instituut
terwijl ook de raakvlakken met andere massagemetho-
van sportmassage. Het streven van het NGS is erop ge-
opgeleverd is dat het slankheidgebod niet bij iedereen
Centrum voor sociaal-wetenschappelijk sportonderzoek
den worden bestudeerd.Deze kennis wordt via diverse
richt meer erkenning te verkrijgen van sporters, sport-
sterk genoeg werkt om gewicht en de vorm van het
Postelstraat 59
kanalen, waaronder het vakblad ‘Sportmassage’, naar de
bonden, de overheid en andere bij de sport betrokken
lichaam onder controle te houden door beheersing van
5211 DX ’s-Hertogenbosch
aangesloten sportmasseurs doorgesluisd.
instellingen en groepen. Tijdens de opleiding sportmas-
het voeding- en bewegingsgedrag. Zwaarlijvigheid wordt
Postbus 188
Zowel tijdens de opleiding als na het behalen van het
sage kan men reeds aspirant lid worden van het NGS.
hier gerelateerd aan variatie in zelfdiscipline ten aanzien
5201 AD ’s-Hertogenbosch
diploma sportmassage speelt het Nederlands Genoot-
van voeding en beweging. Dit onderzoek onderscheidt
T 073-6126401
schap voor Sportmassage (NGS) een belangrijke rol.
De sportmasseur
zich echter van het bestaande, medisch geïnspireerde
F 073-6126413
Sinds zijn oprichting in 1954 is het NGS er in geslaagd
Een goede masseur beschikt over ‘Fingerspitzengefühl’
onderzoek naar bewegen door het uitgangspunt dat de
E [email protected]
de sportmassage in al haar facetten te ontwikkelen en
en van deze vaardigheid wordt veelvuldig gebruikt
aard en de mate van de zelfdiscipline ten aanzien van
W www.mulierinstituut.nl
zodoende een niet meer weg te denken plaats te laten
gemaakt bij de directe voorbereiding op een sportieve
lichaamsbeweging sociaal gedetermineerd zijn. Dat be-
innemen in de sportgezondheidszorg. Het NGS partici-
prestatie. Deze pre-actieve massage wordt door de
tekent dat veel aandacht wordt besteed aan de relaties
peert in de sector Sport en Gezondheid van NOC*NSF
sporter zelf gewaardeerd als één van de factoren die
tussen sociale klasse, lichaamsoefening en zelfdiscipline.
samen met de overige partners in de sportgezondheids-
meehelpen om een optimale prestatie te leveren.
Bovendien onderscheid het zich door mogelijke discre-
zorg, de Nederlandse Vereniging voor Sportgeneeskunde
Behalve deze pre-actieve massage zal de sportmasseur
panties te identificeren tussen het perspectief van de
(VSG), de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapeuten
ook na afloop van de training en/of wedstrijd zijn kun-
overheid op volksgezondheid en dat van de individuele
in de Sportgezondheidszorg (NVFS) en de Federatie van
digheid kunnen aanwenden bij de post-actieve massage,
burger op zijn of haar individuele gezondheid.
Sportmedische Instellingen (FSMI). Om de eigen belan-
waarmee spierstijfheid verminderd of zelfs voorkomen
gen bij de overheid te behartigen, heeft het NGS contac-
kan worden. . Naarmate de trainingen frequenter en
ten met het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en
intensiever worden zal de noodzaak tot massage toe-
Sport (VWS).
nemen, omdat het lichaam minder tijd gegund wordt
om te herstellen. Massage kan in dergelijke gevallen
80
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Het NGS is een professionele organisatie waarbij circa
het herstelproces ondersteunen. Voorts wordt het tot
23.000 bezitters van een NGS-licentie geregistreerd zijn.
de taak van de sportmasseur gerekend de sportlieden
Daarvan zijn er ruim 7.900 lid van het NGS. Het NGS
met raad en daad terzijde te staan met adviezen over
houdt de vakkennis van de licentiebezitters continu op
voeding, trainingsbelasting, verzorging van hel lichaam,
peil door extra cursussen te organiseren en deelname
het al of niet gebruiken van de vele soorten smeersels
aan grote evenementen te stimuleren.
et cetera.
Het NGS is georganiseerd in afdelingen. Deze zijn actief
We zien vaak dat de sportmasseur door de sporter als
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
81
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
een soort vertrouwensman wordt beschouwd, bij wie
Adresgegevens
men niet alleen met lichamelijke klachten terecht kan,
Nederlands Genootschap voor Sportmassage
maar bij wie men ook eens heerlijk zijn hart kan luchten.
Postbus 200
6800 AE Arnhem
Enkele lopende projecten
T 026-8450870 (van 9.00-13.00 uur)
• verder ontwikkelen van kwaliteitsystemen voor de
F 026-8450875
organisatie en voor de individuele sportmasseur;
NIOS
Nederlands Instituut Opleiding Sportartsen
E [email protected]
• certificering van personen en praktijken;
W www.sportverzorgingsngs.nl
• professionalisering van na- en bijscholingen;
In 1986 erkende het College voor Sociale Geneeskunde
de ruimste zin met één en ander verband houdt, daar-
• participant bij de professionalisering van topsport-
de sportgeneeskunde als officiële tak van de soci-
toe behoort en/of daartoe bevorderlijk kan zijn.’
ale geneeskunde. In 1987 werd de sportgeneeskunde
Per 1 januari 2009 is het nieuwe opleidingsplan van
door de Ministeries van Welzijn, Volksgezondheid en
het NIOS van kracht (dit is sinds haar oprichting inmid-
Cultuur resp. Onderwijs en Wetenschappen officieel
dels het derde opleidingsplan). Dit opleidingsplan is
erkend als tak van de sociale geneeskunde. Aanslui-
gebaseerd op het Canadese systeem van beoordeling
tend hieraan is in 1989 het NIOS opgericht door de
en toetsing, dat als zodanig is geïmplementeerd in alle
Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG) om de taken
medische (vervolg-)opleidingen. Het model definieert
Voorzitter
en verantwoordelijkheden aangaande de opleiding tot
het beroepsprofiel van de medisch specialist aan de
Secretaris
sportarts in volle omvang uit te oefenen. Het leerplan
hand van ruim twintig sleutelcompetenties verdeeld in
van de opleiding tot sportarts werd op 27 juni 1991
zeven competentiegebieden, te weten:
medische zorg;
• participant bij professionalisering van ketenzorg.
Meer informatie: www.sportverzorgingngs.nl
Bestuurssamenstelling (per 1-10-2010)
Dhr. Arend van der Veen
Dhr. Frans Friederichs
Penningmeester
Dhr. Jaap Stein
Dhr. Huub van den Broek
Mevr. Janny Veerbeek-de Lange
ICT
door de Sociaal-Geneeskundigen Registratie Commissie
Public Relations
(SGRC) besproken en geaccordeerd en hierna werd het
• medisch handelen;
NIOS door de SGRC erkend als het opleidingsinstituut
• communicatie;
voor sportartsen.
• samenwerking;
De vierjarige voltijdopleiding tot sportarts van het
• kennis en wetenschap;
(afdelingen)
Dhr. Guus Bloemeers
Vakgebied Sportmassage a.i.
Dhr. G. Spees
3
Bedrijfsvoering
NIOS is toegankelijk voor (basis)artsen en bestaat uit
• maatschappelijk handelen;
praktijkscholing en cursorisch onderwijs. Deze com-
• organisatie;
binatie stelt sportartsen in opleiding optimaal in de
• professionaliteit.
gelegenheid om zowel de benodigde theoretische
kennis als de eveneens onmisbare praktijkervaring op
Uitgaande van deze competentiegebieden zijn de
te doen. De opleiding is opgebouwd uit een zeven-
sportgeneeskundige eindtermen gedefinieerd die ver-
tal modules, waarbij gestart wordt met respectievelijk
volgens als uitgangspunt zijn gebruikt voor de invul-
een module cardiologie, pulmonologie, orthopedie
ling van de opleiding.
en gevolgd door de modules huisartsgeneeskunde,
Bij het toetsen en beoordelen van de aios (arts in
wetenschappelijk onderzoek en twee modules sport-
opleiding tot specialist) sportgeneeskunde wordt ge-
geneeskunde. Daarnaast is cursorisch onderwijs een
werkt met een portfolio. Dit biedt een geformaliseerd
essentieel onderdeel gedurende de hele opleiding,
overzicht van individuele leer- en werkervaringen,
waarbij een groot accent ligt op inspanningsfysiolo-
onderbouwd met bewijzen en gerelateerd aan de eisen
gie. Meer informatie over de opleiding tot sportarts is
uit het Opleidingsplan Sportgeneeskunde. Een portfo-
elders opgenomen in dit jaarboek.
lio is ook een registratiesysteem waarin verschillende
(andere) vormen van toetsing en beoordeling kunnen
82
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Doelstelling
worden opgenomen. Het instrument biedt veel moge-
De stichting heeft sinds haar oprichting in 1989 als doel:
lijkheden tot gestructureerde feedback en zelfreflectie
‘het opleiden tot sportarts, onder andere door het op-
en daarmee tot het nemen van besluiten voor verdere
richten en in stand houden van één of meer opleidings-
ontwikkeling. Met de komst van het nieuwe oplei-
instellingen voor de opleiding van sportgeneeskundigen
dingsplan is het accent voor de opleider van de aios
als bedoeld in de desbetreffende Besluiten van het Col-
sportgeneeskunde verschoven van ‘beoordeling’ naar
lege voor Sociale Geneeskunde en voorts al hetgeen in
‘coaching’.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
83
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
Er zijn op dit moment tien opleidingsinrichtingen in Ne-
Samenstelling bestuur
derland waar de opleiding tot sportarts wordt verzorgd:
Drs. R. van Linschoten
• Amersfoort/ Baarn
Drs. P.A. van Beek
• Amsterdam
Prof. dr. R.L. Diercks
voorzitter
3
NISB
secretaris/penningmeester
lid
Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen
• Groningen
• Heerenveen
Verantwoordelijk voor organisatorische en
• Den Haag/ Leidschendam
onderwijskundige zaken
• Roermond/ Venray
mw. A.M.G.J. Bruinsma,
• Nijmegen
mw. Drs. E. Stolk,
instituutsopleider NIOS
• Utrecht/ Zeist
mw. E.V.M. Muller,
ambtelijk secretaris NIOS
directeur NIOS
hoogte van trends en ontwikkelingen op het gebied van
tot sport en bewegen om participatie, leefbaarheid en
sport en bewegen. NISB geeft richting aan vernieuwing,
gezondheid te bevorderen. NISB doet dit door ontwik-
werkt aan deskundigheidsbevordering en ondersteunt
Adresgegevens
keling en verspreiding van vernieuwende strategieën en
professionals op het gebied van sport- en bewegingssti-
• Eindhoven/ Veldhoven
• Zwolle
NISB is het kennis- en innovatie-instituut dat aanzet
Nederlands Instituut Opleiding Sportartsen
deskundigheidsbevordering onder professionals en de
mulering. Daarbij hoort ook verspreiding en implementa-
Om iedere sportarts in opleiding uitzicht te kunnen
Postbus 52
landelijke publiekscampagne 30minutenbewegen.
tie van vernieuwingen.
bieden op een passende arbeidsplaats, is het aantal
3720 AB BILTHOVEN
Het beleid van NISB is erop gericht dat gemeenten en
opleidingsplaatsen voor sportartsen beperkt tot 7 per
Professor Bronkhorstlaan 10 eerste verdieping
lokale (sport)organisaties initiatieven ontplooien die
Financiering
jaar. Eind 2010 telde Nederland 28 aios (sportartsen in
Gebouw 60
bijdragen aan een structurele verbetering van het lokale
NISB kent een systeem van gemengde financiering,
opleiding).
3723 MB BILTHOVEN
sportaanbod. Het liefst in samenwerking met andere
waarbij het ministerie van VWS de grootste opdrachtge-
T 030-2252290
lokale sectoren als welzijnswerk, gezondheidszorg, on-
ver is. VWS verstrekt zowel de zogenoemde instellings-
F 030-2252498
derwijs en recreatie.
subsidie als specifieke projectsubsidies voor innovatie-
E [email protected]
NISB heeft zich een gerespecteerde positie verworven
ontwikkeling, verankering en verspreiding.
W www.sportgeneeskunde.com
met kennisontwikkeling en -verspreiding, het entameren
Aanvullende financiering komt uit subsidie van andere
van debat, het ‘makelen en schakelen’ tussen de diverse
ministeries, uit fondsen (ZonMw, VSB Fonds, Stichting
partners in de wereld van sport, gezondheid en welzijn.
Doen, Johan Cruijff Foundation) en via partnerships met
De overheid beschouwt NISB als een belangrijke organi-
bijvoorbeeld NOC*NSF, bonden, gemeenten, provincies
satie om de doelstellingen op het gebied van sport en
of bedrijven. Bij de campagne 30minutenbewegen is
bewegen te realiseren.
zelfs het streven dat de subsidie wordt verdubbeld door
De activiteiten van NISB zijn hoofdzakelijk gericht op be-
partners/sponsors uit het bedrijfsleven.
leidsmakers, consulenten en coördinatoren van beweeg-
Daarnaast is er sinds 2009 een B.V.: NISB Consult.
en sportactiviteiten. Overheden, sportbonden, provin-
Vanuit NISB Consult kan o.a. advies op maat worden
ciale sportraden, welzijninstanties en gezondheidszorg,
gegeven, daar waar subsidies niet meer beschikbaar of
recreatie, onderwijs en ook bedrijven kloppen bij NISB
niet aan de orde zijn.
aan voor ondersteuning van innovatieve projecten.
Met de landelijke campagne 30minutenbewegen richt
Lokale aanpak
NISB zich ook op diverse publieksgroepen in de sa-
Het accent ligt voor NISB op een lokale, wijkgerichte
menleving. Zo wordt er rechtstreeks gecommuniceerd
aanpak. Hierbij werkt NISB nauw samen met partners
met vmbo-leerlingen, 50-plussers, chronisch zieken en
uit de sport- en beweegsector, onderwijs, zorg, welzijn
werknemers.
en bedrijfsleven. De opdrachten komen van de rijksoverheid, instellingen op het gebied van sport, gezondheid,
Missie
welzijn of onderwijs en bedrijven die sport en bewegen
De maatschappelijke waarden van sport en bewegen
inzetten als middel om hun doelen te bereiken.
zo goed mogelijk benutten, dat is de missie van NISB.
84
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Die maatschappelijke winst kan een gezonde en actieve
Flexibel en pragmatisch
leefstijl zijn, meer participatie van allochtonen of oude-
NISB ontwikkelt kennis in programma’s die projectmatig
ren aan de samenleving of bijvoorbeeld meer sociale
zijn opgezet. Begin en einde worden steeds duidelijk
cohesie in wijken en buurten.
gemarkeerd. Daardoor kan NISB flexibel inspelen op
NISB is als kennis- en innovatie-instituut goed op de
actuele vragen en ontwikkelingen. NISB beschikt over
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
85
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
expertise als het gaat om effectmeting via monitors,
veau toepasbaar maken. (zie verder onder ‘Olympisch
zorg en welzijn die als input dienen bij het positioneren
invalshoek voor NISB ligt niet direct in de preventie van
effectevaluaties, gebruikersraadplegingen en markton-
Plan 2028’)
van sport en bewegen binnen Wmo-beleid (www.wmo-
ziekten maar in het bestrijden van bewegingsarmoede
derzoek. Daarnaast kent NISB een levendige traditie in
sporttas.nl). Ook is in de campagne voor de gemeente-
van met name ouderen. NISB participeert in het netwerk
het organiseren van debat en betrokkenheid in allerlei
In de praktijk
raadsverkiezingen van 2010 extra aandacht gegeven aan
om de samenwerking en samenhang op een goede ma-
vormen tijdens workshops, congressen, lezingen, pre-
Campagnes
mogelijkheden om sport en bewegen in te zetten in de
nier uit te bouwen. Een ander netwerk dat in dit kader
sentaties, publicaties en artikelen. NISB heeft interactief
Elke dag 30 minuten bewegen, eigenlijk zou iedereen
prestatievelden van de Wmo.
in 2009 is ontstaan, is Fit for Life Nederland. NISB is
werken hoog in het vaandel staan en gebruikt die input
dat moeten doen. We wéten het ook wel, maar de eer-
om weer verder te verbeteren.
ste stap zetten is vaak lastig. De landelijke campagne
BeweegKuur
zich actief richt op het kunnen sporten en bewegen van
NISB verspreidt de ontwikkelde kennis en informatie
30minutenbewegen brengt deze boodschap onder de
De BeweegKuur is een beweegprogramma bedoeld voor
ouderen (www.fitforlifenederland.nl).
zoals methodiekontwikkeling, strategievorming en proto-
aandacht en helpt drempels weg te nemen. De cam-
mensen met (een hoog risico op) diabetes type 2 en
collen voor bepaalde situaties in de vorm van brochu-
pagne, primair gericht op de ‘burger’, wordt uitgevoerd
overgewicht. Door de samenwerking tussen verschillen-
Olympisch Plan 2028
res, boeken, dvd’s en websites. Maandelijks worden
in opdracht van het ministerie van VWS. De campagne
de professionals uit de eerstelijnszorg worden patiënten
De missie van dit plan is om met sport in de volle
de websites van NISB door zo’n 45.000 bezoekers per
die loopt tot en met 2010 heeft bijzondere aandacht
een jaar lang begeleid naar een actievere leefstijl.
breedte heel Nederland naar Olympisch niveau te bren-
maand (okt. 2010) bekeken. Met de introductie van de
voor doelgroepen waar de meeste inactiviteit voorkomt:
In 2008 is de BeweegKuur van start gegaan in 7 pilotre-
gen op sociaal-maatschappelijk, economisch, ruimtelijk
nieuwe NISB community (social network 2.0) in novem-
chronisch zieken, 50-plussers, vmbo-jongeren (www.dub-
gio’s en dit aantal is in 2009 uitgebreid naar 14 regio’s.
en welzijnsgebied, met als mogelijk resultaat Olympi-
ber 2010 zal naar verwachting het aantal herhaalbezoe-
bel30.nl) en werknemers (www.30minutenbewegen.nl).
In 2010 en 2011 zijn 21 regio’s aan de slag met de Be-
sche en Paralympische Spelen in 2028 in Nederland.
ken stijgen.
Intermediairs zoals sportraden, gemeenten, welzijnsorga-
weegKuur met als doel: opname in het basispakket van
Vooral de ambities breedtesport, sociaal-maatschap-
NISB organiseert interactieve bijeenkomsten, praktijk-
nisaties, sportorganisaties en zorgprofessionals kunnen
de zorgverzekeraars in 2012.
pelijk, welzijn en ruimte sluiten naadloos aan op de
gerichte workshops, cursussen en trainingen om het
de campagne lokaal vertalen. Speciale publieksacties
NISB regisseert de BeweegKuur met subsidie van het
missie en visie van NISB. In veel projecten draagt NISB
gebruik van de ontwikkelde kennis en het aanleren
ondersteunen de boodschap, zoals de Traploopweek in
ministerie van VWS en in samenwerking met NHG, LVG,
nu reeds bij aan de doelen van het Olympisch Plan. Zo
van nieuwe vaardigheden te stimuleren. Dit doet zij in
samenwerking met het Diabetes Fonds. Vanaf 2010 is de
NVDA, KNGF, LHV, DVN, VSG), NVD en NDF (voor meer
werkt NISB aan het stimuleren van sport en bewegen
samenwerking met provinciale en lokale intermediaire
aandacht speciaal gegaan naar het stimuleren van het
informatie: www.beweegkuur.nl).
bij senioren binnen het landelijk netwerk Fit for Life Ne-
organisaties.
gebruik van de fiets: Heel Nederland Fietst. Eind 2010
In november 2010 heeft NISB een ‘social network voor
zijn ook nieuwe campagnes gestart, steeds in samen-
Convenant Gezond Gewicht
stages in de sport, wordt de BeweegKuur in tientallen
professionals’ geïntroduceerd: via www.netwerkinbewe-
werking met een ander gezondheidsbevorderend insti-
Het Convenant Gezond Gewicht (voorheen: Convenant
wijken aangeboden en ondersteunt NISB vanuit het Na-
ging.nl kunnen alle professionals uit met name de sec-
tuut. ‘Geef het gezonde voorbeeld’: een campagne met
Overgewicht) is een samenwerkingsverband van organi-
tionaal Actieplan Sport en Bewegen 100 gemeenten met
toren sport en bewegen, welzijn en zorg elkaar virtueel
het Voedingscentrum, bedoeld om ouders van jonge kin-
saties uit overheid, maatschappij en bedrijfsleven. Doel
gezondheidsachterstanden.
opzoeken en aan de hand van thema’s en werkgroepen
deren bewuster te maken van hun voorbeeldgedrag op
is om het groeiende probleem van overgewicht een halt
NISB levert daarnaast een bijdrage aan het realiseren
kennis en informatie uitwisselen.
terrein van eten en bewegen. Verder is er een doorstart
toe te roepen. Gezamenlijk hebben de partners een ac-
van Olympische ambities op wijk- en buurtniveau. NISB
van ‘Kijk op Diabetes’ met de Nederlandse Diabetes
tieplan opgesteld ‘Energie in Balans’ (oktober 2005) dat
heeft als doelstelling om ondersteuning te bieden aan
Kabinetsbeleid
Federatie en het Voedingscentrum. Verder is samen met
inzage geeft in wat er in gang is gezet om overgewicht
gemeenten en overige professionals bij de ontwikkeling
Sport kan leiden tot een betere gezondheid en meer
Consument en Veiligheid een campagne ontwikkeld in
te bestrijden. Eind november 2009 is het eindverslag
van een integrale wijk-, buurt- en dorpssamenwerking
maatschappelijke samenhang. De kabinetsnota Tijd voor
het kader van valpreventie voor ouderen.
van de eerste periode overhandigd aan minister Klink.
rondom de maatschappelijke thema’s gezondheid, leef-
Ook is op dat moment het nieuwe Convenant Gezond
baarheid en participatie, waarbinnen sport en bewegen
Sport (2005) is de basis geweest voor veel programma’s
86
het coördinatiepunt van dit netwerk van 24 partijen dat
derland, organiseert NISB ruim 12.000 maatschappelijke
en projecten die NISB heeft ontwikkeld en/of uitvoert,
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
Gewicht ondertekend door de minister en ruim twintig
ingezet wordt als middel om tot vitale gezonde burgers
zoals ‘Nationaal Actieplan Sport en Bewegen’ (NASB),
Met de invoering van de Wmo in 2007 heeft het vorige
partijen uit het bedrijfsleven, de grote steden en het
te komen. Het Olympisch Plan 2028 en het standpunt
‘Meedoen alle Jeugd door Sport’ en ‘Sport en naschool-
kabinet een impuls gegeven aan gemeenten om de
maatschappelijk veld. Op uitnodiging van het Convenant
van het kabinet zijn voor NISB een aangrijpingspunt om
se opvang’. De nieuwe regering Rutte-1 focust zich met
actieve participatie van burgers aan de samenleving te
is NISB als partner toegetreden tot het samenwerkings-
in de aanloop naar 2028 deze doelstelling te realiseren.
name op het bevorderen van sport en sportvoorzienin-
bevorderen. Het gaat daarbij zowel om meer sociale
verband (www.convenantovergewicht.nl).
NISB beschikt over methodieken, materialen en trainin-
gen als integraal onderdeel van wijkplannen om zo de
cohesie op buurt- en wijkniveau als om grotere parti-
leefbaarheid te bevorderen. Ook streeft het kabinet naar
cipatie van kwetsbare burgers, onder wie mensen met
Kennisnetwerk preventie
lijk, welzijn, ruimte en breedtesport van het Olympisch
meer sportlesuren in het onderwijs. Om Nederland op
een beperking. Ook belemmeringen voor de sportdeel-
De rijksoverheid wil versnippering en overlap in de
Plan 2028.
een Olympisch niveau te krijgen, ook een wens van de
name behoren tot de aandachtspunten. Voor gemeen-
gezondheidszorg verminderen en de doelmatigheid
regering, werkt NISB als kenniscentrum op het gebied
ten ontwikkelde NISB een ‘sporttas’ met instrumenten
verhogen. Tegen deze achtergrond hebben kennisorgani-
Aandacht voor jeugd
van sport- en beweegstimulering nauw samen met
om sport, participatie en sociale cohesie te verbinden.
saties die werkzaam zijn op het terrein van preventie en
De jeugd staat volop in de belangstelling. De poli-
Olympisch Vuur. NISB gaat de ambities van het Olym-
Deze Wmo-sporttas bevat voorbeelden en praktische
gezondheidszorg het Kennisnetwerk Preventie opgericht.
tiek zet in op het wegwerken van achterstanden bij de
pisch Plan 2028 concretiseren en op wijk- en buurtni-
hulpmiddelen voor ambtenaren uit de sectoren sport,
NISB participeert hierin vanuit een bijzondere positie. De
jeugd op het gebied van gezondheid, welzijn, onder-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
3
gen die goed aansluiten bij de ambities maatschappe-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
87
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
wijs, opvoeding en bewegen, o.a. via het Beleidskader
Professionals uit de eerste lijnszorg en de wijk of wel-
Sport, Bewegen en Onderwijs (2008) van de ministeries
zijns-, sport- en beweegsector werken stapsgewijs actief
van VWS en OCW. NISB sluit zich daar graag bij aan,
samen om dit te bereiken
bijvoorbeeld met het project Vmbo in beweging dat ge-
De Ketenaanpak is sinds 2006 als procesaanpak ont-
richt is op inactieve leerlingen. Een ander voorbeeld is
wikkeld. Door middel van pilotprojecten in het land is
het contract van het ministerie van Onderwijs met NISB
informatie verzameld over diverse thema’s, zijn good
voor het realiseren van 12.000 maatschappelijke stages
practises beschreven en instrumenten verzameld.
in de sport. NISB formuleert jeugdprojecten waarbij
De website www.nisb.nl/ketenaanpak biedt informatie en
maatschappelijke doelen leidend zijn en de vraag van
praktische handreikingen en instrumenten over de Ke-
jongeren voorop staat: fun, gezelligheid, veiligheid en
tenaanpak Actieve Leefstijl voor professionals werkzaam
vertrouwen bij bewegen en sport. Intensievere samen-
in en buiten de eerste lijn. Daarnaast is een recente pu-
werking tussen scholen, sportclubs, naschoolse opvang
blicatie over succes- en faalfactoren van de Ketenaanpak
en sportbuurtwerk moet meer sportieve activiteiten
verschenen en te downloaden op de website.
opleveren voor jongeren op en rond scholen en in de
Professionals kunnen met deze informatie zelf een Ke-
wijken.
tenaanpak Actieve leefstijl bouwen of onderdelen uit de
De sociale omgeving is een belangrijke factor bij ge-
ketenaanpak gebruiken of toepassen binnen hun eigen
dragsverandering. Voor kinderen en jongeren telt de me-
project en/of activiteiten.
3
ning van ouders zwaar. Toch blijken maar weinig projecten voor leefstijlverandering van kinderen zich concreet
Partnership Huisartsenzorg in Beweging
op ouders te richten. Daarom gaat NISB extra aandacht
Het kabinet wil dat het aantal mensen dat door een on-
besteden aan de rol van ouders. Dat gebeurt onder
gezonde leefstijl en te weinig beweging een chronische
meer via “Beweegkriebels” en “Beweegplezier vanaf 4”,
aandoening ontwikkelt, aanmerkelijk verminderen. Huis-
twee projecten voor spelenderwijs bewegen van jonge
artsen en andere zorgverleners hebben een belangrijke
kinderen. De jeugdgezondheidszorg heeft sinds medio
rol in het actief bevorderen van een gezonde leefstijl,
2010 een heel praktische handreiking gekregen om het
bewegen en preventie. Het partnership Huisartsenzorg in
onderwerp ‘bewegen’ ter sprake te brengen op het con-
Beweging – waarin NISB participeert - is van mening dat
sultatiebureau: NISB heeft in samenwerking met andere
de huisarts een centrale rol heeft in het bevorderen van
partijen ‘Beweegtips’ uitgebracht. Artsen en verpleeg-
een gezonde leefstijl en bewegen voor de patiënt. De
bewegen, vooral door meer te bewegen in hun dagelijks
Adresgegevens
kundigen in de JGZ geven deze kaarten mee aan ouders
gezamenlijke partners zijn vanuit hun expertise en doel-
leven en meer te weten over een gezonde en actieve
Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB)
op het moment dat hun kind in de baby-, dreumes- en
stellingen van grote waarde voor het ondersteunen van
leefstijl. Uit ervaring blijkt dat sommige deelnemers zelfs
Horapark 4
peuterleeftijd is.
de huisarts, zijn praktijk en de zorgketen, inclusief het
doorstromen naar reguliere sportactiviteiten. Iets wat
6717 LZ Ede (GLD)
Ruimte om te spelen, te bewegen en te sporten is van
sport- en beweegaanbod rondom zijn praktijk. Kortom,
vóór deelname aan Communities in Beweging nauwelijks
Nederland
belang voor de jeugd om zich gezond te kunnen ontwik-
het partnership ondersteunt de huisarts op het gebied
mogelijk leek.
Postbus 643
kelen. Daarbij gaat het zowel om de openbare ruimte
van actieve leefstijladvisering. In 2009 is de website
Vanaf 2007 tot 2009 is er ervaring opgedaan met proef-
6710 BP Ede (GLD)
als groene ruimte, schoolpleinen, playgrounds, trapveld-
www.actiefadvies.nl gelanceerd: deze houdt professio-
implementatie van de aanpak CiB in Nederland. CiB is
T 0318-490900
jes, hangplekken en de stoep als om de nabijheid van
nals op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen op het
benoemd als één van de veelbelovende projecten die in
W www.nisb.nl
sportparken en voorzieningen. NISB wil nadrukkelijk de
gebied van bewegen en presenteert recent ontwikkeld
het kader van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen
relatie leggen tussen de omgeving en sport en bewe-
voorlichtingsmateriaal of nieuwe initiatieven in het land.
ingezet worden. Tevens heeft de aanpak CiB inmiddels
gen, met andere woorden tussen fysiek en sociaal. De
de status van theoretisch goed onderbouwd gekregen
beweegvriendelijke omgeving krijgt de komende jaren
Communities in Beweging
een sterke focus bij NISB.
Communities in Beweging is een werkwijze gericht op
van het Centrum voor Gezond Leven.
‘inactieven’ met een lage sociaaleconomische status.
88
De ketenaanpak actieve leefstijl
In een aantal weken ervaren de deelnemers plezier in
Dit is een netwerk en samenwerkingsverband tussen
bewegen, neemt hun zelfvertrouwen toe, ontwikkelen
professionals binnen en buiten de zorg om de actieve
ze initiatieven, leren ze meer over gezonde voeding en
en gezonde leefstijl voor mensen met een gezondheids-
kennen meer vormen van laagdrempelig bewegen. Het
achterstand en/of chronische aandoening te bevorderen.
einddoel is om de deelnemers structureel meer te laten
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
89
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
NOC*NSF
aan hun medewerking. Daarnaast worden topsporters
niets worden gemeenten, scholen, het buurtwerk en het
gesteund bij de ontwikkeling van hun maatschappelijke
bedrijfsleven in één adem genoemd met de sportvereni-
carrière. Er is per slot van rekening ook een leven nà de
ging. Samenwerking wordt op alle fronten gestimuleerd.
topsport.
NOC*NSF concentreert zich de komende jaren op een
De topcoach
aantal cruciale thema’s voor de ontwikkeling van de
In het NOC*NSF topsportbeleid, is veel aandacht voor
Nederlandse georganiseerde sport. Met betrekking tot
de begeleiding van de topsporters, voor het kader dus.
Sport heeft ons veel te bieden. Soms zelfs meer dan we
Breedtesport
die thema’s heeft NOC*NSF een proactieve, initiërende
Het persoonlijke ontwikkelingsprogramma “MasterCoach
denken. Sport is een bron van plezier. Op het veld én
Bij een vereniging moet iederéén terecht kunnen om
rol. Dit wordt vormgegeven in programma’s met concrete
in Sports” voor topcoaches is daarvan een voorbeeld,
langs de kant. Sport is ook een maatschappelijk bind-
lekker te sporten. Meer of minder talent, jong of oud,
projecten, resultaten en deadlines. De volgende pro-
evenals het ontwikkelen van loopbaantrajecten voor
middel. Daarnaast is sport goed voor de fysieke, men-
recreatief of prestatiegericht, de vereniging heeft ieder-
gramma’s staan onder andere op de agenda:
bondscoaches en ander sporttechnisch kader. Om ac-
tale en sociale gezondheid. En dat een heel leven lang!
een wat te bieden. Bij de meeste verenigingen kun je
• marketing en innovatie van sport
tuele ontwikkelingen en thema’s onder de aandacht te
Maar steeds vaker hebben we het te druk om met sport
op elk niveau sporten, naar sport kijken en zorgen vele
• groei door verenigingen
brengen en het delen van kennis te stimuleren, initieert
bezig te zijn of zitten we alleen nog maar achter de
enthousiaste vrijwilligers ervoor dat je aan trainingen en
• HR in de sport
NOC*NSF regelmatig Nationale en Olympische Coach
computer. Sportkoepel NOC*NSF vindt dat dát moet en
wedstrijden kunt meedoen.
• gehandicaptensport
Platforms. Ook organiseert de sportkoepel expertmee-
kan veranderen. NOC*NSF wil van Nederland een écht
De manier waarop de bijna 29.000 sportverenigingen
• maatschappelijke kwaliteit
tings waar dieper op bepaalde onderwerpen wordt
sportland maken op Olympisch niveau. NOC*NSF is dan
in Nederland zijn georganiseerd, is behoorlijk uniek in
• ontwikkeling sportbonden
ingegaan (bijvoorbeeld hoogtetraining of mentale bege-
ook een van de alliantiepartners voor het Olympisch
de wereld. Vrijwel nergens zijn zo dicht bij huis zoveel
Plan 2028. Het Olympisch Plan 2028 is de ambitie om
verschillende mogelijkheden om aan sport te doen.
Topsport
met sport in de volle breedte een bijdrage te leveren
Wel heeft een aantal sportverenigingen de laatste jaren
Het topsportbeleid van NOC*NSF richt zich op een
World Class Performance programma’s
aan Nederland, met veel positieve effecten, nú en in de
soms moeite om het hoofd boven water te houden. Ze
vaste positie bij de tien beste landen van de wereld. In
Sporttechnische programma’s (trainingen en wedstrij-
toekomst. En met de organisatie van de Olympische en
kunnen niet genoeg vrijwilligers krijgen, het ledenver-
het kader van deze ambitie van NOC*NSF ‘Nederland
den) moeten zich kunnen meten met het allerhoogste
Paralympische Spelen van 2028 in Nederland als inspire-
loop gaat snel, de accommodaties moeten onderhouden
structureel in de Top 10’ wordt een studie uitgevoerd,
internationale niveau. Ze kregen de naam ‘World Class
rend perspectief en mogelijke uitkomst.
worden of de inkomsten en uitgaven moeten beter op
een feiten- en ambitiepresentatie. Deze Studie Top Tien
Performance programma’s’. De topsportbonden zijn
elkaar worden afgestemd.
zal de basis vormen voor een nog te ontwikkelen high
verantwoordelijk voor de invulling van de programma’s
In Nederland kan iedereen op elk niveau aan sport
NOC*NSF ambieert een Nederland waarin zoveel moge-
performance plan.
waarmee de sporter zich kunnen meten aan de wereld-
doen. Jong of oud, valide of met een beperking, recreant
lijk inwoners georganiseerd sportief actief zijn of hierbij
Om de “Top-10 ambitie te verwezenlijken is het beleid
top. NOC*NSF stimuleert en helpt de bonden een goed
of topsporter. Samen met de aangesloten sportbonden,
op één of andere manier betrokken zijn. De Olympische
van NOC*NSF Topsport gericht op het creëren van opti-
topsportbeleid te ontwikkelen.
de scholen, het bedrijfsleven, de overheid en tal van
ambitie is dat minimaal 75% van de Nederlanders, uit
male omstandigheden voor topsporters en topsportcoa-
andere organisaties staat NOC*NSF dan ook pal voor de
alle lagen van de (multiculturele) samenleving, in 2016
ches. NOC*NSF is de professionele organisatie van de
Olympisch succes
georganiseerde breedtesport én topsport in Nederland.
regelmatig aan sport doet.
Nederlandse topsport, de marketing en de financiering
Samen met de topsportbonden stelt NOC*NSF de
van topsport.
kwalificatie-eisen vast voor Olympische en Paralympi-
Sport is fantastisch, om te doen, om naar te kijken
90
in de opknapbeurt voor de verenigingen. Niet voor
leiding).
én om je voor in te zetten. Bij je eigen vereniging, op
Cruciaal voor een sterke vereniging is en blijft de kwali-
school, in de wijk of aan de top. Sport maakt ons trots,
teit van het sportaanbod. Bestaand en nieuw sportaan-
De topsporter
krijgen extra ondersteuning om zo daadwerkelijk succes
is gezond en zorgt voor erkenning. En sport is ook een
bod moet naadloos aansluiten bij de uiteenlopende be-
Doel is om in zoveel mogelijk sporten permanent tot de
te boeken. Daarnaast verzorgt de sportkoepel rondom
bedrijfstak. Samen sporten is leuk en het geeft het ge-
hoeften van de verschillende doelgroepen. Het ultieme
beste tien landen van de wereld te behoren, óók in niet-
de Olympische Spelen alle zaken op het gebied van lo-
voel dat je ergens bij hoort.
doel is sporters een leven lang sport aan te kunnen
Olympische sporten! Om dat te bereiken is NOC*NSF
gistiek, transport, administratie en verblijf.
sche Spelen. Sporters die de normen en limieten halen,
bieden, passend bij de levensfase waarin men zich be-
voortdurend bezig goede voorwaarden voor (aanko-
De Spelen zijn het toppunt in de carrière van vele spor-
De maatschappelijke betekenis van sport is groter dan
vindt. De kwaliteit van het kader (van de barmensen tot
mende) topsporters te creëren, waardoor zij maximaal
ters en de droom van vele anderen. Miljoenen mensen
ooit. Maar we zijn er nog lang niet. Als de Nederlandse
en met de voorzitter en van de scheidsrechters tot en
kunnen presteren.
zijn op de een of andere manier bij de Olympische Spe-
samenleving de kracht van sport echt wil benutten en
met de trainers) moet sterk zijn en blijven! Samen met
Eén van de voorwaarden is dat topsporters zich opti-
len betrokken. Als sporter, als begeleider, als organisa-
bovendien bij de top tien van de wereld wil (blijven)
de sportbonden zet NOC*NSF zich in op de werving van
maal kunnen voorbereiden op topsportprestaties. Aan-
tor, als toeschouwer op de tribunes of via de media. De
horen, dan moet zij fors investeren. Sport, overheid en
vrijwilligers, maar ook op versterking van hun kennis en
vullend op de investeringen van een sportbond biedt
Spelen zijn voor zowel de atleten als de toeschouwers
bedrijfsleven voorop. NOC*NSF staat voor de sport en
vaardigheden. Dit betekent dat meer en betere cursus-
NOC*NSF ter ondersteuning verschillende financiële en
een fantastisch voorbeeld van wat je met sporten kunt
daagt iedereen uit om samen te investeren in de kracht
sen en opleidingen worden aangeboden en ontwikkeld.
materiële voorzieningen. Het Ministerie van VWS, de
bereiken en hoe van sport een intercultureel en fees-
van sport.
Ook andere lokale partners spelen een belangrijke rol
NOC*NSF Partners in Sport en Suppliers verlenen hier-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
3
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
91
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
telijk evenement wordt gemaakt. Maar de Olympische
maar ook met buitenlandse sportorganisaties, oplei-
Spelen zijn slechts het zichtbare topje van de ijsberg,
dingsinstituten en andere voor de sport relevante partij-
van datgene wat de Olympische Gedachte of het Olym-
en. Het gaat bij internationale samenwerking doorgaans
pisme wordt genoemd.
om kennis en ervaring halen en/of brengen ten behoeve
van topsport en/of breedtesport in Nederland.
3
NOTS
Nederlandse Orthopedische en Traumatologische
Sportgeneeskundige werkgroep
Heleen Sonneveld
Internationaal
Als nationale sportkoepel heeft NOC*NSF ook een inter-
Adresgegevens
nationale rol en verantwoordelijkheid. De sportkoepel
NOC*NSF
vertegenwoordigt de Nederlandse sport in het buiten-
Postbus 302
In 1982 werd door een aantal orthopeden met speci-
Samenstelling bestuur
land en behartigt zowel binnen de EU als daarbuiten
6800 AH Arnhem
ale interesse voor de sportgeneeskunde een werkgroep
M. P. Heijboer
haar belangen. Daarnaast streeft NOC*NSF internationale
T 026–4834400
opgericht die later uitgroeide tot de Nederlandse Or-
Mw. H. Sonneveld
samenwerking na, algemeen en sportspecifiek. En niet
W www.nocnsf.nl
thopedische en Traumatologische Sportgeneeskundige
dr. P.H. Wiersma
alleen binnen internationale fora, met zustercomités of
werkgroep (NOTS) van de Nederlandse Orthopedische
dr. T.V.S. Klos
federaties of in het kader van zogenaamde Memoran-
Vereniging (NOV).
dum of Understanding (tussen nationale overheden),
Naast een actieve rol door de leden van de NOTS bij
De relatie met andere beroepsgroepen werkzaam in de
de organisatie van symposia, congressen en onderwijs
sportgezondheidszorg wordt onderhouden door verte-
biedt deze werkgroep in driemaandelijkse vergaderin-
genwoordiging op congressen en refereeravonden en
gen een platform voor intercollegiaal overleg en tijdens
NOTS-vertegenwoordiging in het bestuur van de Vereni-
de vergaderingen wordt ruim aandacht besteed aan
ging voor Sportgeneeskunde (A. Stibbe).
casuïstiek. Voor deelname aan de vergaderingen en het
Op internationaal niveau is de NOTS toegetreden tot de
lidmaatschap van de NOTS werkgroep zijn alle in sport
EFOST (European Federation of National Associations of
geïnteresseerde orthopeden en ouderejaars assistenten
Orthopaedic Sports Traumatology).
voorzitter
secretaris
penningmeester
buitenlandse betrekkingen
orthopedie welkom.
Dr. M. Maas, skeletradioloog uit het AMC, is tevens lid
van de NOTS en zijn aanwezigheid geeft een extra dimensie o.a. bij de bespreking van casuïstiek.
92
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
93
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
NVDA
Interviewing, waarin assistenten leren hoe zij patiënten
Arbeidsmarkt
kunnen stimuleren meer te bewegen en gezonder te leven.
Dat laat gelijk de derde reden voor opname in de wet
Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten
Taakverschuiving
de ongediplomeerde. Dat houdt het beroep aantrekkelijk
Jellie Klaver
Vriend en vijand zijn het er inmiddels over eens dat taak-
en dat is hard nodig, want er is een tekort aan gediplo-
overheveling in de zorg veel oplevert. Waar het kan, ver-
meerde doktersassistenten. Met name het tekort aan
schuiven taken van artsen naar verpleegkundigen. Of, en
stageplekken voor studenten is een probleem. De NVDA
dat weten minder mensen, ze verschuiven naar praktijkon-
is, samen met andere partijen, actief in het Arbeidsmarktproject en werkt hard aan verbetering van knelpunten.
3
BIG zien: het scheidt de gediplomeerde professionals van
De NVDA behartigt de belangen van doktersassistenten in
ontlast de huisarts. Dit levert een duidelijke winwin-
dersteuners of doktersassistenten.
Nederland, collectief (de ca. 25.000 doktersassistenten
situatie op.
Het beroep doktersassistent heeft zich de laatste ja-
in Nederland) en individueel (ruim 5.000 NVDA-leden).
ren enorm ontwikkeld. Neem de huisartsenpraktijk: de
Kwaliteitsregister
De NVDA zet zich in voor erkenning, bewaking en goede
De toelatingseis moet omhoog naar minstens vmbo-
doktersassistent beoordeelt de zorgvraag van de patiënt,
Er komt, vooruitlopend op opname in de wet BIG, een
uitoefening van het beroep. Denk aan opleiding, (na)scho-
tl, er moeten meer en betere stageplekken komen,
maakt afspraken en adviseert. Maar zij (soms een hij)
kwaliteitsregister voor doktersassistenten. In dit regis-
ling, kwaliteitseisen maar zeker ook aan goede taakver-
meer specialisatiemogelijkheden, meer en beter
doet ook de eenduidige medische handelingen en dat zijn
ter kunnen gediplomeerde doktersassistenten zich laten
overleg tussen scholen, werkgevers en werknemers.
er heel wat: longfunctie- en bloeddrukmeting, vaccinaties,
inschrijven. Elke vijf jaar volgt een update: alleen met de
oren uitspuiten, vitamine B-injecties, uitstrijkjes, ECG-
nodige nascholing en werkervaring blijft de inschrijving in
deling in de zorg. Een goed opgeleide én gecertificeerde
doktersassistente kan door een slimme intake en coördi-
c. een betere opleiding
d. meer doktersassistenten per huisartsenpraktijk
natie als ook door het zelf uitvoeren van relatief eenvou-
De huidige vergoeding is 0,8 fte doktersassistent
filmpjes, verwijderen van hechtingen, noem maar op. De
het kwaliteitsregister van kracht. Veel beroepen in de zorg
dige medische handelingen, fors bijdragen aan een betere,
op 1 normpraktijk, in de huidige praktijk is dat 1 fte
meeste artsen, zo blijkt uit onderzoek, juichen dit toe: zo
en daarbuiten hebben al een systeem dat de professiona-
efficiëntere en daarmee goedkopere gezondheidszorg.
op 1 normpraktijk. De ideale verhouding is volgens
hebben ze meer tijd voor complexe patiënten en situa-
liteit van de beroepsoefenaars objectief en betrouwbaar
De NVDA heeft ruim 5000 leden en zet zich in voor erken-
het NIVEL 1,5 fte, volgens de Landelijke Huisartsen
ties. Iedereen blij, zou je zeggen. De dokter, die meer tijd
vaststelt. Nu gaat dat dus ook voor doktersassistenten
ning en goede uitoefening van het vak. Doktersassistenten
Vereniging 1,6 fte. Betere bereikbaarheid overdag
overhoudt. De patiënt die efficiënter geholpen wordt. De
gelden.
werken op vele plaatsen in de gezondheidszorg: in huis-
voorkomt overbelasting in de (dure!) nacht- en
doktersassistent die haar beroep een stuk leuker en inte-
Een werkgroep, bestaande uit doktersassistenten uit alle
artsenpraktijken, op huisartsenposten, in ziekenhuizen,
weekenddiensten.
ressanter ziet worden. En de samenleving, die ziet dat het
werkvelden, is begin 2010 aan de slag gegaan. Zij beke-
in de zorg goedkoper kan doordat de doktersassistent, in
ken de kwaliteitscriteria van vergelijkbare beroepen zoals
plaats van de hbo-collega of arts, taken uitvoert.
operatie-assistenten, apothekersassistenten, verpleegkun-
bij ARBOdiensten en Centra voor Jeugd en Gezin. Er zijn
veel activiteiten en commissies voor al deze terreinen. Een
De doktersassistent wil kwaliteit leveren
team van zo’n 85 actieve leden organiseert alle activitei-
U bent bij de dokter en uw wond moet verzorgd worden,
ten. Dit zijn doktersassistenten en praktijkondersteuners;
of uw urine nagekeken, of uw diabetes gecontroleerd.
Opname in wet BIG
teitsregister en Accreditatie Beroepen In de Zorg (KABIZ),
zij weten als geen ander wat speelt binnen het vakgebied
Doet de dokter dat zelf? Nee, in de meeste praktijken is
Maar het medisch handelen van doktersassistenten is nu
die voor veel (para)medische beroepen al het kwaliteitsre-
en kunnen direct inspelen op actuele ontwikkelingen.
dat de doktersassistent. Verstandig, want de doktersas-
niet wettelijk geregeld. Opname in de wet op de individu-
gister doet, en dus veel expertise op dit gebied heeft. De
sistent is daarvoor opgeleid en bekwaam; bovendien kost
ele beroepen in de gezondheidszorg (BIG) zou een grote
leden van de NVDA beslissen over de definitieve kwali-
zij de samenleving minder dan een arts. Maar het medisch
stap vooruit zijn. Deze wet regelt opleiding, kwaliteits-
teitscriteria. Naar verwachting gaat het Kwaliteitsregister
Wat doet de NVDA
handelen van assistenten is nu niet wettelijk geregeld. Op-
eisen, verplichting tot (na)scholing, erkenning van het
Doktersassistenten zomer 2011 van start.
De NVDA strijdt voor
name in de wet op de individuele beroepen in de gezond-
beroep, duidelijkheid naar andere zorgverleners, zorg-
a. opname in wet BIG, art.34 en kwaliteitsregister
heidszorg (BIG) zou een grote stap vooruit zijn. De NVDA
verzekeraars en patiënten. De NVDA spant zich hiervoor
Bestuur
Dit regelt in één klap kwaliteitseisen, verplichting
maakt zich daar hard voor. Vooruitlopend daarop werkt zij
in. Zo is in 2010 een brief naar alle nieuwe Kamerleden
Gerda van Baggem
tot (na)scholing, toegang tot informatie zoals het
aan een Kwaliteitsregister, dat in 2011 van start gaat.
gegaan, is de website vernieuwd en worden werkbezoe-
Jellie Klaver
Elektronisch Patiënten Dossier, bevoegdheid tot reiDe NVDA is één van de partners in het Partnership Huis-
De wet BIG regelt ook toegang tot het Elektronisch Pa-
Adresgegevens
het beroep, duidelijkheid naar andere zorgverleners,
artsenzorg in Beweging. Huisarts, praktijkondersteuner en
tiënten Dossier, essentieel voor doktersassistenten om de
NVDA
zorgverzekeraars en patiënten. Vooruitlopend op op-
doktersassistent zijn de drie functionarissen binnen de
juiste zorg te kunnen bieden. Inloggen op het EPD met de
Othellodreef 91-93
name in de wet BIG zet NVDA een kwaliteitsregister
huisartsenpraktijk, die zich hiermee bezighouden. Want
code van de arts, zoals sommigen bepleiten, lost niets op:
3561 GT Utrecht
op, met daaraan gekoppeld een puntensysteem voor
ook in de Huisartsenpraktijk wordt dit een belangrijk item
dan is niet te traceren wie wat heeft gedaan, na verloop
T 030-2631040
bijscholing.
bij het voorkomen of behandelen van chronische ziekten.
van tijd al helemaal niet, en loopt de arts alle risico’s. De
F 030-2631049
Huisartsen worden hier al op geschoold. De NVDA en VSG
doktersassistent is een professional die zelf verantwoor-
W www.nvda.nl
Goede triage, taakdelegatie van arts naar doktersas-
hebben in aansluiting hierop de cursus actieve leefstijl spe-
ding wil afleggen voor haar handelen en aan zware kwali-
sistent, verrichten van eenvoudige medische hande-
ciaal voor doktersassistenten ontwikkeld. Daarnaast is de
teitseisen wil voldoen.
lingen verrijkt het beroep van de doktersassistent en
NVDA met de VSG in gesprek over een cursus Motivational
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Voorzitter
Directeur NVDA-hoofdkantoor
ken georganiseerd.
zigersvaccinatie, vrijstelling van BTW, erkenning van
b. heldere positie in eerstelijnszorg
94
digen. Uiteindelijk is besloten aan te sluiten bij het Kwali-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
95
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
NVFS
De NVFS en Dopingautoriteit, eigenlijk volledig de Stich-
ben reeds een handboek samengesteld. Andere produc-
ting Anti-Doping Autoriteit Nederland geheten, hebben
ten zijn: de Enkelkaart en een Blessurepreventiecursus
elkaar gevonden in 2010. Sportfysiotherapeuten dienen,
Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie
in de Sportgezondheidszorg
voor sportmasseurs. Informatie uit de kennisoverdracht
als begeleiders rondom een sporter, kennis te hebben
tijdens de bijeenkomsten worden verwerkt in “Enkel-
van de dopingregels en –procedures en hebben de taak
Jeffrey Jansen
avonden” voor sportverzorgers en trainers van sport-
de sporter over dopingregels en –procedures voor te
verenigingen, georganiseerd vanuit de VSG onder de
lichten, mee te werken aan de uitvoering van het anti-
noemer Clubzorg.
dopingprogramma en het bevorderen en bestendigen
De NVFS is één van de tien beroepsinhoudelijke lidver-
Nieuwjaarsdebat. In 2010 was het eerste MSG-congres
enigingen van het Koninklijk Nederlands Genootschap
een feit.
voor Fysiotherapie (KNGF). Zes van deze lidverenigingen,
van een antidopinghouding van de sporters.
De NVFS heeft een aandeel in diverse congrescommissies. De VSG (sportgeneeskunde) heeft in haar
De NVFS zorgt voor wetenschappelijke borging enin
waaronder de NVFS zijn door het KNGF bestuur formeel
Rol van de NVFS binnen de sportgeneeskunde/sportge-
jaarlijkse Sportmedisch Wetenschappelijk Congres een
2010 is het Lectoraat Musculoskeletale Revalidatie op de
erkende specialistenverenigingen. Een werkgroep van
zondheidszorg
onderdeel voor en door NVFS sportfysiotherapeuten.
HAN te Nijmegen gestart. Ook zijn belangrijke stappen
fysiotherapeuten die frequent sporters met blessures
De NVFS kent verscheidene projecten binnen de sport-
De NVFS heeft in 2010 haar medewerking verleend aan
gemaakt om in 2011 de leerstoel musculoskeletaal te
zagen, deed onder begeleiding van een sportarts veel
gezondheidszorg. Vanuit de adviezen van het Lande-
het lustrumcongres van de Nederlandse Vereniging voor
realiseren.
aan deskundigheidsbevordering.Toen deze werkgroep
lijk Platform Sportgezondheidszorg beschreven in het
Arthroscopie.
in 1981 uit meer dan 150 leden bestond is besloten de
rapport “Zorg voor Sport en Bewegen”, werkt de NVFS
Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sport-
samen met de VSG (sportgeneeskunde) en de NGS
In 2010 heeft de Nederlandse Vereniging voor Trauma-
Bart Smit
gezondheidszorg op te richten. Voor deze groep fysio-
(sportmassage) in het Project Regionalisatie Ketenkwa-
tologie, in samenwerking met de Verenigde Gipsver-
Algemene verenigingszaken, Topsport, Positioneren &
therapeuten behartigt de vereniging de belangen en is
liteit (Zie onder). De vereniging zoekt dialoog met en
bandmeesters Nederland, het College van Clubartsen en
Profileren, Sociaal-economische zaken
zij servicebureau. Vanuit de cursussen onder hoede van
wordt gevonden door allerlei relevante partners in de
Consulenten, de Nederlandse Vereniging voor Spoedei-
Joris Stavenuiter
de Nederlandse Sport Federatie te Papendal is via een
sportzorg , zoals orthopedisch chirurgen, cardiologen,
sende Hulp Artsen, de Vereniging voor Sportgeneeskun-
interim penningmeester Financiën, Regiozaken
tweejarige post-HBO opleiding en de verplichte na- en
sportartsen, inspanningsfysiologen maar ook door in-
de en de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in
Wim Hullegie
bijscholingen van zittende sportfysiotherapeuten de op-
stellingen als NOC*NSF, sportbonden, TNO en Consu-
de Sportgezondheidszorg het 4e Post Olympisch Sport
Beroepsinhoud, Scholing, Wetenschap, Congresinhoud
leiding inmiddels geëvolueerd tot een 3 jarige post-HBO
ment & Veiligheid. Deze laatste partner is de afgelopen
Congres georganiseerd.
Masteropleiding Sportfysiotherapie (MOS).
jaren zeer actief op gebied van sportblessurepreventie.
De NVFS maakt zich hard voor erkenning van de specia-
De kwaliteit van NVFS- sportfysiotherapeuten is onom-
De NVFS neemt zitting in het project VoorZorg Sport-
Congresorganisatie, IFSP
lisatie Sportfysiotherapie. Naast een hoge kwaliteit van
streden. Al jaren spreken NOC*NSF en de sportbonden
evenementen samen met onder andere VWS, Inspectie
Jeroen Bijman
het als paramedicus verstrekken van sportmedische en
hun voorkeur uit voor de actieve leden van onze ver-
van Volksgezondheid, NOC*NSF, VSG en Zilveren Kruis
Regiozaken, Communicatie
sporttechnische informatie, doelgerichte sportfysiothe-
eniging. Voor de SCAS-gecertificeerde Topsport Medi-
Achmea om organisatoren van sportevenementen een
rapeutische behandeling en begeleiding bij sportgerela-
sche Samenwerkingsverbanden (TMS) zijn de criteria en
checklist aan te bieden met betrekking tot preventie
Adresgegevens
teerde bewegingsvraagstukken en aandoeningen, zal de
overgangsregelingen voor de deelnemende disciplines,
van sportblessures en –ongevallen. In opdracht van het
Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sportgezond-
beroepsinhoud van de sportfysiotherapie in de toekomst
waaronder de NVFS sportfysiotherapie reeds opgesteld.
Ministerie VWS is naar aanleiding van de sterfgevallen
heidszorg
tijdens de Nijmegen Vierdaagse in 2006 en calamiteiten
Stadsring 159b
ook door de overheid erkend zijn op gebied van pre-
96
“Chronische Achillodynie”. De eerste twee regio’s heb-
Samenstelling bestuur
voorzitter
secretaris
vice voorzitter
lid
Jeffrey Jansen
Communicatie, Samenwerkingsverbanden, LPS,
lid
ventie, wellness en lifestyle. In 2015 zullen alle geregi-
Projecten en activiteiten
tijdens de Marathon van Rotterdam 2007 dit project in
3817 BA Amersfoort
streerde NVFS sportfysiotherapeuten Master zijn of het
In het project Regionalisatie Ketenkwaliteit werken VSG,
2010 afgerond. Een dynamische website met checklist
T 033-4791130
Mastertraject in zijn gegaan. Hierdoor hoopt de NVFS de
NVFS en NGS samen om de sportzorgketen bestaande
en links naar steeds de meest recente achtergrondinfor-
E [email protected]
kloof met de academisch geschoolde sportzorgaanbie-
uit sportarts, sportfysiotherapeut en sportmasseur in
matie is hierbij gerealiseerd.
W www.nvfs.nl
ders te verkleinen en de communicatie en daarmee de
drie pilotregio’s weg te zetten. Kennismaking, het ver-
samenwerking met hen te intensiveren.
beteren van de communicatie tussen de disciplines en
De NVFS heeft samen met de Nederlandse Vereniging
deskundigheidsbevordering vormen hierbij belangrijke
voor Manuele Therapie (NVMT) en de Oro-faciale Fysio-
pijlers. Doel is om inzichtelijk te maken welke sport-
therapeuten (NVOF) in 2008 de zogeheten Musculoske-
zorg voor welk sportgerelateerd gezondheidsprobleem
letale Groep (MSG) gevormd. In eerste instantie dient
bestaat en waar de cliënt deze kan vinden. In 2010
deze samenwerking de gemeenschappelijke belangen,
vonden in de pilotregio’s Noord Holland, Oost Brabant
maar ook op inhoudelijk vlak manifesteert de MSG zich
en Zuid Limburg verscheidene bijeenkomsten plaats met
met gezamenlijke projecten als het MSG congres en het
respectievelijk de thema’s “Acute Enkel”, “Preventie” en
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
3
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
97
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
3
RCT
Radiologisch Centrum Topsport
Bas Maresch
Reeds sinds jaren is er een nauwe samenwerking
gelet op wedstrijdperioden en krappe trainingschema’s.
tussen diverse sportartsen zoals topsportarts Peter
Deze combinatie van factoren is erg lastig te realise-
Vergouwen van Elite Sports Medicine, diverse top-
ren binnen het normale dagelijkse programma van een
sportartsen van het NOC*NSF, van het Sport Medisch
radiologie-afdeling in een ziekenhuis.
Centrum Papendal en o.a. radiologen Bas Maresch,
Frans Timmer en Taco Geertsma van het Radiologisch
Geconfronteerd met een stijgende vraag naar deze spe-
Centrum Topsport.
cifieke vorm van diagnostiek en een toenemend belang
Het Radiologisch Centrum Topsport (RCT) verricht diag-
in de behandeling, hebben Maresch en Timmer met de
nostiek voor alle sportartsen welke betrokken zijn bij
maatschap Radiologie werkzaam in ziekenhuis Gelderse
topsportgeneeskunde en voor verscheidene organisa-
Vallei te Ede enkele jaren geleden besloten het RCT
ties en disciplines betrokken bij topsport, topsporters
op te richten om naar behoren aan deze zorgvraag te
van verschillende nationale teams en diverse topspor-
kunnen voldoen. Dit heeft plaatsgevonden in nauwe
ters uit zowel binnen- als buitenland.
samenwerking met NOC*NSF.
Voorheen heette het Radiologisch Centrum voor Top-
Waarom het RCT?
sportgeneeskunde, thans Radiologisch Centrum voor
In vergelijking tot de reguliere patiëntenzorg vereisen
Topsport.
blessures van topsporters veelal een speciale aanpak.
Immers topsporters zijn geen “zieke”mensen, maar
Wat doet het RCT?
veelal sporters in de bloei van hun carrière, die in
Het RCT richt zich specifiek op diagnostiek van blessu-
topconditie zijn en het maximale vragen van lichaam
res van voornamelijk topsporters en doet dit met een
en geest. Bij deze categorie patiënten is vaak een zeer
hoge mate van deskundigheid op o.a. het gebied van
kleine afwijking al bijzonder relevant voor hun pres-
echografie en MRI van het bewegingsapparaat.
Tot nu toe….
tatievermogen.Het opsporen hiervan vereist vakman-
In Nederland heeft het RCT een unieke expertise op het
De reacties van zowel sporters als aanvragers en
Het RCT streeft ernaar haar werkzaamheden verder ge-
schap, geduld en tijd.
gebied van echografie van het bewegingsapparaat. Re-
NOC*NSF zijn en blijven uitermate positief.
stalte te geven en de samenwerking met sportartsen,
Hiernaast speelt beeldvormend onderzoek een toene-
gelmatig worden lezingen gehouden voor verschillende
Dit heeft geleid tot een “on-line” second opinion cen-
NOC*NSF, VSG en overige sportorganisaties uit
mende rol in diagnostiek en behandeling hetgeen een
disciplines in zowel binnen- als buitenland.
trum tijdens de Olympische Spelen 2008 in Peking en
te breiden.
superspecialisatie en ervaring vereist van de radioloog.
Binnen de maatschap Radiologie verrichten enkele
de Olympische Winterspelen 2010 in Vancouver.
Het is voor de diagnostiek noodzakelijk om zo goed
sportspecifiek geïnteresseerde radiologen de onder-
Samenwerking bestaat met het NOC*NSF voor de A-, B-
mogelijk geïnformeerd te zijn over de toedracht en het
zoeken, op een tijdstip waarbij reguliere patiëntenzorg
en HP-sporters tot in ieder geval de Olympische Spelen
tijdstip van het ontstaan van de blessure. Hierdoor is
niet in het gedrang komt.
in Londen 2012, met de uitgesproken intentie deze
het mogelijk om dedicated onderzoek te verrichten, de
Kwaliteit, flexibiliteit, snelheid en servicegerichtheid
hierna te continueren.
Adresgegevens
optimale onderzoekstechniek te kiezen en de onder-
staan hoog in het vaandel.
De werkzaamheden zijn uitgebreid, samenwerkingsver-
Het RCT is bereikbaar via:
zoeksbevindingen goed en sportspecifiek te interpre-
Resultaten van de uitgevoerde onderzoeken worden
banden zijn aangegaan en worden gecontinueerd met
T 06–52282036
teren.
hetzij dezelfde dag, dan wel de volgende dag persoon-
onder andere Global Sports Communication.
E S.J. Maresch, radioloog: [email protected]
Goed overleg is nodig met de aanvragende sportart-
lijk met de verwijzend arts besproken, waarbij vooraf-
Verwacht wordt dat naast de gebruikte high-end echo-
F.A. Timmer, radioloog: [email protected]
sen/fysiotherapeuten. Het RCT ziet diagnostiek en be-
gaand vaak reeds contact is geweest. Daarnaast krijgt
grafie en CT- apparatuur binnen afzienbare termijn een
handeling dan ook als een teamsport, noodzakelijk om
deze een schriftelijke uitslag en een CD-ROM met het
3T MRI scan ter beschikking zal zijn voor de meest
maximale kwaliteit te bereiken.
onderzoek binnen twee werkdagen toegestuurd.
optimale diagnostiek.
Ons motto is: “RCT: maatwerk
voor topsporters!”
Voorts bestaat er bij topsporters vaak een tijdsdruk
98
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
99
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
Centrum Gezond Leven
Nederlands Jeugdinstituut, Nederlands Centrum Jeugd-
deze (lokale) settings. Op Loketgezondleven.nl is de digi-
gezondheid en het RIVM) onderzoekt en beoordeelt de
tale versie van beide hulpmiddelen te raadplegen.
3
kwaliteit en effectiviteit van gedragsgerichte interventies.
RIVM Centrum Gezond Leven
Bruikbare en door de commissie erkende leefstijlinter-
Samenstelling bestuur
Harriët Driegen
venties zijn gemakkelijk te vinden in de I database. De
Mariken Leurs
hoofd RIVM Centrum Gezond Leven
Inspectie voor de Gezondheidszorg hecht belang aan het
gebruik van erkende interventies boven niet-erkende in-
Adresgegevens
terventies, voor zover die beschikbaar zijn voor het doel
RIVM Centrum Gezond Leven
Het RIVM Centrum Gezond Leven (CGL) is in 2007 door
gezondheidsbevordering. Het uiteindelijk gezamenlijk te
en de doelgroep. Dit geldt in toenemende mate ook voor
Postbus 1
het ministerie van VWS opgericht, in antwoord op be-
behalen doel is gezondheidswinst bij burgers.
gemeenten.
3720 BA Bilthoven
2005 (Staat van de gezondheidszorg 2005. Openbare
Rol binnen de sportgeneeskunde/sportgezondheidszorg
De Handreiking Gezonde Gemeente en Handleiding
E [email protected]
gezondheidszorg: hoe houden we het volk gezond). Dit
Binnen de sportgeneeskunde/sportgezondheidszorg
Gezonde School bieden alle informatie die nodig is om
W www.loketgezondleven.nl
rapport wees onder andere op versnippering van kennis
verzamelt en ontsluit het RIVM Centrum Gezond Leven
aan de slag te gaan met gezondheidsbevordering binnen
en het onvoldoende gebruiken van wetenschappelijk
kennis over gezond leven, waaronder gezond bewegen,
bewezen interventies.
preventie van overgewicht en sportblessurepreventie.
vindingen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg in
T 030-2748573
Het ministerie van VWS wil het gebruik van effectieve,
landelijk ontwikkelde leefstijlinterventies bevorderen.
Projecten en/of activiteiten
Daartoe is het CGL onderdeel van de ondersteunings-
Activiteiten van het RIVM Centrum Gezond Leven op het
structuur publieke gezondheidszorg. Het centrum is
gebied van sportgeneeskunde/sportgezondheidszorg zijn
de volgende.
De website Loketgezondleven.nl. Deze geeft voor een groot
aantal gezondheidsthema’s, waaronder actieve leefstijl,
informatie over relevant beleid, passende interventies en
doorverwijzingen naar betrouwbare bronnen en websites.
In de I-database (Interventiedatabase) op Loketgezondleven.nl staan alle actuele leefstijlinterventies in Nederland gebundeld en gemakkelijk toegankelijk gemaakt.
Interventies zijn eenvoudig te vinden door te zoeken op
doelgroep, setting of gezondheidsthema. Zo is snel een
ondergebracht bij het RIVM (Rijksinstituut voor Volksge-
passende keuze te maken uit de mogelijkheden op het
zondheid en Milieu) en werkt samen met diverse lokale
terrein van gezond leven: gezond bewegen, sportbles-
en landelijke partners. Sinds december 2008 is Loketge-
surepreventie en preventie van overgewicht. Iedere inter-
zondleven.nl online, de website waarvoor tal van part-
ventie kent een uitgebreide beschrijving met vermelding
ners samen met het CGL de inhoud verzorgen.
van contactgegevens van de eigenaar. De I database
werkt volgens het principe voor-en-door professionals.
Doelstelling
Dit betekent dat professionals zelf informatie over de
Het RIVM Centrum Gezond Leven versterkt doelmatige,
activiteiten en projecten die zij uitvoeren gericht op het
samenhangende en effectieve lokale gezondheidsbe-
bevorderen van gezondheid, invoeren en actualiseren in
vordering. Het centrum bevordert het gebruik van de
de database. Ook projecten opgenomen in de projecten-
best passende leefstijlinterventies, onder andere door
bank Sport en Bewegen van het NISB zijn vindbaar in
beschikbare interventies inzichtelijk te presenteren en te
deze I-database.
beoordelen op kwaliteit en samenhang. Hierbij houdt het
100
CGL continu de vinger aan de pols bij de wensen en be-
Erkenning van interventies: De onafhankelijke Erken-
hoeften van professionals werkzaam op het gebied van
ningscommissie Interventies (onder auspiciën van het
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
101
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
KiesBeter.nl
• milieu- en natuurvraagstukken;
Adresgegevens
• voorbereidingen, maatregelen en nazorg die nodig
RIVM
zijn bij calamiteiten en rampen.
RIVM Kies Beter
3
Postbus 1
3720 BA Bilthoven
Het RIVM voert met name onderzoek uit voor de minis-
W www.kiesbeter.nl
teries van VWS, VROM en LNV, inspecties en internationale organisaties zoals de Europese Unie en de
Verenigde Naties.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Zorgpolissen
(RIVM) ontwikkelt en beheert kiesBeter.nl, een website
Op kiesBeter.nl zijn alle zorgpolissen te vinden en
en informatiedienst die mensen de weg wijst in de zorg.
kunnen met elkaar worden vergeleken. Bezoekers
De informatie op de site is afkomstig van vele toele-
kunnen inzien of te maken en gemaakte zorgkosten
veranciers. De Vereniging voor Sportgeneeskunde is er
gedekt worden door hun zorgverzekeraar. Ook staan er
daar één van (zie http://www.kiesbeter.nl/gezondleven/
oordelen van klanten over de service van hun zorgver-
bewegen/blessures-voorkomen). Het RIVM werkt ook
zekeraar.
mee aan sportzorg.nl.
Betrouwbaar
Er valt steeds meer te kiezen op het gebied van zorg en
Het RIVM ontwikkelt kiesBeter.nl in nauwe samen-
gezondheid. De informatie op kiesBeter.nl helpt mensen
werking met organisaties die zowel de aanbieders
daarbij. Op de website kan men bijvoorbeeld zorgver-
(bijvoorbeeld ziekenhuizen en verzekeraars) als de vra-
leners en zorginstellingen vinden en vergelijken (van
gers (patiënten en consumenten) vertegenwoordigen.
apotheken tot ziekenhuizen) of nakijken of men moet
Opdrachtgever is het Ministerie van Volksgezondheid,
bijbetalen voor medicijnen. Ook is er te vinden wat
Welzijn en Sport.
de rechten zijn van een patiënt en de site bevat een
complete medische encyclopedie. KiesBeter.nl is een
Contact
uitstekend startpunt voor vragen als:
Naast de website is er een telefoonlijn: 0900-1237890 (€
0,15 per minuut, op werkdagen van 9.00-18.00 uur). Op
• wat houdt mijn aandoening in?
de site staan lokale organisaties, waarvan medewerkers
• bij welke zorginstelling kan ik terecht?
kiesBeter.nl kunnen raadplegen voor mensen met een
• hoe lang moet ik wachten op mijn operatie?
zorggerelateerde vraag.
• moet ik bijbetalen voor mijn medicijnen?
• wat zijn mijn rechten als patiënt?
RIVM
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Artsen en behandelaars kunnen kiesBeter.nl gebruiken
(RIVM) is het onderzoeksinstituut van de overheid op
bij de voorlichting aan hun patiënten. Dit kan tijdens het
het gebied van volksgezondheid en milieu. Het RIVM
spreekuur of na afloop daarvan door de patiënt via de site
verricht niet alleen zelf onderzoek, maar verzamelt ook
email met deeplink te sturen naar de relevante informatie.
wereldwijd kennis en past die kennis toe. Het RIVM
De patiënt kan dan thuis de informatie (verder) bekijken.
brengt jaarlijks een groot aantal rapporten en adviezen
uit. Bij het RIVM, dat gevestigd is in Bilthoven, werken
Keuzehulpen
ongeveer 1550 mensen.
Voor verschillende aandoeningen heeft kiesBeter.nl
keuzehulpen. Deze helpen bij het maken van keuzes in
Het onderzoek en de adviestaak van het RIVM hebben
de behandeling. De voor- en nadelen van elke behan-
betrekking op:
delmethode worden op een rij gezet, zodat de patiënt
• de ontwikkeling van de volksgezondheid en de ge-
die kan bespreken met zijn arts. Er zijn keuzehulpen
voor onder meer: ADHD, depressie, hart- en vaatziekten, klaplong, hernia en diabetes.
102
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
zondheidszorg;
• de effecten van voeding en andere consumentenproducten op de gezondheid;
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
103
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
SBOS
SCAS
Stichting Beroepsopleiding tot Sportarts
Stichting Certificering Actoren in de
Sportgezondheidszorg
3
Joop de Wijs
In 1996 is de Stichting Beroepsopleiding tot Sportarts
Samenstelling bestuur
(SBOS) opgericht om, op het gebied van vergoedingen
drs. H.B.A. van de Sande
en arbeidsrechtelijke positie, uniformiteit te brengen in
drs. T. Brandon
alle opleidingsregio’s tijdens de module sportgenees-
dr. H. Inklaar
De SCAS houdt zich bezig met het onpartijdig vaststellen van
• wielrensoigneurs;
voorzitter
de vakbekwaamheid van professionals die zich richten op de
• artsen betaald voetbal;
penningmeester
begeleiding van sporters en de behandeling van sportblessu-
• wielrenartsen;
res, alsmede het onpartijdig vaststellen van de kwaliteit van
• sportduikartsen;
lid
instellingen in de sportgezondheidszorg en van de inhoud van
• leefstijlprofessionals;
Adresgegevens
opleidingen en cursussen voor de betreffende professionals.
• zwembadinstructeurs voor chronisch zieken en ouderen.
rechtspositieregeling voor artsen in opleiding tot
Stichting Beroepsopleiding tot Sportarts
Tevens verricht de SCAS alle verdere handelingen, die met het
sportarts, op basis van besluiten van het College
Professor Bronkhorstlaan 10, 3723 MB BILTHOVEN
vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe
Met een aantal andere dan de hierboven genoemde beroeps-
voor Sociale Geneeskunde in de hoedanigheid van
Postbus 52, 3720 AB BILTHOVEN
bevorderlijk kunnen zijn.
groepen of brancheorganisaties in de sportgezondheidszorg,
werkgever;
T 030-2252290
Door middel van deze vaststelling wil de SCAS komen tot:
zoals o.a Fitnessinstructeurs, is een samenwerking opge-
kunde. De SBOS heeft de volgende doelstellingen:
• vaststellen, in stand houden en uitvoeren van een
• aangaan van financieringsovereenkomsten met de
opleiders en opleidingsinstituten;
• aangaan van financieringsovereenkomsten ter effectuering van de beroepsopleiding tot sportarts en
alles wat daarmee verband houdt.
bouwd om te komen tot certificering van de betreffende
F 030-2252498
E [email protected]
• verhoging kennis en kunde van professionals in de
sportgezondheidszorg;
• verhogen van de kwaliteit van de sportmedische
instellingen;
• verhogen van de kwaliteit van organisaties in de
Sportartsen in opleiding die aan de module sportge-
sportgezondheidszorg
neeskunde beginnen kunnen met de SBOS een arbeids-
• verhoging van het niveau van opleidingsinstituten;
overeenkomst afsluiten. Ze worden dan gedetacheerd
• actoren als zodanig herkenbaar maken bij derden
naar de sportmedische instelling waar ze de module
sportgeneeskunde gaan doen.
VWS de SBOS toegezegd dat de opleiding sportgenees-
Instellingscertificering
De SCAS certificeert op dit moment de volgende instellingen
in de sportgezondheidszorg:
• Sportmedische Instellingen ( SMI’s) van de FSMI
(Federatie SMI ‘s);
• Topsport Medische Samenwerkingsverbanden (TMS).
(werkgevers, klanten, collega’s );
• erkenning van gecertificeerde actoren in de sportgezondheidszorg;
In 2008 heeft de staatssecretaris van het Ministerie van
beroepsgroepen.
• een positieve bijdrage leveren aan de kwaliteit van
Er vinden in het kader van de instellingscertificering oriënterende gesprekken plaats om de mogelijkheid te onderzoeken
te komen tot kwalificering van ‘Gezonde Sportverenigingen’
het ketenproces.
Opleidingscertificering
kunde per 1 januari 2008 wordt gefinancierd. De SBOS
heeft de subsidie formeel aangevraagd en gaat ook op
De SCAS hanteert de Europese richtlijn op het gebied van de
De SCAS richt zich sinds 2010 eveneens op opleidingscertifi-
basis van de statutaire doelstelling deze gelden behe-
persoons- en systeem- certificatie. Daarnaast werkt de SCAS
cering.
ren. Per jaar wordt de instroom van 7 nieuwe sportart-
volgens de systematiek van de Raad van Accreditatie.
Een aantal Hogescholen is een samenwerking gestart met de
sen in opleiding gefinancierd.
De SCAS ziet als haar rol binnen de sportgeneeskunde en
SCAS om post-HBO opleidingen en cursussen op het gebied
sportgezondheidszorg het bij elkaar brengen van alle belan-
van sportgezondheidszorg te gaan certificeren.
genorganisaties op het terrein van de sportgezondheidszorg
om te komen tot een gewogen oordeel over de kwaliteit van
Om haar beleidsdoelen te verwezenlijken heeft de SCAS in
de uitvoering van de sportzorg.
2010 o.a de volgende initiatieven gerealiseerd.
• Nieuwe certificeringstrajecten van professionals in de
Projecten/Activiteiten
Persoonscertificering
De SCAS certificeert op dit moment de volgende beroepsbeoefenaren in de sportgezondheidszorg:
• sportdiëtisten;
104
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
sportgezondheidszorg gestart.
• Samenwerking met actoren in de sportgezondheidszorg
geïnitieerd om te komen tot certificeringstrajecten.
• Een nieuwe SCAS-website gepubliceerd: www.scascertificering.nl.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
105
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
• Geautomatiseerd traject PE-online ten behoeve van
De heer P.Bon (CCC) heeft eveneens afscheid genomen.
de certificering van professionals in de sportgezond-
Namens het College van Clubartsen en Consulenten is de
heidszorg ontwikkeld en in gebruik genomen.
heer S.J de Vries afgevaardigd als opvolger van de heer P.Bon.
Service Médical
Stichting Service Médical
• Bureau organisatie aangepast aan geautomatiseerde
certificeringstrajecten.
3
Adresgegevens
• Het SCAS College van Advies ingesteld.
SCAS
• PR plan uitgevoerd.
Postbus 52
3720 AB Bilthoven
Samenstelling bestuur
Drs. H.B.J. Janssen
voorzitter
T 030–2252290
Een kwart eeuw geleden passeerde de acte bij oprich-
professionele vrijwilligers. De meesten van hen zijn
F 030–2252498
ting van de Stichting Service Médical, mobiele sport-
verbonden aan een ziekenhuis of een ambulancedienst.
Beroepsgroep Verzorgers Betaald Voetbal (BHBV)
E [email protected]
geneeskundige groep. De zorginstelling is een initiatief
Het gaat om artsen, onder wie chirurgen, anesthesis-
B. Scholte
Federatie Sport Medische Instellingen (FSMI)
W www.scascertificering.com
van de Maastrichtse arts en huidig algemeen coördina-
ten, reanimatieartsen en sportartsen, verpleegkundi-
S.J. de Vries
College van Clubartsen en Consulenten (CCC)
Nieuwe website: www.scascertifcering.nl
tor Jos Benders. Professionele acute medische hulpver-
gen, fysiotherapeuten, ambulanceverpleegkundigen
J.C. Hermans
Vereniging Sportdiëtisten Nederland (VSN)
lening bij sportevenementen is in 25 jaar uitgegroeid
en –chauffeurs. Allen zijn in het bezit van de hoogste
Nederlandse Onderwatersportbond (NOB)
van een eenmansinitiatief tot een volwaardige medi-
medische registratie in hun expertisegebied. Service
sche organisatie met 6,5 FTE facilitaire medewerkers op
Médical heeft de beschikking over meerdere hulpver-
kantoor, 125 gespecialiseerde operationele vrijwilligers
leningsvoertuigen, waaronder vier volledig uitgeruste
en een uitgebreid gamma hulpverleningsvoertuigen.
ambulances met een vergunning binnen de Wet Ambu-
Op 14 oktober 2003 verleende de toenmalige staatsse-
lance Vervoer (WAV). Verder beschikt de stichting over
cretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Clémen-
vier mobilances (‘rapid responders’), een ambulance-
De heer G.Slot (NOC*NSF) heeft afscheid genomen van het be-
ce Ross aan Service Médical de erkenning van ‘bijzon-
motor, een mobiele polikliniek en desgewenst een he-
stuur. NOC*NSF heeft geen opvolger voor de heer Slot in het
dere landelijke sportorganisatie’. In een kabinetsnota
likopter. Het noodteam is verbonden met C-2000, het
SCAS bestuur. NOC*NSF heeft daarentegen aangegeven een
uit die dagen schrijft de bewindsvrouwe dat zij veel
landelijke digitale communicatienetwerk van politie,
adviesrol voor de SCAS te willen aannemen waarvan de SCAS
belang hecht aan hoogwaardige geneeskundige bege-
brandweer en ambulancediensten. De meldkamer voor
dankbaar gebruik maakt.
leiding van sportevenementen, in het bijzonder die ‘op
Service Médical bevindt zich bij de landelijke meldka-
zich verplaatsende sportterreinen’. Daarbij noemt ze de
mer LMAZ die is gehuisvest bij de KLPD in Driebergen.
stichting expliciet.
Sedert 1 augustus 2006 is Service Médical het Goede
Service Médical is daarnaast door de Nederlandse Zorg-
Doelen keurmerk van het Centraal Bureau Fondsenwer-
autoriteit erkend als officiële Zorginstelling.
ving (CBF), het zogenaamde CBF-keurmerk. Het keur-
Waar de Stichting Service Médical als doel heeft om
merk is geldig voor een periode van vijf jaar.
tijdens een sportevenement acute (para)medische zorg
Omdat er een toenemende behoefte bestaat aan
‘binnen de dranghekken’ te verzorgen, minimaliseert
deskundige instructies en voorlichtingsmateriaal over
zij door haar directe aanwezigheid de tijd die ver-
acute zorgverlening op de sportplek is besloten om de
loopt om een hulpbehoevende sporter te bereiken tot
uitgebreide praktische ervaring van Service Médical te
hooguit enkele minuten. Door in de directe nabijheid
bundelen in een nieuwe formele structuur. De in 2008
van de sporter te zijn, kan in de eerste vaak bepa-
opgerichte Service Médical Academy fungeert hierbij als
lende momenten al begonnen worden met het verle-
Centre of Excellence (zie 3.4).
J. Laros
Drs. J. Geurts
Nederlands Genootschap Sportmassage (NGS)
Nationaal Platform Zwembaden (NRZ)
R. ter Hoeven
J .Friesen-Wiltink
Nederlandse Beroepsvereniging Leefstijl
Professionals (NBLP)
nen van professionele medische hulp. Hierdoor wordt
106
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
de zorgketen aanzienlijk verkort, dat in het geval van
Rol binnen de sportgeneeskunde/sportgezondheids-
levensreddende handelingen het verschil kan maken.
zorg
De wettelijke aanrijtijd van reguliere ambulances, die
Service Médical verzorgt sinds 25 jaar professioneel
zeker bij drukbezochte sportevenementen kan oplopen
maatwerk in de medische begeleiding van inmiddels
tot boven de standaard van 15 minuten, hoeft niet te
meer dan 200 sportevenementsdagen per jaar. Als
worden afgewacht.
medische hulp bij sport aangewezen is, geeft het team
Deze door Service Médical in Nederland geïntroduceer-
deze hulp op een zo snel mogelijke en efficiënte wijze.
de rijdende hulpverlening op straat, tussen de drang-
Het belang van de sporter staat daarbij voorop: nale-
hekken en in stadions gebeurt door een team van 125
ving van medische codes, respect voor wedstrijdregle-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
107
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
menten en voor de rol van andere gezondheidswerkers
(sport)artsen, fysiotherapeuten, verpleegkundigen,
in het reguliere veld vormen een grondhouding.
sportmasseurs en overige medische en paramedische
Service Médical neemt met haar dienstverlening in de
werkers en kent de volgende karakteristieken:
geneeskunde, het verlenen van spoedeisende (para)
• 125 vrijwilligers, (para-)medisch specialisten;
medische zorg “binnen de dranghekken”, een bij-
• 1 rijdende polikliniek;
zondere positie in. Daar waar de reguliere partijen
• 4 ambulances (Wet Ambulance Vervoer);
zoals ambulancediensten, ziekenhuizen of anderszins,
• 4 dokterswagens (mobilances);
onvoldoende zijn toegerust voor dit specifieke werk-
• 1 ambulancemotor;
gebied, heeft Service Médical in de loop der jaren een
• kan beschikken over een helikopter met piloot;
uitvoerige expertise opgebouwd. Door er bewust voor
• voldoet aan alle wettelijke eisen die door de Inspec-
te kiezen om de fysieke afstand tussen de medische
tie voor de Gezondheidszorg aan zorginstellingen
hulpverleners van Service Médical en de sportende
worden gesteld;
medemens zo gering mogelijk te houden, zijn de hulp-
• is ISO gecertificeerd;
verleners in staat om (vrijwel) direct na een ongeval
• is via het C-2000 netwerk aangesloten bij de lande-
of acute ziekwording het slachtoffer bij te staan. Dit
betekent dat in de eerste, vaak cruciale momenten
de hulpverlening reeds op gang komt. Bij dit vroege
contactmoment en de bij¬behorende vroegdiagnose
3
lijke meldkamer;
• is een Goede Doelen organisatie (Keurmerk Centraal
Bureau Fondsenwerving, CBF-keur);
• hanteert eigen nascholingsprogramma’s, specifiek
van de sporter, maakt Service Médical de afweging om
gericht op de acute sportgeneeskunde binnen de
over te gaan tot een zelfstandige behandeling van de
dranghekken en op het sportveld.
klachten of om de sporter over te dragen aan het veld
van de reguliere geneeskunde. Bij het merendeel van
de behandelingen volstaat het dat Service Médical op-
De samenwerkende partners en instellingen van de
treedt als eindstation waarbij geen verdere ver¬wijzing
Stichting Service Médical zijn:
naar andere segmenten uit de medische hulpverlening
• ABP
• PWC
noodzakelijk is. Waar dit wel het geval is, neemt de
• AMR
• Rabobank
Adresgegevens
rijdende stichting contact op met deze instantie(s) en
• Boels Zanders advocaten
• De Telegraaf
Stichting Service Médical
begeleidt zij de sporter naar de gewenste medische
• Chemelot
• Univé verzekeringen
Laan van Brunswijk 31
vervolgvoor¬ziening. Door middel van een gevalideerd
• Cruyff Foundation
behandelregistratieformulier, in combinatie met een
• Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad
Beschermheer
T 043-3210220
mondelinge toelichting, ziet Service Médical erop toe
• De Dopingautoriteit
Prof. Mr. Dries van Agt
E [email protected]
dat de ingezette behandeling bij haar collega-hulpver-
• DSM unlimited
leners wordt voortgezet.
• EMC artsen en verpleegkundigen
Voorzitter/ directeur
• Eneco
Drs. Jos Benders, arts
6212 HC Maastricht
W www.servicemedical.eu ; www.servicemedical.tv
Projecten en/of activiteiten
• Gibo Groep
In 2010 was Service Médical actief bij de Nederlandse
• Hartmann
etappes in de Giro d’ Italia, de Tour de France, ENECO
• Heuts Automaterialen
Mr. Herman Menger
tour, de marathon van Eindhoven, de Rabo Cauberg
• Hogeschool Zuyd
Dr. ir. Jan Meijers
bestuurslid
clinic, de Alpe d’Huzes wervingstocht voor het KWF,
• ING carlease
Drs. Alexander Schuit
bestuurslid
de Marathon op natuurijs, de WK ijshockey, de WK
• Maastrichts Universitair Medisch Centrum
Drs. Guy Peeters
bestuurslid
kunstrijden, Leontien’ s ladies ride, de sportdagen van
• Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
de Johan Cruyff foundation, de Jan Janssen classic, the
•Nederlander Vereniging voor Fysiotherapeuten in de
Coke Olympic series, de NK shorttrack, de WK judo,
Samenstelling Raad van Toezicht
voorzitter
Sportgezondheidszorg
Concours Hippique Valkenswaard e.a.
• Nederlands Genootschap voor Sportmassage
Stichting Service Médical samengevat
• Philips
Service Médical is een samenwerkingsverband van
• Provincie Limburg
• NISB
108
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
109
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
Service Médical Academy
Projecten en/of activiteiten in 2010
Op het gebied van sportmedische voorlichting verzorgde
de Academy de wekelijkse rubriek ‘Sportmedisch’ in
Stichting Service Médical Academy
dagblad De Telegraaf. Tevens bestaat een publicitaire
3
• Werkt wetenschappelijk nauw samen met het Maastrichts Universitair Medisch Centrum;
• Alle verworven kennis wordt ten dienste gesteld van
de imponerende sportbeweging in Nederland.
samenwerking met de Media Groep Limburg, voor de
serie ‘Sport en Blessure’ in Dagblad de Limburger en het
De samenwerkende partners en instellingen van de
Limburgs Dagblad. Daarnaast verschijnt er een eerste
Stichting Service Médical Academy zijn:
vaste column in het vakblad Ambulance Zorg.
• Biotronik;
De Stichting Service Médical Academy is het kennisin-
In 2010 werd een extra impuls gegeven aan het geven
• Gibo Groep;
stituut rond het thema acute medische hulpverlening
van praktijklessen over acute geneeskunde bij sportlie-
• Heuts Automaterialen;
op het sportveld. De volgende drie pijlers vormen de
den en wel in sportkantines. Het betreft informatie- en
• Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
kern van de stichting: kennis, praktijk en voorlichting.
thema-avonden over blessurepreventie en de medische
• Maastrichts Universitair Medisch Centrum;
De Academy staat in nauw contact met haar zusterorga-
organisatie bij sportevenementen.
• Provincie Limburg;
nisatie, de operationeel georiënteerde Stichting Service
In opdracht van de Provincie Limburg werd een rapport
• Univé verzekeringen.
Médical.
vervaardigd waarin de vraag werd beantwoord ‘welke
partijen allemaal verantwoordelijk zijn als het gaat om
De Service Médical Academy wordt bijgestaan door de
Op 26 augustus 2008 werd ter bevestiging van de we-
acute medische hulpverlening’. Het beschrijft de onder-
wetenschappelijke adviesraad, waarin zitting hebben:
tenschappelijke pretenties een samenwerkingsovereen-
scheiden taken en plichten van landelijke en regionale
Dr. E. van Breda (gezondheidswetenschapper), voorzitter
komst ondertekend tussen de Stichting Service Médical
GHOR-diensten, alsmede van organisatoren en gemeen-
Prof. dr. H. Daanen (hoogleraar fysiologie)
Academy en het Maastricht Universitair Medisch Cen-
Voorbeelden van onderzoeken uit het recente
tes. Ook het onderdeel ‘aansprakelijkheid’ komt aan bod.
Prof. dr. R. Geesink (hoogleraar orthopedie)
trum (MUMC), op basis waarvan beide partijen samen-
verleden zijn:
Aan de hand van de gevalideerde behandelregistratiefor-
Prof. dr. A. Gorgels (hoogleraar cardiologie)
werken op het terrein van wetenschappelijk onderzoek.
• Analysis of injuries and illnesses among ProTour cy-
mulieren van zusterorganisatie Stichting Service Médical
Dr. F. Hartgens (sportarts)
Met deze samenwerking krijgt het primaire aandachts-
clists and Continental cyclists – een onderzoek naar
zijn de blessures van de wielerwedstrijden Olympia’s Ron-
Prof. dr. L. Hofstra (hoogleraar cardiologie)
gebied van de operationele Stichting Service Médical
wielerblessures bij elitewielrenners en beloften in
de en de Eneco Tour over de afgelopen jaren vergeleken.
Dr. H. Inklaar (sportarts)
Nederland;
De studie toont aan dat jongere wielrenners een aanzien-
Dr. G. de Keizer (traumatoloog)
lijk grotere kans maken op het oplopen van een blessure
Dr. E. Matser (neuropsycholoog)
samenwerking met de KNVB naar de incidentie van
dan oudere meer ervaren coureurs. Het rapport bepleit
Dr. P. Nijs (apotheker)
plotselinge hartstilstanden en medische voorzienin-
dan ook een rijvaardigheidsopleiding voor jonge renners.
Prof. dr. W. Saris (hoogleraar human nutrition)
gen in het Nederlandse amateurvoetbal;
In groep 7 en 8 van diverse basisscholen in ons land
Dhr. T. Seeverens (neerlandicus / voetbaltrainer)
wordt video-lesmateriaal getoond over Eerste Hulp bij
Drs. P. Zelis (intensivist-internist)
(traumahulp, acute harthulp en ander noodzakelijk
medisch ingrijpen ter plaatse van een sportevenement)
een krachtige impuls.
De Service Médical Academy bundelt de kennis met de
praktijk en destilleert hieruit voorlichting ten behoeve
• Plotse hartdood bij voetballers – een onderzoek in
• De ambulance in functie bij sporten op straat – een
van de sportende medemens en van sportorganisaties.
inventarisatie naar de wet- en regelgeving omtrent
fietsongevallen. De Service Médical Academy draagt in
Sportverenigingen en wedstrijdorganisatoren kunnen
ambulancevoertuigen;
dit project zorg voor het voorlichten van kinderen over
Beschermvrouwe
wat ze moeten doen als ze vallen met de fiets op weg
Clémence Ross-Van Dorp
hulp tegemoet zien bij het uitvoeren van medische
• Sportevenementen en hun medische voorzieningen
actieplannen. Voor de provincie Limburg ontwikkelde
– een inventarisatie naar medische richtlijnen van
de Academy een handboek voor de organisatoren van
overkoepelende sportbonden met betrekking tot
sportevenementen. In een driedelige leidraad kunnen
sportevenementen.
organisatoren informatie vinden over de te bewande-
110
naar school.
Samenstelling bestuur
Service Médical Academy samengevat:
Drs. Jos Benders
• De Stichting Service Médical Academy is een ken-
Winau Berkhof
Voorzitter
Penningmeester, secretaris
len route bij het opzetten van een sportevenement. Zij
Voor internationale sportkoepel UCI leverde de Academy
krijgen antwoord op vragen als: hoe dienen de medi-
een inhoudelijke bijdrage aan de ‘Road Races organi-
sche voorzieningen er uit te zien? Hoe luiden wet- en
ser’s guide’ van de wereldwielerbond UCI. Het hoofd-
regelgeving? Door een goede organisatie van medische
stuk ‘Medical Services’ uit dit handboek is een synthese
neer deze hulp nodig hebben bij hun medische infra-
Laan van Brunswijk 31
voorzieningen neemt de veiligheid van een evenement
van de kennis van de medische staf van de UCI en de
structuur, maar is er ook voor sportbonden als het
6212 HC Maastricht
toe, dit betekent benefit voor de sporter.
Academy, welke laatste zich baseerde op de jarenlange
gaat om veiligheidsplannen, richtlijnen, onderzoeks-
T 043-3210220
De Service Médical Academy draagt haar kennis even-
ervaring van Stichting Service Médical. Het hoofdstuk
vragen of algemene medische adviezen;
E [email protected]
eens uit via actieve deelname aan symposia en con-
omvat de ideale medische richtlijnen bij wielerwedstrij-
gressen, participatie in medische commissies en het
den met betrekking tot voertuigen, personeel, materia-
Service Médical en speelt zo in op de aldaar verwor-
publiceren van wetenschappelijk onderzoek.
len en overige infrastructuur.
ven praktische ervaringen;
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
nisinstituut voor de acute medische hulpverlening op
het sportveld, op straat en in de stadions;
• Fungeert als vraagbaak voor sportverenigingen wan-
• Staat in verbinding met de vrijwilligersorganisatie
Adresgegevens
Stichting Service Médical Academy
W www.servicemedicalacademy.nl
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
111
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
SOS
-workshops Fitrace voor ambtenaren en zorgverzekeraars, mogelijk in de vorm van teambuilding;
Stichting Opleidingen in de Sportgeneeskunde
De SOS is een samenwerkingsverband van de Vereni-
de desbetreffende modules uit de tweede trap hebben
ging voor Sportgeneeskunde (VSG) en het Nederlands
doorlopen.
Instituut Opleiding Sportartsen (NIOS). De twee laatstge-
• Beter in staat zijn om patiënten met ‘Sport- en
Beweeg’ vragen te helpen in de eerste lijn. Het op-
• PR afstemmen op nieuwe doelgroepen;
zetten en implementeren van een sport- en beweeg-
• Streven naar uniformiteit in het cursusaanbod:
spreekuur in de praktijk/HOED behoort daarbij tot de
- uniform werken en scholen
mogelijkheden.
- uniform werkende docenten;
beleid.
• De huisarts weet middels motivational interviewing
de patiënt adequaat te stimuleren en ondersteunen
bij het veranderen tot een actieve leefstijl en de
patiënt te informeren over de gezondheidswinst door
Samenwerking
bewegen.
noemde organisaties hebben beide tot doel om de ken-
De SOS richt zich in haar cursusaanbod met name op
De SOS werkt, behalve met het NIOS en de VSG, ook
nis over en de ontwikkelingen in de sportgeneeskunde
artsen die geïnteresseerd zijn in de sportgeneeskunde.
samen met:
het bewegingsapparaat en kan de juiste sportgerela-
toegankelijk te maken voor diverse medici. Hiervoor
De SOS is de laatste jaren regelmatig gevraagd bijscho-
1. De Werkgroep Cardiologie en Sport van de Neder-
teerde diagnose stellen.
hebben zij de Stichting Opleidingen in de Sportgenees-
lingen/ cursussen te organiseren op het gebied van de
kunde (SOS) opgericht.
sportgezondheidszorg voor niet-medici. Gezien de ontwikkelingen en de trends in de maatschappij heeft het
De SOS richt zich onder andere op het ontwikkelen en
SOS-bestuur besloten zich ook te richten op niet-medici.
geven van cursussen en workshops. Doel is de kwaliteit
Zo is zijn er ontwikkelingen richting de fitnessinstruc-
van de sportgeneeskunde te verhogen, waardoor spor-
teurs en zweminstructeurs.
ters en patiënten een optimale advisering en zorg gebo-
landse Vereniging voor Cardiologie
2. De Werkgroep Orthopedie en Sport van de Nederlandse Orthopedische Vereniging
3. De Stichting Sportgeneeskundige Opleidingen Máxima Medisch Centrum, Veldhoven
4. NOC*NSF, sportbonden, NVFS, Nederlandse Vereniging voor OrthoManuele Geneeskunde (NVOMG),
• De huisarts beheerst het lichamelijk onderzoek van
• De huisarts kent de sportzorgketen in zijn regio
en kan adequaat verwijzen naar de sportarts. De
huisarts kan een overleg/ samenwerkingsverband opzetten met (sport)fysiotherapeuten, sportscholen, diëtisten e.a. ten einde een op de individuele patiënt
gericht beweegadvies te krijgen, rekening houdend
met eventuele chronische ziekten.
den kan worden. Door haar contacten in de wereld van
Belangrijke aandachtspunten voor het beleid in de ko-
Nederlandse Vereniging voor Doktersassistenten
de sportgeneeskunde is de SOS ook in staat congressen
mende jaren (2009-2012) zijn:
(NVDA), Stichting Tegen Overgewicht en Bewegings-
De vier cursusdagen worden afgesloten met een af-
en/of seminars in dit vakgebied te organiseren. Beroeps-
• SOS ontwikkeling afstemmen op de ontwikkelingen
armoede (STOB)
rondend dagdeel waarop de cursisten hun ontwikkelde
en specialistenverenigingen, geneeskundige instellingen,
binnen de VSG en het NIOS;
5. De Nederlandse Universiteiten
verbeterplan voor de eigen praktijk presenteren die
opleidingsinstituten en de medische industrie kunnen
• Doelgroepen uitbreiden met niet-medici;
6. De Vlaamse Vereniging voor Sportartsen
tot stand is gekomen met kennis van de voorafgaande
hiervan gebruik maken. De kwaliteitsbewaking is in
• Inhoud van de cursussen afstemmen op de klant/
7. GlaxoSmithKline/Postgrade
themadagen.
8. Pfizer
De brochure van de cursus is te bekijken op http://
handen van de Werkgroep Deskundigheidsbevordering
consument/sporter van de sportgeneeskunde/sport-
van de VSG. Uiteraard wordt in voorkomende gevallen
ook samengewerkt met de kwaliteitscommissies van de
gezondheidszorg;
• Aandacht voor speerpunten van het Ministerie van
diverse medische beroepsgroepen.
VWS: overgewicht,
www.sportgeneeskunde.com/sos_cursussen .
Het afgelopen jaar is een aantal ontwikkelingen
ingezet / voortgezet:
• diabetes mellitus, depressie (internetzelfstudie) en
In het cursusaanbod zijn drie trappen te
onderscheiden:
vanuit deze speerpunten
• kunnen gerelateerde doelgroepen gedefinieerd
Eerste trap: Basismodule Sportgeneeskunde
Deze module is bedoeld voor iedere arts met interesse
worden;
• Project internationale kenniskaart: cursussen aanslui-
in de sportgeneeskunde.
ten op internationale kennisbank;
• Rekening houden met de organisatie van de gezond-
Tweede trap: Verdiepingsmodules
Cursus in samenwerking met STOB
De “Stichting Tegen Overgewicht en Bewegingsar-
Cursus Verdieping Sport en Bewegen
moede” (STOB) is in 2009 opgericht en strijdt tegen
De cursus ‘Verdieping Sport & Bewegen’ is ontwikkeld
overgewicht en bewegingsarmoede. Om de strijd te
vanuit het gedachtegoed van het partnership ‘Huis-
winnen wil STOB gedragsverandering bewerkstelligen.
artsenzorg in Beweging’ en is bedoeld om de huisarts
Hiervoor roept zij alle belanghebbenden zoals organi-
te ondersteunen bij het actief bevorderen van een ge-
saties, verenigingen, bedrijven, overheden, individuen,
zonde leefstijl.
politiek op om samen te werken! STOB richt zich op de
heidszorg in de toekomst:
De cursus ‘Verdieping Sport & Bewegen’ is een vervolg
begeleiding van de doelgroep in sport- en beweegcen-
De insteek is verdieping van de onderwerpen uit de
- taakherschikking medici/paramedici
op de Basiscursus Sportgeneeskunde die door de Stich-
tra (waaronder fitness).
basismodule sportgeneeskunde, onder het motto ‘ver-
- verzekerde zorg of cliënt betaalt zelf
ting Opleiding Sportgeneeskunde (SOS) wordt georga-
dieping en kwaliteit van het vakgebied’. Deze verdie-
- economische situatie
niseerd. De cursus wordt als één pakket van 4,5 dag
Stichting STOB heeft de SOS gevraagd deskundigheids-
pingsmodules zijn alleen te volgen door artsen die de
- sturende overheid of de markt bepaalt
aangeboden. De dagen geven verbreding en verdieping
bevordering te ontwikkelen voor de sportbegeleiders in
basismodule sportgeneeskunde hebben gevolgd.
-ontwikkeling privéklinieken in relatie tot publieke
van de basiscursus (sportblessures en lichamelijk on-
de aangesloten sport- en beweegcentra. Het afgelopen
derzoek) en gaan daarnaast in op het belang van een
jaar is de cursus STOB voor begeleiders van doelgroe-
Derde trap: Specialiseringsmodules
•Lobby / samenwerken / allianties creëren met VWS
actieve leestijl, niet alleen voor de gezonde populatie,
puren in sport/fitnesscentra ontwikkeld. Het doel van
maar ook voor mensen met een chronische ziekte.
de cursus is om de sportbegeleider op een kwalita-
sector;
Deze workshopmodules zijn bedoeld voor die artsen die
112
Leerdoelen
• Geaccrediteerde E-learning opzetten;
•Aanpassing van de structuur aan het voorgenomen
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
en zorgverzekeraars
3
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
113
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
tief verantwoorde manier startersuren te leren geven
leiding welke leidt tot branche erkenning en bovendien
Adresgegevens
voor inactieve mensen (met of zonder overgewicht)
tot certificering door het SCAS (zie 3.4). Geslaagden
Stichting Opleidingen in de Sportgeneeskunde
en actieve mensen met overgewicht. Deze startersuren
voor de basisopleiding kunnen deelnemen aan één-
Postbus 52
zijn het gedachtegoed van STOB. In de cursus wordt
daagse verdiepingstrainingen. Deze trainingen worden
3720 AB BILTHOVEN
ook aandacht besteed aan het waarborgen van een
de komende jaren in samenwerking met patiëntenver-
Professor Bronkhorstlaan 10 eerste verdieping
welkome en toegankelijke sfeer, verantwoordelijkheid
enigingen ontwikkeld. Hierbij moet gedacht worden aan
Gebouw 60
sporter en sportbegeleider, verantwoord beweegplan,
verdiepingstrainingen op het terrein van overgewicht,
3723 MB BILTHOVEN
goede en regelmatige begeleiding, deelname zorgketen
reumatische aandoeningen, hart en vaatziekten, COPD,
Telefoon: 030-2252290
en sociale keten. Er zijn ontwikkelingen om een der-
houding- en beweegproblematiek.
Fax: 030-2252498
gelijke begeleiding binnen STOB centra op te nemen in
3
E-mail: [email protected]
de zorgverzekering.
Overige voorgenomen trajecten
Voor meer informatie over STOB zie www.stichtingstob.nl.
• Cursus jeugd en sportgezondheidszorg voor jeugd-
Website: www.sportgeneeskunde.com
artsen afgestemd op schoolzorg en jeugdgezondCursus voor zweminstructeurs
Doel van de cursus is de zweminstructeurs te scholen
heidszorg.
• Invulling van wetenschappelijke avonden door mi-
in het verantwoord begeleiden van chronisch zieken en
nisymposia rondom recente promoties. De VSG acht
ouderen in zwemwater waarbij verantwoorde bewegings-
het van belang sportgeneeskundig onderzoek een
activiteiten worden aangeboden.
podium te bieden en nieuwe ontwikkelingen onder de
aandacht te brengen. Middels de minisymposia kan
In onze vergrijzende maatschappij is er een groeiende
behoefte aan beweegactiviteiten voor ouderen. Daarnaast hebben in Nederland inmiddels vier op de tien
de gepromoveerde zijn resultaten presenteren aan zijn
vakgroep en aanpalende vakgebieden (VSG-leden).
• Uitbreiding van cursussen ter herregistratie voor
Nederlanders last van een chronische aandoening en de
sportartsen. Er is gesignaleerd dat het aanbod van
verwachting is dat dit aantal de komende jaren ver-
cursussen voor herregistratie te klein is om aan de
der zal oplopen. Ouderen en chronisch zieken vormen
herregistratie te kunnen voldoen. Naar aanleiding
daarmee een belangrijke doelgroep voor aanbieders
van dit signaal is een brainstormavond georgani-
van sport- en beweegactiviteiten. Ook zwembaden en
seerd waarbij zowel vertegenwoordiging vanuit het
zwemscholen signaleren deze behoefte en zien een kans
SOS-bestuur, VSG-bestuur, NIOS, SOS en de WDS
voor het uitbreiden van hun dienstverlening. Om deze
aanwezig was. In kaart is gebracht welke onderwer-
doelgroepen te bereiken en succesvol te bedienen is
pen aandacht verdienen voor de sportarts en hoe
een specifieke aanpak nodig. Zwembaden en zwemscholen zijn uitermate geschikt voor deze activiteiten door
die in een cursus gegoten kunnen worden.
• Verdiepingsmodules voor niet-artsen. In dezelfde
de aanpasbare watertemperatuur, het drijfeffect in plaats
brainstormavond als hierboven genoemd is ook aan-
van een gevoel van zwaartekracht, het feit dat zwem-
dacht besteed aan onderwerpen voor cursussen voor
men een lowrisk-sport is en kunnen op deze manier veel
paramedici en trainers/coaches. De planning is om
betekenen voor chronisch zieken.
hier invulling aan te geven in 2011.
Er zijn echter ook nog hindernissen op weg naar succes.
Samenstelling bestuur
Medewerkers in zwemgelegenheden beschikken vaak
Drs. L.P. Heere
voorzitter
niet over de kennis die nodig is om ouderen en mensen
Drs. F. van Bemmel
secretaris
met een chronische aandoening, met daarbij individuele
Drs. E.R.H.A. Hendriks
vragen en wensen, deskundig te kunnen begeleiden.
Drs. C.A.C.M. Wijne
Het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ gaat naar aan-
Drs. A.P.J. Kokshoorn
penningmeester
lid namens het NIOS
lid namens de VSG
leiding hiervan samen met de Vereniging voor Sportgeneeskunde, TNO en UnieKBO een opleidingsprogramma
ontwikkelen voor begeleiders van deze activiteiten. Dit
programma bestaat uit een drie- daagse brede basisop-
114
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
115
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
Sport & Geneeskunde
3
TNO
Nederlandse Organisatie voor Toegepast
Natuurwetenschappelijk Onderzoek
Hans Tol
Janine Stubbe en Marijke Hopman-Rock
Sport & Geneeskunde, the Flemish/Dutch Journal of
Gesteund door de besturen van de VSG en VVS is de
TNO is een onafhankelijke onderzoeksorganisatie die
richt deze afdeling zich ook op onderzoek naar andere
Sports Medicine and Sports Science is sinds 2007 het
Aanmoedigingsprijs voor Sport en Geneeskunde geïn-
meer dan 75 jaar geleden door de overheid in het leven
vormen van fysieke activiteit. Uitgangspunt voor het
nieuwe tijdschrift van de Vlaamse Vereniging voor Sport-
troduceerd. Met deze prijs wordt aanstormend talent
is geroepen om de resultaten van wetenschappelijk
sport- en beweegonderzoek zijn de door VWS goedge-
geneeskunde (VVS) en de Nederlandse Vereniging voor
gestimuleerd tot publiceren in het tijdschrift Sport &
onderzoek meer toepasbaar te maken voor bedrijven
keurde onderzoekslijnen van het TNO programma Bewe-
Sportgeneeskunde (VSG). Eerdere publicaties van de
Geneeskunde. De Aanmoedigingsprijs 2008 is in het
en overheid. TNO levert op basis van haar expertise en
gen en Gezondheid 2007-2010:
beide verenigingen zijn opgegaan in deze publicatie. Het
eerste nummer van 2009 gepubliceerd. Als winnaar
onderzoek een bijdrage aan de concurrentiekracht van
• Monitoring;
tijdschrift heeft de missie om het toonaangevende we-
kwam sportarts in opleiding Maarten Moen uit de bus.
bedrijven en organisaties, aan de economie en aan de
• Ontwikkeling, evaluatie en implementatie van (kos-
tenschappelijke tijdschrift in Nederland en België te zijn
Samen met collegae publiceerde hij een artikel over de
kwaliteit van de samenleving als geheel. Doelgericht
op het gebied van sportgeneeskunde en sportweten-
waarde van klinische schoudertesten.
innoveren, dat is waar TNO voor staat. TNO ontwikkelt
schappen. In de reguliere vorm verschijnt het vijf maal
kennis om nieuwe producten te creëren die het leven
per jaar en richt zich op iedereen met een wetenschap-
In 2010 heeft een lezersonderzoek plaatsgevonden,
aangenamer en waardevoller maken, en die bedrijven
pelijke interesse voor sport en gezondheid.
waarbij redactionele inhoud, vormgeving en leesbaar-
helpen te innoveren.
heid een goede beoordeling ontvingen. De variatie aan
• Rol van de omgeving (buurt, werkomgeving) op
sport- en beweeggedrag;
• Beweging als determinant van arbeidsproductiviteit
en -participatie, met de nadruk op (kosten-)effectieve programma’s voor specifieke beroepsgroepen/
Het bestuur van de stichting Sport & Geneeskunde
onderwerpen en vakgebieden mag volgens het onder-
Elke vier jaar formuleert TNO nieuwe onderzoekspro-
branches en de inkadering daarvan binnen het inte-
bestaat uit drs. P.A. van Beek, R.C. Hartman en drs. L.P.
zoek nog wel iets verbeteren, waaraan lezers kunnen
gramma’s: series van onderzoeken die aansluiten bij
graal gezondheidsmanagement van een bedrijf.
Heere. De Stichting heeft tot doel de publicatie van de
bijdragen door het insturen van manuscripten. Daartoe
een overkoepelend thema. Die onderwerpen worden
wetenschappelijke ontwikkeling van de sportgenees-
wordt iedereen dan ook gaarne uitgenodigd. De auteurs-
gekozen op basis van maatschappelijke thema’s die het
kunde in de ruimste zins des woords, de bevordering
richtlijnen zijn te vinden op de nieuwe website
kabinet vaststelt: actuele onderwerpen, kwesties die
Voorbeelden van projecten in de
onderzoekslijnen
van de kwaliteit van de beoefening van de sportge-
www.sportengeneeskunde.nl.
beleidsmatig interessant en relevant zijn - en die vragen
In de periode tot 2011 is intensief aandacht besteed aan
om nieuwe antwoorden.
groepen met de minste lichamelijke activiteit: jeugdigen,
neeskunde alsmede het verzorgen van publicaties op
ouderen, chronische zieken, mensen met overgewicht,
sportmedisch en paramedisch gebied en het publiceren
Adresgegevens
van de officiële mededelingen van de Vereniging voor
Sport & Geneeskunde
Tot 2011 is het onderzoek binnen TNO verdeeld in vijf
allochtonen, laag-opgeleiden, niet-werkenden en werk-
Sportgeneeskunde.
Arko Sports Media
kerngebieden:
nemers in bewegingsarme beroepen/branches. Verwacht
Postbus 393
• Industrie & Techniek
wordt dat deze speerpunten ook in de volgende strate-
De Nederlandse redactie bestaat uit één hoofdredacteur
3430 AJ Nieuwegein
• Defensie & Veiligheid
gieperiode (2011-2014) zullen worden voortgezet. In het
en vier redactieleden. De redactieleden vertegenwoordi-
E [email protected]
• ICT
onderstaande overzicht worden per onderzoekslijn één
gen een van de doelgroepen: Sportgeneeskunde, Ortho-
• Bouw & Ondergrond
of twee voorbeeldprojecten genoemd.
pedie, (Sport)fysiotherapie, Bewegingswetenschappen
• Kwaliteit van Leven
en Cardiologie.
Per kerngebied zijn er ruwweg 1000 medewerkers.
Onderzoekslijn 1: Monitoring
Sinds 2000 loopt er een continu gezondheidsonder-
Vanuit Nederland nemen Dr. R.E.H. van Cingel ((sport)
116
ten)effectieve interventies;
fysiotherapeut), Prof.Dr. R.L. Diercks (orthopedisch chi-
Sport- en beweegonderzoek
zoek ‘Ongevallen en Bewegen in Nederland’ (OBIN). In
rurg, hoogleraar klinische sportgeneeskunde), mevr. Drs.
Hoger, sneller, mooier, langer en gezonder: technolo-
dit onderzoek worden jaarlijks aan meer dan tiendui-
N.M. Panhuyzen-Goedkoop (cardioloog), Prof.Dr. A.P. Hol-
gie in sport speelt een belangrijke rol in het bereiken
zend Nederlanders vragen voorgelegd over onder meer
lander (hoogleraar inspanningsfysiologie) en dr. J.L. Tol
van de optimale prestaties. TNO werkt met overheid,
lichaamsbeweging en gezondheid met als doel om na te
(hoofdredacteur, sportarts) deel aan de redactie.
bedrijfsleven, sport- en kennisorganisaties samen aan
gaan hoe en hoeveel Nederlanders bewegen en hoe de
België is vertegenwoordigd door dr. D. Vissers (hoofd-
onderzoek en innovatie voor de sport. Het sportonder-
trend zich ontwikkelt. De resultaten worden periodiek
redacteur), dr. L. Dossche, Prof.Dr. J. Gielen, Prof.Dr. R.
zoek bij TNO wordt gecoördineerd vanuit het kerngebied
weergegeven in het Trendrapport Bewegen en Gezond-
Meeusen, ap.Dr. P. Nijs en Prof.Dr. K. Peers.
Kwaliteit van Leven binnen de afdeling Gezondheidsbe-
heid. De nieuwe kennis die dat oplevert, zorgt ervoor
vordering door dr. Janine Stubbe. Naast sportonderzoek
dat in de praktijk steeds meer ‘evidence-based’ gewerkt
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
117
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
kan worden. De overheid gebruikt de informatie voor
het effect van een rompstabiliteitsprogramma (The Ele-
De TNO Raad van Bestuur bestaat uit drie leden
de sturing van sport- en bewegingsbeleid. Het laatste
ven) bij amateurvoetballers. Dit onderzoek wordt uitge-
Ir. J.H.J. Mengelers
trendrapport Bewegen en Gezondheid is in zijn geheel
voerd door het UMC Utrecht in samenwerking met TNO
Dr. C.M. Hooymans
Wassenaarseweg 56
te downloaden via de TNO site.
en staat onder leiding van Prof. Dr. Frank Backx.
J.W. Kelder.
Postbus 2215
Daarnaast heeft TNO met financiële steun van het Mi-
Onderzoekslijn 3: Rol van de omgeving
De Raad van Bestuur wordt bij Koninklijk Besluit be-
T 071-5181417
nisterie van VWS en in samenwerking met de Vereni-
Kinderen bewegen te weinig en worden steeds dikker.
noemd, de voorzitter en één lid op voordracht van de
F 071-5181903
ging voor Sportgeneeskunde en VIR e-Care Solutions
Spelen achter de computer heeft de plaats van buiten
Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen, één
E [email protected]
het Elektronisch Sportersdossier (ESD) (voorheen het
spelen ingenomen en menig uurtje wordt er zittend ach-
lid op voordracht van de Minister van Defensie.
W www.tno.nl
Blessure Informatie Systeem) opgesteld Dit web-based
ter doorgebracht. Hoe krijgen we de jeugd weer actief?
systeem is uitgegroeid tot een monitoringssysteem dat
TNO werkt samen met partners aan nieuwe sport-, spel-
blessures in achttien verschillende takken van sport
en beweegconcepten. Zo ontwikkelde TNO:
registreert. Het systeem analyseert welke blessures het
• Make Me Move, een ‘speelstoep’ met oplichtende
voorzitter
3
Adresgegevens
TNO Kwaliteit van Leven
2301 CE Leiden
meest voorkomen en geeft informatie over preventie en
tegels. Kinderen spelen op deze moderne versie van
behandeling van blessures. Hierdoor kan per sporttak
een hinkelbaan een spel door met hun voeten de
meer inzicht verkregen worden in de omvang, kenmer-
oplichtende tegels te bedienen.
ken en medische behandeling van sportblessures met
• Met Cool Movez trainen kinderen thuis op een
als doel het terugdringen van sportblessures in Neder-
dansmat voor een virtuele danswedstrijd. Zij nemen
land. In 2010 heeft TNO zich gericht op het registre-
deel door gebruik te maken van moderne middelen
ren van blessures bij korfbal en zaalvoetbal. Tevens is
als MSN messenger, een online community en een
onderzoek verricht naar het effect van ondergrond op
smartphone applicatie.
het ontstaan van tennisblessures. Ten slotte zijn in het
seizoen 2009-2010 blessures in het betaald voetbal
Onderzoekslijn 4: Bewegen en Arbeid
geregistreerd.
Op het gebied van bewegen en arbeid is voor bedrijven de zogenaamde Leefstijlscan ontwikkeld waarbij
Onderzoekslijn 2: Interventies
werknemers adviezen op maat krijgen over hun leefstijl
Een aantal groepen in de samenleving beweegt bedui-
en het management adviezen krijgt over de verdere
dend minder dan de gemiddelde Nederlander, zoals bij-
ontwikkeling van leefstijlbeleid. Met ROI-fit© kan het
voorbeeld chronisch zieken. Terwijl voldoende bewegen
rendement van acht verschillende vormen van bewe-
juist een gunstig effect heeft op de functionele gevolgen
gingsstimulering in het bedrijf worden bekeken. Ook
van de ziekte. Het verbeteren van de conditie bij fragiele
wordt onderzoek gedaan naar het belang, de (kosten)
patiënten voorafgaand aan een grote hartoperatie zorgt
effectiviteit en succesfactoren van implementatie van
zelfs voor een afname van morbiditeit en mortaliteit.
bedrijfsbewegingsprogramma’s, zoals fietsen naar het
werk en lunchwandelen. Tenslotte is het kwantificeren
Patiënten met een chronische ziekte zien er vaak vanaf
van bewegingsarmoede op het werk zelf en de gevolgen
om te sporten. Het geeft soms acute klachten of leidt
daarvan voor de werkprestatie alsmede het ontwikkelen
tot een toename van de benauwdheid. Meer bewegen
van oplossingen hiervoor een belangrijk aandachtspunt.
kan op de langere termijn juist een gunstig effect heb-
Voor de doelgroep werknemers worden diverse vormen
ben op het beloop van de ziekte. TNO maakt speciale
van bewegingsstimulering binnen het bedrijf geëvalu-
beweegprogramma’s voor patiënten met long- of hart-
eerd, zoals bedrijfsfitness, fietsen-naar-het-werk en het
aandoeningen, diabetes, artrose en botontkalking. Met
concept ‘bedrijfssport’ van Sport en Zaken.
ondersteuning van een fysiotherapeut traint de patiënt
zijn conditie en functionaliteit waardoor hij minder last
Samenstelling bestuur
heeft van zijn aandoening.
De TNO Raad van Bestuur is belast met het besturen
van de organisatie en heeft alle bevoegdheden, voor
118
Ook evalueert TNO bestaande programma’s op kostenef-
zover die niet bij of krachtens de TNO-wet aan andere
fectiviteit. Een voorbeeld hiervan is het onderzoek naar
organen is opgedragen.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
119
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
VFBV
VSG
Vereniging van Fysiotherapeuten binnen het Betaald Voetbal
Vereniging Sport en Gemeenten
3
Frank van Deursen
‘Samen sterk voor lokale sport’
De Vereniging van Fysiotherapeuten binnen het Betaald
De VFBV organiseert regelmatig themamiddagen en na-
Voetbal (VFBV) is opgericht in 1993. Het bestuur van de
scholingen voor haar leden. Vaak worden deze nascho-
vereniging bestaat uit 5 personen en aanmelden als lid
lingen gehouden op het KNVB-sportcentrum in Zeist,
Vereniging Sport en Gemeenten zet zich in voor sport op
kan via de website of telefonisch via het secretariaat.
maar ook externe accommodaties zijn in het verleden
lokaal niveau. De belangen van gemeenten staan hierbij
regelmatig bezocht.
centraal. Sport is een beleidsterrein waaraan de gemeen-
Vereniging Sport en Gemeenten behartigt de belan-
ten autonoom zonder nadere wet- en regelgeving inhoud
gen van werkgevers en exploitanten van de publiek
kunnen en mogen geven. Vanuit sport wordt bekeken in
toegankelijke zwembaden. Bijna alle gemeentelijke
hoeverre aangrenzende beleidsterreinen als onderwijs,
zwembaden en een groot aantal particuliere baden
recreatie, jeugd, gezondheid en dergelijke de sport kun-
zijn bij Vereniging Sport en Gemeenten aangesloten.
nen versterken.
Vereniging Sport en Gemeenten vormt samen met
Een groot aantal lokale bestuurders en ambtenaren is als
brancheorganisatie RECRON en de KNZB het bestuur
vrijwilliger betrokken bij Vereniging Sport en Gemeenten.
van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ.
Doelstelling
• Het bevorderen van een betere rechtspositie van
fysiotherapeuten binnen BVO’s.
• Het ontwikkelen van kennis en kunde van de sportfysiotherapie binnen het betaald voetbal.
• Vraagbaak zijn voor alle leden.
Samenstelling bestuur
Voorzitter
Rinus Louwers
(fysiotherapeut VVV)
Marc van Ingh
Penningmeester
(fysiotherapeut Helmond sport)
Secretaris
Raymond Meyer
Het lidmaatschap van de vereniging staat open voor
(fysiotherapeut KNVB)
fysiotherapeuten die werkzaam zijn bij een betaald voet-
Frank van Deursen
bal organisatie. Het lidmaatschap is uitgesloten voor
(fysiotherapeut afc Ajax)
personen die wel voetballers onder behandeling heb-
Hans Wiltenburg
ben, maar die niet als fysiotherapeut bij een
(fysiotherapeut Roda JC)
meenten.nl ondersteunen de kennismakelaarsfunctie
van Vereniging Sport en Gemeenten.
•Brancheorganisatie voor de zwembaden
Deze vrijwilligers zijn actief bij de vele activiteiten die
Algemene Zaken
Algemene Zaken
door Vereniging Sport en Gemeenten worden uitgevoerd.
Samenstelling bestuur
Van regionale wethoudersdebatten tot ambtelijke kwali-
Voorzittersfunctie is vacant
teitskringen of van landelijke werkconferenties tot door
Mervyn Stegers
afdelingen georganiseerde buitenlandse werkbezoeken.
Burgemeester Tubbergen
vice-voorzitter
vice-voorzitter
Paul Depla,
BVO werken.
Adresgegevens
Vereniging Sport en Gemeenten werkt via
vier strategische pijlers:
Burgemeester Heerlen
penningmeester
Ad van Oirschot
Rol van de organisatie
VFBV
Het ontwikkelen van de sportfysiotherapie binnen het
T.a.v. Raymond Meyer
betaald voetbal.
Woudenbergseweg 56 (Sport medisch centrum KNVB)
Als belangenbehartiger voor de lokale sport streeft
Pieter Bax, directeur sportbedrijf Tilburg
Verbeteren van de rechtspositie van BVO fysiotherapeuten.
3707 HX Zeist
Vereniging Sport en Gemeenten naar een volwaardige
portefeuille zwembaden
Door het organiseren van “op maat gesneden” con-
T 0343-499127
vertegenwoordiging namens de Nederlandse gemeen-
Klaas Tigelaar, Burgemeester Oud-Beijerland
gressen, cursussen, studiemiddagen en lezingen wil de
E [email protected]
ten op het terrein van de sport op een kwalitatief
(afgevaardigd uit afdeling West)
vereniging het kennisniveau van de fysiotherapeut die
W www.VFBV.nl
hoogwaardige manier.
Roelof Stäbler, wethouder Hoogezand –Sappemeer
•Beleids- en vakinhoudelijke belangenbehartiger
lid
lid
lid
(afgevaardigd uit afdeling Noord)
werkzaam is in het betaald voetbal up to date houden
en verbeteren.
Hoofd gemeentelijk sportbedrijf Arnhem
•Platform voor ontmoeting en kennisuitwisseling
Jaap Verkroost, wethouder Maarssen
De bijeenkomsten, congressen en expertmeetings die
(afgevaardigd uit afdeling Oost)
Vereniging Sport en Gemeenten organiseert, zijn be-
Leo Schoots, voormalig burgemeester Cuijk
doeld om overheden onderling, overheid en bedrijfsle-
(afgevaardigd uit afdeling Zuid)
lid
lid
ven en bedrijven onderling de mogelijkheid te bieden
tot ontmoeting en kennisuitwisseling.
Adresgegevens
Vereniging Sport en Gemeenten
•Kennismakelaar en vraagbaak voor leden
120
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Pastoor Bruggemanlaan 33
Vereniging Sport en Gemeenten is sinds vele jaren
6861 GR Oosterbeek
kennismakelaar en vraagbaak voor haar leden. De
T 026-3396410
vragen kennen een grote variëteit. Het kennisplein en
E [email protected]
de digitale bibliotheek op de website www.sportenge-
W www.sportengemeenten.nl
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
121
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
VSG
• Tenslotte werkt de onduidelijke en onzekere positie
Vereniging voor Sportgeneeskunde
3
Wetenschap
van de sportgeneeskunde belemmerend voor artsen
Onder de noemer wetenschap heeft de VSG zich dit jaar
om zich als sportarts te specialiseren. Dit draagt bij
beziggehouden met de ontwikkeling van een werkwijze
aan de onzekere toekomst van de sportgeneeskunde.
voor KennisTransfer Sportgezondheidszorg (KTS). Voor
meer informatie hierover zie paragraaf 4.6.
Het ontbreken van de medisch specialistische erkenning
Samenstelling bestuur
sportgeneeskunde in het zorgstelsel. De huidige erken-
Drs. R.J.A. Visser
voorzitter a.i., sportarts
secretaris/penningmeester, sportarts
De Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG) is in 1965
Hieronder volgt een korte samenvatting van de speerpun-
ning als sociaal geneeskundig specialisme is daartoe
Drs. A.J.M. Brons
opgericht door een aantal voortrekkers uit andere medi-
ten waarmee de VSG zich in 2010 heeft bezig gehouden.
onvoldoende, met als gevolg:
Drs. A. van Essen
• het ontbreken van adequate bekostiging middels de
Drs. R.J.A. Visser
sche disciplines, waaronder de cardiologie en de orthopedie. Vanaf deze tijd is er steeds aan kennisverbreding
Beroepsbelangen
gewerkt door het organiseren van applicatiecursussen
Het feit dat de sportgeneeskunde tot op heden niet
sportgeneeskunde en het opzetten van sportmedische
erkend is als medisch specialisme heeft een aantal on-
adviescentra (SMA’s) door heel Nederland. Als vervolg
gewenste consequenties.
hierop heeft de VSG zich ook hard gemaakt voor het
• Ten eerste ontberen veel (aspirant) sporters, kwalita-
DBC-systematiek van diagnostiek en/of curatie;
• het niet gefinancierd zijn van de opleiding tot sportarts via het Opleidingsfonds;
• het niet of nauwelijks gebruik kunnen maken van
voorzieningen voor kwaliteitsverbetering en -borging
sportarts, taakgebied kwaliteit
sportarts, taakgebied beroepsbelangen
sportarts, taakgebied wetenschap
Vacant
Drs. M. Inklaar
sportarts in opl., vertegenw. Juniorkamer
Dr. P.J. Senden
cardioloog
Drs. H. van der Hoeven
orthopedisch chirurg
Drs. H.B.A. van de Sande
verankeren van het vak sportgeneeskunde binnen de
tief gezien, optimale zorg. Sportgeneeskundige zorg
gezondheidszorgstructuur, waarbij de sportgeneeskunde
is slecht toegankelijk voor (aspirant) sporters omdat
is ondergebracht bij de sociale geneeskunde.
sportgeneeskunde niet in het basispakket zit van de
Er is een Taskforce Erkenning ingericht om het indienen
Vereniging voor Sportgeneeskunde
zorgverzekering.
van een mogelijke erkenningsaanvraag van sportgenees-
Postbus 52
Vanaf haar ontstaan heeft de VSG steeds het doel voor
Adresgegevens
kunde als medisch specialisme voor te bereiden. Deze
3720 AB BILTHOVEN
mogelijkheden om in te spelen op nieuwe ontwikke-
Taskforce heeft in 2010 contacten gelegd met beroeps-
Professor Bronkhorstlaan 10 eerste verdieping
voor sportartsen en andere artsen die geïnteresseerd
lingen, simpelweg omdat de sportgeneeskunde ‘niet
verenigingen, met de sport, met maatschappelijke orga-
Gebouw 60
zijn in de sportgeneeskunde. De VSG kent op dit mo-
aan tafel zit’. Zolang de sportgeneeskunde niet geïn-
nisaties, met hogescholen, met Raden van bestuur en
3723 MB BILTHOVEN
ment 431 leden, waaronder 113 sportartsen, 34 sport-
tegreerd is in het zorgstelsel, wordt de sportarts bij
met de politiek om zoveel mogelijk draagvlak te creëren
T 030-2252290
artsen in opleiding en 11 sportartsen niet praktiserend.
nieuwe ontwikkelingen vaak over het hoofd gezien.
voor het indienen van een mogelijke erkenningsvraag.
F 030-2252498
• Ten tweede heeft de sportgeneeskunde minder
Daarnaast is binnen de beroepsgroep het initiatief geno-
E [email protected]
geneeskundige en/of medisch specialist met een grote
geneeskundige afdeling te maken met financiële
men om met elkaar eensgezindheid te bereiken over de
W www.sportgeneeskunde.com
affiniteit dan wel deskundigheid op het gebied van de
rompslomp die grotendeels verholpen zou zijn als
waarde van het eigen vak en alle sportartsen te mobili-
sportgeneeskunde. Daarmee is de VSG een omnivereni-
de sportgeneeskunde als medisch specialisme is
seren die waarde naar externen succesvol uit te dragen.
erkend.
Op deze manier probeert de sportgeneeskunde te wer-
ging voor artsen te noemen, ongeacht hun specifieke
werksetting, opleiding en/of specialisme. De VSG is toe-
• Ten derde hebben ziekenhuizen met een sport-
• Ten vierde wordt de verdere wetenschappelijke ont-
ken aan een betere positionering en profilering van de
gankelijk voor artsen die de Basiscursus Sportgenees-
wikkeling belemmerd. Het meedingen naar subsidies
sportgeneeskunde waardoor de kans op het verwerven
kunde hebben gevolgd en voor geregistreerde Belgische
van fondsen die aan erkende medisch specialismen
van een herkenbare en erkende plek binnen de gezond-
sportartsen. Het bestuur van de VSG bestaat uit een
zijn gekoppeld (zoals het Annafonds) wordt bemoei-
heidszorg wordt vergroot.
sportarts als voorzitter, een drietal andere sportartsen
lijkt door het niet erkend zijn van de sportgenees-
en een vertegenwoordiger van de juniorkamer, versterkt
kunde. Daardoor is de continuïteit van het weten-
Kwaliteit
met vertegenwoordigers vanuit de disciplines cardiolo-
schappelijk onderzoek niet verzekerd omdat de
Op het gebied van kwaliteit heeft de VSG onder andere
tijdelijke stimuleringsimpuls in 2010 afloopt.
gewerkt aan de ontwikkeling van een complicatieregi-
gie, orthopedie en huisartsgeneeskunde.
Binnen de VSG zijn diverse commissies en werkgroepen
• Ten vijfde is ook de kwaliteit van de sportgenees-
stratie, het voorbereiden van pilots in het kader van
werkzaam die een bijdrage leveren aan het beleid van
kunde in de toekomst niet geborgd (door het ont-
kwaliteitsvisitatie, de ontwikkeling van een elektronisch
de vereniging. Zo zijn er commissies/werkgroepen die
breken van financiering) omdat de sportgeneeskun-
patiëntendossier voor sportmedische begeleiding en de
zich bezighouden met de behartiging van de beroeps-
de niet volwaardig in het zorgstelsel is opgenomen.
ontwikkeling van cursussen voor huisartsen, jeugdart-
belangen van de sportartsen, maar ook met de kwa-
Weliswaar worden het sportgeneeskundige kwali-
sen, trainers/coaches, praktijkondersteuners huisartsen,
liteitsverbetering binnen de sportgeneeskunde en het
teitsbeleid en de opleiding op dit moment apart
doktersassistenten en ‘physician assistants’.
versterken en bevorderen van het kennisdomein van de
gesubsidieerd, maar dat biedt geen garanties voor
sportgeneeskunde.
de toekomst.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
huisarts
(Centraal Begeleiding Orgaan).
ogen gehad om de wetenschappelijke vereniging te zijn
Verder zijn de leden huisartsgeneeskundige, sociaal-
122
vormt een belemmering voor het verankeren van de
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
123
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
VSN
format. Tevens is er een nieuwe informatiebrochure in
Adresgegevens
ditzelfde format uitgekomen over de sportdiëtist.
Vereniging Sportdiëtetiek Nederland (VSN)
Vereniging Sportdiëtetiek Nederland
Samenstelling bestuur
Floris Wardenaar
Floris Wardenaar
voorzitter
8016 GG Zwolle
Yvonne Klomp
secretaris
E [email protected]
Geertje Becker
penningmeester
W www.sportdietetiek.nl
Anja van Geel
algemeen bestuurslid (ontwikkeling)
3
Yvonne Klomp, secretaris
De Vereniging Sportdiëtetiek Nederland (VSN) komt
Als snel groeiende organisatie bepaald VSN op dit mo-
voort uit het Netwerk Sportdiëtetiek. Het netwerk had
ment wat haar visie en missie is voor de lange termijn.
als doelstelling de kwaliteit van het vakgebied te ver-
Centraal zullen hierin de twee oorspronkelijke doelstel-
beteren als ook het op de kaart zetten van voeding als
lingen staan.
prestatiebepalende factor. Mede om die laatste reden is
Rol binnen de sportgeneeskunde/sportgezondheidszorg
veel contact gezocht met het NOC*NSF. Ook de perikelen
Er zijn verschillende vormen van uitwisselen van kennis
rondom doping en het gebruik van voedingssupplemen-
en informatie op het gebied van sportvoeding. Hierbij
ten heeft op een gegeven moment het NOC*NSF doen
kan onderscheid worden gemaakt tussen het uitwisse-
besluiten op structurele basis voeding en voedingsbe-
len van kennis binnen de beroepsgroep (intern) en het
geleiding in te bouwen in de Nederlandse topsport. Dat
uitwisselen van kennis richting sporters en begeleiders
heeft vooral zijn vlucht genomen in aanloop naar de
(extern).
Olympische Spelen van Athene waarin een groot onder-
Een aantal leden van de VSN is betrokken als lid van
zoek is gedaan naar de voedingsinname van Nederland-
het voedingsexpertteam van NOC*NSF. Dit team heeft
se topsporters en onderzocht is op welke manier het
als taak het NOC*NSF te adviseren over voedingsvraag-
meest doelmatig en doeltreffend voedingsbegeleiding
stukken. Daarnaast was de begeleiding van Olympische
plaats kon vinden. Dit project is uitgevoerd in samen-
topsporters in de afgelopen 10 jaren in handen van
werking met het netwerk en de HAN.
leden van dit expertteam. Een nieuwe ontwikkeling is
Inmiddels was het netwerk Sportdiëtetiek door de Neder-
dat leden van de VSN betrokken zijn bij de voedings-
landse Vereniging voor Diëtisten (NVD) erkend als netwerk
begeleiding in de verschillende Centra voor Topsport en
met een specifieke deskundigheid. Bij de operationalise-
Onderwijs (CTO’s). Hierdoor worden meer sportdiëtisten
ring van het ontwikkelde beleid en de gekozen strategie
in staat gesteld om te werken in de topsport.
Bea van der Mei
Van Middachtenmarke 24
algemeen bestuurslid (kwaliteitszorg)
werd duidelijk dat niet een netwerk, maar een vereniging
de meest voor de hand liggende organisatievorm was.
Projecten en activiteiten
Sinds de oprichting van VSN in 2004 is deze uitgegroeid
De VSN fungeert als platvorm voor de beroepsgroep van
tot een vereniging met meer dan 100 leden die gerech-
sportdiëtisten. Jaarlijks worden minimaal twee landelijke
tigd zijn de geregistreerde merknaam sportdiëtist VSN te
bijeenkomsten georganiseerd waar leden in de gelegen-
voeren. Een deel hiervan is SCAS gecertificeerd, op ba-
heid zijn met elkaar in contact te komen. Op regionaal
sis waarvan deze leden aantonen dat zij actief bezig zijn
niveau vindt intervisie plaats.
met het verbeteren van de kwaliteit van de behandeling
De VSN beschikt over een goed werkzame website, deze
binnen de context van sportdiëtetiek.
website geldt als uithangbord voor de VSN. Geïnteresseerden vinden er informatie over de sportdiëtist en de
Doelstelling en missie
VSN. Daarnaast kunnen bezoekers via de site op zoek
Op dit moment zijn er twee doelstellingen:
gaan naar een sportdiëtist bij hen in de regio. Op dit mo-
•het uitwisselen van kennis en informatie tussen
ment zijn er gemiddeld 300 unieke bezoekers per dag.
sportdiëtisten en het profileren van de sportdiëte-
Het adressenbestand van leden wordt ook verstrekt aan
tiek, vooral bij sporters en hun begeleiders;
Sportzorg, de organisatie van beroepen die betrokken
•het verrichten van alle verdere handelingen, die met
124
zijn bij zorg en hulpverlening in de sport.
vorenstaande in de ruimste zin verband houden of
Sinds 2008 zijn er verschillende factsheets voor klan-
daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
ten verschenen o.a. over vocht en herstel in een VSN
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
125
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
VSPN
Samenstelling bestuur
Vereniging SportPsychologie Nederland
Pascal de Wijngaert
Rico Schuijers
Edith Rozendaal
De Vereniging voor Sportpsychologie in Nederland werd
middel van een artikel een bijdrage kunnen leveren.
op 7 oktober 1989 in Amsterdam opgericht.
Er bestaan reeds samenwerkingsverbanden met het
3
Adresgegevens
voorzitter
Vereniging SportPsychologie Nederland
secretaris
Landstraat 66
penningmeester
1814 BG Alkmaar
Vana Hutter
lid
E [email protected]
Stéphanie Kuiper
lid
W www.vspn.nl
Karin de Bruin
lid
Simone van Sweden
lid
Nederlands Instituut van Psychologen (NIP), het NederDoelstelling
lands Olympisch Comité en de Nederlandse Sport Fede-
Haar belangrijkste doel is de ontwikkeling van de sport-
ratie (NOC*NSF) en de Vlaamse Vereniging voor Sport-
psychologie in Nederland te stimuleren, met name het
psychologie (VVSP). De VSPN is lid van de Féderation
bevorderen van wetenschappelijk onderzoek op het
Européenne de Psychologie des Sports et des Activités
terrein van de sportpsychologie en de professionalise-
Corporelles (FEPSAC).
ring van de toepassing van psychologische kennis in
de praktijk krijgen bijzondere aandacht. Daartoe is o.a.
Projecten
in 2004 een accreditatiesysteem in het leven geroepen
De VSPN heeft samen met de Vrije Universiteit een
met bijbehorend register voor praktijksportpsychologen,
opleidingstraject uitgestippeld voor de titel Sportpsy-
docent sportpsychologen en sportpsycholoog-onder-
choloog VSPN® en de vakorganisatie heeft hiermee
zoekers. Daarnaast is de postacademische opleiding tot
het woordmerk laten registreren. In 2009 is de tweede
praktijksportpsycholoog in 2007 van start is gegaan. De
lichting van start gegaan binnen de 2-jarige postacade-
VSPN is verantwoordelijk voor het verstrekken dan wel
mische opleiding.
intrekken van accreditaties en draagt op deze manier bij
De geaccrediteerde sportpsycholoog neemt deel aan
aan kwaliteitsverbetering en –monitoring in het vakge-
intervisie. De eisen van de intervisie komen overeen met
bied.
die zoals gesteld zijn aan de psychologenpraktijken van
de leden van het NIP (Nederlands Instituut van Psycho-
Missie
logen). De eisen zijn opgenomen in de Gedragscode
Voortdurende aandacht wordt geschonken aan het op-
voor leden van de VSPN.
of bijstellen van opleidingsrichtlijnen op het gebied van
Met name de gedragscode die de VSPN voorschrijft
de sportpsychologie, aan het tot stand brengen en on-
spreekt NOC*NSF aan. Kort gezegd komt die gedragsco-
derhouden van contacten met verenigingen voor sport-
de erop neer dat sportpsychologen sporter gericht zijn,
psychologie in het buitenland en aan het adviseren van
coach gestuurd, in de coulissen blijven, geen successen
de georganiseerde sport en overheid ten aanzien van de
claimen en evidence based werken, dus met methoden
sportpsychologie.
die berusten op wetenschappelijk onderzoek.
Rol van de VSPN binnen de sportgezondheidszorg
De VSPN organiseert studie- en intervisiebijeenkomsten,
symposia en congressen. Hierbij staat de uitwisseling
van specifieke sportpsychologische kennis voorop. Deze
kennis heeft betrekking op zowel de uitkomsten van
wetenschappelijk onderzoek als op de sportpsychologische praktijk.
Het ‘sportpsychologie bulletin’ wordt uitgegeven door
de VU Amsterdam, waaraan de leden van de VSPN door
126
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
127
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
Feiten en ontwikkelingen 2010
VvBN
WBVS
Vereniging voor Bewegingswetenschappen Nederland
Werkgroep VRA Bewegen en Sport
Kenneth Meijer
Rienk Dekker
De VvBN bestaat vanaf 1 januari 2002 en komt voort
In maart wordt het jaarlijkse VvBN symposium ge-
De WVBS is een in 2007 opgerichte werkgroep van de
uit een fusie tussen de Nederlandse Vereniging voor
houden, waar prominente onderzoekers hun nieuwste
Vereniging voor Revalidatieartsen (VRA) die zich be-
Bewegingswetenschappen (NVB), de Vereniging voor
bevindingen aan een breed publiek voorleggen en waar
zighoudt met alle aspecten die betrekking hebben op
Inspanningsfysiologie (VIF) en de Bewegingswetenschap-
de proefschriftprijs wordt uitgereikt voor het beste
patiëntenzorg, wetenschappelijk onderzoek, onderwijs
pen Arbokring (BW-Arbokring). De VvBN is een landelijk
proefschrift van het voorgaande jaar. Tevens wordt de
en opleiding, op het gebied van het thema bewegen
georiënteerde vereniging die een voortrekkersrol vervult
algemene ledenvergadering tijdens het symposium ge-
en sportbeoefening vanuit revalidatiegeneeskundig
bij het uitdragen van de Bewegingswetenschappen in
houden.
perspectief. Leden zijn revalidatieartsen, aios-Revalida-
organisatie, externe instanties in Nederland, maar
tiegeneeskunde, bewegingswetenschappers en andere
ook daar buiten op het gebied van revalidatiege-
Nederland. Door de prominente positie en de vele acti-
op organisatorisch gebied;
•het ondersteunen en stimuleren van onderwijs- en
opleidingsmomenten op het gebied van revalidatiegeneeskunde, bewegen en sport;
•het stimuleren van contacten met de eigen beroeps-
De vereniging hecht grote waarde aan het bevorderen
ruim 600 leden. Naast het bestuur is een aantal uitste-
van onderzoek bij startende bewegingswetenschappers,
kend opererende commissies actief dat zich op vrijwil-
daarom organiseert zij ieder jaar een studentendag bij
De missie van de WVBS is tweeledig:
gebied sport en handicap, minimaal eenmaal per
lige basis voor de vereniging inzet.
één van de bewegingswetenschappenopleidingen in den
•iedere patiënt die een (poli)klinische revalidatiebehan-
twee jaar;
lande. Tijdens deze dag presenteren studenten beweDe doelstelling van de VvBN is het bevorderen van ken-
gingswetenschappen hun wetenschappelijke werk en
nisuitwisseling en ondersteunen van onderzoek op het
strijden zij om de VvBN studentenprijs.
neeskunde, bewegen en sport;
•het organiseren van een congres op het aandachts-
deling ondergaat, krijgt een beweeg- en sportadvies
•in revalidatiegeneeskundige behandelingen worden,
nog meer dan nu al het geval is, inspanningsfysiolo-
gebied van bewegingswetenschappen en dienstverle-
•het aanwenden van alle andere wettige middelen
welke voor het bereiken van het gestelde doel nuttig
of nodig worden geacht.
gische principes ingepast.
ning ten behoeve van de leden van de vereniging. Twee
Samenstelling bestuur
keer per jaar geeft de VvBN de Moving Matters uit, een
Dr. Kenneth Meijer
De doelstelling van de werkgroep betreft daarmee het
Rol van de organisatie binnen de sportgeneeskunde/
voorzitter
verbeteren van kwaliteit en kennis van het revalidatiege-
sportgezondheidszorg
magazine met nieuws en wetenswaardigheden uit de
Drs. Melvin Kantebeen
secretaris
neeskundig handelen door de toepassing te stimuleren
De WVBS heeft het mandaat van de wetenschappelijke
bewegingswetenschappen.
Drs. Helco van Keeken
penningmeester
van de principes van bewegen en sportbeoefening bin-
beroepsvereniging (VRA) om op het gebied van sport,
nen de revalidatiegeneeskunde.
bewegen en (motorische) handicap aanspreekpunt te
De vertaalslag van recente wetenschappelijke bevindin-
Dr. Karin Proper
gen naar praktische toepassingen in het werkveld staat
Dr. Rouwen Cañal Bruland
De werkgroep tracht haar doel te bereiken door:
de revalidatiegeneeskunde zelf als daarbuiten. Intensief
hoog in het vaandel. Hiertoe zijn diverse commissies
Dr. Nathalie Donders
•het uitdragen en stimuleren van de specifieke ex-
wordt daarbij samen gewerkt met Gehandicaptensport
Dr. Tinus Jongert
actief. Een aantal interessegroepen (arbeid, bewegen en
gezondheid en revalidatie) organiseren elk eens per drie
Adresgegevens
maanden een openbare thema-avond waar de meest re-
E [email protected]
cente ontwikkelingen op tal van bewegingswetenschap-
W www.bewegingswetenschappen.org
pelijke terreinen levendig bediscussieerd worden.
zijn voor alle betreffende vraagstukken, zowel vanuit
pertise op het gebied van bewegen en sport, zowel
Nederland en in toenemende mate met het NOC*NSF,
binnen de VRA als daarbuiten, waarbij zij zich ook
Revalidatie Nederland, de VSG en met veel sportartsen
expliciet richt op de samenwerking met sportartsen;
op persoonlijke titel.
•het stimuleren van het opnemen van de principes
van bewegen en sport in de reguliere revalidatiege-
Projecten
neeskundige behandeling;
De WVBS vergadert vier keer per jaar. Tijdens deze bij-
•het stimuleren van de samenwerking tussen per-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
eenkomsten worden, naast een huishoudelijk gedeelte,
sonen en instellingen, die zich met revalidatiege-
één of twee inhoudelijke onderwerpen door uitgeno-
neeskunde, bewegen en sport bezig houden zoals
digde sprekers behandeld.
bijvoorbeeld de VSG, de NOC*NSF en Gehandicap-
In 2010 werden de volgende onderwerpen behandeld:
tensport Nederland;
•februari 2010 : Presentatie onderzoekslijn Eras-
•het bevorderen van samenwerking bij het verrichten
128
•het uitwisselen van ervaringen en ideeën per regio
viteiten groeit de vereniging snel en heeft zij momenteel
belangstellenden.
3
mus MC, afdeling revalidatie aangaande bewegen
van wetenschappelijk onderzoek op het gebied van
bij mensen met een handicap of chronische ziekte,
Revalidatiegeneeskunde, bewegen en sport;
MOVEFIT genaamd;
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
129
3
Feiten en ontwikkelingen 2010
•mei 2010: Inspanningsonderzoek methoden en interpretatie bij amputatiepatiënten;
•september 2010: Samenwerking revalidatiearts en
sportarts: voorbeelden uit vier praktijken;
•december 2010: Wetenschappelijk onderzoek sport,
bewegen en handicap: vorderingen op het vlak van
De leden van de WVBS participeren ook in 2010, namens de werkgroep, in voor het aandachtsgebied relevante commissies / werkgroepen en organisaties (zoals
bijvoorbeeld Gehandicaptensport Nederland, VSG: Kennis Transfer Sportgeneeskunde, ISPO, IPC) in binnen- en
buitenland.
spierdystrofie en amputatie.
Samenstelling bestuur
De WVBS ontwikkelt, onderhoudt en bouwt ook in 2010
Dr. Rienk Dekker
voorzitter
een landelijk dekkend netwerk verder uit van revalida-
Drs. Peter van Leeuwen
secretaris
tieartsen die per regio aanspreekpunt zijn voor specifie-
Drs. Anke Verlouw
ke revalidatiegeneeskundige vragen met betrekking tot
het aandachtsgebied, onder andere op het vlak van de
Adresgegevens
samenwerking met sportartsen.
Werkgroep VRA Bewegen en Sport (WVBS)
RC Blixembosch
De WVBS ontwikkelt en onderhoudt een kennis- en ex-
Postbus 1355
pertisesysteem ten aanzien van haar aandachtsgebied,
5602 BJ Eindhoven
onderverdeeld in de aspecten patiëntenzorg, onderwijs,
T 040-2642742
opleiding en wetenschappelijk onderzoek. Hierbij wordt
E [email protected]
nauw samengewerkt met de VSG en Gehandicaptensport
W www.revalidatiegeneeskunde.nl
Nederland, in de vorm van het opzetten van een Kennis
Transfer Sportgezondheidszorg (KTS) ten behoeve van
Sport, Bewegen en Handicap en in 2010 zijn hiertoe duidelijke stappen voorwaarts gezet.
De WVBS heeft op 20 augustus 2010 een goed bezocht
internationaal wetenschappelijk symposium georganiseerd met als onderwerp: “WK zwemmen 2010” rond de
wereldkampioenschappen Zwemmen voor gehandicapten.
Tijdens de VSG-dagen in november 2010 zijn door de
leden van de WVBS diverse voordrachten ingevuld,
onder andere tijdens de workshop: ““de paralympische
gedachte: op weg naar 2028. Welke rol is er voor sporten revalidatiegeneeskunde?”
130
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
penningmeester
Wetenschap en onderwijs
4
Hoofdstuk 4
Wetenschap en onderwijs
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
131
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
4.1
Inleiding
Voor het versterken en verankeren van de onderzoeks-
betere verzameling en grotere toegankelijkheid van
infrastructuur heeft ZonMw aan vier academische centra
gegevens/kennis.
(UMC Groningen, VUmc Amsterdam, UMC Utrecht en UMC
Maastricht) twee keer voor een totale periode van zes
jaar financiering beschikbaar gesteld. Deze academische
4
5. Versterking van deskundigheid in de sector om de
opbrengsten van onderzoek beter te gebruiken.
6. Een beperkt aantal krachtige inhoudelijke onder-
centra hebben zich verenigd in het Landelijk Overleg
zoekslijnen die de aankomende jaren nader aandacht
SportgezondheidsOnderzoek (LOSO). In 2009 heeft
verdienen.
het multidisciplinaire onderzoeksinstituut Musculoskeletal Science Center (MUSC) van het Erasmus Medisch
Sectorplan Sportonderzoek en –onderwijs 2011-2016
Centrum Rotterdam zich bij het LOSO aangesloten. Voor
In opdracht van het Ministerie van OCW en in samen-
het vergroten van kennis over de positieve en negatieve
werking met het Ministerie van VWS, heeft NOC*NSF de
In 2003 heeft ZonMw in opdracht van het ministerie van
Het programma Sport, Bewegen en Gezondheid, beoogt:
aspecten van sport en bewegen zijn binnen de kaders
regie gevoerd op de totstandkoming van het sectorplan
VWS het programma Sport, Bewegen en Gezondheid
1. het versterken en verankeren van de onderzoeksinfra-
van het programma in totaal vijftien projecten gehono-
Sportonderzoek en –onderwijs. Universiteiten, hogescho-
reerd. De resultaten van de projecten komen vanaf 2009
len, onderzoeksinstituten, sportorganisaties, sportkoepels
tot en met 2011 beschikbaar voor implementatie. In het
en een aantal andere stakeholders uit de sector sport-
kader van kennistransfer stimuleert ZonMw met behulp
onderzoek en -onderwijs hebben in twee interactieve
(SBG) ontwikkeld. Het programma is onder andere gebaseerd op het Advies Onderzoek Sportgezondheidszorg,
sport en bewegen van de Raad voor Gezondheidsonder-
structuur;
2. het vergroten van kennis op een aantal specifieke
thema’s;
van verspreiding en implementatie de verdere toepassing
werkconferenties de mogelijkheid gehad mee te werken
en gezondheid (2001), waarin tevens een reactie op het
voorwaarden voor de implementatie van onderzoeks-
van resultaten.
aan de invulling van het plan. Het sectorplan volgt de
RGO-advies is opgenomen en een veldraadpleging.
resultaten.
In de volgende paragrafen zijn onder andere de ZonMw-
vijf thema’s van het overheidsbeleid (Talentvol Nederland,
gesubsidieerde projecten opgenomen.
Meedoen in Nederland, Vitaal Nederland, Nederland in
zoek (RGO) uit 2001 en de regeringsnota Sport, bewegen
3. het bevorderen van kennistransfer en het creëren van
ZonMw werkt aan de verbetering van preventie, zorg
Beeld, Nederland op de kaart), aangevuld met een zesde
en gezondheid door het stimuleren en financieren van
Deze doelstellingen hebben betrekking op drie aandachts-
onderzoek, ontwikkeling en implementatie. Het is een
gebieden en de eerste twee aandachtsgebieden zijn ge-
Kennisagenda Sport 2011-2016
thema ‘Ondersteuning studie Topsporters’. Binnen de
intermediaire organisatie die staat voor kennisvermeer-
richt op het vergroten van de gezondheidswinst van sport
Het Ministerie van VWS heeft in november 2009 ZonMw
vijf onderzoeksgerelateerde thema’s is het doel om het
dering en vernieuwing van de gezondheidszorg en het
en bewegen, het derde aandachtsgebied gaat om het be-
en het Mulier Instituut opdracht gegeven tot het verrich-
sportonderzoek en –onderwijs naar Olympisch Niveau
gezondheidsonderzoek. ZonMw bestrijkt het hele spec-
perken van de gezondheidsrisico’s van sport en bewegen.
ten van een verkenningsstudie Sportonderzoek. Jaarlijks
te brengen. Het thema ‘Ondersteuning studie topspor-
trum van fundamenteel gezondheidsonderzoek tot en met
De aandachtsgebieden zijn de volgende.
investeren de lokale en nationale overheden ongeveer
ters’, streeft ernaar het ook voor topsporters en talenten
de praktijk van de gezondheidszorg. Als schakel tussen
1. Preventie door sport en bewegen. Er is al veel bekend
een miljard euro in de sport. Slechts enkele tienden van
mogelijk te maken om een opleiding te volgen. Het plan
maatschappij en wetenschap stimuleert ZonMw kennis en
over het effect van sport en bewegen op de bevorde-
een procent daarvan wordt besteed aan onderzoek en
is opgezet als een strategisch programma 2011-2016 voor
vernieuwingsprojecten en de bruikbaarheid daarvan voor
ring van de gezondheid en de preventie van ziekten.
onderbouwing van beleid. Het is de vraag of dat zin-
sport en onderwijs en –onderzoek met een onderbouwd
de praktijk.
De meeste Nederlanders bewegen niet voldoende.
vol wordt besteed en of deze investeringen nog steeds
investeringsplan. Een strategisch programma is een tijde-
Voor dit aandachtsgebied richt het programma zich op
kloppen met nieuwe prioriteiten in beleid en ontwikke-
lijk geheel van samenhangende inspanningen om belang-
specifieke doelgroepen (jongeren, lage SES groepen,
lingen in de samenleving. Daar komt bij dat Nederland
rijke en urgente doelen te realiseren en de noodzakelijke
chronisch zieken).
de ambitie heeft uitgesproken om na te gaan of ze de
middelen te verwerven om dat voor elkaar te krijgen. Om
Olympische Spelen in 2028 wil organiseren. Daarover wil
de realisatie van het plan te bevorderen zal een program-
Uitgangspunt voor ZonMw zijn vraagstukken op het
gebied van gezondheid, preventie en zorg. Om die op
te lossen is het nodig kennis te vergaren, een nieuwe
2. Behandeling met behulp van sport en bewegen. Dit
aanpak te ontwikkelen en te beproeven, of implementatie
houdt in de inzet van sport en bewegen bij behande-
Nederland in 2016 een weloverwogen beslissing nemen.
mabestuur worden ingericht. Taken van het programma-
van een effectief gebleken aanpak te bevorderen. Daartoe
ling van chronische aandoeningen en handicaps.
Dat is een ambitie die veel enthousiasme kan losmaken,
bestuur zijn bijvoorbeeld het bevorderen van de inhou-
maar ook een stevige investering vraagt. Om verantwoord
delijke verdieping van een (deel)plan, waar mogelijk en
– het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
relateerde aandoeningen. De sportgeneeskunde is het
te kunnen investeren, is kennis nodig: kennis die helpt
zinnig plannen tot businesscases te (laten) ontwikkelen,
(VWS) en de Nederlandse Organisatie voor Wetenschap-
medisch specialisme dat zich richt op het bevorderen,
om het te voeren beleid te onderbouwen.
voorstellen te doen voor allianties tussen initiatieven en
pelijk Onderzoek (NWO), maar soms ook andere organisa-
waarborgen en herstellen van de gezondheid van
De verkenningsstudie die is uitgevoerd heeft geresulteerd
het zoeken naar financieringsmogelijkheden met betrok-
ties – programma’s waarbinnen projecten worden gesubsi-
deelnemers aan sport en sportieve activiteiten, waar-
in de Kennisagenda Sport 2011-2016. Deze vraaggerichte
ken partijen.
dieerd en uitgevoerd.
bij rekening gehouden wordt met de sportspecifieke
agenda bevat handvatten om op deelterreinen onder-
formuleert ZonMw in opdracht van haar opdrachtgevers
3. Sportgeneeskunde: preventie en curatie van sportge-
belasting en belastbaarheid1. De sportarts richt zich,
zoeksprogramma’s op te laten stellen. In de kennisagenda
Het programma SBG verloopt in twee tranches. De eerste
in samenwerking met bijvoorbeeld de sportorthopeed
wordt geadviseerd om de komende jaren te investeren in:
tranche is beëindigd (2004-2006), de tweede eindigt in
en de sportfysiotherapeut, op de preventie en curatie
4. Verbetering van de kennisinfrastructuur op het terrein
2010. Het programma heeft een budget van in totaal 5,5
van sportgerelateerde aandoeningen zoals blessures,
van sport en bewegen: betere programmering van het
miljoen euro.
vermoeidheidsklachten of verantwoorde sportbeoefe-
onderzoek; beter beheer van bestaande gegevens;
1 Sport is Goed, Zorg
moet; Sportmedisch
beleidsplan 20022004, VSG en FSMI,
2002.
ning bij chronische ziekte.
132
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
133
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
4.2
Wetenschappelijk onderzoek
Amputees en sport
4
pag
Bragaru:
Amputees and Sport: program development in order to increase amputee’s sport participation.
172
Simmelink:
Het meten van de fysieke conditie bij patienten met een beenamputatie.
158
Beweegprogramma’s: zie trainingsprogramma’s
Blessurepreventie
pag
Bredeweg:
Wetenschappelijk onderzoek binnen sportmedische instellingen en partners van het
Landelijk Overleg Sportgezondheidsonderzoek (LOSO)
Groningen Novice Running (GRONORUN 2): effect van een 4-weeks preconditioning programma op running
141
related injury.
Hieronder is een overzicht opgenomen van het onderzoek dat op dit moment wordt uitgevoerd binnen de sportme-
Cardiologie en sport
dische instellingen die zijn aangesloten bij de Federatie van Sportmedische Instellingen en door de partners van het
Beus, de:
Landelijk Overleg Sportgezondheidsonderzoek (LOSO). Voor het overige sportgeneeskundige onderzoek verwijzen wij
Sportcor: landelijke registratie van plotselinge hartstilstand bij sporters.
u naar www.sportgezondheidsonderzoek.nl.
Panhuyzen:
pag
162
Atriumfibrilleren bij sporters. Het overzicht begint met een index van het onderzoek gerangschikt op trefwoorden met de naam van de contact-
Panhuyzen:
persoon en de pagina waar het onderzoek in samenvatting is opgenomen.
Bloeddrukwaarden bij sporters.
De onderzoeken worden aansluitend op de index in drie categorieën gepresenteerd, te weten:
Panhuyzen:
149
158
Preventieve cardiovasculaire screening bij sporters > 35 jaar: is dit zinvol?
161
• Sportletsels en aandoeningen
Vliet, van der:
• Inspanning(stest), training en prestatie
Top&Fit programma Cardiovasculaire aandoeningen.
163
Chemotherapie en sport
pag
• Bewegen en gezondheid
• Overige
Schep:
Achillespees-tendinopathie
pag
Schipper:
Achillestendinopathie: toegevoegde waarde van ESWT. Diagnostiek en training bij oncologische patiënten na chemotherapie. 157
Chronisch Vermoeidheid Syndroom (CVS)
pag
Berkel, van:
145
CFS-ReAct: Chronic Fatigue Syndrome - ReActivation study. 155
COPD en sport
pag
Vos, de:
PRICT-study: Platelet Rich Plasma injection in Chronic Achilles Tendinopathy.
147
Beekman:
Addisson›s disease en sport
pag
Praet:
Epinephrine response during exercise in Addison’s Disease.
Reducing exacerbations in patients with COPD with physiotherapy.
170
Fastenau:
158
Physical Exercise Training Programme COPD in Primary Care.
171
Mesters:
Adductorenletsels
pag
Jansen:
Adduction-related groin injuries in athletes; regular care and a novel treatment approach. OPTÉMA, Opschaling van een op télemedicine en disease management gebaseerde innovatieve COPD interventie. 172
Wetering, van de:
146
Revalidatietraining bij COPD.
157
Core stability
pag
154
Borghuis:
Weir:
Mid term follow up van de patiënten die hebben deelgenomen aan de grandomiseerde studie naar chronische
adductorenklachten.
Measuring and training core stability in elite youth soccer athletes.
134
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
156
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
135
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
Schmikli:
Hamstrings
4
pag
SCORE: kosten-baten analyse core stability preventieprogramma in amateurvoetbal.
146
Heere:
Diabetes en sport
pag
positief beïnvloedbaar zijn om zo de kans op een blessure te laten afnemen, middels preventieve maatregelen. 152
165
Heuparthroscopie
Literatuur review naar risicofactoren voor het krijgen van hamstring strains en kijken of deze waarden/factoren
Dijk, van:
Defining the characteristics of effective exercise intervention in Type 2 diabetes. pag
Leenders:
Tijssen:
The influence of leucine supplementation on body composition and muscle characteristics in elderly,
Systematische review naar de kwaliteit van de beschikbare vragenlijsten in het management van
Type 2 diabetes patients.
166
heuparthroscopieën. 175
Klimblessures
pag
Praet:
Medium and long-term benefits of a structured rehabilitation (Beweegkuur+) program in long-standing type
2 diabetes patients with multiple disabling co-morbidities.
164
Praet:
Middelkoop:
Klimblessures: indicentie, risicofactoren en beloop. 144
Kniepees-tendinopathie
pag
A validation study on the SteepRamp test to assess physical loading capacity and oxidative capacity in
patients with Type 2 diabetes.
165
Veldhoven, van:
Praet:
Effect van Platelet-Rich Plasma injecties in de behandeling van jumpers knee.
Hyperoxic exercise training as an innovative therapy to improve metabolic control, endothelial dysfunction
and physical fitness in deconditioned Type 2 diabetes patients.
169
Praet:
141
Zwerver:
TOPGAME-studie: Tendinopathie of Patella Groningen, Amsterdam, Maastricht ESWT.
142
Laryngeale obstructie
pag
Interactive exercise therapy at home: a web based solution to improve long-term adherence, self-management
and clinical efficacy of a life-style intervention program for patients with Type 2 diabetes.
169
Inklaar:
Savelberg:
Improving mobility in diabetic patients through resistance training. 166
Enkelbandletsel
pag
Chronic ankle instability: are there adaptations in static and dynamic stability or in feedforward mechanism
Mediaal tibiaal stresssyndroom
pag
De etiologie en behandeling van het mediaal tibiaal stress syndroom.
153
Patellofemoraal pijnsyndroom
pag
150
Middelkoop:
Persisterende klachten na een lateraal enkeltrauma.
159
Moen:
Cingel, van:
of lower extremity muscles?
Exercise induced laryngeal obstruction (werktitel).
144
Linschoten, van:
Verhagen:
Oefentherapie bij het patellofemoraal pijnsyndroom - de PEX studie.
Ankles back in Randomized Controlled trial (ABrCt): Braces versus proprioceptive exercises for the secondary
Teeffelen, van:
prevention of ankle sprains.
151
143
Training van lumbosacrale stabiliteit is effectiever dan reguliere quadricepstraining bij het patellofemorale
pijnsyndroom.
144
Preconditionering
pag
Epidemiologiepag
Stege:
Epidemiologie en etiologie van blessures in het betaalde voetbal (promotieonderzoek).
Fasciitis plantaris
174
140
Hartgens:
De effectiviteit van therapeutische interventies bij fasciopathie plantaris; een systematische review. Gonarthrose
136
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
162
Rugklachten
pag
Klokgieters:
OriGENE rugtrainingsmethode versus actieve rompstabiliteitstraining bij chronische aspecifieke lage rugpijn.
163
Samenwerking (orthopedie en sportgeneeskunde)
pag
140
pag
Alsemgeest:
Samenwerking tussen orthopedie en sportgeneeskunde op lokaal niveau. Meijer:
Ambulant Monitoren van Kniebelasting bij Artrose Patiënten. (P)reconditionering.
pag
Hartgens:
De effectiviteit en determinanten van effectiviteit van radiale shockwave therapie bij fasciopathie plantaris.
Valkenet:
175
151
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
137
4
Wetenschap en onderwijs
Schouderklachten
Wetenschap en onderwijs
pag
Dejaco-Lanz:
Voorste kruisband
4
pag
Melick, van:
Vergelijking traditioneel revalidatieprogramma versus excentrisch revalidatieprogramma
2-6 Jarige follow-up van patienten met een VKB-reconstructie; hoe verhoudt het geopereerde been zich tot het
bij subacromiale impingmentklachten van de schouder. 142
Spierhypertrofie/spierhypotrofie
pag
Long-term follow-up of functional performance after ACL reconstruction with BPTB or ST/G graft:
The role of satellite cells in skeletal muscle hypertrophy of senescent muscle. 174
Praet:
Sportoppervlak
pag
niet-geopereerde been wat betreft kracht, stabiliteit en subjectieve functionaliteit?
149
Melick, van:
Snijders:
a systematic review. 150
The use of dynamic pedobarography to investigate who can cope with anterior cruciate ligament deficiency.
Meijer:
De Kunst van Gras. 156
Tendinopathie
pag
Jonge, de:
A Randomized Controlled ACL Injury Prevention Study.
153
Zooltjes
pag
Tijssen:
Het gebruik van antipronatietape om het succes van zolen te bepalen.
In vitro onderzoek naar effecten van bloedproducten op het herstel van peesweefsel.
155
Trainingprogramma›s (en beweegprogramma›s)
pag
152
Benjaminse:
161
Berkel, van:
Reproduceerbaarheid en betrouwbaarheid van de Nexfin apparatuur (cardiac output meter) bij inspanning. 159
Meijer:
Activiteitenmonitoring bij Patiënten met Chronisch Orgaanfalen. 173
Merode, van:
Compliance, adherence and health effects in training programmes for starting sporters (start-to-run and
start-to-walk). 167
Prins:
YouR Action: Development and evaluation of interventions to promote moderate to vigorous PA in adolescents,
tailored to personal motivations and environmental opportunities.
173
Robroek:
The (cost-)effectiveness of an individually tailored long-term worksite health promotion programme on physical
activity and nutrition: design of a pragmatic cluster randomised controlled trial.
168
Rutten:
Monitoringonderzoek naar pakket 1 en 2 BeweegKuur. 160
Savelberg:
(Kosten)effectiviteitsonderzoek van pakket 3 van de BeweegKuur. 161
Vaatproblemen bij sport
pag
Hoogeveen:
Optimalisatie diagnostiek en behandeling van compartimentsyndroom.
148
Schep:
Optimalisatie diagnostiek en behandeling van sportgerelateerde vaatproblemen in de knieslagader
(functionele popliteal entrapment).
148
Schep:
Sportgerelateerde vaatproblemen in de bekkenslagader.
148
Vitamines
pag
Slagmolen, van der:
Vitamine D status bij profvoetballers. 138
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
146
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
139
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
Categorie: sportletsels en aandoeningen
Verantwoordelijk projectleider
: Dr. Fred Hartgens, sportarts/ onderzoeker
Naam contactpersoon
: Fred Hartgens
De effectiviteit en determinanten van effectiviteit van radiale shockwave therapie bij fasciopathie plantaris
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Doelstelling en methode
Naam instelling
: Maastricht UMC+, Research school CAPHRI
Fasciopathie plantaris is een veel voorkomende aandoening van de peesplaat onder de voet die gepaard gaat met
Looptijd onderzoek
: 2010 – 2012
4
pijn en functiebeperking. Deze aandoening vraagt veel medische consumptie, maar wetenschappelijke onderbouwing
van de gangbare behandelingen is beperkt. Het herstel verloopt vaak traag, aangezien 4 jaar na het ontstaan 20%
Effect van Platelet-Rich Plasma injecties in de behandeling van de jumper’s knee: een dubbelblind
van de patiënten nog steeds klachten heeft. In meerdere studies is shockwavetherapie bij fasciopathie plantaris ef-
gerandomiseerde studie
fectief gebleken, maar er is nog onvoldoende kennis over de beste behandelprotocollen en determinanten die het
Doelstelling en methode
behandelresultaat bepalen. Doel van de studie van de studie is vergelijking van de effectiviteit van radiale shockwa-
Doelstelling is het effect van een Plaatjes-Rijk Plasma injectie in de patellapees bij patiënten met een jumper’s knee
vetherapie (RSWT) met lage en hoge intensiteit bij fasciopathie plantaris. Het bepalen van determinanten van ef-
te vergelijken met de injectie van autoloog bloed en NaCl. Hiertoe worden 90 patiënten met karakteristieke klachten
fectiviteit van RSWT bij fasciopathie plantaris.
en afwijkingen bij MRI/echo geïncludeerd en gerandomiseerd in PRP of autoloog bloed of NaCl-groep, waarna echo-
Studie-opzet
geleid de juiste vloeistof wordt ingebracht. Controle zal plaatsvinden met gebruikmaking van anamnese, lichamelijk
−− Design: een clusterd randomized clinical trial (CRCT) met randomisatie op nivo van de fysiotherapiepraktijk.
onderzoek en eenmalig echo. Als primaire uitkomstmaat wordt de VISA-P score gehanteerd. Als secundaire uitkomst-
−− Interventie: gestandaardiseerd behandelprotocol met 4 behandelingen om de 7 dagen. Eén groep patiënten ont-
maten: return to play, VAS-score en echobeeld.
vangt hoge intensiteit RSWT (3,2 Bar) en de andere lage intensiteit RSWT (2,7 Bar). Bij onvoldoende resultaat na
Type onderzoek
: toegepast klinisch
6 weken wordt de behandeling vervolgd met 4 hoog-intensiteit RSWT-behandelingen om de week.
Promotieonderzoek
: nee
−− Primaire uitkomstmaten: pijn in rust (VAS-score) en mate van functioneren in ADL (VAS-score).
Verantwoordelijk projectleider
: drs. F. van Hellemondt, sportarts
−− Secundaire uitkomstmaten: mate van sportief functioneren (VISA-score) tevredenheid van patiënten over het
Naam contactpersoon
: drs. P. van Veldhoven
behandelresultaat (GPE-score, Roles en Maudsleyscore en Likertscore), beoordeling over-all verandering van ge-
E-mail contactpersoon
: [email protected]
zondheid (GPE-score) en kwaliteit van leven (EuroQoL-score). Determinanten die onderzocht worden zijn geslacht,
Naam instelling
: Meander Medisch Centrum
leeftijd, gewicht, BMI, duur en mate van de klachten en sportbeoefening.
Looptijd onderzoek
: 01-01-2009 tot en met 31-12-2011
Samenwerkingspartners
: orthopeden en sportartsen in de regio
−− Follow-upmetingen: na 6 en 12 weken.
−− Statistische analyses: Na toetsing op normaliteit zullen multilevel random coëfficiënt models gebruikt worden om
het verloop van beide groepen over de tijd te volgen, gecorrigeerd voor de genoemde determinanten.
The Groningen Novice Running (GRONORUN 2) project (promotieonderzoek)
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Doelstelling en methode
Promotieonderzoek
: nee
Running is a popular form of recreational exercise. Although running has positive effects on health and fitness, the
Verantwoordelijk projectleider
: Dr. Fred Hartgens, sportarts/ onderzoeker
risk of a running related injury (RRI) has to be considered. The incidence of RRI’s is high and varies from 30-79%. In
Naam contactpersoon
: Fred Hartgens
novice runners an RRI can negatively affect future physical activity, so the prevention of running injuries especially in
E-mail contactpersoon
: [email protected]
novice runners is important.
Naam instelling
: Maastricht University, Research school CAPHRI
High quality studies on the prevention of RRI’s are scarce. When conducting a randomized controlled trial (RCT) it is
Looptijd onderzoek
: 2010 - 2011
important that the intervention can be implemented in the real world, has a good compliance and will be adopted
Samenwerkingspartners
: UMC Groningen, Centrum voor Sport, bewegen en gezondheid
by runners and coaches.
Nederlandse Vereniging voor Musculoskeletale Shockwave Therapy
Therefore in this two-arms RCT we propose a preconditioning program of 4 weeks prior to a 10 week training program
in a group of novice runners compared to a 10 week training program without preconditioning. We hypothesize that the
140
De effectiviteit van therapeutische interventies bij fasciopathie plantaris; een systematische review
novice runner can adapt more gradually to the high mechanical loads of running and therefore will be less susceptible
Doelstelling en methode
for sustaining a RRI. The concept of preconditioning is already proven in other preventive sports injuries research.
Een systematische studie naar de effectiviteit van verschillende therapeutischemodaliteiten bij de fasciopathie plantaris
In the long follow-up period, valuable information will be gathered for a better understanding of modifiable risk fac-
Methode:
tors in running-related overuse injuries.
Systematische review. Via literatuur databases van Medline, Embase, PubMed, CINAHL en de Cochrane Library wor-
The results of the GRONORUN 2 study can be implemented on existing training protocols. Results on risk factors can
den prospectieve interventiestudies gezocht. Via de literatuurreferenties van de publicaties wordt verder gezocht
be implemented by runners, coaches, physiotherapists, sports physicians and general practitioners. It also warrants
naar additionele relevante publicaties, waarna een definitieve selecte overblijft. Deze worden beoordeeld op relevan-
further research on clinical and preventive measures to reduce the incidence of overuse injuries and the clinical treat-
tie. Uit de definitieve selectie worden data t.b.v. de onderzoeksvraagstellingen geëxtraheerd en deze studies worden
ment after sustaining an overuse injury.
op de methodologische kwaliteit beoordeeld via de PEDro score. Elke stap wordt door minstens 2 onderzoekers
Type onderzoek
: toegepast klinisch
onafhankelijk van elkaar verricht.
Promotieonderzoek
: nee
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Verantwoordelijk projectleider
: drs. S.W. Bredeweg, sportarts
Promotieonderzoek
: nee
Naam contactpersoon
: drs. S.W. Bredeweg
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
141
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
E-mail contactpersoon
: [email protected]
bij patiënten met chronische achillespees- en patellapeespijn. Ook is in 2006 een pilotonderzoek gedaan naar de ef-
Naam instelling
: Centrum voor Sportgeneeskunde UMC Groningen en Universitair Centrum voor
fecten van excentrisch oefenen op pijnklachten bij patienten met subacromiaal impingement. (Jonsson P, Wahlström
Looptijd onderzoek
: 01-01-2007 tot en met 01-07-2010
Pilot Study Knee Surg Sports Traumatol Arthrosc 2006;14:76-81).
Samenwerkingspartners
: VU EMGO Instituut Amsterdam
Hierbij dient te worden opgemerkt dat het pijnmechanisme bij patiënten met chronische schouderimpingement nog
Sport, Bewegen en Gezondheid Groningen
4
P.,Öhberg L.,Alfredson H. Eccentric Training in Chronic Painful impingement Syndrome of the Shoulder: Results of a
niet ten volle is uitgeklaard. Echter, de histologische karakteristieken welke bij deze laatste populatie worden terugTOPGAME-studie (Tendinopathy of Patella Groningen, Amsterdam, Maastricht ESWT studie) (promotieonderzoek)
gevonden ter hoogte van de supraspinatuspees tonen sterke gelijkenissen met deze gevonden bij patiënten met
Doelstelling en methode
chronische achillespees- en patellapeespijn.
De patella tendinopathie is een veel voorkomende overbelastingsblessure die een grote impact kan hebben op de
Een tweede opmerking is dat bij patiënten met chronische achillespees- en patellapeespijn er nog geen eenduidige
kniefunctie en zelfs op de carriere van sporters. Er bestaat geen consensus over wat de meest adequate behandeling
wetenschappelijke verklaring gevonden is voor de structurele oorzaak van hun pijn.
is maar schokgolftherapie (ESWT) lijkt een veelbelovende behandeling. Tot op heden werd de effectiviteit van deze
In deze context is dit onderzoeksproject een experimenteel project; de incidentie van patiënten met schouderpijn op
behandelmethode alleen onderzocht bij patiënten met een chronische recalcitrante patellatendinopathie.
basis van primair subacromiaal impingement samen met de noodzaak aan het beter definiëren (zowel kwalitatief als
Doel van deze studie is om de effectiviteit van de behandelmethode ESWT te bepalen op pijn, symptomen en functie
kwantitatief ) van de oefeninhoud (al dan niet van excentrische protocollen) maakt deze studie klinisch relevant.
bij sporters met een patella tendinopathie (in een vroeg stadium) die nog in staat zijn om deel te nemen aan trai-
Type onderzoek
: toegepast klinisch
ningen en wedstrijden
Promotieonderzoek
: nee
Onderzoeksopzet is een dubbelblinde, gerandomiseerde gecontroleerde studie, waarbij gebruik wordt gemaakt van
Verantwoordelijk projectleider
: Beate Dejaco-Lanz, fysiotherapeute
een design met 2 groepen en herhaalde metingen, met een behandelperiode van 2 weken en een follow-up periode
Naam contactpersoon
: Beate Dejaco-Lanz
van 6 maanden.
E-mail contactpersoon
: [email protected]
De onderzoekspopulatie bestaat uit volleybal-, basketbal- en handbalspelers met een patella tendinopathie (in een
Naam instelling
: Sportmedisch Centrum Papendal
vroeg stadium) tussen de 18 en 35 jaar oud.
Looptijd onderzoek
: 01-10-2008 tot en met 30-03-2010
De interventie bestaat uit Extracorporele Schokgolftherapie (ESWT). Een groep krijgt drie behandelingen met ESWT
Samenwerkingspartners
: Ziekenhuis Rijnstate Arnhem
(met behandelinterval van een week), de andere groep krijgt drie behandelingen met placebo ESWT (met behandelinterval van een week).
Oefentherapie bij het patellofemoraal pijnsyndroom – de PEX studie (promotieonderzoek)
Primaire onderzoeksvariabelen/uitkomstmaten : verandering van de VISA score
Doelstelling en methode
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Randomized clinical trial. (Kosten)effectiviteitsstudie naar de uitkomsten van gesuperviseerde oefentherapie op pijn,
Promotieonderzoek
: ja
functie en herstel bij het patellofemorale pijnsyndroom. Follow-up momenten van de studie zijn 3 en 12 maanden.
Verantwoordelijk projectleider
: drs. J. Zwerver, sportarts
Gedurende 3 maanden volgt een groep patiënten met het PFPS een door de fysiotherapeut gesuperviseerd, gestan-
Naam contactpersoon
: drs. J. Zwerver
daardiseerd en individueel aangepast oefenprogramma. Naast het oefenen bij de fysiotherapeut wordt er ook thuis
E-mail contactpersoon
: j. [email protected]
geoefend in deze periode van 3 maanden. Uitkomstmaten in de studie zijn: subjectief herstel, pijnklachten in rust en
Naam instelling
:C
entrum voor Sportgeneeskunde UMC Groningen en Universitair
bij inspanning en functie. De groep wordt vergeleken met een controlegroep die de gebruikelijke zorg (‘usual care’)
Centrum voor Sport, Beweging en Gezondheid Groningen, Acade-
ontvangt bij deze klachten; d.w.z. een afwachtend beleid waarin leefregels worden gegeven, uitleg plaatsvindt over
misch Ziekenhuis Maastricht, VU (EMGO Instituut)
de aard van de aandoening en instructie over het uitvoeren van een isometrische quadricepsoefening. Patiënten
Looptijd onderzoek
: 01-01-2008 tot en met 31-12-2011
krijgen een vragenlijst thuisgestuurd op baseline van de studie, na 6 weken, 3, 6, 9 en 12 maanden. Uitkomstmaten
Samenwerkingspartners
: Academisch Ziekenhuis Maastricht, VU (EMGO Instituut),
worden bepaald na 3 maanden en na 12 maanden.
Saxion Hogeschool, NeVoBo, NBB, NHV, NOC*NSF en ZonMw
Naast de klinische effectmaten vindt er ook een kosten-batenmeting plaats waarbij analyse plaatsvindt van de kosten van arbeids- en ziekteverzuim, medische consumptie en kwaliteit van leven.
Vergelijking van een traditioneel revalidatieprogramma versus een excentrisch revalidatieprogramma bij subacromi-
Type onderzoek
: toegepast klinisch
ale impingementklachten van de schouder
Promotieonderzoek
: ja
Doelstelling en methode
Verantwoordelijk projectleider
: drs. R. van Linschoten, sportarts/onderzoeker en
Het doel van deze studie is te bepalen wat de effecten zijn van een excentrisch oefenprogramma voor de m. su-
drs. S. Bierma-Zeinstra, onderzoeker
praspinatuspees versus een traditioneel revalidatieprogramma gericht op het versterken van de glenohumerale - en
Naam contactpersoon
: drs. R. van Linschoten
scapulothoracale musculatuur (zonder specifieke excentrische oefeningen van de m. supraspinatus) bij patiënten met
E-mail contactpersoon
: [email protected]
primair subacromiaal impingement. Uiteindelijk dient vastgesteld te worden welke oefentherapie bij deze vorm van
Naam instelling
: Erasmus MC Rotterdam, afdeling huisartsgeneeskunde
impingement het meest effectief is.
Looptijd onderzoek
: 01-01-2005 tot en met heden
Toelichting bij de doelstelling: Het idee van het toepassen van excentrische oefentherapie bij schouderpatiënten is
Samenwerkingspartners
: Erasmus Medisch Centrum, iMTA
gebaseerd op de rapportering van veelal goede tot excellente resultaten door het toepassen van zulke oefeningen
142
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
143
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
Training van lumbosacrale stabiliteit is effectiever dan reguliere quadricepstraining bij het patellofemoraal pijnsyn-
voornamelijk onderzoek naar wedstrijdklimmers. Naar het voorkomen van deze blessures onder de grote groep re-
droom; een gerandomiseerde trial
creatieklimmers is weinig onderzoek gedaan. Het inventariseren van de prevalentie en incidentie van klimsportspeci-
Doelstelling en methode
fieke blessures en de risicofactoren op het ontstaan van deze blessures alsmede chronische blessures kan gebruikt
Evalueren van de effectiviteit van lumbosacrale stabiliteitstraining bij het patellofemorale pijnsyndroom in verge-
worden om zowel klimmers als behandelaars voor te lichten over voor de klimsportspecifieke blessures. Indien
lijking met de standaardbehandeling van het moment, training van de m.quadriceps. 22 patiënten met het PFPS
risicofactoren geïdentificeerd worden, kunnen dit aanknopingspunten zijn bij een op te stellen blessure preventiepro-
werden gerandomiseerd voor één van de twee behandelingsgroepen. Beide groepen trainden gedurende 6 weken
gramma voor beginnende klimmers.
tweemaal per week onder begeleiding van een fysiotherapeut. Bij de ene groep was de therapie gericht op verster-
Hoofdvraagstellingen Wat is de prevalentie en incidentie van klimblessures aan de bovenste extremiteit? Wat zijn
king van de m.quadriceps (QT), bij de andere groep op de lumbosacrale stabiliteit (LST). Toewijzing naar QT of LST-
de risicofactoren voor het ontstaan van klimblessures? Wat is het beloop van klimblessures en welke impact op het
training geschiedde at random via een computergestuurd lotingssysteem.
dagelijks leven hebben zij?
Type onderzoek
: ontwikkeling
Methode: Prospectief cohort onderzoek met een follow-up duur van één jaar. Recreatieve klimmers van 12 jaar en
Promotieonderzoek
: nee
ouder die de Nederlandse taal beheersen en die niet eerder voor het onderzoek zijn gevraagd zullen via een aselecte
Verantwoordelijk projectleider
: drs. W.M. van Teeffelen, sportarts, directeur
steekproef worden benaderd. Er wordt een baseline vragenlijst afgenomen, een hand- en vingerkracht meting uitge-
Naam contactpersoon
: drs. W.M. van Teeffelen
voerd en een lichamelijk onderzoek. Na 3, 6, 9 en 12 maanden ontvangen de deelnemende klimmers een follow-up
E-mail contactpersoon
: [email protected]
vragenlijst. De omvang van de studie betreft 426 recreatieve klimmers.
Naam instelling
: Sanasport, sportmedisch centrum te Nijmegen
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Looptijd onderzoek
: 01-11-2007 tot en met heden
Promotieonderzoek
: ja
Samenwerkingspartners
: UMC Nijmegen (St. Radboud)
Verantwoordelijk projectleider
: Marienke van Middelkoop Senior Onderzoeker
Naam contactpersoon
: Marienke van Middelkoop
Persisterende klachten na een lateraal enkel trauma (promotieonderzoek)
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Doelstelling en methode
Naam instelling
: Erasmus MC, afdeling Huisartsgeneeskunde
Primaire doelstelling van deze studie: 1) Nagaan met welke patiëntkenmerken, anamnestische kenmerken, lichamelijk
Looptijd onderzoek
: 01-09-2009 tot en met 01-01-2011
onderzoek en structurele kenmerken aanhoudende klachten na een enkel inversie trauma samenhangen. Secundaire
Samenwerkingspartners
: KNKBV, VU medisch Centrum
4
doelstellingen: 2) Indien structurele kenmerken samenhangen met aanhoudende klachten: In welke mate met anamnese en lichamelijk onderzoek structureel letsel voorspeld (gediagnosticeerd) kan worden. 3) De impact van aanhou-
Achillestendinopathie: toegevoegde waarde van ESWT
dende klachten na een enkel inversie trauma evalueren ten aanzien van werk, ADL en sport participatie en, 4) de
Doelstelling en methode
effectiviteit van interventies bij aanhoudende klachten na een inversietrauma inventariseren.
Onderzoeken van een mogelijk additioneel effect van ESWT op een standaardbehandeling middels excentrische oefe-
Voor vraagstelling 1-3 worden in een cohort studie 300 patiënten geïncludeerd die zich 6 tot 12 maanden geleden
ningen bij achillespeestendinopathie.
bij de huisarts hebben gepresenteerd met een enkeldistorsie. Deze patiënten worden geselecteerd uit de huisartsbe-
Methode: Prospectief gerandomiseerde trial in de vorm van een patiëntenserie met een controlegroep en een inter-
standen en namens de huisarts benaderd voor deelname aan de studie. Alle patiënten die voldoen aan de inclu-
ventiegroep. De controlegroep bestaat uit een groep patiënten die volgens gangbare methode behandeld zal worden
siecriteria krijgen een uitgebreide vragenlijst toegestuurd, met vragen naar aanhoudende klachten, behandelingen,
met excentrische oefentherapie volgens Alfredson. De interventiegroep zal hiernaast wekelijks (maximaal 8 maal)
patiënt karakteristieken en anamnestische vragen. Daarnaast worden uit de cohort populatie alle patiënten mét
behandeld worden met laag energetische ESWT.
restklachten geselecteerd (n=100) en wordt een groep gematchte controle patiënten zónder restklachten (n=100) ge-
Patiënten zullen gerekruteerd worden vanuit de afdelingen orthopedie en sportgeneeskunde van het Laurentius Zie-
selecteerd (nested case-control design). Deze patiënten worden additioneel uitgenodigd voor een gestandaardiseerd
kenhuis Roermond.
lichamelijk onderzoek, een röntgenfoto en een Magnetic Resonance Imaging (MRI) scan.
Gezien de aard van de therapie is blindering niet mogelijk. Randomisatie zal plaatsvinden door middel van een ge-
Type onderzoek
: toegepast klinisch
randomiseerde nummerlijst.
Promotieonderzoek
: ja
Evaluatie vindt plaats middels een VISA-A scoringslijst welke gedurende 16 weken om de 4 weken zal worden inge-
Verantwoordelijk projectleider
: Marienke van Middelkoop, Senior Onderzoeker
vuld. Statistische analyse zal plaatsvinden middels de Wilcoxon test.
Naam contactpersoon
: Marienke van Middelkoop
Type onderzoek
: toegepast klinisch
E-mail contactpersoon: [email protected]
Promotieonderzoek
: nee
Naam instelling: Erasmus MC, afdeling Huisartsgeneeskunde
Verantwoordelijk projectleider
: drs. H. Schipper, sportarts in opleiding
Looptijd onderzoek: 01-12-2009 tot en met 01-12-2011
Naam contactpersoon
: drs. H. Schipper
Samenwerkingspartners: Afdeling Orthopedie, Erasmus MC
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Naam instelling
: Laurentius ziekenhuis Roermond
Looptijd onderzoek
: 01-03-2008 tot en met onbekend
Klimblessures: indicentie, risicofactoren en beloop (promotieonderzoek)
Doelstelling en methode
De klimsport kan de laatste jaren op een toenemende belangstelling rekenen. In de medische literatuur wordt steeds
vaker gerapporteerd over de overbelastingsblessures die aan het klimmen gerelateerd zijn. Het betreft hier echter
144
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
145
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
Adduction-related groin injuries in athletes; regular care and a novel treatment approach (promotieonderzoek)
Naam contactpersoon
: Griet van der Slagmolen
Doelstelling en methode
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Het doel van deze studie is om prospectief de effecten van een oefenprogramma, gericht op spierversterking en
Naam instelling
: Meander Medisch Centrum, Baarn
coördinatie met speciale aandacht voor de stabiliserende spieren rondom de heup, te evalueren. Het doel is de
Looptijd onderzoek
: oktober 2009 tot en met maart 2010
proefpersonen klachtenvrij terug te laten keren op het oude sportniveau en recidief blessures te voorkomen. Het
Samenwerkingspartners
: J.P.M. Wielders, laboratorium klinische chemie
4
belangrijkste doel is de niet-chirurgische behandeling van vage en langdurige adductie gerelateerde liesklachten te
optimaliseren. Twee belangrijke onderzoeksvragen zijn: 1) Wat is de reguliere paramedische behandeling van een
PRICT study – Platelet Rich plasma Injection in Chronic Tendinopathy. De waarde van Plaatjes-rijk Plasma injectie in
fysiotherapeut bij adductie-gerelateerde liesklachten? 2) Wat is de effectiviteit van een specifiek trainingsprogramma,
chronische Achilles tendinopathie: een dubbel-blind gerandomiseerde studie
gefocust op de spieren rondom de heup bij personen met adductie-gerelateerde liesklachten.
(promotieonderzoek)
Type onderzoek
: fundamenteel/toegepast klinisch
Doelstelling en methode
Promotieonderzoek
: ja
Introductie: Volgens de huidige Nederlandse richtlijnen wordt geadviseerd om patiënten met Achilles tendinopathie
Verantwoordelijk projectleider
: prof.dr. F.J.G. Backx, sportarts, hoogleraar klinische sportgeneeskunde
excentrische oefentherapie voor te schrijven. In twee recente systematische reviews wordt echter gemeld dat excen-
Naam contactpersoon
: drs. J. Jansen
trische oefentherapie niet zo superieur is als eerder beschreven. Recente studies beschreven nieuwe ontwikkelingen
E-mail contactpersoon
: [email protected]
in behandelmethoden van tendinopathieën, zoals het gebruik van Plaatjes-Rijk Plasma (PRP). Deze behandelmetho-
Naam instelling
: UMC Utrecht
de heeft de mogelijkheid in te grijpen op het falend herstelmechanisme van de pees. Plaatjes participeren actief in
Looptijd onderzoek
: 01-01-2005 tot en met 31-12-2010
weefselherstelprocessen en bevatten verscheidene groeifactoren. Het effect van PRP in een tennisarm leidde in een
Samenwerkingspartners
: Erasmus MC Rotterdam
eerdere longitudinale studie al tot veelbelovende resultaten.
Doel: Vergelijking van het behandelresultaat in 2 groepen: een PRP-injectie in combinatie met excentrische oefenthe-
SCORE: kosten-baten analyse core stability preventieprogramma in amateurvoetbal (promotieonderzoek)
rapie en een injectie met zoutoplossing in combinatie met excentrische oefentherapie.
Doelstelling en methode
Studiepopulatie: De studiepopulatie van de patiënten met chronische midportion Achilles tendinopathie zal uit 54
Het vaststellen van de kosteneffectiviteit van een trainingsprogramma, gebaseerd op core stability oefeningen uit het
patiënten bestaan.
FIFA programma “the 11”, op het hogere niveau van het amateurvoetbal in Nederland. De studie wordt uitgevoerd
Studie opzet: deze gerandomiseerde trial is dubbel-blind. De patiënten zullen door de arts-onderzoeker volgens een
in twee volledige competities gedurende één jaar, geografisch van elkaar gescheiden, waarbij één competitie dienst
gestandaardiseerd protocol worden onderzocht. Zowel de arts-onderzoeker, als de behandelend sportarts en de pa-
doet als experimentele groep (cluster randomized trial).
tiënt zijn niet op de hoogte van de therapie die de patiënt toebedeeld heeft gekregen.
Type onderzoek
: ontwikkeling
Therapie: Alle patiënten zullen een excentrische oefentherapie volgen. De excentrische oefentherapie duurt 12 weken.
Promotieonderzoek
: ja
De oefening bestaat uit 3 series van 15 repetitieve oefeningen. Deze oefeningen moeten 2 maal per dag en 7 dagen
Verantwoordelijk projectleider
: prof.dr. F.J.G. Backx, sportarts, hoogleraar klinische sportgeneeskunde
per week worden uitgevoerd.
Naam contactpersoon
: drs. S.L. Schmikli
Daarnaast wordt het effect van een eenmalige injectie met PRP vergeleken met een eenmalige injectie met zoutop-
E-mail contactpersoon
: [email protected]
lossing (randomisatie).
Naam instelling
: UMC Utrecht
Follow-up: Follow-up (klinisch en met een nieuwe echografische methode: Ultrasonsographic Tissue Characterization)
Looptijd onderzoek
: 01-01-2008 tot en met 31-12-2012
vindt plaats na 6, 12, 24 en 52 weken. Na 24 weken zullen de resultaten worden geanalyseerd door de arts-onder-
Samenwerkingspartners
: TNO en KNVB
zoeker. Een andere geblindeerde onderzoeker zal de resultaten na 52 weken analyseren.
Uitkomstmaten: De primaire uitkomstmaat die voor dit onderzoek wordt gebruikt is de VISA-A score, een gevali-
Vitamine D status bij profvoetballers
deerde scorelijst die specifiek is ontworpen voor bepaling van de ernst van de klachten bij patiënten met Achilles
Doelstelling en methode
tendinopathie.
Vitamine D is essentieel voor groei (regulatie) en calcium homeostase. De laatste jaren werd een bijkomende rol in
Type onderzoek
: fundamenteel/toegepast klinisch/ontwikkeling
spierfunctie en immuunsysteem aangetoond. Vitamine D deficiëntie kan leiden tot spierpijn en spierzwakte vandaar
Promotieonderzoek
: ja
de toenemende interesse voor optimale vitamine D waarden bij atleten. Recente studies hebben een vitamine D te-
Verantwoordelijk projectleider
: dr. J.L. Tol, sportarts en drs. R.J. de Vos, AGIKO sportgeneeskunde
kort aangetoond bij indoor-sporters en atleten in het Midden-Oosten door verminderde blootstelling aan zonlicht.
Naam contactpersoon
: drs. R.J. de Vos
De doelstelling was de bepaling van de 25-OH-vitamine D status bij profvoetballers en het verschil in 25-OH-vitami-
E-mail contactpersoon
: [email protected]
ne D waarde naargelang huidskleur.
Naam instelling
: Medisch Centrum Haaglanden, afdeling Sportgeneeskunde
Dwarsdoorsnede pilot onderzoek bij 87 profvoetballers (leeftijd 18-35 jaar) van 1 Belgische en 2 Nederlandse top-
Looptijd onderzoek
: 01-08-2008 tot en met 31-07-2010
clubs. Een nuchtere bloedafname werd verricht voor de training tijdens de periode oktober 2009 – maart 2010 met
Samenwerkingspartners
: Orthopaedic Research Laboratory, Erasmus MC
de bepaling van 25-OH vitamine D (nmol/L).
146
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Promotieonderzoek
: nee
Verantwoordelijk projectleider
: drs. F.J. van Hellemondt, sportarts
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
147
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
Sportgerelateerde vaatproblemen in de bekkenslagader (promotieonderzoek)
−− het evalueren van de effecten van chirurgisch ingrijpen;
Doelstelling en methode
−− optimalisatie van selectie van patiënten voor de mogelijke chirurgische interventies aan de hand van pre-opera-
Doelstelling: Diagnostiek en behandeling van vaatproblemen in de bekkenslagader bij sporters optimaliseren en op
tieve diagnostiek;
zijn waarde beoordelen
−− achterliggende anatomie en optimalisatie van de chirurgische techniek.
Methode: Prospectief onderzoek waarbij ingebed in een diagnostisch protocol duursporters met vaatproblemen pros-
Type onderzoek
: toegepast klinisch
pectief onderzocht en behandeld worden en waarbij nu met name de nadruk ligt op:
Promotieonderzoek
: ja
−− het evalueren van de (lange) termijn effecten van chirurgisch ingrijpen;
Verantwoordelijk projectleider
: dr. A.R. Hoogeveen, sportarts
−− optimalisatie van selectie van patiënten voor de mogelijke chirurgische interventies aan de hand van pre-opera-
Naam contactpersoon
: A.R. Hoogeveen
tieve diagnostiek.
4
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Naam instelling
: Máxima Medisch Centrum Veldhoven
Promotieonderzoek
: ja
Looptijd onderzoek
: 1-1-2004 tot en met 31-12-2014
Verantwoordelijk projectleider
: dr. G. Schep, sportarts
Samenwerkingspartners
: Afdeling Sportgeneeskunde in samenwerking met chirurgie en orthopedie Máxima
Naam contactpersoon
: dr. G. Schep
Medisch Centrum en in samenwerking met Sportgeneeskunde en Heelkunde Universiteit Maastricht
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Naam instelling
: Máxima Medisch Centrum
Atriumfibrilleren bij sporters (promotieonderzoek)
Looptijd onderzoek
: 1-1-1996 tot en met 31-12-2014
Doelstelling en methode
Samenwerkingspartners
: Afdeling Sportgeneeskunde in samenwerking met Klinische Fysica en Vaatchirurgie
Atriumfibrilleren vormt een beperking bij beoefening van sport. Atriumfirbilleren treedt bij de sporter gemiddeld 10-20
vanuit Máxima Medisch Centrum en Technische Universiteit Eindhoven (Klinische
jaar eerder op dan bij de niet-sportende bevolking. Mechanisme en management zijn onduidelijk. Doel: beschrijven
Fysica), UMC Utrecht, Afdeling Sportgeneeskunde en Vaatchirurgie
van mechanisme en (optimaal) management van atriumfibrilleren bij sporters in een prospectieve follow up studie.
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Optimalisatie diagnostiek en behandeling van sportgerelateerde vaatproblemen in de knieslagader (functionele pop-
Promotieonderzoek
: ja
liteal entrapment)
Verantwoordelijk projectleider
: drs. N.M. Panhuyzen-Goedkoop, (sport)cardioloog
Doelstelling en methode
Naam contactpersoon
: drs. N.M. Panhuyzen-Goedkoop
Doelstelling: Diagnostiek en behandeling van vaatproblemen in de bekkenslagader bij sporters optimaliseren en op
E-mail contactpersoon
: [email protected]
zijn waarde beoordelen.
Naam instelling
: SMC Papendal
Methode: Prospectief onderzoek waarbij ingebed in een diagnostisch protocol duursporters met vaatproblemen pros-
Looptijd onderzoek
: 01-01-2006 tot en met onbekend
pectief onderzocht en behandeld worden en waarbij nu met name de nadruk ligt op:
Samenwerkingspartners
: UMC St. Radboud cardiologie, prof.dr. J.L.R.M. Smeets
−− het evalueren van de (lange) termijn effecten van chirurgisch ingrijpen;
−− optimalisatie van selectie van patiënten voor de mogelijke chirurgische interventies aan de hand van pre-opera-
2-6 Jarige follow-up van patienten met een VKB-reconstructie; hoe verhoudt het geopereerde been zich tot het nietgeopereerde been wat betreft kracht, stabiliteit en subjectieve functionaliteit?
tieve diagnostiek.
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Doelstelling en methode
Promotieonderzoek
: nee
Alle patienten die 2 tot 6 jaar geleden gerevalideerd hebben op Sport Medisch Centrum Papendal vanwege een VKB-
Verantwoordelijk projectleider
: dr. G. Schep, sportarts
reconstructie (BPTB of semitendinosus-gracilis graft) worden uitgenodigd voor een nieuwe meting. Hierbij zal de kracht
Naam contactpersoon
: dr. G. Schep
isokinetisch gemeten worden (zowel concentrisch als excentrisch), zullen hoptesten afgenomen worden om de stabiliteit
E-mail contactpersoon
: [email protected]
en functionaliteit te evalueren en zal een vragenlijst ingevuld worden over de subjectieve beleving van de knie.
Naam instelling
: Máxima Medisch Centrum Veldhoven
Er wordt een vergelijking gemaakt met het gezonde been om te beoordelen hoe goed de geopereerde knie er op dit
Looptijd onderzoek
: 1-1-2002 tot en met 31-12-2014
moment voor staat.
Samenwerkingspartners
: Afdeling Sportgeneeskunde in samenwerking met Vaatchirurgie Máxima Medisch
Type onderzoek
: ontwikkeling
Promotieonderzoek
: nee
Verantwoordelijk projectleider
: Nicky van Melick, MSc, fysiotherapeute/bewegingswetenschapper
Optimalisatie diagnostiek en behandeling van compartimentsyndroom (promotieonderzoek)
Naam contactpersoon
: Nicky van Melick
Doelstelling en methode
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Doelstelling: Diagnostiek en behandeling van vaatproblemen in de knieslagader bij sporters optimaliseren en op zijn
Naam instelling
: Sport Medisch Centrum Papendal
waarde beoordelen.
Looptijd onderzoek
: september 2009 tot en met augustus 2010
Centrum
Methode: Prospectief onderzoek waarbij ingebed in een diagnostisch protocol sporters met verdenking van inspanningsgebonden compartimentsproblemen prospectief onderzocht en behandeld worden en waarbij nu met name de
nadruk ligt op:
148
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
149
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
Long-term follow-up of functional performance after ACL reconstruction with BPTB or ST/G graft: a systematic review
Ankles back in Randomized Controlled trial (ABrCt): Braces versus proprioceptive exercises for the secondary preven-
(promotieonderzoek)
tion of ankle sprains (promotieonderzoek)
Doelstelling en methode
Doelstelling en methode
Er wordt een systematische review uitgevoerd naar onderzoeken waarbij er na een VKB-reconstructie een functione-
The high rate and associated costs of ankle sprains warrant preventive measures. Current evidence only shows a
le/neuromusculaire follow-up gehouden is. Hierbij kan gedacht worden aan hoptesten of isokinetische krachttesten.
secondary preventive effect for braces as well as for proprioceptive training. Both measures are equally effective in
Er worden verschillende (para)medische databases gescreend en een overzicht van de artikelen wordt gepresenteerd
reducing ankle sprain recurrence rates and have a seemingly equal working mechanism. Moreover, recent research
in tabelvorm.
showed no additional effect of proprioceptive training when applied directly after (para-)medical treatment. From an
Type onderzoek
: strategisch
efficiency viewpoint then the question rises whether both, seemingly equally effective, preventive measures should
Promotieonderzoek
: ja
be used together, as in current Dutch usual care, whether one of these measures is individually more cost-effective,
Verantwoordelijk projectleider
: Nicky van Melick Bewegingswetenschapper/Fysiotherapeute
or if secondary prevention is already sufficiently achieved by (para-)medical treatment alone.
Naam contactpersoon
: Nicky van Melick
The proposed three-way randomised controlled trial evaluates the cost-effectiveness of the current Royal Dutch Phy-
E-mail contactpersoon
: [email protected]
siotherapy Association (KNGF) guideline (i.e. this guideline is being used by physical therapists, (sports) physicians,
Naam instelling
: Sport Medisch Centrum Papendal
as well as orthopaedic surgeons), in which the combined use of braces and proprioceptive training after ankle sprain
Looptijd onderzoek
: augustus 2010 tot en met december 2010
treatment is advocated (usual care), against the use of braces and proprioceptive training as separate secondary
4
preventive measures. This overall aim can be subdivided in the three main research questions that will be addressed
Chronic ankle instability: are there adaptations in static and dynamic stability or in feedforward mechanism of lower
in the proposed study:
extremity muscles?
Is there a difference in effectiveness on the incidence of recurrent ankle sprains between the three groups?
Doelstelling en methode
Is there a difference in direct and indirect costs related to recurrent ankle sprains between the three groups?
Enkelletsel is een van de meest voorkomende blessures in de sport. Dagelijks lopen gemiddeld 1 op de 10.000 men-
Is there a difference in other related recurrent ankle sprain complaints (e.g. chronic instability, pain, feeling of giving
sen een inversie trauma aan de enkel op. Na de eerste keer enkelletsel te hebben opgelopen aan de laterale band,
way) between the three groups?
gaat 70-80% van deze actieve mensen sindsdien vaker door hun enkel. In deze groep ontwikkelt 19-72% chronische
Type onderzoek
: toegepast klinisch, (landelijke) implementatie
enkel instabiliteit (Chronic Ankle Instability, CAI). CAI wordt in dit onderzoek beschreven als: een inversietrauma in
Promotieonderzoek
: ja
het verleden (enkelverzwikking gepaard gaande met pijn, zwelling, hematoom, stijfheid en eventuele immobilisatie
Verantwoordelijk projectleider
: Evert Verhagen, Senior Onderzoeker
met krukken en/of tape), wat hierna resulteert in terugkerende episodes van enkelinstabiliteit van minstens 2-3 keer
Naam contactpersoon
: Evert Verhagen
per jaar in het dagelijks leven of tijdens sport activiteiten.
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Er is veel onderzoek gedaan naar de mogelijke oorzaken van CAI, maar is nog geen consensus over het ontstaan-
Naam instelling
: EMGO+ Instituut, afdeling Sociale Geneeskunde, VU medisch centrum, Amsterdam
smechanisme hiervan. Lang is gedacht dat mechanische instabiliteit de belangrijkste rol speelde, maar nieuwe ont-
Looptijd onderzoek
: 2010 tot en met 2013
wikkelingen wijzen erop dat een verstoring in de centrale aansturing een oorzaak kan zijn van CAI. Dit dient echter
Samenwerkingspartners
: Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG), Koninklijk Nederlands Genootschap voor
nog verdere verdieping.
Fysiotherapie (KNGF), Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV) en het
Doel van dit onderzoek is na te gaan of de balans bij een uitdagende dynamische balanstaak verstoord is, of de
Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG)
pre-activatie van de onderbeenmusculatuur verstoord is bij uitvoering van een sprongtaak en of er een verband is
tussen beide aspecten bij actieve volwassenen (18-35 jaar, n=20) met CAI in vergelijking met gezonde volwassenen
Ambulant Monitoren van Kniebelasting bij Artrose Patiënten (Promotieonderzoek)
(18-35 jaar, n=20).
Doelstelling en methode
Proefpersonen uit beide groepen zullen de Multiple Hop Test uitvoeren, om zo te onderzoeken of er verschillen zijn
Knieartrose is een veel voorkomende aandoening en de belangrijkste oorzaak van pijn en beperkingen in het dage-
in dynamische balans tussen beide groepen. Daarnaast zal er een EMG gemaakt worden van de m. gastrocnemius,
lijks leven bij personen van middelbare leeftijd. Artrose kan ontstaan door een samenspel van veranderingen in de
m. tibialis anterior, m. peroneus longus, bij een sprongtaak, om zo na te gaan of de pre-activatie van de onderbeen-
belasting op het gewricht en aanpassingen in het metabolisme van het kraakbeen. In dit project wordt een vergelij-
musculatuur anders is in de CAI groep in vergelijking met gezonde proefpersonen. Tot slot zal er gekeken worden of
kende studie verricht naar de pathomechanica van artrose patiënten met en zonder obesitas. De eerste fase omvat
er een verband bestaat tussen de dynamische balans en pre-activatie.
een cross-sectionele studie van de bewegingskwaliteit onder laboratorium omstandigheden en gedurende activitei-
Type onderzoek
: ontwikkeling
ten van het dagelijks leven enerzijds en de gezondheid van het gewrichtskraakbeen anderzijds. Hierbij word onder
Promotieonderzoek
: nee
andere de recent ontwikkelde slimme kniebrace ingezet om de kniebelasting in het dagelijks leven te monitoren. De
Verantwoordelijk projectleider
: dr. R. van Cingel, directeur Sport Medisch Centrum Papendal, fysio- en manueel
tweede fase bestaat uit een interventie studie, waarin de resultaten uit de eerste fase worden gebruikt om te komen
therapeut
150
tot een geïndividualiseerd revalidatie programma voor functieverbetering en pijnvermindering.
Naam contactpersoon
: R. van Cingel
Type onderzoek
: strategisch, fundamenteel
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Promotieonderzoek
: ja
Naam instelling
: Sport Medisch Centrum Papendal
Verantwoordelijk projectleider
: Dr Kenneth Meijer, Universitair docent
Looptijd onderzoek
: september 2009 tot en met augustus 2010
Naam contactpersoon
: Kenneth Meijer
Samenwerkingspartners
: Maartenskliniek Nijmegen, afdeling RD&E
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
151
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
Naam instelling
: Maastricht University Medical Centre
En andere risicofactoren zoals:
Looptijd onderzoek
: 2010 tot en met 2014
−− Age
Samenwerkingspartners
: Orthopedie Maastricht, TNO Medical, MUMC- MOVE (www.mumcmove.nl)
−− Race
4
−− Experience
The use of dynamic pedobarography to investigate who can cope with anterior cruciate ligament deficiency
−− Injury history: back, groin, hamstring
Doelstelling en methode
−− Moment of injury (training or competition)
The anterior cruciate ligament (ACL) is the most frequent injured ligament of the knee. By far, most ACL lesions occur
−− Lack of flexibility
while practicing sports (skiing, football, rugby and basketball) and this is why it is called a typical sports injury.
−− Poor lumbar posture and core stability
Injury to the ACL leads to increased tibiofemoral laxity in the knee, which for its part may lead to knee-instability and
−− Fatigue
dysfunction. Patients who experience this instability and dysfunction, are more likely to have episodes of giving way.
−− Inadequate warm-up
Although there is no evidence for this statement, many of these patients seem to need an ACL reconstruction. Appa-
−− Insufficient hamstring strength in comparison with the quadriceps
rently these patients are not able to return to their pre-injury activity level without an operation defined as non-copers.
−− Position of peak hamstring torque
Nevertheless, it is still uncertain who can actually benefit from surgery and who will do better with a well-designed
Type onderzoek
: fundamenteel
rehabilitation program without surgery after anterior cruciate ligament deficient (ACLD). It would therefore be very
Promotieonderzoek
: nee
important to be able to establish functional criteria in the guidance of treatment of ACLD and to predict the outcome
Verantwoordelijk projectleider
: dr. G.M.M.J. Kerkhoffs, orthopedisch chirurg, AMC
of treatment decisions.
Naam contactpersoon
: J. Heere, sportarts in opleiding
There is still lack of specified functional criteria for safe and successful return to sports activities. Consideration
E-mail contactpersoon
: [email protected]
should be given to the development of the tests, which should be objective, reliable and provide an independent
Naam instelling
: AMC
assessment of limb performance in comparison with the opposite limb.
Looptijd onderzoek
: 01-07-2009 tot en met 31-12-2010
To our knowledge, dynamic plantar pressure distribution has not been used as a quantitative measure of dynamic
Samenwerkingspartners
: S. Goedegebuure, sportarts
knee function to differentiate ACLD potential copers from non-copers. The successful application of dynamic plantar
pressure distribution analysis for functional evaluation after reconstructive procedures in the lower extremities could
De etiologie en behandeling van het mediaal tibiaal stress syndroom (Promotieonderzoek)
lead to the assumption that these abnormalities in plantar pressure measurement could represent disturbances
Doelstelling en methode
in dynamic knee function after ACLD. In a pilot research on 12 ACLD, the Average Pressure Distribution Asymmetry
Verschillende studies worden ondernomen om de etiologie en behandeling van het mediaal tibiaal stress syndroom
(aPDA) between ACLD and Sound limb is significantly reduced after reconstruction both in walking (figure 1) and run-
te onderzoeken.
ning. As such, high sampling frequency dynamic pedography would allow a refined quantitative insight into the knee
Type onderzoek
: fundamenteel / toegepast klinisch
function in ACLD.
Promotieonderzoek
: ja
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Verantwoordelijk projectleider
: Maarten Moen, sportarts
Promotieonderzoek
: nee
Naam contactpersoon
: Maarten Moen
Verantwoordelijk projectleider
: dr. Stephan F.E. Praet, sportarts/bewegingswetenschapper
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Naam contactpersoon
: dr. Stephan F.E. Praet
Naam instelling
: Universitair Medisch Centrum en Rijnland Ziekenhuis
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Looptijd onderzoek
: van 2008 tot en met 2010
Naam instelling
: ErasmusMC, Rotterdam
Samenwerkingspartners
: Universitair Medisch Centrum en Rijnland Ziekenhuis
Looptijd onderzoek
: 01-01-2009 tot en met 01-04-2010
Samenwerkingspartners
: Department of Orthopedic Surgery, Erasmus MC / Institute of Sports Medicine,
A Randomized Controlled ACL Injury Prevention Study (Promotieonderzoek)
Peking University 3rd Hospital, Beijing ,China / Research and Development, Sint
Doelstelling en methode
Maartenskliniek, Nijmegen, The Netherlands
Van alle knieblessures heeft letsel van de voorste kruisband de grootste gevolgen, resulterende in de langste tijd
niet deel kunnen nemen aan de sport. De voorste kruisband speelt een vitale rol voor het normaal functioneren en
Literatuur review naar risicofactoren voor het krijgen van hamstring strains en kijken of deze waarden/factoren posi-
stabiliteit van de knie. Atleten die terug willen keren naar hun sport na een voorste kruisband blessure, moeten seri-
tief beïnvloedbaar zijn om zo de kans op een blessure te laten afnemen, middels preventieve maatregelen
eus een reconstructie overwegen. Degene die een operatie ondergaan zijn vaak gedwongen om op een lager niveau
Doelstelling en methode
terug te keren en hun activiteitsniveau in het algemeen ook aan te passen. Ongeacht de soort behandeling, is er
Literatuur review naar risicofactoren voor het krijgen van hamstring strains en kijken of deze waarden/factoren posi-
een hoge prevalentie van artrose na voorste kruisbandletsel. Deze aandoening heeft een aanzienlijke impact op de
tief beïnvloedbaar zijn om zo de kans op een blessure te laten afnemen, middels preventieve maatregelen.
kwaliteit van leven en het beperkt functionele en vrije tijdsactiviteiten nog meer. De behoefte aan preventie van deze
Per risicofactor het literatuurbewijs tegen elkaar afzetten, bijvoorbeeld:
blessure moge duidelijk zijn.
−− H/Q ratio: is deze ratio een risicofactor voor het krijgen van hamstringblessures en hoe zou je daarop kunnen
Het doel van dit project is om het mechanisme onderliggende aan de ontwikkeling van stabiliteit van de knie aan
inspelen wat betreft preventie.
het licht te krijgen. Gezonde basketballers (m/v) uit de hoofdklasse in Rayon Noord, van 18 jaar of ouder, zonder
blessures van de onderste extremiteit zullen worden onderzocht. Proefpersonen krijgen een interventie met
152
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
153
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
visuele feedback. Ze moeten een taak uit voeren waarbij het wenden en keren, zoals in reële spelsituaties, centraal
Looptijd onderzoek
: 14-9-2009 tot en met 15-02-2010
staat. Door middel van een beeld van de uitgevoerde taak die de mate van belasting aangeeft op knie, worden de proef-
Samenwerkingspartners
: UMC Utrecht en KNVB
4
personen geïnstrueerd hun bewegingspatroon aan te passen, zodat de belasting op de knie minimaal wordt. Kinematica,
kinetica van de heup, knie en enkel en EMG van de quadriceps, hamstrings en gastrocnemius zal worden gemeten.
CFS-ReAct: Chronic Fatigue Syndrome - ReActivation study
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Doelstelling en methode
Promotieonderzoek
: ja
Het chronische vermoeidheidssyndroom (CVS) is een syndroomdiagnose met als hoofdkenmerk dat een relatief
Verantwoordelijk projectleider
: A. Benjaminse, coördinerend onderzoeker
geringe inspanning al leidt tot uitputting, waarbij bovendien het herstel langer dan 24 uur duurt. De moeheid is
Naam contactpersoon
: A. Benjaminse
daarnaast ook niet verklaarbaar door een lichamelijke aandoening . CVS heeft een grote impact op het leven van de
E-mail contactpersoon
: [email protected]
patiënt. De prevalentie van CVS is ongeveer 0.5% en de economische kosten per jaar per patiënt bedragen onge-
Naam instelling
: Interfacultair Centrum voor Bewegingswetenschappen en Universitair Centrum voor
veer US$ 20,000.
Looptijd onderzoek
: 2008 tot en met 2012
adviseerd wordt om meer onderzoek te verrichten naar reactiveringsprogramma’s met beperkte begeleiding en met een
Samenwerkingspartners
: Hanze Instituut voor Sportstudies, Groningen
langere vervolgtermijn. Op de afdeling sportgeneeskunde te Zwolle krijgen chronisch zieke patiënten waaronder patiën-
Sport, Beweging en Gezondheid, Universitair Medisch Centrum Groningen
Uit een groot overzichtsartikel uit 2004 blijkt dat een reactiveringsprogramma van 3 maanden effectief is bij CVS. Ge-
ten met CVS al sinds meer dan 10 jaar een op de patiënt afgestemd reactiveringsprogramma met beperkte begeleiding
Mid term follow up van de patiënten die hebben deelgenomen aan de grandomiseerde studie naar chronische ad-
gedurende 12 maanden. De effectiviteit van dit reactiveringsprogramma is nu voor het eerst retrospectief onderzocht.
ductorenklachten
Uit deze studie blijkt dat er de reactivering een positief effect heeft op de conditie, vermoeidheid en arbeidspartici-
Doelstelling en methode
patie. Het volgende doel is om het reactiveringsprogramma in een prospectieve studie nog beter in kaart te brengen
De vraagstelling van het onderzoek is: Wat is de recidief kans en hoe effectief is behandeling van sporters met chro-
door onder andere de mate van vermoeidheid te scoren met vragenlijsten en de toename in dagelijkse activiteiten te
nische adductoren klachten na mid-term follow up?
gaan meten. Daarnaast zou het gezien de positieve resultaten van de retrospectieve studie ook interessant zijn om
Naar aanleiding van een randomised controlled trial is het effect van oefentherapie versus manuele therapie bij
inzicht te krijgen in de vermindering van de medische consumptie en toename in arbeidsparticipatie.
sporters met langdurige adductoren gerelateerde liespijn bestudeerd. De follow up van deze studie was 4 maanden.
Type onderzoek
: ontwikkeling
Dit is redelijk kort. Er is in de literatuur niks bekend over recidief kans en langere termijn effectiviteit na behande-
Promotieonderzoek
: nee
ling van chronische adductoren blessures bij sporters. In dit onderzoek wordt een groep van 54 patiënten die deel
Verantwoordelijk projectleider
: Mw. dr. S. van Berkel, sportarts
hebben genomen aan een single blind, prospectief RCT naar adductoren gerelateerde liespijn weer geëvalueerd, om
Naam contactpersoon
: Mw. dr. S. van Berkel
de recidiefkans en effectiviteit van behandelingen na mid-term follow up in kaart te brengen. De patiënten vullen
E-mail contactpersoon
: [email protected]
een gestandaardiseerde vragenlijst in met hulp van de onderzoeker. Daarna zullen ze op gestructureerde en eerder
Naam instelling
: Isala klinieken Zwolle, afdeling sportgeneeskunde
betrouwbaar bevonden wijze lichamelijk onderzocht worden. Het doel van de studie is te weten komen of therapie
Looptijd onderzoek
: 01-10-2010 tot en met 31-03- 2013
langdurig effectief blijft nadat sporters hun sport hebben hervat. Dit wordt gemeten door een geblindeerde onder-
Samenwerkingspartners
: Windesheim University of Applied Sciences, School of Information Sciences
zoeker door middel van verschillende uitkomstmaten.
Als uitkomstmaat wordt gebruikt:
In vitro onderzoek naar effecten van bloedproducten op het herstel van peesweefsel
−− Geen /nauwelijks palpatiepijn ter plaatse van de adductoren inserties en/of het os pubis en geen pijn bij actieve
Doelstelling en methode
Behandeling van peesaandoeningen bestaat momenteel hoofdzakelijk uit oefentherapie, echter deze therapie blijkt
adductie tegen weerstand
154
−− Geen pijn bij sporten op het oude niveau, ook niet na sporten
niet toereikend. Plaatjes-Rijk-Plasma (PRP) wordt sinds kort in de kliniek experimeel toegepast als behandeling
−− Terugkeer op het oude sportniveau
voor chronische tendinopathieën. Positieve effecten van PRP worden toegschreven aan de groeifactoren die worden
−− Wordt aan alle 3 uitkomstmaten voldaan dan wordt het als uitstekend gescoord; 2 maal is goed, 1 maal is rede-
uitgescheiden na activatie van de bloedplaatjes. Over het exacte mechanisme is echter weinig bekend. Illustrerend
lijk, 0 maal is slecht.
hiervoor zijn de talloze mogelijkheden om PRP te vervaardigen. Dit project richt zich op het effect van activatie van
Daarnaast wordt gescoord:
PRP voorafgaand aan de injectie op het gedrag van tenocyten. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van tenocyten in
−− Patiënten tevredenheid in categorie slecht/matig/goed/uitstekend.
hun eigen matrix (pees onder mechanische belasting in in vitro model).
−− Tegner score (sport score).
Het doel is om meer inzicht te krijgen in de exacte werking van het PRP-product en de meerwaarde van activatie
−− VAS score voor pijn tijdens sporten, na afloop van sporten en in ADL.
voorafgaand aan de injectie.
Verder: Recidieven ja/nee. Duur van recidief plus behandeling – soort plus aantal/duur.
Studie opzet: Fundamenteel laboratorium onderzoek
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Type onderzoek
: 0ntwikkeling
Verantwoordelijk projectleider
: dr. A. Weir, sportarts
Promotieonderzoek
: nee
Naam contactpersoon
: dr. A. Weir, Nick Jansen co-assistent LUMC
Verantwoordelijk projectleider
:P
rof. Dr. Ir. H.H. Weinans, dr. H.T.M. van Schie, veterinair arts, dr. J.L. Tol, sportarts,
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Naam instelling
: Medisch Centrum Haaglanden, afdeling Sportgeneeskunde
Naam contactpersoon
: drs. S. de Jonge
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
drs S. de Jonge
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
155
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Verantwoordelijk projectleider
: A.J. Borghuis, MD/PhD-student
Naam instelling
: Erasmus MC Rotterdam, Orthopaedic Research Laboratory
Naam contactpersoon
: A.J. Borghuis
Looptijd onderzoek
: 01-10-2009 tot en met 01-01-2010
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Samenwerkingspartners
: Medisch Centrum Haaglanden, afdeling Sportgeneeskunde
Naam instelling
: Interfacultair Centrum voor Bewegingswetenschappen en Universitair Centrum voor
Looptijd onderzoek
: 01-01-2009 tot en met 01-01-2011
Categorie: Inspanning(stest), training en prestatie
Samenwerkingspartners
: Voetbalacademie FC Twente
De Kunst van Gras
Diagnostiek en training bij oncologische patiënten na chemotherapie (promotieonderzoek)
Doelstelling en methode
Doelstelling en methode
De kwaliteit van een sportvloer is een factor in de sportprestatie en is van invloed op het ontstaan van overbelas-
Doelstelling: De nabehandeling middels training/revalidatie op maat bij oncologische patiënten na chemotherapie op-
tingsblessures. Dit onderzoek richt zich op het verkrijgen van een beter inzicht in hoe verschillende eigenschappen
timaliseren en op zijn waarde beoordelen.
van kunstgras voor voetbal de belasting op de speler beinvloeden. Door middel van 3D bewegingsanalyse tijdens
Methode: Prospectief onderzoek waarbij ingebed in ‘de zorgketen’ patiënten na chemotherapie aangestuurd door
gecontroleerde laboratorium experimenten word doorberekend wat de belastingen op spieren en gewrichten zijn
de sportarts begeleid worden met een hoog intensief kracht- en interval-trainingsprogramma. Waarbij tot 2009 met
tijdens rennen over verschillende sportvloeren.Het doel is om meer fundamenteel biomechanisch inzicht te krijgen in
name de nadruk ligt op:
de speler-ondergrond interactie.
−− het evalueren van de (lange) termijn effecten van deze interventie;
4
Sport, Beweging en Gezondheid, Universitair Medisch Centrum Groningen.
Type onderzoek
: fundamenteel, strategisch
−− de relatie van fysiologische kenmerken met kwaliteit van leven en vermoeidheid;
Promotieonderzoek
: nee
−− het onderbouwen/ontwikkelen van criteria om meer gedifferentieerde begeleiding op maat te geven.
Verantwoordelijk projectleider
: Dr Kenneth Meijer, Universitair docent
afgerond met promotie: 04-12-2009.
Naam contactpersoon
: Kenneth Meijer
Van 2009 tot 2014 vervolgonderzoek in kader van A-Care (Alpe d’huzes-project)
E-mail contactpersoon
: [email protected]
RCT onderzoek waarin bij patienten na chemotherapie de effecten van hoog intensieve training vergeleken worden
Naam instelling
: Maastricht University Medical Centre
met laag intensieve kracht/interval training op fysieke kenmerken, kwaliteit van leven, moeheid en kosten effectiviteit.
Looptijd onderzoek
: 2010 tot en met 2012
Type onderzoek
: toegepast klinisch/(landelijke) implementatie
Samenwerkingspartners
: Terra Sports Technology
Promotieonderzoek
: ja
Verantwoordelijk projectleider
: dr. G. Schep, sportarts
Measuring and training core stability in elite youth soccer athletes (Promotieonderzoek)
Naam contactpersoon
: dr. G. Schep
Doelstelling en methode
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Hoewel is gebleken dat rompstabiliteit een belangrijk concept is in de klinische revalidatie en in het trainen van
Naam instelling
: Máxima Medisch Centrum, EMGO Amsterdam
competitieve atleten, met name vanwege de relatie met blessures, is er nog geen eenduidige methode ontwikkeld
Looptijd onderzoek
: 01-01-2002 tot en met 2014
waarmee rompstabiliteit op een praktisch hanteerbare manier in kaart kan worden gebracht. Dit onderzoeksproject
Samenwerkingspartners
: Afdeling Sportgeneeskunde in samenwerking met Inwendige Geneeskunde, Diëte-
zal met name focussen op de reflexieve component van rompstabiliteit, een aspect dat met name van belang is in
tiek en Psychologie vanuit Máxima Medisch Centrum, vakgroep Bewegingsweten-
fysieke contactsporten als bijvoorbeeld voetbal. Eén van de doelen is om een meetinstrument te ontwikkelen en toe
schappen Universiteit Maastricht, EMGO Amsterdam
te passen bij jeugdige profvoetballers (de D-, C- en B-junioren van de voetbalacademie van FC Twente) om te zien
156
of het een voldoende sensitieve methode is om onderscheid te maken tussen voetballers met een goed ontwik-
Revalidatietraining bij COPD (promotieonderzoek)
kelde reflexieve neuromusculaire rompcontrole en voetballers waarbij deze controle minder goed is ontwikkeld. Een
Doelstelling en methode
tweede doel van het project is om voor de voetballers een specifiek rompstabiliteit trainingsprogramma te ontwikke-
Doelstelling: De revalidatie bij COPD-patiënten in een trransmurale zorgketen optimaliseren en op zijn waarde beoordelen.
len en deze aan te bieden. Hiermee zal worden gekeken of de reflexieve component van rompstabiliteit kan worden
Methode: Prospectief RCT onderzoek waarbij ingebed in ‘de zorgketen’ patiënten met COPD na assessment begeleid
verbeterd met training. 3 van de 6 elftallen zullen gedurende het seizoen 2009/2010 specifieke rompstabiliteit oefe-
worden met op indicatie voedingsinterventie en een kracht- en interval-trainingsprogramma hetgeen transmuraal
ningen krijgen aangeboden, uit elke leeftijdscategorie één elftal. Het gaat hierbij om dynamische, voetbalspecifieke
georganiseerd is. De nadruk ligt nu met name op het evalueren van de termijneffecten en de kosteneffectiviteit van
oefeningen. Om te onderzoeken wat de precieze invloed is van een verminderde rompstabiliteit op blessurekans,
deze interventie.
zullen tijdens het project blessure-incidenten van de voetballers worden bijgehouden en deze gegevens kunnen uit-
Promotie 2010.
eindelijk worden gekoppeld aan de testresultaten op de rompstabiliteit metingen. Uiteindelijk zou het mooi zijn om
Type onderzoek
: toegepast klinisch/(landelijke) implementatie
met behulp van het ontwikkelde meetinstrument bepaalde voetballers te kunnen selecteren die extra rompstabiliteit
Promotieonderzoek
: ja
training nodig hebben en om vervolgens deze atleten deze specifieke training aan te bieden ter verbetering van hun
Verantwoordelijk projectleider
: C. van de Wetering, fysiotherapeut
reflexieve neuromusculaire rompcontrole.
Naam contactpersoon
: C. van de Wetering
Type onderzoek
: strategisch
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Promotieonderzoek
: ja
Naam instelling
: Máxima Medisch Centrum Veldhoven i.s.m. Nutrim Maastricht
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
157
4
Wetenschap en onderwijs
Looptijd onderzoek
Wetenschap en onderwijs
:0
1-01-2002 tot en met 31-12-2010 N.B. Waarschijnlijk zullen er vervolgprojecten
opgestart worden vanaf 2011 met beoogde looptijd tot 2015.
Samenwerkingspartners
: L onggeneeskunde, Fysiotherapie, Diëtetiek, Sportgeneeskunde vanuit Máxima Medisch Centrum Veldhoven en Universiteit Maastricht Nutrim
4
looptraining de maximale aërobe capaciteit niet toeneemt. Daarom zou naast de looptraining ook een training moeten plaatsvinden om de conditie te verbeteren. Bij het starten van een trainingsprogramma om de fysieke conditie
te verbeteren bij patiënten met een beenamputatie moet echter rekening gehouden worden dat een groot deel van
deze patiënten hart- en vaatziekten hebben of een grote kans hebben op het ontwikkelen hiervan. Het is van belang
dat bij het starten van de revalidatie bij deze patiëntengroep bekend is of er sprake is van hart- en vaatziekten en
Bloeddrukwaarden bij sporters (promotieonderzoek)
in hoeverre deze patiënten in staat zijn tot een training om de fysieke conditie te verbeteren. Het meten van de
Doelstelling en methode
fysieke conditie kan het beste plaatsvinden door middel van een inspanningstest op een ergometer. Op dit moment
Hypertensie is een reden om een jonge sporter af te keuren voor competitieve sporten. Management van hypertensie
is er geen geschikt meetinstrument beschikbaar waarmee bij patiënten met een beenamputatie de fysieke conditie
bij sporters (jonge en oudere) wordt beschreven aan de hand van een prospectieve observationele studie bij sporters
gemeten kan worden. Het doel van dit onderzoeksproject is het ontwikkelen van een adequaat meetinstrument om
die zijn verwezen i.v.m. hypertensie naar aanleiding van preventieve CV screening volgens het Lausanne protocol.
de fysieke conditie te meten bij patiënten met een beenamputatie.
Type onderzoek
: fundamenteel/toegepast klinisch
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Promotieonderzoek
: ja
Promotieonderzoek
: ja
Verantwoordelijk projectleider
: drs. N.M. Panhuyzen-Goedkoop, (sport)cardioloog
Verantwoordelijk projectleider
: drs. E.K. Simmelink, revalidatiearts
Naam contactpersoon
: drs. N.M. Panhuyzen-Goedkoop
Naam contactpersoon
: E.K. Simmelink
E-mail contactpersoon
: [email protected]
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Naam instelling
: Sportmedisch Centrum Papendal
Naam instelling
: Centrum voor Revalidatie UMCG
Looptijd onderzoek
: 01-01-2006 tot en met onbekend
Looptijd onderzoek
: 01-10-2009 tot en met 01-10-2013
Samenwerkingspartners
: UMC St. Radboud, prof.dr. J.L.R.M. Smeets
Samenwerkingspartners
entrum voor Revalidatie UMCG (Revalidatiegeneeskunde en Longrevalidatie) in
:C
samenwerking met het Interfaculteit voor Bewegingswetenschappen RUG
Epinephrine response during exercise in Addison’s Disease
Doelstelling en methode
Exercise induced laryngeal obstruction (werktitel)
Fatigue is indisputable the main complaint affecting quality of life in Addison’s disease (AD, primary adrenocortical
Doelstelling en methode
insufficiency). Cortisone is crucial in normal andromedullary epinephrine (EN) synthesis. AD patients lack EN, which
Enkele sporters ervaren tijdens (sub)maximale inspanning acute benauwdheid welke spontaan verdwijnt na het
is essential for glucose homeostasis during exercise. Prior studies, using an adrenodemedullated rat model, have
staken van de inspanning. Vanwege deze klachten worden diverse onderzoeken verricht naar een mogelijk oorzaak
demonstrated a reduced time to exhaustion and attenuated muscle glycogenolysis. In line with this, humans with AD
hiervoor. Te denken valt aan longfunctietesten onder verdenking van inspanningsastma of inspanningsonderzoek
have low lactate levels during exercise. Only limited human research is available and a decreased exercise capacity in
middels ergometrie voor hartritmestoornissen. Dergelijk aanvullend onderzoek levert soms niets op. Hoewel dan
humans with AD has not been objectified. Although much is clear about the role of EN during exercise, this informa-
geen oorzaak is aangetoond op pulmonaal of cardiaal gebied zijn er wel dyspnoeklachten. In dit het geval moet
tion has not yet resulted in therapeutic strategies for AD patients. We hypothesize that exercise-related EN deficiency
worden gedacht aan inspanningsgerelateerde laryngeale obstructie als oorzaak van de klachten. Bij deze aandoening
is the main cause of fatigue in AD during exercise. In the present pikot research project, we will investigate exercise
is er sprake van verkramping van het strottenhoofd. Dit is een behandelbare oorzaak.
performance and cathecholamine response during exercise by AD patients with and without exercise intolerance.
Recent is in samenwerking met de afdeling KNO een (diagnostisch) onderzoek gestart naar dyspnoeklachten tijdens
This proof of concept study is essential to guide a subsequent clinical study investigating the possibility for EN
inspanning waarbij een inspanningstest met laryngoschopie wordt verricht ter aantoning danwel uitsluiting van ‘exer-
replacement therapy in AD patients during exercise. Furthermore the research data can be used to formulate an exer-
cised induced laryngeal obstruction’.
cise or training advice for AD patients.
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Promotieonderzoek
: nee
Promotieonderzoek
: nee
Verantwoordelijk projectleider
: Melanie Inklaar, sportarts i.o.
Verantwoordelijk projectleider
: dr. Stephan F.E. Praet, sportarts/bewegingswetenschapper
Naam contactpersoon
: Melanie Inklaar
Naam contactpersoon
: dr. Stephan F.E. Praet
E-mail contactpersoon
: [email protected]
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Naam instelling
: Afdeling Sportgeneeskunde, Meander Medsich Centrum, lokatie Baarn
Naam instelling
: ErasmusMC, Rotterdam
Looptijd onderzoek
: november 2009 tot november 2011
Looptijd onderzoek
: 01-01-2009 tot en met 01-01-2010
Samenwerkingspartners
: J.P.M. Wielders, laboratorium klinische chemie
Samenwerkingspartners
:D
epartment of Pharmacology, Vascular & Metabolic diseases,
Erasmus MC / Nederlandse Vereniging van Addison and Cushing Patiënten (NVACP)
Reproduceerbaarheid en betrouwbaarheid van de Nexfin apparatuur (cardiac output meter) bij inspanning
Doelstelling en methode
158
Het meten van de fysieke conditie bij patiënten met een beenamputatie (promotieonderzoek)
De zuurstofopname wordt bepaald door de cardiac output (CO = hartfrequentie x slagvolume) in combinatie met
Doelstelling en methode
het hemoglobine (Hb) en de perifere zuurstofextractie (arteriële zuurstofspanning - veneuze zuurstofspanning). De
Patiënten met een beenamputatie hebben een verminderde fysieke conditie. Lopen met een prothese kost meer
verhoudingen kunnen worden weergegeven in een formule: zuurstofopname = cardiac output * 1,3 * hemoglobine
energie dan lopen met twee gezonde benen. Uit onderzoek is gebleken dat indien de revalidatie alleen bestaat uit
(in gram%) * zuurstofextractie (arteriële - veneus). Om te kunnen bepalen of de zuurstofopname capaciteit van een
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
159
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
persoon wordt beperkte door een centrale (lees cardiac output) of perifere (lees zuurstofextractie) component is het
E-mail contactpersoon
: [email protected]
noodzakelijk om de cardiac output te kunnen meten. Dit laatste is met name interessant bij bijvoorbeeld patiënten
Naam instelling
: Maastricht University Medical Centre
met hartfalen, maar ook bij topsporters zou het kunnen worden gebruikt om te bepalen welk systeem (centraal of
Looptijd onderzoek
: April 2010 tot en met juni 2013
perifeer) zij zouden moeten verbeteren in trainingen. Sinds 2007 is de Nexfin (BMEYE B.V., Amsterdam, the Nether-
Samenwerkingspartners
: Universiteit Maastricht / NIVEL / RIVM
4
lands) beschikbaar als non-invasief instrument om de bloeddruk en de cardiac output van het hart te bepalen. Dit
apparaat is uitgebreid getest ten aanzien van de bloeddrukregistratie. De cardiac output gemeten met de Nexfin is
(Kosten)effectiviteitsonderzoek van pakket 3 van de BeweegKuur (promotieonderzoek)
in een wetenschappelijk onderzoek vergeleken met de conventionele thermodilutiemethode, maar er is tot op heden
Doelstelling en methode
geen onderzoek gedaan naar de betrouwbaarheid en reproduceerbaarheid van de Nexfin metingen bij gezonde per-
De BeweegKuur is een leefstijlinterventieprogramma voor mensen met overgewicht. De BeweegKuur wordt in ver-
sonen tijdens inspanning.
schillende pakketten aangeboden. Pakketten verschillen in de mate van fysiotherapeutische begeleiding. Op basis
Voordat de Nexfin apparatuur gebruikt kan gaan worden in de sportgeneeskundige praktijk moet er dus eerst onder-
van de ernst van overgewicht en de aanwezigheid van comorbiteiten komen mensen in aanmerking voor een van de
zoek verricht worden naar de betrouwbaarheid en reproduceerbaarheid van het apparaat bij gezonde personen tijdens
pakketten. Effectiviteit van pakket 1 en 2 is aangetoond. De vraag is of pakket 3, het meest intensief begeleide pak-
inspanning. Het doel van dit project is dan ook om de reproduceerbaarheid te gaan testen bij gezonde sporters.
ket voor de mensen waarvoor dit pakket bedoeld is, (kosten)effectiever is dan pakket 2. In 30 huisartsenpraktijken
Type onderzoek
: toegepast klinisch
worden in totaal 600 deelnemers aan de studie geïncludeerd, in de helft van de praktijken krijgen deze deelnemers
Promotieonderzoek
: nee
pakket 3 aangeboden in de andere helft pakket 2. Voorafgaand aan de interventie, halverwege, en direct na beëindi-
Verantwoordelijk projectleider
: Mw. dr. S. van Berkel, sportarts
ging en na 1 jaar worden beweeggedrag, spierkracht en gezondheidsparameters gemeten.
Naam contactpersoon
: Mw. dr. S. van Berkel
Type onderzoek
: strategisch
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Promotieonderzoek
: ja
Naam instelling
: Isala klinieken Zwolle, afdeling sportgeneeskunde
Verantwoordelijk projectleider
: dr. Hans H.C.M. Savelberg, universitair hoofddocenct
Looptijd onderzoek
: 01-09-2010 tot en met 01-02-2010
Naam contactpersoon
: dr. Hans H.C.M Savelberg
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Naam instelling
: Universiteit Maastricht
Looptijd onderzoek
: april 2010 tot en met maart 2014
Samenwerkingspartners
:B
ewegingswetenschappen, Universiteit Maastricht EMGO-instituut,
Categorie: Bewegen en gezondheid
Monitoringonderzoek naar pakket 1 en 2 BeweegKuur
Vrije Universiteit NISB
Doelstelling en methode
The Netherlands Institute for Sport and Physical Activity (NISB) developed the Beweegkuur as a one-year lifestyle
Het gebruik van anti-pronatie tape om het succes van zolen te bepalen (werktitel)
intervention programme to prevent and treat type II diabetes mellitus (DM-II) in Dutch primary care. In 2009, the
Doelstelling en methode
intervention has been redesigned in order to extend the scope of the intervention to overweight and obese persons.
Onderzoeken of het aanmeten van zolen door middel van anti pronatie tape succesvoller is dan het aanmeten van
Although improved physical activity and dietary behaviour are known for their effectiveness in treating overweight
zolen door middel van visuele inspectie. Hiertoe worden 3 groepen met elkaar vergeleken en het effect (gemeten in
and obesity, it is not clear whether relatively intensive lifestyle interventions can be successfully integrated into the
pijn) beoordeeld.
Dutch primary care system and – in case of integration – would achieve the same effect on body weight, dietary
Type onderzoek
: toegepast klinisch
behaviour and physical activity as can be expected from previous lifestyle intervention trials. Moreover, it is a con-
Promotieonderzoek
: nee
tinuing challenge to design and implement health promotion interventions that promote lifestyle changes that can
Verantwoordelijk projectleider
: Marsha Tijssen, fysiotherapeut/student bewegingswetenschappen
be easily integrated into participants’ daily lives and thus not only promote behaviour change but also behaviour
Naam contactpersoon
: Marsha Tijssen
maintenance.
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Thus, the objectives of this study are to monitor (1) the participation rate, drop-out and compliance of participants
Naam instelling
: Sport Medisch Centrum Papendal
enrolled in the BeweegKuur programme in the treatment of overweight and obesity, (2) whether the intervention can
Looptijd onderzoek
: maart 2009 tot en met juni 2010
achieve changes in body weight, dietary behaviour and physical activity, and (3) whether the induced lifestyle chan-
Samenwerkingspartners
: Universiteit Maastricht en VSO
ges are maintained one year post-intervention.
160
Approximately 25 GP practices and primary health care centres will participate in the study. In total 200 patients will
Preventieve cardiovasculaire screening bij sporters > 35 jaar: is dit zinvol? (promotieonderzoek)
be followed in the current monitoring study. The health and lifestyle of the participants will be assessed three times;
Doelstelling en methode
baseline measurements will be taken when participants start with the programme, and subsequently 12 and 24
Over preventieve cardiovasculaire screening bij sporters >35 jr is nog niet zo veel bekend. Evenmin is vastgesteld of
months after the baseline measurement.
een inspanningstest geïncludeerd moet worden in deze screening. Alle sporters >35 jr die verwezen zijn voor preven-
Type onderzoek
: (landelijke) implementatie
tieve CV-screening worden vervolgd in de tijd. Uitkomst zijn CV mortaliteit of event.
Promotieonderzoek
: nee
Type onderzoek
: fundamenteel/toegepast klinisch
Verantwoordelijk projectleider
: Dr. Stef Kremers, Universitair Hoofddocent
Promotieonderzoek
: ja
Naam contactpersoon
: Geert Rutten
Verantwoordelijk projectleider
: drs. N.M. Panhuyzen-Goedkoop, (sport)cardioloog
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
161
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
Naam contactpersoon
: drs. N.M. Panhuyzen-Goedkoop
OriGENE rugtrainingsmethode versus actieve rompstabiliteitstraining bij chronische aspecifieke lage rugpijn
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Doelstelling en methode
Naam instelling
: SMC Papendal
Er zijn verschillende mogelijkheden om patiënten met a-specifieke onderrugklachten te trainen. Twee daarvan die
Looptijd onderzoek
: 2006 tot en met onbekend
gebruikt worden bij TopSupport zijn de OriGENE rugtrainer en de actieve rompstabiliteitstraining.
Samenwerkingspartners
: UMC St. Radboud cardiologie, prof.dr. J.L.R.M. Smeets
Doelstelling: Onze vraag is of er een verschil is in effect aangaande pijnklachten, eventuele bewegingsangst, beper-
4
kingen, participatie en functionele beweegpatronen tussen de behandeling met intensieve lumbale extensoren weerSportcor (promotieonderzoek)
standstraining door middel van de OriGENE rugtrainer ten opzichte van de actieve rompstabiliteitstraining.
Doelstelling en methode
Deelnemers van het onderzoek zijn patiënten die a-specieke rugklachten hebben die langer dan twaalf weken aan-
Landelijke registratie van plotselinge hartstilstand bij sporters. Doel daarvan is het verkrijgen van inzicht in de
wezig zijn. Werving voor het onderzoek vindt plaats binnen de St. Anna zorggroep, namelijk via de sportgeneeskun-
frequentie van optreden van en de oorzaken van plotselinge hartstilstand bij sporters. Inclusie: aanmelding via
de en orthopedie.
ww.sportcor.nl door nabestaanden, cardiologen, sportartsen, huisartsen en ggd-artsen (schouwartsen).
Patiënten worden gemeten door middel van een vijftal vragenlijsten en een fysieke test (functional movement
Type onderzoek
: fundamenteel
screen) op de baseline en krijgen vervolgens een 13 weken durende training die bepaald wordt door randomisatie.
Promotieonderzoek
: ja
Follow up metingen vinden plaats 3, 6 en 9 maanden na de baseline meting. De primaire uitkomstmaten zijn de
Verantwoordelijk projectleider
: dr. A. Mosterd, cardioloog
mate van ervaren pijn, de mate van eventueel ervaren bewegingsangst vanwege rugklachten en het functioneren
Naam contactpersoon
: drs. M. de Beus
van de patiënt in algemeen dagelijks leven, werk, sport en hobby’s. De secundaire uitkomstmaat is het functionele
E-mail contactpersoon
: [email protected]
beweegpatroon.
Naam instelling
: UMC Utrecht
Daarna wordt bepaald in hoeverre de OriGENE rugtrainer of de actieve rompstabiliteitstraining beter is en of de pa-
Looptijd onderzoek
: 01-01-2008 tot en met 31-12-2018
tiënt een verbetering toont in de functionele beweegpatronen.
Samenwerkingspartners
: Vereniging voor Sportgeneeskunde en Nederlandse Vereniging voor Cardiologie
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Promotieonderzoek
: nee
(P)reconditionering
Verantwoordelijk projectleider
: J.A.J. van Kuijk, sportarts
Doelstelling en methode
Naam contactpersoon
: Miguel Klokgieters
De afdeling Revalidatie & Sportgeneeskunde (R&S) wil zich meer gaan profileren op het gebied van (p)reconditione-
E-mail contactpersoon
: [email protected]
ring. De term (p)reconditionering omvat twee onderwerpen: 1) preconditionering (gericht trainen om fitter te zijn vóór
Naam instelling
: TopSupport, Eindhoven (onderdeel van de St. Anna zorggroep)
een grote operatie of andere ingrijpende behandeling) en 2) reconditionering (revalidatie ná een operatie of ziekte).
Looptijd onderzoek
: juli 2009 tot en met juli 2010
Beide aspecten zijn bedoeld om deconditionering tegen te gaan door middel van lichamelijke activiteit, wetende dat
Samenwerkingspartners
: nvt
deconditionering een ongunstige invloed heeft op functionele, psychologische en sociale effecten heeft.
162
Naar aanleiding van gesprekken met relevante partners binnen verschillende divisies blijkt er, UMCU breed, interesse
Top&Fit programma Cardiovasculaire aandoeningen
te zijn voor dit onderwerp. Door middel van een financiële bijdrage van de divisie Hersenen kan deze profilering
Doelstelling en methode
doorgezet worden middels dit project. De profilering zal betrekking hebben op de patiëntenzorg, maar tevens ook een
De deelnemers worden geselecteerd door een cardioloog, huisarts, sportarts en/of inspanningsfysioloog. Op basis
profilering zijn om een infrastructuur te creëren voor wetenschappelijk onderzoek binnen de afdeling R&S. Op deze
van een ECG en uitgebreid medisch onderzoek vindt een verwijzing plaats. De interventie duurt minimaal èèn jaar,
manier zal de afdeling R&S zowel in de zorg als het wetenschappelijk onderzoek een sterkere positie binnen het zie-
waarbij twee maal per week beweegactiviteiten worden aangeboden onder deskundige begeleiding. Met behulp van
kenhuis krijgen. De doelstelling: De afdeling R&S profileert zich binnen het UMCU met meer wetenschappelijke uitstra-
een Philips Activity Monitor wordt het beweeggedrag van de deelnemers gevolgd. De interventie richt zich tevens
ling door een sterke onderzoeksinfrastructuur rondom relevante onderwerpen welke passen binnen de visie van het
op het voorkomen van risicogedragingen als roken, stress en verkeerde voeding. Aan het einde van de interventie
UMCU en dit in te bedden in de patiëntenzorg. Projecten die inmiddels zijn gestart: ‘INTENZS’ (Intensiveren van thera-
wordt het medisch onderzoek herhaald. Op basis van de AM kan verandering van het beweeggedrag van deelnemers
pie en zorg na stroke); ‘Preconditionering van patienten die een levende-donor niertransplantatie ondergaan’; ‘Precon-
vastgesteld worden. ditionering voor oesofagusresectie’ (in aanvraag); ‘Symposium Pre- en reconditionering, winst voor de patiënt?’.
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Promotieonderzoek
: nee
Promotieonderzoek
: nee
Verantwoordelijk projectleider
: drs. Roald van der Vliet / dr. C.R. van den Hoogenband, programmamanager
Verantwoordelijk projectleider
: Ingrid van de Port, onderzoekscoordinator Sportgeneeskunde
Naam contactpersoon
: Roald van der Vliet
Naam contactpersoon
: Karin Valkenet
E-mail contactpersoon
: [email protected]
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Naam instelling
: TopSupport
Naam instelling
: UMC Utrecht
Looptijd onderzoek
: 01-08-2009 tot en met 01-01-2011
Looptijd onderzoek
: van 1-10-2008 tot 31-12-2010
Samenwerkingspartners
:S
tichting Vrienden van het hart / Fontys Hogescholen / Afstudeerder Universiteit
Samenwerkingspartners
: verschillende afdelingen binnen het UMCU
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Maastricht
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
163
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
Medium and long-term benefits of a structured rehabilitation (Beweegkuur+) program in long-standing type 2 diabe-
A validation study on the SteepRamp test to assess physical loading capacity and oxidative capacity in patients with
tes patients with multiple disabling co-morbidities (promotieonderzoek)
Type 2 diabetes (promotieonderzoek)
Doelstelling en methode
Doelstelling en methode
Research hypothesis
Background: Exercise therapy is becoming is a more and more important cornerstone in the treatment of type 2 di-
A supervised exercise and dietary intervention improves health when compared with a usual care dietary intervention
abetes. Physical therapist often supervise such exercise interventions. However, for optimal results, physical loading
in obese type 2 diabetes patients with multiple disabling co-morbidities.
capacity needs to be assessed to tailor the exercise intervention program to the individual patient. Due to autono-
Background
mic neuropathy and use of medication. submaximal exercise tests have been proven unreliable in type 2 diabetes.
Physical exercise training is an important tool for improving blood glucose homeostasis in type 2 diabetic patients.
Previous research in post-chemo therapy patients has shown that a brief supramaximal exercise test (Steepramp
A combined resistance and endurance type exercise training program can be applied effectively to improve functional
test, 25W/10 sec) provides a better estimate of maximal oxygen uptake capacity as opposed to a submaximal exer-
capacity, body composition and metabolic control in type 2 diabetes patients. However, in obese long-standing type
cise test. In heart failure patients this has been show a safe and reliable test procedure. Besides physical loading
2 diabetes patients with multiple co-morbidities, the impact of structured exercise on health has not been assessed.
capacity , accurate information on activity patterns and movement behaviour is warranted in type 2 diabetes. So far,
Because of the high cardiovascular risk profile and functional disabilities in these patients, therapeutic exercise pro-
large scale studies on the relationship between physical loading capacity, and objectively measured cardiorespiratory
grams have hardly been evaluated in this type 2 diabetes subpopulation.
fitness in patients with type 2 diabetes are lacking.
Aims
Methods: For this research project, 135 patients with type 2 diabetes (50% men/50% women, age 30-80 yrs) will be
The current research proposal aims to investigate the medium and long-term health benefits of a combined supervi-
asked to perform a standard VO2max test, Steepramp test, as well as a submaximal Åstrand test. Test-retest reliabi-
sed exercise and dietary intervention versus a dietary intervention in obese long-standing type 2 diabetes patients.
lity of both the submaximal and Steepramp test will be measured.
It is hypothesized that supervised exercise training combined with dietary measures will improve muscle strength,
Outcome: Based on this validation study, type 2 diabetes specific regression equations will be developed that can
cardiorespiratory fitness and body composition. The latter will improve both physical and mental health status, resul-
assist a physical therapist to estimate VO2max, functional loading capacity and tailor a therapeutic exercise interven-
ting in improved metabolic control through a durable increase in total weekly energy expenditure.
tion to the individual patient.
Study sample and Methods
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Following extensive cardiovascular screening, a total of 80 obese long-standing type 2 diabetes patients with sub-
Promotieonderzoek
: ja
optimal glycemic control (HbA1c>7.0%) will be recruited through their general practitioner, nurse practitioner and/or
Verantwoordelijk projectleider
: dr. Stephan F.E. Praet, sportarts/bewegingswetenschapper
diabetologist.
Naam contactpersoon
: dr. Stephan F.E. Praet
Patients will be randomized to follow either a 26 weeks combined supervised exercise and dietary intervention pro-
E-mail contactpersoon
: [email protected]
gram or to take part in a dietary intervention program aimed at decreasing daily energy intake with 600 kcal/day.
Naam instelling
: ErasmusMC, Rotterdam
Before and after 26 and 52 weeks, blood samples and questionnaires will be collected to assess changes in glyce-
Looptijd onderzoek
: 01-04-2009 tot en met 01-05-2010
mic control, lipid profile, health-related quality of life, diabetes burden and depression scores, respectively.
Samenwerkingspartners
: Department of Pharmacology, Vascular & Metabolic diseases, Erasmus MC
4
Accelerometry based activity monitors will be used to assess changes in daily physical activity levels. Changes in
regional body composition, functional capacity, muscle strength and cardiorespiratory fitness will be assessed using
Defining the characteristics of effective exercise intervention in type 2 diabetes (promotieonderzoek)
respectively skinfold measurements, functional tests (Sit-to-Stand, 6 minute walking test), isokinetic testing and
Doelstelling en methode
cycle-ergometry protocol.
Objective: This research project aims to define the modalities that optimize the clinical benefits of exercise interven-
End Points
tion to improve glycemic control in type 2 diabetes patients. The modalities of interest include the preferred type,
Dependent variables are changes in 1. Blood HbA1c content; 2. Objectively measured movement related physical
intensity, and frequency of exercise. The results of the project will be specified for 3 typical populations relevant to
activity levels 3. Physical strength, resistance to fatigue and cardiorespiratory fitness 4. Cardiovascular risk profile
the increasing incidence of type 2 diabetes and its complications: glucose intolerant subjects at risk of developing
(blood pressure, waist circumference, body composition,blood lipid profile) 5. Health-related Quality of Life, Depres-
type 2 diabetes and type 2 diabetes patients on oral blood glucose lowering medication only, or in combination with
sion score and Diabetes burden
exogenous insulin therapy.
Type onderzoek
: toegepast klinisch
Methods: Ambulatory glucose monitoring technique will be used to assess the effects of different exercise modalities
Promotieonderzoek
: ja
on subsequent blood glucose homeostasis. The measurements will be performed under standardized dietary, but
Verantwoordelijk projectleider
: dr. Stephan F.E. Praet, sportarts/bewegingswetenschapper
otherwise free-living conditions.
Naam contactpersoon
: dr. Stephan F.E. Praet
Type onderzoek
: (Landelijke) implementatie, toegepast klinisch
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Promotieonderzoek
: ja
Naam instelling
: ErasmusMC, Rotterdam
Verantwoordelijk projectleider
: prof. dr. L.J.C. van Loon, hoogleraar fysiologie van inspanning
Looptijd onderzoek
: 01-10-2009 tot en met 01-01-2012
Naam contactpersoon
: Jan-Willem van Dijk
Samenwerkingspartners
: Department of Pharmacology, Vascular & Metabolic diseases, Erasmus MC / Neder-
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Naam instelling
: Maastricht University Medical Centre+
Looptijd onderzoek
: April 2008 tot en met juni 2012
lands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) / GGD Rotterdam-Rijnmond
164
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
165
4
Wetenschap en onderwijs
Samenwerkingspartners
Wetenschap en onderwijs
: Z on-Mw; Nutrim School for Nutrition Toxicology and Metabolism; MUMC-MOVE;
EMGO Institute for Health and Care Research
The influence of leucine supplementation on body composition and muscle characteristics in elderly, type 2 diabetes
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Naam instelling
: Universiteit Maastricht
Looptijd onderzoek
: augustus 2005 tot en met mei 2011
Samenwerkingspartners
ewegingswetenschappen, Interne Geneeskunde, MUMC+ Universiteit Maastricht
:B
patients (Promotieonderzoek)
4
Sportgeneeskunde, Maxima Medisch Centrum
Doelstelling en methode
Binnen dit onderzoek werd er gekeken naar de klinische voordelen van 6 maanden leucine supplementatie bij ou-
Compliance, adherence and health effects in training programmes for starting sporters
dere type 2 diabetes patienten. 60 oudere mannen (>65 jaar) met type 2 diabetes zijn geselecteerd en onderverdeeld
(start-to-run and start-to-walk).
in 2 groepen (placebo en leucine). Gedurende 6 maanden namen deze proefpersonen na elke maaltijd 2.5g leucine
Doelstelling en methode
of placebo (7.5g/dag). Lichaamssamenstelling, spierkarakteristieken, spierkracht, glucose homeostase, basale plasma
The objectives of this study are to investigate:
aminozuurconcentraties en lipide profiel worden op het begin, na 3 maanden en na 6 maanden leucine supplemen-
−− the rate of compliance to the training programs
tatie gemeten.
−− the subjective reasons of participants for non-compliance
Type onderzoek
: fundamenteel, toegepast klinisch
−− the rate of adherence to regular sport behavior after completion of the supervised training programs
Promotieonderzoek
: ja
−− the subjective reasons for non-adherence
Verantwoordelijk projectleider
: Prof. dr. L.J.C. van Loon, Hoogleraar
−− the short term and long term effects of the two training programs on physical and mental health
Naam contactpersoon
: Marika Leenders
−− the differences in baseline demographic characteristics, compliance, adherence and short- and long-term physical
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Naam instelling
: Human movement sciences, Maastricht University Medical Centre+
Materials and Methods
Looptijd onderzoek
: 2009 tot en met 2010
Study design
Samenwerkingspartners
: Top Institute Food and Nutrition Maastricht University
The study is a prospective cohort study with a one-year follow-up.
and mental health between the running and walking groups
Study population
Improving mobility in diabetic patients through resistance training (promotieonderzoek)
In our study we will recruit volunteers who will start to participate in the STR- and STW-programs at several STR and
Doelstelling en methode
STW training locations in the province Limburg in The Netherlands. In three consecutive years novice participants of
Impaired mobility is a major health problem affecting many subjects with diabetes mellitus. It is associated with loss
STR and STW will be contacted to participate in our study at their first STR or STW training. Recruitment will be as-
of quality of life and it is a strong predictor for poor health outcomes. Reduced lower extremity muscle function, as a
sisted by the trainers at each STR and STW location.
consequence of diabetic polyneuropathy, is a major cause of impaired mobility. We hypothesize that a programme of
Measurements
resistance training will counterbalance the effects of polyneuropathy on muscle wasting, and will improve mobility and
Compliance and adherence rate and participants’ subjective reasons for (non)compliance and (non-)adherence will be
associated quality of life. One important requirement is that the intervention programme will be applicable in outpa-
measured by questionnaires at baseline, at the end of physical training program (6 weeks), and after 12, 26 and 52 weeks.
tient care.
In a subpopulation, consisting of participants at training locations in Maastricht, physical and mental health assessment
Subjects with clinical polyneuropathy will be included in a prospective randomized clinical trial. Baseline data will be
measurements will be performed at baseline and after 6, 12 and 52 weeks.
compared with a reference population of age and sex-matched diabetic subjects without neuropathy. Subsequently,
For an overview of the measurements and time schedule see the flow-chart.
the neuropathic patients will be randomised in two groups. Each group will be stratified to degree of polyneuropathy.
a. Baseline characteristics
Since diabetic polyneuropathy progresses from distal to more proximal muscles, the intervention group will partici-
The questionnaire at start will contain questions on personal and demographic data (e.g. sex, age, height, mari-
pate in two consecutive training programmes; the first concentrating on lower leg musculature, the second on upper
tal status, level of education, occupation), physical and mental health status, drug use, reasons for participation
leg muscles as well. It is hypothesized that in more severe polyneuropathy susceptibility to training decreases and a
in STR or STW, and previous sports participation experience. The follow up questionnaires will focus on compli-
more intense and extended intervention programme will be required to be effective. Consequently, subjects with mild
ance of the participants in running (STR group) or walking (STW group), subjective reasons for non-compliance
polyneuropathy will benefit from the first intervention stage, whereas patients with more severe degrees of polyneu-
or non-adherence after completion of the supervised physical training program and alterations in physical and
ropathy will only show improvements after the second stage. Both in intervention and control group, mobility, muscle
mental health status.
function and quality of life will be assessed at baseline, in between both interventions, immediately after the second
166
b. Compliance and adherence
intervention and six months after terminating the training.
To assess the rate of and reasons for (non-)compliance and (non-)adherence to the physical activities all partici-
This project will result in a resistance training intervention that improves mobility and quality of life in diabetic pa-
pants will receive questionnaires after 6, 26 and 52 weeks. The questionnaires after 6 weeks include questions
tients. It will also lead to a better understanding of the relation between diabetic neuropathy and muscle weakness
whether the subject has completed the training program and, if not, for what reason he/she withdrew. At 26 and
and limited mobility. Moreover, insight will be gained in optimizing training programmes for neuropathic patients.
52 weeks the questions go into the reasons why the participant is still active in any sports activity (running, wal-
Type onderzoek
: strategisch, fundamenteel
king or other sports activities) on a regular base, or why he/she discontinued.
Promotieonderzoek
: ja
Verantwoordelijk projectleider
: dr. Hans H.C.M. Savelberg, universitair hoofddocenct
At baseline, and after 6 and 52 weeks health status will be assessed by questionnaires on physical, mental and
Naam contactpersoon
: dr. Hans H.C.M Savelberg
subjective health and include also questions on health behavior. The health behavior questions go into smo-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
c. Health questionnaires
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
167
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
king habits (yes/no), use of prescription drugs (yes/no), and physical activity. The latter includes 4 questions that
Hyperoxic exercise training as an innovative therapy to improve metabolic control, endothelial dysfunction and
measure the frequency of moderate intense physical activity (days per week), and the frequency and duration of
physical fitness in deconditioned Type 2 diabetes patients (promotieonderzoek)
intense physical activity per week. Physical health is assessed as weight (kg), body mass index (kg/m2), waist
Doelstelling en methode
circumference (cm) and perceived health. Perceived health is measured with the item “How, in general, is your he-
Type 2 diabetes patients frequently suffer from physical deconditioning and vascular disease. Although the exact me-
alth” with answering categories ranging from 1 (very good) to 5 (very bad) (CBS, 2008). In addition, respondents
chanisms are unclear, microvascular changes and endothelial dysfunction appear to inhibit the oxygen transport and
have to rate their health on a scale from 1-10. Chronic stress will be measured with the Checklist Chronic Stress
uptake in peripheral skeletal muscle of type 2 diabetes patients. Hyperoxic-training has been shown a safe interven-
Complaints (CCSC) (Schmidt & Dorant, 2004; Dorant, Van der Molen & Schmidt, 2006). The CCSC contains 22
tion to increase exercise capacity and energy expenditure and is now routinely used for athletes (‘live-high, train-
items reflecting 22 chronic stress complaints. The overall question is: “Have you been bothered by the following
low’) and COPD patients. Furthermore, in COPD patients normalisation of oxygen saturation improves
complaints during the last week?”. Answering categories range from 1 (not at all) up to 5 (very often). An overall
insulin sensivity.
chronic stress score will be computed by averaging 8 core items regarding fatigue, cognitive complaints and emo-
Objective: This research project aims to investigate (1) whether hyperoxic interval training improves insulin resistan-
tional complaints. Coping self-efficacy will be measured with a validated (is dat juist??) Dutch translation of the
ce, endothelial dysfunction, cardiovascular fitness, lipid metabolism and glycemic control in the treatment of decon-
Coping Self-efficacy scale (CSE) (Chesney, Neilands, Chambers, Taylor & Folkman, 2006). The Dutch CSE contains
ditioned non-insulin dependent type 2 diabetes patients (2) the pathophysiological role of endothelial dysfunction
the 13 core items identified by Chesney et al (2006) that measure the ability to use problem-focused coping (6
and insulin resistance on the adaptive response to exercise.
items), to stop unpleasant emotions and thoughts (4 items), and to get support from friends and family (4 items).
Study design: double-blind placebo controlled intervention study
The overall question is: “At the moment do you feel able to ….”. Answering categories range from 1 (not at all) to
Study population: 48 deconditioned non-insulin dependent type 2 diabetes patients
5 (very well). An overall score and three sub scores were computed by averaging the according items.
Intervention: After inclusion, subjects will be randomised and blinded to 16 weeks of progressive 30-45 min cycle er-
Type onderzoek
: toegepast klinisch
gometer interval training, applied 3 times a week while breathing either hyperoxic (100%O2, 4-8 L/min) or normoxic
Promotieonderzoek
: nee
(21%O2-79%N2, 4-8L/min) humidified air (=placebo) through a nasal tube/face mask.
Verantwoordelijk projectleider
: Dr. T. van Merode, huisarts-onderzoeker
Main study parameters/endpoints: The main study parameter and end-point is the relative improvement in whole-
Naam contactpersoon
: T. van Merode
body insulin sensitivity. Secondary end-points are relative improvements in vascular function parameters using
E-mail contactpersoon
: [email protected]
forearm plethysmography, cardiovascular fitness, systemic blood pressure, body composition, lipid metabolism and
Naam instelling
: Maastricht UMC+
glycemic control.
Looptijd onderzoek
: 2008 tot en met 2011
Before inclusion subjects will undergo a physical examination and X-ECG to exclude cardiovascular disease and as-
Samenwerkingspartners
: Capgroepen Huisartsgeneeskunde, Epidemiologie en Sociale Geneeskunde van
sess cardiorespiratory status. A subgroup of 12 subjects will undergo a submaximal exercise test while obtaining
Maastricht UMC+
4
arteriovenous blood samples to optimize oxygen flow during exercise. Subsequently 36 participating subjects will be
asked to attend a total of 48 supervised exercise sessions of 45 min. To minimize the risk for a hypoglycemic event
The (cost-)effectiveness of an individually tailored long-term worksite health promotion programme on physical acti-
during the first 2 weeks of the exercise intervention, capillary blood glucose will be measured following exercise. If
vity and nutrition: design of a pragmatic cluster randomised controlled trial (promotieonderzoek)
necessary medication will be adjusted. Independent of oxygen concentration in the air mixture, patients are expected
Doelstelling en methode
to improve their physical fitness and metabolic control. Beside the direct therapeutic effects, both interventions are
Doel van de studie is de evaluatie van de (kosten)effectiviteit van een programma gericht op de bevordering van
expected to improve general health and well-being.
lichamelijke activiteit en gezonde voeding bij werknemers. In een cluster randomized controlled trial met 2 jaar
Dual energy x-ray absorptiometry will be used to assess changes in body composition. Frequently sampled intrave-
follow-up krijgen werknemers de mogelijkheid mee te doen aan een gezondheidsmeting en krijgen ze toegang tot
nous and forearm venous occlusion plethysmography following intrabrachial infusions of methacholine and sodium
een website met daarop geïndividualiseerde feedback op de vragenlijsten, de mogelijkheid lichamelijke activiteit,
nitroprusside will be applied.
voeding en gewicht te monitoren, contact op te nemen met diverse professionals. Daarnaast ontvangen deelnemers
Type onderzoek
: toegepast klinisch
in de interventiegroep de eerste 12 maanden maandelijks e-mailberichten gericht op gezonde voeding en lichame-
Promotieonderzoek
: ja
lijke activiteit.
Verantwoordelijk projectleider
: dr. Stephan F.E. Praet, sportarts/bewegingswetenschapper
Type onderzoek
: strategisch
Naam contactpersoon
: dr. Stephan F.E. Praet
Promotieonderzoek
: ja
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Verantwoordelijk projectleider
: Lex Burdorf, Hoogleraar Determinanten van Volksgezondheid
Naam instelling
: ErasmusMC, Rotterdam
Naam contactpersoon
: Suzan Robroek
Looptijd onderzoek
: 01-04-2009 tot en met 01-07-2010
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Samenwerkingspartners
: Department of Pharmacology, Vascular & Metabolic diseases, Erasmus MC
Naam instelling
: Erasmus MC
Looptijd onderzoek
: 01-03-2007 tot en met 31-12-2011
Interactive exercise therapy at home: a web based solution to improve long-term adherence, self-management and
Samenwerkingspartners
: Lifeguard
clinical efficacy of a life-style intervention program for patients with Type 2 Diabetes
Doelstelling en methode
Physical exercise training is an important tool for improving glucose homeostasis in type 2 diabetic patients. A
combined strength- and endurance training program appears to improve functional capacity, body composition and
168
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
169
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
metabolic control in type 2 diabetes patients. However, long-term adherence to such programs is generally poor.
will be monitored by a specific COPD electronic documentation system and physiotherapists will also use this system
Therefore, alternative strategies are warranted to reduce attrition rate.
as guidance for treatment of the experimental group.
Objective: (1) Does online supervised exercise therapy using the LiveWorkout or Direct Life concept result in better
Type onderzoek
: toegepast klinisch
adherence to therapeutic bouts of exercise in type 2 diabetes patients and are the LiveWorkout/Direct Life concept
Promotieonderzoek
: ja
feasible e-coaching programs? (2) Will online exercise training as compared to a lifestyle e-coaching program cause
Verantwoordelijk projectleider
: Prof.dr. R.A. de Bie, Hoogleraar capgroep Epidemiologie
an improvement in: movement-related everyday activity/energy expenditure and functional capacity, muscle strength
Naam contactpersoon
: Drs. Emmylou Beekman
and resistance to fatigue. (3) Does online exercise training as compared to online lifestyle coaching improve glycemic
E-mail contactpersoon
: [email protected]
control (HbA1c), fasting plasma glucose levels and cardiovascular risk profile?
Naam instelling
: Maastricht University, Research school CAPHRI
Study design: A randomized controlled intervention study
Looptijd onderzoek
: 2009 - 2012
Study population: 48 type 2 diabetes (<15 years) from the outpatient clinic (Diabetesplein) at ErasmusMC and/or
Samenwerkingspartners
:C
apgroepen Epidemiologie en Huisartsgeneeskunde Universiteit Maastricht, Regi-
through local advertisements, 35-75 years, HbA1c: 7.0- 10.0%, BMI: 27-40 kg/m2. Access to broadband internet inclu-
onale huisartsen-en fysiotherapieorganisaties; KU Leuven, Dept. of Kinesiology and
ding a personal computer with minimally WindowsXP/MacOSX and a USB-connection
Rehab. Sciences
4
Intervention: Patients will be randomized to follow either a supervised progressive interval endurance and resistance type of training at the ErasmusMC (13 weeks) combined with an interactive web based (LiveWorkout®) resistance
Physical Exercise Training Programme COPD in Primary Care (Promotieonderzoek)
training at home (26 weeks), or to take part in a lifestyle e-coaching program (26 weeks). Both programs are aimed
Doelstelling en methode
at increasing daily physical activity levels.
Objective: 1) To assess the effectiveness of a physical exercise training programme in patients with mild to moderate
Main study parameters/endpoints: Adherence to the exercise program as measured by percentage of dropouts as
COPD in the primary care setting, in comparison with usual care, on functional exercise performance 2) To analyse
well as an increase in total weekly energy expenditure. The feasibility of the LiveWorkout and Direct Life program.
the main physiological (and behavioural) characteristics of patients with mild to moderate COPD that determine the
Type onderzoek
: toegepast klinisch
success of treatment.
Promotieonderzoek
: nee
Study design and study population: In this RCT, general practitioners, practice nurses and physiotherapists will be
Verantwoordelijk projectleider
: Stephan F.E. Praet, sportarts/bewegingswetenschapper
the main caregivers. The general practitioner will recruit the patients and the measurements and the physical exer-
Naam contactpersoon
: Stephan F.E. Praet
cise training programme will be performed in the physiotherapy practice. 170 patients with mild to moderate COPD
E-mail contactpersoon
: [email protected]
will be included in the trial. The recruitment of caregivers and patients will take place in Limburg, the southern part
Naam instelling
: ErasmusMC, Rotterdam
of the Netherlands.
Looptijd onderzoek
: 01-07-2009 tot en met 01-07-2010
Intervention: The intervention group will participate in a 3-month physical exercise training programme in a physio-
Samenwerkingspartners
: Brevidius bv, Philips Welness Solutions
therapy setting. This programme consists of a combination of endurance/interval training, resistance training, training
of specific skills and breathing exercises. There will be 2 supervised and 1 unsupervised training sessions per week.
170
Reducing exacerbations in patients with COPD with physiotherapy (Promotieonderzoek)
The usual care group will receive advice to improve the physical condition according to the national guidelines
Doelstelling en methode
of the Dutch College of General Practitioners (NHG). In both groups there will be measurements at baseline, at 3
Objective: This study aims to investigate the potential of guideline driven physiotherapy treatment as a supportive
months and at 12 months.
measure to postpone or prevent acute exacerbations in COPD patients. So, the primary research question is: “What
Main study parameters/endpoints: Primary outcome measure will be the functional exercise capacity measured by
is the efficacy of adding physiotherapy treatment to usual care on exacerbation frequency, duration and severity in
the increase in 6MWD at 3 months compared to baseline. Secondary outcome measures will be the functional exer-
COPD patients who have recently experienced a COPD exacerbation?”. Secondary research questions are: “What is
cise capacity measured by the increase in 6MWD at 12 months compared to baseline, peripheral muscle strength
the effect of physiotherapy treatment on health status and quality of life in COPD patients who have recently expe-
(measured with a handheld dynamometer), physical activity (assessed by a pedometer and a physical activity diary),
rienced an exacerbation?” and “What is the cost-effectiveness of adding physiotherapy treatment to usual care on
specific health related quality of life (assessed by questionnaires), dyspnea (MRC-scale) and global perceived effect
exacerbations and hospitalisation of COPD patients who have recently experienced a COPD exacerbation?”.
of the treatment according to the patients (measured on a GPE scale). There will also be some exploratory outcome
Study design: A cohort-nested, prospective, randomised, controlled trial with a 2-year follow-up will be started to
measures, for example lung function, general health status, motivation and some safety and feasibility parameters.
assess the efficacy and cost-effectiveness of physiotherapy treatment in patients who recently experienced a COPD
Type onderzoek
: toegepast klinisch
exacerbation.
Promotieonderzoek
: ja
Study population: COPD patients in GOLD stage 2, 3 or 4 (post-b.d. FEV1<60%), above 18 years of age, suffering
Verantwoordelijk projectleider
: Dr. J. Muris, huisarts/ senior-onderzoeker
from a recent exacerbation will be invited to participate in the study.
Naam contactpersoon
: Drs. Annemieke Fastenau
Intervention: Physiotherapy according to the latest KNGF guideline physiotherapy in COPD patients (2008) will be
E-mail contactpersoon
: [email protected]
compared to usual care. Participants from the experimental group will receive care as usual as provided by their
Naam instelling
: Universiteit Maastricht, Research school CAPHRI
general practitioner and / or pulmonologist, controlled by their physiotherapist, combined with evidence based phy-
Looptijd onderzoek
: 2009 - 2012
siotherapy. The usual care will be delivered according to standard of the Dutch college of general practitioners (NHG
Samenwerkingspartners
:U
niversiteit Maastricht, capgroepem
Huisartsgeneeskunde en Epidemiologie;
standard, 2007). Participants from the control group receive care as usual as provided by their general practitioner
Regionale huisartsen- en fysiotherapieorganisaties; KU Leuven, Dept. of Kinesio-
and / or pulmonologist, but also controlled by their physiotherapist (according to NHG standard, 2007). Both groups
logy and Rehab. Sciences.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
171
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
OPTÉMA, Opschaling van een op télemedicinze en disease management gebaseerde innovatieve COPD interventie
Activiteitenmonitoring bij Patiënten met Chronisch Orgaanfalen (promotieonderzoek)
(Promotieonderzoek)
Doelstelling en methode
Doelstelling en methode
Fysieke activiteit is een belangrijke determinant van gezondheid. Informatie over activiteiten patronen en de inten-
Dit project beoogt de fysieke activiteit, en uiteindelijke de gezondheid van mensen met COPD te bevorderen door
siteit van de betreffende activiteiten kan waardevolle inzichten verschaffen in beperkingen in het dagelijks leven.
de implementatie te bevorderen van een gespecialiseerd elektronisch patiëntendossier(EPD) in combinatie met een
Tevens kan het richting geven aan het revalidatieproces van een individu. Dit project richt zich op het bestuderen
objectieve beweegmonitor. In totaal worden 300 fysiotherapeuten uit 15 netwerken in de komende 2 jaar geschoold
van de relatie tussen fysieke activiteit in het dagelijks leven en spierfunctie bij patiënten met chronisch orgaanfalen.
in het gebruik van beide producten. Onderzocht wordt hoe het implementatie proces verloopt bij de fysiotherapeu-
Hiertoe is de CAM (Chronic Activity Monitor) ontwikkeld, waarmee gewichtsdragende en niet gewichtsdragende activi-
ten en COPD patiënten (prospectieve studie). Daarnaast wordt onderzocht wat er gebeurt met het niveau van fysieke
teiten tijden het dagelijks leven onderscheiden kunnen worden.
activiteit van COPD patiënten als ze behandeld worden volgens de KNGF richtlijn COPD, die is verwerkt in het EPD
Type onderzoek
: strategisch
en objectieve feedback wordt verkregen op diverse momenten over de het actuele niveau van (in-)activiteit.
Promotieonderzoek
: ja
Type onderzoek
: (landelijke) implementatie
Verantwoordelijk projectleider
: Dr Kenneth Meijer, Universitair docent
Promotieonderzoek
: ja
Naam contactpersoon
: Kenneth Meijer
Verantwoordelijk projectleider
: Prof.dr. R de Bie, Hoogleraar
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Naam contactpersoon
: I. Mesters
Naam instelling
: Maastricht University Medical Centre
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Looptijd onderzoek
: 01-01-2008 tot en met 31-12-2011
Naam instelling
: Universiteit Maastricht
Samenwerkingspartners
:C
IRO, expertisecentrum voor chronisch orgaanfalen, Pulmonologie MUMC+ en
Looptijd onderzoek
: 01-04-2010 tot en met 01-04-2012
Samenwerkingspartners
: Fastguide en McRoberts
4
MUMC- MOVE (www.mumcmove.nl)
YouR Action: Development and evaluation of interventions to promote moderate to vigorous PA in adolescents, tail-
Amputees and Sport: program development in order to increase amputee’s sport participation ( promotieonderzoek)
ored to personal motivations and environmental opportunities (promotieonderzoek)
Doelstelling en methode
Doelstelling en methode
Amputees experience a decrease in mobility and overall physical fitness. In general, sport participation is important in
Doel van de studie is om een interventie (YouRAction) te ontwikkelen en evalueren om beweeg- en sportgedrag bij
maintaining physical fitness. Health organizations world wide recommend a minimum period of 30 min/day of physical
jongeren te verbeteren. De interventie betreft een webbased advies-op-maat interventie, waarbij op zowel individu-
activity. Sport participation within amputees varies between 60 to 30% of the population. Influencing factors of this
ele (bijv. attitude, eigen effectiviteit, bewustzijn gedrag) als omgevingsfactoren (bijv. bewustzijn van mogelijkheden
participation were found to be age, etiology and amputation level. Still, evidence is still scarce and inconcludent. Fur-
om te bewegen/sporten) wordt geïntervenieerd. In de cluster randomized controlled trial (klas) worden twee versie
thermore, no valid training program especially developed for amputees was found.
YouRAction (één waarbij alleen geïntervenieerd wordt op de individuele factoren, en één waarbij op zowel omgeving
The present project started out with a systematic review on the topic of amputees and sports, and the following asso-
als individuele factoren wordt geïntervenieerd) vergeleken met een statische website met informatie over bewegen
ciations/outcomes were studied: biomechanics characteristics of amputees during sport participation, cardio-pulmona-
en voeding op baseline, 1 maand na interventie gebruik en 6 maanden na interventiegebruik. Leerlingen vullen
ry data, psychology and Quality of Life, Rehabilitation and Functional outcome, Sport injuries, and Prosthetic devices
vragenlijsten in over beweeg- en sportgedrag en cognities ten aanzien van beweeg- en sportgedrag (bijv. attitude, ei-
used in sports. The following steps of the project will consist of a second systematic review of Case reports concer-
gen effectiviteit en bewustzijn). Hoofduitkomstmaat van dit onderzoek is voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond
ning prosthetic devices used in sports, a qualitative study with the main purpose of finding the reasons why amput-
Bewegen. Secundaire uitkomstmaten zijn Body Mass Index, tailleomtrek, objectief gemeten beweeggedrag (m.b.v.
ees do not involve in a greater number in sport. Additionally, a standardised exercise training for amputees will be de-
accelerometers) en cognities ten aanzien van beweeg- en sportgedrag.
veloped. This program is intended for use during the rehabilitation program, while the patient is under direct medical
Type onderzoek
: strategisch
supervision. Patient data will be gathered with respects to their cardio-pulmonary and psychological characteristics.
Promotieonderzoek
: ja
The main goal of the project is to increase sport participation within amputee population in order to increase their
Verantwoordelijk projectleider
: Anke Oenema, Universitair Docent
overall well being.
Naam contactpersoon
: Rick Prins
Type onderzoek
: ontwikkeling
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Promotieonderzoek
: ja
Naam instelling
: Erasmus MC
Verantwoordelijk projectleider
: drs. Mihai (Mike) Bragaru
Looptijd onderzoek
: 01-10-2006 tot en met 01-10-2011
Naam contactpersoon
: Mihai Bragaru
Samenwerkingspartners
: GGD Rotterdam e.o. (academische werkplaats CEPHIR)
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Naam instelling
: University Medical Center Groningen, Center for Rehabilitation, Graduate School for
Looptijd onderzoek
: september 2008 tot en met september 2012
Health Research SHARE , Groningen
172
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
173
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
Categorie: Overig
Verantwoordelijk projectleider
: Janine Stubbe, Onderzoeker
Naam contactpersoon
: Jasper Stege
The role of satellite cells in skeletal muscle hypertrophy of senescent muscle (promotieonderzoek)
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Doelstelling en methode
Naam instelling
: 1 TNO Kwaliteit van Leven, Afdeling Gezondheidsbevordering, Leiden, Nederland
Aging is accompanied by a progressive loss of skeletal muscle mass and strength, leading to the loss of functional
4
2 Body@Work, Research Center on Physical Activity, Work and Health, TNO-VU
capacity and an increased risk of developing chronic metabolic diseases. On a muscle fiber level, the loss of mus-
University Medical Centre, Amsterdam, The Netherlands
cle mass with aging is attributed to a reduction in muscle fiber number and size, with specific type II muscle fiber
3 EMGO Instituut, Afdeling Sociale Geneeskune, VU medisch centrum, Amsterdam
atrophy. We have recently shown that the specific reduction in type II muscle fiber size is accompanied by a fiber
Looptijd onderzoek
: 2009 tot en met 2013
type-specific decline in skeletal muscle stem cell content. Skeletal muscle stem cells, also known as satellite cells
Samenwerkingspartners
: TNO Kwaliteit van Leven, VU Medisch Centrum, Body@Work
are essential in muscle fiber maintenance, repair and growth. A decline in SC content and/or their ability to activate,
proliferate, and differentiate upon stimuli might represent a key factor in the etiology of the age-related loss of mus-
Samenwerking tussen orthopedie en sportgeneeskunde op lokaal niveau
cle mass and strength. The aim of this project is to elucidate the proposed role of skeletal muscle SC content and
Doelstelling en methode
function in muscle atrophy and exercise-induced muscle hypertrophy in the elderly. The first experiment in this PhD-
Observationeel retrospectief onderzoek naar de effectiviteit en efficiency van verwijzing tussen het orthopedisch
project will test our hypothesis that exercise induced changes in SC content and activation status following a single
specialisme en de sportgeneeskunde (in beide richtingen) met mogelijke implicaties voor protocollering bij bepaalde
bout of exercise are attenuated in the elderly when compared with the young (Experiment 1). In a second study we
patiëntengroepen.
will test our hypothesis that a decline in SC content and activation status could be, at least partly, attributed to
Type onderzoek
: (landelijke) implementatie
muscle disuse (Experiment 2). Thereafter, we will test our hypothesis that prolonged resistance type exercise training
Promotieonderzoek
: nee
reverses the decline in muscle fiber SC content and activation status (Experiment 3). Furthermore, we will study to
Verantwoordelijk projectleider
: M.A.M. Alsemgeest, sportarts
what extent SC content and activation status prior to exercise training are predictive of the skeletal muscle adaptive
Naam contactpersoon
: M.A.M Alsemgeest
response to long-term exercise intervention in an elderly population (Experiment 3).
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Type onderzoek
: fundamenteel
Naam instelling
: SMA Midden Holland, Groene Hart Ziekenhuis, Gouda
Promotieonderzoek
: ja
Looptijd onderzoek
: september 2010 tot en met 2011
Verantwoordelijk projectleider
: Prof. Dr. L.J.C. van Loon, Hoogleraar
Samenwerkingspartners
: afdeling orthopedie, Groene Hart Ziekenhuis, Gouda
Naam contactpersoon
: T. Snijders
E-mail contactpersoon
: [email protected]
Systematische review naar de kwaliteit van de beschikbare vragenlijsten in het management van
Naam instelling
: Human movement sciences, Maastricht University Medical Centre+
heup arthroscopieën
Looptijd onderzoek
: 03-2010 tot en met 03-2014
Doelstelling en methode
Samenwerkingspartners
: MUMC+,NUTRIM, Caphri
De doelstelling van dit onderzoek is om een literatuurstudie uit te voeren naar de kwaliteit van de vragenlijsten die
gebruikt worden in het management van heup arthroscopieën. Hiervoor zijn verschillende databases doorzocht, arti-
Epidemiologie en etiologie van blessures in het betaalde voetbal (promotieonderzoek)
kelen geselecteerd en beoordeeld door 2 reviewers. Data zullen weergegeven worden in tabellen en verwerkt worden
Doelstelling en methode
in een systematische review.
In Nederland raken gemiddeld 1,5 miljoen sporters per jaar geblesseerd. In absolute zin ontstaan de meeste blessu-
Type onderzoek
: strategisch
res tijdens veldvoetbal, namelijk 410.000 per jaar. In Nederland is voetbal de sport met de grootste participatiegraad
Promotieonderzoek
: nee
met ruim 1,1 miljoen voetballers, waarvan ca. 900 spelers een profcontract hebben. Er zijn grote verschillen waar te
Verantwoordelijk projectleider
: M. Tijssen Bewegingswetenschapper/Fysiotherapeute
nemen in incidentiecijfers van blessures in het profvoetbal. Dit kan verklaard worden door verschillende blessurede-
Naam contactpersoon
: M. Tijssen
finities, de wijze van dataverzameling en de doelgroep. Er is om meerdere redenen meer inzicht nodig in risicofac-
E-mail contactpersoon
: [email protected]
toren die gepaard gaan met het ontstaan van blessures. Ten eerste is er nog maar weinig grootschalig onderzoek
Naam instelling
: Afdeling Sportgeneeskunde, Meander Medisch Centrum, lokatie Baarn
binnen één nationale competitie van profvoetballers uitgevoerd dat voldoet aan de richtlijnen van het consensus-
Looptijd onderzoek
: augustus 2010 tot en met oktober 2010
statement van de FIFA. Ten tweede heeft internationaal onderzoek zich voornamelijk gericht op de incidentie en
Samenwerkingspartners
:D
r. Visser, Rijnstate Ziekenhuis Arnhem Dr. R. van Cingel, Sport Medisch Centrum
prevalentie van voetbalblessures, er ontbreken essentiële gegevens om de risicofactoren en ontstaansmechanismen
Papendal
bij geblesseerde spelers te duiden. Ten derde is tot op heden niet gekeken naar de kenmerken van de voetbalclub
als risicofactor voor het ontstaan van sportblessures. Ten vierde richt internationaal onderzoek zich tot op heden
met name op het registreren van blessures, het herstel en de expositie, terwijl van de revalidatiefase (de fase tussen
ontstaan van de blessures en het herstel) geen gegevens worden vastgelegd. Doelstelling van het huidige onderzoek
is om meer inzicht te krijgen in de omvang, aard, oorzaken en behandeling van.
174
Type onderzoek
: toegepast klinisch, strategisch
Promotieonderzoek
: ja
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
175
4
Wetenschap en onderwijs
Gehanteerde definities
Wetenschap en onderwijs
Ontwikkeling
Activiteiten gericht op ontwikkeling van vernieuwingen
Sportgeneeskunde
in de praktijk en proeftoepassingen die vervolg geven
Sportgeneeskunde is het medisch specialisme dat zich
aan op eerder onderzoek gebaseerde kennis of ‘best
richt op het bevorderen, waarborgen en herstellen van
practice’. Deze projecten gaan altijd gepaard met evalua-
de gezondheid van (potentiële) deelnemers aan sport en
tieonderzoek. Er is, anders dan bij de hierna genoemde
sportieve activiteiten. Ook richt het zich op het bevor-
(landelijke) implementatieprojecten, sprake van proef-
deren, waarborgen en herstellen van de gezondheid
projecten in een beperkte praktijkomgeving.
4
4.3
Promoties sportartsen
van mensen met chronische aandoeningen door sport
en bewegen. Bij beide wordt duidelijk rekening gehou-
(Landelijke) Implementatie
den met de sportspecifieke belasting en belastbaarheid.
Activiteiten en projecten gericht op begeleide, planma-
(vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering van de
tige en systematische verspreiding en invoering van
VSG, 2004)
een vernieuwing van bewezen waarde in de praktijk (op
De onderstaande definities van de drie typen onderzoek
basis van ‘evidence’ of ‘best practice’), met als beoogd
zijn in navolging van de definities die de nationale onderzoeksorganisaties KNAW, NWO, RGO, VSNU daarover
resultaat een brede invoering (uiteindelijk algemene,
G.M.E. Janssen
Marathon running; Functional changes
in male and female volunteers during
training and contests
G.C. van Enst
De ontwikkeling van een selectiemethode
in het periodiek preventief sportmedisch
onderzoek
landelijke toepassing).
Universiteit Maastricht, 1988
Universiteit van Amsterdam, 1990
G.M.E. Janssen heeft gedurende een trainingsperiode
In de zeventiger jaren was er sprake van een toene-
van 20 maanden, waarin achtereenvolgens in wedstrijd-
mend aantal verplichte sportkeuringen, waarbij de vraag
Fundamenteel onderzoek
verband afstanden van 15, 25 en 42 km (marathon)
ontstond of het noodzakelijk was om een keuring altijd
Onderzoek waarvan de vraagstelling voornamelijk wordt
werden gelopen, 114 ongetrainde proefpersonen onder
door een arts te laten verrichten. G.C. van Enst onder-
bepaald door wetenschapsinterne motieven en dat pri-
gestandaardiseerde omstandigheden getraind en getest.
zocht of het mogelijk was om door middel van een
mair is gericht op kennisvermeerdering. Het betreft in
De testperiodes waren zodanig rond de wedstrijden ge-
selectiemethode (het periodiek preventief sportmedisch
het algemeen langetermijn onderzoek.
pland dat eenmaal voor en tweemaal na de betreffende
onderzoek, PSMO) de gekeurde sporters in twee groe-
wedstrijdafstand inspanningsfysiologisch is getest. Het
pen te verdelen, één die wel en één die niet door een
Strategisch onderzoek
herstel kon worden vastgesteld door de testresultaten
arts moest worden gezien. De studie bestond uit het
Onderzoek waarbij de concrete vraagstelling kan zijn
na de wedstrijd te vergelijken met de testresultaten voor
onderzoeken van 96 sporters met behulp van vragenlijs-
bepaald door motieven van wetenschapsinterne aard,
de wedstrijd.
ten, een biometrisch onderzoek door een fysiotherapeut
hebben afgesproken.
en een standaard onderzoek door een sportarts. Omdat
maar dat is georiënteerd op praktische toepassing, of
176
verricht wordt vanuit een meer algemeen geformuleerd,
Het theoretische kader dat is gebruikt is het model
bij vrijwel elke sporter één of meerdere sportrelevante
aan de klinische dan wel maatschappelijke praktijk
belasting-belastbaarheid. Middels katabole chemische
afwijkingen werden gevonden, werden de sporters ver-
ontleend, praktisch probleem. Een bijzondere vorm van
processen wordt de benodigde mechanische energie ge-
volgens in groepen ingedeeld op basis van een meer
strategisch onderzoek, waar recent meer aandacht voor
leverd. Deze katabole toestand veroorzaakt in eerste in-
of mindere noodzaak van een keuring. Vervolgens werd
wordt gevraagd, is het translationele onderzoek. Dat
stantie een verstoring van de homeostase, die in tweede
gezocht naar een combinatie van factoren op basis
begrip wordt vooral gehanteerd voor onderzoek op het
instantie middels anabole processen aanleiding zal
waarvan een betrouwbare selectie kon worden gemaakt.
grensgebied van fundamenteel onderzoek en klinisch
geven tot herstel en structurele en functionele adaptatie
De conclusie van het proefschrift was dat over de
onderzoek. Strategisch onderzoek betreft in het alge-
(het trainingseffect) in het menselijk lichaam.
gebruikte selectiemethode geen valide uitspraak kon
meen middellange-termijn onderzoek.
Om een verstoorde balans tussen fysieke belasting en
worden gedaan. Dit werd veroorzaakt door het kleine
belastbaarheid te herkennen is gekeken naar de ‘klas-
aantal deelnemers, de gebruikte methode waarmee de
Toegepast onderzoek
sieke’ inspanningsfysiologische variabelen alsmede
afwijkingen werden vastgesteld en het ontbreken van
Onderzoek waarvan de vraagstelling voortvloeit uit een
naar een groot aantal biochemische, morfologische en
een keuringsconsensus. Wel werd vastgesteld dat de
specifiek concreet probleem, met als doel praktische
hormonale variabelen uit bloedonderzoek en spierbiop-
gebruikte selectiemethode een goed hulpmiddel kan zijn
toepassing. Het betreft in het algemeen kortetermijn
sieën. Uit de grote hoeveelheid gegevens blijkt o.a. dat
bij het geven van een verantwoord sportadvies.
onderzoek.
er een relatie is tussen de daling van CP-concentratie in
De onderstaande begrippen zijn gedefinieerd volgens de
de spier direct na een marathon en de testprestatie 3
invulling die ZonMw eraan geeft.
dagen hierna. Belangrijk is de conclusie dat de bereikte
M.B. van Doorn
Dynamic exercise in human pregnancy
trainingsadaptatie individueel beoordeeld moet worden
Erasmus Universiteit Rotterdam, 1991
om overbelasting te vermijden.
Tot begin jaren negentig werden zwangere vrouwen
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
177
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
geadviseerd terughoudend te zijn met sportbeoefe-
veelvuldig springen alsmede jeugdigen die zeer frequent
gedrag en spelregelkennis prioriteit heeft als primaire
met een controlegroep sporters zonder klachten. Met
ning. Het effect van inspanning op de zwangerschap
sporten een verhoogde blessurekans geven.
preventie van blessures.
name gespecialiseerd Echo-doppler onderzoek en de
was tot dusver alleen op proefdieren onderzocht. In dit
Een experimenteel onderzoek bij 471 leerlingen van
proefschrift wordt een onderzoek beschreven naar de
12 tot 18 jaar, waarbij gedurende 4 maanden prakti-
fysiologische aanpassing van gezonde vrouwen met een
sche en theoretische vaardigheden werden aangeleerd
ongecompliceerd verlopende zwangerschap op maxi-
meest sensitief. MRA toonde een afknikking van de ge-
tijdens lessen biologie en lichamelijke opvoeding, gaf
male inspanningstesten op de loopband en op de fiets
een verbetering van kennis omtrent blessurepreventie.
Rijksuniversiteit Leiden, 1998
efficiënt was.
tijdens de 16e, de 25e en de 35e week van de zwanger-
Tevens bleek deze verbetering in kennis een - weliswaar
Naar aanleiding van de onrust over het sporthart werd in
De pathologie bleek te bestaan uit een afknikking van
schap en 7 weken na de bevalling.
geringe - verbetering van attitude en blessure-incidentie
dit proefschrift de verschillen tussen het pathologisch ver-
de bekkenslagader door een fixatie via een zijtakje aan
De resultaten lieten zien dat zwangerschap geen duide-
te bewerkstelligen.
grote hart en het vergrote hart van een sporter, alsmede
de heupbuikspier, door verbindweefseling ter plaatse of,
lijk effect heeft op het maximale vermogen. De maximale
Naar aanleiding van deze onderzoeken wordt gepleit
de verschillen tussen kracht- en duursporters onderzocht.
zelden, door een te lange slagader.
zuurstofopname en de maximale hartfrequentie veran-
voor een meersporenbeleid via scholen, media en
Hierbij werd gebruik gemaakt van magnetische resonantie
Naast de mogelijkheid van vaatreconstructie, werd ook
deren niet of nauwelijks en de tijdens de zwangerschap
sportverenigingen. Daarnaast wordt aanbevolen meer
imaging (MRI) en spectroscopie (MRS), 2-dimensionale
gekeken naar een alternatieve behandeling door het op-
bestaande hyperventilatie blijft tijdens maximale inspan-
aandacht te hebben voor technische en organisatorische
echocardiografische oppervlakte- lengte methoden en één
heffen van de fixatie door het losmaken van de gemeen-
ning bestaan. Het moederlijke inspannings-ECG werd
maatregelen.
dimensionale M-mode echocardiografie.
schappelijke bekkenslagader en de beentak. Bij 20 van
niet beïnvloed door de zwangerschap. De bloeddruk-
De conclusie van het proefschrift is dat verplicht gebruik
Bij het opmeten van het hart bleek dat van de echogra-
de 23 patiënten werd post-operatief zowel een subjec-
waarden in rust waren bij 16 en 25 weken zwangerschap
van beschermende maatregelen en spelregelwijzigingen
fische methodes, de methode volgens de American Soci-
tieve als objectieve verbetering gevonden.
iets lager dan in het derde trimester en na de bevalling.
vermoedelijk meer effect hebben dan voorlichting en
ety of Echocardiography het nauwkeurigste was. MRI en
De conclusie van het proefschrift is dat functionele
De bloeddrukrespons op inspanning werd niet door de
opvoeding aangaande blessurepreventie.
MRS lieten zien dat er sprake was van linker ventrikel-
vaatafklemming vaak (te) laat wordt herkend, maar mits
hypertrofie, echter zonder pathologische veranderingen
herkend goed behandelbaar is.
meenschappelijke bekkenslagader beter aan dan Echodoppler, terwijl Echo-doppler bij de beentak het meest
in vorm, functie of hoog-energetisch fosfaat metabo-
patroon bleef echter onveranderd. Na maximale inspan-
H. Inklaar
The epidemiology of soccer injuries in
a new perspective
ning was de contractiliteit van de uterus licht verhoogd
Universiteit Utrecht, 1995
hebben doorgaans een groter hart, terwijl krachtspor-
A.R. Hoogeveen
The lactate and ventilatory response to
exercise in endurance athletes
zonder dat er echte weeën ontstonden.
Voetbal is in Nederland de meest populaire tak van
ters een dikker hart hebben. Het verschil is echter niet
Universiteit Maastricht, 2001
De conclusie van het proefschrift was dat inspanning
sport. Dit heeft als gevolg dat blessurepreventie bij
zo groot dat een atleet op basis hiervan als duur- of
Lactaat kan in potentie veel bijdragen aan het geven
tijdens de zwangerschap niet schadelijk is voor de ge-
deze sport sterk in de belangstelling staat. In dit proef-
krachtsporter geclassificeerd kan worden.
van trainingsadviezen voor topsporters. Tot nu toe
zonde moeder en foetus.
schrift werd onderzocht wat begin jaren negentig in de
De conclusie van het proefschrift is dat het sporthart
ontbrak het echter aan duidelijke definities en interpre-
de de foetale hartfrequentie 4 slagen per minuut, waarschijnlijk door de verhoogde lichaamstemperatuur, het
178
enkel – arm bloeddruk na een inspanningstest was het
B.M. Pluim
The athlete’s heart; a physiological or a
pathological phenomenon?
zwangerschap veranderd. Maximale inspanning verhoog-
lisme. Er werd geen relatie gevonden tussen de mate
van hypertrofie en hartritme variabiliteit. Duursporters
literatuur bekend was over de incidentie, etiologie en
vooral een fysiologisch fenomeen en geen duidelijk pa-
taties. In dit proefschrift wordt een overzicht gegeven
Frank Backx
Sports injuries in youth; etiology and
prevention
preventie van blessures. Vervolgens werd onderzocht
thologisch fenomeen is. Men zal echter wel alert moeten
van de relatie tussen lactaat en de ventilatoire respons,
welke factoren bepalend zijn voor het krijgen van een
zijn op uitzonderlijke gevallen van linker ventrikelhyper-
waarbij de theorie wordt getoetst aan de praktijk.
blessure.
trofie en ECG-afwijkingen.
Bij competitie- en elite wielrenners werd het lactaat
Universiteit Utrecht, 1991
Het onderzoek werd verricht bij twee amateurvoetbal-
Dit proefschrift presenteert en bespreekt observationeel
verenigingen. Aangetoond werd dat de kans op een
en experimenteel onderzoek met betrekking tot ontstaan
blessure het sterkst afhankelijk was van het spelniveau
en preventie van sportblessures bij jeugdigen.
van het team waarin de voetballer speelt. Ook de ernst
Het beschrijvende, epidemiologische onderzoek bestaat
en de vorm van de blessure waren aan het spelniveau
uit een transversaal onderzoek bij 7648 leerlingen van
bepaald, de ventilatoire respons gemeten en werd de
VO2-kinetiek in kaart gebracht. Hierbij werd geconclu-
gerelateerd.
G. Schep
Functional vascular problems in the iliac
arteries in endurance athletes. A new
concept to explain flow limitations:
diagnosis and treatment.
8 tot 17 jaar en een longitudinaal onderzoek bij een
In vervolg hierop werd onderzocht welke blessures bij
Universiteit Utrecht, 2001
Daarnaast was de snelle zuurstofopname bij het star-
representatieve groep uit deze populatie. Retrospectief
de sportmedische afdeling van de KNVB werden gepre-
In dit proefschrift wordt het fenomeen van vaatafklem-
ten van een blokbelasting tekenend voor een goede
werd over een periode van 6 weken een incidentie van
senteerd. Uit dit onderzoek bleek dat knie- en enkeldis-
ming bij sporters onderzocht naar aanleiding van een
duurconditie. Bij sporters in wedstrijdvorm kan er zelfs
10,6 per 100 leerlingen gemeten, waarvan 31% leidde
torsies en tendopathieën van de bovenbeenmusculatuur
wielrenner met onverklaarde claudicatio klachten. Het
sprake zijn van een zogenaamde O2-overshoot. Verder
tot consultatie van een arts, 36% resulteerde in verzuim
het meest problematisch zijn. Hoe spelers uiteindelijk
proefschrift bespreekt de diagnose, pathologie en be-
wordt er een relatie gevonden tussen het grote aantal
van lessen lichamelijke opvoeding en 6% verzuim van
met blessures omgingen was afhankelijk van het belang
handeling.
trainingsjaren en een toegenomen efficiëntie van de
minstens een hele schooldag veroorzaakte. Middels lon-
en het karakter van de wedstrijd.
Naar aanleiding van een case-serie werd onderzocht wat
duurinspanning, met minder zuurstofopname en kooldi-
gitudinaal onderzoek bij een representatieve subgroep
De conclusie van het proefschrift was dat vooral bewust-
de meest ideale combinatie van diagnostische tests is.
oxideafgifte als gevolg.
blijkt dat zaalsporten, contactsporten en sporten met
wording van spelers en trainers ten aanzien van sportief
Hierbij werd ook gebruik gemaakt van een vergelijking
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
4
deerd dat een enkele lactaatmeting onvoldoende is en
de ventilatoire respons een beter beeld geeft van het
prestatievermogen.
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
179
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
F. Hartgens
Androgenic-anabolic steroid use in
strength athlethes; effects on body
compensition and cardiovasculair system
(top)sporters. In dit proefschrift werd de etiologie, diag-
de krachten in de knie berekend tijdens strekkingen van
mer 1 in de westerse wereld. Diagnose van verschillende
nosemethode en arthroscopische behandeling van deze
het hele been in verschillende houdingen. Geconclu-
stadia van atherosclerose is van belang voor adequate
klacht onderzocht.
deerd werd dat VKBpatiënten niet selectief een lagere
behandeling.
Een kadaver- en veldstudie onderschreven niet de
schuif- of compressiekracht produceerden, maar een la-
De samenstelling van de vetafzetting (plaque) blijkt het
Universiteit Maastricht, 2001
vroegere hypothese dat repeterende tractie aan het ge-
gere totale kracht. Opvallend was verder de grote inter-
risico op scheuring van de plaque te bepalen. Een groot
In dit proefschrift werden de effecten van het gebruik
wrichtskapsel een oorzaak zou zijn. Wel was er een cor-
individuele variatie in peeshoeken. Dit suggereert dat de
vetmeer, een dunne bedekkende bindweefsellaag, veel
van androgene-anabole steroïden (AAS) op lichaams-
relatie met de schietbeweging en plaats van de voetbal
hoeveelheid schuifkracht die wordt geproduceerd en de
macrofagen (alles etende cellen van belang voor de
samenstelling en het hart- en vaatstelsel onderzocht bij
op de voet, waarmee de hypothese wordt ondersteund
potentie om schuifkrachten tegen te gaan erg persoons-
afweer) in de schouderregio van de plaque en bloeding
krachtsporters . Hiertoe werden twee studies verricht.
dat de osteofytvorming het gevolg is van repeterende
afhankelijk is.
uit vaatjes in de plaque zijn karakteristieken van een
In studie 1 werden 16 krachtsporters onderzocht in een
(micro)traumata.
dubbelblinde placebogecontroleerde studie die gedu-
In het tweede deel van het proefschrift wordt onderzoek
gedaan naar röntgenopnamen bij zowel kadavers als
S. Praet
Exercise therapy in Type 2 diabetes
stelling van de plaque mogelijk, hetgeen met de meest
rende 8 weken 200 mg nandrolon decanoaat of placebo
intramusculair kregen toegediend. In studie 2 werden 35
sporters. De conclusie van dit onderzoek was dat de com-
Universiteit Maastricht, 2007
kransslagaders, niet mogelijk is. Bovendien kunnen met
krachtsporters gevolgd die zelf een “cocktail” van ver-
binatie van laterale röntgenopnamen en een AnteroMedi-
De prevalentie van diabetes mellitus type 2 neemt de
behulp van MR contrastmiddelen die specifiek hechten
schillende AAS in zeer hoge (supratherapeutische) dose-
ale Impingement röntgenopname het betrouwbaarste is.
komende jaren sterk toe. Alhoewel het positieve effect
aan moleculen, moleculaire processen die te maken heb-
ringen hadden samengesteld, zowel gedurende kortdu-
Tenslotte worden twee prospectieve klinische trials
van lichaamsbeweging bij diabetes mellitus inmiddels
ben met destabilisatie van de plaque in beeld gebracht
rend (8 weken) als ook na langduriger (12-16 weken)
beschreven van de behandeling van het syndroom
is vastgesteld, wordt het in de praktijk nog nauwelijks
worden (moleculaire MRI).
gebruik van deze middelen. Zij werden vergeleken met
door middel van een arthroscopische behandeling en
toegepast als behandeling. In dit proefschrift wordt de
krachtsporters die zonder ondersteuning van dopingge-
het effect na twee en na 5 - 8 jaar. Patiënten zonder
haalbaarheid en effectiviteit onderzocht van zowel kor-
In dit proefschrift worden zowel anatomische MRI van
duide middelen trainden.
gewrichtsspleetversmalling en minder dan twee jaar pijn
te-, middellange-, als langetermijn beweeginterventies in
plaques in halsslagaders van humaan autopsiemateriaal
De resultaten toonden dat het gebruik van hoge dose-
voorafgaand aan de behandeling hadden de beste prog-
verschillende subpopulaties diabetespatienten. De acute
als moleculaire MRI van plaques in een muizenmodel
ringen AAS gedurende 8 weken tot meer toename van
nose. Bij patiënten met een gewrichtsspleetsversmalling
effecten op de glucoseregulatie werd mede bepaald
in leven beschreven. Enerzijds werden valkuilen wat
het lichaamsgewicht en de vetvrije massa leidde dan
werd echter geen toename van de gewrichtsspleetsver-
door continue glucose monitoring (CGMS). CGMS blijkt
betreft beeldvorming van macrofagen met USPIO’s en
lage doseringen, terwijl ook de grootte van de spierve-
smalling gezien. In tweederde van de gevallen trad op-
ook van aanvullende waarde om de glucose ontregeling
MRI, anderzijds de mogelijkheid om met moleculaire
zels met circa 12% toenam. Tevens bleek dat langduriger
nieuw osteofytvorming op, echter de tevredenheid van
beter in beeld te brengen .
MRI ( gericht op NGAL en de CB2-receptor met behulp
(12-16 weken) gebruik van AAS niet tot grotere effecten
de patiënten bleef hetzelfde.
gebruikte klinische methode, catheterisatie van de
van micellen) verscheidene stadia van atherosclerose
Het beweeginterventieprogramma richtte zich in eerste
zichtbaar te maken, gedemonstreerd. Implementatie in
instantie op tweedelijns diabetespatiënten die reeds
klinische follow-up studies ten behoeve van evaluatie
complicaties hadden ontwikkeld. Uiteindelijk bleek
van de prognostische waarde van deze moleculaire MRI
AAS hadden geen effect op echocardiografisch bepaalde
een programma bestaande uit krachttraining en hoog
technieken kan pas volgen na verdere studies naar ver-
hartgrootte en –functie, onafhankelijk van de doseringen
Vrije Universiteit Amsterdam, 2006
intensieve intervaltraining een daling van bloeddruk en
deling van het MR contrastmiddel gebaseerd op lipiden
en van het soort middelen die toegediend werden. Wel
In dit proefschrift worden enkele studies beschreven
HbA1c te geven, terwijl de fitheid en spierkracht met
in het menselijk lichaam na injectie via de bloedbaan,
leidde toediening van hogere doseringen AAS tot ern-
waarin de coördinatiepatronen en de schuifkrachten in
gemiddeld 15% toenam.
uitwassing uit de bloedbaan en toxiciteit.
stige verstoring van de vetstatus (o.a. cholesterol) in het
de knie worden bestudeerd na een voorste kruisband
In vervolgonderzoek werd bij een eerstelijns diabetespo-
bloed, hetgeen een verhoogd atherogeen risico inhoudt.
(VKB) ruptuur.
pulatie de effectiviteit van een sportief wandelprogram-
Bij de personen die langduriger AAS gebruikten waren
In twee verschillende studies werd aangetoond dat
ma vergeleken met medische fitness. Beide programma’s
deze bijwerkingen ernstiger en na stoppen van AAS
patiënten in sommige situaties een lager kniemoment
bleken na één een jaar gemiddeld even effectief qua
J. Zwerver, sportarts
Patellar Tendinopathy; Prevalence,
ESWT treatment and evaluation
gebruik duurde het herstel van de ontregelde vetstatus
leverden en in condities met kleinere kniehoeken meer
bloeddruk en bloedglucoseregulatie. Ondanks een
Universitair Medisch Centrum Groningen, 2010
langer dan bij kortdurende toediening.
co-contractie vertoonden (gelijktijdig aanspannen van
deskundige begeleiding viel 60% na een jaar uit en dit
De patellatendinopathie (“jumper’s knee”) is een bij
knie-extensoren en flexoren), echter niet wanneer er een
bleek voor de helft terug te voeren op overbelastings-
topsporters veel voorkomende overbelastingsblessure
H. Tol
Etiology, diagnosis and arthroscopic
treatment of the anterior ankle
impingement syndrome
geïsoleerde schuifkracht op de knie werd gelegd.
klachten van het bewegingsapparaat.
van de patellapees, die de carrière van een sporter sterk
Universiteit van Amsterdam, 2003
Het anterieur enkel impingement syndroom (footballer’s
ankle) is een oorzaak van chronische enkelklachten bij
weken) gebruik. Nandrolon decanoaat als monotherapie
had geen effect op de spiervezelgrootte.
180
hoog-risico plaque. Met MRI is bepaling van de samen-
S. van Berkel, sportarts
Knees in Need. Neuromuscular control of
the ACL deficient knee
op de lichaamssamenstelling leidde dan kortdurend (8
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
negatief kan beïnvloeden. Uit dit proefschrift blijkt dat
Met behulp van MRI werden de peesrichtingen van de
ook bij niet-topsporters de patellatendinopathie fre-
tot een afname van de voorwaartse afschuifkracht in
B. te Boekhorst
MRI of Atherosclerosis; Magnetische
Resonantie Imaging van Atherosclerose
kniehoeken tussen 0° en 30°. De peesrichtingen werden
Universiteit Utrecht, 2010
tende sporten zoals basketbal en volleybal, ondergrond,
gebruikt in een EMG-gestuurd model. Hiermee werden
Atherosclerose (aderverkalking) is doodsoorzaak num-
leeftijd, lengte en gewicht zijn mogelijke risicofactoren
pezen rond de knie bepaald. Deze studie liet zien dat
het onwaarschijnlijk is dat co-contractie direct leidt
4
quent voorkomt en dat mannelijke atleten twee maal zo
vaak aangedaan zijn als vrouwelijke atleten. Kniebelas-
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
181
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
voor deze lastig te behandelen peesblessure. Zowel
Tendinopathie wordt echografisch gekarakteriseerd
chronische Achillespeesklachten een excentrisch oefen-
kunnen worden gericht op de beoordeling van de waar-
conservatieve als chirurgische behandeling zijn namelijk
door een verminderde organisatie van de structuur van
programma geadviseerd. Dit is een programma waarbij
de van een verbetering aan peesstructuur en de relatie
vaak niet succesvol.
het peesweefsel. De peesbundels zijn in dat geval niet
patiënten vanuit tenenstand met de hiel doorzakken tot
tot de symptomen op lange termijn. Het is onbekend of
Op grond van een literatuurstudie lijkt ESWT (Extraco-
meer goed gerangschikt in één richting. Daarnaast kan
voorbij de voorvoet. Het programma duurt 12 weken
patiënten die een verbetering aan peesstructuur na be-
rporele ShockWave Therapie) een veilige en veelbelo-
met een echo de bloeddoorstroming worden waarge-
lang en de patiënten krijgen instructies om 180 herha-
handeling ook later minder kans hebben op een recidief
vende behandeling voor sporters met een chronische
nomen. In het geval van tendinopathie wordt frequent
lingen per dag uit te voeren, tegen de pijn in. Inmiddels
van de blessure. Daarnaast is er interesse ontstaan voor
patellatendinopathie. In dit proefschrift worden de
een verhoogde doorbloeding van de pees waargenomen
is bekend dat ongeveer 50-60% van de patiënten beter
het bestuderen van het klinische effect van de excentri-
resultaten van de TOPGAME-studie (acroniem voor Ten-
(neovascularisatie). De ontstaanswijze van deze neovas-
wordt na deze oefeningen. Het doel van onze onderzoek
sche oefentherapie, met betrekking tot de voorgeschre-
dinopathy of Patella Groningen Amsterdam Maastricht
cularisatie is vooralsnog onduidelijk, mogelijk duidt het
was om te evalueren of er waarde is van toegevoegde
ven dosering van de oefeningen. De vraag is of een
ESWT) beschreven, een gerandomiseerde gecontroleerde
op een falend herstelproces. Tot voor kort was onbe-
behandelingen aan deze ‘usual care’.
zwaar oefenprogramma, zoals voorgeschreven volgens
multicenter trial naar de effectiviteit van ESWT bij nog
kend wat voor waarde de artsen kunnen hechten aan
In Nederland wordt niet zelden een spalk behandeling
de huidige richtlijn, noodzakelijk is. Tenslotte is het van
actief sportende basketballers, handballers en volleybal-
een echografisch onderzoek bij deze patiëntengroep.
voorgeschreven voor klachten van het bewegingsap-
nut om te bepalen wat de meest effectieve therapie is
lers met een patellatendinopathie, met korter dan een
Het doel van onze onderzoeken was om te bepalen of
paraat. Een nachtspalk heeft in eerdere onderzoeken
bij patiënten die niet reageren op excentrische oefenthe-
jaar bestaande symptomen. Als specifieke evaluatieme-
de echografische metingen met een goede betrouwbaar-
positieve effecten laten zien bij de behandeling van
rapie. Deze kennis zal meer inzicht geven in de exacte
thodes worden onder meer een nieuw ontwikkelde en
heid kunnen worden gemeten en om te evalueren of de
hielspoor, een overbelastingsblessure van de voetzool-
waarde van peesstructuur voor verschillende patiënten-
gevalideerde Nederlandse VISA-P vragenlijst en een bio-
uitslag van een echo kan voorspellen wat de uitkomst
spier. Wij hadden de hypothese dat deze spalk ook zou
groepen en het zal uiteindelijk leiden tot effectievere
mechanisch onderzochte kniepeesbelastende functietest
van de behandeling zal zijn.
kunnen werken voor Achillespeesklachten door verlen-
conservatieve behandelmethoden.
ging van de spier-peesovergang, waardoor minder rek
(single leg decline squat) gebruikt. Uit de resultaten van
de TOPGAME-studie moet geconcludeerd worden dat
Echo heeft geen toegevoegde waarde
op de Achillespees plaatsvindt. Het bleek echter dat
bij deze groep actieve sporters met korter dan een jaar
Chronische Achilles tendinopathie leidt veelvuldig tot
deze behandeling geen toegevoegde waarde heeft bij
klachten, het door ons toegepaste ESWT protocol geen
een vermindering van sportactiviteiten en kan zelfs car-
een excentrisch oefenprogramma.
voordelen biedt boven behandeling met placebo-ESWT.
rièrebedreigend zijn voor een sporter. Momenteel is een
In de Verenigde Staten wordt op grote schaal gebruik
Verder onderzoek naar waarom, in welk stadium van
gestandaardiseerd oefenprogramma van 12 weken de
gemaakt van injecties met lichaamseigen groeifacto-
de peesaandoening en volgens welk protocol ESWT het
eerste keuze van behandeling. De huidige conservatieve
ren, verkregen uit autoloog bloed. Door bewerking van
meest effectief is, lijkt daarom nodig.
en chirurgische behandelmethoden leiden niet zelden
dit bloed kan een verhoogde concentratie aan bloed-
tot een onbevredigend resultaat.
plaatjes worden verkregen, ook wel Plaatjes-rijk plasma
R.-J. de Vos
Imaging and Treatment of Chronic
Midportion Achilles Tendinopathy
In dit proefschrift wordt aangetoond dat de echografi-
(PRP) genoemd. Door de veelbelovende effecten van
sche peesstructuur met een hoge betrouwbaarheid kan
PRP is er wereldwijd veel aandacht voor ontstaan bij
worden gemeten met een nieuwe innovatieve techniek,
de behandeling van peesblessures. In een systematisch
Erasmus MC Rotterdam, 2010
die reeds was gevalideerd in de veterinaire genees-
onderzoek van de literatuur hebben we echter gevonden
Geschat wordt dat 30-50% van de sportblessures
kunde. Daarnaast werd gevonden dat de bepaling van
dat er slechts beperkt bewijs is voor het effect van PRP
wordt veroorzaakt door peesaandoeningen. De chroni-
de graad van neovascularisatie ook met een uitstekende
injecties bij de behandeling van chronische tendino-
sche Achillespeesblessure is een frequent voorkomend
betrouwbaarheid kan worden gemeten. Er was een dui-
pathieën. Daarom hebben we een prospectief dubbel-
probleem dat voornamelijk sporters, maar ook inac-
delijk verschil in echografische peesstructuur en neovas-
blind placebo-gecontroleerd gerandomiseerd onderzoek
tieve personen treft. Deze aandoening komt veelal bij
cularisatie tussen gezonde proefpersonen en patiënten
opgezet.
duurlopers voor, maar het wordt ook bij andere sporters
met tendinopathie. Echter, bij vervolgonderzoek bleek
Dit onderzoek heeft aangetoond dat er geen toegevoeg-
gezien. De diagnose wordt gesteld op basis van klinisch
dat de mate van gedesorganiseerde peesstructuur en
de waarde is van een PRP injectie. De resultaten van
onderzoek en momenteel wordt de term chronische
neovascularisatie niet voorspellend is voor de uitkomst
dit onderzoek zijn gepubliceerd in de JAMA, één van de
midportion Achilles tendinopathie geprefereerd bij de
na behandeling. Een patiënt met een slechte peesstruc-
meest toonaangevende wetenschappelijke tijdschriften.
aanwezigheid van langdurige pijn en zwelling in het
tuur en forse neovascularisatie heeft dus niet een slech-
Dit heeft geleid tot grote wereldwijde discussies over
middendeel van de pees, 2-7 cm boven de aanhechting
tere uitkomst na behandeling dan een patiënt zonder
het nut van deze injecties.
op het hielbeen. Daarnaast is er sprake van een ver-
deze echografische afwijkingen. Dit betekent dat het
minderde belastbaarheid van de pees. Vooralsnog werd
maken van een echo geen toegevoegde waarde heeft.
aangenomen dat een verminderd herstelmechanisme
182
Toekomstig onderzoek
Hoewel de resultaten uit dit proefschrift teleurstellend
op weefselniveau met uiteindelijk degeneratie van het
Nachtspalk en PRP injectie zijn geen effectieve behan-
zijn voor patiënten en doktoren, geeft het wel duidelijke
peesweefsel de oorzaak is van het persisteren van de
delingen bij chronische Achillespeesklachten
antwoorden en bovendien aanleiding tot het doen van
klachten.
Volgens de huidige richtlijn wordt voor patiënten met
verder onderzoek. Nieuwe onderzoeken zouden mogelijk
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
4
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
183
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
4
4.4
Opleiding tot sportarts
Sportartsen hebben na hun afgeronde studie genees-
Periode 2
kunde een vierjarige, fulltime opleiding tot sportarts ge-
• Module Sportgeneeskunde: 9 maanden
volgd. Deze opleiding is als volgt modulair opgebouwd:
• sporters en het invullen van sportmedische begelei­
geneeskunde (SGRC). De sportartsen moeten zich peri-
Doel van de module is dat de aios voldoende kennis
dingswerkzaamheden.
odiek in dit register laten herregistreren, waarbij moet
en vaardigheden opdoet om als sportarts adequaat
Deze tweede module kan ingevuld worden op een
worden voldaan aan bepaalde criteria op het gebied van
Periode 1
consultaties en (preventief ) sportmedische onderzoe-
andere werkplek dan de eerste module Sportge-
na- en bijscholing, intercollegiale toetsing en uitgevoerde
• Module Cardiologie: 9 maanden
ken te kunnen uitvoeren bij de verschillende doel-
neeskunde, waarmee de aios zich in zijn opleiding
werkzaamheden.
Doel van de module is dat de arts in opleiding
groepen, waarbij de complexiteit van deze handelin-
al kan differentiëren binnen het werkterrein van de
Meer informatie hierover is te vinden via
tot sportarts (aios) voldoende kennis en vaardig­
gen en de eigen verantwoordelijkheid van de aios
Sportgeneeskunde.
www.sportgeneeskunde.com bij de VSG.
heden opdoet om in zijn hoedanigheid als sportarts
naar het einde van de module toeneemt.
mensen met een cardiologische aandoening te kun-
Het (klinisch / inspannings-)fysiologieonderwijs loopt
• Module Huisartsgeneeskunde: 3 maanden1
nen herkennen en te kunnen behandelen / adviseren
Doel van de module is dat de aios leert om als
zowel qua tijd als qua inhoud door de verschillende mo-
(met name t.a.v. trainingsbelasting en cardiologische
sportarts zich voldoende kennis en vaardigheden
dules heen en bestaat uit:
revalidatie) dan wel adequaat te kunnen verwijzen.
op het gebied van de ‘eerstelijns gezondheidszorg’
Tevens wordt de sportarts opgeleid om adequaat
eigen te maken zodat hij oplossingen kan bieden bij
• zelfstudie met afsluitende toets;
te kunnen handelen bij ‘(life threatening) cardiac
de begeleiding van sportploegen, met als nevendoel-
• cursorisch onderwijs;
events’.
stelling in de thuissituatie van de sporter goed met
• de schriftelijke verslaglegging van een (vastgelegd)
• Module Pulmonologie: 3 maanden
Doel van de module is dat de aios voldoende kennis
diens huisarts samen te kunnen werken.
aantal uiteenlopende inspanningstesten.
• Module Wetenschappelijk onderzoek; 3 maanden
1
en vaardigheden opdoet om in zijn hoedanigheid als
Doel van de module is dat de aios in staat is weten-
In het schema bovenaan de pagina wordt de opbouw
sportarts mensen met een pulmonologische aan-
schappelijk onderzoek en literatuur op het gebied
van de opleiding schematisch samengevat.
doening (met name inspanningsastma en COPD) te
van de sportgeneeskunde te interpreteren en te
herkennen en te kunnen behandelen dan wel ade­
beoordelen op wetenschappelijke kwaliteit, alsook
Gedurende de vierjarige opleiding volgt de sportarts
quaat te kunnen verwijzen.
te participeren in basaal wetenschappelijk onderzoek
in opleiding ook cursorisch en thematisch onderwijs.
op zijn gebied.
Het opleidingsinstituut (NIOS) organiseert gemiddeld
• Module Orthopedie: 12 maanden
minimaal één cursusdag per maand en ook de oplei­
Doel van de module is dat de aios voldoende kennis
en vaardigheden opdoet om in zijn hoedanigheid als
1 in de praktijk lopen zowel de module Huisartsgeneeskunde als de mo-
dingsinrichtingen zelf organiseren thematisch onderwijs.
sportarts mensen met een orthopedische en trauma-
dule en Wetenschappelijk onderzoek vaak door tot in periode 3
Het is de bedoeling dat er wekelijks aandacht besteed
wordt aan het houden van referaten, voordrachten of
tologische aandoening te herkennen en te kunnen
behandelen / te kunnen adviseren t.a.v. het revalida-
Periode 3
patiëntenbesprekingen en het uitvoeren van
tietraject dan wel adequaat te kunnen verwijzen.
• Module Sportgeneeskunde: 9 maanden
(praktijk-)opdrachten.
De opleiding wordt afgesloten met een tweede mo­
184
Naar het einde van deze modules toe zal steeds meer
dule Sportgeneeskunde, waarin alle opgedane ken-
Meer informatie over de opleiding tot sportarts is te
ruimte ingebouwd worden voor werkzaamheden met een
nis en vaardigheden geïntegreerd toegepast moeten
vinden via www.sportgeneeskunde.com bij het NIOS.
evident raakvlak met de sportgeneeskunde.
kunnen worden. Dat uit zich onder andere in het
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
kunnen begeleiden / revalideren van zowel mensen
Na afronding van de vierjarige opleiding wordt de
met een (ernstige) chronische aandoening als top
sportarts ingeschreven in het register van de sociale
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
185
4
Wetenschap en onderwijs
Opleidingsregio’s
Wetenschap en onderwijs
Heerenveen
Sportmedisch Centrum Heerenveen
Amersfoort / Baarn
Dalhuysenstraat 10
Meander Medisch Centrum
Postbus 272
Molenweg 2
8440 AG Heerenveen
3743 CM Baarn
0513-627175
033-8505050
Hoofdopleider Sportgeneeskunde: H.J.P.A. du Bois
Hoofdopleider Sportgeneeskunde: H.B. Plemper
Aios: H. van de Veen
4
4.5
Onderwijs/Bij- en nascholing
Door de SOS georganiseerde cursussen in 2010
Aios: P. van Veldhoven, M. Inklaar, G. van der Slagmolen, E.
van Dorssen
Nijmegen
Sanasport / Canisius Wilhelmina Ziekenhuis
Amsterdam
Weg door Jonkersbos 90
Voeding en Sport, 14 en 15 januari 2010
De Basiscursus Sportgeneeskunde is zeer praktisch van
SMA Regio Amsterdam
Postbus 31100
Voeding kan van grote invloed zijn op de gezondheid
opzet en biedt kennis en vaardigheden aan over veel-
Jan van Galenstraat 335
6503 CC Nijmegen
en de prestatie van de (top)sporter. In deze cursus is
voorkomende sportmedische problemen uit de dagelijk-
Postbus 9243
024-3657716
aan de orde gekomen aan welke randvoorwaarden voe-
se praktijk waardoor de verworven kennis en vaardighe-
1006 AE Amsterdam
Hoofdopleider Sportgeneeskunde: W.M. van Teeffelen
ding dient te voldoen en hoe het voedingsgedrag van
den meteen toegepast kunnen worden.
020-5108768
Aios: K. Jansen, H. Kneepkens, M. van Rijswijck,
een sporter beïnvloed kan worden om gezondheidsbe-
Op het programma hebben gestaan: gunstige en nade-
Hoofdopleider Sportgeneeskunde: S. Goedegebuure
M. Naeff, P. Keijsers
ïnvloeding en/of prestatieverbetering te bewerkstelligen.
lige effecten van sporten en bewegen, sportblessures,
Roermond / Venray
Trainingsfysiologie bij chronisch zieken,
chronische aandoening, praktisch handelen in de praktijk, veel casuïstiek, workshops en practica.
actieve leefstijl, sportadvisering bij patiënten met een
Aios: W. van der Ende-Kastelijn, J. Heere, D. Kok,
F. Kappelhof
SGA Laurentius Ziekenhuis / SMA Vitaal
4 en 5 februari 2010
Den Haag / Leidschendam
Mgr. Driessenstraat 6
In deze cursus is eerst in het kort de epidemiologie van
SGA Medisch Centrum Haaglanden
Postbus 920
chronische ziekten besproken. Daarnaast zijn behan-
Verdieping Sport en Bewegen 20 mei, 30 september,
Burg. Banninglaan 1
6040 AX Roermond
deld: een overzicht van de bewegingsrichtlijnen die
11 november 2010 en 3 februari 2011
2262 BA Leidschendam
0475-382222
er al in Nederland zijn en vijf chronische ziekten met
Deze cursus is voor huisartsen het vervolg op de bo-
070-3574444
Hoofdopleider Sportgeneeskunde: G.M.E. Janssen / P.R.
hun achtergrondtheorie. Er is een accent gelegd op de
vengenoemde Basiscursus Sportgeneeskunde.
Hoofdopleider Sportgeneeskunde: Th.C. de Winter
Eijkelenboom. Aios: R. Timmermans, B. Peijs, M. de Koning
(valkuilen en aandachtspunten bij de) inspanningsdiag-
Bewegen, leefstijl en preventie zijn maatschappelijk
nostiek en het opstellen en beoordelen van trainings-
actuele en relevante trema’s. Huisartsen en andere zorg-
programma’s.
verleners hebben een belangrijke rol in het actief bevor-
Aios: B. Bulder, P. Groenenboom, F. Groot, R.J. de Vos
Utrecht / Zeist
SGA UMC Utrecht
Maxima Medisch Centrum
Heidelberglaan 100
Basiscursus Duikgeneeskunde, Curaçao,
In 2010 zijn de thema’s ‘actieve leefstijl’, ‘Blessures
De Run 4600
Postbus 85500
13 t/m 23 maart 2010
bovenste extremiteit’ en ‘Beweeginterventies bij chro-
Postbus 7777
3508 GA Utrecht
Jaarlijks worden vele duiken door (beginnende) sport-
nische ziekten’ de revue gepasseerd, in februari 2011
5500 MB Veldhoven
088-7555555
duikers gemaakt. Goede medische advisering is noodza-
wordt de cursus afgerond met de themadag ‘Blessures
040-8888688
Hoofdopleider Sportgeneeskunde: F.J.G. Backx
kelijk omdat de duiksport op steeds jongere en steeds
onderste extremiteit’.
Hoofdopleider Sportgeneeskunde: G. Schep /
Aios: D. Sluijs, A. Hindriks, K. Thijs, H. Joosten
oudere leeftijd wordt beoefend. Ook lichamelijke afwijkingen kunnen consequenties hebben voor het beoefe-
VSG Wetenschappelijke avond, 8 juni 2010
Zwolle
nen van de duiksport.
In het kader van de deskundigheidsbevordering organi-
Groningen
Sportgeneeskunde Isala klinieken
Tijdens deze basiscursus op Curaçao zijn onder andere
seert de Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG) ieder
Sportmedisch Centrum UMCG
Groot Weezenland 20
deze aspecten uitgebreid besproken.
jaar een aantal Wetenschappelijke Bijeenkomsten.
Hanzeplein 1
Postbus 10500
Vanzelfsprekend is er door de deelnemers aan de cur-
De eerste bijeenkomst van dit jaar had als onderwerp:
7900 RB Groningen
8000 GM Zwolle
sus ook zelf gedoken.
‘Kinderen met dyspnoe / dyspnoe bij inspanning; wat is
Triadegebouw (nr. 23)
038-4245000
050-3617700
Hoofdopleider Sportgeneeskunde: G.C. van Enst (tot 01-04-
Basiscursus Sportgeneeskunde
De avond is begonnen met een praktisch overzicht van
Hoofdopleider Sportgeneeskunde: S.W. Bredeweg
2010) / T. Brandon (vanaf 01-04-2010) Aios: P. Komdeur, S. van
Naar deze cursus is ieder jaar veel vraag. In 2010 is de
een inspanningstest bij kinderen met dyspnoe. Gevolgd
Aios: M. Brinkman, F. Riedstra
Berkel, S. Jacolino, A. Snoek, P. Sengkerij
cursus gehouden op 18, 19 en 20 maart, op 16, 17 en
door uitleg over verschillen bij inspanningstesten tus-
18 september en op 9, 10 en 11 december.
sen kinderen en volwassenen en belangrijke oorzaken
A.R. Hoogeveen. Aios: V. Niemeijer, S. Bouts, M. Beelen
186
deren van een gezonde leefstijl.
Eindhoven / Veldhoven
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
de rol van de sportarts?’
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
187
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
van dyspnoe bij kinderen vooral op longgebied. Afge-
Sportarts werkzaam bij een SMI (SportMedische Instel-
Basiscursus Duikgeneeskunde Nederland, 18 en
Sportfysiotherapie, 3 december 2010
sloten is met een overzicht van cardiale oorzaken bij
ling), 1 oktober 2010
19 november 2010
(Sport-)artsen hebben frequent te maken met (sport-)
kinderen die ook door middel van een inspanningstest
De sportarts oefent zijn beroep voornamelijk uit bij
De duiksport onderscheidt zich wezenlijk van andere
fysiotherapeuten, zowel als verwijzer als bij de sportme-
te analyseren zijn.
sportmedische instellingen, een sportgeneeskundige
sporten door de voor ons lichaam extreme omstandig-
dische begeleiding van individuele sporters en sport-
werkplek/afdeling in een ziekenhuis of een Sportme-
heden. Keuringsrichtlijnen en medische advisering bij
teams. In het eerste geval gaat het er om te weten wat
Lab/urine onderzoek, 29 juni 2010
disch Adviescentrum (SMA) en bij sportorganisaties.
lichamelijke ongemakken zijn de basis van deze cursus.
de (sport-)fysiotherapie kan betekenen in het zorg- en
Steeds meer artsen werken intramuraal, waardoor het
Het is voor een sportarts (i.o.) van wezenlijk belang te
Op het programma heeft ook een (doop)duik gestaan.
nazorgtraject. In het tweede geval gaat het vooral om
aanvragen van (uitgebreid) laboratoriumonderzoek mak-
weten aan welke kwaliteitscriteria deze werkplekken
Deze cursus kon zowel als basis als als opfriscursus
efficiënte en effectieve samenwerking in de begeleiding
kelijker is geworden. In deze cursus zijn behandeld: de
moeten voldoen en hoe collegae hun praktijk hebben
gevolgd worden.
waarbij ook preventie van blessures en belangrijke rol
praktische waarde van de verschillende bepalingen in
opgezet in een zich continue ontwikkelend krachten-
bloed, urine en speeksel evenals het kostenaspect van
veld. In deze cursus is aan alle aspecten ruimschoots
Sportpsychologie, 2 december 2010
Deze cursus heeft tot doel gehad: ‘Kennis en inzicht te
de onderzoeken.
aandacht besteed.
Het wordt steeds gebruikelijker dat een sportpsycholoog
verwerven in de opleiding van de sportfysiotherapeut
betrokken wordt bij de (multidisciplinaire) begeleiding
en zijn functioneren in relatie tot het functioneren van
SportMedische Aspecten van Zweefvliegen, 9 juli en
Cursus gewricht ‘Schouder’, 12 oktober 2010
van een sportteam en ook individuele sporters consulte-
de (sport-)arts’.
10 september 2010
Deze bijscholing over gewrichten in relatie tot sport-
ren steeds vaker een sportpsycholoog in het kader van
Aan zweefvliegkeuringen worden steeds meer eisen
beoefening en sportmedische aspecten heeft geheel
de optimalisering van hun sportprestaties.
gesteld. In 2005 hebben de KNVvL en de FSMI een con-
in het teken van het schoudergewricht gestaan. Er is
Wonderen mag je niet van een sportpsycholoog ver-
venant gesloten waarin is vastgelegd dat de zweefvlieg-
onder andere aandacht besteed aan de functie van het
wachten, maar wat dan wel? Gesproken is over het ta-
keuringen kunnen worden uitgevoerd door sportartsen
schoudergewricht, de verschillende onderzoekstechnie-
kenpakket van de sportpsycholoog en over het functio-
werkzaam in gecertificeerde en bij de FSMI aangesloten
ken van het schoudergewricht, blessures en behande-
neren van de sportarts in relatie tot de sportpsycholoog.
SportMedische Instellingen.
ling daarvan.
4
speelt.
Gebruik makend van o.a. veel casuïstiek zijn de deelnemers op de hoogte gebracht van de nieuwe keurings-
Ergometrie, 3, 4 en 5 november 2010
richtlijnen en zijn vele medische aspecten behandeld.
Deze cursus is het vervolg op de cursussen Trainings-
Waar de weersomstandigheden het toelieten is er door
fysiologie en Trainingsfysiologie bij Chronisch Zieken.
de deelnemers een zweefvlucht gemaakt.
Ergometrie neemt een belangrijke plaats in in het dagelijks handelen van een sportarts. Niet alleen maakt
Beeldvormende technieken ‘Schouder’,
ergometrie het mogelijk de (vooruitgang in) belastbaar-
9 september 2010
heid te objectiveren, het kan tevens gebruikt worden
De sportgeneeskunde heeft zich in het laatste decen-
bij de diagnostiek van diverse klachten en ziekten. Alle
nium steeds meer ontwikkeld in de richting van een kli-
aspecten van de ergometrie zijn in deze driedaagse cur-
nisch specialisme. Het is voor de huidige sportarts(i.o.)
sus uitvoerig behandeld.
essentieel een goed inzicht te hebben in de (on)mogelijkheden van beeldvormende technieken bij aandoe-
VSG Wetenschappelijke avond, 16 november 2010
ningen van het bewegingsapparaat en wat de indicaties
De tweede avond van dit jaar stond in het teken van
zijn om deze aan te vragen. Dit jaar zijn de aspecten
‘Hoogte en sportgeneeskunde’.
betreffende de schouder uitvoerig besproken.
Bewegen en inspanning zijn in het dagelijks leven voor
mensen soms al een zware belasting, maar bewegen op
SportMedische Aspecten van Zwemmen,
hoogte is een extra belasting.
17 september 2010
De avond is begonnen met een presentatie over hoog-
Zwemmen kent vele facetten. In deze cursus is aan-
tefysiologie bij chronisch zieken, gevolgd door effecten
dacht besteed aan de organisatie en het sportmedisch
van inspanning op grote hoogte bij diabetes. Hierin zijn
beleid van de KNZB, de fysiologie van het zwemmen,
met name de ervaringen en resultaten van een tweetal
trainingsleer, waterpoloblessures, de sportmedische
expedities besproken. Ten slotte is ingegaan op de in-
begeleiding in de praktijk, diverse zwemblessures waar-
vloed van hoogte op gaswisseling en longcirculatie.
onder de zwemmerschouder. Met een zwembad binnen
bereik, is er ook in de praktijk gezwommen.
188
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
189
Wetenschap en onderwijs
ToggleLoc™ Fixation Device with
Ziploop™ Technology
4
4.6
Kennistransfer
Sportgezondheidszorg (KTS)
Doelstelling KTS
De Vereniging voor Sportgeneeskunde ervaart het als
Sportgezondheidsonderzoek en praktijk bij elkaar bren-
een probleem dat sporters/bewegende mensen versto-
gen uitgaande van de gedachte dat sporters/bewegende
ken blijven van de laatste inzichten uit de wetenschap
mensen en hun intermediairen daar baat bij kunnen
en ziet voor zichzelf een ondersteunende, uitvoerende
hebben.
rol weggelegd om de talen en werelden meer bij elkaar
te brengen. Zij ziet KTS als een mogelijke werkwijze om
Aanleiding
kennis en ervaring uit onderzoek wel op de juiste plek-
Kennis en ervaring uit onderzoek dat binnen de sport-
ken te krijgen. Dankzij financiering van het Ministerie
gezondheidszorg plaatsvindt, komt niet vanzelfsprekend
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft de
bij sporters/bewegende mensen terecht. Zowel onder-
VSG een start kunnen maken met de inrichting van een
zoekers en professionals in de sportzorg als betrokken
aantal expertgroepen waarin diverse methodes voor het
veldpartijen zijn zich bewust van het probleem en ont-
‘vertalen’ en overbrengen van wetenschappelijke kennis
plooien de nodige initiatieven om kennis en ervaring uit
naar de sporter/bewegende mens worden uitgetest.
onderzoek te verspreiden en te implementeren danwel
Met het onderbrengen van dit project bij de VSG kan
te (laten) gebruiken. Echter, ondanks die inspanningen
kennistransfer dicht bij het veld van de sportgezond-
vindt kennis en ervaring uit onderzoek onvoldoende zijn
heidszorg worden opgepakt. Contacten met sport-
weg en zou beter benut kunnen worden. Oorzaak van
bonden, NOC*NSF, TNO Kwaliteit van Leven, Centrum
het probleem is dat sporters/bewegende mensen, onder-
Gezond Leven (CGL), Stichting Consument en Veiligheid,
zoekers, professionals in de sportzorg en veldpartijen
het inzetten van werkgroepen voor richtlijnontwikke-
verschillende talen spreken en verschillende werelden
ling en deskundigheidsbevordering en initiatieven zoals
vertegenwoordigen.
het maken van regionale ketenafspraken zijn concrete
voorbeelden van samenwerking met de praktijk en
- Ziploop™ Technology maximizes soft tissue, graft tunnel interface.
- One implant for varying tunnel lengths, eliminates the need for multiple sizes.
- Techniques availables for: ACL Reconstruction, Ulnar Collateral reconstruction (Tommy John),
Ankle syndesmosis and distal biceps reattachment.
Biologics • Bracing • Microfixation • Orthopaedics • Osteobiologics • Spine • Sports Medicine • Trauma • 3i
Sporters/bewegende mensen willen praktische informa-
daarmee relevante implementatiekanalen. Tegelijkertijd
tie om hun conditie op te bouwen, verstandig te eten,
heeft de VSG ook goede contacten richting onderzoek
prestaties te leveren en soms ook om blessures te
en wetenschap via diverse werkgroepen, expertgroepen
voorkomen. Ze horen van andere sporters en surfen op
en LOSO-partners. Bovendien wordt het bureau van de
internet. Bij georganiseerde sporters zijn trainers/coa-
VSG gedeeld met organisaties die zijn betrokken bij de
ches ook belangrijke vraagbaken.
opleiding en bij- en nascholing van professionals in de
Onderzoekers publiceren in wetenschappelijke tijdschrif-
sportzorg en het onderhouden van websites zoals sport-
ten voor vakgenoten, houden soms presentaties en rich-
zorg.nl (voor sporters/bewegende mensen) en clubzorg.
ten zich bij voorkeur op evidence-based gegevens. Pro-
nl (voor sportverenigingen); kortom, de drempel naar
fessionals in de sportzorg schrijven richtlijnen en maken
deze organisaties is, letterlijk en figuurlijk, laag.
zowel gebruik van evidence-based en experience-based
gegevens. Sporters/bewegende mensen, onderzoekers
Pilot KTS
en professionals in de sportzorg en veldpartijen komen
Naast financiering van het Ministerie van VWS heeft
elkaar echter niet vaak spontaan tegen.
de VSG eveneens financiering ontvangen van ZonMw.
www.biomet.nl
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
191
4
Wetenschap en onderwijs
Wetenschap en onderwijs
ZonMw zoekt kanalen in het veld om onderzoeksresulta-
lagen. En dat deskundigheidsbevordering, in termen van
De geleerde lessen uit deze evaluaties worden ingezet als structurele basis voor KTS.
ten van het programma Sport, Bewegen en Gezondheid
vertalen en gebruik van kennis, een aparte slag vraagt
Schematisch kan de KTS-pilot als volgt worden weergegeven:
(SBG) bij gebruikers te krijgen. De VSG heeft de mo-
waarmee we inmiddels ook ervaring hebben opgedaan.
gelijkheid gekregen om in een eenjarig project diverse
In het kader van deze pilot zijn diverse resultaten
methoden van kennistransfer uit te testen voor twee
bereikt:
projecten uit het ZonMw-programma Sport, Bewegen en
• inrichting expertgroep Enkel en sport (bestaande uit
Gezondheid om zo de meerwaarde van KTS aan te to-
meerdere (onderzoeks)disciplines en Stichting Con-
nen. De pilot richt zich op een project over het voorko-
sument en Veiligheid). Doelstelling: vermindering van
men van herhaald enkelletsel met een bewezen effectief
incidentie en ernst van acute, laterale enkelletsels en
oefentolprogramma en een project over beginnen met
de chronische restklachten bij de doelgroep sportbe-
hardlopen met veel kennis en ervaring over hardlopen
oefenaren;
en onderzoek (GRONORUN).
Onderzoeksresultaten
(LOSO, ZonMw)
Verzameling van
methoden,
strategieën,
instrumenten &
activiteiten
Betekenis
voor de
sporter,
direct en
indirect
‘push’
KTS
‘pull’
4
• inrichting expertgroep Hardlopen (met onderzoekers,
Atletiekunie en Stichting Consument en Veiligheid).
Bij het zoeken van samenwerkingsverbanden met diver-
Doelstelling: actuele, eenduidige informatie over
se organisaties voor de uitvoering van de pilot hebben
beginnen met hardlopen komt bij de sporters zelf
drie bevorderende factoren bijgedragen:
terecht;
1. het centraal stellen van de sporter, alleen door uit te
gaan van het perspectief van de sporter en zijn omgeving kan betekenis gegeven worden aan kennis,
dat brengt onderzoekers en veldpartijen bij elkaar;
2. bereidheid tot samenwerking en bereidheid om over
eigen schaduw heen te stappen door alle partijen;
3. expertgroepen met multidisciplinaire samenstelling
die met enige regelmaat bij elkaar komen voorzien
in een behoefte om kennis en ervaring uit te wisselen, bij te blijven en mee te denken/doen aan
concrete producten voor de sporter.
• ontwikkeling teksten voor websites Sportzorg.nl en
voorkomblessures.nl
• instructiefilmpje voor oefentolprogramma i.s.m.
Stichting Consument en Veiligheid;
• voorbereidingen enkelcampagne Stichting Consu-
uitgetest:
• netwerkontwikkeling (het bij elkaar brengen van
de theorie en praktijk van overtraining en een concreet
uiteenlopende instrumenten voor KTS zijn opgenomen.
eindproduct als eindresultaat te hebben. Een eindpro-
Voor het vullen van de toolbox zijn, naast de genoemde
duct dat van binnenuit en met de wielrenners tot stand
projecten uit de pilot, een sporttak (wielrennen) en
is gekomen.
twee doelgroepen (jeugdige en oudere sporters) geko-
Voor de oudere sporter is ervoor gekozen om in samen-
en sport;
zen waarvoor tools voor kennistransfer ontwikkeld gaan
werking met de Unie KBO, als onderdeel van het NISB-
worden.
programma Fit for Life, een artikelenreeks te ontwikke-
Voor wielrennen is een expertgroep ingericht waarin
len voor het blad Nestor. Vanuit KTS wordt samen met
zowel (para)medisch inhoudelijke deskundigen zijn
50+-sporters betekenis gegeven aan wetenschappelijke
betrokken alsook trainers/coaches, bewegingsweten-
kennis, bijvoorbeeld over de beweeg- en fitnorm, over
schappers, vertegenwoordigers van NTFU en KNWU en
effecten van sporten op fitheid en zelfstandigheid, over
wielrenners. Doelstelling van de expertgroep Wielrennen
chronische aandoeningen en mogelijkheden om te (blij-
is het beschikbaar en toegankelijk maken van bestaan-
ven) sporten. In 2010 is hard gewerkt aan het voorbe-
de sportmedische expertise over wielrennen voor ie-
reiden van de uitvoering van de genoemde plannen.
dereen die daar baat bij kan hebben en het stimuleren
Voor de jeugdige sporter is eveneens een expertgroep
• initiatief voor voetbalpolis van verzekeraar Achmea
(met inzet van oefentollen);
• oefentolprogramma in richtlijnen inclusief vertaling
voor sportmasseurs/sportverzorgers;
Noord-Holland;
• symposia en studiemiddagen (bij- en nascholing)
voor trainers, coaches en verzorgers.
mensen die verschillende ‘talen’ spreken en verschillende werelden vertegenwoordigen, onderzoekers en
Evaluatie van de pilot heeft op twee manieren plaatsge-
van multidisciplinaire samenwerking waarbij de renner
ingericht bestaande uit vertegenwoordigers uit de
veldpartijen);
vonden:
centraal staat.
jeugdgezondheidszorg, kindergeneeskunde en sport-
• procesevaluatie door de mix van strategieën te
• deskundigheidsbevordering (het vertalen van kennis
De expertgroep heeft gekeken naar welke onderwer-
geneeskunde. De expertgroep heeft ervoor gekozen in
om betekenis te kunnen geven aan onderzoeksresul-
beschrijven, het bereik van de doelgroepen voor de
pen renners belangrijk vinden. Daaruit zijn in eerste
eerste instantie een website voor de jeugd te ontwikke-
taten en het gebruik van die vertaalde kennis);
methoden van kennistransfer vast te stellen en erva-
instantie twee onderwerpen gekozen waarmee aan de
len ‘Onwijsfit’ en een cursus te ontwikkelen voor jeugd-
ringen vast te leggen;
slag is gegaan: overbelasting en prestatiebevorderende
artsen om kinderen aan het bewegen te krijgen. Deze
middelen. Voor het onderwerp ‘overbelasting’ is een
cursus wordt in 2011 voor het eerst gegeven.
• expertgroepen (inhoudelijk aan de slag met het verzamelen, ordenen, uitwisselen en delen van kennis,
bij voorkeur met meerdere disciplines).
• evaluatie van de uitkomsten door na te gaan of
resultaten behaald zijn en of aansluiting is gevonden
logboek voor wielrenners ontwikkeld dat gebaseerd is
bij de wensen en behoeften van sporters/bewegende
op de laatste wetenschappelijke inzichten en geschikt
Voorbeelden van tools die in de toolbox opgenomen
mensen.
is voor wielrenners en zo nodig coaches en trainers.
gaan worden zijn:
traal: wat kunnen onderzoeksresultaten praktisch ver-
Met kennis en ervaring van de deelnemers aan de
• richtsnoer voor vragen vanuit het perspectief van de
taald voor hem betekenen en hoe kunnen ze bruikbaar
expertgroep stelde de VSG een communicatieplan op
gemaakt worden.
dat overtraining en het logboek onder de aandacht van
Gedurende de pilot bleek dat netwerkontwikkeling en
wielrenners kan brengen. Terugkijkend vonden de deel-
• checklist voor doel en resultaat van een expertgroep;
het opzetten van expertgroepen in elkaars verlengde
nemers het prettig om in enkele bijeenkomsten elkaar(s
• checklist voor samenstelling van een expertgroep;
In alle methoden staat de sporter/bewegende mens cen-
192
wereld) te leren kennen, ervaringen uit te wisselen over
De toolbox is een instrumentenkoffer waarin allerlei
ment en Veiligheid met input van expertgroep Enkel
• pilot voor invoeren enkelregistratiekaart in regio
In de pilot zijn diverse methoden van kennistransfer
Ontwikkeling toolbox
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
sporter te stellen aan onderzoekers voor een item
op sportzorg.nl;
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
193
4
Wetenschap en onderwijs
• stappenplan voor organiseren van wetenschappelijke
symposia;
• handboekje voor het organiseren van studiemiddagen voor coaches/trainers/verzorgers;
• checklist voor analyse van wensen en behoeften van
sporters;
• aandachtspunten voor een detacheringsovereenkomst van een onderzoeker bij de VSG;
• stappenplan vertalen kennis uit proefschriften.
Wetenschap en onderwijs
Tot slot
Uiteraard vindt achter de schermen uitwisseling plaats
tussen de diverse expertgroepen over gekozen processen en werkwijzen. Wat werkt wel, wat werkt niet, wat
kunnen we van elkaar leren? De onderlinge uitwisseling
4
4.7
VSG Congres
werkt versterkend voor alle expertgroepen, waardoor de
processen steeds optimaler gaan verlopen.
Wat we tot nu toe hebben geleerd is dat veel tijd en
energie nodig is voor de voorbereiding en uitvoering
van activiteiten voordat je daadwerkelijk de sporters
Overige ontwikkelingen
en hun intermediairen kunt bereiken. Tevens vraagt het
Met de inrichting van de diverse expertgroepen ontstond
proces, zowel voor de VSG maar ook voor de samenwer-
Donderdag 25 en vrijdag 26 november 2010 heeft voor de
ten aanzien van meerdere sporttakken en disciplines de
kingspartners, een andere manier van kijken en werken
zesde maal het jaarlijkse Sportmedisch Wetenschappelijk
behoefte aan inrichting van een expertgroep. Inmiddels
omdat je je voortdurend bij alles waar je mee bezig
Congres ‘Sport, bewegen en gezondheid’, georganiseerd
zijn de volgende expertgroepen dan ook opgericht of in
bent af moet vragen: ‘wat kan de sporter/bewegende
door de VSG, plaatsgevonden. Bijna 400 deelnemers en
oprichting:
mens hiermee?’. Een uitdagend proces waar we zoveel
15 standhouders waren getuige van een geslaagd con-
• zwemmen;
mogelijk organisaties bij willen betrekken en mee willen
gres. De reacties waren wederom overweldigend!
• fitness;
‘besmeten’. Wilt u meer informatie dan kunt u contact
• paardrijden;
opnemen met de VSG, [email protected] of
In tegenstelling tot voorgaande jaren begon het congres
• revalidatie en sportgeneeskunde.
030-2252290.
op donderdag om 09.30 uur. Dagvoorzitter Babette Pluim
Aansluitend vond een diner plaats. Tijdens de afsluitende
We hopen over deze expertgroepen in het jaarboek van
opende het congres.
borrel zorgde sportarts in opleiding Floor Groot met zijn
volgend jaar meer te kunnen melden.
Daarna was het de beurt aan Jeroen Bijl (manager Top-
band ‘The Astonics’ voor de muzikale noten.
sport NOC*NSF) met een lezing over het sportmedisch
begeleidingsprogramma van NOC*NSF. Vervolgens presen-
Op de tweede dag brachten ‘invited speakers’ in paral-
teerde Rhijn Visser, voorzitter a.i. van de VSG, de laatste
lelsessies samen de belangrijkste innovaties en nieuwe
ontwikkelingen binnen de VSG.
inzichten naar voren. De dag begon met een plenaire lezing van Prof.dr. M.E. Batt (consultant Sport and Exercise
Voorafgaand aan de lunchpauze konden de deelnemers
Medicine, UK) over ‘Developing Sport & Exercise Medicine
kiezen uit twee parallelsessies: schaatsen en loopsporten.
in The UK - European and Global opportunities’.
Na de sessies kwamen de deelnemers weer bijeen voor de
Na deze lezing konden de deelnemers kiezen uit diverse
lunchpauze en kon men vervolgens een keuze maken uit
parallelsessies met als onderwerpen : paralympische ge-
drie parallelsessies: wielrennen, tennis en volleybal.
dachte, martial arts-medical arts, hockey, roeien, voetbal
Na de koffiepauze hield Ab Krook (voormalig schaatscoach)
en revalidatiesport bij chronisch zieken.
een lezing “wie wil, kan winnen”.
Tevens kregen 29 jonge onderzoekers de kans hun kennis
De middag werd afgesloten met de uitreiking van de
uit te dragen tijdens deze sessies. Elk jaar wordt de prijs
Cosmed Prijs voor Sportgeneeskunde. De winnaar in de
voor het beste abstract uitgereikt. De cheque van € 500,-
categorie beste wetenschappelijke publicatie (2009) werd
beschikbaar gesteld door de Stichting Orthopedie en
uitgereikt aan dr. Robert-Jan de Vos (Erasmus Universiteit
Sport ging dit jaar naar Suzan de Jonge van het Erasmus
Rotterdam en Medisch Centrum Haaglanden) op basis van
Medisch Centrum Rotterdam / Medisch Centrum Haaglan-
het artikel ‘Platelet-rich plasma injection for chronic achilles
den Leidschendam. Haar lezing was getiteld: Plaatjes-Rijk
tendinopathy: a randomised controlled trial (JAMA 2009)’.
Plasma behandeling bij Achilles tendinopathie: een dub-
Zijn prijs werd uitgedrukt in een geldbedrag van € 500,-.
belblind gerandomiseerde studie met één-jaars follow-
De winnaar in de categorie beste proefschrift in 2009 is
up’. Ook mag de winnares volgend jaar het VSG congres
geworden dr. Ingrid de Backer (Maastricht University) op
gratis bezoeken.
basis van het proefschrift getiteld ‘Exercise training in
cancer survivors’. Zij ontving een geldbedrag van € 2.750,-.
194
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
195
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
5
Hoofdstuk 5
Overzicht organisaties
sportgezondheidszorg
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
197
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
5
5.1
Organisaties en adressen nationaal
Overzicht sportmedische instellingen Nederland
Groningen
Zuid-Holland
Groningen
Gorinchem
Erkende Sportmedische Instellingen (SMI)
Gouda
Friesland
’s-Gravenhage
Heerenveen
Leiden
Leiderdorp
Groningen
Drenthe
Leidschendam
Meppel
Rotterdam
Vlaardingen
Overijssel
Woerden
Enschede
Heerenveen
Zwolle
Noord-Brabant
Bergen op Zoom
Meppel
Hoorn
Alkmaar
Zwolle
Zaandam
Almere
Amsterdam
Arnhem
Eindhoven
Ede
Helmond
Nijmegen
’s-Hertogenbosch
Nunspeet
Tilburg
Almere
Amersfoort
Hilversum
Utrecht
Leiden
Leidschendam
Flevoland
Nunspeet
Baarn
Aalsmeer
Vlaardingen
Breda
Veldhoven
Haarlem
Den Haag
Gelderland
Woerden
Utrecht
Gouda
Utrecht
Woudenberg
Zeist
Papendal
Amerongen
Ede
Arnhem
Rotterdam
Spijkenisse
Gorinchem
Nijmegen
‘s-Hertogenbosch
Zeeland
Middelburg
Enschede
Terneuzen
Amerongen
Amersfoort
Limburg
Baarn
Maastricht
Hilversum
Roermond
Utrecht
Sittard
Woudenberg
Venray
Zeist
Weert
Breda
Helmond
Tilburg
Middelburg
Bergen op Zoom
Venray
Eindhoven
Terneuzen
Noord-Holland
Aalsmeer
Eindhoven
Alkmaar
Weert
Amsterdam
Roermond
Haarlem
Hoorn
Zaandam
Sittard
Maastricht
198
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
199
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Erkende Sportmedische Instellingen
(SMI)
Overijssel
Sanasport
Utrecht
SMA Oost Nederland
Weg door Jonkerbos 90
SMA Amerongen
Groningen
Centrum voor Revalidatie Het Roessingh
6532 SZ Nijmegen
Industrieweg Noord 4D
SMA Noord (5 locaties)
Roessinghsbleekweg 157
T. 024 365 77 16
3958 VT Amerongen
Laan Corpus den Hoorn 104
7522 AH Enschede
F. 024 365 77 22
T. 0343 450 028
9728 JR Groningen
T. 053 487 52 06
E. [email protected]
E. [email protected]
T. 050 526 20 70
F. 053 487 54 78
I. www.sanasport.nl
I. www.sportarts.org
F. 050 524 56 98
E. [email protected]
Sportartsen: W. van Teefffelen, R. Vesters, H. Kneepkens,
Sportartsen: G. Vroemen, R. van der Kolk, V. Niemeijer
E. [email protected]
I. www.smaoost.nl
M. van Rijswick
I. www.smanoord.nl
Sportartsen: R. Klooster
SMA Amersfoort
SMC Maartenskliniek
De Blokkeduinen 11
Sportgeneeskunde ISALA klinieken
Stadion De Goffert
3819 BD Amersfoort
Sportmedisch Centrum UMCG
ISALA klinieken, locatie Weezenlanden
Steinweglaan 3
T. 033-7676055
Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG)
Groot Weezenland 20
6532 AE Nijmegen
E. [email protected]
Hanzeplein 1
8011 JW ZWOLLE
T. 024 378 65 44
I. www.sma-amersfoort.nl
9713 GZ Groningen
T. 038 424 56 98
E. [email protected]
Sportartsen: D. Sluijs, W. Zimmerman
T. 050 361 77 00
E. [email protected]
I. www.maartenskliniek.nl
F. 050 361 92 51
I. www.isala.nl
Sportartsen: E. van den Eede, P. Komdeur, D. Wierper
E. [email protected]
Sportartsen: T. Brandon, S. van Berkel, G. van Enst,
I. www.sportgeneeskundegroningen.nl
M. Vegter, J. Stomphorst, A. Snoek
Sportartsen: S. de Bruin, J. Nijboer
H. Zwerver
SGA Meander Medisch Centrum
Molenweg 2
SMA Seneca
3743 CM Baarn
Kapittelweg 33
T. 033 850 61 41
Gelderland
6525 EN Nijmegen
E. [email protected]
Sportartsen: B. Bessem, S. Bredeweg, M. Moen,
SMC Papendal (SMCP) (4 locaties)
T. 024 3531262
I. www.meandermedischcentrum.nl
Friesland
Nationaal Sportcentrum Papendal
E. [email protected]
Sportartsen: F. van Hellemondt, P. van Veldhoven, M. Inklaar
Sportgeneeskunde Friesland
Papendallaan 7
I. www.han-seneca.nl
Dalhuijsenstraat 10
6816 VD Arnhem
Sportartsen: R. Kempers
8448 EW Heerenveen
T. 026 483 44 40
T. 0513 627 175
F. 026 483 44 39
SMA de Veluwe
Loosdrechtse bos 17
E. [email protected]
E. [email protected]
Zorgplein ‘De Enk’
1213 RH Hilversum
I. www.sportgeneeskundefriesland.nl
I. www.smcp.nl
Stationsplein 18g
T. 035 538 54 60
Sportartsen: R. du Bois, J. Stomphorst, C. Top, B.
Sportartsen: P. van Beek, F. Broekhof, L. Heere. R.
8071 CH Nunspeet
E. [email protected]
Wiersma
Kempers, A. Kokshoorn, D. Oei, B. Pluim, Tj. de Vries
T. 0341 257 771
I. www.zonnestraal.nl
F. 0341 250 789
Sportartsen: C. Wijne, E. Gieles
Drenthe
SMI Arnhem
SGA Diaconessenhuis Meppel
Beukenlaan 19
I. www.smaveluwe.nl
SGA UMC Utrecht
Diaconessenhuis
6823 MA Arnhem
Sportartsen: A. Brons, C. Wijne
Heidelberglaan 100
Hoogeveenseweg 38
T. 026 443 28 28
7943 KA Meppel
E. [email protected]
Flevoland
T. 088 755 88 31
T. 0522 23 34 65
I. www.physique.nl
SMA Flevoland
E. [email protected]
F. 0522 23 34 19
Sportartsen: E. Hendriks
Randstad 22-01
I. www.topsportgeneeskunde.nl
SMA Zonnestraal
Zonnestraal, paviljoen Ter Meulen
E. [email protected]
3584 CX UTRECHT
1316 BN Almere
Sportartsen: F. Backx, J. Boelens-Quist, W. van der Meulen,
I. www.sgameppel.nl
Sportmedisch Centrum Gelderse Vallei (2 locaties)
T. 036 534 54 59
A. Hindriks, D. Kok
Sportartsen: V. Rutgers
Willy Brandtlaan 10
F. 036 533 52 42
6716 RP Ede
E. [email protected]
SMA Utrecht
T. 0318 435 200
I. www.smaalmere.nl
Sportcentrum Olympos
E. [email protected]
Sportartsen: C. Wijne, S. Goedegebuure, E. Gieles
Uppsalalaan 3
E. [email protected]
I. www.smcgeldersevallei.nl
5
3584 CT Utrecht
Sportartsen: P. Vergouwen, I. Gobes-de Punder
200
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
201
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
T. 030 253 30 77
E. [email protected]
E. [email protected]
E. [email protected]
F. 030 253 30 79
I. www.smaolympia.nl
I. www.smagorinchem.nl
I. www.sma-rotterdam.nl
E. [email protected]
Sportartsen: I. Engelbertink, M. van der Werve, J. Bax
Sportartsen: T. Langenhorst, R.J.A. Visser
Sportartsen: C. Dijkers, S. van der Putten,
I. www.smautrecht.nl
Sportartsen: E. Schoots, J. Bax, E. Hendriks
A. Nooitgedagt
SMA Jessica Gal Sportartsen
SMA Midden Holland
Stadhouderskade 2
Groene Hart Ziekenhuis, locatie Bleuland
SMC Nieuw Rotterdams Peil
Medicort Sports & Orthopedic care
1054 ES Amsterdam
Bleulandweg 10
Sparta stadion, 4e verdieping
J.C. Maylaan 6
T. 020 560 89 20
2803 HH Gouda
Spartapark Noord 1
3526 GV Utrecht
E. [email protected]
T. 0182 505 392
3027 VW Rotterdam
T. 030-244 84 47
I. www.jessicagal.nl
E. [email protected]
T. 010 462 20 10
E. [email protected]
Sportartsen: J. Gal, H. Kneepkens
I. www.ghz.nl
E. [email protected]
Sportartsen: M. Alsemgeest
I. www.smc-rdam.nl
I. www.medicort.nl
Sportartsen: R. van der Kolk, D. Sluijs, R. Timmermans
SMA Regio Haarlem
Sportartsen: R. Rozenberg
Kennemer Sportcenter
SGA Diaconessenhuis Leiden
Noord-Holland
IJsbaanlaan 4b
Houtlaan 55
SMA Den Haag
SMA Aalsmeer PACA
2024 AV Haarlem
2334 CK Leiden
Sweelinckplein 46
Lakenblekerstraat 2
T. 023 525 80 80
T. 071 517 84 25
2517 GP ‹s-Gravenhage
1431 GG Aalsmeer
F. 023 525 39 95
E. [email protected]
T. 070 345 16 34
T. 0297 230 960
E. [email protected]
I. www.diaconessenhuis.nl
F. 070 345 15 70
F. 0297 331 181
I. www.smahaarlem.nl
Sportartsen: M. Verschure
E. [email protected]
E. [email protected]
Sportartsen: A. Weir, M. de Jong, H. Dijkstra
I. www.paca.nu
Sportartsen: Z. Fokke
I. www.smadenhaag.nl
SGA Rijnland Ziekenhuis
Locatie St. Elisabeth & Rijnoord
Westfries Gasthuis
Simon Smitweg 1
SMA Toppoint (2 locaties)
SMA Alkmaar en omstreken
Fr. Maelsonstraat 3
2353 GA Leiderdorp
Stadhoudersweg 1
Oudegracht 287
1624 NP Hoorn
T. 071 582 86 20
3136 BW Vlaardingen
1811 CJ Alkmaar
T. 0229 243 893
E. [email protected]
T. 010 475 53 32
T. 072 520 05 08
E. [email protected]
I. www.sgarijnland.nl
E. [email protected]
E. [email protected]
I. www.sportkeuring.nl
Sportartsen: M. van der Werve, M. Moen
I. www.mc-back-up.nl
I. www.sma-alkmaar.nl
Sportartsen: E. van de Sande
Sportartsen: F. Nusse
Sportartsen: J. Maas
SGA Medisch Centrum Haaglanden
SMA Zaanstreek/Waterland
Locatie Antoniushove Ziekenhuis
Sportgeneeskunde Woerden
SMA Regio Amsterdam
Herengracht 12
B. Banninglaan 1
Polanerbaan 2
Andreasziekenhuis
1506 DS Zaandam
2262 BA Leidschendam
3447 GN Woerden
Jan van Galenstraat 335
T. 075 631 18 44
T. 070 357 42 35
T. 0348 427 880
1061 AZ Amsterdam
E. [email protected]
F. 070 357 41 14
E. [email protected]
T. 020 662 82 86
I. www.sportkeuring.nl
E. [email protected]
I. www.sportgeneeskundewoerden.nl
E. [email protected]
Sportartsen: F. van Hellemondt, E. Gieles
I. www.mchaaglanden.nl
Sportartsen: R. van Rooijen, C. Dijkers
I. www.sma-amsterdam.nl
Sportartsen: A. Weir, Th.C. de Winter, B. Bulder, P.
Zuid-Holland
Groenenboom, H. Tol
SMA Midden Rivierengebied
202
Sportartsen: J. Gal
SMA Hoorn
Sportartsen: F. Nusse, C. Wijne, S. Goedegebuure
SMA Geerestein
Geeresteinselaan 26
SMA Olympia (2 lokaties)
Beatrix ziekenhuis
SMA Rotterdam
3931 JC Woudenberg
Olympiaplein 74a
Banneweg 57
Ikazia Ziekenhuis
T. 033 286 19 83
1076 AG Amsterdam
4204 AA Gorinchem
Montessoriweg 1
F. 033 286 64 55
T. 020 662 72 44
T. 0183 626 600
3083 AN Rotterdam
E. [email protected]
F. 0183 699 921
T. 010 2975975
I. www.smageerestein.nl
F. 010 2975977
Sportartsen: E. Hendriks, J. Boelens-Quist
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
5
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
203
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Sport Medisch Centrum KNVB
I. www.sma-elkerliek.nl
T. 0118 67 08 31
I. www.orbissport.nl
Woudenbergseweg 56
Sportartsen: R. Visser
F. 0118 64 07 11
Sportartsen: P. Dobbelaar, H. Schipper
3707 HX Zeist
E. [email protected]
Postbus 515
Sportmedisch Centrum JBZ
I. www.smazeeland.nl
SMA-Vitaal
3700 AM Zeist
Jeroen Bosch Ziekenhuis, locatie Carolus
Sportartsen: A. Brons
VieCurie, Medisch Centrum voor Noord Limburg
T. 0343 499 285
Marathonloop 9
F. 0343 499 288
Postbus 1101
SMA Prosano
5801 CE Venray
E. [email protected]
5200 BD ‹s-Hertogenbosch
Wielingenlaan 2
T. 0478 522 777
I. www.smcknvb.nl
T. 073 649 12 00
4535 PA Terneuzen
F. 0478 522 775
Sportartsen: J. Frederiks, G. Goudswaard,
E. [email protected]
T. 0115 677 128
E. [email protected]
R. Timmermans, P. van Veldhoven, D. Kok, A. Hindriks
I. www.smcjbz.nl
E. [email protected]
I. www.sma-vitaal.nl
Sportartsen: M. van Wijk, K. Janssen, V. Niemeijer
I. www.prosano.nl
Sportartsen: M. van der Cruijsen-Raaijmakers,
Sportartsen: S. Praet
R. Eijkelenboom, B. Peijs
Noord-Brabant
Merseloseweg 130
SMA Sportgeneeskunde en Trainingsdiagnostiek
SMA Hart van Brabant
Gebouw Arbo Unie
Tweesteden ziekenhuis
Limburg
Sportbeleid
Drebbelstraat 1
Louis Regoutstraat 7
SMA Maastricht
Algemene en sportbeleidsorganisaties
4622 RC Bergen op Zoom
5042 RE Tilburg
Korvetweg 26
Consument en Veiligheid
T. 0164 233 443
T. 013 467 34 16
6222 NE Maastricht
Rijswijkstraat 2
E. [email protected]
E. [email protected]
T. 043 362 37 51
Postbus 75169
I. www.smi-std.nl
I. www.sma-tilburg.nl
F. 043 362 37 51
1070 AD Amsterdam
Sportartsen: J. IJzerman
Sportartsen: T. Schers
E. [email protected]
T. 020 511 45 11
I. www.smamaastricht.nl
F. 020 669 28 31
Sportartsen: M. Alsemgeest, F. Hartgens
E. [email protected]
SGA West-Brabant
SMC Tilburg
Amphia Ziekenhuis, locatie Molengracht
Olympiaplein 384
Molengracht 21
5022 DX Tilburg
SMA Mediweert
4818 CK Breda
T. 013 545 68 20
Vogelsbeek 5
Fit!vak
T. 076 595 30 13
E. [email protected]
6001 BE Weert
Sint Bernulphusstraat 13/H
F. 076 595 33 86
I. www.smc-tilburg.nl
T. 0495 - 57 28 50
Postbus 32
E. [email protected]
Sportartsen: T. Schers. G. van der Meer
E. [email protected]
6860 AA Oosterbeek
I. www.mediweert.nl
T. 026 339 07 30
Sportartsen: N. Liem
F. 026 339 07 40
I. www.amphia.nl
Sportartsen: T. Langenhorst
5
SMI Máxima Medisch Centrum (2 locaties)
I. www. veiligheid.nl
E. [email protected]
SportMáx, Máxima Medisch Centrum
TopSupport Medisch sportgezondheidscentrum
Ds. Th. Fliednerstraat 1
SGA Laurentius Ziekenhuis
Antoon Coolenlaan 1-03
Postbus 90 052
Mgr. Driessenstraat 6
5644 RX Eindhoven
5600 PD Eindhoven
6043 CV Roermond
Interprovinciaal Overleg (IPO)
T. 040 286 41 44
T. 040 888 86 88
T. 0475 382 222
Muzenstraat 61
F. 040 285 83 55
E. [email protected]
E. [email protected]
2511 WB Den Haag
E. [email protected]
I. www.sportmax.mmc.nl
I. www.lzr.nl
Postbus 16107
I. www.st-anna.nl/main/sportgeneeskunde
Sportartsen: E. Achterberg, B. te Boekhorst,
Sportartsen; B. Peijs, G. Janssen
2500 BC Den Haag
Sportartsen: R. van Oosterom
M. van der Cruijsen-Raaijmakers, B. van Essen,
V. Niemeijer, G. Schep, A. Hoogeveen
SMA Elkerliek (2 locaties)
I. www.fitvak.com
T. 070 888 12 12
Orbis Sport
F. 070 888 12 80
Maaslandziekenhuis
E. [email protected]
I. www.ipo.nl
Wesselmanlaan 25
Zeeland
H. van der Hoffplein 1
5707 HA Helmond
SMA Zeeland
6162 BG Sittard-Geleen
T. 0492 595 966
Seissingel 100
T. 088 459 55 57
Interprovinciale Organisatie Sport (IOS)
E. [email protected]
4334 AC Middelburg
E. [email protected]
Papendallaan 60
6816 VD Arnhem
204
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
205
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Postbus 302
Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)
Nederlandse Katholieke Sportfederatie (NKS)
E. [email protected]
6800 AH Arnhem
Koningin Marialaan 15-17
Industrieweg 26
I. www.sportcheque.nl
T. 026 483 44 52
2595 GA Den Haag
5262 GJ Vught
F. 026 483 47 45
Postbus 30435
Postbus 2190
Stichting Nationale Sporttotalisator/De Lotto
E. [email protected]
2500 GK Den Haag
5260 CD Vught
Laan van Hoornwijck 55
I. www.iossport.nl
T. 070 373 83 93
T. 073 613 13 76
2289 DG Rijswijk
F. 070 363 56 82
F. 073 614 57 05
Postbus 3074
Nederlandse Sport Alliantie (NSA)
E. [email protected]
E. [email protected]
2280 GB Rijswijk
Korte Bergstraat 15
I. www.vng.nl
I. www.nks.nl
3811 ML Amersfoort
T. 070 321 66 21
F. 070 367 48 72
T. 033 461 85 48
Vereniging Sport en Gemeenten (VSG)
F. 033 461 55 95
Pastoor Bruggemanlaan 33
Sportfondsen en -financierings­
organisaties
E. [email protected]
6861 GR Oosterbeek
Christelijk Nationaal Sportfonds
I. www.sportalliantie.nl
Postbus 103
Korte Bergstraat 15
Stichting Waarborgfonds Sport (SWS)
E. [email protected]
I. www.delotto.nl
6860 AC Oosterbeek
3811 ML Amersfoort
Papendallaan 7
Nederlands Instituut voor Sport & Bewegen (NISB)
T. 026 339 64 10
T. 033 461 85 48
6816 VD Arnhem
Heelsumseweg 50
F. 026 339 64 12
F. 033 461 55 95
p/a Mr. Beerninkplantsoen 168
6721 GT Bennekom
E. [email protected]
E. [email protected]
2286 MS Rijswijk
Postbus 64
I. www.sportengemeenten.nl
I. www.ncsu.nl/cns
6720 AB Bennekom
T. 070 752 47 29
M. 06 13 32 58 94
T. 0318 49 09 00
Ministerie van Volksgezondheid,Welzijn en Sport (VWS)
Fonds Gehandicaptensport
E. [email protected]
F. 0318 49 09 95
Directie Sport
Regulierenring 2b
I. www.sws.nl
E. [email protected]
Parnassusplein 5
3981 LB Bunnik
I. www.nisb.nl
2511 VX Den Haag
Postbus 200
Sportpraktijk
Postbus 20350
3980 CE Bunnik
Sportbonden
2500 EJ Den Haag
T. 030 659 73 20
Nederlandse Culturele Aikikai Federatie (NCAF)
Federatie (NOC*NSF)
T. 070 340 79 11
F. 030 659 73 73
KNSM-Laan 30
Papendallaan 60
F. 070 340 78 34
E. [email protected]
1019 LMAmsterdam
6816 VD Arnhem
I. www.minvws.nl
I. www.fondsgehandicaptensport.nl
Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport
5
T. 020 419 91 47
E. [email protected]
Postbus 302
6800 AH Arnhem
Levensbeschouwelijke koepelorganisaties
Jan Luiting Fonds
T. 026 483 44 00
Nederlandse Christelijke Sport Unie (NCSU)
Zinzendorflaan 9
F. 026 482 12 45
Korte Bergstraat 15
3703 CE Zeist
American Football Bond Nederland (AFBN)
E. [email protected]
3811 ML Amersfoort
Postbus 398
p/a Hoyledesingel 7
I. www.nocnsf.nl
T. 033 461 85 48
3700 AJ Zeist
3054 EH Rotterdam
F. 033 461 55 95
T. 030 693 76 75
Postbus 6713
Platform Sport, Bewegen en Onderwijs
E. [email protected]
F. 030 691 28 10
3002 AS Rotterdam
p/a SLO
I. www.ncsu.nl
E. [email protected]
T. 010 418 52 89
I. www.janluitingfonds.nl
E. [email protected]
Piet Heinstraat 12
I. www.aikikai.nl
7511 JE Enschede
Nederlandse Culturele Sportbond (NCS)
Postbus 2041
Meeuwenlaan 41
De Nationale Sportcheque BV
7500 CA Enschede
1021 HS Amsterdam
Zuiddijk 384-b
Atletiekunie
T. 053 484 08 40
T. 020 636 30 61
1505 HE Zaandam
Papendallaan 60
F. 053 430 76 92
F. 020 636 34 66
Postbus 90468
6816 VD Arnhem
E. [email protected]
E. [email protected]
1006 BL Amsterdam
Postbus 60100
I. www.slo.nl
I. www.sport4all.nl
T. 075 653 92 99
6800 JC Arnhem
I. www.afbn.nl
F. 075 612 44 91
206
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
207
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
T. 026 483 48 00
Postbus 2651
Nederlandse Bowling Federatie (NBF)
T. 026 495 23 09
F. 026 483 48 01
3430 GB Nieuwegein
Landjuweel 5
F. 026 495 23 09
E. [email protected]
T. 030 751 35 00
3905 PE Veenendaal
E. [email protected]
I. www.atletiek.nl
F. 030 751 35 22
T. 0318 559343
I. www.kndb.nl
E. [email protected]
F. 0318 559 349
I. www.basketball.nl
E. [email protected]
Nederlandse Danssport Organisatie (NDO)
I. www.bowlingnbf.nl
Langeweerdstraat 19
Nederlandse Autoped Federatie (NAF)
Klaas Benninkstraat 19
8281 ZV Genemuiden
Nederlandse Beugel Bond (NBB)
T. 038 385 67 47
Nieuwendijk 30
Nederlandse Bridge Bond (NBB)
M. +31 (0)6 27 40 04 85
F. 084 229 77 41
5991 JK Heeze
Nationaal Denksport Centrum Den Hommel
E. [email protected]
E. [email protected]
T. 040 226 19 72
Kennedylaan 9
I. www.ndo-danssport.nl
I. www.autoped.nl
E. [email protected]
3533 KH Utrecht
I. www.verenigingen.sport.nl/beugelen/NBB
T. 030 275 99 99 (Algemene Zaken)
Nederlandse Algemene Danssport Bond (NADB)
F. 030 275 99 00
Postbus 1055
Koninklijke Nationale Autosport Federatie (KNAF)
6686 CJ Doornenburg
Kopperwetering 3
Koninklijke Nederlandse Biljart Bond (KNBB)
E. [email protected]
7500 BB Enschede
2382 BK Zoeterwoude Rijndijk
Iepenhoeve 37
I. www.bridge.nl
T. 0900 326 24 64
Postbus 274
3438 EX Nieuwegein
2300 AG Leiden
Postbus 135
Nederlandse Casting Federatie (NCF)
E. [email protected]
T. 071 589 26 01
3430 AC Nieuwegein
Sleepnetstraat 661
I. www.nadb.eu
F. 071 582 08 80
T. 030 600 84 00
2584 GG Den Haag
E. [email protected]
F. 030 605 54 37
T. 070 350 27 10
Nederlandse Darts Bond (NDB)
I. www.knaf.nl
E. [email protected]
F. 070 350 27 10
Patrijsweg 48
I. www.knbb.nl
E. [email protected]
2289 EX Rijswijk
F. 0900 232 32 34
Nederlandse Badminton Bond (NBB)
T. 070 366 72 06
Gelderlandhaven 5
Bob en Sleebond Nederland (BSBN)
Koninklijke Nederlandse Cricket Bond (KNCB)
F. 070 367 71 59
3433 PG Nieuwegein
Sint Olofslaan 2
Wattbaan 31-49
E. [email protected]
Postbus 2070
2613 EJ Delft
3439 ML Nieuwegein
I. www.ndbdarts.nl
3430 CJ Nieuwegein
T. 015 212 85 34
Postbus 2653
T. 030 608 41 50
F. 0294 77 80 04
3430 GB Nieuwegein
Nederlandse Floorball en Unihockey Bond
F. 030 604 08 11
E. [email protected]/[email protected]
T. 030 751 37 80
Huis van de Sport
E. [email protected]
I. www.bsbn.nl
F. 030 751 37 81
Wattbaan 31-49
E. [email protected]
3439 ML Nieuwegein
I. www.badminton.nl
Algemene Boemerang Organisatie Holland
I. www.kncb.nl
T. 030 751 38 31
Koninklijke Nederlandse Baseball en Softball Bond
(ABO-Holland)
(KNBSB)
Remmersteinstraat 157
Nederlandse Curling Bond (NCB)
E. [email protected]
Wattbaan 31-49
2532 AZ Den Haag
p/a Van Boetzelaerlaan 30
I. www.nefub.nl
3439 ML Nieuwegein
T. 070 329 78 57
3828 NS Hoogland
Postbus 2650
E. [email protected]
T. 033 489 29 40
Nederlandse Frisbee Bond (NFB)
3430 GB Nieuwegein
I. www.etlaare.demon.nl/clubinfo.html
F. 033 461 29 71
Woudenbergseweg 56-58
E. [email protected]
Postbus 2136
I. www.curling.nl
3700 CC Zeist
T. 030 751 36 50
208
F. 030 751 38 30
F. 030 751 36 51
Nederlandse Boks Bond (NBB)
E. [email protected]
p/a Postbus 719
I. www.knbsb.nl
4600 AS Bergen op Zoom
Koninklijke Nederlandse Dambond (KNDB)
E. [email protected]
T. 0164 242 24 60
Worth Rhedenseweg 51
I. www.frisbeesport.nl
Nederlandse Basketball Bond (NBB)
M. +31 (0)6 17 44 50 04
6991 DW Rheden
Wattbaan 31-49
E. [email protected]
Postbus 100
3439 ML Nieuwegein
I. www.boksen.nl
6990 AC Rheden
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
5
T. 0343 49 96 99
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
209
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Nederlandse Go Bond (NGoB)
Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie
T. 030 707 36 00
Federatie van Nederlandse Klootschieters en Kogelwer-
Schokland 14
(KNHS)
F. 030 707 36 99
pers (FKK)
1181 HV Amstelveen
De Beek 125
E. [email protected]
Prins Bernhardstraat 11d
T. 020 645 55 55
3852 PL Ermelo
I. www.jbn.nl
Postbus 72
F. 020 647 32 09
Postbus 3040
E. [email protected]
3850 CA Ermelo
Koninklijke Nederlandse Kaats Bond (KNKB)
T. 0546 62 29 95
I. www.gobond.nl
7650 AB Tubbergen
T. 0577 40 82 00
Abe Lenstraboulevard 8
F. 0546 62 29 95
F. 0577 40 17 25
Postbus 131
I. www.klootschieten.com
Nederlandse Golf Federatie (NGF)
E. [email protected]
8448 JB Heerenveen
Burgemeester Verderlaan 17
I. www.paardensport.nl
T. 0513 672 244
Koninklijke Nederlandsche Kolf Bond (KNKB)
3544 AD Utrecht
F. 0513 672 240
Frederik Hendrikstraat 24
Postbus 8585
Koninklijke Nederlandse Hockey Bond (KNHB)
E. [email protected]
1723 KE Noord-Scharwoude
3503 RN Utrecht
Huis van de Sport
I. www.knkb.nl
T. 030 242 63 70
Wattbaan 31-49
F. 030 242 63 80
3439 ML Nieuwegein
Nederlandse Kano Bond (NKB)
E. [email protected]
Postbus 2654
Wattbaan 31-49
I. www.golfsite.nl
3430 GB Nieuwegein
3439 ML Nieuwegein
Koninklijk Nederlands Korfbalverbond (KNKV)
T. 030 751 34 00
Posbus 2656
Woudenbergseweg 56-58
Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU)
F. 030 751 34 01
3430 GB Nieuwegein
3707 HX Zeist
Lage Bergweg 10
E. [email protected]
T. 030 751 37 50
Postbus 417
7361 GT Beekbergen
I. www.knhb.nl
E. [email protected]
3700 AK Zeist
I. www.nkb.nl
T. 0343 49 96 00
Postbus 142
I. www.kolfbond.nl
Nederlandse Indoor en Outdoor Bowls Bond (NIOBB)
T. 055 505 87 00
Zandvoortselaan 154
Karate-Do Bond Nederland (KDBN)
E. [email protected]
F. 055 505 25 05
2106 AN Heemstede
Eisenhowerlaan 198-202
I. www.knkv.nl
E. [email protected]
Postbus 206
3527 HK Utrecht
I. www.kngu.nl
2060 AE Bloemendaal
T. 030 293 10 80
Koninklijke Nederlandse Krachtsport en Fitnessfederatie
T. 023 563 00 36
F. 030 293 75 46
(KNKF)
Nederlands Handbal Verbond (NHV)
E. [email protected]
E. [email protected]
Papendallaan 50
Pastoor Bruggemanlaan 33
I. www.niobb.nl
I. www.kbn.nl
6816 VD Arnhem
Postbus 64
Nederlandse Jeu de Boules Bond (NJBB)
Koninklijke Nederlandse Kegel Bond (KNKB)
6860 AB Oosterbeek
Wattbaan 31-49
Greidhoek 8
T. 026 483 47 00
T. 026 707 14 20
3439 ML Nieuwegein
9644 TM Veendam
F. 026 483 47 01
F. 026 707 14 21
Postbus 2655
T. 0598 61 90 16
E. [email protected]
E. [email protected]
3430 GB Nieuwegein
E. [email protected]
I. www.knkf.nl
T. 030 751 38 00
I. www.kegelbond.nl
F. 0343 49 96 50
6861 GR Oosterbeek
Postbus 302
F. 030 751 38 01
6800 AH Arnhem
Nederlandse Kruisboog Bond (NKB)
Nederlandse Handboog Bond (NHB)
E. [email protected]
Nederlandse Klim- en Bergsportvereniging (NKBV)
t.a.v. de secretaris
Sportlaan 18a
I. www.njbb.nl
Houttuinlaan 16a
Wilgenstraat 16
5242 CR Rosmalen
3447 GM Woerden
4731 BK Oudenbosch
Postbus 10101
Judo Bond Nederland (JBN)
Postbus 225
T. 0165 32 14 20
5240 GA Rosmalen
Blokhoeve 5
3440 AE Woerden
F. 0168 22 59 88
T. 073 521 01 01
3438 LC Nieuwegein
T. 0348 40 95 21
E. [email protected]
F. 073 521 97 85
Postbus 7012
F. 0348 40 95 34
I. www.nkbkruisboog.nl
E. [email protected]
3430 JA Nieuwegein
E. [email protected]
I. www.handboogsport.nl
210
T. 0226 31 46 66
E. [email protected]
7360 AC Beekbergen
I. www.nhv.nl
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
5
I. www.nkbv.nl
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
211
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Nederlandse Lacrosse Bond
E. [email protected]
Koninklijke Nederlandse Roei Bond (KNRB)
Koninklijke Nederlandse Schutters Associatie (KNSA)
M. 06 24 27 68 72
I. www.knmc.nl/vnm
Bosbaan 6
Postbus 303
E. [email protected]/[email protected]
I. www.nllax.nl
1182 AG Amstelveen
3830 AJ Leusden
Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging (KNMV)
T. 020 646 27 40
T. 033 462 23 88
Zijpendaalseweg 1
F. 020 646 38 81
F. 033 465 06 26
Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB)
6814 CA Arnhem
E. [email protected]
E. [email protected]
Displayweg 4
Postbus 650
I. www.knrb.nl
I. www.knsa.nl
3821 BT Amersfoort
6800 AR Arnhem
Postbus 1617
T. 026 352 85 10
Nederlandse Rugby Bond (NRB)
Algemene Nederlandse Sjoelbond (ANS)
3800 BP Amersfoort
F. 026 352 85 22
Bok de Korverweg 6
Jonkershof 9
T. 033 454 26 00
E. [email protected]
1067 HR Amsterdam Geuzenveld
6561 AN Groesbeek
F. 033 454 26 45
E. [email protected]
Postbus 8811
T. 024 373 73 35
E. [email protected]
I. www.knmv.nl
1006 JA Amsterdam
E. [email protected]
T. 020 480 81 00
I. www.sjoelsport.nl
I. www.knltb.nl
Nederlandse Onderwatersport Bond (NOB)
F. 020 480 81 01
Koninklijke Nederlandse Bond voor Lichamelijke
Landjuweel 62
E. [email protected]
Skate Bond Nederland (SBN)
Opvoeding (KNBLO)
Postbus 326
I. www.rugby.nl
Van Boetzelaerlaan 28
Groesbeekseweg 41
3900 AH Veenendaal
3828 NS Hoogland
Postbus 1020
T. 0318 559 347
Koninklijke Nederlandse Schaak Bond (KNSB)
Postbus 1463
6501 BA Nijmegen
F. 0318 559 348
Frans Halsplein 5
3800 BL Amersfoort
T. 024 365 55 75
E. [email protected]
2021 DL Haarlem
T. 033 489 29 45
F. 024 365 55 80
I. www.onderwatersport.org
T. 023 525 40 25
F. 033 462 08 23
E. [email protected]
I. www.wandel.nl
F. 023 525 43 53
E. [email protected]
Federatie Oosterse Gevechtskunsten (FOG)
E. [email protected]
I. www.skatebond.nl
Postbus 517
I. www.schaakbond.nl
Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart
3500 AM Utrecht
(KNVvL)
E. [email protected]
Koninklijke Nederlandse Schaatsenrijders Bond (KNSB)
President Kennedylaan 15
Houttuinlaan 16 a
I. www.oostersegevechtskunsten.nl
Van Boetzelaerlaan 28-30
2517 JK Den Haag
3447 GM Woerden
Nederlandse Ski Vereniging (NSkiV)
3828 NS Hoogland
Postbus 82100
T. 0348 437 060
Nederlandsche Oriënteringsloop Bond (NOLB)
Postbus 1120
2508 EC Den Haag
F. 0348 437 069
p/a Vondellaan 221
3800 BC Amersfoort
T. 070 310 11 00
E. [email protected]
3848 BH Harderwijk
T. 033 489 20 00
F. 070 427 31 13
I. www.knvvl.nl
Federatieve Nederlandse Midgetgolfbond (FNMB)
5
T. 0341 41 64 93
F. 033 462 08 23
E. [email protected]
E. [email protected]
E. [email protected]
I. www.wintersport.nl
I. www.nolb.nl
I. www.knsb.nl
Kloksveen 39
Squash Bond Nederland
8426 TA Appelscha
Nederlandse Racquetball Associatie (NRA)
Koninklijke Nederlandse Algemene Schermbond (KNAS)
Scheglaan 12
F. 084 722 72 86
2717 BS Zoetermeer
Sportlaan 18a
2718 KZ Zoetermeer
E. [email protected]
p/a Westboschlaan 171
5242 CR Rosmalen
Postbus 711
I. www.fnmb.nl
2265 GA Leidschendam
Postbus 10101
2700 AS Zoetermeer
T. 079 323 99 14
5240 GA Rosmalen
T. 079 361 54 00
Koninklijke Nederlandse Motorboot Club (KNMC)
F. 079 341 39 56
T. 073 528 00 67
F. 079 361 53 95
Meent 2 a
M. 06 50 25 48 82
F. 073 528 00 68
E. [email protected]
4141 AC Leerdam
E. [email protected]
E. [email protected]
I. www.squash.nl
T. 0345 623 100
I. www.racquetball.nl
I. www.knas.nl
F. 0345 623 362
212
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
213
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Taekwondo Bond Nederland (TBN)
T. 030 751 37 70
Watersportverbond
Nederlandse Brandweer Sport Bond (NBSB)
Papendallaan 50
F. 030 751 37 71
Huis van de Sport
Kobaltweg 59-61
6816 VD Arnhem
E. [email protected]
Wattbaan 31-49
3442 GD Utrecht
Postbus 5159
I. www.nedtriathlonbond.org
3439 ML Nieuwegein
T. 030 240 45 02
Postbus 2658
E. [email protected]
3430 GB Nieuwegein
I. www.brandweersport.nl
6802 ED Arnhem
T. 026 483 47 84
Nederlandse Vijfkampbond
F. 026 483 47 89
Landweg 235
T. 030 751 37 00
E. [email protected]
Postbus 303
F. 030 656 47 83
Stichting Homosport Nederland
I. www.taekwondobond.nl
3830 AJ Leusden
E. [email protected]
Meeuwenlaan 41
T. 033 432 45 52
I. www.watersportverbond.nl
1021 HS Amsterdam
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie (KNWU)
E. [email protected]
Wattbaan 31-49
I. www.homosport.nl
Nederlandse Tafeltennis Bond (NTTB)
E. [email protected]
Van der Hagenstraat 26 a
I. www.nederlandsevijfkampbond.nl
2722 NT Zoetermeer
T. 020 636 29 32
Postbus 600
Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB)
3439 ML Nieuwegein
2700 MD Zoetermeer
Woudenbergseweg 56-58
Postbus 2661
Gehandicaptensport Nederland
T. 079 343 81 40
3707 HX Zeist
3430 GB Nieuwegein
Regulierenring 2b
F. 079 343 81 50
Postbus 515
T. 030 751 33 00
3981 LB Bunnik
E. [email protected]
3700 AM Zeist
F. 030 751 33 01
Postbus 200
T. 0900 8075
E. [email protected]
3980 CE Bunnik
F. 0343 49 91 99
I. www.knwu.nl
T. 030 659 73 00
I. www.nttb.nl
Nederlandse Tang Soo Do – Moo Duk Kwan Bond
E. [email protected]
Bergselaan 162b
I. www.knvb.nl
3037 CH Rotterdam
F. 030 659 73 73
Nederlandse IJshockey Bond (NIJB)
E. [email protected]
Van der Hagenstraat 26-B
I. www.gehandicaptensport.nl
T. 010 466 77 92
Nederlandse Volleybal Bond (NeVoBo)
2722 NT Zoetermeer
E. [email protected]
Wattbaan 31-49
Postbus 292
Nederlandse Politie Sportbond (NPSB)
I. www.ntmb.net
3439 ML Nieuwegein
2700 AG Zoetermeer
Postbus 100
Postbus 2659
T. 079 330 50 50
3970 AC Driebergen
3430 GB Nieuwegein
F. 079 330 50 51
Loes van Overheemlaan 11
Landjuweel 5
T. 030 751 36 00
E. [email protected]
3832 RZ Leusden
3905 PE Veenendaal
F. 030 751 36 01
I. www.nijb.nl
E. [email protected]
Postbus 326
E. [email protected]
3900 AH Veenendaal
I. www.volleybal.nl
Nederlandse Toer Fiets Unie (NTFU)
T. 0318 58 13 00
5
I. www.politiesport.nl
Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB)
Wattbaan 31-49
Studentensport Nederland (SSN)
F. 0318 58 13 09
Nederlandse Wandelsport Bond (NWB)
3439 ML Nieuwegein
Lawickse Allee 9
E. [email protected]
Pieterskerkhof 22
Postbus 7217
6701 AN Wageningen
I. www.ntfu.nl
3512 JS Utrecht
3430 JE Nieuwegein
T. 0317 41 14 69
T. 030 231 94 58
T. 030 751 32 00
F. 0317 41 35 37
Nederlandse Touwtrek Bond
F. 030 230 01 59
F. 030 751 32 01
E. [email protected]
Kolenbranderserf 47
E. [email protected]
E. [email protected]
I. www.studentensport.nl
6961 JK Eerbeek
I. www.nwb-wandelen.nl
I. www.knzb.nl
I. www.sportstage.nl
E. [email protected]
Nederlandse Waterski & Wakeboard Bond (NWWB)
Categorale sportorganisaties
Sportspecifieke beroepsorganisaties
I. www.touwtrekken.com
Wattbaan 31- 49
Nederlandse Bedrijfssport Federatie (NBF)
Vereniging Badminton Oefenmeesters (VBO)
3439 ML Nieuwegein
p/a Primulastraat 18
p/a Wipmolen 59
Nederlandse Triathlon Bond (NTB)
T. 030 751 37 35
5644 LK Eindhoven
3352 XM Papendrecht
Postbus 1267
E. [email protected]
T. 040 211 12 52
M. 06 21 20 07 21
3430 BG Nieuwegein
I. www.waterskibond.nl
E. [email protected]
E. [email protected]
I. www.bedrijfssport.org
I. www.vbo-trainer.nl
T. 0313 65 21 63
214
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
215
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Nederlandse Vereniging van Bowling Trainers (NVBT)
Nederlandse Korfbal Trainers Vereniging (NKTV)
T. 020 480 81 00
Centrale Organisatie van Voetbalscheidsrechters (COVS)
Kriegerstraat 17
De Haal 5
E. [email protected]
Goorestraat 1
5631 JA Grave
1511 AB Oostzaan
E. [email protected]
T. 075 684 33 83
Nederlandse Akademie van Schermleraren (NAS)
E. [email protected]
Van der Lecklaan 26
E. [email protected]
I. www.nktv.nl
6708 MP Wageningen
I. www.covs.nl
Postbus 440
Algemene Looptrainers Vereniging (ALV)
E. [email protected]/[email protected]
Nederlandse Vereniging van Volleybal Oefenmeesters
5400 AK Uden
p/a N. Groenewegen, penningmeester
I. www.nederlandse-akademie-van-schermleraren.nl
(NVVO)
T. 0413 27 03 82
Oegstgeesterweg 277
F. 0413 27 08 87
2231 AW Rijnsburg
Nederlandse Vereniging van Schietsport Trainers (NVST)
E. [email protected]
T. 071 402 27 05
Van Bijnkershoeklaan 203
I. www.nbjjv.nl
E. [email protected]
3527 XE Utrecht
Beroepsvereniging voor docenten Weerbaarheid en Zelf-
T. 030 292 61 87
verdediging (BWZ)
E. [email protected]
p/a Kleine Braakweg 25
Stichting Nederlandse Budo Judo Jitsu Vormgeving
(NBJJV)
5283 RD Boxtel
M. 06 18 47 24 05
T. 0317 42 15 07
E. [email protected]
I. www.nvvo.org
Nederlandse Vereniging van Werkers in Gymnastische
Belangenvereniging Leraren Martial Arts (BLMA)
Sporten (NVWIG)
Alblasstraat 58 II
Hoofdstraat 162
1079 ZP Amsterdam
Nederlandse Vereniging van Ski- en sneeuwsportleraren
E. [email protected]
2406 GP Alphen aan den Rijn
T. 020 442 05 74
(NVVS)
I. www.bwz.nu
T. 0172 49 18 95
E. [email protected]
p/a St. Annastraat 4
E. [email protected]
7371 EP Loenen (Gld)
1381 XR Weesp
Nederlandse Vereniging Van Zwemsport Trainers
Belangenvereniging voor Beroepsbeoefenaars in de
T. 0294 45 05 60
(NVVZT)
Europese Handbal Trainers Vereniging (EHTV)
Massage- en Sportverzorgingsbranche
F. 0294 45 05 61
Steffenberg 12
Hazelaarsgaard 30
Postbus 29
E. [email protected]
3491 CZ Westerbork
5283 ES Boxel
3360 AA Sliedrecht
I. www.nvvski.org
T. 0593 54 28 27
T. 0411 676 674
T. 010 421 77 88
E. [email protected]
E. [email protected]
Nederlandse Vereniging van Taekwondo Leraren (NVTL)
I. www.ehtv.nl
I. www.eerste-nvvs.nl/pagesnw/bms
Markgraaflaan 97
E. [email protected]
I. www.zwemtrainers.nl
3131 VL Vlaardingen
Vak- en belangenorganisaties
T. 010 434 34 00
Landelijke Bond van Amateurvoetbalverenigingen (LBA)
Platform vereniging van trainers in de handboogsport
Nederlandse Vereniging van Lesgevers Sport en
Wilsterstraat 32
Bewegen 55+
1791 XT Den Burg
Turfschip 252
Vereniging van Tafeltennis Trainers (VVTT)
1506 CW Zaandam
T. 0222 31 36 92
1186 XV Amstelveen
p/a Poortersdreef 1
T. 075 684 51 85
E. [email protected]
Vereniging van Hockey Oefenmeesters (VHO)
5
Zeemansstraat 112
T. 020 645 18 99 (Ria Thomas)
3824 DL Amersfoort
E. [email protected]
E. [email protected]/[email protected]
T. 033 472 60 15
I. www.lba-voetbal.nl
I. www.vmlnederland.nl
E. [email protected]
Dommerholtsweg 2
I. www.nttb.nl/vvtt
Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB
Wassenaarseweg 220
7213 ET Gorssel
Reddingsbrigades Nederland
T. 0575 493 241
Dokweg 19
Vereniging van Nederlandse Tennisleraren (VNT)
2596 EC Den Haag
1976 CA IJmuiden
Postbus 93259
Postbus 93200
Nederlandse Vereniging van Jiu Jitsu en Judo Leerkrach-
T. 0255 54 58 58
2509 AG Den Haag
2509 BA Den Haag
ten (NVJJL)
F. 0255 51 25 84
T. 070 385 90 01
T. 070 314 71 47
p/a Langestraat 63
E. [email protected]
F. 070 383 64 09
F. 070 314 69 69
1271 RA Huizen
I. www.redned.nl
E. [email protected]
I. www.anwb.nl
T. 035 526 62 95
I. www.tennisleraren
E. [email protected]
Nederlandse Rugby Trainers Vereniging (NRTV)
I. www.nvjjl.nl
Postbus 8811
1006 JA Amsterdam
216
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
217
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Coaches Betaald Voetbal (CBV)
T. 023 554 69 30
T. 079 353 67 89
Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking
Rechterland 1
F. 023 554 69 31
F. 079 353 67 65
en Duurzame Ontwikkeling (NCDO)
8024 AH Zwolle
E. [email protected]
E. [email protected]
Mauritskade 63
Postbus 1
I. www.vvcs.nl
I. www.fnvsport.nl
1092 AD Amsterdam
T. 088 850 86 10
ENVOZ
HISWA Vereniging
F. 088 850 86 13
Postbus 1064
Hoofdstraat 82
T. 020 568 87 88
E. [email protected]
2280 CB Rijswijk
3972 LB Driebergen
F. 020 568 87 87
8000 AA Zwolle
I. www.coachesbv.nl
Postbus 94020
1090 GA Amsterdam
T. 070 307 03 44
Postbus 102
E. [email protected]
F. 070 415 09 26
3970 AC Driebergen
I. www.sportdevelopment.org
Nederlandse Federatie van Betaald voetbal Organisaties
E. [email protected]
T. 0343 52 47 24
(FBO)
I. www.envoz.nl
F. 0343 52 47 25
Stichting belangenbehartiging niet-commerciële zwem-
Woudenbergseweg 50
E. [email protected]
badgebruikers (NICOZ)
3953 MH Maarsbergen
Fietsersbond
E. [email protected]
Meeuwenlaan 41
Postbus 50
Kanaalweg 50
I. www.hiswa.nl
1021 HS Amsterdam
3950 AB Maarn
3531 PV Utrecht
T. 0343 438 430
Postbus 2828
Landelijk Netwerk Vrouwen in de Sport (LNVS)
F. 020 636 34 66
F. 0343 438 439
3500 GV Utrecht
Wageningseberg 174
E. [email protected]
E. [email protected]
T. 030 291 81 71
3524 LT Utrecht
I. www.sport4all.nl/htm/linknicoz.htm
I. www.fbo.nl
F. 030 291 81 88
p/a Graaf Florislaan 5
E. [email protected]
1399 VL Muiderberg
NLcoach
I. www.fietsersbond.nl
T. 030 280 21 75
Wattbaan 31-49
E. [email protected]
3439 ML Nieuwegein
I. www.lnvs.nl
T. 030 751 38 20
Vereniging van Buitensport Ondernemingen Nederland
(VeBON)
T. 020 636 30 61
Stationsstraat 2 a
Stichting Fietsplatform
3851 NH Ermelo
Berkenweg 30
Postbus 83
3818 LB Amersfoort
Koninklijke Vereniging van Leraren Lichamelijke Opvoe-
E. [email protected]
3850 AB Ermelo
Postbus 846
ding (KVLO)
I. www.nlcoach.nl
T. 0341 55 90 00
3800 AV Amersfoort
Zinzendorflaan 9
F. 0341 55 90 80
T. 033 465 36 56
3703 CE Zeist
NL sporter
E. [email protected]
F. 033 465 43 77
Postbus 398
Wattbaan 31-49
I. www.vebon.nl
E. slf@fietsplatform
3700 AJ Zeist
3439 ML Nieuwegein
I. www.fietsplatform.nl
T. 030 692 08 47
T. 030 751 38 36
Civiq
F. 030 751 38 21
F. 030 691 28 10
E. [email protected]
Catharijnesingel 47
European Fitness & Aerobic Association (EFAA)
E. [email protected]
I. www.nlsporter.nl
3511 GC Utrecht
Graafschap Hornelaan 136
I. www.kvlo.nl
Postbus 19129
6004 HT Weert
Vereniging NOV
3501 DC Utrecht
T. 0495 53 32 29
Stichting LERF (Landelijke ErkenningsRegeling
Catharijnesingel 47
T. 030 789 20 00
F. 0495 52 07 91
Fitnesscentra)
Postbus 19129
F. 030 789 21 11
E. [email protected]
Sportlaan 331
3501 DC Utrecht
E. [email protected]
I. www.efaa.nl
2566 KP Den Haag
T. 030 789 20 46
I. www.civiq.nl
I. www.movisie.nl
5
T. 070 323 87 34
F. 030 789 21 11
Federatie FNV Sport
F. 070 323 87 50
E. [email protected]
I. www.nov.nl
Oudenoord 170
E. [email protected]
Vereniging van Contract Spelers (VVCS)
3513 EV Utrecht
I. www.lerf.nl
Taurusavenue 35
Postbus 1555
Nederlandse Vereniging van Olympische Deelnemers
2132 LS Hoofddorp
3500 BN Utrecht
p/a NOC*NSF Topsport
Postbus 302
218
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
219
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
6800 AH Arnhem
6532 ZV Nijmegen
E. [email protected]
E. [email protected]
T. 026 483 45 54
T. 024 373 78 08
I. www.vvon.nl
I. www.npz-nrz.nl
E. [email protected]
F. 024 373 78 07
I. www.nvod.nl
E. [email protected]
Vrijetijdsnetwerk
Nieuwe carrière voor ex-topsporters (N-ex-t)
Archimedesstraat 17
Theo Koomenlaan 7
Branchevereniging Sport en Cultuurtechniek
Vereniging voor Sport en Recht
4816 BA Breda
5644 HZ Eindhoven
Postbus 6
Postbus 560
Postbus 3917
Postbus 12
5120 AA Rijen
6800 AN Arnhem
4800 DX Breda
5110 AA Baarle-Nassau
M. 06 22 52 85 23
T. 026 353 82 23
T. 076 533 23 76
T. 013 214 07 71
F. 0161 22 25 08
F. 026 353 82 94
M. 06 16 08 03 04
F. 084 740 98 83
E. [email protected]
E. [email protected]/[email protected]
E. [email protected]
E. [email protected]
I. www.bsenc.nl
I. www.sport-en-recht.nl/vsr
I. www.vrijetijdsnetwerk.nl
E. [email protected]
Stichting Nederlandse Sport Pers Service (NSP)
Sportfondsen Nederland bv
Stichting Wandelplatform-LAW
Verrijn Stuartlaan 7
Postjesweg 175
Berkenweg 30
Provinciale sportorganisaties
2288 EK Rijswijk
Postbus 90367
3818 LB Amersfoort
SportDrenthe
Postbus 1782
1006 BJ Amsterdam
Postbus 846
Eisenhouwerstraat 35
2280 DT Rijswijk
T. 020 355 05 55
3800 AV Amersfoort
7901 AG Hoogeveen
T. 070 415 78 98
F. 020 355 06 66
T. 033 465 36 60
Postbus 84
F. 070 415 78 00
E. [email protected]
F. 033 465 43 77
7900 AB Hoogeveen
E. [email protected]
I. www.sportfondsen.nl
E. [email protected]
T. 0528 23 37 75
I. www.wandelnet.nl
F. 0528 23 37 79
5
I. www.n-ex-t.nl
I. www.nsp.nl
Stichting De Sportwereld
Postbus 11781
Werkgeversorganisatie in de Sport (WOS)
Multatulilaan 12
1001 GT Amsterdam
Papendallaan 50
4103 NM Culemborg
T. 020 692 89 03
Postbus 185
Sportservice Flevoland
Postbus 400
E. [email protected]
6800 AD Arnhem
Middendreef 227, tweede etage
4100 AK Culemborg
I. www.desportwereld.nl
T. 026 483 44 50
Postbus 2251
I. www.sportdrenthe.nl
F. 026 483 44 51
8203 AG Lelystad
F. 0345 85 16 50
Stichting LOOT
E. [email protected]
T. 0320 25 11 13
E. [email protected]
Postbus 1112
I. www.w-o-s.nl/www.werkenindesportvereniging.nl
F. 0320 25 02 97
I. www.proprof.nl
1810 KC Alkmaar
T. 0345 85 14 32
E. [email protected]
Vereniging van Recreatie-ondernemers Nederland
E. [email protected]
Vereniging voor Beroeps Wielrenners (VVBW)
I. www.sportflevo.nl
Harderwijkweg 5
(RECRON)
Thomas van Aquino, katholieke groepering van de KVLO
2803 PW Gouda
SPORT fryslân
Hoofdstraat 82
Paulus Potterstraat 26
T. 0182 57 11 72
Kalverdijkje 77c
Postbus 102
5143 GX Waalwijk
F. 0182 53 27 32
8924 JJ Leeuwarden
3970 AC Driebergen
T. 0416 33 30 22
E. [email protected]
Postbus 757
T. 0343 52 47 00
E. [email protected]
I. www.fnv.nl/fnvbonden/sport
8901 BN Leeuwarden
F. 0343 52 47 01
I. www.kvlo-thomas.nl
I. www.recron.nl
T. 058 267 79 10
Nationaal Platform Zwembaden (NPZ)
F. 058 267 15 50
Vakbond Voetbal Oefenmeesters in Nederland (VVON)
Arnhemsebovenweg 285
E. [email protected]
I. www.sportfryslan.nl
E. [email protected]
Rosenstraat 39
3971 MH Driebergen
Samenwerkende Organisaties Voetbal Supporters
7581 CS Losser
Postbus 119
(SOVS)
T. 053 536 06 37
3970 AC Driebergen
Gelderse Sport Federatie
Graafseweg 274
F. 053 536 06 38
T. 0343 51 81 18
Turfstraat 1
F. 0343 53 10 80
6811 HL Arnhem
Postbus 218
220
E. [email protected]
Pro Prof
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
221
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Postbus 60066
Sportservice Noord-Holland
Sport Management Institute
Stichting Opleidingen in de Sportgeneeskunde (SOS)
6800 JB Arnhem
Nieuwe Gracht 7
- MBA Sportmanagement
- Sportgeneeskunde
T. 026 354 03 99
2011 NB Haarlem
Postbus 1332
Prof. Bronkhorstlaan 10
F. 026 354 03 98
Postbus 338
9701 BH Groningen
Postbus 52
E. [email protected]
2000 AH Haarlem
T. 050 525 73 86
3723 MB Bilthoven
I. www.gelderland-sport.nl
T. 023 531 94 75
F. 050 527 51 31
T. 030 225 22 90
F. 023 532 21 94
E. [email protected]
F. 030 225 24 98
Huis voor de Sport Groningen
E. [email protected]
I. www.wagnergroup.nl
E. [email protected]
Laan van de sport 6
I. www.sportservicenoordholland.nl
9603 TG Hoogezand
5
I. www.sportgeneeskunde.com
Rijksuniversiteit Groningen
Postbus 177
Sportservice Overijssel
- Bewegingswetenschappen
Hbo-opleidingen
9600 AD Hoogezand
Jacob Catsstraat 25
Ant. Deusinglaan 1
Hogeschool van Amsterdam
T. 0598 32 32 00
8023 AE Zwolle
Postbus 196
Bewegen, Sport en Voeding
F. 0598 32 54 48
Postbus 260
9700 AD Groningen
- Lichamelijke Opvoeding
E. [email protected]
8000 AG Zwolle
T. 050 363 27 19
- Sport, Management en Ondernemen
I. www.huisvoordesportgroningen.nl
T. 038 457 77 77
F. 050 363 31 50
- Voeding en Diëtetiek
F. 038 452 89 92
I. www.rug.nl/bewegingswetenschappen
Dr. Meurerlaan 8
Huis voor de Sport Limburg
E. [email protected]
Mercator 1
I. www.sportserviceoverijssel.nl
6135 KW Sittard
1067 SM Amsterdam
Rijksuniversiteit Groningen
Postbus 1025
- Sporteconomie en statistiek
1000 BA Amsterdam
Postbus 5061
SportZeeland
Postbus 800
T. 020 523 63 11
6130 PB Sittard
Seissingel 100
9700 AV Groningen
E. sm&[email protected]
T. 046 477 05 90
4334 AC Middelburg
T. 050 363 27 19
E. [email protected]
F. 046 477 05 99
T. 0118 64 07 00
F. 050 363 31 50
I. www.alo.hva.nl
E. [email protected]
F. 0118 64 07 11
I. www.rug.nl/economie
I. www.huisvoordesportlimburg.nl
E. [email protected]
I. www.sportzeeland.nl
Sportservice Midden Nederland
Hogeschool van Amsterdam
Universiteit Maastricht
Economie en Management
- Bewegingswetenschappen
- Johan Cruyff University
Wattbaan 31-49
Sportservice Zuid-Holland
Postbus 616
- Sportmarketing
3439 ML Nieuwegein
Arckelweg 30
6200 MD Maastricht
Fraijlemaborg 133
Postbus 2657
Postbus 70
T. 043 388 56 66
1102 CV Amsterdam
3430 GB Nieuwegein
2685 ZH Poeldijk
F. 043 388 57 07
Postbus 22575
T. 030 751 38 40
T. 0174 24 49 40
E. [email protected]
1100 DB Amsterdam
F. 030 751 38 41
F. 0174 28 11 47
I. www.fdgw.unimaas.nl
T. 020 523 63 11
E. [email protected]
E. [email protected]
I. www.sportservicemiddennederland.nl
I. www.sportservicezuidholland.nl
Sportservice Noord-Brabant
Sportonderwijs
Nieuwkerksedijk 21a
Universitaire opleidingen
Warandelaan 2
- Leraar Lichamelijke Opvoeding
5051 AC Goirle
Vrije Universiteit Amsterdam
Postbus 90153
- Sport, Gezondheid en Management
Postbus 106
- Bewegingswetenschappen
5000 LE Tilburg
- Sport- en bewegingseducatie
5050 AC Goirle
Van der Boechorststraat 9
T. 013 466 24 54
Kapittelweg 33
T. 013 534 90 27
1081 BT Amsterdam
F. 013 466 81 83
6525 EN Nijmegen
F. 013 534 78 66
T. 020 598 20 00
E. [email protected]
Postbus 6960
E. [email protected]
F. 020 598 85 29
I. www.uvt.nl/socialewetenschappen
6503 GL Nijmegen
I. www.ssnb.nl
I. www.fbw.vu.nl
F. 020 523 60 77
Universiteit van Tilburg
I. www.dem.hva.nl
- Sociaal-Culturele Wetenschappen, bachelor
Vrijetijdwetenschappen
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
T. 024 353 11 11
E. [email protected]
I. www.han.nl
222
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
223
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
NHTV internationale hogeschool Breda
Christelijke Agrarische Hogeschool Dronten
Hogeschool INHolland Haarlem
T. 0877 87 76 55
- Vrijetijdsmanagement, thema sport
- Bedrijfskunde en Agribusiness, hippische bedrijfskunde
- Sport en Bewegen (Lifestyle en Gezondheid)
F. 0877 87 76 44
Archimedesstraat 17
De Drieslag 1
-Sportmanagement (afstudeerrichting Management,
E. [email protected]
Postbus 3917
8251 JZ Dronten
Economie en Recht)
I. www.fontys.nl/bedrijfshogeschool
4800 DX Breda
T. 0321 38 61 00
Blijdorplaan 15
T. 076 530 22 03
F. 0321 31 30 40
2015 CE Haarlem
Fontys Sporthogeschool Tilburg
F. 076 530 22 05
E. [email protected]
Postbus 558
- Sports & Education
E. [email protected]
I. www.cah.nl
2003 RN Haarlem
- Master of Sports
T. 0900-inholland (0900 464 655 263)
Goirleseweg 46
Fontys Hogeschool Marketing Management
T. 023 541 24 12
5026 PC Tilburg
Haagse Hogeschool
- CE-Leisure & Experience
F. 023 541 24 99
Postbus 90900
- Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding
Rachelsmolen 1
E. [email protected]
5000 GA Tilburg
- Sportmanagement (Sport en Bewegen)
5612 MA Eindhoven
I. www.inholland.nl
Laan van Poot 363
Postbus 347
2566 DA Den Haag
5600 AH Eindhoven
Hogeschool Rotterdam
E. [email protected]
Postbus 13336
T. 0877 877 266
- Sportmarketing en Management
I. www.fontys.nl/sporthogeschool
2501 EH Den Haag
E. [email protected]
- Topsportklas Rotterdam (specialisatie commerciële
T. 070 448 32 22
I. www.fontys.nl/marketingmanagement
I. www.nhtv.nl
F. 070 448 32 33
T. 0877 87 01 99
F. 0877 87 53 88
economie)
Fontys Economische Hogeschool Tilburg
- Vrijetijdsmanagement, thema sport
- Sport, Economie en Communicatie(CE-SPECO)
E. [email protected]
Saxion Hogescholen
Kralingse Zoom 91
-Co-SPECO, Sport en Media (differentiatie van
I. www.hhs.nl
- Commerciële economie, Randstad Topsport Academie
3063 ND Rotterdam
M.H. Tromplaan 28
Postbus 25035
- Johan Cruyff University
Helicon Opleidingen NHB
7513 AB Enschede
3001 HA Rotterdam
Professor Goossenslaan 1-02
- Nederlandse Hippische Beroepsopleidingen
Postbus 70000
T. 010 241 41 41
5022 DM Tilburg
Bruggenseweg 11a
7500 KB Enschede
F. 010 453 60 22
Postbus 90903
5752 SC Deurne
T. 053 487 18 71
E. [email protected]
5000 GD Tilburg
Postbus 44
E. [email protected]
I. www.hogeschool-rotterdam.nl
T. 0877 87 72 22
5750 AA Deurne
I. www.saxion.nl
T. 0493 31 30 06
Communicatie)
E. [email protected]
Fontys Hogeschool Sittard
I. www.fontys.nl/feht
F. 0493 32 11 51
Hanzehogeschool Groningen
- Sports & Education
E. [email protected]
Instituut voor Sportstudies
- Sport & Wellness
Hogeschool Utrecht
I. www.helicon.nl
- Sport, Gezondheid en Management
- Sports & Leisure
- Sport en Entertainment Marketing
- Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding
Mgr. Claessensstraat 4
Padualaan 101
Hogeschool INHolland Amsterdam/Diemen
De heer A. Broeke
6131 AJ Sittard
3584 CH Utrecht
- Vrijetijdsmanagement, differentiatie sport en
Zernikeplein 1
Postbus 558
Postbus 85029
9747 AS Groningen
6130 AN Sittard-Geleen
3508 AA Utrecht
beweging
5
Studie Informatiepunt
Postbus 30030
T. 0877 87 86 88
T. 030 258 62 00
Wildenborch 6
9700 RM Groningen
F. 0877 87 55 00
F. 030 258 62 05
1112 XB Diemen
T. 050 595 55 55
E. [email protected]
E. [email protected]
Postbus 261
F. 050 595 56 78
I. www.fontys.nl/sporthogeschool
I. www.hu.nl
1110 AG Diemen
E. [email protected]
T. 0900 464 655 236/020 495 11 11
I. www.hanze.nl/sportstudies
Fontys Bedrijfshogeschool Tilburg
Hogeschool WindesheimSchool of Human Movements
E. [email protected]
- Deeltijdopleiding Sportmanagement
and Sports
I. www.inholland.nl
Professor Goosenslaan 1-01
- Sport en Bewegen
5025 DM Tilburg
- Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding
Postbus 90909
- Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie
5000 GL Tilburg
224
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
225
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Campus 2-6
T. 0900 95 99
F. 0493 32 11 51
T. 088 657 26 57
8017 CA Zwolle
E. [email protected]
E. [email protected]
F. 088 657 26 00
Postbus 10090
I. www.rocva.nl
I. www.helicon.nl
E. [email protected]
8000 GB Zwolle
I. www.davinci.nl
T. 038 469 99 11
ROC ASA
ROC Mondriaan
E. [email protected]
- Bewegingsagoog
- Sport-en bewegingsbegeleider
ROC A12
I. www.windesheim.nl
- Buurt-, Onderwijs- en Sportmedewerker
- Sport- en bewegingscoordinator
- Sport- en bewegingsleider
- Operationeel Sport- en Bewegingsmanager
- Sport- en bewegingsleider
- Sport- en bewegingscoördinator
Mbo-opleidingen
- Sport en Bewegingscoördinator
Brasserkade 1
- Sport- en bewegingscoördinator Dans
ROC ID College
- Sport en Bewegingsleider
2612 CA Delft
Reehorsterweg 80
- Sport- en bewegingsleider
- Sport en Bwegingsbegeleider
T. 088 666 36 35
6717 LG Ede
- Sport- en bewegingsbegeleider
- Trainer/Coach
F. 088 666 47 63
Postbus 78
- Sport- en bewegingscoördinator
De Boelelaan 1109
E. [email protected]
6710 BB Ede
Postbus 7229
1081 HV Amsterdam
I. www.rocmondriaan.nl
T. 0800 762 21 24
2701 AE Zoetermeer
T. 020 495 24 00
T. 0800 222 0800
E. [email protected]
E. [email protected]
I. www.idcollege.nl
F. 0318 45 54 01
ROC Kop van Noord-Holland
E. [email protected]
- Sport- en bewegingsleider
I. www.a12.nl
ROC Aventus
- Sport en bewegen
- MBO Dans
Kievitstraat 31
Drenthe College
ROC Horizon College
- Sport-en bewegingsbegeleider
1781 ZA Den Helder
- Sport- en bewegingsbegeleider/assistent
- Sport- en bewegingsleider
- Sport- en bewegingscoördinator
Postbus 250
- Sport- en bewegingsleider
- Sport- en bewegingsbegeleider
- Sport- en bewegingsleider
1780 AG Den Helder
- Sport- en bewegingscoördinator
- Sport- en bewegingscoördinator
Laan van de Mensenrechten 500
T. 0223 61 12 60
Postbus 173
Kruseman van Eltenweg 4
7331 VZ Apeldoorn
F. 0223 61 02 13
7800 AD Emmen
1817 BC Almaar
T. 0800 283 68 87
E. [email protected]
T. 0800 881 23 45
T. 072 547 66 00
E. [email protected]
I. www.rockopnh.nl
E. [email protected]
F. 072 547 66 13
I. www.aventus.nl
I. www.horizoncollege.nl
I. www.sportenbewegenemmen.nl
Graafschap College
Rijn IJssel (CIOS - Sport en Bewegen)
- Sport-en bewegingsbegeleider
ROC van Twente
ROC Flevoland
- Sport- en bewegingsleider
- Sport- en bewegingscoordinator
- Sport- en bewegingsleider
- Sport en bewegen
- Sport- en bewegingsbegeleider
- Sport- en bewegingsleider
- Sport- en bewegingsbegeleider
- Sport- en bewegingsbegeleider
- Sport- en bewegingscoördinator
Dr. Bardetplaats 7
- Sport- en bewegingscoördinator
Louis Armstrongweg 36-42
- Deeltijdopleiding Sport en Bewegen
7001 DV Doetinchem
- Johan Cruyff College
1311 RK Almere
Beukenlaan 3
T. 0314 35 35 40
Grolsch Veste
T. 036 547 73 00
6823 MA Arnhem
E. [email protected]
Colosseum 65
F. 036 547 73 01
T. 026 355 74 11
I. www.graafschapcollege.nl
7521 PP Enschede
E. [email protected]
F. 026 355 74 39
I. www.rocflevoland.nl
E. [email protected]
Da Vinci College
E. [email protected]
I. www.rijnijssel.nl
- Sport- en bewegingscoördinator/trainer/coach
E. [email protected]
- Sport- en bewegingscoördinator/Bos medewerker
I. www.rocvantwente.nl
ROC Amsterdam
226
T. 053 850 86 40
- Sport- en bewegingsleider
Helicon Opleidingen NHB
- Sport- en bewegingscoördinator
- Sport- en bewegingsbegeleider
- Nederlandse Hippische Beroepsopleidingen
- Operationeel Sport & Bewegingsmanager
ROC Zeeland (CIOS - Sport en Bewegen)
- Sport- en bewegingscoördinator
Bruggenseweg 11a
- Sport- en bewegingsleider
- Sport- en bewegingsleider
- Sport- en Gezondheidscoördinator
5752 SC Deurne
Leerparkpromenade 100
- Sport- en bewegingsbegeleider
- Johan Cruyff College
Postbus 44
3312 KZ Dordrecht
- Sport- en bewegingscoördinator
Zocherstraat 23
5750 AA Deurne
Postbus 1184
- Sport- en bewegingscoördinator MBO+
1054 LR Amsterdam
T. 0493 31 30 06
3300 BD Dordrecht
- MBO Dans
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
5
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
227
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Zwembadweg 1
Friesland College (CIOS - Sport en Bewegen)
F. 010 290 12 12
F. 013 539 70 91
4463 AB Goes
- Sport- en bewegingsleider
E. [email protected]
E. [email protected]
Postbus 2102
- Sport- en bewegingsbegeleider
I. www.albeda.nl
I. www.roctilburg.nl
4460 MC Goes
- Sport- en bewegingscoördinator (bewegingsagoog,
T. 0113 55 86 00
medewerker bos, operationeel sport manager,
ROC Leeuwenborgh (CIOS – Sport en Bewegen)
ROC Midden Nederland
F. 0113 55 86 01
trainer/coach)
- Allround wandelsport instructeur
- Allround Fitnessinstructeur
E. [email protected]
Abe Lenstra boulevard 29
- Fitness-instructor
- Allround Zwembadmedewerker
I. www.ciosgoes.nl
8448 JA Heerenveen
- Personal Trainer NASM
- Begeleider Spel, Sport & Amusement
Postbus 582
- Sport- en bewegingsleider
- Sport- en bewegingsleider
8440 AN Heerenveen
- Sport- en bewegingsleider senioren
- Sport- en bewegingsbegeleider
- Sport- en bewegingsleider
T. 0513 64 34 00
- Sport- en bewegingsbegeleider
- Sport- en bewegingscoördinator
- Sport- en bewegingsbegeleider
F. 0513 64 34 10
- Sport- en bewegingscoördinator
- Sport- en Sportinstructeur BSO
- Sport- en bewegingscoördinator
E. [email protected]
- Dansleider
- Sprintopleiding Sport- en Bewegingscoördinator
Locatie Kardinge, Alfa-college Sportcentrum
I. www.frieslandcollege.nl
- Tennisleraar A
Vondellaan 174-176
Alfa College
Kardingerweg 48
- Tennistrainer B
3521 GH Utrecht
9735 AH Groningen
ROC Leiden
- Trainer/coach II
T. 030 266 66 66
Postbus 11118
- Sport- en bewegingsleider
- Trainer/ coach III
E. [email protected]
9700 CC Groningen
- Sport- en bewegingsbegeleider
Sportcentrumlaan 2
I. www.rocmn.nl
T. 050 597 31 00
- Sport- en bewegingscoördinator
6136 KX Sittard
E. [email protected]
Einsteinweg 6
Postbus 1825
Regio College
I. www.alfa-college.nl
2333 CC Leiden
6201 BV Maastricht
- Sport- en bewegingsleider
Postbus 16158
T. 046 420 26 24
- Sport- en bewegingsbegeleider
Noorderpoort College
2301 GD Leiden
F. 046 420 73 01
- Sport- en bewegingscoördinator/Operationeel sport-
- Sport- en Bewegingsleider/coördinator
T. 071 582 40 00
E. [email protected]
- Johan Cruyff College
E. [email protected]
I. www.leeuwenborgh.nl
Euroborg
E. [email protected]
Boumaboulevard 113
I. www.rocleiden.nl
9723 ZS Groningen
Cypressehout 95-97-99-100
1507 EK Zaandam
ROC Westerschelde
T. 075 681 90 00
- Sport- en bewegingscoördinator: beweegagoog
F. 075 681 90 06
ROC Nijmegen
- Sport- en bewegingscoördinator: BOS-medewerker
E. [email protected]
E. [email protected]
- Sport- en bewegingsleider
- Sport- Bewegingsbegeleider
I. www.regiocollege.nl
I. www.noorderpoort.nl
- Sport- en bewegingsbegeleider
- Sport- en bewegingsleider
- Sport- en bewegingscoördinator
Meester F.J. Haarmanweg 25a
Deltion College
ROC NOVA College (CIOS - Sport en Bewegen)
- Johan Cruyff College
4538 AN Terneuzen
- Sport- en bewegingscoördinator
- Sport- en bewegingsbegeleider
Campusbaan 6
T. 0115 61 02 05
- Sport- en bewegingsleider
- Sport- en bewegingsleider
6512 BT Nijmegen
F. 0115 61 21 51
Mozartlaan 15
- Sport- en bewegingscoördinator
T. 0900 96 09
E. [email protected]
8031 AA Zwolle
- Sport- en bewegingscoördinator: Dans
F. 024 890 49 08
I. www.westerschelde.nl
Postbus 565
- Sport- en bewegingscoördinator: Sport, Gezondheid
E. [email protected]
& Vrijetijdsmanagement
228
en bewegingsmanager
T. 050 317 82 00
I. www.roc-nijmegen.nl
IJsbaanlaan 4f
8000 AN Zwolle
ROC Tilburg
T. 038 850 30 00
- Sport- en bewegingsleider
F. 038 850 30 01
2024 AV Haarlem
ROC Albeda-College
- Sport- en bewegingsbegeleider
E. [email protected]
T. 023 524 91 61
- Sport- en bewegingsleider
- Sport- en bewegingscoördinator
I. www.deltion.nl
F. 023 524 14 55
- Sport- en bewegingsbegeleider
Stappegoorweg 183
E. [email protected]
- Sport- en bewegingscoördinator
5022 DD Tilburg
ROC Landstede
I. www.rocnova.nl
Rosestraat 1101
Postbus 1330
- Sport- en bewegingsleider
3071 AL Rotterdam
5004 BH Tilburg
- Sport- en bewegingsbegeleider
T. 010 290 10 10
T. 013 539 70 90
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
5
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
229
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
- Sport- en bewegingscoördinator (bewegingsagoog,
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Vrije Universiteit Amsterdam
Postbus 196
T. 043 388 13 98
bos-medewerker, operationeel sport- en bewegings-
Faculteit der Bewegingswetenschappen
9700 AD Groningen
F. 043 367 09 72
manager, trainer/coach)
Onderzoeksinstituut MOVE
T. 050 363 27 19
E. [email protected]
- Vrije tijd en recreatie
Van der Boechorststraat 9
T. 050 363 75 81
I. www. maastrichtuniversity.nl/faculteiten/FHML
Rechterland 1
1081 BT Amsterdam
F. 050 363 31 50
8024 AH Zwolle
T. 020 598 20 00
E. [email protected]
Radboud Universiteit Nijmegen
T. 088 850 80 08
F. 020 598 85 29
I. www.rug.nl/bewegingswetenschappen
Geert Grooteplein-Noord 15
F. 088 850 80 44
E. [email protected]
E. [email protected]
I. www.fbw.vu.nl
I. www.landstede.nl
6525 EZ Nijmegen
Rijksuniversiteit Groningen
T. 024 361 11 11
Faculteit der Economische wetenschappen
I. www.umcn.nl
Vrije Universiteit Amsterdam
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Sportonderzoek
Faculteit der Rechtsgeleerdheid
Nettelbosje 2
Erasmus Universiteit Rotterdam
Universitaire onderzoeksinstellingen en
-afdelingen
De Boelelaan 1105
9747 AE Groningen
Erasmus MC
1081 HV Amsterdam
Postbus 800
Dr. Molewaterplein 50-60
Universiteit van Amsterdam
T. 020 598 62 50
9700 AV Groningen
3015 GE Rotterdam
Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen
F. 020 598 62 11
T. 050 363 37 41
Postbus 2040
Onderzoeksinstituut psychologie
E. [email protected]
F. 050 363 79 70
3000 CA Rotterdam
Roetersstraat 15
I. www.rechten.vu.nl
E. [email protected]
T. 704 07 04
I. www.rug.nl/economie
E. [email protected]
1018 WB Amsterdam
5
T. 020 525 67 39
Vrije Universiteit Amsterdam
F. 020 525 67 10
Faculteit der Sociale Wetenschappen
Rijksuniversiteit Groningen
E. [email protected]
Postadres
Universitair Centrum voor Sport, Beweging en
Erasmus Universiteit Rotterdam
I. www.fmg.uva.nl
De Boelelaan 1081
Gezondheid
Rotterdam School of Management/ Faculteit
1081 HV Amsterdam
Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
Bedrijfskunde
Universiteit van Amsterdam
Bezoekadres
Hanzeplein 1
Burgemeester Oudlaan 50
Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen
Buitenveldertselaan 3
9713 GZ Groningen
3062 PA Rotterdam
Amsterdams Instituut voor Maatschappijwetenschap
1082 VA Amsterdam
Postbus 30001
Postbus 1738
(ASSR)
T. 020 598 68 88
9700 RB Groningen
3000 DR Rotterdam
Kloveniersburgwal 48
F. 020 598 68 00
T. 050 361 96 89
T. 010 408 22 22
1012 CX Amsterdam
E. [email protected]
E. [email protected]
F. 010 452 95 09
T. 020 525 22 62
I. www.fsw.vu.nl
I. www.rug.nl/umcg/onderzoek/faciliteiten/ucsbg/onderzoek
E. [email protected]
I. www.erasmusmc.nl
T. 020 525 27 45
I. www.rsm.nl
F. 020 525 24 46
ASSER International Sports Law Centre
Universiteit Leiden
E. [email protected]
R.J. Schimmelpennincklaan 20-22
Bestuurskunde
Universiteit van Tilburg
I. www.assr.nl
2517 JN Den Haag
Wassenaarseweg 52
Sociaal-Culturele Wetenschappen
Postbus 30641
2333 AK Leiden
Warandelaan 2
Body@work
2500 GL Den Haag
Postbus 9555 2300 RB Leiden
5037 AB Tilburg
Vrije Universiteit Medisch Centrum
T. 070 342 03 00
T. 071 527 34 02
Postbus 90153
EMGO Instituut
F. 070 342 03 59
E. [email protected]
5000 LE Tilburg
Van der Boechorststraat 7
E. [email protected]
I. www.fsw.leidenuniv.nl
T. 013 466 25 54
1081 BT Amsterdam
I. www.asser.nl/www.sportslaw.nl
T. 020 444 81 80
F. 013 466 30 02
Universiteit Maastricht
E. [email protected]
I. www.uvt.nl/socialewetenschappen
F. 020 444 81 81
Rijksuniversiteit Groningen
Faculteit Health, Medicine & Life Sciences
E. [email protected]
Faculteit der Psychologische, Pedagogische en
Universiteitssingel 50
E. [email protected]
Sociologische Wetenschappen
6229 ER Maastricht
I. www.bodyatwork.nl
Instituut voor Bewegingswetenschappen
Postbus 616
I. www.emgo.nl
A. Deusinglaan 1
6200 MD Maastricht
9713 AV Groningen
230
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
231
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Universiteit Utrecht
T. 071 572 19 00
DSP-groep BV
InnoSportNL
Faculteit Sociale Wetenschappen
F. 071 572 21 90
Van Diemenstraat 374
Papendallaan 60
Capaciteitsgroep Algemene Pedagogiek en
E. [email protected]
1013 CR Amsterdam
6816 VD Arnhem
T. 020 625 75 37
Postbus 143
Orthopedagogiek
Capaciteitsgroep Psychologie en Gezondheid
Andres c.s.
F. 020 627 47 59
6800 AC Arnhem
Heidelberglaan 1
De Wel 2a
E. [email protected]
T. 026 483 45 98
3584 CS Utrecht
3871 MV Hoevelaken
I. www.dsp-groep.nl
F. 026 482 12 45
Postbus 80140
Postbus 23
3508 TC Utrecht
3870 CA Hoevelaken
Van Egdom Consultancy
T. 030 253 46 01
T. 033 489 29 29
Vissersweg 45
F. 030 253 77 31
F. 033 489 29 20
3921 DA Elst (Utr)
ISA Sport
E. [email protected]
E. [email protected]
M. 06 20 42 97 31
Papendallaan 7
I. www.fss.uu.nl
I. www.andrescs.nl
E. [email protected]
6816 VD Arnhem
I. www.vanegdomconsultancy.nl
Postbus 721
E. [email protected]
I. www.innosport.nl
Universiteit Utrecht
Backxbone
Universitair Medisch Centrum
Van Lingelaan 71
Grontmij | Marktplan
T. 026 483 46 37
Heidelberglaan 100
3602 PB Maarssen
De Molen 36-40
F. 026 483 46 30
3584 CX Utrecht
T. 0346 55 55 75
3994 DB Houten
E. [email protected]
T. 088 755 55 55
F. 0346 55 59 81
Postbus 119
I. www.isa-sport.com
E. [email protected]
E. [email protected]
3990 DC Houten
I. www.umcutrecht.nl
I. www.backxbone.nl
6800 AS Arnhem
T. 030 634 48 00
Kennispraktijk - voor sport, onderwijs en gezondheid
F. 030 635 00 70
Graafseweg 5
Universiteit Utrecht
Berenschot Groep B.V.
E. [email protected]
6512 BM Nijmegen
Utrechtse School voor Bestuurs- en
Europalaan 40
I. www.grontmijmarktplan.nl
T. 024 329 57 81
Organisatiewetenschap (USBO)
3526 KS Utrecht
Bijlhouwerstraat 6-8
Postbus 8039
Hypercube
3511 ZC Utrecht
3503 RA Utrecht
Kromme Nieuwgracht 11a
T. 030 253 81 01
T. 030 291 69 16
3512 HC Utrecht
Kentrium Adviesbureau voor de wellness- en
F. 030 253 72 00
I. www.berenschot.nl
Postbus 692
leisurebranche
3500 AR Utrecht
Burgemeester Weertsstraat 8
Adviesbureau conVisie bv
T. 030 233 80 80
6814 HP Arnhem
Kleverparkweg 44
F. 030 223 80 85
T. 026 446 36 55
E. [email protected]
I. www.usg.uu.nl
E. [email protected]
I. www.kennispraktijk.nl
Wageningen universiteit
2023 CG Haarlem
E. [email protected]
M. 06 47 76 34 34
Voeding en Gezondheid
T. 023 526 94 35
I. www.hypercube.nl
F. 026 446 39 19
Costerweg 50
F. 023 525 94 51
6700 BH Wageningen
E. [email protected]
Imago Leisure
Postbus 9101
I. www.convisie.nl
Rat Verleghstraat 120
6700 HB Wageningen
E. [email protected]
I. www.kentrium.nl
4815 PT Breda
KplusV Organisatieadvies
T. 0317 48 01 00
Drijver & Partners
Postbus 3319
Velperplein 8
F. 0317 48 48 84
Grindweg 82
4800 DH Breda
6811 AG Arnhem
E. [email protected]
3055 VD Rotterdam
T. 076 543 00 60
Postbus 60055
I. www.wur.nl
T. 010 211 21 21
F. 076 543 00 61
6800 JB Arnhem
F. 010 211 21 29
E. [email protected]
T. 026 355 13 55
Onderzoeksbureaus
E. [email protected]
I. www.imagogroep.nl
F. 026 355 13 99
Alijd Vervoorn SEC
I. www.drijver-en-partners.nl
Heintje Davidsweg 12
5
E. [email protected]
I. www.kplusv.nl
2331 KP Leiden
232
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
233
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Manage to Manage
T. 0570 67 94 44
SEO Economisch Onderzoek
8004 DB Zwolle
Oosterweg 37
F. 0570 63 72 27
Roetersstraat 29
T. 038 422 71 68
9751 PB Haren (GR.)
E. [email protected]
1018 WB Amsterdam
F. 038 422 75 26
T. 06 51 53 00 40
I. www.oranjewoud.nl
T. 020 525 16 30
E. [email protected]
F. 020 525 16 86
I. www.sportscan.nl
E. [email protected]
I. www.managetomanage.nl
MeerWaarde Sport en Economie
Pellikaan Leisure Technologies b.v.
E. [email protected]
Rueckertbaan 219
I. www.seo.nl
5042 AE Tilburg
Sports and Technology
Theo Koomenlaan 7
Het Wansink 22
T. 013 469 06 50
SGBO
5644 HZ Eindhoven
7214 AG Epse
F. 013 469 06 51
Korte Houtstraat 20 a-b
T. 040 238 14 64 (Cees van Bladel)
T. 06 55 55 87 57
E. [email protected]
2511 CD Den Haag
M. 06 461 350 00 (Cees van Bladel)
E. [email protected]
I. www.plt.to
Postbus 10242
E. [email protected]
2501 HE Den Haag
I. www.sportsandtechnology.com
I. www.meerwaarde.com
Rathenau Instituut
T. 070 310 38 00
Moonen Sport & Leisure
Anna van Saksenlaan 51
F. 070 310 38 99
Bureau Spruit
Statenlaan 53
2593 HW Den Haag
E. [email protected]
Heiweg 318
5121 HA Rijen
Postbus 95366
I. www.sgbo.nl
6533 PH Nijmegen
T. 0161 22 28 08
2509 CJ Den Haag
T. 024 343 02 81
F. 0161 22 25 08
T. 070 342 15 42
SLO
E. [email protected]
E. [email protected]
F. 070 363 34 88
Piet Heinstraat 12
I www.bureau-spruit.nl
I. www.moonensportenleisure.nl
E. [email protected]
7511 JE Enschede
I. www.rathenau.nl
Postbus 2041
TNO Kwaliteit van Leven
W.J.H. Mulier Instituut
7500 CA Enschede
Wassenaarseweg 56
Centrum voor sociaal-wetenschappelijk sportonderzoek
Remarkable Research Sport en Leisure Consulting
T. 053 484 08 40
2333 AL Leiden
Postelstraat 59
Hugo de Grootstraat 5
F. 053 430 76 92
Postbus 2215
5211 DX Den Bosch
3581 XR Utrecht
E. [email protected]
2301 CE Leiden
Postbus 188
M. 06 53 96 22 54
I. www.slo.nl
5201 AD Den Bosch
I. [email protected]
T. 073 612 64 01
T. 071 518 18 18
F. 071 518 19 10
Sport2B, Sport, Business en Beleid
E. [email protected]
F. 073 612 64 13
ResCon Research & Consultancy
J.P. Sweelincksingel 15
I. www.tno.nl
E. [email protected]
Rijswijkstraat 175
2132 KM Hoofddorp
I. www.mulierinstituut.nl
1062 EV Amsterdam
M. 06 50 69 20 23
TNO Sport
T. 020 669 25 40
F. 023 561 62 39
De Rondom 1
Bureau Nieuwe Gracht
F. 020 669 59 60
E. [email protected]
5612 AP Eindhoven
Nieuwegracht 25
E. [email protected]
I. www.sport2b.nl
Postbus 6235
3512 LC Utrecht
I. www.rescon.nl
T. 030 231 02 00
5600 HE Eindhoven
Sports and Leisure Group
T. 040 265 00 00
F. 030 231 02 18
Roessingh Research and Development b.v.
1e Dorpsstraat 22
F. 040 265 03 01
E. [email protected]
Roessinghsbleekweg 33b
3701 HB Zeist
E. [email protected]
I. www.nieuwegracht.nl
7522 AH Enschede
T. 030 693 04 50
I. www.sport.tno.nl
Postbus 310
F. 030 691 41 58
7500 AH Enschede
E. [email protected]
Zeal Sport & Media
Business unit Sport & Techniek
T. 053 487 57 77
I. www.slg.nl
Bloemstraat 24 bis
Zutphenseweg 31d
F. 053 434 08 49
7418 AH Deventer
E. [email protected]
Sportscan
T. 06 493 934 48
Postbus 321
I. www.rrd.nl
Popovstraat 56
E. [email protected]
8013 RK Zwolle
I. www.zealsportmedia.nl
Oranjewoud BV
7400 AH Deventer
5
3581 WE Utrecht
Postbus 40094
234
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
235
5
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Overzicht organisaties sportgezondheidszorg
Organisaties voor dataverzameling en
informatievoorziening
Kenniscentrum Recreatie
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) Den Haag/Heerlen
2596 HL Den Haag
Raamweg 19
Henri Faasdreef 312
T. 070 312 49 70
2492 JP Den Haag
F. 070 312 49 99
Postbus 24500
E. [email protected]
2490 HA Den Haag
I. www.kenniscentrumrecreatie.nl
5
5.2
Organisaties en adressen internationaal
T. 070 337 38 00
E. [email protected]
Olympic Experience
I. www.cbs.nl
Stichting Olympisch Stadion
Olympisch Stadion 21
ACSM
FIMS
Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme (CIV)
1076 DE Amsterdam
American College of Sports Medicine
Fédération Internationale de Médecine du Sport
Kroonstraat 25
T. 020 305 44 00
401 West Michigan Street
President: Prof. Walter Frontera
3511RC Utrecht
F. 020 305 44 01
Indianapolis, IN 46202-3233
E. [email protected]
Postbus 8300
E. [email protected]
P.O. Box 1440
I. www.fims.org
3503 RH Utrecht
I. www.olympischstadion.nl
Indianapolis, IN 46206-1440
T. 030 657 72 22
T. +1 317 637 92 00
IOC
F. 030 239 72 39
Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP)
F. +1 317 634 78 17
International Olympic Committee
E. [email protected]
Parnassusplein 5
I. www.acsm.org
Château de Vidy
I. www.civ-voetbal.com
2511 VX Den Haag
CH-1007 Lausanne
Postbus 16164
ECSS
Switzerland
Infostrada Sports
2500 BD Den Haag
European College of Sport Science
T. +41 21 621 61 11
Binnenwal 2
T. 070 340 70 00
Managing Director: Thomas Delaveaux
F. +41 21 621 62 16
3432 GH Nieuwegein
F. 070 340 70 44
German Sport University Cologne
I. www.olympic.org
Postbus 260
E. [email protected]
Carl-Diem-Weg 6
3430 AG Nieuwegein
I. www.scp.nl
50933 Köln
IPC
T. 030 600 71 71
Germany
International Paralympic Committee
F. 030 600 71 77
T. +49 221 49 82 76 40
Adenauerallee 212-214
E. [email protected]
F. +49 221 49 82 76 50
53113 Bonn
I. www.infostrada.com
E. [email protected]
Germany
I. www.ecss.de
T. +49 228 20 97 200
F. +49 228 20 97 209
EFSMA
E. [email protected]
European Federation of Sports Medicine Associations
I. www.paralympic.org
General secretary: Fabio Pigozzi, M.D.
IUSM - Sports Medicine Department
WADA
Piazza L.De Bosis 6
World Anti Doping Agency
I-00194 Roma
Stock Exchange Tower
Italy
800 Place Victoria (Suite 1700)
T. +39 06 367 335 12 569
P.O. Box 120
F. +39 06 367 333 44
Montreal (Quebec) H4Z 1B7
E. [email protected]
Canada
I. www.efsma.net
T. +1 514 904 92 32
F. +1 514 904 86 50
E. [email protected]
I. www.wada-ama.org
236
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
Jaarboek - Sportgeneeskunde 2010
237
ActiPatchisis in
StatenStaten
zeer effectief
bij blessure
en pijnbestrijding
Actipatch
indedeVerenigde
Verenigde
zeergebleken
effectief
gebleken
bij blessureenen
behoort daar toten
de behoort
winnaars van
2009deWALL
STREET
JOURNAL
TECHNOLOGY
pijnbestrijding
daardetot
winnaars
van
de 2009
WALL STREET
INNOVATIONS
AWARDS die jaarlijks
wordt uitgereikt AWARDS
aan Technologie
JOURNAL
TECHNOLOGY
INNOVATIONS
diebedrijven.
jaarlijks wordt
BioElectonics
U.S.A.
- de fabrikant
van ActiPatch -Corporation
won deze Award
in de - de
uitgereikt
aan Corporation
Technologie
bedrijven.
BioElectonics
U.S.A.
fabrikant
ActiPatch
categorie:van
Medical
Devices.- won deze Award in de categorie: Medical Devices.
De ActiPatch maakt gebruik van PEMF, een bekende medische techniek die
ActiPatch
maakt
gebruiktoegepast
van PEMF, ter
een stimulering
bekende medische
die met
werd
metDename
werd
en wordt
vantechniek
de heling
vanname
complexe
en wordt toegepast ter stimulering van de heling van complexe botbreuken.
botbreuken.
Wanneer het menselijk weefsel beschadigd raakt door een blessure of operatie
Wanneerde
het weefselcellen
menselijk weefsel hun
beschadigd
raakt door
een blessure
operatie verliezen
verliezen
elektrische
spanning.
Deof elektromagnetische
de weefselcellen
hun elektrische
spanning.snel
De elektromagnetische
pulsen van
pulsen
van de ActiPatch
herstellen
de elektrische lading
vandede beschaActiPatch
herstellen
snel de elektrische
lading van de beschadigde
cellen. Het gevolgwat
is eeneen
digde
cellen.
Het gevolg
is een aanmerkelijk
betere doorbloeding,
aanmerkelijk
betere
doorbloeding,
wat
een
versnelde
afvoer
van
afvalstoffen
tot
gevolg
versnelde afvoer van afvalstoffen tot gevolg heeft. Snellere genezing enheeft.
een
Snellere
genezing
en
een
sterke
afname
van
blessurepijn
zijn
het
resultaat.
De
gebruikte
sterke afname van blessurepijn zijn het resultaat. De gebruikte lage spanning
lage spanning isDe
onvoelbaar.
De ActiPatch
klein, lichtgewicht
makkelijk op
te te
is onvoelbaar.
ActiPatch
is klein,islichtgewicht
en en
makkelijk
opdedehuid
huid
fixerenen
enwerkt
werkt zo’n
720720
uur uur
(een (een
maandmaand
bij continu
fixeren
zo’n
bij gebruik).
continu gebruik).
De ActiPatch is er voor rugklachten – knieklachten – hiel en enkelklachten –
De ActiPatch is er voor
rugklachten
– knieklachten – hiel en enkelklachten – tennis/
tennis/golfelleboog
klachten
- polsklachten.
golfelleboog klachten - polsklachten.
www.gezondheidsstad.nl
www.gezondheidsstad.nl
Sport & Geneeskunde
The Flemish/Dutch journal of sports medicine and sports science
Sport & Geneeskunde houdt u op de hoogte van de ontwikkelingen
op het brede terrein van sport, bewegen en gezondheid
Jaargang 40
nummer 5 | december 2007
Sport & Geneeskunde
Sport & Geneeskunde
Sport & Geneeskunde
The Flemish/Dutch journal of sports medicine and sports science
The Flemish/Dutch journal of sports medicine and sports science
Sport en plotse dood
State of the art
Sportgeneeskunde in Nederland
6
Sport & Geneeskunde nummer 5 | december 200
Jaargang 40
nummer 2 | juni 2007
Sport & Geneeskunde nummer 2 | juni 2007
Sport & Geneeskunde 1 | 2007
Jaargang 40
nummer 1 | april 2007
6
Met of zonder automatische externe defibrillator?
Nut van cardiovasculaire screening
N.M. Panhuyzen-Goedkoop | P.L. Bon | P.A. van Beek
M. de Zutter | K. van Caelenberg | P. Brugada
De wereld draait door
The Flemish/Dutch journal of sports medicine and sports science
Reanimatie bij sportevenementen
6
H.J.E. Luijten
Th.C. de Winter
Sport- en gezondheidsonderzoek
Echografie bij sportletsels
10
16
Profvoetballer met afwijkend ECg 11
Vier Nederlandse universiteiten werken
samen in LOSO
Musculoskeletale echografie voor diagnose van
wekedelenletsels
Casusbespreking Lausannekeuring
Medisch Ethische Commissie VSG
R.L. Diercksn
M. de Muynck | L. vanden Bossche | G. Vanderstraeten
Topsportbeleid
Sportpsychologie
18
Energiegebruik en mechanische
efficiëntie van trikken
20
Een internationaal vergelijkend onderzoek
in zes landen
Ontwikkeling van sportpsychologie in Nederland
en Vlaanderen
24
De trikke in vergelijking met andere
voortbewegingsvormen
V. de Bosscher | P. de Knop | M. van Bottenburg
M.A.M. Berger | H.H.N. Oonk | J. Koopman | L. Hellingwerf
F.C. Bakker | P. Wylleman
Sportpsychologie
Inspanningsfysiologie bij kinderen 24
inspanningstesten
De rol van de sportpsycholoog in de begeleiding
van sporters in Vlaanderen
Kinderen zijn geen miniatuurvolwassenen
W. van der Weegen | T. Barten | H. Kuipers | H. van Kuijk
Creatinesuppletie
41
32
Dynamic joint stability in athletes
Nuttig bij topvolleybal?
De sportarts en de orthopedisch chirurg:
een winning team
32
Vergelijking van protocollen
P. Wylleman | D. de Caluwé
T. Takken | E.H.J. Hulzebos
Sportorthopedie
27
40
Bespreking proefschrift R. van Cingel
H.A.T. Rijken | W.R. de Vries
C. Verheul
R.L. Diercks
Sport & Geneeskunde is een uitgave van:
S p o r t & G e n e e s k u n d e i s e e n u i t g a v e v a n d e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V S G ) e n d e V l a a m s e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V V S )
S p o r t & G e n e e s k u n d e i s e e n u i t g a v e v a n d e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V S G ) e n d e V l a a m s e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V V S )
S p o r t & G e n e e s k u n d e i s e e n u i t g a v e v a n d e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V S G ) e n d e V l a a m s e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V V S )
met:
Sport & Geneeskunde is een uitgave van:
In samenwerking met:
00944_wt_S&G_cover_nr2.indd 1
In samenwerking met:
18-06-2007 17:01:05
05-04-2007 17:19:36
Jaargang 42
Jaargang 42
Jaargang 42
Jaargang 42
Jaargang 42
nummer 1 | februari 2009
nummer 2 | mei 2009
nummer 3 | augustus 2009
nummer 4 | oktober 2009
nummer 5 | december 2009
6
Is er een relatie met het SI-gewricht?
6
Een prospectieve studie
N. van Melick, H. Inklaar
Sportblessures in nederland
13
Behandeling van chronische
tendinopathieën met autologe
groeifactoren
W. Schoots, I. Vriend, C. Stam, S. Kloet
Roeien op de Olympische Spelen
in Beijing
Perifeer neurogene pijnklachten
bij sporters
16
‘Weldoen’: een ethisch principe
H.L. Tanger, N.M. Panhuyzen-Goedkoop
24
De relatieve bijdrage van de m. vastus
medialis aan het totale kniestrekkend
moment is kniehoek onafhankelijk
30
Is Radial Shock Wave Therapy
effective for subjects with subacute or
chronic tendinopathy?
E. Schoots, I. van Hilvoorde
the Dutch Diving Fitness test
P.W.G. van der Linden, F.J.M. Bergkamp
36
25
Oxygen uptake kinetics in chronic heart
failure, clinical and physiological aspects
R. Meeusen, W. Derave
De uitkomsten van cardiologische
screening bij senior sporters
50
Boekbespreking ace of Brace
J.A. Snoek
Wetenschappelijk sportmedisch congres VSG
20
6
V.C. de Hoog, N.M. Panhuyzen-Goedkoop
Trends in sportdeelname in Nederland
over de periode 1979-2007
13
C.B.M. Kamphuis, R. van den Dool, A. Tiessen-Raaphorst, K. Breedveld
Dubbeletunnelreconstructie van de voorste
kruisband: de nieuwe standaard?
22
Achterste kruisbandlaesie:
een onderschat letsel?
C.F. van Eck, T.D. Nguyen, F.H. FU, C.N. van Dijk
R.W. Jongh, R. Meeusen, E. Cumps
Diepe veneuze trombose van vena
axillaris en subclavia na operatieve
behandeling van een claviculafractuur
28
extensor Carpi ulnaris luxatie
T.T. de Putter, R.L. Diercks
36
Onbegrepen knieklachten – nervus
infrapatellaris neuropathie?
Een casusbespreking bij een polsstokhoogspringer
34
20
Chirurgische behandeling van twee
patiënten met chronische pijnklachten na
proximaal hamstringtrauma
26
30
T. Claes, T. Claes, P. Debeer, J. Bellemans
T. Bongers, M. Ritt, F. de Heer, J.L. Tol
32
M.J. van den Brink, J.A. Nijboer
Wrist Injuries in nonprofessional Tennis
Players: Relationships with Different Grips 41
41
T. Schers
M. Naeff
tendon Cell Behavior and Matrix
Remodeling in Degenerative tendinopathy 52
H. Tol
The Flemish/Dutch journal of sports medicine and sports science
Een review van cardiale dimensies bij wedstrijdroeiers
14
Registratie via een nieuw meldingsysteem
A.M. Wind, H.B. Piemper, P.J. Senden
Boekbespreking proefschrift H. Kemps
Congres ‘Sport, bewegen en gezondheid’ 30
6
C.J.A. van Bergen, D.E. Sluijs, L.E.M. Thijssen, B.C.M. Pijnenburg
Hoofdletsels in de hockeysport
Sport & Geneeskunde
Wedstrijdroeien, een hoogstatische –
hoogdynamische sport:
B.L. van Meer, I.G.L. van de Port, S.L. Schmikli, F.J.G. Backx
F. Weijers
Defining the normal ranges of a test battery
W.G. Zimmermann
Congres ‘technologie in beweging’
Bijeenkomst Vereniging voor Kinesiologie
6
10
J. de Ruiter, G. Hoddenbach, A. Huurnink, A. de Haan
belicht aan de hand van een sportgeneeskundige casus
Heat cramps in a race-car driver can
be prevented by NaCl and concentrated
oral rehydration solution
20
The Flemish/Dutch journal of sports medicine and sports science
R.J. de Vos, P.L.J. van Veldhoven
E.J.M. Schoots, M.N.A. Kijkuit, J.G. Bax
Ervaringen van het Nederlands (para)medische team
Sport & Geneeskunde
Functionele resultaten na
operatieve behandeling van
distalebicepspeesrupturen
P. Komdeur, S.T. de Vries, A.W.J. van ’t Hof, G.C. van Enst
16
Een nieuw en actueel overzicht
S. Aalbersberg-van Berkel, G.C. van Enst
The Flemish/Dutch journal of sports medicine and sports science
Effect van traplopen op zuurstofopname
M. van Middelkoop, J. van Ochten, S.M.A. Bierma-Zeinstra, B.W. Koes
Een waterpoloër met atraumatisch
sternoclaviculaire instabiliteit
Sport & Geneeskunde
Risicostratificatie van coronair syndroom
bij bergsport
Sport & Geneeskunde nummer 5 | december 2009
The Flemish/Dutch journal of sports medicine and sports science
Sport & Geneeskunde nummer 4 | oktober 2009
Hamstringblessures en voetbal
Sport & Geneeskunde
Blessures onderste extremiteiten
in Rotterdam Marathon
Sport & Geneeskunde nummer 3 | augustus 2009
The Flemish/Dutch journal of sports medicine and sports science
Sport & Geneeskunde nummer 2 | mei 2009
Sport & Geneeskunde nummer 1 | februari 2009
Sport & Geneeskunde
Boekbespreking proefschrift M. de Mos
R.J. de Vos
S p o r t & G e n e e s k u n d e i s e e n u i t g a v e v a n d e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V S G ) e n d e V l a a m s e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V V S )
met:
Sport & Geneeskunde is een uitgave van:
In samenwerking met:
S p o r t & G e n e e s k u n d e i s e e n u i t g a v e v a n d e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V S G ) e n d e V l a a m s e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V V S )
Sport & Geneeskunde is een uitgave van:
In samenwerking met:
S p o r t & G e n e e s k u n d e i s e e n u i t g a v e v a n d e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V S G ) e n d e V l a a m s e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V V S )
Sport & Geneeskunde is een uitgave van:
In samenwerking met:
S p o r t & G e n e e s k u n d e i s e e n u i t g a v e v a n d e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V S G ) e n d e V l a a m s e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V V S )
Sport & Geneeskunde is een uitgave van:
S p o r t & G e n e e s k u n d e i s e e n u i t g a v e v a n d e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V S G ) e n d e V l a a m s e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V V S )
In samenwerking met:
Jaargang 43
nummer 1 | maart 2010
Sport & Geneeskunde nummer 1 | maart 2010
Sport & Geneeskunde
The Flemish/Dutch journal of sports medicine and sports science
Ziektepercepties en copinggedrag
van geblesseerde sporters
8
A.E.M. Berkel, C.P. van Wilgen
Preventie van plotse hartdood
bij amateurvoetballers
18
Zaak of noodzaak?
D. Veldman, N.M. Panhuyzen-Goedkoop, H. Kuipers
Geen ordinaire vingerdistorsie
26
D.E. Sluijs, F.J.G. Backx
Congres ‘Brain drain
versus brain gain’
30
Verslag symposium Vereniging voor Kinesiologie
W. Derave
Congres ‘Sport,
bewegen en gezondheid’
38
Verslag jaarlijks VSG-congres
H. Tol
S p o r t & G e n e e s k u n d e i s e e n u i t g a v e v a n d e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V S G ) e n d e V l a a m s e Ve r e n i g i n g v o o r S p o r t g e n e e s k u n d e ( V V S )
met:
Nog geen abonnee?
www.sportengeneeskunde.nl
www.sportengeneeskunde.be
Profiteer nu van 25% introductiekorting op uw
abonnement en ontvang vijf uitgaven Sport &
Geneeskunde en het Jaarboek Sportgeneeskunde.
Jaarboek
Jaarboek Sportgeneeskunde 2010
NUR 898
2010
Sportgeneeskunde 2010
Download