Vergelijking tussen West-Europa en de Verenigde Staten op het gebied van vrijwilligheid bij de brandweer Eind vorig 2005 is Gerrit Haverkamp gepromoveerd aan de Universiteit van Leiden (Nederland) op zijn boek: “Vuur als gemeenschappelijke vijand” met als subtitel: Vrijwillige brand- en rampbestrijding als een expressie van beschaving en collectieve actie. In dit boek heeft hij ook een (historische) vergelijking gemaakt tussen Europese landen en de Verenigde Staten. Op basis van deze onderdelen uit zijn boek heeft hij dit artikel gemaakt. Voor degenen die na het lezen van dit artikel het gehele boek willen lezen, verwijs ik naar de presentatie van dit boek elders in dit magazine. Inleiding In dit artikel wordt allereerst ingegaan op de specifieke betekenis van vrijwilligerswerk bij de brandweer in West-Europa en de Verenigde Staten in historisch perspectief. Kennis van de historie van een land als het gaat om het inzetten van vrijwilligers is noodzakelijk om de huidige overeenkomsten en verschillen tussen landen te verklaren. Daarnaast wordt ingegaan op een aantal gesignaleerde knelpunten die momenteel waarschijnlijk in de meeste landen met brandweervrijwilligers spelen. Wat is de betekenis van het vrijwilligerswerk bij de brandweer? Brandweer- en rampenbestrijdingstaken zijn collectieve goederen, omdat de externe effecten van branden en andere calamiteiten zodanig zijn dat ze aan niemand onthouden kunnen worden. Deze taken hebben zich ontwikkeld via vrijwilligers door een langdurig leerproces van dwang van buitenaf (Fremdzwang) naar dwang van binnenuit (Selbstzwang). De steeds groter wordende onderlinge interdependentie maakt dat mensen hun primitieve gedragingen inperken en deze omzetten in constructieve activiteiten voor zichzelf en voor anderen. Lange tijd in de geschiedenis vluchtten mensen weg als er brand was uitgebroken en moesten mensen worden gedwongen om branden te bestrijden of om hulp aan anderen te verlenen. Met de totstandkoming van brandweerorganisaties met vrijwilligers bleken mensen bereid te zijn om zonder dwang levensbedreigende taken voor anderen te verrichten. Dat wil overigens niet zeggen dat dit proces in alle landen op een gelijke manier is verlopen. In Groot Brittannië hebben verzekeringsbrandweren een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de huidige Britse brandweer die grotendeels (70%) uit beroepsbrandweerlieden bestaat en slechts voor 30% uit retained fire fighters (ingeroosterde brandweervrijwilligers). In de Verenigde Staten is de opvatting over burgerschap en burgerparticipatie van grote invloed geweest op het ontstaan van vrijwilligheid bij de brandweer in de Verenigde Staten en andere (West) Europese landen zoals Duitsland, Nederland en Frankrijk. De betekenis van brandweerorganisaties met vrijwilligers in moderne samenlevingen is dat zij op een discrete wijze hulp verlenen aan burgers die in noodsituaties verkeren. Het vertrouwen van burgers in een brandweerorganisatie die bestaat uit burgers is in principe groter dan in een brandweerorganisatie met betaalde of gedwongen brandweerlieden. Echter naast het aspect van discretie is ook het aspect vakmanschap van belang. Dit betekent dat brandweervrijwilligers ook aan steeds hogere functie-eisen moeten voldoen. De vrijwilligheid bij de brandweer is door haar functioneren over langere perioden een institutie in de Verenigde Staten en West-Europa geworden. Brandweerorganisaties met brandweerlieden in vrijwillige dienst zijn belangrijk in gebieden met een geringe concentratie van mensen en gevaarlijke stoffen (landelijke gebieden en kleinere gemeenten). Het garanderen van hetzelfde veiligheidsniveau voor de burgers door middel van de inzet van beroepskrachten is door het geringe werkaanbod voor veel gemeenten met name in landelijke gebieden onnodig en onbetaalbaar. Landen die in beperkte mate of in het geheel niet kunnen beschikken over brandweervrijwilligers hebben over het algemeen langere opkomsttijden in landelijke gebieden (Italië, Spanje en Griekenland) of deze landen besteden veel meer geld aan de brandbestrijding (Zweden, Denemarken en Groot-Brittannië). Hieruit vloeit het belang voort van het kunnen beschikken over vrijwilligers bij de brandweer. Bovendien kan bijvoorbeeld de Nederlandse rampenbestrijding in geval van calamiteiten en crises in Nederland over een groot potentieel aan opgeleide hulpverleners (22.000) beschikken. Deze groep van 22.000 burgers zijn de ogen en oren op veiligheidsgebied in de lokale gemeenschap. Daarnaast is vrijwilligheid bij de brandweer een voorbeeld van burgerparticipatie waarmee andere burgers ook geactiveerd kunnen worden tot het verrichten van meer weerbaarheid en zelfredzaamheid op het gebied van veiligheid. Zij zijn de ambassadeurs van veiligheid in de lokale gemeenschap Vrijwilligheid bij de brandweer in de moderne tijd In de Verenigde Staten wordt een achteruitgang van het sociaal kapitaal geconstateerd. De oorzaken hiervan zijn: druk op tijd, geld, energie, nieuwbouwwijken, elektronisch vermaak en generatievervanging. Het is de vraag in hoeverre dit ook voor de vrijwilligheid bij de brandweer geldt in de Verenigde Staten en West-Europa. Toenemende druk op tijd en geld is een belangrijke verklaring voor de (dalende) beschikbaarheid van brandweervrijwilligers gedurende kantoortijden en dit geldt voor de Verenigde Staten en de West-Europa. Het wonen in nieuwbouwwijken verkleint de identificatie met de lokale gemeenschap en verhoogt de sociale en geografische afstand met de woongemeente. Groepen die meestal sterk vertegenwoordigd zijn bij de brandweer zoals kleine zelfstandigen en mensen die al generaties lang in dezelfde gemeente wonen zijn in nieuwbouwwijken minder sterk aanwezig. Bovendien is in nieuwbouwwijken vaak de afstand tussen wonen en werken groter en naarmate deze afstand groter is wordt het moeilijker om overdag aan de eisen van de brandweerlieden te voldoen. Dit geldt zowel voor de Verenigde Staten als West-Europa. Elektronisch vermaak zoals het kijken naar de televisie of het bezig zijn met de computer of internet heeft vaak een relatie met het hoofdberoep. Het is vaak een gevolg van de toenemende druk op tijd en geld. Een toenemende druk op tijd en geld leidt ertoe dat mensen minder tijd kunnen besteden aan vrijwilligerswerk bij de brandweer. Dit geldt sterker naarmate dit vrijwilligerswerk steeds meer verplichtend wordt. De vervanging van een oudere generatie door een nieuwe generatie kan van invloed zijn op de vrijwilligheid bij de brandweer, doordat de ene groep een grotere bereidheid en mogelijkheid heeft om vrijwilligerswerk bij de brandweer te verrichten. Bij vervanging van een oude door een nieuwe generatie is er verschil tussen natuurlijke vervanging op grond van uittredingsleeftijd en een verschil in bereidheid om vrijwilligerswerk bij de brandweer te verrichten. Het aspect van de natuurlijke vervanging op basis van uittredingsleeftijd is voor elke organisatie van belang. In Nederland zullen bijvoorbeeld de komende 10 á 15 jaar veel brandweervrijwilligers de brandweer gaan verlaten op grond van het bereiken van de uittredingsleeftijd. Het is onzeker of de jongere generatie voldoende instromers zal kunnen leveren om deze uitstroom door vergrijzing te kunnen compenseren. Naast demografische factoren speelt de druk op tijd en geld een belangrijke rol. Dit geldt zowel voor de Verenigde Staten als voor West-Europa. Een generatievervanging bij de vrijwillige brandweer betekent veelal een vervanging van de bestaande groep brandweervrijwilligers die veelal bestaat uit blanke allochtone mannen in de leeftijdsgroep 30-55 jaar. Indien ondervertegenwoordigde groepen zich gaan aanmelden als vrijwilliger bij de brandweer kan de personele problematiek die voortkomt uit de generatievervanging worden opgevangen. In Duitsland bestaan jeugdbrandweren al voor zo’n 20% uit jonge vrouwen. Ook in Nederland bestaat de instroom van nieuwe vrijwilligers voor 30% uit jongeren en vrouwen. De institutie vrijwilligheid bij de brandweer heeft een lange en duurzame historie in Amerika en Europa. De vrijwilligheid bij de brandweer is een voorbeeld van hoe een gezamenlijke verantwoordelijkheid van burgers, bedrijfsleven en overheid in de praktijk werkt. De overheid stelt de kaders en faciliteert, het bedrijfsleven ondersteunt burgers die hieraan vrijwillig een bijdrage willen leveren en burgers voeren het uit. Het levend houden van deze institutie en toe te rusten om de huidige dreigingen zoals intensivering van verkeersstromen, vervlechting en kwetsbaarheid van de samenleving, terroristische aanslagen en klimaatverandering aan te kunnen, vereist dat er wordt nagedacht hoe de vrijwilligheid bij de brandweer kan blijven bestaan. Dit betekent dat het huidige hulpverleningsconcept onder druk staat en moet worden gemoderniseerd. In dit verband is er door Europese en internationale kennisuitwisseling nog veel voordeel te behalen. Kennisuitwisseling en het delen van “best practices” op het terrein van vrijwilligers in de veiligheid zijn schaalvoordelen die eenvoudig te realiseren zijn en een relatief hoge opbrengst genereren. Innovatie door te leren van elkaar. Knelpunten Er bestaan in Nederland en waarschijnlijk ook in andere Europese en NoordAmerikaanse landen een aantal knelpunten welke van invloed zijn op de vrijwilligheid bij de brandweer zoals: - agressie en geweld tegen de brandweer neemt toe en dit heeft een negatieve invloed op de motivatie en het werk van vrijwilligers; - de samenwerking tussen de verschillende organisaties met vrijwilligers loopt stroef; - het kost de brandweer en andere organisaties met vrijwilligers meer moeite om vrijwilligers te vinden en te binden; het is moeilijk om vrijwilligers te vinden die overdag beschikbaar en inzetbaar zijn; de arbeidsrelaties voor vrijwilligers in de veiligheid zijn in beweging; wijzigingen in de sociale zekerheid zijn van invloed op de bereidheid van hoofdwerkgevers om brandweervrijwilligers toe te staan om onder werktijd risicovolle werkzaamheden te verrichten; toename van het aantal loos alarmen, waardoor brandweervrijwilligers voor niets moeten uitrukken en dit leidt tot toenemende weerstanden bij werkgevers in het hoofdberoep; het grote aantal ongevallen dat veroorzaakt wordt bij hulpverleners zelf door het rijden naar en van het ongeval; (Europese) regelgeving die van invloed is op de vakbekwaamheid en arbeidstijden van vrijwilligers maakt enerzijds het beroep zwaarder en anderzijds wordt het maximale aantal arbeidsuren beperkt; de toenemende juridisering op het gebied van aansprakelijkheid tegen individuele brandweerlieden en claims tegen de brandweer zijn ook van invloed op de belastbaarheid en motivatie van brandweervrijwilligers; nieuwe vrijwilligers kiezen niet meer voor life time employment, maar voor kortere dienstverbanden, waardoor de toekomstige vraag naar vrijwilligers zal stijgen. nieuwe technologieën vergroten de veiligheid van burgers en hulpverleners en maken modernisering van het hulpverleningsconcept noodzakelijk ; de afstand tussen wonen en werken worden groter, en niet in de laatste plaats de invloed van sociaal economische ontwikkelingen op de bijdrage die werkgevers in het hoofdberoep bereid zijn te leveren.