Piet De Praitere

advertisement
Artiest in huis
PIET DE PRAITERE
Piet De Praitere is stand-up comedian. Vroeger kwam hij naar
Destelheide voor beleidsvergaderingen in het sociaal-cultureel
werk, nu is hij bij ons als artiest in huis. Piet speelde een fel
gesmaakte try-out van zijn nieuwe voorstelling voor de aanwezige
jongeren van De Kunsthumaniora, en werkt nu in ijltempo verder
naar de première in november.
6
Waarover gaat je nieuwe voorstelling?
“De titel is ‘Had ik maar bij de Beatles gespeeld’. Ik
hou wel van titels die niet altijd de lading dekken, dus
veel ga je daar in de voorstelling niet over terugvinden
(lacht). Zoals het repetitieproces nu evolueert, zal de
voorstelling vooral over de technologische tijd van nu
gaan: Google, Facebook… Het personage dat ik speel is
gebaseerd op mensen die te veel achter hun computer
zitten, maar denken dat ze een sociaal leven hebben
– wat niet zo is. Daaruit vloeit dan ook het thema van
illusie-werkelijkheid voort: ik vertel bijvoorbeeld ook
over enkele hele rare dromen die mijn personage had.”
“Er zit ook een stukje in de voorstelling over hoe mensen
over vijftig jaar zullen praten over de tijd van nu. Oudere
mensen praten nu veel over de tijd van vroeger en de
oorlogsjaren, maar dat is voor de jonge generatie erg
abstract. Na de try-out die ik hier speelde voor de
leerlingen van De Kunsthumaniora Brussel, kreeg ik
veel reacties over hoe zij zouden terugkijken op 2012
als ze zeventig jaar zouden zijn.”
In je voorstelling komt ook een stukje over ‘stomme
vragen, stomme antwoorden’, waarin je vertelt dat
je regelmatig de vraag krijgt wat je als stand-up
comedian overdag doet. Ik ga je die vraag toch ook
stellen, want op de homepage van je site staat dat je
ook meubelmaker en huurmoordenaar bent…
“(lacht). Van opleiding ben ik meubelmaker. Ik kom
uit een groot gezin, en mijn ouders hadden die studie
voor mij uitgestippeld, hoewel ik helemaal geen
meubelontwerp wilde studeren. Al is dat achteraf
bekeken soms wel handig geweest: ik kan nu thuis zelf
een kastje ineen steken (lacht).”
© Tom Verbruggen
“Na die opleiding moest ik mijn
legerdienst doen – ik ben nog van die
leeftijd. Dat wilde ik niet, en daarom
heb ik twee jaar burgerdienst gedaan
in de christelijke arbeidersbeweging.
Zonder dat ik er een diploma voor
had, heb ik zes jaar in de sociaalculturele sector gezeten. In die jaren
ben ik ook met theater in aanraking
gekomen. In 1994 won ik samen met
Gunter Lamoot en Bart Vanneste
een wedstrijd op Studio Brussel,
en zo ben ik in het comedy-circuit
terechtgekomen. We werkten toen
samen met Kamagurka, en van het
een kwam het ander.”
Hoe zag de comedyscene er uit
toen jij in 1994 begon?
“Er waren wel grote namen als
Jacques Vermeire, Urbanus en
Kamagurka, maar voor het overige
was er weinig. Stilaan begonnen er
meer comedians: Raf Coppens, Bert
Kruismans, ikzelf… In de jaren 2000
is er dan een tweede golf gekomen
met onder andere Wim Helsen en
Wouter Deprez, en toen is comedy
heel populair geworden. Al denk
ik wel dat het hoogtepunt van de
media-aandacht toch al een viertal
jaar achter ons ligt. Het kaf wordt
stilaan van het koren gescheiden.”
“Ik kan zeggen dat ik nu al achttien
jaar voltijds als comedian kan
werken, voor theater, radio en tv. Ik
heb nooit geleefd van een uitkering
of een artiestenstatuut. Ik ben
zelfstandige, als ik een maand luier,
is dat mijn probleem. Dan heb ik
gewoon geen inkomsten (lacht). Er
zijn periodes dat ik niet bezig ben
met stand-up comedy, omdat ik er
dan geen zin in heb. Ik heb een haatliefdeverhouding met het genre. Ik ga
niet zoveel kijken naar voorstellingen
van andere comedians, maar vind
het wel leuk om het zelf te doen.
Vaak wordt er in stand-up comedy uit
een zelfde vaatje humor getapt. Voor
mij mag het iets meer zijn. Al merk
ik dat comedy de laatste jaren steeds
verder evolueert en dus beter wordt.”
Was het voor jou makkelijker om
vroeger aan comedy te doen dan nu?
Toen was er misschien wel minder
aandacht voor het genre, maar nu is
de concurrentie veel groter.
“Ik vind het wel leuk dat er veel
concurrentie is en dat veel mensen
het proberen in de stand-up comedy.
Ik kan nog altijd veel spelen, dus ik
heb niet te klagen. De omkadering is
in al die jaren wel veel professioneler
geworden. Vroeger kwam je wel
eens op plaatsen terecht waar de
organisatie niet in orde was, of het
publiek niet geïnteresseerd was.
Nu werken comedians samen met
boekingskantoren die alles beter
in de hand hebben, wat soms ook
weer een beetje spijtig is.”
7
© Piet De Praitere
Artiest in huis
Hoe lang werk je gemiddeld aan een nieuwe voorstelling?
“Normaal toch een jaar. Voor deze productie is dat echter veel korter, omdat
ik in het voorjaar heb meegewerkt aan het tv-programma Superstaar van
Gunter Lamoot. Normaal gingen we de reeks eind 2011 maken, maar een
proefversie werd toen niet goedgekeurd. Plots was er na nieuwjaar wel
veel enthousiasme bij vtm, en zijn we er allemaal enthousiast ingevlogen.
Superstaar werd een succes, en er komt een nieuwe reeks in september
2013. Normaal ging ik dit voorjaar al aan deze nieuwe voorstelling schrijven,
maar dat heb ik dus moeten uitstellen. De tijdsdruk die er nu is, zorgt anders
wel voor een stevige portie adrenaline. Omdat we aan Superstaar zeer hard
en efficiënt werkten, zit ik nog in de flow en heb ik er een goed oog in dat ik
er tegen de première in november ga staan.”
“Ondertussen zijn we met de mensen van Superstaar ook aan een grote
comedy-dramaserie aan het schrijven. Het is nog een beetje geheim, maar
ik kan alvast vertellen dat de serie helemaal in het West-Vlaams zal zijn en
dat ze zich gaat afspelen in het fictieve West-Vlaamse dorpje Bevergem.
Maar het wordt zeker geen sitcom ofzo (lacht).”
8
Je eerste comedyshows speelde je niet als jezelf maar als het typetje
‘Etienne met het open verhemelte’.
“Dat typetje was een groot succes. Etienne was populairder dan ik ooit nog
ga kunnen worden in de stand-up comedy. Het typetje is begonnen op de
radio in het programma Studio Kafka. Ik speelde er een oude professor met
een open verhemelte die moderne wiskunde live op de radio onderwees.
Als er een ding belangrijk is op de radio, is het wel verstaanbaarheid. En
dat was bij Etienne nu eens totaal niet het geval: hij stootte meer klanken
uit dan dat hij praatte (lacht). De inspiratie voor Etienne haalde ik uit mijn
kindertijd, omdat mijn nichtje toen een open verhemelte had.”
“Pas in 2006 maakte ik mijn comedydebuut onder mijn eigen naam. Dat was
niet gemakkelijk. Het publiek heeft dat een tijdje ook niet erg geapprecieerd.
Ik vond niet meteen de juiste toon en zat nog te veel in de figuur Etienne.
Ik dacht dat het allemaal vanzelf zou gaan, net zoals het bij Etienne ging.
Toen moest ik maar gewoon aan de microfoon opduiken, en het publiek
lag al tien minuten in een deuk. En als ik daarna mijn eerste woord zei,
lagen ze weer vijf minuten dicht. Etienne was ook erg mooi gestileerd: een
soort Willy Claes-achtige figuur met wax in zijn haar, een bril en een bizar
kostuumpje. Etienne is toch een beetje de voorloper geweest van de standup comedy, als ik zo pretentieus mag klinken. Wat mij betreft ligt dat typetje
nu wel definitief in de kast, al is er wel nog veel vraag naar. Ik heb net een
compilatie-dvd van Etienne gemaakt, maar ik weet niet of ik die ooit ga
uitbrengen. Misschien als een extraatje op een andere dvd. Etienne mag
mijn leven niet overnemen (lacht).” Q Filip Tielens
“Ik heb een
haat-liefdeverhouding
met stand-up
comedy”
Download