Mag 385 – Joden in Duitland, Dhr Sauerman

advertisement
Het Verhaal van de Joden in
Duitsland sinds de Romeinse Tijd.
Door dhr. O. SAUERMAN.
De Middeleeuwen (vervolg).
Koningen en keizers hadden over het algemeen een welwillende houding tegenover Joden. Maar in de tijd van de kruistochten
bleek hun macht vaak te gering om de Joden te beschermen tegen de kruisvaarders. Vanuit Frankrijk trokken in 1096 moordende bendes het Rijnland binnen en doodden duizenden Joden.
D
e Kerk had de kiem gelegd voor die religieuze haat. Hebzucht wakkerde het
fanatieke geloof van de kruisridders
aan, en dat tijdens hun gewapende pelgrimtocht om het Heilige Land te veroveren; de
Kerk stond het vermoorden van Joden toe – tenzij ze zich lieten dopen.
Bijna alle Joden gaven de voorkeur aan het uitvoeren van de “kiddusj hasjem” (heiliging van de
goddelijke naam): zij doodden zichzelf of lieten
zich doden om van hun geloof te getuigen. Het
roerende goed van de vermoorden werd gewoonlijk verdeeld onder de kruisvaarders. De huizen
kwamen in handen van de stad als ze niet door
de heerser werden opgeëist, als beloning voor het
niet vervolgen van de moordenaars. Er waren
ook uitzonderingen: patriciërs, bisschoppen en
vorsten die Joden verstopten of hen in burchten
tegen de aanvallen van de kruisvaarders verdedigden.
De latere kruistochten hadden vergelijkbare, zij
het minder dodelijke gevolgen voor de Joden.
En steeds bouwden de Joden hun gemeenschappen opnieuw op.
Massamoord op Joden tijdens
de Eerste Kruistocht.
Bijbel van de dertiende eeuw.
Geleerden en hun leerlingen trokken weg en
schreven religieuze geschriften en ontwikkelden
de ethische fundamenten van het asjkenazische
Jodendom.
In 1215 belegde paus Innocentius III, initia
tiefnemer van de vierde kruistocht (1202-1204)
en vijand van de Joden, het vierde Lateraans
Concilie. Hier werden zijn anti-Joodse bepalingen aangenomen die tot in onze eeuw de basis
vormden voor de vernederende leefomstandigheden en zwartmakerij van Joden.
Innocentius III verbood christenen rente te vragen en wentelde de schuld voor woekerrentes
af op de hebberigheid van de Joden. De vijandige wetten van het Lateraans Concilie zouden
de Joden blootstellen aan algemene vernedering.
Voortaan waren zij uitgesloten van alle openbare
functies. Ook moesten ze een stuk gele stof op
hun kleren naaien als teken voor hun sociale
degradatie en mochten ze zich gedurende de
Goede Week niet in het openbaar vertonen.
De spitse Jodenhoed, die reeds vroeger was ingevoerd, werd ondanks herhaalde verordeningen
nauwelijks publiekelijk gedragen.
TOI ET MOI
Uit sympathie
Isabellalei 22
2018 Antwerpen
Centrale Magazine - 55
Download