Beleidsthema Rol van de OR bij de kwalitatieve selectie van werknemers Stoelendansen bij een reorganisatie Bij collectief ontslag mag een werkgever niet zomaar de ontslag­ volgorde zelf bepalen. Het kan daarom gebeuren dat hij werknemers moet ontslaan die hij liever behoudt. Veel bestuurders proberen dit te voorkomen met de zogeheten ‘stoelendansmethode’. Daarmee laat hij zijn ‘beste’ werknemers de dans ontspringen en komen de volgens hem slechtere werknemers in aanmerking voor ontslag. Om willekeur en subjectiviteit te voor­ komen, moet de werkgever zich aan strenge regels houden om deze methode te mogen toepassen. Voor uw OR is hierbij een belangrijke toezichthoudende functie weggelegd. W Werkgevers krijgen veel vrijheid om hun onderneming naar eigen inzicht te besturen. Zodra een werkgever moet reorganiseren, verandert dat. Hij moet namelijk de wet- en regelgeving volgen bij het boventallig ver­ klaren van werknemers. Het Ontslagbesluit bepaalt dat de bestuurder de ontslagvolg­ orde moet vaststellen met behulp van het afspiegelingsbeginsel. Dit beginsel is be­ doeld om op een objectieve manier en zon­­ der willekeur werknemers te selecteren voor ontslag. Toch proberen werkgevers het af­ spiegelingsbeginsel te omzeilen. Dat doen zij met behulp van de stoelendansmethode. Stoelendans Via de stoelendansmethode oefent een werkgever invloed uit op de functieop­ bouw in de organisatie. Dat doet hij door Het idee achter het afspiegelingsbeginsel Het afspiegelingsbeginsel bepaalt de ont­ slagvolgorde als arbeidsplaatsen komen te vervallen door een reorganisatie. Dit begin­ sel gaat uit van de leeftijdsopbouw per ca­ tegorie uitwisselbare functies van een be­ drijfsvestiging. Van een uitwisselbare func­ tie is sprake zodra de functie-inhoud, de vereiste kennis en vaardigheden, de ver­ eiste competenties, het niveau en de belo­ 22 O R R E N D E M E N T 11-2011 ning gelijkwaardig zijn. De verdeling van de ontslagen over vijf verschillende leef­ tijdsgroepen moet op zo’n manier plaats­ vinden dat de leeftijdsopbouw binnen de categorie uitwisselbare functies vóór en ná de inkrimping verhoudingsgewijs zoveel mogelijk gelijk blijft. In OR Rendement nummer 9 leest u op pagina 16 meer over het bepalen van de ontslagvolgorde. binnen de organisatie eerst een gehele functie(groep) te laten vervallen. Door dit verval worden alle werknemers in die functie(groep) boventallig verklaard. Er is dan geen ruimte meer voor afspiegeling binnen de categorie uitwisselbare functies (iedereen is immers boventallig). Vervol­ gens creëert de werkgever nieuwe func­ ties waarop de boventallige werknemers kunnen solliciteren. De werkgever heeft hierbij de mogelijk­ heid om kwalitatief goede werknemers te selecteren voor de nieuwe functies. Op die manier worden werknemers, die an­ ders op basis van het afspiegelingsbegin­ sel voor ontslag in aanmerking zouden komen, feitelijk voor ontslag behoed. Ve­ len zijn van mening dat bij de stoelen­ dansmethode de kwaliteit van de werkne­ mer het criterium is. Deze methode staat daarom ook wel bekend als de ‘kwalitatie­ ve selectie methode’. Noodzaak Voor een geldige stoelendansmethode ver­ andert de werkgever dus de functieopbouw binnen de organisatie. Dat kan hij doen door bijvoorbeeld een complete functielaag te schrappen. Die beslissing kan de werk­ gever echter niet maken zonder dit voor te leggen aan de OR. De ondernemings­ raad heeft op basis van artikel 25 lid 1 van de WOR namelijk adviesrecht over deze belangrijke wijziging in de organisatie. Voor de ondernemingsraad is dan de taak weggelegd om advies te geven over een voorgenomen besluit als het gaat om een organisatorische wijziging van de onder­ neming. Hierbij is het belangrijk dat uw raad kijkt naar de noodzaak van het wijzi­ gen van de functieopbouw. Is er een aan­ toonbare bedrijfseconomische of -organi­ satorische reden voor de wijziging van de functieopbouw of probeert de werkgever van werknemers af te komen die hij liever kwijt dan rijk is? Verkapt Naast het laten vervallen van een functie­ laag creëert de werkgever nieuwe functies waar de boventallige werknemers op kun­ nen solliciteren. Ook bij het creëren van deze nieuwe functies moet de onderne­ mingsraad de gelegenheid krijgen om ad­ vies te geven. Het is hierbij belangrijk om te beoordelen of het daadwerkelijk om nieuwe functies gaat. In de Beleidsregels staat namelijk vermeld dat de werkgever in zo’n situatie aanneme­lijk moet maken dat de nieuwe functie in voldoende mate verschilt van de vervallen functie. Op die manier zijn de oude en nieuwe functies niet onderling uitwisselbaar. Ook de rechtspraak legt de nadruk op het verschil tussen de nieuwe en de vervallen functie voor de geldigheid van een stoelen­ dansreorganisatie. Zo hecht de kanton­ rechter te Almelo waarde aan een bedui­ dend hoger salaris en meer verantwoorde­ lijkheden voor het bestaan van de nieuwe functie. Selectie Zodra er nieuwe functies zijn gecreëerd, kunnen de boventallige werknemers hier op solliciteren. Hierbij ligt willekeur om de hoek, omdat de werkgever kan kiezen welke werknemers hij wel en niet herplaatst in de nieuwe functie. Het is daarom belang­ rijk dat de ondernemingsraad controleert of de werknemers worden geselecteerd op basis van objectieve criteria. Dit zou geen probleem mogen zijn, omdat de OR ook adviesrecht heeft als het gaat om de manier waarop de selectie plaatsvindt. Het is daar­­ bij raadzaam om een extern assessment­ bureau in te schakelen. Zij kunnen op een objectieve manier de geschiktheid van de werknemers vaststellen. Op basis van de Beleidsregels heeft een werkgever de ruimte om de in zijn ogen meest geschikte kandidaat te selecteren. Let er wel op dat de bestuurder zijn keuze kan toelichten. Daartoe zal de rechter hem ook verplichten als er een zaak van wordt gemaakt. De werkgever moet dan aanto­ nen dat er geen sprake is van willekeur. De werknemer moet een eerlijke kans krijgen Zo heeft de kantonrechter te Leiden aan­ gegeven dat een werknemer niet alleen op papier, maar ook in de praktijk een eerlijke kans moet krijgen om zijn loopbaan voort te zetten in de nieuwe functieopzet. Rechtspraak In de praktijk wijzen kantonrechters de stoelendansmethode niet per definitie af. De werkgever moet wel sterke en toetsba­ re waarborgen afgeven voor de manier waarop hij de bestaande organisatie her­ inricht. Die waarborgen zijn bedoeld om de rechtspositie van de werknemer te be­ De stoelendansmethode in vogelvlucht Om te voorkomen dat werkgevers waarde­ volle werknemers moeten ontslaan, passen zij de stoelendansmethode toe. Deze me­ thode bestaat uit de volgende drie stappen: 1.De werkgever laat een functie(groep) vervallen en verklaart de werknemers in die functie(groep) boventallig. 2.De werkgever creëert (een kleiner aan­ tal) nieuwe functies. 3.De boventallige werknemers kunnen solliciteren op de nieuwe functies. Vervolgens maakt de werkgever een se­ lectie van sollicitanten op basis van kwaliteit. Positie van de OR De bestuurder die ervoor kiest om bij een reorganisatie de stoelendansmetho­ de toe te passen, is verplicht om de OR hierbij te betrekken. Zo moet de be­ stuurder de ondernemingsraad op drie punten om advies vragen: het besluit tot het schrappen van een functie(groep); het besluit tot het creëren van een nieuwe functie(groep); de wijze waarop werknemers voor de nieuwe functies worden geselecteerd. schermen en om willekeur te voorkomen. Het gebruik van de stoelendansmethode wordt daarom kritisch getoetst door kan­ tonrechters. In de praktijk wijzen veel kantonrechters deze methode bij een re­ organisatie af, omdat werknemers niet op een objectieve manier worden geselec­ teerd. Ook de beoordeling van de uitwis­ selbaarheid van de nieuwe en oude func­ ties, bepaalt in sterke mate of een kanton­ rechter de stoelendansmethode toestaat. Zorgvuldig Een ondernemingsraad hoeft niet meteen negatief te adviseren over een reorganisa­ tie waarbij de bestuurder de stoelen­ dansmethode toepast. De kans bestaat na­ melijk dat het wijzigen van de functieop­ bouw van de organisatie noodzakelijk is. Als er daadwerkelijk nieuwe functies wor­ den gecreëerd, waarvoor de werknemers op een objectieve manier worden geselec­ teerd, is een positief advies heel goed denkbaar. De ondernemingsraad heeft voornamelijk een actieve rol in het toe­ zicht op de reorganisatie, waarbij het be­ langrijk is dat er geen sprake is van sub­ jectiviteit of willekeur. Het staat namelijk voorop dat een stoelendansmethode zorg­ vuldig moet worden toegepast. Zorg dus dat u daar vanuit uw ondernemingsraad dicht op zit! Floor Damen en Anneke Nijk, advocaten arbeidsrecht bij Lexence, e-mail: [email protected],[email protected] OR REND EMENT 11-2 0 1 1 23