Bewust - Onbewust . . . wat doe je ermee?, door Prasadam Schmitz Deze korte uitleg over het bewuste en onbewuste werd geschreven als antwoord op een ingezonden brief: Geachte Redactie, Bij een kennis kreeg ik uw blad in handen. Ik ben een leek in NLP-land, maar mijn interesse werd gewekt door de inhoud van Inzicht. Ik wil u vragen om in uw toekomstige uitgaven ook bijdragen toe te voegen die niet alleen geschikt zijn voor professionals, maar die een ruimere benadering geven over aspecten die voor NLP belangrijk zijn en voor de geïnteresseerde leek toegankelijk zijn. Als voorbeeld van een onderwerp dat mij bezighoudt noem ik de plaats van het onbewuste in de menselijke opmaak. Deze term duikt met regelmaat op in uw artikelen. Ik zou het interessant vinden om vanuit uw visie daar een toelichting op te krijgen. Goed. Je weet dat roken kanker en andere ellende kan veroorzaken en je weet dat je er mee zou moeten ophouden. Maar die ziekteproblemen zijn iets voor in de toekomst, en dus is die pijn niet van dit moment. Die kan nu dus best even aan de zijlijn geschoven worden. Aan de andere kant van die pijn is er het “plezier”, het “wensgedrag”. Roken ontspant. Het eerste wat je doet als je rookt is de ademhaling veranderen. Wanneer je gespannen bent en een sigaret wilt opsteken, is je adem snel en niet diep. Stel je nu eens voor dat je een sigaret uit een pakje trekt, de aansteker erbij houdt, en die eerste diepe inhaal neemt. KNAL. . . Je ademhaling is anders. Je ademt nu langzaam en diep. Niet vreemd dus dat je je ontspannen voelt wanneer je rookt. Herken je de oorsprong van dit proces in jezelf? Als dat niet het geval is, betekent dit dat je daar niet bewust kennis van hebt. Toch is (was?. . .) er die neiging om telkens maar opnieuw dat mechanisme af te vuren. Op een bepaald moment merk je dat het weer zover is: je wilt weer een sigaret. Die neiging moet dus zijn ontstaan in een ander dan het bewuste gebied van het hele spectrum van bewustzijn: het onbewuste. Zoals o.a. dit voorbeeld aangeeft komen de meeste van onze handelingen voort uit het “wens”-gedrag dat in ons onbewuste zetelt. Het was Freud die als eerste het onbewuste heeft beschreven. Hij zag het belang van dromen als communicatie tussen het onbewuste met het bewuste. Kleine versprekingen, foutjes, pijnlijke emoties, irrationeel gedrag enz. dat zich in het gewone leven manifesteert, herkende hij als expressies van processen die plaatsvinden buiten ons bewuste. Jung toonde aan dat het onbewuste deel van ons bewustzijn veel ruimer en dominanter is dan het bewuste. Hij vergeleek het hele bewustzijn met een ijsberg die voor éénvijfde deel boven de waterspiegel uitkomt terwijl viervijfde verborgen blijft eronder. Zo, zegt Jung is ons bewuste deel als het topje van de ijsberg. Stel je voor dat als er een noordenwind is die de ijsberg naar het zuiden drijft, maar tegelijk is er een waterstroming die de berg naar het noorden drijft. Het is dan zonneklaar dat dan de wind weinig invloed uitoefent op de drijfrichting: de ijsberg zal door de stroming noordwaards drijven. Wanneer dus –om het rookvoorbeeld nog even aan te halen– ons bewuste deel wil ophouden met roken, maar ons onbewuste, viervijfde deel, is het daar niet mee eens, dan blijft het roken geblazen. Pas als we een methode zouden vinden om het onbewuste ervan te overtuigen dat het zijn koers moet wijzigen, dan pas is de kans aanwezig dat we slagen in onze opzet en het pakje sigaretten laten voor wat het is. Zo’n methode nu is NLP. Door direct in te spelen op de structuur van het onbewuste kunnen er met NLP-technieken koersveranderingen opgewekt worden, waardoor het hele bewustzijn (bewuste en onbewuste deel) zich gaat richen op nieuwe keuzen in het leven. Voor de techneuten volgt hier nog een korte beschrijving van een vijftal vormen van het onbewuste. Zoals opgemerkt beslaat het onbewuste een groot gebied. Dit gebied is niet statisch, maar onderhevig aan verschuivingen en (evolutionaire) ontwikkelingen (waar NLP op inspeelt). De onderstaande indeling is van Ken Wilber, vooraanstaand voorloper van de Transpersoonlijke Psychologie. U vindt uitgebreide beschrijvingen van aspecten van (het) bewustzijn in de meeste van zijn boeken. Zijn Spectrum van het Bewustzijn is hier helemaal aan gewijd. Als het nog niet in je boekenkast staat: kopen. 1. Het Grond-onbewuste Dit is het bewustzijn waarmee wij zijn geboren en dat alle structuren in zich herbergt die zich later kunnen ontplooien. Alle dieptestructuren van het gehele menselijk ras zijn opgenomen in dit grondonbewuste. Ontwikkeling bestaat uit een ontsluiting van de dieptestructuren, beginnend bij de laagste trap, en eindigend bij Puur Bewustzijn, God, Nirwana of gelijke termen van de hoogste trap. 2. Het Archaïsch-onwuste “Erfgoed van de gehele mensheid”, noemde Jung het Archaïsch bewustzijn. Het bestaat uit instincten en mentale vormen die met instincten geassocieerd zijn. Deze vormen werden door hem “archetypen” genoemd. Het archaïsch onbewuste omvat de meest primitieve structuren die uit het grondonbewuste naar boven komen. Zelfs wanneer het zich geopenbaard heeft blijft het als rudimentaire dieptestructuren in het onbewuste gebied en heeft geen of zeer weinig oppervlakte-inhoud. 3. Het Teruggevallen-onbewuste. Jung beschrijft dit deel van het onbewuste als: “alle psychische inhoud die niet strookt met de structuur van het bewuste.” Het zijn die delen van het grondonbewuste die aan de oppervlakte zijn geweest, maar zijn teruggevallen, weggefilterd uit de bewuste gewaarwording. Dit proces kan veroorzaakt worden door gewoon vergeten, selectief- vergeten, en door verdringing. 4. Het Ingebed-onbewuste Het ingebed onbewuste is wat Freud het über-ich noemde. Hij herkende dat het mechanisme van verdringen vanuit het ego plaatsvindt en het (schaduw)-es verdringt. Hij ontdekte dat een deel van het ego zelf onbewust is, terwijl dat toch niet verdrongen is. Hieruit maakte hij op dat het onverdrongen deel van het ego het verdringende deel is, het super-ego. 5. Het Opkomend-onbewuste Het opkomend bewustezijn omvat die delen die niet zijn verdrongen, niet zijn weggefilterd, maar nog niet aan de oppervlakte zijn gekomen. Het zijn de delen die Wilber de subtiele en causale gebieden noemt uit de transpersoonlijke niveaus.