Stagehandleiding holding, anesthesie en recovery voor operatieassistenten hbov-t Naam student: Naam werkbegeleider holding: Naam werkbegeleider anesthesie: Naam werkbegeleider recovery: Naam praktijkopleider: Stageperiode: Aantal dagen holding: Aantal dagen anesthesie: Aantal dagen recovery: Beoordeling: 1 Inhoudsopgave Eigen professionalisering..................................................................................................................... 3 Welke afdelingen................................................................................................................................. 3 Stageduur ............................................................................................................................................ 3 Leermomenten .................................................................................................................................... 3 Om welke CZO eindtermen gaat het? ................................................................................................. 3 Plan van aanpak................................................................................................................................... 6 Voorbereiding...................................................................................................................................... 6 Beoordeling ......................................................................................................................................... 6 Verslag introductiegesprek (met praktijkopleider OK) ....................................................................... 7 Verslag stage holding .......................................................................................................................... 8 Verslag stage anesthesie ..................................................................................................................... 9 Verslag stage recovery ...................................................................................................................... 10 Bijlage 1: Inspiratiebron leerdoelen externe stage holding .............................................................. 11 Bijlage 2 Inspiratiebron leerdoelen externe stage anesthesie .......................................................... 12 Bijlage 3: Inspiratiebron leerdoelen externe stage recovery ............................................................ 13 Bijlage 4: Wat is de hbov technische stroom .................................................................................... 18 Bijlage 5: Afspraken externe stages hbov technische stroom .......................................................... 19 2 Dit is een verplichte stage volgens de CZO reglementen. Het gaat erom dat je het hele traject van een patiënt leert kennen van opname tot ontslag, maar vooral ook het belang van samenwerking met collega’s op de holding c.q. voorbereiding, anesthesie en recovery. Duidelijke overdrachten, uitvoering van noodzakelijke kwaliteits- en veiligheidschecks, hulp bij complicaties, communiceren in routinesituaties en in noodsituaties, samenwerking bij spoedoperaties zijn hierbij van belang. Eigen professionalisering Van een student in het vierde jaar hbov technische stroom wordt het volgende verwacht: De student kan: Door zelfreflectie invulling geven aan zijn eigen leerproces. Eigen begeleidingsbehoefte formuleren Eigen leerdoelen vaststellen en een begeleidingsplan maken i.s.m. begeleiders Kan het begeleidingsproces evalueren en vragen om feedback Zich voorbereiden op deze stage en maakt een ontwikkelplan Ervoor zorgdragen dat alle formulieren op het einde van de stage zijn ingevuld. Welke afdelingen 1. Holding/voorbereiding 2. Anesthesie 3. Recovery Stageduur - Tijd: Totaal 2 weken van 32 uur voor de 3 afdelingen samen(hoeven niet persé aaneengesloten) Leermomenten Holding aanname en overdracht van patiënt op de voorbereiding/holding, (of rechtstreekse intake in geval van dagbehandeling) handelingen en aandachtspunten op de holding oa regionale anesthesie overdracht holding naar ok personeel Anesthesie transport patiënt naar de operatiekamer samenwerking met de anesthesie en weten hoe te handelen in noodsituaties/spoedsituaties, kennen belangrijke pijlers anesthesie, basis kennis vitale functies, mee aansluiten van bewakingsmonitoren transport van operatiekamer naar recovery Recovery overdracht op de recovery handelingen en aandachtspunten op de recovery (vitale functies, pijnscore, POMB, wondcontrole) overdracht naar de verpleegafdeling (of rechtstreeks ontslag in geval van dagbehandeling) Om welke CZO eindtermen gaat het? De onderstaande CZO eindtermen (Bron: Regeling CZO ziekenhuisopleidingen , deskundigheidsgebieden en eindtermen 2007), zijn van toepassing voor de stages holding, anesthesie en recovery . 1.1 Verzamelen interpreteren van gegevens 3 De operatieassistent verzamelt continu gegevens, maakt een situationele analyse van patiënt, omgeving, operatie techniek en anesthesie en stelt de complexiteit van de operatieve zorgsituatie vast bij een patiënt in het peri-operatieve proces. Hierbij wordt rekening gehouden met: de zorg- en begeleidingsvraag van de patiënt; de fysieke, psychische en sociale toestand van patiënt; het operatieve proces. 1.2 Plannen van zorg De operatieassistent plant de operatieve zorg en bewaking van een patiënt in het peri-operatieve proces en de prioriteitsstelling van interventies en ondersteuning van het operatieve proces. Hierbij wordt rekening gehouden met: het zorgpad waarin de patiënt zich bevindt; specifieke instructies van de medisch specialist. 1.4 Plannen van zorg De operatieassistent voert de medisch ondersteunende werkzaamheden uit ten behoeve van het operatieve proces: het anticiperen betreffende het operatieve proces op het veranderend operatie- en anesthesieverloop tijdens het operatieve proces; Basic Life Support en het assisteren van het anesthesieteam bij Advanced Life Support; het vervoeren van de patiënten binnen het OK-complex; assisterende werkzaamheden bij (be)handelingen op het gebied van overige peri- operatieve zorg. 1.6 Uitvoeren van zorg De operatieassistent reguleert en coördineert het operatieve zorgproces tijdens de peri-operatieve periode ten behoeve van de patiënt én de behandelaars en anticipeert daarbij op het peri-operatieve proces in alle voorkomende situaties. 2.1 Communicatie met de patiënt De operatieassistent communiceert zorgvuldig, systematisch, klantgericht en geeft relevante informatie over de ingreep en het operatieve proces en houdt rekening met: de toegediende anesthesie, de operatie / behandeling, (mogelijke) complicaties en hun invloed op de psyche en soma van de patiënt; methoden en richtlijnen voor het begeleiden en voor het geven van informatie aan patiënten en wettelijke en/of andere vertegenwoordigers; de eigen beroepsethiek, de beroepscode en het beroepsgeheim; de eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden. 2.2 Communicatie met de patiënt De operatieassistent observeert en signaleert het psychosociale welzijn bij de patiënt en diens naasten in het peri-operatieve proces en begeleidt de patiënt en diens naasten met respect voor culturele, maatschappelijke en religieuze normen en waarden en de ziektebeleving van de patiënt. Specifieke aandachtspunten zijn: inlevingsvermogen in de patiënt; onderkennen van (de eigen) gevoelens, normen en waarden; onderscheid tussen de eigen gevoelens en waarden en die van de patiënt en diens naasten. 4 3.1Samenwerking De operatieassistent neemt de overdracht van de patiënt op een systematische wijze in ontvangst en verwerkt de gegevens uit de overdracht op een adequate wijze. Hij organiseert de zorg en behandeling op de operatiekamer als een onderdeel van de keten van zorgverlening die de patiënt doorloopt. De operatieassistent draagt de zorg en de behandeling van de patiënt op een systematische wijze over aan anderen binnen deze keten van zorgverlening. 3.2 Samenwerking De operatieassistent werkt effectief samen binnen een multidisciplinair team ten behoeve van optimale patiëntenzorg op het operatiekamercomplex, de ziekenhuisorganisatie en in de gehele keten van zorgverlening. Specifieke aandachtspunten zijn: de eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden; de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de leden van het OK- c.q. behandelteam en de verdeling van functies en taken binnen het monodisciplinaire en het multidisciplinaire team; het verband tussen taken en werkzaamheden, voortvloeiend uit een operatie- / behandelprogramma; de prioriteiten die voortkomen uit het eigen vakgebied; het hanteren van spanningsvelden in een situatie, waarin tegengestelde belangen overbrugd dienen te worden; de eigen beroepsethiek, de beroepscode en het beroepsgeheim; het stellen van grenzen en prioriteiten ten aanzien van voortgang van het operatieve zorg proces. 3.3 Samenwerking De operatieassistent stemt in nauwe samenwerking met de verschillende disciplines, die bij de uitvoering van de behandeling van de patiënten in de peri-operatieve periode betrokken zijn, de operatieve (keten)zorg af. Specifieke aandachtspunten zijn: de complexiteit van de gezondheidssituatie van de patiënt in de peri-operatieve situatie en de snelheid waarmee de gezondheidssituatie kan wisselen; de proactieve werkwijze die van alle teamleden verwacht wordt; de overdracht van relevante patiëntgegevens aan het team op professionele wijze; verslaglegging. 3.4 Samenwerking De operatieassistent communiceert op een doeltreffende en respectvolle wijze met de andere leden van het multidisciplinaire operatieteam, andere disciplines en afdelingen. Specifieke aandachtspunten zijn: het stellen van grenzen en prioriteiten ten aanzien van de eigen deskundigheid; de consequenties van het eigen handelen voor de andere betrokkenen; het geven en ontvangen van instructie en informatie; het geven van feedback aan teamleden, andere disciplines en afdelingen; het ontvangen en op een adequate wijze verwerken van feedback van teamleden, andere disciplines en afdelingen en zo nodig het eigen handelen bijstellen. 6. Organisatielidmaatschap De operatieassistent werkt effectief en doelmatig binnen de organisatie van de afdeling, het ziekenhuis en de gehele keten van zorgverlening. 5 Plan van aanpak - Maak zelf het stageplan Maak eerst een globaal plan Bespreek dat met je praktijkopleider Maak afspraken op de betreffende afdelingen na overleg met praktijkopleider cq planner/leidinggevende, leg zelf het doel van je stage uit Plan een introductiegesprek met betrokken begeleiders en je praktijkopleider. Plan een beoordelingsgesprek met de betrokken begeleiders en je praktijkopleider Schrijf KORTE reflecties wat je geleerd hebt op de holding, anesthesie op de OK, en op de recovery. Laat zien dat je de eindtermen in de praktijk gebracht hebt Voorbereiding Bestudeer vooraf de lesstof mbt: - Regionale anesthesie Vitale functies en peilers algehele anesthesie Bedenk zelf noodsituaties in de anesthesie en bespreek deze in eerste instantie met een medestudent anesthesie, en vervolgens met een anesthesiemedewerker. Kijk wat de rol van een operatieassistent is bij deze situaties. Bedenk zelf samenwerkingssituaties in de anesthesie en bespreek deze met anesthesiemedewerker in eerste instantie mede student anesthesie Zorg dat jein het begin van de stage minimaal een dag op de holding staat en een dag op de recovery . Eventueel kun je ook een dag naar de verpleegafdeling kortverblijf zodat je de patiëntenrouting van opname tot ontslag van dagopnamepatiënten meemaakt Beoordeling Vraag je begeleiders om je reflecties te lezen, er korte feedback op te geven en aan te geven of de eindtermen behaald zijn. De student kan tevens : Door zelfreflectie invulling geven aan zijn eigen leerproces. Eigen begeleidingsbehoefte formuleren Eigen leerdoelen vaststellen en een begeleidingsplan maken i.s.m. begeleiders Kan het begeleidingsproces evalueren en vragen om feedback Zich voorbereiden op deze stage en heeft een ontwikkelplan Ervoor zorgdragen dat alle formulieren op het einde van de stage zijn ingevuld. - 6 Verslag introductiegesprek (met praktijkopleider OK) Planning van de stage door de student inclusief leerdoelen gericht op eindtermen (Zie ook voorbereiding van de stage op pagina 6 ) Planning stagedagen en werkbegeleiders Feedback praktijkopleider op bovengenoemde planning Goedkeuring stageplan door praktijkopleider: Ja/Nee 7 Verslag stage holding Aantal dagen stage op de holding: Naam werkbegeleider(s): Naam praktijkopleider: Afspraken gemaakt aan het begin van de stagedagen: REFLECTIES Wat heb je hier geleerd met betrekking tot de in deze handleiding genoemde CZO eindtermen? FEEDBACK Korte feedback werkbegeleider holding FEEDBACK Korte feedback praktijkopleider OK DEELBEOORDELING Eindtermen behaald Ja/Nee 8 Verslag stage anesthesie Aantal dagen stage bij de anesthesie: Naam werkbegeleider(s): Naam praktijkopleider: Afspraken gemaakt aan het begin van de stagedagen: REFLECTIES Wat heb je hier geleerd met betrekking tot de in deze handleiding genoemde CZO eindtermen? FEEDBACK Korte feedback werkbegeleider anesthesie FEEDBACK Korte feedback praktijkopleider OK DEELBEOORDELING Eindtermen behaald Ja/Nee 9 Verslag stage recovery Aantal dagen stage op de recovery: Naam werkbegeleider(s): Naam praktijkopleider: Afspraken gemaakt aan het begin van de stagedagen: REFLECTIES Wat heb je hier geleerd met betrekking tot de in deze handleiding genoemde CZO eindtermen? FEEDBACK Korte feedback werkbegeleider anesthesie FEEDBACK Korte feedback praktijkopleider OK DEELBEOORDELING Eindtermen behaald Ja/Nee 10 Bijlage 1: Inspiratiebron leerdoelen externe stage holding De student moet inzicht krijgen in het totale zorgproces van een operatiepatiënt. De leermomenten op de holding/voorbereiding zijn: aanname en overdracht van patiënt op de voorbereiding/holding, (of rechtstreekse intake in geval van dagbehandeling) checks van patiëntgegevens zorgen voor comfort voor de patiënt op lichamelijk- en geestelijk gebied en waarborgen privacy (eventueel opvang van begeleiders van kinderen) handelingen en aandachtspunten op de holding oa regionale anesthesie, aftekenen overdracht holding naar ok personeel Inspiratie voor leerdoelen holding/voorbereiding stage Samenwerken Tussen OK en holding. En de samenwerking met personeel onderling. Communicatie Het vermogen om adequaat de juiste informatie te ontvangen en over te kunnen dragen. Belangen behartigen patiënt Goede zorg kunnen dragen voor de zorgbehoevende. (privacy, zorg dragen dat de patiënt niet afkoelt, goed observeren) Inzicht in patiëntenrouting en continuiteit van zorg. Doelstellingen kennen van de verschillende voorbereidende handelingen die op de holding worden worden verricht. Inzicht krijgen in het traject dat een chirurgische patiënt doorloopt. Sociale vaardigheden Betrokkenheid tonen, maar persoonlijke distantie bewaken. Bewustzijn van de begeleiding van de familie en ed. Opdracht en suggestie voor reflectieverslag: Beschrijf je eigen rol bij het volgen volgen van een operatie patiënt, van moment van binnenkomst holding t/m de overdracht naar de operatieafdeling. 11 Bijlage 2 Inspiratiebron leerdoelen externe stage anesthesie De student moet inzicht krijgen in het totale zorgproces van een operatiepatiënt. De leermomenten tijdens de anesthesiestage zijn: overdracht van de patiënt op de holding transport van de patiënt naar de operatiekamer taken van de anesthesiemedewerker en anesthesioloog tijdens inleiding voortzetting en uitleiding van de anesthesie en de momenten van samenwerking met de operatieassistenten en de chirurg hierbij kennen belangrijke pijlers anesthesie, basis kennis vitale functies, mee aansluiten van bewakingsmonitoren samenwerking met de anesthesie en weten hoe te handelen in noodsituaties/spoedsituaties, ervaren van de situatie van uit het oogpunt van een anesthesiemedewerker transport van operatiekamer naar recovery en overdracht o hierbij aandacht vooraandacht voor controle ligging in bed dekens goed leggen (patiënt bedekken) verzorgen drains/urinezak/wondverbanden opmerkingen doorspelen naar de juiste persoon antwoorden op vragen samen met de AM de patiënt naar de recovery brengen en overdracht aldaar zorg voor anesthesiematerialen en apparatuur, opruimen OK Inspiratie voor leerdoelen anesthesie stage Deze stage is oriënterend van opzet. Doelstellingen liggen op het niveau van: kennismaken met en het verkrijgen van inzicht in de werkzaamheden van de anesthesiemedewerker. - Basiskennis van algehele- en regionale anesthesie Vitale functies en pijlers van de algehele anesthesie Kennen van enkele veelgebruikte anesthesiemiddelen Meehelpen (directe begeleiding ) Observatie van de samenwerking tussen anesthesieteam en operatieassistent. Anesthesieteam kunnen ondersteunen en helpen. Begeleiding Bovenstaande doelstellingen moeten onder directe begeleiding worden behaald. Opdracht en suggestie voor reflectieverslag: Beschrijf je eigen rol bij het volgen volgen van een operatie patiënt, van moment van overdracht op de holding t/m de overdracht naar de recovery. 12 Bijlage 3: Inspiratiebron leerdoelen externe stage recovery (Bron CZO regeling: De eindtermen van de opleiding tot recovery verpleegkundige ) Onderstaand document geeft een overzicht van de eindtermen van een recovery verpleegkundige. In je recovery stage wordt verwacht dat je heir een beeld van vormt vanuit jouw perspectief als toekomstig operatieassistent en verpleegkundige. Maar dus met onderstaand document eerst voor jou relevante leerdoelen 1. Vakinhoudelijk handelen VERZAMELEN EN INTERPRETEREN VAN GEGEVENS 1.1 De recovery verpleegkundige verzamelt continu gegevens, maakt een situationele analyse van patiënt, omgeving, operatietechniek en anesthesie en stelt de complexiteit van de zorgsituatie vast bij een patiënt in het pré- en post operatieve proces met de daarbij behorende verpleegkundige diagnose. Hierbij wordt rekening gehouden met: het kort-cyclische karakter van de zorgsituatie; bewaking/ondersteuning/overname van vitale functies; de communicatieve beperkingen van de patiënt; de typerende kenmerken van de recovery omgeving en de invloeden daarvan op de patiënt, de partner en/of naasten; etiologische factoren, de aard van de ingreep en diagnostiek; zorgbehoefte; comorbiditeit. PLANNEN VAN ZORG 1.2. De recovery verpleegkundige plant de zorg, stelt prioriteiten betreffende verpleegkundige interventies, beargumenteert de keuze van interventie en prioriteitstelling en geeft proactieve ondersteuning ten behoeve van het medische beleid aan de hand van acute en/of levensbedreigende gezondheidsproblemen. Maakt hierbij gebruik van gangbare standaarden en classificatiemethodieken. Hierbij wordt rekening gehouden met: het zorgpad waarin de patiënt zich bevindt; onverwachte situaties en wisselende werkdruk; specifieke instructies van de medisch specialist; mate van communicatie; de ouders/verzorgers en/of naasten; persoonlijke ontwikkelingfasen van het kind; leeftijd, cultuur en achtergrond. Hierbij wordt rekening gehouden met het logistieke proces van het operatiekamer programma. UITVOEREN VAN DE ZORG 1.3 De recovery verpleegkundige voert op verantwoorde en doeltreffende wijze continue bewaking uit van de vitale functies en verleent zorg aan de patiënt tijdens het pré- en post operatieve proces, rekening houdend met; bewaking/ondersteuning/overname van vitale functies; de reacties van de patiënt na algehele of regionale anesthesie; de aard, omvang en duur van de anesthesiologische/chirurgische ingreep, de voorgeschiedenis en evt. complicaties; het assisteren bij anesthesietechnieken; het gebruiksklaar maken, controleren en bedienen van apparatuur; complexe farmacotherapeutische behandeling; acuut handelend optreden; 13 - draagt zorg voor een omgeving waarin de patiënt zo min mogelijk last ondervindt van apparatuur instrumentarium en omgevingsfactoren; reduceren van angst, stress of pijn; in samenwerking met ouders/verzorgers afstemmen en uitvoeren van zorg, rekening houdend met de verschillende ontwikkelingsfasen van het kind; overname van zelfzorg. 1.4. De recovery verpleegkundige observeert en signaleert continu bij de patiënt in de pré- en post operatieve fase. De recovery verpleegkundige neemt op basis van deze signalen continu maatregelen om gezondheidsbedreigingen te voorkomen of te beperken en verleent op verantwoorde, doeltreffende en voor de patiënt minimaal belastende wijze zorg. Specifieke aandachtspunten zijn: voorbehouden en risicovolle handelingen; Basic life Support en het starten en assisteren bij Advanced Life Support; ondersteuning/overname van vitale functies; behandeling op het gebied van chronische en acute pijnservice. 1.5. De recovery verpleegkundige voert werkzaamheden uit rekening houdend met: het voorkomen van (kruis)infecties en de mogelijk daaruit voortvloeiende complicaties; zelfbeschermende maatregelen; veiligheid van de patiënt; geldende protocollen, richtlijnen en standaardprocedures; assisterende werkzaamheden bij (be)handelingen op het gebied van pré- en post operatieve zorg. 1.6 De recovery verpleegkundige geeft begeleiding en voorlichting aan de patiënt en diens naasten. Specifieke aandachtspunten zijn: ingrijpende medische behandelingen; cultuur en ziektebeleving van de patiënt en diens naasten; mentale (gedrags)veranderingen bij patiënten die anesthesie ondergaan overlijden; ouder/verzorger/naasten participatie; de technische omgeving van de recovery. 1.7 De recoveryverpleegkundige voert verpleegtechnische handelingen uit ten behoeve van de bewaking, ondersteuning en/of (acute) overname van vitale functies met behulp van: uitgebreide instrumenteel technische voorzieningen; geldende protocollen, richtlijnen en standaardprocedures. 1.8 De recovery verpleegkundige organiseert en coördineert de totale verpleegkundige zorg rond de patiënt, diens naasten én de behandelaars. 1.9 De recovery verpleegkundige bereidt de patiënt voor op transport, continueert de bewaking en de zorg tijdens het transport en geeft mede begeleiding bij intern en (extern) transport. Evalueren en rapporteren over verleende zorg 1.10 De recovery verpleegkundige evalueert continue de snel wisselende gegevens en zorgresultaten van de patiënt, rapporteert en draagt over, en stelt de verpleegkundige zorg continue bij aan de hand van de resultaten. 14 2. Communicatie 2.1 De recovery verpleegkundige geeft psychosociale zorg en begeleiding aan de patiënt/ouders en/of naasten op de recovery. Specifieke aandachtspunten zijn: het in korte tijd opbouwen van een effectieve patiënt-professional relatie; adequate communicatie met de patiënt en diens naasten, zodanig dat het zorgproces optimaal kan verlopen en eventuele ongerustheid en/of angst bij de patiënt en diens naasten zoveel mogelijk wordt verminderd; inschatten van het (verminderde) bewustzijn van de patiënt en de hieruit voortkomende beperkingen in de communicatie; inschatten van de ongerustheid en/of angst die de kans op (ernstige) complicaties bij de patiënt en diens naasten teweegbrengt; beademing en de daaruit voortvloeiende onmogelijkheid tot verbale communicatie; sedatie en de daaruit voortvloeiende beperkingen tot communicatie. 2.2 De recovery verpleegkundige communiceert zorgvuldig, systematisch, klantgericht en geeft relevante informatie over de ingreep en het anesthesiologisch proces en houdt rekening met: de toegediende anesthesie, de operatie/behandeling, (mogelijke) complicaties en hun invloed op de psyche en soma van de patiënt; methoden en richtlijnen voor het begeleiden en voor het geven van informatie aan patiënten en wettelijke en/of andere vertegenwoordigers; de eigen beroepsethiek, de beroepscode en het beroepsgeheim; de eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden; dat er een klimaat wordt gecreëerd waarin de normale fysieke, geestelijke en sociale ontwikkeling doorgang kan vinden met het doel dat het kind, kind kan blijven, ouders de ouderrol kunnen blijven vervullen. 3. Samenwerking 3.1 De recovery verpleegkundige neemt de overdracht van de patiënt op een systematische wijze in ontvangst en verwerkt de gegevens uit de overdracht op een adequate wijze. Hij organiseert de verpleegkundige zorg op de recovery als een onderdeel van de keten van zorgverlening die de patiënt doorloopt. De recovery verpleegkundige draagt de zorg en de behandeling van de patiënt op een systematische wijze over aan anderen binnen deze keten van zorgverlening. 3.2 De recovery verpleegkundige stemt in nauwe samenwerking met de verschillende disciplines die bij de uitvoering van de behandeling van patiënten in de pré- en post operatieve periode betrokken zijn, de (keten)zorg af (zorginhoudelijke regiefunctie). Specifieke aandachtspunten zijn: de complexiteit van de gezondheidssituatie van de patiënten en de snelheid waarmee de gezondheidssituatie kan wisselen; de proactieve werkwijze die van alle teamleden verwacht wordt; de intensiteit van de multidisciplinaire samenwerking; het op het juiste moment initiëren van verschillende overlegsituaties ten behoeve van de organisatie en coördinatie van de verpleegkundige (keten)zorg en de continue afstemming daarvan op de (snel wisselende) medische behandeling; het participeren in deze verschillende overlegsituaties; verslaglegging; de prioriteiten die voortkomen uit het eigen vakgebied; het hanteren van spanningsvelden in een situatie, waarin tegengestelde belangen overbrugd dienen te worden; het stellen van grenzen en prioriteiten ten aanzien van voortgang van 15 het operatieve zorgproces; rampenopvang. 3.3 De recovery verpleegkundige communiceert op een doeltreffende en respectvolle wijze met andere leden van het multidisciplinaire team, andere disciplines en afdelingen. Specifieke aandachtspunten zijn: de consequenties van het eigen handelen voor de andere betrokkenen; het geven en ontvangen van instructie en informatie; het geven van feedback aan teamleden, andere disciplines en afdelingen; het geven van advies en instructie aan verpleegkundigen en overige beroepsbeoefenaren met betrekking tot de zorg aan patiënten in pré- en post operatieve periode. 16 17 Bijlage 4: Wat is de hbov technische stroom Inservice opleiding De inservice opleiding is de meest bekende opleiding tot operatieassistent of anesthesiemedewerker. Studenten hebben gedurende hun hele opleidingstijd een leerarbeidscontract met het ziekenhuis. De opleiding duurt drie jaar en is uitsluitende gericht op beroepsuitoefening van de operatieassistent cq anesthesiemedewerker. Ingangseis voor de opleiding is HAVO of MBO 4 niveau. Het diploma wordt verstrekt door het College Zorg Opleidingen (CZO). Het CZO bepaalt ook het opleidingsreglement en de eindtermen, Hbov technische stroom De hbov technische stroom is een combinatie van de bacheloropleiding tot verpleegkundige en de opleiding tot operatieassistent cq anesthesiemedewerker. Studenten volgen alle lessen van het reguliere hbov en daarnaast een programma voor de opleiding tot operatieassistent of anesthesiemedewerker. De studielast is zwaarder dan van de opleidingen afzonderlijk. In de eerste twee jaar hebben de studenten nog geen binding met een ziekenhuis maar zijn gewoon student bij Fontys. In het tweede jaar gaan zij voor een stagen van een halfjaar naar een verpleegafdeling. In het derde en vierde jaar, krijgen ze een duale overeenkomst met een ziekenhuis waarbij ze leren en werken op de operatieafdeling en daarnaast externe stages hebben buiten de operatieafdeling. Deze stages zijn bedoeld om hun inzicht in het totale perioperatieve zorgproces te ververgroten. Na de opleiding hbov technische stroom ontvangen de studenten hun bachelorsdiploma verpleegkunde (Bachelor of Nursing (BN)) en het CZO diploma operatieassistent of anesthesiemedewerker. Studenten kunnen zich laten registreren in het BIG register. 18 Bijlage 5: Afspraken externe stages hbov technische stroom Letterlijk geciteerd uit de Regeling CZO 2007 Chirurgie Iedere student dient gedurende de opleiding een aantal stages te lopen. Verplicht zijn: functieafdeling, verpleegafdeling, verkoeverkamer en de afdeling anesthesiologie. Mogelijke andere afdelingen zijn: afdeling spoedeisende hulp en/of chirurgische polikliniek en centrale sterilisatieafdeling. Anesthesie Iedere student dient gedurende de opleiding een aantal stages te lopen. Verplicht zijn: verpleegafdeling/ verkoeverkamer, longfunctie en cardiologieafdeling, spoedeisende hulp, intensive care en algemene en speciale chirurgie. Mogelijke andere afdelingen zijn: polikliniek en centrale sterilisatieafdeling. [II] Uitvoeringsregeling bij hbov technische stroom studenten Interpretatie voor hbov technische stroom Voor de chirurgiestudenten Verpleegafdeling: Heeft al plaatsgevonden in tweede jaar en is ook beoordeeld Functieafdeling: Nagaan welke functieafdelingen de studenten bezocht hebben tijdens de verpleegstage en zorgen voor materiaal in portfolio en bewijslast. Er is geen minimum (t.a.v. duur en inhoud) door CZO voorgeschreven, nuttig lijken endoscopie, vaatlab, röntgen. Het streven is om dit al explicieter in het tweede jaar te laten plaatsvinden tijdens de verpleegstage, door studenten te stimuleren met patiënten mee te gaan naar onderzoeken en voor bewijslast te zorgen. Twee weken anesthesie (gecombineerd traject voorbereiding, OK, recovery) Aandacht voor overdrachtsmomenten, basisprincipes anesthesie, vitale functies, complicaties en samenwerking en rol van OA hierbij. Deze stage overigens niet plannen in de eerste helft van het derde jaar. Overige traditionele stages SEH, polikliniek en CSA zijn niet verplicht. Ziekenhuis kan zelf afwegingen maken over zinvolheid, timing en duur ervan. Voor de anesthesiestudenten Verpleegafdeling: Heeft al plaatsgevonden in tweede jaar en is ook beoordeeld Functieafdeling: Nagaan welke functieafdelingen de studenten bezocht hebben tijdens de verpleegstage en zorgen voor materiaal in portfolio en bewijslast. Voor anesthesie zijn door CZO voorgeschreven: longfunctie en cardiologie. Het streven is om dit al explicieter in het tweede jaar te laten plaatsvinden tijdens de verpleegstage, door studenten te stimuleren met patiënten mee te gaan naar onderzoeken en voor bewijslast te zorgen. Eén week chirurgie Basis omloopwerkzaamheden, steriliteitsbewaking, samenwerking. Deze stage overigens niet plannen in de eerste helft van het derde jaar. Zeven weken totaal Recovery, IC, cardiologie, SEH. Ziekenhuizen kunnen een individueel plan maken. CZO stelt geen minimum eisen aan duur van de stages. Een totaal van zeven weken lijkt ons redelijk om leerdoelen te behalen. 19 - 20