Maleine hydrazide - een groeiremmer: informatie en kanttekeningen – situatie d.d. 28-01-08 (Spelling CTGB in 2012 maleinehydrazide, aan elkaar) Maleine hydrazide is een chemisch middel dat wereldwijd in de land- en tuinbouw, langs wegen op heggen, in beplanting en zelfs op sportvelden gebruikt wordt om de groei van bomen, struiken en planten te remmen. De stof wordt, na de besproeiing, door de bladeren opgenomen, waarna het naar de groeiende delen wordt getransporteerd en daar de celdeling remt. De stof werd aan het slot van de negentiende eeuw voor het eerst ontwikkeld en begin jaren vijftig van de twintigste eeuw als groeiregulator geregistreerd en toegelaten. In Nederland is de stof uitsluitend toegelaten als middel voor het tegengaan van spruitvorming bij uien, sjalotten en knoflook en voor de groeiremming van gras bij de belijning van sportvelden. Uitgezonderd de mensen die het middel toepassen, komen we vrijwel altijd onopgemerkt in ons dagelijks leven regelmatig met maleine hydrazide in contact. Omdat het middel in voedselgewassen slecht afbreekt en er hoge residuhoeveelheden in ons voedsel achterblijven mogen aardappels van onze overheid zelfs tot 50 mg per kilo maleine hydrazide bevatten. De stof maleine hydrazide is niet puur in de handel. Het is de zogenaamde werkzame stof in diverse handelsproducten, die naast maleine hydrazine ook andere stoffen bevatten. In ons land zijn momenteel, januari 2008, 6 merken van handelsproducten toegelaten met maleine hydrazine als werkzame stof: Maleine hydrazide Zoekresultaat Bestrijdingsmiddelendatabank Naam middel Toelatings Expiratie Werkzame stof(fen) nummer datum ALLIREM 60 SG 11842 01 12 2009 maleine hydrazide BUDGET MALEINE HYDRAZIDE SG 12827 01 12 2009 maleine hydrazide Lijnfix 11992 01 12 2009 maleine hydrazide REM 10011 01 12 2009 maleine hydrazide ROYAL MH 30 8063 01 12 2009 maleine hydrazide ROYAL MH SPUITKORREL 11599 01 12 2009 maleine hydrazide 1 Deze zes merken zijn in feite slechts twee verschillende producten: een vloeistof-formulering met 188 gram maleine hydrazide per liter en spuitkorrels, die 61% maleine hydrazide bevatten. De vloeistof-formulering (188 gram maleine hydrazide per liter product) is het middel Royal MH-30, met de daarbij parallel toegelaten merken REM en Lijnfix. Aannemende dat een liter van deze drie merken met identieke formulering ongeveer een kilo weegt, behoort ruim 800 gram per liter product tot de “geheime” stoffen. Zowel fabrikant als overheid maken de inhoud van deze zogenaamd niet-actieve bestanddelen niet bekend. Daarbij kunnen echter zeer giftige stoffen zijn, maar door de hoeveelheid per bestanddeel onder een vastgestelde norm te houden is vermelding op de verpakking en openbaarmaking bij de toelating niet vereist. Wel moet bij alle drie deze producten het gevaarsymbool Xi, Andreaskruis, met de vermelding “irriterend” verplicht op de verpakking worden vermeld, met als extra waarschuwing: “irriterend voor de ogen” en gelden natuurlijk meerdere bepalingen omtrent zorgvuldige toepassing. (Opmerking: De toelating van REM werd per 31-12-2007 beëindigd, maar deze vervallen toelating werd per 11-01-2008 “opgeschort”.) Het tweede in Nederland toegelaten product met maleine hydrazide, de spuitkorrels met 61% maleine hydrazide, is het merk Royal MH-Spuitkorrel. Dit merk heeft als parallel toelatingen: ALLIREM 60 SG en BUDGET MALEINE HYDRAZIDE SG. Bij deze drie exact dezelfde formuleringen mogen we dus van 39% van de inhoud niet weten welke stoffen dat zijn, terwijl ook de werkzame stof zelf andere, extreem giftige stoffen, kan bevatten. Een vermoedelijk kankerverwekkende verontreiniging: hydrazine Uit informatie van de EPA, het Ministerie van Milieu in de Verenigde Staten en uit Denemarken, weten we dat maleine hydrazide, dus de werkzame stof, al bij de productie verontreinigd is met de volgens de EPA vermoedelijk kankerverwekkende stof hydrazine (EPA: www.epa.gov) . Daarom is in de VS bepaald dat maximaal 15 ppm (15 mg per kg) hydrazine in het product is toegestaan. De Deense overheid (Deense EPA: www.mst.dk) maakt zich kennelijk nog meer zorgen over het gevaar van hydrazine voor de volksgezondheid en hanteert 1 ppm als norm voor de maximale hoeveelheid hydrazine (schriftelijke mededeling van C. Hansen, Deense EPA, aan K. Beaart). In Nederland zal hydrazine als verontreiniging ook in het product voorkomen, maar daarover krijgen wij van onze overheid geen enkele informatie. Daardoor weten we dus zelfs niet eens of in ons land, evenals in de VS en Denemarken, een maximum geldt voor de hoeveelheid hydrazine in de diverse handelsproducten. Als een middel identiek is met een ander middel, wil dat niet zeggen dat de toegelaten toepassingen ook geheel hetzelfde zijn. Binnen de toelatingen van het “oorspronkelijk” toegelaten middel kan een toelatinghouder het aantal toelatingen beperken,zoals bijvoorbeeld bij REM en Lijnfix het geval is. Deze producten zijn schijnbaar speciaal ontwikkeld en geproduceerd om grasgroei te remmen op belijning van sportvelden, terwijl het “oorspronkelijke” identieke middel Royal MH-30 ook is toegelaten in de uienteelt. De overheid zou er in het belang van gezondheid, natuur en milieu, goed aan doen te verplichten dat de gebruiksaanwijzing en alle voorschriften van identieke middelen ook identiek moeten zijn. Dit zou duidelijkheid voor de toepasser bevorderen, aankoop van verschillende middelen voor diverse toepassingen in sommige gevallen kunnen voorkomen en 2 daarmee het gebruik en de verspilling van bestrijdingsmiddelen beperken. Minder middelen geeft immers in elk geval ook minder restanten. In de huidige situatie is het voor gebruikers van bestrijdingsmiddelen slechts zeer zelden bekend welke handelsproducten identiek van inhoud zijn. Dit soort informatie is niet geheim, maar er wordt (vrijwel) niet(s) over gepubliceerd. Beoordeling bij toelating (zie database via www.ctgb.nl) Bij de toelating van een bestrijdingsmiddel baseert de overheid zich op gegevens die door de aanvrager van de toelating worden verstrekt. De beoordeling van deze gegevens leidde tot de volgende conclusie (citaat uit de toelatingsgegevens): Risico professionele toepasser Risico particuliere toepasser Risico herbetreding Risico omstanders Risico volksgezondheid Vastgesteld is dat er geen onaanvaardbare effecten te verwachten zijn n.v.t. Vastgesteld is dat er geen onaanvaardbare effecten te verwachten zijn Vastgesteld is dat er geen onaanvaardbare effecten te verwachten zijn Vastgesteld is dat er geen onaanvaardbare effecten te verwachten zijn Helaas zijn deze “vaststellingen” niet gebaseerd op degelijk, onafhankelijk onderzoek, maar voornamelijk op een groot aantal aannames betreffende de afwezigheid van risico. Zelfs bij bestrijdingsmiddelen die direct in de woonomgeving, op straat en in plantsoenen, toegepast mogen, wordt geen praktijk-onderzoek naar de risico’s voor omstanders gedaan. Dergelijk onderzoek is in het geheel niet ontwikkeld. Ook de “vaststelling” dat geen onaanvaardbare effecten voor de volksgezondheid te verwachten zijn, is gebaseerd op aannames, met name berekeningen van de Nationale Theoretische Maximum Dagelijkse Inname. In tegenstelling tot de Nederlandse overheid meende de Deense overheid dat de risico’s van maleine hydrazide ontoelaatbaar zijn en plaatste de stof op 30 augustus 1996 op de zogenaamde “verbodslijst”. Onder druk van Europese regelgeving moest Denemarken het middel echter kortgeleden opnieuw toelaten. Onze overheid lijkt gezien genoemde vaststellingen bij de toelating, te vergeten dat alle bestrijdingsmiddelen voor gezondheid en milieu zeer giftige stoffen zijn, die zo beperkt mogelijk en uitsluitend met stipte navolging van alle geldende bepalingen en voorschriften toegepast mogen worden. Hieronder volgt enige kritische informatie over middelen die maleine hydrazide bevatten en waarvan onze overheid dus meent vastgesteld te hebben dat er geen onaanvaardbare effecten te verwachten zijn. Risico’s van maleine hydrazide voor gezondheid Bestrijdingsmiddelen kunnen via mond, huid en longen in ons lichaam geraken. Vrijwel altijd zal dit onopgemerkt geschieden, omdat het in de regel gaat om uiterst geringe hoeveelheden. Acute vergiftigingsverschijnselen treden dan niet op. Heel geringe hoeveelheden maleine hydrazide kunnen onze gezondheid ook op lange termijn schaden. Daarom hebben deskundigen, op basis van dierproeven, bepaald welke hoeveelheid van de stof maximaal op een dag in ons lichaam zou mogen geraken. De ADI (Aanvaardbare Dagelijkse Inname) van maleine hydrazide is momenteel vastgesteld op 0,25 mg/kg/lg (0,25 milligram = 0,00025 gram per kilo lichaamsgewicht). 3 Maleine hydrazide is een voorbeeld van een bestrijdingsmiddel waarvan de ADI-norm de afgelopen jaren strenger geworden is. In 1984 gold 5 mg/kg/lg als maximale norm, in 1996 werd het 0,3 en nu dus 0,25 mg/kg/lg. Het bevreemdende is dat de hoeveelheden van de stof die in ons voedsel mogen voorkomen niet verlaagd, maar juist verhoogd zijn. In de jaren tachtig en negentig mocht alleen ui maximaal 10 mg/kg maleine hydrazide bevatten. In al ons overige voedsel gold als maximale norm 0 mg/kg. In 2002 mochten bewaaraardappelen tot 50 mg/kg bevatten en gold de 10 mg norm niet meer alleen voor uien, maar ook voor knoflook en sjalotten. Recent werden de maximaal toegestane residuen opnieuw verhoogd en gelden de volgende maximale waarden: Wie informatie van onze overheid over voedselveiligheid leest zal op vele plaatsen vermeld vinden dat ons voedsel veilig en betrouwbaar is; de normen zouden zo streng zijn dat overschrijding van de residunorm vrijwel nooit tot gezondheidseffecten zou leiden. Wie echter de moeite neemt eens te berekenen hoeveel maleine hydrazide twee ons aardappelen (ons volksvoedsel), twee ons peen en een ons uien maximaal wettelijk mag bevatten, komt met behulp van bovenstaande tabel, op een totaal van 10 mg + 6 mg + 1,5 mg = 17,5 mg. Een pond van de genoemde samenstelling, 500 gram peen en uien, mag dus wettelijk 17,5 mg maleine hydrazide bevatten. Dat is volgens de ADI-waarde van de stof de maximale hoeveelheid die een persoon van 70 kg per dag zou mogen opnemen. Een tien kilo wegend kind zou maximaal 10 x 0,25 mg = 2,5 mg per dag mogen opnemen. Een ons peen en uien, zoals hiervoor samengesteld, mag wettelijk 17,5 mg : 5 = 3,5 mg bevatten. Dat is dus al bijna 50% meer dan uit oogpunt van gezondheid toelaatbaar is. Daarbij komen dan nog hoeveelheden die via andere voedingsstoffen kunnen worden opgenomen, of via de longen en huid het lichaam kunnen binnendringen. Hoewel bij de toelating vastgesteld is dat bij herbetreding en voor omstanders geen onaanvaardbare effecten te verwachten zijn, moet schrijver dezes er maar niet aan denken dat zijn kleinzoon op een veld zou spelen, waarvan de lijnen met deze groeiremmer zijn behandeld, zoals wettelijk is toegestaan. Bijzonder wrang is het te bedenken dat onze overheid meent te hebben vastgesteld dat bij betreding geen onaanvaardbare effecten te verwachten zijn, terwijl vrijwel niemand die op een veld komt, kan weten of de lijnen kort of langer tevoren behandeld zijn met het middel. Wat dit betreft geldt geen enkele bepaling. Er is zelfs niet voorgeschreven om waarschuwingsborden te plaatsen rond een met maleine hydrazide bespoten perceel, waar bij betreding de risico’s van contactbesmetting nog groter zijn dan op een sportveld. De tabel met de toegestane maximale residuen maakt niet alleen duidelijk dat het middel in gewassen slecht of niet afbreekt, maar ook dat residuen van maleine hydrazide zich ophopen in dieren. Uit onderzoek bij proefdieren blijkt dat na orale opname de uitscheiding 4 voornamelijk plaatsvindt via de urine. Daarom is het niet verwonderlijk dat residuen met name in de nieren achterblijven, zoals is af te leiden uit de in nieren maximaal toegestane hoeveelheid, die tien maal hoger is dan in vlees en lever. Over het voorkomen van maleine hydrazide in de mens is, zo ver wij kunnen nagaan, niets bekend. Bij de toelating van het middel wordt zelfs geen onderzoek vereist naar het voorkomen ervan in menselijke nieren. De overheid laat het kennelijk liever bij de vaststelling dat er geen onaanvaardbare effecten voor de volksgezondheid te verwachten zijn. Een vaststelling die helaas dus niet berust op degelijk onafhankelijk onderzoek, maar voornamelijk op, door de producent/toelatingaanvrager geleverde gegevens en de daarop bij de toelating gebaseerde aannames. De bewaking van de veiligheid van ons voedsel De Voedsel en Waren Autoriteit is de Nederlandse overheidsorganisatie die de veiligheid en kwaliteit van ons voedsel onderzoekt en bewaakt. Uit bestudering van de laatst gepubliceerde jaaroverzichten van het onderzoek naar residuen in voedsel door de Voedsel en Waren Autoriteit (www.vwa.nl) over 2005 en 2006 blijkt dat in die jaren geen enkele keer onderzoek verricht is naar residuen van maleine hydrazide; zelfs niet naar de residuen van het middel in uien of aardappelen. In dit bestek kan door gebrek aan informatie, als gevolg van geheimhouding van een belangrijk deel van de toelatingsgegevens, niet nader ingegaan worden op de gevaren van het vermoedelijk kankerverwekkende hydrazine, zoals bekend een verontreiniging in het middel. Het is zeer wel mogelijk dat deze stof slecht afbreekt en in ons voedsel meer risico voor de gezondheid oplevert dan de werkzame stof zelf. Zolang zelfs niet bekend gemaakt hoeft te worden welke stoffen naast de werkzame stof in een bestrijdingsmiddel voorkomen en ons parlement genoegen neemt met geheimhouding van de inhoud van bestrijdingsmiddelen, kan er ook geen onderzoek naar de residuen ervan worden verricht en ook geen informatie over deze geheime stoffen uit andere bronnen worden vergaard. Risico’s van maleine hydrazide voor de toepasser Bij toepassing van bestrijdingsmiddelen is altijd risico aanwezig dat via huid, longen, mond en/of ogen het middel in het eigen lichaam geraakt. Kleine hoeveelheden, waarvan men direct geen nadelige gevolgen opmerkt kunnen nog na vele jaren ernstige gevolgen hebben. Als er wel vergiftigingsverschijnselen optreden, zoals zich onwel voelen, misselijkheid, buikpijn, huid-, oogirritatie of ademhalingsproblemen moet een arts geraadpleegd worden. Indien nodig intussen een besmette huid met overvloedig water spoelen en bij ademhalingsproblemen het slachtoffer in de frisse lucht brengen. Zie hieronder de onduidelijkheid m.b.t. het al dan niet opwekken van braken na orale opname van het middel. Ieder die met bestrijdingsmiddelen werkt zou kunnen en moeten weten dat het met name voor de eigen gezondheid van belang is stipt de gebruiksvoorschriften te volgen. Helaas blijkt in de praktijk herhaaldelijk dat mensen die met bestrijdingsmiddelen werken de risico’s onderschatten. Niet alleen in de derde wereld, maar ook in ons eigen land kan ieder, die z’n ogen de kost geeft, zien dat er heel wat mensen zijn die zonder laarzen en beschermende kleding bestrijdingsmiddelen spuiten. Dit terwijl het dragen van laarzen en beschermende kleding voor vrijwel alle bestrijdingsmiddelen wettelijk is voorgeschreven. De exacte voorschriften verschillen per middel. Voor beide in ons land toegelaten formuleringen van maleine hydrazide geldt dat het dragen van geschikte handschoenen en beschermende kleding wettelijk verplicht is. Op de verpakking van de vloeistof formulering moet een Andreaskruis Xi en de waarschuwingszin “irriterend voor de ogen” staan, met als extra waarschuwing: “Bij 5 aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.” Dat op de vloeistof formulering wat meer waarschuwingen op de verpakking zijn voorgeschreven heeft weinig of niets te maken met het risico van het met water vermengde klaargemaakte spuitmiddel, maar berust op de eigenschappen van het geformuleerde, nog niet met water vermengde, handelsproduct. Eenmaal vermengd met water zullen, bij gelijke concentratie van maleine hydrazide, de risico’s van de twee verschillende formuleringen vrijwel identiek zijn; met wel de nadruk op “vrijwel”, omdat de niet-actieve bestanddelen geheim zijn. In Nederland moet verplicht op verpakking van alle bestrijdingsmiddelen worden vermeld: “Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.” Dit lijkt een zinvolle aanwijzing, maar deze vermelding wordt vaak misbruikt en verkeerd uitgelegd door te beweren dat het opvolgen van de gebruiksvoorschriften gevaar voor mens en milieu voorkomt. Dat is natuurlijk onzin. Gevaar voor mens en milieu kan niet voorkomen worden door het opvolgen van de gebruiksvoorschriften. Alle bestrijdingsmiddelen zijn immers voor mens, natuur en milieu uiterst giftige stoffen, die beslist niet in het milieu thuis horen. Bij ieder gebruik worden organismen getroffen die niet het doel van de bestrijding zijn: zowel op het bespoten perceel als erbuiten. Ieder gebruik geeft risico voor mens en milieu. Het stipt opvolgen van de geldende bepalingen kan deze risico’s niet voorkomen, maar wel beperken. De Deense overheid is wat betreft de verpakking van bestrijdingsmiddelen veel kritischer. In dat land behoort de beoordeling van de verpakking ook tot de toelatingsprocedure. Als voorbeeld volgt hieronder de inleiding van de verpakking van het middel dat, na een verbod sinds 1996,onder druk van de EU moest worden toegelaten: Antergon Mh 180, 180 gr/l maleic hydrazide: VOORZICHTIG: Om het risico voor mens en milieu te beperken moet de gebruiksaanwijzing stipt opgevolgd worden. Direct hierna wordt op de Deense verpakking duidelijk aangegeven dat overtreding van de voorschriften kan leiden tot strafvervolging. Mensen die erover denken een bestrijdingsmiddel te gebruiken nemen vaak een beslissing na het bekijken van verpakkingen en het lezen van reclame. Reclame voor bestrijdingsmiddelen is echter heel vaak misleidend (zie website van Natuurverrijking: via google: natuurverrijking, Lekkerkerk) Het is heel moeilijk om uit andere bronnen informatie over een bepaald bestrijdingsmiddel te vinden. Wie wat moeite doet kan wel via internet veiligheidinformatiebladen van de producenten over diverse middelen vinden (www.fytostat.nl). Deze informatiebladen worden echter zo onzorgvuldig samengesteld dat het wellicht beter is de informatie niet te gebruiken. Zo vermeldt Luxan in Veiligheidsinformatieblad ALLIREM 60 SG na Risico’s voor de gezondheid: “Dit produkt bevat geen gevaarlijke stoffen.” Erger is nog dat na “Inslikken” vermeld wordt “Braken opwekken.” Dit terwijl in het veiligheidsinformatieblad van het identieke middel ROYAL MH Spuitkorrel, van Certis, na inslikken o.a. wordt vermeld: “Geen braken opwekken”. In een ernstige situatie kan onduidelijkheid hierover ernstige gevolgen hebben. Het geeft wel onmiskenbaar aan dat de informatie in de veiligheidsinformatiebladen onbetrouwbaar is. Certis, de toelatinghouder van ROYAL MH Spuitkorrel, vermeldt in het veiligheidsinformatieblad van genoemd middel achter GEVAREN: Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen. 6 Daarmee geeft deze producent meteen een voorbeeld van misbruik van deze in Nederland verplichte vermelding op de verpakking van bestrijdingsmiddelen. Het volgen van de voorschriften kan immers alleen, zoals hiervoor aangegeven, het risico beperken. In het veiligheidsinformatieblad van Luxan voor de identieke spuitkorrels ALLIREM 60 SG, staat na “Risico’s voor de gezondheid” o.a.: Dit produkt bevat geen gevaarlijke stoffen. Twee regels verder blijkt echter dat Luxan aantasting van het zenuwstelsel kennelijk niet als ongezond beoordeelt, want daar staat: “Dit produkt kan het zenuwstelsel aantasten.” Elke toepasser van maleine hydrazide zou er in elk geval verstandig aan doen het volgende in Denemarken wettelijk verplichte voorschrift op te volgen: “Was de huid na het werk.” Risico’s voor natuur en milieu Bestrijdingsmiddelen zijn alle biologisch actieve stoffen die bij toepassing nimmer uitsluitend de bedoelde werking hebben op het organisme dat het doel van de bestrijding is. Bij de toepassing in het open veld worden altijd ook dieren onbedoeld geraakt, zowel op als in de nabijheid van het besproeide terrein. Getuige het volgende citaat uit de toelatingsgegevens is onze overheid meer bezorgd voor de gewassen op aangrenzende percelen, dan voor al dan niet beschermde planten en dieren die direct getroffen worden, of indirect worden getroffen, door bespoten gewassen te eten: “Based on the characteristic of maleic hydrazide effects on adjacent crops are expected.” Maleine hydrazide is dodelijk voor allerlei kleine dieren, met name geleedpotigen of arthropoden. Tot deze grote diergroep horen vele duizenden soorten kleine dieren, waaronder de insecten. Dat het middel dodelijk is voor geleedpotigen is de overheid bekend, getuige het volgende citaat: Niet-doelwit arthropoden In eerste instantie werd niet voldaan aan de norm. Er zijn aanvullende higher tier gegevens geleverd. In afwachting van beoordeling van de aanvullende gegevens wordt het risico voorlopig als gering ingeschat. Dat niet werd voldaan aan de norm voor niet-doelwit arthropoden betekent in feite, dat geconstateerd is dat het middel dodelijk is voor diverse soorten geleedpotigen. Zoals bij de toelatingsprocedure gebruikelijk is krijgt het bedrijf dat het middel levert en ook de toelating aanvraagt, dan de kans om met proefdieren in een laboratorium aan te tonen dat de sterfte onder deze proefdieren op”toelaatbaar” niveau blijft. Dan wordt ijverig gezocht naar ondersoorten die minder gevoelig zijn en worden uiteraard alleen de tests verstrekt met de ondersoorten waarvan de resultaten zo gunstig mogelijk uitvallen. Op deze wijze werd voor diverse bestrijdingsmiddelen de toelating wordt behouden/verkregen. Als de nieuwe test-resultaten eventueel nog niet gunstig genoeg blijken te zijn i.v.m. toelating, dan krijgt het bedrijf opnieuw de kans “higher tier” onderzoek te doen, enzovoort. Door de hoge oplosbaarheid in water spoelt het middel na toepassing gemakkelijk af naar het oppervlaktewater. In ons waterrijke land zijn voor toepassing van maleine hydrazide geen extra regels opgesteld in verband met dit risico. In Denemarken is wel bepaald dat toepassing dichter dan twee meter bij water verboden is en wordt dit ook uitdrukkelijk op het etiket aangegeven. Ongewenst komt het middel ook in het grondwater terecht. Dit is een probleem voor de drinkwatervoorziening, vooral omdat bestrijdingsmiddelen die eenmaal in het grondwater zitten vrijwel niet meer afgebroken worden. In drinkwater is maximaal 0,1 ug/liter van een bestrijdingsmiddel toegestaan. Dat het residu van maleine hydrazide in grondwater hoger is 7 dan deze norm is onze overheid bekend. Daarom werd in het Meerjarenplan Gewasbescherming, regeringsbeslissing, d.d. 17 juni 1991, al besloten het middel te gaan verbieden. (tabel B, pag. 94) Ongetwijfeld heeft het bedrijfsleven laboratoriumgegevens verstrekt waaruit zou moeten blijken dat het residu in grondwater wel toelaatbaar is, want het in genoemde regeringsbeslissing voorgenomen verbod is nimmer gerealiseerd. Een waarde die veel zegt over het risico voor in het water levende organismen is de ecotoxicologische waarde. In1989 werd door de overheid van 55 bestrijdingsmiddelen deze ecotoxicologische waarde bepaald (nota “Kansen voor waterorganismen”, Ministerie van Verkeer en Waterstaat). De waarde geeft de hoeveelheid van een stof aan in microgrammen (ug) per liter water, waarbij nog juist geen effecten op populaties aantoonbaar zijn. Uit de tot heden bekende ecotoxicologische waarden blijkt dat de norm voor ons drinkwater, 0,1 ug/liter, een norm die volgens vele “deskundigen” als te streng wordt beoordeeld, volstrekt onvoldoende is om wat ons nog van de natuur rest te beschermen. Vele bestrijdingsmiddelen blijken bij geringere hoeveelheden dan 0,1 ug per liter water het ecosysteem te schaden. De ecotoxicologische waarde van maleine hydrazide is niet bekend en maakt geen onderdeel uit van de toelatingsprocedure. Conclusie: Maleine hydrazide is een stof waarvan hoge residuen in voedsel achterblijven. Verlaging van de in voedsel toegestane residuen is dringend gewenst. De mens wordt, vrijwel altijd onopgemerkt, levenslang blootgesteld aan het middel. Toepassing van het middel geeft diverse risico’s voor gezondheid, natuur en milieu. Dat het middel door de overheid momenteel als toelaatbaar beoordeeld wordt, doet daaraan niets af. Onderzoek naar residuen van maleine hydrazide en de verontreiniging hydrazine in de mens en de gezondheidseffecten ervan, is gewenst; evenals onderzoek naar de risico’s van de niet actieve-bestanddelen in het middel. Ons parlement zou niet mogen tolereren dat gegevens over de samenstelling van bestrijdingsmiddelen geheim zijn. Agrariërs wordt aangeraden te zoeken naar niet-chemische bestrijdingsmethoden. De consument wordt aangeraden te kiezen voor producten van biologische teelt. Kees Beaart 28- 01-2008 8