GEZOND LOKAAL - Gezonde Gemeente

advertisement
Zonder partners lukt het
niet. De samenstelling en
motivering van een
netwerk voor gezonde
‘communities’
Bevorderen van gezond gedrag in een gezonde
dagelijkse omgeving doe je niet alleen.
Samenwerking tussen verschillende partners of
'actoren' die in een buurt of in een andere
gemeenschap aanwezig zijn, blijkt essentieel om
effect te scoren.
Voor elk gezondheidsbevorderend project is een
intensieve verkenning nodig welke sleutelfiguren en
organisaties zich kunnen engageren in functie van
een gemeenschappelijk belang dat aansluit bij de
gezondheidsnoden van de doelgroep. Deze tekst
biedt handvatten aan netwerktrekkers die het
samenwerkingsproces
voor
een
lokaal
communityproject willen opstarten. Dat kan zowel
om een project gaan dat een thema zoals 'meer
beweging in de wijk' vooropstelt, als om een project
dat
met
de
bewoners
bepaalt
welke
gezondheidsproblemen prioriteit verdienen.
Naargelang het doel zullen andere partners moeten
uitgekozen worden. Als voorbeeld werd voor
valpreventie bij senioren in Vlaanderen door het
VIG ook een inventaris gemaakt om welke partners
het kan gaan. Op elke partnerfiche vindt u daar
welke meerwaarde deze partner voor het project
kan betekenen en welke motivaties voor die partner
kunnen meespelen (zie www.vig.be onder
'BOEBS').
Bruno Buytaert en Mia Van Laeken (VIG)
© VIG v.z.w., 2006
G. Schildknechstraat 9,
1020 Brussel
Alles uit deze uitgave mag
worden overgenomen mits
duidelijke bronvermelding.
Na zulke netwerkopstart beschikt u (best) over:
Een lijst van organisaties en de geschikte
contactpersonen ervan, die zich willen
engageren in het project. Elk met zijn eigen
inbreng.
Een overzicht van de inbreng en de
hulpbronnen die u van alle partners denkt te
kunnen verwachten (bv. gebruik van hun
tijdschrift, werktijd van de buurtwerkers, ...).
Een
ontwerp
van
taakverdeling
en
bevoegdheden: wie is waar verantwoordelijk
voor, wie engageert zich waartoe?
Een mandaat om zelf het netwerk verder te
trekken of een andere kandidaat trekker die de
eindverantwoordelijkheid en de regiefunctie wil
opnemen.
Een eerste ontwerp van de (overleg-)structuur
en van de communicatie binnen het netwerk en
met de ruimere betrokkenen (bv. een open
website).
GEZOND
LOKAAL
Vorm een breedspectrum
gezondheidsnetwerk
Een lokaal gezondheidsnetwerk, heeft het meeste
kans op slagen als het uit een breed gamma van
partners is samengesteld, die elk vanuit een andere
discipline of met andere ervaringen naar dezelfde
problematiek kijken. Als iedereen die een rol kan
spelen bij het thema of bij de doelgroep ook bij het
project betrokken is, is de kans klein dat er (nog)
energie verloren gaat aan overlappende acties.
Anderzijds moet een samenwerkingsverband
werkbaar blijven qua grootte. Niet alle betrokken
partners hoeven zich te engageren in een
stuurgroep. Geef dus best van bij het begin de
garantie dat meer uitvoerende partners of partners
die slechts zijdelings betrokken zijn, ook hun
inbreng kunnen doen in het geheel (bv. via een
bevraging).
Het netwerk bepaalt samen de strategische en
inhoudelijke keuzes van het project. De trekker is
de procesbegeleider en eindverantwoordelijke
hiervan.
De samenstelling: wie valt er
op? wie valt er af?
Identificeer belangrijke partners
Op basis van de lokale sociale kaart (www.soka.be)
van de regio wordt een eerste selectie van partners
gemaakt. Het netwerk bestaat uit partners die een
sleutelpositie innemen.
1
GEZOND
LOKAAL
Omdat ze met of door de buurtbewoners of een
specifieke doelgroep en hun omgeving werken
(doelgroeporganisaties), omdat het thema zoals
beweging of gezonde voeding in hun doelstelling
past (thema organisaties), of omdat ze zich tot
relevante beleidsdomeinen richten (beleidsactoren).
Tevens heeft het project er ook baat bij als er
vertegenwoordigers van de communicatiesector en
van de onderzoekswereld aan het netwerk
deelnemen. Dit kan ook onder de vorm van externe
adviseurs.
Niet elke partner vind je in de officiële sociale
kaarten. Vergeet ook niet bestaande netwerken of
voorgaande projecten uit te pluizen, of via de
olievlektechniek (elke partner brengt u op het spoor
van andere) uit te breiden.
Informeer u eerst over de achtergronden,
belangen en voordelen van mogelijke
partners
Voor het netwerk is het belangrijk te weten wat elke
partner kan inbrengen. Het totale plaatje van de
netwerksamenstelling mag geen hulpmiddelen te
kort hebben. Als er bijvoorbeeld geen enkele
organisatie betrokken is die met vrijwilligers uit de
doelgroep werkt, zal een peer-education actie
moeilijker worden.
Om de partners te motiveren is het even belangrijk
te weten welk voordeel zij kunnen hebben bij
deelname aan het project. Veel van de voordelen
kunnen afkomstig zijn van wat de andere partners
uit het netwerk inbrengen. Als de informatie
ambtenaar van de gemeente de website en het
lokale infoblad open stelt voor het project, kan de
bekendheid van de partners bij hun doelpubliek
daardoor verbeteren.
Je kan voor elke partner een fiche opmaken waarin
de meerwaarde van die partner voor het netwerk
wordt beschreven alsook de mogelijke beperkingen
van de organisatie. Een gemiddeld profiel dat je kan
vermoeden op basis van de werksoort, kan je best
checken en aanvullen door individuele contacten
met kandidaat partnerorganisaties.
Hoe ga je tewerk?
1. Maak een concrete lijst van partners die in uw
kernnetwerk nodig kunnen zijn.
2. Breng de positie van elke partner tav het
issue/project in kaart. Een fiche kan de
volgende items beschrijven:
a. Doelstellingen, doelgroep van de organisatie.
b. Belangen van de organisatie om aan het
project mee te werken: welke voordelen
levert het hen op?
c. Meerwaarde voor het netwerk om deze
organisatie te betrekken. Welke bijdrage
kunnen zij leveren aan het project? Wat zijn
de hulp- en machtsbronnen die zij kunnen
inbrengen?
3. Maak een selectie van partners die men wenst
te laten participeren. Belangrijk is een
verantwoorde keuze te maken. Dit veronderstelt
dat men duidelijke argumenten heeft waarom
bepaalde partners wel worden gevraagd en
waarom andere partners niet worden gevraagd.
Opstarten: laat het niet
tegenvallen
Wees zelf enthousiast over het project
In elke communicatie speelt de vorm minstens even
sterk mee als de inhoud. De kans dat mogelijke
partners het initiatiefvoorstel als belangrijk ervaren,
is mee afhankelijk van het enthousiasme waarmee
je het project presenteert. Als initiatiefnemer ben je
best goed op de hoogte van de problematiek in het
algemeen en van de noodzaak ervan voor de lokale
gemeenschap. Bereid je voor op bevragingen
omtrent efficiëntie van de voorgestelde strategie en
over het draagvlak dat voor het project al bestaat.
Vooral wanneer deze aanpak vernieuwend is in de
regio.
Neem en geef tijd
Partners moeten nadenken over het voorstel, er
met anderen over praten. Vaak moet het besluit om
effectief mee te werken aan het voorstel niet van
hen komen. Deze beslissingen liggen dikwijls elders
in de organisatie. De organisatie moet de kans
krijgen na te denken, en hun toekomstige planning
er op af te stemmen. Dit vergt tijd. Geef deze tijd,
maar laat niets koud worden. Af en toe een niet
opdringerig telefoontje is nodig.
Benader partners vanuit hun individuele
inbreng
Partners overtuigen om deel uit te maken van het
netwerk heeft het meeste kans tot slagen indien het
voor de betrokken partners duidelijk is:
dat het voor hun organisatie/persoon en voor
hun doelgroep voordelen oplevert
dat het thema verenigbaar is met hun eigen
doelstelling en missie. Wanneer een gemeente
bijvoorbeeld een globale beleidskeuze maakt
om de aandacht voor de groeiende groep
senioren te versterken, kan je daaraan een
project voor valpreventie koppelen.
dat de van hen verwachte bijdrage duidelijk is,
niet te complex en niet te veel investering
vereist
dat het project gebaseerd is op effectiviteit
dat de eigen organisatie zelf zichtbaar is binnen
het project (imago van de organisatie)
dat eigen accenten (bijvoorbeeld nadruk op
kansarme groepen) mogelijk zijn
2
Je kan partners langs verschillende wegen
aanspreken:
Individueel: Het voorstel kan via individuele
gesprekken met de verschillende organisaties
worden besproken. Afhankelijk van de aard van
de organisatie, de contacten die men met de
organisatie heeft, de situatie kan dit informeel in
de wandelgangen of formeel tijdens afspraken
gebeuren.
Binnen bestaande overlegmomenten: Er zijn
op lokaal niveau overlegorganen waarin een
aantal beoogde partners aanwezig zijn. (Logonetwerk, jeugdraad, artsenkring, …). Zo een
overleg kan worden aangewend om het
initiatiefvoorstel te agenderen en het toe te
lichten. Afhankelijk of men zelf deel uitmaakt
van het overleg of niet moet men zichzelf al dan
niet laten uitnodigen voor de bijeenkomst.
Workshop of georganiseerd presentatiemoment: Men kan zelf een workshop of
presentatiemoment organiseren voor de
verschillende partners die men in het netwerk
wenst te betrekken. Tijdens deze workshop kan
naast het presenteren van het initiatiefvoorstel,
gekaderd binnen de algemene en lokale
problematiek, ook een inventarisatie worden
gedaan van ideeën.
Richt je naar de juiste personen binnen de
organisaties
Om de juiste persoon op de juiste plaats te krijgen
binnen het netwerk is het van belang de vraag tot
participatie aan het netwerk te richten naar de
meest geschikte persoon binnen de organisatie. Dit
vergt enig speurwerk.
Kies bij voorkeur vertegenwoordigers die hun eigen
organisatie goed kennen en die ook enige invloed
hebben binnen hun organisatie.
Ook de persoonlijke kwaliteiten van de
vertegenwoordigers kunnen sterk wegen op de
keuze van de projectleden.
Bijvoorbeeld:
sterk in proces- en projectmatig werken
vergadertechnisch sterk
goede communicatieve vaardigheden
goede organisatorische vaardigheden
beschikken over een achterban
Een brief aan 'de' organisatie heeft niet steeds het
gewenste effect. Je kan beter onmiddellijk de juiste
personen direct aanschrijven. Deze zullen de vraag
tot participatie binnen hun eigen organisatie
opnemen. Voordeel is dat men zich zo richt tot de
personen die reeds een sterke betrokkenheid
hebben bij het thema en dus ook de motiverende
kracht bezitten om hun organisatie te overtuigen.
Het netwerk staat of valt met
een trekker
Het project heeft enkel kans op slagen indien een
goede trekker wordt aangeduid en aanvaard. De
trekker van het project kan iemand van het Logo
zijn, kan bij de regiefunctie van de gemeente of
OCMW aansluiten (bv. gezondheidsambtenaar of
een medewerker van een wijkcentrum) of iemand
van de samenwerkende organisaties. Het is van
belang:
dat de trekker ervaring heeft met projectmatig
werken
en
beschikt
over
voldoende
leidinggevende kwaliteiten en voldoende
contactuele en communicatieve vaardigheden.
de taken en bevoegdheden van de trekker te
formuleren en tevens kenbaar te maken binnen
het netwerk.
GEZOND
LOKAAL
Taken:
beleggen en voorzitten van de vergaderingen
de projectplannen en nodige werkdocumenten
samenstellen
de projectplanning en de bijsturing ervan
bewaken
het budget beheren
…
Het overleg trekken moet binnen de organisatie
van de trekker acceptabel gemaakt worden. Ook
deze opdracht moet passen in de visie van de
organisatie, er moet voldoende ruimte en tijd in de
planning voorzien worden en de trekker moet
autonoom met het netwerkteam keuzes kunnen
maken.
Communicatie
De multisectorale samenwerking die vereist is om
succesvolle projecten op te zetten, maakt dat
communicatie een belangrijke onderdeel is van het
project. Een duidelijk communicatieplan waar
functies, verantwoordelijkheden en taken worden
verdeeld is essentieel.
Het communicatieplan is tevens belangrijk voor het
imago en de uitstraling van het netwerk en het
project. De verschillende partners van het netwerk
zijn allen vertegenwoordigers van de organisatie
waar zij werken. Het moment van het naar buiten
treden is tevens ook de profilering van het netwerk.
Hier moeten goede afspraken worden gemaakt.
Belangrijk is dat men het goede evenwicht behoudt
tussen de profilering van het netwerk en het eigen
gelaat van de verschillende organisaties.
3
GEZOND
LOKAAL
Onderdelen van het communicatieplan
Meer info
Overlegstructuren:
(kernnetwerk,
het
verruimde netwerk, deelwerkgroepen) waarin
het project wordt besproken en beslissingen
worden genomen. Deze overlegkanalen en de
functie van de verschillende overlegstructuren
moeten voor iedereen duidelijk zijn.
Literatuur
−
Alting D, Bouwens J en Keijsers J,
Adviesdocument in het kader van het project
'overzicht
en
advisering
over
onderzoeksmethoden en meetinstrumenten
voor de evaluatie van interventies die zijn
opgezet vanuit de principes van de community
benadering, ZonMW en NIGZ, Woerden, 2003,
21 pp.
−
Bohlmeijer, E., Ruland E., Van Raak A. en MurVeeman I., Procesmanagement in public
health, ontwerp, analyse en verandering.
Trimbos Instituut utrecht, 2005, 84 pp.
−
Bruce, Thomas A. en Mc Kane, Steven Uranga,
Community-based public health: a partnership
model, American public health association,
United Book press, 2000, 128 pp.
van
−
Davies, R., Mobilising business through
partnerships for health promotion. In Promotion
& education, vol VI 1999, 21- 24 pp.
Promotie van het project bij de doelgroep:
werven van deelnemers, bekendmaking van
het aanbod, campagnepers, …
−
Peters, Louk, Factsheet netwerken van
organisaties. Woerden, NIGZ, 2002 op
www.nigz.nl
−
Suijs Stijn en Van Laeken Mia, De dans der
partners, VIBOSO, Brussel, 1999, 97 pp.
−
Verbeke L.. et al., Netwerken en lokaal
welzijnsbeleid: model, meetinstrument en
praktijk,
ministerie
van
de
Vlaamse
gemeenschap, Acco Leuven, 2004, 81 pp.
Men kan dus best een soort organigram
opstellen van de verschillende overlegstructuren die het project mee begeleiden.
frequentie van vergaderen
te volgen weg bij vergaderingen en
beslissingsmomenten
contacteren van eigen achterban: hoe en
wanneer?
Overleg met externe partners: bovenlokaal
beleid, mogelijke sponsors, andere randactoren.
Antwoorden
buitenaf.
op
informatievragen
Presentatie van het project aan derden:
persconferentie, publicatie, mededeling van de
resultaten, … Presentatie van de tussentijdse
resultaten is belangrijk. Zo worden er meerdere
momenten gecreëerd waar de aandacht van de
lokale gemeenschap op het project wordt
gericht. Niet enkel een eindrapportering, ook
tussentijdse rapporteringen.
Evaluatie van het netwerk
Voor de verdere goede werking van het netwerk is
het belangrijk regelmatig de samenwerking te
evalueren. Door regelmatig tussentijds na te gaan
of de samenwerking naar wens verloopt, kan de
projectleider zonodig tijdig ingrijpen.
De werking van het netwerk kan met checklists
worden geëvalueerd. Een geregelde evaluatie door
de trekker of door een kerngroep geeft belangrijke
info om bij te sturen. Daarnaast is het nuttig om op
vooropgezette tijden de samenwerking door alle
partners te laten evalueren. Algemene vragenlijsten
die de subjectieve ervaring van partners met het
netwerk meten, of specifieke checklisten voor het
thema valpreventie bij senioren vind je bij het VIG.
4
Download