De donkere middeleeuwen Inleiding De middeleeuwen worden ook wel de donkere eeuwen genoemd. Waarom waren ze donker? Er was natuurlijk geen elektriciteit. Maar bij de Romeinen was ook geen elektriciteit. Waarom heten de middeleeuwen nou donker en de Romeinse tijd niet? Ontdek met deze zoektocht waarom de middeleeuwen donker genoemd worden en huiver... Wees blij dat je in de 21e eeuw leeft of zou je er wel eens een kijkje willen nemen? Veel plezier bij het dwalen door de middeleeuwen De ridder Een ridder was in de __________________ een bereden en bepantserde soldaat (________ ) Ridders behoorden tot de adellijke klasse en voor niet-adellijke mannen was het vrijwel onmogelijk de ridderslag te ontvangen. In de hoge en late middeleeuwen werden de concepten van ridderlijkheid en adel steeds meer met elkaar vervlochten. Vechten Het werk van de ridder was het vechten met andere ridders. Ze bleven daardoor vaak heel lang weg, soms wel jaren. Ze moesten voor hun baas, die toen een __________ genoemd werd, vechten in oorlogen. Ook vochten ridders hun eigen twisten uit. Als je namelijk een heel machtige ridder was, kon je altijd wel een reden vinden om ruzie te maken. Als je bijvoorbeeld een stuk land van iemand wilde inpikken, dan ging je met hem vechten, de ridder die het gevecht won, mocht het stuk land dan hebben. De manier waarop je iemand kon uitdagen was door hem je handschoen toe te werpen. Daarmee daagde je hem uit tot een ______________. Je probeerde natuurlijk altijd een gevecht te winnen, maar om goed te leren vechten, moest je wel oefenen. Dat werd gedaan door middel van een __________ of een ___________. Dan speelden twee legertjes van ridders oorlogje om het vechten niet te verleren. Als je door een andere ridder uit het zadel gestoten werd, moest je aan de tegenstander een prijs betalen. Het was niet de bedoeling dat er iemand gedood werd, vandaar dat er ook spelregels waren en de ridders met een stompe ____________ (een lange stok) vochten. Maar het gebeurde vaak dat als twee vijanden elkaar in de ring tegenkwamen er wel gedood werd. Ook had je de kans om met je paard te verongelukken. Gevechtsuitrusting Een _______________ is de kleding die een ridder aan heeft tijdens zijn gevecht. In de loop van de riddertijd is deze kleding steeds ingewikkelder geworden. Oorspronkelijk hadden de ridders een _____________ aan. Dat was een soort uniform van allemaal ijzeren of koperen ringetjes. Daarbij hoorde een zogenaamde _________________ van hetzelfde materiaal die als een soort capuchon over het hoofd heen kwam. Omdat men het hoofd als het meest kwetsbare lichaamsdeel ging beschouwen, werd daar in de loop van de tijd een betere bescherming voor bedacht. Direct op het hoofd kreeg de ridder een muts met een zachte vulling. Daaroverheen werd de kapoetsmuts (de capuchon) gezet. Daar bovenop werd een ijzeren beschermkapje gezet en een viltmuts werd de vierde laag. Tenslotte kreeg de ridder ook nog een ijzeren helm (zie plaatje) over dit alles heen. In de helm zat een kijkgat, dat het vizier werd genoemd. Dat kijkgat kon gesloten worden. De ridder had ook een lans. Die lans was wel 3 meter lang. Het zwaard van de ridder was ook heel belangrijk en persoonlijk. Ook in vredestijd hadden ze het zwaard altijd bij zich. Omdat een ridder heel zwaar was als hij zijn hele gevechtsuitrusting aan had, moest hij op zijn paard gehesen worden. Als hij van zijn paard gestoten was, lag hij hulpeloos op de grond totdat er een eind aan zijn leven gemaakt werd, of hij als buit werd weggevoerd. Wapenteken Al die ijzeren vechtjassen te paard leken erg op elkaar. Het werd moeilijk om in de strijd vriend van vijand te onderscheiden. Men ging daarom zoeken naar een ________________. Daarom bedacht men het ___________. Zo herkende iedereen elkaar. Het wapenteken werd overal opgezet. Bijvoorbeeld op het schild van een ridder. Over de wapenuitrusting werd vaak een mantel gedragen om de kostbare wapenuitrusting te beschermen tegen weer en wind. Op die mantel werd het wapenteken door vrouwen geborduurd. Op de ___________, een soort vlaggetje, stond ook het wapenteken. Opvoeden van een ridderzoon De hele opvoeding van een ridderzoon was gericht op het vechten te paard. Zijn leven kunnen we indelen in drie keer zeven jaar. In de eerste zeven jaar speelde hij riddertje. Soms moest hij mee op een tocht met zijn vader. Hij sliep dan in de paardestal. Als hij zeven jaar was dan werd hij een ___________, dit betekende dat de ridderzoon bij een bevriend ridder of vorst ging wonen. Hij leerde daar om te gaan met een zwaard, lans en schild, heel goed paardrijden en hij oefende zwemmen, boogschieten en schermen. Van de kasteelvrouwe leerde hij hoe hij gasten moest ontvangen op het kasteel en hoe hij die gasten lekker eten kon geven. Na zijn periode als page ging de ridderzoon als _______________ werken. Dat kon alleen als hij heel ijverig was geweest als page. Hij was een soort "assistent" van de ridder en diende de heer persoonlijk. Als taken had hij onder andere het dragen van het schild en de lans van de heer. Niet alleen op het slagveld, maar ook thuis op de burcht stond de schildknaap steeds voor zijn heer klaar. Hij bediende hem zelfs aan tafel en speelde met zijn heer het ingewikkelde schaakspel gedurende de lange winteravonden. Als de schildknaap 21 werd, was hij eindelijk toe aan de ______________. De hofgeestelijke zegende het zwaard van de nieuwe ridder. Daarna werd hij door zijn heer met de platte kant van het zwaard op zijn schouder of rug geslagen. In het begin van de riddertijd was dit een eenvoudige plechtigheid. Later groeide dit uit tot een grote godsdienstige plechtigheid. HOE LEEFDEN RIDDERS? Eten op het kasteel Op het Middeleeuwse kasteel was --------------- het hoofdgerecht. Omdat de Rooms Katholieke kerk veel vleesloze vastendagen (op die dagen werd geen vlees gegeten) voorschreef werd er ook veel ------------ gegeten. Het vlees was afkomstig van koeien, schapen, ganzen of eenden, maar als er gejaagd was, werd er ook wel ree of everzwijn gegeten. Op het vlees te bewaren in de winter, want dan was er weinig te jagen, werd het vlees gerookt en in vaten ingezouten. De vis werd uit de slotgracht of uit naburige slootjes gehaald. Groente werd er toen niet gegeten. Oorspronkelijk at men twee keer per dag een maaltijd met vlees of vis. Zo rond 8 uur 's morgens en rond 3 uur 's middags. Deze tijden werden steeds later, en uiteindelijk ging men een ontbijt nemen 's ochtends. Op het kasteel mocht je ------------------------------, dus moest je je handen wassen voor het eten. Dit werd gedaan door een knecht, hij goot water over je handen, maar of je handen er echt schoon van werden? Ridders hadden geen nette manieren, iedereen gooide de restjes vlees met bot op de grond, die door honden afgekloven werden. De honden dienden ook als servet voor vieze handen. Trouw aan de vorst en God Een van de eerste beloftes die de ridder maakte was "-------------------------". Hij zwoer dat hij de vorst zou bijstaan met --------------------------------. Dit betekende dat hij hem moest helpen met het besturen van het land (raad) en hij moest voor hem vechten (daad) persoonlijk, gepantserd en te paard. Behalve trouw moest de ridder ook ----------------- zijn. Zó dapper dat hij de dood niet vreesde, dit was de belangrijkste ridderdeugd. De kerk wilde daarnaast nog dat de ridder op kwam voor iedereen die zwak was. Dit betekende bijvoorbeeld dat hij voor weduwen, wezen en armen moest zorgen. De kerk vond het ook belangrijk dat ridders tegen "-------------------------" (mensen die niet in God geloofden) vochten. Zo zijn ook de kruistochten ontstaan. Kasteelvrouwe Alles wat er nodig was aan eten en kleren op het kasteel werd verbouwd en gemaakt door mensen van het kasteel. Alles wat er op het kasteel werd binnengebracht door de knechten, moest grotendeels beheerd worden door de kasteelvrouwe. Zij moest de ----------------- onder haar knechten en meiden. Ze moest ook nog de dagelijkse maaltijden van alle kasteelbewoners organiseren en zorg dragen voor hun kleren. Dit waren haar dagelijkse bezigheden. De kasteelvrouwe moest ook voor de -------------------------------- zorgen. Ze moest eveneens de -----------------------------------------------------. Ze zat meestal op haar eigen kamers in een zijvleugel van het kasteel zogenaamde ------------------------. Ze hoorde niet in de grote zaal bij de kasteelheer. Het huwelijk tussen de kasteelheer en de kasteelvrouwe werd meestal al besproken als ze nog kinderen waren. Op hun twaalfde verloofden ze zich. Het huwelijk had meestal als reden erfenissen bij elkaar te brengen. Of ze van elkaar hielden was niet belangrijk. HET KASTEEL Wat is een burcht of kasteel? Een burcht is letterlijk een plaats om je te ---------------- voor je vijand. Dit was meestal een terein waarop een gebouw stond en waaromheen een gracht en een wal lagen. Dit versterkte huis was een toevluchtsoord voor omwonenden en je kon je er in terug trekken bij een gevecht. Oorspronkelijk kon ---------------de koning toestemming geven voor het bouwen van een versterkt huis. Hoe zagen oude kastelen eruit? Een oud kasteel heette een --------------. Een donjon stond meestal op een kruispunt van belangrijke handelswegen of langs een druk bevaren water. Men zocht een stukje grond uit en daaromheen werd een gracht gegraven. De grond uit de gracht werd gebruikt om langs de binnenzijde van de gracht een wal op te werpen. Daar kwam nog een ------------------ (rij puntige palen) langs te staan. Midden op dit stukje grond werd de donjon van hout gebouwd. Het huis was gebouwd om de vijand buiten de deur te houden. Doordat er in het woonvertrek alleen smalle venstergaten zonder glas waren, was het erg donker in dit vertrek. Om kou buiten te sluiten moest men de luiken dichtdoen, dan kwam er helemaal geen licht meer binnen. In plaats van meubels werden er kisten gebruikt. De kisten gebruikten ze als bergplaats en als zitplaats. Soorten kastelen Er waren verschillende soorten kastelen. Onder andere het waterkasteel en het veertiende-eeuwse kasteel. Deze kastelen waren helemaal van steen gebouwd, dit in tegenstelling tot de donjons. De voet van de toren van het waterkasteel stond in de gracht. Dit had meerdere voordelen. De vijand kon nu niet over de gracht heen zonder dat het opgemerkt werd. Bovendien kon men hun uitwerpselen in de gracht lozen. Je kan je voorstellen dat zo'n gracht niet lekker was om in te zwemmen. Ook het terein buiten de kasteelgracht werd versterkt. Er kwamen een muur en een gracht omheen. Dit heette een ---------------------. In de veertiende eeuw kwam de binnenplaats in de mode. Zo ontstond het veertiende eeuws kasteel. Dit kasteel bestond uit drie delen: de --------------------, de -------------------- en de ------------------. De hoofdburcht was een langwerpig of vierkant gebouw rond een binnenplaats met de voet in een gracht. De binnenhof was omgeven door een gracht en een muur, en was een zogenaamde voorburcht voorzien van talrijke verdedigingswerkjes. De buitenhof was eveneens omsloten door een muur en een gracht. Het omvatte de boerderij met alle mogelijke bijgebouwen. Hoe kon een ridder zo'n kasteel betalen? De ridder beschermde boeren tegen benden die rovend en moordend door het land trokken. Voor deze bescherming betaalden de boeren ---------------. Ze gaven een deel van hun opbrengst van hun boerenbedrijf aan de kasteelheer. Ook hefte de kasteelheer ---------------. Ieder schip dat langs het kasteel voer moest een deel van zijn vracht afstaan om door te kunnen varen. Ook iedere rijke koopman die de weg gebruikte langs de ridderburcht moest betalen. Op deze manier kreeg de kasteelheer geld om zijn kasteel te bouwen en te onderhouden. Ridders verliezen de macht Na 1300 hebben de ridders langzamerhand de macht verloren. Hier waren 5 belangrijke oorzaken voor. 1. De burgers die door de ridders beschermd werden konden voor zichzelf zorgen door de industrialisatie. Er ontstonden echte steden. De gewone mensen wisten zichzelf te redden doordat ze echt ----------------------- konden verdienen, dat plaats maakte voor de ruilhandel. 2. Een andere oorzaak is dat de horigen goederen aan steden begonnen te leveren. Zo konden ze sparen en het land van hun heer met geld afkopen. Ze werden --------------------. 3. Na 1300 ging de rijker wordende burgerij aan de vorst ------------------------------ betalen. De vorst kon nu een leger huren. Hij had de ridders (die vroeger voor zijn leger zorgden) niet meer nodig. 4. Er kwamen betere wapens waardoor de burgers zichzelf konden verdedigen. Bijvoorbeeld een hellebaard, dit was een lans van 4 meter lang met aan het eind een zware bijl, een punt om te steken en een haak om de ruiter uit zijn zadel te trekken. In elke stad ontstond een schutterij. 5. Bij dit alles kwam ook nog de uitvinding van het ------------------. Je kan je zelf wel bedenken wat dat teweegbracht. Er kwamen kanonnen. Andere bezigheden De lagere ridders gingen in de stad wonen en handel drijven. Anderen gingen naar het hof om de kasteelheer te dienen. Zo ontstond de hofadel. Ze hadden geen echte taak meer. Ze hoefden alleen hun heer te vergezellen. Dikwijls werd de bestuurstaak (die ze vroeger al hadden) hun volledige werk. In de 80-jarige oorlog werden ze stadhouders. Kruistochten Wat is een kruistocht? De paus maakte van de oorlog tegen de Turken iets bijzonders. Het zou een 'Heilige Oorlog' zijn. Dat is een oorlog die God zelf wilde. De deelnemers kregen bepaalde voorrechten. Wanneer ze meehielpen Jeruzalem te bevrijden, zouden ze een aflaat krijgen. Dat betekende dat zij na hun dood minder lang voor hun zonden hoefden te boeten. De kerk beloofde ook de bezittingen van een kruisvaarders te beschermen zolang deze afwezig was. De kruisvaarders moesten bij hun vertrek een plechtige gelofte afleggen. Ze moesten beloven dat ze in opdracht van de paus de heidenen en de ketters zouden bestrijden. Wanneer men de heidenen bestreed zonder toestemming van de paus, gold dat niet als een echte kruistocht. Er waren dan geen voorrechten aan verbonden. Men kon er zelfs voor gestraft worden. Kruistochten hoefden niet alleen naar Palestina te gaan. Middeleeuwers beschouwden elke oorlog onder pauselijk bevel tegen heidenen en ketters als een kruistocht. Toch waren de kruistochten naar Palestina wel de belangrijkste. Tussen de 11de en 13de eeuw werden meerdere kruistochten gehouden, maar eigenlijk was alleen de Eerste Kruistocht echt een geslaagde operatie. Waarom gingen er zoveel mensen op kruistocht? De kruistochten gingen gepaard met veel gewelddadigheid en wreedheden. Ondanks dat het een gevaarlijke tocht was, waarbij veel mensen de dood vonden, gingen bij iedere kruistocht toch weer duizenden mensen mee. Deze mensen hoopten natuurlijk Jeruzalem te bevrijden, maar er waren nog meerdere redenen waarom men kon besluiten de kruisvaartgelofte af te leggen: De paus beloofde deze mensen dat al hun zonden zouden worden vergeven. Ze kregen als ze dood zouden gaan een plekje in de hemel en zouden niet meer gestraft worden voor hun slechte daden. Ook hoefden deze mensen geen belasting meer te betalen wanneer ze terugkwamen van hun kruistocht. Veel van de mensen die mee op kruistocht gingen hadden thuis weinig te verliezen, omdat ze het daar als horige werkten en dus geen prettig leven hadden. Ze leefden meestal in simpele hutten met één kamer, waarin het hele gezin moesten leven. In de Middeleeuwen waren er veel lijfeigenen, dat waren een soort slaven. Zijn zouden als ze op kruistocht gingen, vrij mens worden. Ridders en edelen waren belust op avontuur en hoopten in de strijd roem en eer te behalen. Wanneer waren de kruistochten? Tussen de 11de en 13de eeuw werden meerdere kruistochten gehouden. Een paar belangrijkste waren: 1096 Eerste kruistocht 1147 Tweede kruistocht 1189 Derde kruistcht 1204 Vierde kruistocht 1212 Kinderkruistocht De gevolgen van de kruistochten. De bedoelingen van de kruisvaarders met een kruistocht liepen nogal uiteen. Er waren echt christenen die in opstand wilden komen tegen het geweld dat andere christenen werd aangedaan. Er was heel wat moed voor nodig om alles achter te laten en in een voettocht naar een compleet vreemd land te trekken met alle gevaren van dien. Enkel en alleen uit liefde voor Christus en het christendom. Maar er waren ook genoeg kruisvaarders die hun eigen voordeel probeerden te behalen met de kruistochten. Zo waren er bandieten bij die door het afleggen van de kruisgelofte probeerden hun straf te ontlopen. Ridders, keizers en koningen probeerden door de kruistochten hun macht te vergroten of veel eer te behalen. Tijdens de kruistochten werden er heel veel mensen in bloedige gevechten vermoord en werd er veel vernield en geplunderd De gevolgen van de kruistochten liepen ook nogal uiteen. Er waren slechte gevolgen door de 2 eeuwen strijd. Zo kwam er een sterke toename van de godsdienst onverdraagzaamheid tussen christenen en moslims, christenen en joden en zelf tussen christenen onderling. Nu nog is er in het Midden-Oosten een religieuze strijd gaande tussen moslims en christenen. Aan de andere kant waren er voor Europa ook gunstige gevolgen van de kruistochten. De landen in West-Europa hadden namelijk kennis gemaakt met een hoge oosterse beschaving. De moslims waren goed ontwikkeld in wiskunde, natuurkunde, sterrenkunde, geneeskunde en op vele andere gebieden. Daar hebben de Europeanen veel van geleerd. Er ontstond een levendige scheepvaart en een bloeiende handel rond de Middellandse Zee. Vooral Italiaanse steden, zoals Venetië en Genua, profiteerden daarvan. Het Westen leerde nieuwe producten kennen als specerijen (peper, kruidnagelen e.d.), suiker, katoen en zijde. Na de kruistochten moesten de Europeanen een andere handelsroute zoeken naar Azië om daar specerijen, zijde, ivoor, kostbare metalen en edelstenen te halen. De moslims lieten hun niet meer langs Constantinopel. De Europeanen moesten dus een route over zee zoeken. Dit leidde in de 15e en 16e eeuw tot van Portugese, Spaanse (Columbus), Franse, Engelse en Nederlandse zeelieden. Deze ontdekkingsreizen zorgden ervoor dat 'de wereld werd ontdekt' en dat alle landen in kaart gebracht konden worden. De ontdekkingsreizigers maakten daarbij handig gebruik van de overgenomen kennis van de moslims, op het gebied van bijvoorbeeld hygiëne en aardrijkskunde. Maar er werd ook handel gedreven met de moslim landen. Europese kooplieden importeerden specerijen, medicijnen, juwelen, parfums, vruchten, suiker en andere waren. In ruil daarvoor kregen de moslims graan, hout en paarden uit Europa. Ook profiteerden de moslims van de stroom pelgrims naar Heilige Plaatsen. Daarbij werden veel souvenirs gekocht en daar verdienden de moslims aan. De heksenvervolgingen speelden zich af in de 15de 16de en 17de eeuw. Een heks was in het volksgeloof een ___________ die in contact treedt met boze machten, en van deze bepaalde krachten ontvangt waarmee zij mensen en dieren kan betoveren of schade kan aanbrengen. Het geloof aan heksen komt in de gehele wereld en in alle tijden voor en wordt in alle wereldgodsdiensten aangetroffen. In het _______________ volksgeloof hield dat in dat heksen in verbinding stonden met de ___________. Als men van iemand zei dat zij het ________ zou dragen, betekende dat, dat zij een Heks was. Vroeger dachten de mensen dat heksen met hun ogen ellende konden veroorzaken. Vandaar het boze oog. Toch waren het ______________ mensen die werden verdacht en vermoord. Schuldigen Vrouwen werden er meestal van beschuldigd om een heks te zijn. De redenen die mensen vaak aandroegen waren, oogsten die mislukten, door geheimzinnige ziektes stierven vele mensen, anderen kwamen om door honger of gewoon door ellende. Ze moesten iemand de schuld geven. Dat was nog geen ramp voor de vrouwen. Maar achteraf werd er gezegd dat de duivel in vrouwen zou kruipen. Ze moesten iemand de schuld geven en dat was de duivel. De duivel kroop alleen in vrouwen want die zouden niet deugen. Roermond In Roermond zou een opperheks wonen, dat dacht men toen, de vrouw heette Trijntje van Sittard. Ze zou haar 12-jarige dochter de duivelskunsten geleerd hebben. Toen het meisje met haar vriendinnen op straat aan het spelen was, liet ze aan haar vriendinnen haar duivelkunsten zien. Ze zou spijkers, spelden, stenen en naalden spugen tegelijk. Ze werd naar de rechtbank gebracht. Ze wilden weten van wie ze dat had geleerd. Ze zou toen hebben gezegd “daarachter staat een rode man ik mag van hem niks zeggen". Die rode man zou de duivel zijn. Maar toen de rechtbank met zware straffen dreigde heeft ze toegegeven dat ze het van haar moeder had geleerd. Trijntje van Sittard werd vastgenomen en zwaar gestraft. Uiteindelijk gaf Trijntje toe dat ze al 24 jaar aan hekserij deed. Natuurlijk is dat niet echt gebeurd maar vroeger geloofde men in zulke verhalen. De mensen wilden een eind aan alle ellende maken dus geloofden ze het verhaal. Een eind aan de heksenprocessen Toen er een einde kwam aan de heksenprocessen verdween echter niet het geloof in het bestaan van heksen. Tot diep in de 18de eeuw lieten van hekserij en ___________ verdachten zich in een heksenwaag, o.a. te Oudewater en Schoonhoven, wegen om hun onschuld aan te tonen door het feit dat hun gewicht in overeenstemming was met de afmetingen van hun lichaam. Heksensabbat De heksen kwamen samen op een kerkhof of op een open plek in het bos. Dit gebeurde altijd op een donkere nacht als er geen maan scheen. Ze maakten dan muziek en ze dansten hand in hand rond. Er werd ook veel gedronken. Als de bijeenkomst voorbij was keerden ze gillend terug op hun bezems. Vliegen op een bezemsteel En dan verzonnen ze er ook nog bij dat ze konden vliegen op een __________. Daarom wordt nu de heks vaak voorgesteld met een bezem. Een heks wordt ook vaak afgebeeld met een _________. De mensen zeiden dat de kat de beste ______________ van de duivel was. De mensen dachten dat een kat je huisgeest kon zien. Heksenkringen De op weiden en grasvelden wel voorkomende kringvormige plekken waar óf geen gras groeit óf weelderiger gras dan er omheen, heten in de volksmond heksen(k)ringen en zouden ontstaan zijn doordat heksen hier in de maneschijn hadden gedanst. Heksenjacht Pausen schreven brieven naar gelovigen. In die brieven stond hoe men kon helpen de heksen uit te roeien (__________). Er werd een boek geschreven door 2 Duitse paters het boek heette de “De heksenhamer”. In het boek werd beschreven hoe je heksen kon herkennen. Ook beschreven zij in hun boek hoe je heksen kon straffen en hoe je ze kon vangen. Pas als alle heksen weg waren kwam er een einde aan alle ellende. In veel Europese landen begon er een heksenjacht. Je kon zonder het te bewijzen iemand van hekserij beschuldigen. De personen die beschuldigd werden mochten niet weten door wie ze werden aangeklaagd of waarvan ze werden beschuldigd. Iemand die je kon verdedigen kregen ze meestal niet en als er toch iemand was die je wilde verdedigen werd die persoon meestal ook schuldig verklaard. Oude vrouwtjes werden meestal beschuldigd. Later werden er ook meisjes van 25 jaar beschuldigd en daarna ging het zelfs over op kinderen van 9 jaar en jonger. Daarna bedachten de mannen iets dat als bewijs kon dienen. De Waterproef Er was een manier waarop ze konden bewijzen dat iemand een heks was, dat was de waterproef. De rechterduim werd dan vastgebonden met de linkerteen en de linkerduim werd vastgebonden met de rechterteen. Zo werd ze het water in gegooid. Kwam de vrouw weer terug boven water, was ze een heks. Bleef ze onder, spijtig voor haar, maar dan was ze geen heks. De Heksenwaag Er bestond ook nog een heksenwaag. Dat was een grote weegschaal waarop de vrouw dan plaats kon nemen. Mensen schatten dan het gewicht van de vrouw en als ze evenveel woog als ze eruit zag, was ze geen heks. Want de mensen zeiden heksen wegen niks, want ze kunnen door de lucht vliegen met een bezemsteel en dan kan je onmogelijk zwaar zijn. Als de vrouw zich had laten wegen kreeg ze een certificaat met de zegel van de stad en de handtekening van de gemeentesecretaris. Een bekende heksenwaag staat in het Zuid-Hollandse stadje Oudewater. Je kan je er nu nog steeds laten wegen tegen een kleine vergoeding en dan krijg je achteraf een certificaat waarin staat dat je geen heks bent. Het certificaat krijg je natuurlijk niet als je niets weegt. Verdachte vrouwen konden pas veroordeeld worden als ze bekenden. De zwarte dood De meest verwoestende epidemie in de geschiedenis, de Zwarte Dood, woedde in drie werelddelen en doodde miljoenen mensen. De Zwarte Dood liep diepe sporen na in het leven van de mensen uit de middeleeuwen. Tot in de ____ eeuw bleef de ziekte bestaan. De verspreiding van de plaag Vroeger werd de Zwarte Dood aangeduid met de ______ of 'de ___________. In 1330 breidde deze besmettelijke ziekte zich vanuit de Gobi-woestijn uit, doodde duizenden mensen in China en India en verspreidde zich langs de handelroutes van Centraal-Azië naar het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Een geschiedenisschrijver vertelt dat India was ontvolkt, dat Mesopotamië, Syrië en Armenië waren bedolven onder lijken en dat de Koerden in wanhoop hun toevlucht in de bergen zochten. Vrijwel zeker waren het Italiaanse schepen die de pest naar Europa brachten en de ziekte ongewild verspreidden via hun drukke handelsroutes rondom de Middellandse Zee. De eerste besmette Een van de eerste bekend geworden gevallen van pest deed zich voor in __________ 1347 in de haven van Messina op _________, waar een vloot uit Genua aanmeerde met aan boord zieken en stervenden. Toen de havenautoriteiten in de gaten kregen wat er aan boord aan de hand was, stuurden ze de vloot weg. Het was echter al te laat. Binnen een paar dagen had de _________________ ziekte zich verspreid over het eiland Sicilië en was overgewaaid naar het vasteland van Italië. Van hieruit woekerde de plaag voort in heel Europa. In September 1348 bereikte de Zwarte Dood Engeland, richtte verwoestingen aan in Scandinavië en veegde een kleine Noorse nederzetting op een verafgelegen eiland bij Groenland van de kaart. Op deze middeleeuwse prent is duidelijk te zien dat men in die tijd niet wist hoe de ziekte zich verspreidde. Deze __________ bezoekt zijn patiënten. Het onderschrift zegt: Hoe de dood te verslaan in Rome door beschermende kleding,1656 In de snavel zitten __________ om _____________. Einde van de wereld De verschrikkingen van de pest zijn beschreven door een Italiaanse schrijver, die zijn vijf kinderen aan de ziekte had verloren. 'Besmette mensen sterven bijna onmiddelijk. Er ontstaan builen op hun lichaam in oksels, hals en lies. En ze vallen om terwijl ze met je praten. Vaders verlaten hun kinderen, vrouwen hun mannen en de ene broer verlaat de andere; de ziekte lijkt zich te verspreiden door iemands adem en door iemands blik. En zo stierven vele mensen. Niemand wilde ze begraven, niet voor geld en ook niet uit vriendschap. Familieleden brachten hun doden naar sloten en lieten ze daarin achter zonder kerkdienst en zonder priester. Op veel plaatsen werden grote kuilen gegraven die werden volgegooid met de lichamen van talloze doden. Mensen stierven bij honderden, dag en nacht. Er stierven zoveel mensen dat men dacht dat het einde van de wereld was gekomen' Stad en platteland Dezelfde omstandigheden, de wanhoop en de paniek heersten overal in Europa. Het leven in de steden was in die tijd moeilijk. In de overvolle straten was het onmogelijk andere mensen te ontlopen, en de honderden doden begraven was een probleem. Veel rijke mensen ontvluchtten daarom de stad. Het verhaal Decamerone van de beroemde schrijver Boccaccio gaat over een groep mannen en vrouwen die zichzelf hebben opgesloten in een villa. Zij vertellen elkaar verhalen om de tijd te doden, terwijl ze afwachten tot de 'grote plaag' voorbij is. In werkelijkheid waren de mensen op het platteland er net zo slecht aan toe. De Zwarte Dood leek niet te stoppen. Hoewel, vreemd genoeg, het aantal doden van plaats tot plaats sterk wisselde. Een 'gelukkige' stad verloor misschien maar 10% van haar inwoners, terwijl in een afgelegen dorpje het percentage tot 60 kon oplopen. Dit onvoorspelbare element maakte de pest alleen maar angstaanjagender. Builenpest Wat geen middeleeuwse dokter wist, was dat er drie verschillende vormen van de Zwarte Dood woedden. Eén besmettelijke vorm infecteerde _________ en ___________ en werd overgebracht door mensen. Deze zeer dodelijke vorm was minder algemeen dan de builenpest, die werd overgebracht door vlooien die leefden op ____________. De beten van een besmette ________ veroorzaakten builen zo groot als een ei in hals, lies en oksels. Als gevolg van inwendige bloedingen verkleurden de builen tot een paarsachtig zwart. Er bestond geen middel of voorzorgsmaatregelen tegen alle vormen van de Zwarte Dood. Wanneer een zieke bijvoorbeeld afgezonderd werd gehouden, hield het de vlooien en ratten niet tegen. Ratten en vlooien vormden in de middeleeuwse steden een deel van het leven. ____________ zoals wij die kennen, was in de middeleeuwen ongewoon. Mensen reageerden op verschillende manieren op de ziekte. Sommigen besloten zich eens goed uit te leven nu het nog kon, anderen wasten en ontsmetten zichzelf in de hoop zo aan de ziekte te ontsnappen. Velen dachten dat de plaag een _____________ was. Ze wilden Gods genade afsmeken door boete te doen. De Zwarte Dood was eind 1351 uitgewoed. Een derde van de wereld was gestorven, zei de middeleeuwse geschiedschrijver Froissart. Onderzoekers denken dat hij wat Europa betreft daarin gelijk had. De sporen die de Zwarte Dood naliet waren diep. Herleving van de plaag Als de plaag voorgoed weggebleven was, dan had Europa zich waarschijnlijk snel hersteld. Maar de Zwarte Dood kwam terug in 1361 en in 1369 en bleef daarna tot het einde van de ____________ eeuw om de zoveel jaar terugkeren. De ziekte sloeg echter nooit meer zo hard toe als de eerste keer. Het resultaat was dat het bevolkingsaantal laag bleef. Dit had vele gevolgen, die echter niet allemaal even slecht waren. Het bleek bijvoorbeeld veel eenvoudiger een kleiner aantal mensen te voeden. Het beperkte aantal beschikbare arbeidskrachten had tot resultaat dat de lonen werden verhoogd. De rente die geheven werd op landbezit ging omlaag door de overvloed aan land. In Nederland en ook in andere delen van West-Europa verdween het lijfeigenschap door het tekort aan arbeiders. Het was de middeleeuwse lijfeigene verboden het land waarop hij werkte te verlaten, maar nu was hij in staat zijn vrijheid op te eisen. Werd hem die geweigerd dan kon hij weglopen en ergens anders werk vinden . Landeigenaren die arbeiders te kort kwamen, voelden zich niet meer verplicht een weggelopen lijfeigene terug te sturen naar zijn systeem van de middeleeuwen. De ontwikkeling van Europa in de ____________ eeuw werd mogelijk toen de pest minder vaak de kop opstak. Ook toen werd de ziekte nog gevreesd. Daar kwam pas een eind aan in de 18e eeuw. Gezondheid(zorg) In het Midden-Oosten en europa waren er veel problemen over veroorzaakten ziektes de ronde. Er waren mensen die vertrouwden op zelfgemaakte kruiden mengsels . Andere baden voor een goede gezondheid en gingen op een speciale tocht wel pelgrims tocht genoemd. Sommige geleerden meenden dat gezondheid te maken had van de bewegingen van de maan en de planeten. De meeste dokters wel bekend als geneesheren in het MiddenOosten vertrouwden echter op een meer wetenschappelijke benadering. Ze bestudeerde de werking van het lichaam soms door doden open te snijden. Hygiëne en gezondheid In de middeleeuwen nam men het niet zo serieus met de hygiëne. Ze maakten zich niet zo druk over vuil dat er was en vieze luchtjes die daar hingen. De wc. was een soort gat waar je op moest gaan zitten. Dit gat kwam uit op de gracht of een beerput (dit is een put waarin alle menselijke uitwerpselen opgevangen werden.) Zo rond de 15e eeuw werd dit gelukkig wel wat luxer, want echt fris en hygiënisch was het niet. Als wc-papier gebruikte men repen linnen en de vloer werd bestrooid met lekker geurende kruiden. Een heet bad was alleen voor de allerrijksten. Dit kwam omdat ze natuurlijk moeilijk aan warm water kon komen. Daar ging heel wat aan vooraf. Hout moest het water verwarmen. Linnen werd gebruikt om de binnen kant van het bad mee te bekleden. Om het water een lekker geurtje te geven deed men badolie in het water. Voor dit alles moest geld betaald worden. Het geld dat betaald moest worden was evenveel als het bedrag waar een arbeider een hele week voor moest werken. In die tijd zaten overal ratten, in de kelder en keuken bij het eten en in de stallen. Deze ratten aten van het eten en verspreiden op deze manier allerlei ziekten. Bronnen https://sites.google.com/a/webkwestie.nl/de-donkere-middeleeuwen/opdracht/vikingen https://portal.skipov.nl/onderwijsprojecten/Wereldorientatie/Middeleeuwen/Middeleeuwenwiki/G ezondheidszorg.aspx http://www.xead.nl/2-de-zwarte-dood http://www.iselinge.nl/Scholenplein/pabolessen/01022dheksen/geschiedenis.htm http://www.iselinge.nl/Scholenplein/pabolessen/0405d2amiddeleeuwen/kruistochten.htm