God is het Goede Nieuws Over de kern van het Evangelie John Piper Uitg. De Banier, Bunnik 2008 178 blz. geb. € 18,25 CV-Koers - oktober 2008 - www.cvkoers.nl God is het Goede Nieuws Recensie door Aad Kamsteeg Hoe stellen we ons de hemel voor? En waartoe gaan we eigenlijk naar de hemel? Verlangt u ernaar? Iedereen fantaseert weleens over de hemel of de nieuwe aarde. Misschien stellen we ons dan een helderblauwe zee voor met goudgele stranden, groene heuvels, golvend graan, en dorpen en steden waarin allemaal gezonde en gelukkige mensen wonen, ook zij van wie we veel hebben gehouden toen ze nog leefden. De zonde zal verdwenen zijn en daarmee ook de dood. Mooi hè? Toch is dat natuurlijk de hemel niet. In zijn recent in het Nederlands vertaalde boek God is the Gospel (God is het Goede Nieuws) zegt John Piper dat we door zo te denken over onze eindbestemming het hoogste goed van het Evangelie missen. Dat hoogste goed is God zelf. Anders gezegd: de grootste gave van het Evangelie is de heerlijkheid van Christus zien (2Kor.4: 4b) en voor altijd van Hem genieten. Piper houdt voorgangers voor dat zij zo moeten (s)preken dat ons verlangen naar die heerlijkheid geen bijkomstigheid is, maar een centrale werkelijkheid in ons leven wordt. Indertijd heb ik genoten van Pipers De vreugde van God, en met dit boek is dat niet anders. Piper is sterk door de puritein Jonathan Edwards geïnspireerd, en je zou hem een calvinistische baptist kunnen noemen. Bij het lezen van zijn boeken word je als lezer ver boven jezelf uitgetild – je wordt als het ware opgestuwd naar het liefhebben van God om wie Hij in Christus is. Want, zegt Piper, het Evangelie komt pas tot zijn bestemming wanneer wij onze vreugde in Hem vinden, zodat Hij wordt verheerlijkt, nu al en straks eeuwig. Een voorbeeld. Zonder twijfel vormt de rechtvaardiging het hart van het Evangelie. Maar is het tevens het hoogste goed? Want waarom eigenlijk is vergeving van zonden, vrijspraak van schuld, goed nieuws? Je kunt op die bijna nooit gestelde vraag zo’n antwoord geven dat God zelf vergeten wordt. Dat gebeurt bijvoorbeeld als je zegt dat vergeving goed nieuws is omdat je dan niet verloren gaat en in de hemel komt. Maar waartoe kom je in de hemel? Het bijbelse antwoord: opdat je dan de oneindige schoonheid van God zult bezingen. Inwendig getuigenis Iemand vertelde mij onlangs over zijn predikant (aan wiens goede bedoelingen en ijver geen moment wordt getwijfeld) dat deze grote eerbied heeft voor de Bijbel als het Woord van God, maar toch blijken zijn preken rationeel over te komen en weinig harten te verwarmen. Duidelijk is dat het puriteinse erfgoed zo’n predikant dan kan helpen: God spreekt heel onze persoonlijkheid aan, ons hart, dat wil zeggen ons verstand en gevoel beide. Preken moeten er niet alleen op gericht zijn Gods waarheid te verduidelijken. Ze zijn evengoed bedoeld om genade een werkelijkheid te laten worden die ons leven verandert. Die bewuste predikant zou zijn winst kunnen doen met God is het Goede Nieuws. Piper besteedt veel aandacht aan het feit dat een mens de heerlijkheid van het Evangelie van Christus moet proeven. Dat is iets anders dan het tot zich nemen van indrukwekkende kennis en sluitende redeneringen. In feite gaat het hier om het geheim van wat het „inwendig getuigenis" van de Heilige Geest wordt genoemd (1 Johannes 5:6,9,11). De Geest voegt geen nieuwe openbaring toe aan de Schrift, maar overtuigt, roept vreugde in God wakker, wekt nieuw leven op. Pipers trouwtekst Dit `proeven' is essentieel om als gelovige overeind te blijven in een cultureel klimaat waarin de mens zelf het middel¬punt van alles is geworden. Natuurlijk worden ook christenen daardoor beïnvloed. We geloven dan in God omdat Hij ons een fijne partner geeft, gezondheid en straks de hemel. Op die manier gaan we God in ons bidden onbewust voor ons eigen karretje proberen te spannen. Je wilt dat God allerlei verlangens vervult die helemaal niet op Hem zijn gericht, of preciezer: je bent boos wanneer Hij daaraan geen gehoor geeft. Een van de mooiste gedeelten uit de Schrift staat haaks op zo'n houding: „Al zou de vijgenboom niet bloeien en er geen opbrengst aan de wijnstok zijn ( ... ) nochtans zal ik juichen in de Here" (Habakuk 3:17,18). Nieuw voor mij was te lezen dat juist deze verzen de trouwtekst vormden bij het huwelijk van John Piper. Maar dat verbaast me niets, nu ik zijn boeken zo langzamerhand een beetje begin te kennen. Uitdaging - oktober 2008 - www.uitdagingonline.nl God is het Goede Nieuws Het is opmerkelijk dat juist mensen die zich 'evangelisch' noemen, het minst van het Evangelie begrepen lijken te hebben. Zo lijkt het in elk geval, als je de discussies over onder andere welvaartsevangelie en alverzoening volgt. Wat dat betreft komt het nieuwste boek van John Piper precies op tijd. Of eigenlijk veel te laat, het is maar hoe je het bekijkt. Recensie door Ruben Hadders Evenals eerdere boeken van Piper is God is het Goede Nieuws (de titel zegt het al) volledig Christocentrisch. Je hoeft maar een paar zinnen te lezen en je weet direct dat je met een boek van Piper te maken heeft. Zo schrijft hij in zijn inleiding: "Het is verbijsterd dat slechts zelden wordt verkondigd dat God Zelf de grootste gave van het Evangelie is. Maar de grootste en hoogste gave van Gods liefde die in de Bijbel geleerd wordt, is het genieten van Zijn schoonheid". Ook in dit boek ontkomen we dus niet aan het 'christelijk hedonisme', zoals Piper ons dat presenteerde in zijn boek Verlangen naar God. Want het kennen van God schenkt volgens hem de grootste vreugde. Toevallig is dit de laatste maanden ook precies het onderwerp van de gesprekken geweest, die ik heb gehad met verschillende evangelische leiders. Want hoe komt toch dat veel evangelisatiewerk zo weinig vruchten lijkt af te werpen? Ik geloof ten diepste omdat God niet meer centraal staat in onze evangelieprediking. Het Evangelie is vooral een theologisch leerstuk geworden, waarbij het niet gaat om hoe geweldig God als Persoon is, maar om wat Hij voor ons kan betekenen. Om wie of wat wij kunnen zijn. Of zelfs waar, als het Evangelie wordt gezien als een manier om in de hemel te komen. Maar, stelt Piper dan de vraag, "zou je dan blij zijn met die hemel als Christus daar niet was?". De onderliggende vraag waar Piper ons door zijn boek mee confronteert is: verlangen wij eigenlijk wel naar God? Het Evangelie is volgens hem niet in eerste instantie vergeving van onze zonden, maar bovenal een komen tot God, een komen tot Zijn heerlijkheid. Hij is het Evangelie! Zoals David dat verwoorde in Psalm 27: "Eén ding heb ik van den Heere begeerd, dat zal ik zoeken: dat ik al de dagen mijns levens mocht wonen in het huis des Heeren, om de liefelijkheid des Heeren te aanschouwen, en te onderzoeken in Zijn tempel". Samengevat kun je zeggen dat het verlangen naar God volgens Piper het doel is van het Evangelie. Bijbelse begrippen als verzoening, rechtvaardigmaking en eeuwig leven laat Piper niet onbesproken. Daardoor heeft hij een zeer compleet boekje geschreven, waarmee hij de Bijbelse betekenis van het Evangelie weer in volle glorie herstelt. Een klein maar toegankelijk boek, uitgevoerd in een mooie hardcover, dat u na het lezen zo snel mogelijk weer door moet geven aan een broeder of zuster. Met het gebed dat we maar weer snel zullen terugkeren naar het ware Evangelie: God Zelf. Nederlands Dagblad - 5 september 2008 - www.nd.nl Het evangelie van Gods heerlijkheid Recensie door Ab Noordegraaf Wie vertrouwd is met de psalmberijming van 1773 zal ongetwijfeld de woorden van Psalm 2:7 kennen: `Welzalig zij die naar zijn reine leer / in Hem hun heil, hun hoogst geluk beschouwen / die Sions vorst beschouwen als hun Heer...' Ze geven de teneur van het hier te bespreken boekje aan. De auteur, voorganger van een baptistengemeente, de Bethlehem Church in Minnesota (VS), staat in de traditie van de Angelsaksische Puriteinen die in hun theologie volstrekt ernst willen maken met de erfenis van Calvijn en zijn nadruk op de eer van God in wie ons heil is gelegen. Naast auteurs als Packer, Ryle en Owen is het vooral de Amerikaanse opwekkingsprediker Jonathan Edwards die hij meermalen met instemming citeert. Het uitzicht dat theologen als Edwards hem bieden op de heerlijkheden van Christus is, zo schrijft hij in het Woord vooraf, 'leven en licht voor mijn ziel'. Het bepaalt ook zijn spreken over het geluk. Ons geluk ligt, aldus Piper, in het goede nieuws dat God zichzelf schenkt en daarin zijn heerlijkheid openbaart. Gods heerlijkheid Doorgaans verbinden we geluk met menselijke geluksgevoelens en emoties als iets wat heel subjectief door ieder weer anders ervaren wordt. Piper neemt van deze subjectivistische manier van spreken volstrekt afstand door een theocentrische benadering. In een van zijn werken noemt hij zich een christen-hedonist. Eerlijk gezegd vind ik die benaming niet erg gelukkig, want je hoeft maar enkele bladzijden gelezen te hebben of je ontdekt dat 'hedonist' bepaald niet betekent wat we er doorgaans onder verstaan. Het strookt trouwens ook niet met de puriteinse waardering van de wereld en de cultuur. Er is in dit boekje ook een sterke gerichtheid op de eeuwigheid en de heerlijkheid van het eeuwige leven. Maar dat betekent bij Piper geen wereldmijding. 'De weg naar de hemel is er een van strijd, van een genuanceerd bijbels "ja" en "nee" tegen de wereld die God gemaakt heeft. De route wordt bepaald door de plicht om te vasten en het recht om te feesten' lezen we. En dat alles staat in het perspectief van de verheerlijking van Gods Naam. Je moet, zo schrijft de auteur, niet in de fout vervallen de liefde van God en het evangelie van Christus te vervormen tot een soort goddelijke goedkeuring van veel lagere dingen die ons blij maken of dingen waardoor wij in aanzien staan. Met andere woorden: God is niet de garant van wat wij geluk noemen en het evangelie niet de bevestiging van onze eigendunk. Het genieten van Gods heerlijkheid is getekend door het kruis, de dood van Christus voor onze zonden. Het kruis schenkt goed nieuws en is goed nieuws. Rechtvaardiging en verzoening vormen dan ook de kern van het evangelie. Het tekent de auteur dat hij daaraan toevoegt: de rechtvaardiging is wel het hart, maar niet het hoogste goed van het evangelie. Het hoogste goed is dat we God zelf zien en aannemen, veranderd worden naar het beeld van zijn Zoon, zodat we meer en meer mogen genieten van Gods oneindige schoonheid en steeds meer mogen weerspiegelen van Zijn oneindige grootheid. Met een variant op een beroemde zinswending van de theoloog A.A. van Ruler zou je de bedoeling van Piper kunnen weergeven met de woorden: Het draait om de rechtvaardiging, maar het gaat uiteindelijk om de verheerlijking. De Heilige Geest Het accent op het objectieve heil in Christus en op de heerlijkheid van God betekent intussen niet dat de auteur geen oog zou hebben voor noties als bevinding en geloofservaring. Een bijbeltekst die in dit boekje veel aandacht krijgt is het woord van Paulus: 'Want de God die gesproken heeft: Licht schijne uit het duister, heeft het doen schijnen in onze harten om ons te verlichten met de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Christus' (2 Kor. 4 : 6). Het getuigenis van de Heilige Geest in het hart van de mens als bevestiging van het Woord krijgt dan ook veel aandacht. Niet de kerk, niet de traditie of aangeleerd gedrag en de meningen van anderen vormen de basis van een waar geloof. Het gaat om een geestelijke overtuiging waarin de Heilige Geest de woorden van God vastmaakt in ons hart. Mooie dingen worden ook gezegd over de betekenis van het evangelie van de heerlijkheid van Christus in zending, evangelisatie en levensheiliging. De heiliging is bij Piper betrokken op het werk van de Geest die ons verandert en vernieuwt zodat we aan Christus gelijkvormig worden. Het zien van Gods heerlijkheid is een bron van blijdschap, maar de auteur weet ook van de keerzijde van de vreugde: het berouw om onze zonde en schuld. 'Het zaad van de vreugde brengt de vrucht van de droefheid voort'. Ook over de dankbaarheid worden waardevolle opmerkingen gemaakt, al had ik juist in dat verband graag wel wat meer gehoord over de betekenis van het heilig Avondmaal en de kerk als teken van Gods komende rijk. Maar wat de auteur biedt lijkt me in het theologisch klimaat van vandaag, gestempeld door de belevingscultuur en het recht om genieten, van groot belang. Piper maakt in elk geval duidelijk dat je, als je wilt spreken over geluk en genieten, je wel voortdurend moet laten storen door de tegenstem van het evangelie dat ons wegroept uit een ik-middelpuntig leven tot een leven waarin de drie-enige God, zijn daden en deugden, centraal staan. Friesch Dagblad - 5 september 2008 - www.frieschdagblad.nl... Pleidooi voor een geloof met hoofd én hart Een door de Geest herschapen mens gelooft niet slechts verstandelijk dat God heerlijk is, maar dat besef van de heerlijkheid zit ook in zijn hart, meent de Amerikaanse predikant John Piper. Hij schreef het boek God is het Goede Nieuws, waarin hij ingaat tegen een goedkoop geestelijk geloof. Recensie door Catherinus Elsinga ‘Stel je de hemel eens voor, zonder ziekte en met alle vrienden die je op aarde had, met al het eten dat je lekker vindt, alle vrije tijd die je maar wenst, alle pracht van de natuur die er te zien is, alle materiële genoegens die je kent, zonder onenigheid en natuurrampen. Zou je dan blij zijn met die hemel als Christus daar niet was?’ Die vraag stelt John Piper in God is het Goede Nieuws. Waarom houden wij van God en verheugen we ons over Hem? Omdat Hij tegemoet komt aan onze verlangens en de mens het stralende middelpunt vormt van Gods heilswerk? Dan hebben we niet begrepen waar het in het evangelie om draait. Het goede van het evangelie bestaat niet in Gods gaven, maar in God Zelf! Als wij alleen maar geïnteresseerd zijn in vergeving, liefde, bescherming en de redding van het oordeel, dan komen we niet verder dan onze eigen belangen. Maar het gaat om God, om Zijn heerlijkheid en dat we gewonnen worden voor het prijzen van Zijn naam. Doel van het evangelie is ons te bevrijden van de gerichtheid op onszelf, zodat we Gods heerlijkheid bewonderen en weerspiegelen. Piper confronteert de lezer bladzijde na bladzijde met het risico op een ‘ongeestelijke’ manier te geloven. Hij citeert J.C. Ryle: ‘Maar ach, veel mensen die zeggen dat ze ‘naar de hemel gaan’ als ze sterven, zijn er nog zo weinig klaar voor en het is duidelijk dat deze geen reddend geloof hebben en ook geen echte kennis van Christus. Je geeft Christus hier niet de eer. Je hebt geen enkele gemeenschap met Hem. Je hebt Hem niet lief. Ach, wat moet je dan in de hemel?’ Piper vestigt de volle aandacht op de heerlijkheid van God. In 2 Korintiërs 4 staat: ‘Want de God, die gesproken heeft: Licht schijne uit het duister, heeft het doen schijnen in onze harten, om ons te verlichten met de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Christus’. Het evangelie is het instrument waarmee God mensen bevrijdt van zelfverheerlijking en hen brengt tot verheerlijking van Christus. Van binnenuit. Een door de Geest herschapen mens gelooft niet slechts verstandelijk dat God heerlijk is, maar heeft een besef van de heerlijkheid van God in zijn hart. Dat ‘zien’ van Gods heerlijkheid door het evangelie brengt een proces bij de gelovige teweeg. Hij groeit naar zijn Heer toe en verandert van heerlijkheid tot heerlijkheid. Puritein Piper staat in de traditie van de Puriteinen uit de 18e eeuw, die verwant zijn aan de stroming van de Nadere Reformatie in Nederland. Hij verwijst regelmatig naar Jonathan Edwards, de man van de Great Awakening (grote opwekking) van 1739-1740 in Amerika. Zo schreef Edwards al over de samenhang tussen de vreugde over Gods heerlijkheid en het berouw. ‘Berouw over de zonde is droefheid die voortkomt uit het zien van Gods voortreffelijkheid en genade, maar het begrip van die voortreffelijkheid of genade leidt noodzakelijk en onvermijdelijk tot vreugde. Hoe groter dus de droefheid, des te groter de vreugde.’ Het benoemen van zulke samenhangen is kenmerkend voor het puritanisme en geeft er een geweldige diepgang aan. De Puriteinen worden nooit zweverig of oppervlakkig. Het ‘zien’ van God is verbonden aan de prediking van het evangelie en nooit een op zichzelf staande ervaring. Evenmin vervallen ze in triomfalisme. De groei in kennis van God gaat altijd samen met een dieper besef van zonde en een toenemend berouw. Steeds weer stellen ze de vraag of je geloof een waar geloof is. ‘Veel mensen aanvaarden het goede nieuws zonder God te aanvaarden. Het feit dat wij de hel willen ontvluchten, is geen bewijs dat wij een nieuw hart hebben. Het bewijs dat wij echt veranderd zijn, is pas geleverd als we dergelijke dingen willen omdat we ons dan kunnen verblijden in God. Dat is het grote doel waarvoor Christus stierf.’ Zulke zinnen behoeden de lezer voor een goedkoop geloof. Er is echter ook een risico dat ze leiden tot de ongezonde twijfel, die in de kringen van de Nadere Reformatie nog steeds voorkomt. Dat laatste is overigens Pipers bedoeling beslist niet. Puriteinen als Piper staan tussen de evangelische en confessionele stroming in en vormen op beide een heilzame correctie. De vertaling van het boek van Piper is wat houterig en de schrijfstijl niet bepaald bondig. Daardoor vergt het enige inspanning het boek door te nemen. Maar de boodschap en de Bijbeluitleg zijn actueel en verrijkend. John Piper John Piper (11 januari 1946, Chattanooga, Tennessee) is een Amerikaans predikant, theoloog en schrijver. Hij is baptist en momenteel voorganger in een kerk in Minneapolis. Hier begon hij in 1980. De vader van Piper was een evangelist, en droeg het evangelie van Jezus Christus actief uit door middel van radio en bijbelcursussen. Piper studeerde van 1964 tot 1968 literatuur en filosofie op Wheaton College. Daarna behaalde hij in 1971 een bachelor in de theologie aan het Fuller Theological Seminary. In die tijd raakte hij geïnteresseerd in de werken van Jonathan Edwards. Hij behaalde een master Nieuw Testamentische Studies aan de Ludwig-Maximilians-Universiteit München in 1974. Daarna gaf hij zelf les op de Bethel University and Seminary in Saint Paul (Minnesota). In evangelicale kring werd hij bekend door het boek: Desiring God: Meditations of a Christian Hedonist (1986). Dit kwam drie jaar geleden in het Nederlands uit onder de titel Verlangen naar God. Preken van Piper hebben een sterk calvinistische inslag. Samen met onder anderen de Canadees James Packer wordt hij gezien worden als een van de bekendste hedendaagse uitdragers van de leer van de puriteinen. Op de site www.desiringgod.org staan allerlei preken en lezingen rond het werk van John Piper. In januari 2006 werd bekend dat bij Piper prostaatkanker was ontdekt. Na een succesvolle operatie is hij inmiddels weer genezen. Catherinus Elsinga is predikant in de Gereformeerde Kerk van Den Ham.