MIK Module 9: Ziekteprocessen STAGEVERSLAG Afdeling Hematologie Fleur Lambermon 5800943 Suraja Padarath 5745039 Cees Lourens 5792355 Fiona Gelink 5800927 6 februari 2009 Coördinator dr. A. van der Ende Stagebegeleider drs K. de Heer Inhoudsopgave Inhoudsopgave..................................................................................................................... 2 Samenvatting........................................................................................................................ 3 Inleiding ............................................................................................................................... 4 Aanpak/Onderzoeksmethoden ............................................................................................ 6 Bevindingen/Resultaten ...................................................................................................... 8 - Bijwonen van consulten................................................................................................ 8 - Pathologie-overleg 19 januari 17.00 uur ....................................................................... 11 - Radiologie-overleg 21 januari 09.00 uur........................................................................ 12 - Overdracht 21 januari 08.30 ......................................................................................... 12 - Interview: Stagebegeleider mijnheer K. de Heer ........................................................... 13 - Interview: Verpleegkundige Joria ................................................................................. 15 - Interview: Applicatiebeheer ICT ZorgDesktop ............................................................ 15 - Informatieproces: Het verkeer van statussen tussen arts en het poli-archief en het centrale Medisch Archief ................................................................................................ 17 - Demonstraties: Radiologie ........................................................................................... 18 - Demonstraties: Pathologie ........................................................................................... 19 - Demonstraties: Laboratorium Algemene Klinische Chemie ......................................... 21 Beschouwing/Discussie ..................................................................................................... 24 Literatuur ........................................................................................................................... 26 Dankwoord ........................................................................................................................ 27 Bijlage ................................................................................................................................ 28 2 Samenvatting Onze stage vond plaats op de afdeling Hematologie. Het doel van de stage was inzicht te krijgen in het functioneren van de polikliniek in een ziekenhuis. De stage heeft iets meer dan drie weken geduurd. Tijdens deze weken hebben wij door middel van meeloopdagen en interviews met verschillende werknemers van de afdeling een beeld kunnen vormen van hun taken. Wij hebben bijvoorbeeld een interview afgenomen met hematoloog in opleiding Koen de Heer en met medewerkers van de ICT-afdeling van het AMC. Ook hebben wij verschillende consulten mogen bijwonen van Fabienne Warmerdam en hebben wij een rondleiding gekregen in het medisch archief van het ziekenhuis. X/care en ZorgDesktop zijn informatiesystemen die gebruikt worden op de polikliniek door de artsen en andere medewerkers. X/care wordt gebruikt voor het maken van afspraken en ZorgDesktop voor het bijhouden van het medisch dossier van de patiënten. Daarnaast houdt het medisch personeel ook nog een papieren status bij van elke patiënt. Verder hebben wij demonstraties bijgewoond van radiologie, pathologie en LAKC (Laboratorie Klinisch Chemie). Maar helaas hebben wij niet alle taken kunnen verrichten vanwege ziekte van stagebegeleider en onderbezetting op de afdeling. De afdeling hematologie maakt dus gebruik van ZorgDesktop en van papieren statussen. Het zou efficiënter zijn als er volledig gedigitaliseerd te werk zou worden gegaan, omdat er de papieren status veel problemen met zich mee brengt zoals onleesbaarheid en dat ze regelmatig kwijt zijn, ook beslaat het veel opslagplaats. 3 Inleiding De stage is bedoeld om kennis en inzicht te verwerven betreffende: - Algemene principes t.a.v. het functioneren van de afdeling Hematologie, organisatie en inbedding van de polikliniek binnen het ziekenhuis, beroepsgroepen die in de polikliniek werkzaam zijn. - Het besluitvormingsproces van de arts t.a.v. het stellen van de diagnose en het instellen van een therapie. - De informatiebronnen die een arts bij zijn besluitvormingsproces hanteert, incl. verwijsbrieven, anamnese, dossiers en gegevens uit aanvullend onderzoek. - De verschillende informatiestromen en het ingewikkelde verkeer van statussen op de afdeling. Het woord hematologie is uit het Grieks afgeleid: ‘Haima’ of ‘Haematos’ betekent bloed en ‘Logia’ betekent: ‘Kunde’. Hematologie betekent dus letterlijk bloedkunde. Afdeling Hematologie Hematologie is het specialisme dat zich bezighoudt met bloedziekten. Daartoe behoren goedaardige en kwaadaardige aandoeningen van bloed, beenmerg en lymfklieren, maar bijvoorbeeld ook stollingsafwijkingen en bloedtransfusieproblemen. Er zijn erg veel verschillende ziekten en behandelingen. Activiteiten op de afdeling bestaan uit klinische werkzaamheden (waaronder een beenmerg- en stamceltransplantatieprogramma), poliklinische werkzaamheden (waaronder poliklinische cytostaticatoediening) en dagbehandeling (onder meer bloedtransfusies en hemaferese behandeling). Tevens vallen de inhoudelijke aansturing van het Laboratorium Hematologie en het bloedtransfusielaboratorium onder verantwoordelijkheid van deze afdeling. Naast uitgebreide expertise op het gebied van kwaadaardige hematologische ziekten (zoals lymfomen, ziekte van Kahler en leukemie) heeft de afdeling zich gespecialiseerd in complexe immuno-hematologische aandoeningen en aangeboren hemoglobinopathieën. 4 Op de afdeling Hematologie werken veel verschillende mensen. Er zijn 6 hematologen, 3 hematoloog-in-opleiding, 7 verpleegkundigen, secretarieel personeel en 4 baliemedewerkers. Op de afdeling hematologie wordt gebruik gemaakt van ZorgDesktop, de baliemedewerkers maken gebruik van het afsprakensysteem X/Care. Zie afbeelding 2. Er vindt ook veel wetenschappelijk onderzoek plaats, uitgevoerd door wetenschappers (artsen en onderzoekers) maar ook studenten. Onderzoek is noodzakelijk om behandelingen te kunnen verbeteren of om meer te begrijpen van de oorzaak van ziekten. Het is natuurlijk vanzelfsprekend voor een afdeling van een academisch ziekenhuis dat dit een onderdeel van het werk is. Veel patiënten die op de afdeling Hematologie komen, zijn doorverwezen door specialisten van andere ziekenhuizen of van andere afdelingen van het AMC, meestal de chirurgie en de interne geneeskunde. Soms worden patiënten rechtstreeks door de huisarts verwezen, maar dit gebeurd niet vaak. De afdeling Hematologie is grotendeels een derdelijns zorg, ofwel de superspecialistische zorg. Patiënten die voor het eerst komen, moeten zich aan de balie inschrijven. Het is belangrijk dat zij verzekeringspapieren en legitimatiebewijs bij zich hebben eventueel een verwijsbrief. Het is van groot belang dat de hematoloog goed geïnformeerd is over de medische voorgeschiedenis van een patiënt en het gebruik van medicamenten. 5 Aanpak/Onderzoeksmethoden In de eerste week van module 9 hadden wij de gelegenheid om ons in te schrijven voor een korte stage op een desgewenst polikliniek. Deze voorkeurslijst is geprobeerd na te streven door de coördinator maar het is natuurlijk niet voor iedereen mogelijk op de eerste keuzeplek stage te lopen. De afdeling Hematologie was toegewezen aan ons groepje bestaande uit Fleur Lambermon, Suraja Padarath, Cees Lourens en Fiona Gelink. Toen dit bekend was hebben wij gelijk contact gezocht met onze stagebegeleider Koen de Heer. Op vrijdag 9 januari hadden wij onze eerste kennismaking met Koen de Heer en hebben toen gelijk het een en ander afgesproken over de stage. Suraja en Fleur zouden in de tweede week al een paar consulten bijwonen, Cees en Fiona in de derde week. Op maandag 12 januari in de tweede week bleek Koen de Heer geveld te zijn door een griepje, daarboven op kwam nog dat hij een besmettelijke ontsteking aan zijn oog had opgelopen en hier door niet aanwezig kon zijn op het AMC. Onze hele planning moest in rap tempo worden omgegooid zodat wij alsnog stage konden lopen, nu onze stagebegeleider niet aanwezig kon zijn. Gelukkig heeft Koen de Heer enorm veel voor ons kunnen regelen, en kon ieder van ons dezelfde week nog bij Fabiënne Warmerdam meerdere consulten bijwonen. Aangezien Koen de Heer afwezig tijdens een gedeelte van onze stage hebben wij helaas niet een status van een patiënt, die langer dan één jaar in het AMC op verschillende afdelingen wordt behandeld, kunnen doornemen. Vanwege de drukte bij de administratiebalie hebben wij ook helaas hier niet een dagdeel kunnen meelopen. De resultaten van alle activiteiten die wij gedaan hebben tijdens onze stage zijn allemaal te lezen in het hoofdstuk “Resultaten & Bevindingen”. Op de volgende pagina staat een schema waarin duidelijk is beschreven wat wij precies wanneer gedaan hebben tijdens onze stage. 6 Datum Vrijdag 9 januari Locatie/Persoon Koen de Heer Donderdag 15 januari Verpleegkundige Studenten Fleur, Cees & Suraja Suraja Vrijdag 16 januari Fabiënne Warmerdam Fleur & Suraja Maandag 19 januari Medisch Archief Fleur & Suraja Maandag 19 januari Pathologiebespreking Allen Maandag 19 januari Koen de Heer Dinsdag 20 januari Fabiënne Warmerdam Fleur, Cees & Suraja Cees & Fiona Dinsdag 20 januari Koen de Heer Cees Woensdag 21 januari Radiologiebespreking Cees & Suraja Woensdag 21 januari Overdracht van statussen. Fiona Maandag 26 januari Interview ICT ZorgDesktop Cees & Suraja Doel Planning maken voor stage. Interview over informatiestromen. Consulten bijwonen; informatiestroom tussen arts en patiënt. Ingewikkelde verkeersstromen van status tussen arts en archief. Bijwonen bespreking, informatiestroom uitzoeken tussen patholoog en hematoloog. Uitleg over gebruik ZorgDesktop. Consulten bijwonen; informatiestroom tussen arts en patiënt. Interview Bijwonen bespreking, informatiestroom uitzoeken tussen radioloog en hematoloog. Informatiestroom tussen verschillende artsen van verschillende afdelingen. Inzicht krijgen in het applicatiebeheer van het AMC en ZorgDesktop. 7 Bevindingen/Resultaten - Bijwonen van consulten. Bij het eerste bezoek wordt getracht een goed beeld te vormen van de klachten van de patiënt. Een dergelijk eerste kennismaking is erg belangrijk voor verdere behandeling. Meestal worden aanvullende onderzoeken ingepland om een beter beeld te krijgen van het ziektebeeld, zodat een goed behandelplan gemaakt kan worden. Na een polikliniekbezoek wordt meestal een vervolgafspraak gemaakt en worden eventueel onderzoekafspraken ingepland. De organisatie hiervan ligt bij de medewerkers achter de balie van Hematologie. Wanneer uitslagen van onderzoeken bekend zijn, kan dit besproken worden met de patiënt bij de vervolgafspraak of (wanneer noodzakelijk) kan er gebruik gemaakt worden van een zogenaamd telefonisch spreekuur. Hieronder een schema van het traject die de patiënt loopt bij binnenkomst op de polikliniek. Elke hematoloog heeft op de afdeling vast tijdstippen voor een spreekuur. De polikliniekkamers zijn dus ook niet van de hematologen zelf en worden elke dag door andere artsen gebruikt. Het is niet mogelijk om als patiënt zonder afspraak langs te komen, hiervoor dient telefonisch contact opgenomen te worden zodat het medisch dossier uit het archief opgezocht kan worden. 8 Ieder lid van ons groepje heeft verschillende consulten mogen bij wonen tijdens het spreekuur van Fabiënne Warmerdam. Suraja: vrijdag 16 januari 9.45-11.30 Fleur: vrijdag 16 januari 11.30-13.00 Fiona: dinsdag 20 januari 13.30-15.00 Cees: dinsdag 20 januari 15.00-16.30 Per consult is er ongeveer 20 minuten de tijd maar voor de ene patiënt is er iets meer tijd nodig dan voor de andere patiënt. Helaas ligt een arts hierdoor al vaak snel achterop schema. Tussen de reguliere consulten door heeft mevr. Warmerdam meestal ook nog een paar telefonische consulten. Tijdens deze consulten bespreekt zij bijvoorbeeld labuitslagen die over de telefoon besproken kunnen worden, of zij belt bijvoorbeeld om de gezondheidstoestand van de patiënt te bespreken. Tijdens de consulten zat de student naast mevr. Warmerdam en kon op deze manier meekijken hoe zij gebruik maakt van het papierendossier en ZorgDesktop op de computer. (Omdat ieder van ons ongeveer 5 consulten heeft bijgewoond zullen wij niet per patiënt in kaart brengen hoe zijn/haar consult verlopen is maar per punt zoals in de handleiding van het moduleboek staat beschreven.) Bij ieder van ons waren er alleen vervolgconsulten, op één consult na die Cees heeft bijgewoond. Tijdens dit consult werd bij de patiënt een intakegesprek gehouden om in aanmerking te komen voor een beenmergtransplantatie voor een familielid. Er werd een volledig lichamelijk onderzoek verricht en daarnaast ook een algemene anamnese om de gezondheidstoestand van deze patient te controleren. Mevr. Warmerdam handelde vergelijkbaar met de methode zoals beschreven staat in ‘Het geneeskundig proces’, Grundmeijer e.a. (red). De algemene anamnese bestaat uit: 1. Tractusanamnese: - Algemeen - Huid - Tractus circulatorius - Tractus digestivus - Tractus urogenitalis - Centraal zenuwstelsel - Zintuigen - Bewegingsapparaat - Endocrience organen - Bloed en bloedsomloop - Psychisch 2. Voorgeschiedenis. 3. Familieanamnese. 4. Sociale anamnese. [1] 9 Het algemeen lichamelijk onderzoek bestaat uit de volgende vaste onderdelen: - Algemene observatie, dit gebeurt in feite al vanaf het eerste contact met de patiënt direct bij binnenkomst. - Inspectie, dit kan in enkele gevallen de diagnose al heel dichtbij brengen. - Palpatie, dit is vooral informatief bij de zachte onderdelen van het lichaam. - Auscultatie, dit is vooral zinvol bij het beluisteren van het hart, de longen en de vaten. - Percussie, variatie levert alleen veel op bij evidente afwijkingen. [1] Aangezien bijna alle patiënten een vervolgconsult hadden werd er geen gebruik gemaakt van verwijsbrieven, en ging de hematoloog niet volgens ‘Het geneeskundig proces’, Grundmeijer e.a (red) te werk waarin er van klacht naar probleem, van probleem naar differentiaal diagnose wordt gewerkt. [1]Sommige patiënten hebben een lijstje meegenomen van de medicijnen die zij slikken. Dit is nodig omdat de arts soms door de bomen het bos niet meer ziet; er staat niet duidelijk in ZorgDesktop wat het huidige medicijngebruik van een patiënt is. Eén patiënt was tussen haar laatste consult en het afgelopen consult opgenomen in een ander ziekenhuis. Aangezien mevr. Warmerdam niet in het informatiesysteem van het andere ziekenhuis kan, weet zij ook niet welke medicijnen die patiënt daar heeft gekregen. Gelukkig was deze patiënt zo verstandig om zelf een lijstje mee te nemen van de medicijnen die zij op dat moment slikte. De arts leest, voordat het consult plaats vindt, de informatie uit de status van de patiënt door om zich te kunnen voorbereiden op het gesprek. Tijdens het gesprek kijkt de arts ook af en toe in ZorgDesktop om de patiënt het een en ander toe te kunnen lichten. In ZorgDesktop staan ook alle laboratoriumuitslagen en andere onderzoeksuitslagen, tevens is dit terug te vinden in de papieren status. Het is wel eens voorgekomen dat Mevr. Warmderdam geen status van een patiënt uit het archief heeft ontvangen (dit omdat de status niet terug te vinden is), dan wordt al de klinische informatie tijdens het consult op een los blaadje geschreven en later in het dossier gezet. Mevr. Warmerdam maakt zelf liever gebruik van het papierendossier, dit vindt zij persoonlijker en prettiger werken. Daarnaast vindt zij het handiger om bepaalde klinische informatie te kunnen tekenen waardoor het voor andere professionals beter te begrijpen is. Maar ook is dit prettig wanneer zij een paar maanden later terug kijkt in het dossier en gelijk haar bevindingen kan terug vinden. Wij constateerden dat eigenlijk bijna alle belangrijke informatie van de patiënt zowel in het papierendossier staat als op ZorgDesktop. In het papierendossier wordt tijdens elk consult opgeschreven wat er besproken wordt plus constateringen en de mening van de arts, dit wordt niet gedaan op ZorgDesktop. Door middel van ZorgDesktop kan mevr. Warmerdam herhalingsrecepten en nieuwe medicatie voor schrijven. De patiënt kan de medicijnen ophalen bij de apotheek wanneer Mevr. Warmerdam het recept ondertekend heeft ter controle. Aanvullend laboratorisch onderzoeken en extra aanvragen worden tijdens het consult via ZorgDesktop aangevraagd. Aanvullende beeldvormend onderzoek wordt tijdens het consult via een formulier aangevraagd. 10 Soms is het noodzakelijk om een andere arts te raadplegen als de arts met een lastige kwestie zit, meer expertise nodig heeft, meer technische mogelijkheden nodig heeft of om een patiënt te overtuigen of gerust te stellen. Hierbij wordt er dus samengewerkt met andere specialisten ten behoeve van de patiënt. Vaak gaat het om een gezamenlijke behandeling zowel interdisciplinair als interdisciplinair, een consultatie of een consultatieve verwijzing [1]. Zie bijlage 1.Tijdens één van de consulten werd een patiënt verteld dat haar lichaam te weinig leukocyten aanmaakt. De leukocyten heeft de patiënt wel nodig als de arts haar chemotherapie wil geven. Aangezien haar bloed verder wel helemaal in orde was, wist mevr. Warmerdam niet zeker of het verstandig was om alsnog te beginnen met de chemotherapie. Als helpende hand schakelde zij een andere arts in om dit te overleggen. Tenslotte kwamen zij samen tot de conclusie om de patiënt als nog met chemotherapie te behandelen. Mevr. Warmerdam schreef daarnaast een medicijn voor aan de patiënt dat ondertussen meer leukocyten zal aanmaken. Naast het raadplegen van andere arts zoekt mevr. Warmerdam ook wel eens informatie op in vakliteratuur. Dit was alleen niet het geval tijdens één van onze consulten. Alle documenten (verwijsbrieven, laboratoriumuitslagen e.d.) worden nog altijd uitgeprint en dit wordt vervolgens toegevoegd aan het papieren dossier. ZorgDesktop is voor iedere arts in het ziekenhuis toegankelijk. Ieder specialisatie heeft zijn eigen statussen van een patiënt. Een arts houdt een papieren dossier niet zozeer bij voor zichzelf maar meer om op deze manier te kunnen communiceren met andere artsen/professionals. Dit zal altijd zo blijven totdat het EPD totaal geïntegreerd is. - Pathologie-overleg 19 januari 17.00 uur Bij het pathologie overleg worden vraagstukken behandeld met de artsen van de afdeling hematologie. De bespreking staat onder leiding van een patholoog ondersteunt door 2 pathologen in opleiding. Het overleg vindt plaats een keer in de week en per keer worden er ongeveer 6 tot 8 patiënten behandeld. Het gaat hierbij om de interactie tussen de patholoog en hematoloog. Het initiatief komt van de hematoloog. Wanneer de uitslag van bijvoorbeeld een biopt of ander weefsel onduidelijk of tegenstrijdig is met het klinische beeld van een patiënt. Dan wordt deze patiënt toegevoegd aan het Pa-overleg. Bij het overleg kan de arts direct van gedachten wisselen met de 3 pathologen en aanwezige mede hematologen over de onduidelijkheid van het vraagstuk. Hierbij wordt gebruik gemaakt van videoschermen waarop de preparaten van de verschillende patiënten te zien zijn. Echter het zorg proces van de patiënt zal niet onderbroken worden maar kan na dit overleg bijgestuurd of zelfs veranderd worden. Een enkele keer kan het ook voorkomen dat de patholoog een speciaal geval wil behandelen met de artsen. Het Pa-overleg is een duidelijk voorbeeld van de uitwisseling van informatie door 2 specialismen zodat er een betere zorg kan worden gegeven aan de patiënt. Ook heeft het een scholende functie omdat de verschillende de artsen binnen het specialisme van gedachten wisselen en zo elkaar een ander perspectief op de aanwezige informatie bieden. 11 Het overleg maakt gebruik van alle aanwezige informatie en expertise die noodzakelijk is om een PA casus te behandelen. Verbeterpunten op het informatiekundig vlak zijn daarom ook moeilijk te vinden - Radiologie-overleg 21 januari 09.00 uur Bij het radiologie-overleg vindt hetzelfde proces plaats als bij het pathologie-overleg. De bespreking vindt plaats onderleiding van een radioloog waarbij naast hematologen ook hematologische radiotherapeuten en nucleaire therapeuten aanwezig zijn. Dit is een wekelijks overleg waarbij ongeveer 8 patiënten worden besproken. De informatie van de patiënten komt uit Picture Archiving Communication Systeem. Door middel van een groot scherm wordt er multidisciplinair overleg gepleegd. De radiologische beelden worden gebruikt om bijvoorbeeld het stadium van een ziekte te bepalen, een diagnose te stellen of een behandelplan te wijzigen/vormen. Door het overleg kan er een betere zorg worden verleend aan de patiënt doordat de verschillende disciplines informatie met elkaar uitwisselen. Ook bij dit overleg wordt gebruik gemaakt van alle aanwezige informatie en expertise. Een mogelijkheid zou kunnen zijn dat er vaker een overleg plaats vindt waardoor ook “standaard” gevallen besproken worden. Dit zou kunnen leiden tot bijvoorbeeld een andere aanpak. Dit zou ook kunnen gelden voor de het PA overleg. - Overdracht 21 januari 08.30 Bij de overdracht tussen arts en dienstdoende assistenten, wordt er informatie overgedragen aan de arts. Deze overdracht vindt elke ochtend plaats, en in het weekend duren de overdrachten over algemeen iets langer. De overdracht wordt door ongeveer 30 mensen bijgewoond. Bij de overdracht zijn de dienstdoende assistenten, coassistenten, internisten & hoogleraren aanwezig. De dienst doende assistenten worden ook bekritiseerd als ze die nacht fout hebben gehandeld bij een patiënt. En als de assistent een bepaalde handeling heef verricht bij een patiënt kan er gevraagd worden of de dienstdoende assistent zich zelf wil onderbouwen. De informatie van de patiënten wordt tijden de overdracht mondeling overgedragen, ten eerste omdat het een stuk sneller gaat en ten tweede het een stuk makkelijker is dan via papier. De artsen zouden dit ook niet ander willen hebben. 12 - Interview: Stagebegeleider mijnheer K. de Heer Mijnheer K de heer is Hematoloog in opleiding. Van de specialistische opleiding heeft hij er vijf jaar opzitten met nog een jaar te gaan. De afdeling hematologie is een specialistische opleiding binnen de inwendige geneeskunde. De inwendige geneeskunde is en breed specialisme. Het specialisme houdt zich bezig met de ziekten van de inwendige organen. Zoals al geschreven in de inleiding is hematologie een subspecialisme van de inwendige geneeskunde. De hematologie houdt zich dus bezig met de ziekten van het bloed en de bloedvormende organen. Zij bestaat uit 6 hematologen en 3 hematologen in opleiding. Mijnheer de Heer heeft 2 halve dagen in de week polikliniek daarnaast houdt hij zich bezig met klinische werkzaamheden en dagbehandeling. Ook wordt er tijd besteed aan wetenschappelijk onderzoek en aan het onderwijs. Een gedeelte van de tijd is de arts bezig met de voorbereiding van de polikliniek waarbij soms thuis AMC ZorgDesktop (Zie afbeelding 1) en schriftelijke literatuur wordt geraadpleegd. Door deze voorbereiding kan er een zo goed mogelijke zorg worden geboden aan de patiënt. Tijdens de voorbereiding bekijkt de arts ook in de patiënten status. In de status schrijft de arts alle gegevens op die hij uit AMC ZorgDesktop die van belang zijn voor doen van en anamnese. Om tot een anamnese te komen gebruikt de arts in de meeste gevallen zijn eigen kennis. In enkele gevallen wordt er een collega geraadpleegd. Ook kan er bij twijfel over medicatie via het intranet het farmaceutisch kompas worden geraadpleegd. Schriftelijke literatuur dan wel wetenschappelijke literatuur wordt nooit tijdens een consult ingezien. Bij de voorbereiding kan echter al wel gebruik zijn gemaakt van deze informatie voorziening. Het informatie systeem dat gebruikt wordt door de hematoloog is AMC ZorgDesktop. Het is een applicatie die door het AMC zelf gebouwd is en zowel binnen als buiten het AMC te raadplegen is. Meer informatie hierover is te vinden in het interview met de heren van ICT. Binnen het AMC ZorgDesktop zijn medicijn gebruik ,beeldmateriaal en labuitslagen te vinden. Het is een overzichtelijk geheel van de patiënt gegevens .Het systeem is gemakkelijk in gebruik en behoeft naar de mening van de arts geen training. De user interface is erg intuïtief en brengt bij de gemiddelde arts ook geen problemen met zich mee. De arts heeft goede ervaringen met het systeem maar is zich ervan bewust dat het systeem ooit vervangen zal worden door een andere applicatie voor een betere integratie met het ziekenhuis informatie systeem. AMC ZorgDesktop wordt dagelijks gebruikt en is goed bereikbaar en beschikbaar. Het nadeel kan zijn dat het som erg traag kan zijn bij het opvragen van de gegevens en daardoor een vertragende werking kan hebben op het zorg proces. De arts moet ook in de gaten houden dat bij een laboratorium aanvraag de arts zelf moeten onthouden dat hij moet kijken of deze al beschikbaar is. Hij maakt hiervoor een persoonlijke notitie om dit niet te vergeten. Bij ziekte zou een vervanger dit niet weten en eventueel een nieuw onderzoek aanvragen. Een pop up scherm bij een nieuwe uitslag kan hiervoor een oplossing zijn Over het geheel gezien zijn de poliklinische bezoeken over de gehele week even druk. Door de velen verschillenden activiteiten van een arts kan de werkdruk goed verspreid worden. 13 Het is niet duidelijk hoe het zit met eigendomsrecht van een status. Volgende de wet bescherming persoonsgegevens heeft de patiënt recht op een volledige kopie van het patiënten dossier. Eventuele aantekeningen in de status horen hier niet bij. Wanneer dit niet meer in de status maar in de AMC ZorgDesktop wordt gezet. Wordt het moeilijker te bepalen of deze notities wel of niet in het dossier horen. Het eigendomsrecht ligt altijd bij het ziekhuis. Dit om bij juridische kwesties altijd de officiële stukken te kunnen tonen. Mijnheer de Heer weet dat er ooit een EPD zal worden ingevoerd maar denkt ook dat dit nog lang op zich zal laten wachten. Eerst zullen de problemen op lokaal (afdelings) niveau moeten worden opgelost voordat er kan worden gewerkt aan een landelijk EPD. 14 - Interview: Verpleegkundige Joria De verpleegafdeling van de hematologie omvat de zorg voor patiënten met een levensbedreigende hematologische aandoening in het bloed, de lymfe of bloedbereidende organen zoals het beenmerg. De zorg voor deze patiënten is gericht op het behandelingsbeleid bij een diagnose, zoals chemotherapie, het praktisch organiseren van de verzorging en het monitoren van patiënten [1]. Omdat patiënten met een hematologische aandoening regelmatig voor een langere periode worden opgenomen en dit zeer belastend is, komt voor de verpleegkundige ook psychosociale begeleiding aan de orde, maar ook emotionele steun.[1] Artsen vullen een consult formulier in voor de verpleegkundige met informatie over de behandeling van een patiënt. De verpleegkundige haalt ook patiënten op van de poli voor een behandeling, dit gebeurt aan de hand van een verrichtingenregistratie formulier. Zie bijlage 2. De verpleegkundige heeft wel toegang tot het medisch dossier van een patiënt maar maakt daar niet vaak gebruik van, omdat de voor haar noodzakelijke informatie al in ZorgDesktop te vinden is. In ZorgDesktop wordt er veelal gekeken naar laboratoriumuitslagen en medicatielijsten. Op de verpleegafdeling van de hematologie werken er 7 verpleegkundige en 1 verpleegkundig specialist. Eigen kennis en ervaring spelen een grote rol, maar vb. wanneer het consult formulier niet genoeg informatie biedt wordt er een arts geraadpleegd. Joria vindt ZorgDesktop goed in gebruik omdat alle informatie er duidelijk en leesbaar in staat en omdat er een compleet medicatiehistorie beschikbaar is. Het papieren dossier vindt ze inefficiënt omdat het vaak onleesbaar is. Ze gaf aan dat statussen regelmatig niet op tijd aanwezig zijn voor het spreekuur en soms zelfs kwijt zijn. Ze geeft de schuld aan de artsen omdat zij niet zorgvuldig met de statussen omgaan. Soms nemen ze de statussen mee naar hun kamer, of lenen ze het uit aan andere artsen om hun mening. Hierdoor wordt de status niet altijd uitgeboekt en weet men niet waar de status zich bevindt. - Interview: Applicatiebeheer ICT ZorgDesktop Zoals boven beschreven wordt op de afdeling hematologie gebruik gemaakt van AMC ZorgDesktop(Zie afbeelding 1). Bijna alle informatie die de artsen nodig hebben om zorg te kunnen verlenen aan een patiënt is hierin te vinden. Omdat deze applicatie dus een centrale rol speelt bij de informatie voorziening op de afdeling hematologie hebben we besloten om door middel van een interview meer informatie te verkrijgen over AMC ZorgDesktop. Het ICT beheer AMC ZorgDesktop heeft een centrale rol bij het beheer van de communicatie van de verschillende applicaties binnen het AMC. Het aantal mensen dat werkt bij deze afdeling is ongeveer 5. Ongeveer 2 mensen werken hierbij als ontwikkelaar van het AMC ZorgDesktop 1 a 2 mensen werken als functioneel beheerder van AMC ZorgDesktop en 1 ondersteunt de technische kant, deze heeft het overzicht qua grote lijnen/koppelingen van de verschillende afdelingsapplicaties met AMC ZorgDesktop. 15 AMC ZorgDesktop bestaat ongeveer 5 jaar. Het is een applicatie die zelf gemaakt is door de ontwikkelaars van het AMC. Er was behoefte aan een koppeling van de bijna 42 informatiesystemen van medische afdelingen binnen het AMC en aan een totaal overzicht van de informatie die beschikbaar is binnen het AMC. De applicaties moesten onderling informatie kunnen uitwisselen en informatie kunnen betrekken uit het Ziekenhuis Informatie Systeem. De oplossing van de ontwerpers van het huidige Ziekenhuis Informatie Systeem Miradoor voldeed niet aan de eisen. Toen is er gekozen voor de ontwikkeling van een eigen systeem. Het systeem is intern ontwikkeld door eigen ontwikkelaars. Op deze manier kon goed gecommuniceerd worden met de eind gebruikers en zou alle kennis binnen het AMC blijven. Het AMC ZorgDesktop is een soort userinterface die informatie wijzigt, doorstuurt en opvraagt uit de verschillende systemen. Je ziet alles in “een scherm”. Het zorgt dus voor een goede koppeling tussen de systemen, veiligheid van de gegevens en een duidelijke informatie voorziening aan de arts. De arts heeft deze informatie nodig om een zo goed mogelijke zorg te kunnen verlenen aan een patiënt. De verschillende systemen communiceren met elkaar via de HL7 standaard, wanneer er gebruik wordt gemaakt van een andere standaard wordt deze via een koppeling vertaald naar HL7 zodat zowel AMC ZorgDesktop als de andere applicaties er informatie mee kunnen uit wisselen. De veiligheid van het AMC ZorgDesktop wordt gewaarborgd extern door de beveiligde generieke virtual privat network verbinding. De gebruiker kan op het AMC ZorgDesktop inloggen met het persoonlijke ZIS nummer en een persoonlijk password. Binnen het AMC ZorgDesktop zijn er verschillenden restricties voor de verschillende gebruikers. Een centrale commissie bepaalt hoeveel functionaliteit een bepaalde gebruiker mag hebben. Een soort beveiligingsprofiel. Dit wordt geïmplementeerd door beheer AZD. Op deze manier wordt er een goede beveiliging gegarandeerd van het AMC ZorgDesktop. Een probleem dat zich echter veel voor doet is dat veel afdelingen gebruik maken van zogenaamde algemene accounts. Dit is een account dat bij veel mensen bekend is en kan zorgen voor situaties waarbij derden bij informatie kunnen die niet voor hen bestemd is. Een oplossing hiervoor kan zijn het gebruik van een UZI pas. Een probleem is dat je niet op meerdere computers kan inloggen. Sommige gebruikers helpen meerdere patiënten te gelijkertijd waardoor AMC ZorgDesktop op meerdere computers aan moet staan Bij autorisatie met de UZI pas is dit niet mogelijk. Bij deze problemen gaat het enerzijds om de veiligheid van de gegevens en anderzijds om het gebruikers gemak. Overleg met de verschillende medische afdelingen vindt meestal plaats op een hoger niveau. De accountmanagers bestuderen de hulpvraag van de medische afdelingen. Zij vertalen deze hulpvraag en geven dit door aan het beheer van het AMC ZorgDesktop. Soms komt het ook voor dat het beheer rechtstreeks benadert wordt hierbij gaat het om kleine koppelingen die gemaakt moeten worden. Overleg met de andere kleinere ICT afdelingen vindt zelden plaats. Hierdoor worden deze afdelingen soms kleine eilandjes die weinig communiceren met andere afdelingen en geïsoleerd raken van centrale ICT. Een nadeel van het AMC Zorg Desktop kan zijn dat het bij een update langzamer wordt omdat door kinderziektes de server waarop het draait vertraagd. Dit wordt echter snel opgelost. Een ander nadeel is dat wanneer er een nieuwe versie van een deelsysteem wordt 16 opgeleverd, je niet meteen kan voorspellen hoe de communicatie gaat verlopen met de andere systemen. Het probleem voor het functioneel beheer is, dat de eindgebruikers de fout dan legt bij het functioneel beheer van AMC ZorgDesktop terwijl de fout ligt bij een van de deelsystemen. Wel wordt er bij updates zo veel mogelijk gecommuniceerd met de ontwikkelaars van de deelsystemen om mogelijke fouten van te voren te kunnen filteren. Een aanbeveling om alle systemen centraal te ondersteunen heeft ook zijn nadelen. Er kan beter support gegeven worden bij de kleine ict afdelingen omdat zij meer expertise hebben over hun systeem. Wanneer dit centraal gebeurd kan dit leiden tot “stroperigheid”, hulpvragen kunnen minder snel beantwoord worden wat op een moment zal leiden tot een mindere zorgverlening. De vraag of AMC ZorgDesktop ooit vervangen zal worden is hier een moeilijke vraag. De doorontwikkeling van het systeem vindt nog steeds plaats en er worden steeds meer systemen aan het AMC ZorgDesktop gekoppeld. Wanneer er een centrale EPD zal komen is er de mogelijkheid om alle deelsystemen te koppelen aan het EPD of dat ze eerst gekoppeld worden via een doorontwikkeld AMC Zorgdesktop en zo verder communiceren met het EPD. De vraag is dan; wordt het EPD je hoofd user interface applicatie of blijft het AMC ZorgDesktop dat. - Informatieproces: Het verkeer van statussen tussen arts en het poli-archief en het centrale Medisch Archief Er zijn verschillende soorten statussen. Bijna elke afdeling heeft voor een patiënt een eigen medische status voor het klinische deel en voor het poliklinische deel. Daarnaast heeft de Hematologie en Longziekten voor elk patiënt een samengesteld medisch dossier met daarin de klinische en poliklinische informatie. Op de status staat de geboortedatum, eerste 4 letters van de geboortenaam, patiëntnummer, het soort status en welke afdeling het betreft. Tevens is elke status voorzien van een barcode. De statussen worden in- en uitgeboekt zodat het personeel weet waar de status zich bevindt. Op de statussen bevinden zich ook kleurenstickers voor de geboortedag, elke kleur heeft zijn eigen cijfer waarmee dus met 2 stickers de geboortedag wordt samengesteld. Dit zorgt voor een sneller overzicht en maakt het overzichtelijker omdat de statussen in het poli-archief en in het centrale Medisch archief als eerst op geboortedag geordend worden, daarna op geboortemaand en geboortejaar. De statussen moeten tot 120 jaar na het laatste bezoek bewaard blijven. Het poli-archief wordt 1 keer in het jaar op geschoond, dit betekend dat van de patiënten worden gecheckt als de eerste volgende afspraak binnen een maand is, zo ja dan blijft de status in het poliarchief, zo niet gaat de status terug naar het centraal Medisch Archief. Wanneer de arts een spreekuur heeft worden de statussen 4 dagen van te voren door het personeel van het archief opgehaald. Aan de hand van het patiëntnummer en de geboortedatum wordt via de barcode de status opgehaald en klaargezet in het poli-archief op afdeling. Het is ook mogelijk dat er een dag van te voren een afspraak wordt gemaakt. Daarom vindt er 1 dag voor het spreekuur nog een controle plaats of alle statussen aanwezig zijn. 17 Hieronder een schema van de informatiestromen vanuit het archief. - Demonstratie: Radiologie De afdeling radiologie verricht beeldvormende onderzoeken voor het stellen van een goede diagnose. Het doen van therapeutische verrichtingen, ook wel interventie radiologie genoemd behoort ook tot de taken van de radiologie afdeling. Naast het net genoemde heeft de afdeling ook een onderzoek/wetenschappelijk taak en een onderwijs functie. De afdeling radiologie bestaat uit verschillende subspecialismen. Het Amc is een specialistisch ziekenhuis en om aan de superspecialistische hulpvragen van de verschillende specialismen te kunnen voldoen moet de afdeling radiologie daar in mee gaan om een zo goed mogelijke zorg aan de patiënt te kunnen bieden De afdeling radiologie bestaat uit 26 radiologen, 22 radiologen in opleiding. Zij worden ondersteund door 65 radiologische laboranten/laboranten in opleiding, en 4 icters. Voor de rest zijn er nog doktersassistenten, administratieve medewerkers en gastvrouwen werkzaam. Bij het stellen van een diagnose door een arts moet er soms gebruikt worden gemaakt van beeldvormende technieken. De arts vraagt door middel van een papieren aanvraag formulier een beeldvormend onderzoek aan. Via het informatie systeem wordt er een uniek nummer aan de aanvraag gekoppeld, het aanvraagformulier wordt gescand en gekoppeld via hetzelfde unieke nummer. Wanneer het beeldvormend onderzoek uitgevoerd wordt deze ook gekoppeld aan dit nummer. Nu kan de radioloog of radioloog in opleiding zijn oordeel vellen over de beelden. Tijdens het beoordelen van de beelden kan de radioloog gebruik maken van de patiënt gegevens die zijn gegeven in Amc Zorgdesktop. Naast de eigen kennis en patiënt gegevens is er ruimte om wetenschappelijke artikelen en vakliteratuur te 18 raadplegen wanneer een casus moeilijkheden met zich mee brengt. Op deze manier kan de radioloog een zo goed mogelijk oordeel vellen over de beelden. De beoordeling van de arts wordt via een spraakherkenningsprogramma op een speech server gekoppeld aan het unieke nummer. Nu is de originele (ingescande) aanvraag, de beoordeling en het gecomprimeerd beeld van het origineel zichtbaar via het electronic medical report op Amc Zorg Desktop. Het uniek nummer is gekoppeld aan het patiëntnummer waardoor er geen informatie over de patiënt verloren kan gaan.’ Wanneer er een aanvraag is gedaan voor een onderzoek duurt het maximaal 2 dagen voordat er een beoordeling is van de radioloog. Wel is er een hotseat waarbij met voorrang gekeken kan worden naar de beelden. Dan duurt het maximaal een uur voordat er een beoordeling is. Op de afdeling radiologie vinden 20 keer per week bijeenkomsten plaats tussen de radiologie en verschillende specialistische afdeling binnen het Amc. Het doel van deze bijeenkomsten is het terug koppelen van informatie, het delen van meningen en het overdragen van extra informatie. Een beeld met commentaar van de radioloog zegt soms duizend keer meer dan de terugkoppeling van de informatie die te vinden is in Amc Zorgdesktop. Op deze manier kan een betere zorg worden geleverd aan de patiënt. Ook de afdeling hematologie heeft zo’n bespreking zoals beschreven in het stuk RA overleg. Het probleem bij de organisatie van de architectuur van de afdeling radiologie is dat het ‘picture archiving and communication’-systeem niet rechtstreeks communiceert met de radiologisch informatie systeem. Via vele vertaalslagen van DIGICOM naar HL7 zijn er lange omslachtige communicatie wegen. Ook de radiologie verslagen van het beeldmateriaal worden via het unieke aanvraagnummer gekoppeld aan het beeldmateriaal en daarna oproepbaar in het electronic medical report Zorg desktop. In de komende 2 jaar wil de afdeling over naar een systeem waarbij het rechtstreeks communiceert met het ziekenhuis informatie systeem zonder dat er vertaalslagen plaatsvinden van de verschillende standaarden - Demonstratie: Pathologie Artsen nemen vaak een besluit, na het raadplegen op basis van gegevens van anderen. Bij de demo pathologie is dan ook gekeken wanneer artsen advies of gegevens nodig hebben van pathologen (d.m.v. specialistisch onderzoek van cellen en weefsel). Omgekeerd zullen die pathologen ook vaak informatie van de arts moeten hebben om bijv. te weten waarop ze moeten letten. Uit de demo is gebleken dat de artsen en pathologen op verschillende manieren met elkaar communiceren. Op de eerste plaats communiceren ze via een aanvraag formulier. Als een arts materiaal opstuurt naar de pathologie gaat dat gepaard met het aanvraag formulier (papier). Daarop staat: - zijn naam en afdeling, - aard van het materiaal (bv huidbiopt; poliep colon ascendens) - voorgeschiedenis van de patiënt (klinische gegevens die van belang kunnen zijn voor het stellen van een diagnose) - differentiaaldiagnose/vraagstelling. Dat kan een bevestiging van een diagnose zijn waaraan hij/zij nog twijfelt (psoriasis? Adenoom?), of als hij het niet weet vraagt hij om een diagnose. 19 Daarnaast wordt de definitieve conclusie van de pathologie getoond via de AMC zorgdesktop. Belangrijke gevallen worden in KPC's (klinisch pathologische confererenties) besproken. Definitieve diagnoses uit UDPS (uniform decentral Palma systym) worden getoond in het Amc Zorg Desktop In het UDPS staan patiëntengegevens, vraagstellingen, macroverslagen, microverslagen en diagnoses over een bepaald preparaat. De frequentie van het aantal KPC’s verschilt per afdeling: sommige wekelijks, andere eens per maand. De arts heeft informatie van een patholoog nodig omdat, een arts aan een stuk weefsel bijvoorbeeld niet kan zien of iets wel of geen kanker is, goed of kwaadaardig is, en of er misschien nog tumor weefsel is achtergebleven in het lichaam. Dit is echter van essentieel belang voor de behandeling van een patiënt. Aan de hand van deze informatie kan namelijk worden besloten of de patiënt: - wel of geen chemotherapie of radiotherapie krijgt, - wel of niet opnieuw moet worden geopereerd, - wel of geen uitzaaiingen van een tumor (lymfeklieren) heeft. De uitslagen op de pathologie afdeling gaan niet alleen over kanker, in de uitslag kan ook staan of de patiënt wel of geen ontsteking heeft. De patholoog stelt dus in feite de diagnose, waar de behandeling van de patiënt verder van af hangt. Omdat niet alle diagnoses 'eenvoudig' zijn, wordt er in gecompliceerde gevallen overlegd. Dit gebeurt voor de erg gecompliceerde gevallen zelfs op landelijk niveau, dermatologen en pathologen komen regelmatig bij elkaar om deze moeilijke melanomen te bespreken ('melanomenpanel'). Er zijn ook andere panels zoals het tumoren panel en het mesotheliomen panel. Op de afdeling zijn ook naslagwerken aanwezig, en is toegang tot de internationale wetenschappelijke medische literatuur. Pathologen hebben toegang tot alle klinische gegevens, en kunnen dus ook bij alle patiëntengegevens. De pathologie afdeling maakt gebruik van meerder methoden. Er wordt gebruik gemaakt van histologie, cytologie, obducties, moleculaire pathologie en elektronenmicroscopen. Op de histologie afdeling worden ongeveer 19000 verrichtingen gedaan per jaar, op de cytologie afdeling ongeveer 10000 verrichtingen, bij obducties ongeveer 282, bij moleculaire pathologie ongeveer 511 en 400 verrichtingen worden gedaan met behulp van elektronenmicroscopen. Op de pathologie afdeling werken in totaal 130-140 man. Er werken 15 pathologen, 10 assistenten, op het diagnostiek lab werken er 20 werknemers, op het cytologielab werken er 10 werknemers, op het secretariaat werken er 8 werknemers, en bij de obductie werken er 5 werknemers (niet allemaal full time!). Daarnaast is er ook een groot onderzoek afdeling. De onderzoeken van patiënten worden uit elkaar gehouden door middel van T-C-B-S nummers op blokjes, en coupes. Meestal kunnen de uitslagen op tijd geleverd worden, maar soms zijn diagnoses moeilijk en moeten er aanvullende onderzoeken gedaan worden of moet er extra overleg gepleegd worden met de kliniek. Hierdoor kan het iets langer duren voor dat het resultaat er is. Heel soms kan er iets mis gaan en wordt de uitslag niet op tijd "afgewerkt'. Maar tegenwoordig constateert het UDPS dat automatisch als een nummer 'te lang open staat', en wordt er actie ondernomen. 20 - Demonstratie: Laboratorium Algemene Klinische Chemie Het Laboratorium voor Algemene Klinische Chemie (LAKC) maakt deel uit van de afdeling Klinische Chemie binnen de divisie Laboratoriumspecialismen van het Academisch Medisch Centrum. Van de 7000 werknemers in het AMC werken er maar liefst 700 in het laboratorium. Om een laboratorium goed te kunnen laten functioneren is er een staf nodig. Op iedere afdeling bevindt zich ook een chef-analist. Ten behoeve van de patiëntenzorg in het ziekenhuis en de polikliniek en tevens van externe aanvragers, zoals huisartsen, verzorgt het laboratorium wel honderd verschillende analyses en diagnostische onderzoeken van bloed, urine, ontlasting, ruggenmergvocht, sperma en vocht verkregen uit punctie in lichaamsholten en gewrichten. Het LAKC is een 24-uurs laboratorium en bestaat uit een aantal subafdelingen op het AMC, te weten: - Receptie (monsterontvangst) - Chemie - Hematologie - Stolling - Bloedtransfusie - Protocollen (doorsturen van externe bepalingen) - Laboratorium Speciale Technieken - Polikliniek Laboratorium en bloedafname - Kwaliteitscontrole - Automatisering De afdeling Chemie verricht scheikundige ontledingen op diverse lichaamsvochten met de bedoeling de diagnose van een grote waaier aan ziektetoestanden vast te stellen, te bevestigen, te weerleggen of te voorspellen. Klinisch-chemische bepalingen zijn vb. Glucose, Natrium, Kreatinine, Kalium, en bloedgassen. Hematologisch onderzoek is het onderzoek naar de hoeveelheid, de soort en het stadium van de verschillende bloedcellen. De resultaten van deze celtellingen kunnen belangrijke informatie geven over de productie van de rode en de witte bloedcellen en de bloedplaatjes en hun verhouding. Dit kan van belang zijn voor de diagnostiek en de vervolging van bloedziekten, zoals verschillende vormen van bloedarmoede, leukemie, lymfeklieraandoeningen. Het totale stollingsmechanisme is een heel fijn gereguleerd en tamelijk ingewikkeld proces. Bepalingen die onder andere gedaan worden zijn bloedingstijd, stollingsfactoren, plaatjesfactoren maar ook fibrinogeen. In de ziekenhuizen zijn de transfusielaboratoria verantwoordelijk voor de uitgifte van bloedproducten t.b.v. patiënten. De benodigde bloedproducten worden via deze laboratoria besteld. Tevens zijn zij verantwoordelijk voor het uitvoeren van de compatibiliteitstesten, deze zijn noodzakelijk voordat een bloedproduct kan worden toegediend. 21 Maar liefst 80% van onderzoeken of analyses betreft bloedonderzoek. Er worden ongeveer 1500 flesjes per dag aangeleverd en er worden ongeveer 6 bepalingen per fles berekend, dat geeft meer dan 9000 uitslagen per dag. Voor klinische patiënten vindt alleen tijdens de ochtendprikronde bloedafname plaats door medewerkers van het LAKC. Bloedafname voor poliklinische patiënten vindt plaats op het polikliniek laboratorium tussen 8:00 - 16:30. De bloedafname bij klinische patiënten tijdens de ochtendprikronde ( ± 8:30 - 10:30) vindt alleen plaats via van te voren ingeleverde routine-aanvragen. Hiervoor dienen de artsen een blauw (routine aanvragen bloedonderzoek) en/of een wit (transfusielaboratorium) formulier voor 19:00 in een speciaal vak te deponeren. Tijdens de volgende ochtendprikronde wordt het benodigde bloed bij de patiënt afgenomen. De ochtendprikronde op de prikpoli is het drukste moment op de dag. Door deze piek in de ochtend wordt er elk uur een bom aan monsters aangeleverd in het laboratorium. Doordat het LAKC een aanvraag binnen 1 dag afhandelt, ligt er een enorme werkdruk in de ochtenduren wat leidt tot inefficiëntie. Voor de continuïteit van het LAKC is daarom de ophaalronde van de samples op de prikpoli ingekort, zodat de samples gelijkmatiger binnen komen. Tevens wordt ten behoeve van de efficiency van het LAKC alle samples voorzien van barcodes met patiëntgegevens en gegevens over de bepaling. Al het medisch apparatuur dat gebruikt wordt in het laboratorium kunnen de barcodes lezen en aan de hand van iLord worden de samples elektronisch geordend zodat de juiste bepaling wordt uitgevoerd bij de juiste sample. Met het barcode-systeem worden de samples ook in- en uitgeboekt zodat men weet waar de samples zich bevinden en niet kwijt raken. Het LAKC krijgt de aanvragen binnen via formulieren met verschillende laboratorische testen die de arts invult op de polikliniek. Dit brengt veel problemen met zich mee, omdat op de formulieren veel testen staan waarbij meerdere extra mogelijkheden mogelijk zijn zoals in cito. Hierdoor wordt het formulier groot met veel keuzevakjes die door de artsen op de juiste manier moeten worden ingekleurd anders is het onleesbaar. Daarom zijn de formulieren nu in ZorgDesktop in te vullen en op te sturen. Dit is efficiënter voor de artsen omdat het een hoop papierwerk scheelt en er nu maar een keuzevak voor in cito moet worden aangevinkt voor alle gevraagde testen. 22 Hieronder een schema van de verschillende informatiestromen op het LAKC binnenkomen en weggaan. 23 Beschouwing/Discussie Op onze afdeling Hematologie wordt vooral gebruik gemaakt van ZorgDesktop door de artsen en verpleegkundigen. ZorgDesktop (zie afbeelding 1) bevat van iedere patiënt bijvoorbeeld ingescande consultbrieven, probleemlijst, journaal, medicatiehistorie, medische basisgegevens, laboratoriumuitslagen, beelduitslagen, ok-verslagen en functionele onderzoeken. [1] Daarnaast wordt door de artsen nog altijd veel informatie gehaald uit de papieren status van de patiënt, zoals: consultbrieven, bevindingen/meningen van andere artsen, verloop van ziekte en checklisten. Maar deze informatie staat ook in ZorgDesktop digitaal opgeslagen, dan wel gecodeerd en in minder vrije tekst. Dit zorgt er natuurlijk voor dat er veel werk dubbel wordt opgeslagen. Er wordt namelijk niet òf alleen met ZorgDesktop òf alleen met de papieren status van de patiënt gewerkt. Het enige verschil tussen deze twee naslagwerken is dat er in de ZorgDesktop geen bevindingen/meningen van de arts worden bijgehouden, zoals in het papieren dossier wel gedaan wordt. Wij kunnen concluderen na enkele dagdelen met de arts te hebben meegelopen dat het op zich prima werkt op deze manier. Maar eigenlijk is het niet de bedoeling op een afdeling in een academisch ziekenhuis dat er met twee verschillende informatiesystemen tegelijk wordt gewerkt. Andere afdelingen (zoals gynaecologie) zijn al helemaal gedigitaliseerd; een andere afdeling was ook gestart met een digitaal systeem maar is hier later van afgezien, omdat het systeem niet naar wens verliep. De afdeling Hematologie zal in de nabije toekomst nog niet kiezen voor een geheel digitaal systeem, want eerst willen zij zeker weten of dit haalbaar is. En omdat het bij andere afdelingen niet helemaal zonder problemen verliep, willen zij liever niet hun vingers branden aan dit elektronische avontuur. De afdeling wil daarnaast liever geld uitgeven aan de kwaliteit van zorg voor patiënten dan volledig gedigitaliseerd gaan werken terwijl hiervan nog niet de efficiency is bewezen op andere afdelingen. Uit de literatuur blijkt dat er wel enige efficiency wordt aangetoond, een voorbeeld hiervan: Het digitaal medisch status in de VS helpt specialisten om fouten te voorkomen en kan de gezondheidszorg wel $81 biljoen per jaar besparen. De studie heeft uitgewezen dat een digitaal medische status geld bespaard doordat het patiënten traject versneller verloopt, de veiligheid verbetert en redundante zorg wordt verminderd. [2] Een ideale oplossing voor de afdeling Hematologie zou volgens ons zijn, dat in het ZorgDesktop ook bevindingen/meningen van de arts worden bijgehouden tijdens het consult door middel van een digitaal schrijfblok. Hiermee is het probleem van vrije gedetailleerde tekst en tekeningen in het dossier opgelost. Dit zou tevens op andere afdelingen toegepast kunnen worden. 24 Hoewel men nog niet over wil gaan op een elektronische status, is men zeker niet enthousiast over het gebruik van papieren status. Alle patiënten bij elkaar zorgen voor een archief van maar liefst 12 kilometer. Het probleem van een papieren status is dat er fouten kunnen optreden bij het archiveren hiervan. De statussen worden gearchiveerd op geboortedatum van de patiënt. Het komt wel eens voor dat een geboortedatum verkeerd wordt afgelezen en het dossier dus op een verkeerd plaats belandt. Als op deze manier een dossier wordt vermist, is dit erg lastig om terug te vinden. Mocht er toch een dossier kwijt zijn tijdens een consult, dan zal de arts volledig moeten vertrouwen op ZorgDesktop en haar bevindingen op een los blaadje later in het dossier moeten toevoegen. Dit is erg onnodig en tijdrovend werk. Er wordt niet alleen door het verkeerd archiveren statussen vermist, maar ook door de arts zijn er soms dossiers kwijt. De hematologen halen dossiers op bij het poli-archief of bij de balie 3. Deze nemen ze mee voor bij het consult, maar ook ter voorbereiding van het consult naar hun kamer. Tevens lenen ze regelmatig statussen uit aan andere specialisten, zoals internisten en oncologen, voor een collegiaal overleg. De statussen zijn dan niet uitgeboekt naar de betreffende arts. Vervolgens vergeten ze de statussen op hun kamer of bij de specialist, waardoor het moeilijk wordt om de statussen terug te vinden. Verder is het erg inefficiënt dat elke afdeling zijn eigen status voor de patiënt heeft en dat klinisch en poliklinische patiënten ook aparte statussen hebben. Het zou ruimte in het archief schelen als een patiënt die zowel op de polikliniek als op de kliniek komt, 1 dossier heeft, zodat al het belangrijke medische informatie bij elkaar zit. Dit geldt ook voor de afdelingen, dus wanneer een patiënt op meerdere afdelingen loopt, 1 dossier heeft over alle afdelingen. De arts heeft voldoende informatie ter beschikking om een goed besluitvormingproces te hanteren. De arts beschikt over internet, literatuur en andere specialisten die hij kan raadplegen. Verder staat er genoeg informatie over de patiënt in het AMC ZorgDesktop en het papieren dossier. 25 Literatuur Internet: www.amc.nl Boeken: [1] Grundmeijer, H.G.L.M., Reenders, K., Rutten, G.E.H.M., Het geneeskundig proces, Elsevier gezondheidszorg, Maarssen, 1999. [2] “Can Electronic Medical Record Systems Transform Healthcare? An Assessment of Potential Health Benefits, Savings, and Costs” - Sep. 14, 2005Hillestad R, Bigelow J, Bower A, Girosi F, Meili R, Scoville R, and Taylor R (Rand Corp.)Health Affairs, Vol. 24, No. 5. Taakverdeling: Cees Interview arts Demo radiologie Interview ict zorgdesktop Pathologie bespreking Radiologie bespreking Discussie Eindredactie Fleur Inleiding Aanpak/methode Consulten beschrijven Discussie Samenvatting Eindredactie Fiona Demo pathologie Overdracht Suraja Interview verpleegster Informatieproces: archief Demo LAKC Presentatie opzet Discussie Eindredactie 26 Dankwoord Op deze plaats willen wij graag iedereen bedanken die ons op één of andere manier hebben begeleid, geholpen en voorgelicht tijdens ons stage van 12 januari 2009 tot 26 januari 2009. Op de eerste plaats onze begeleider Koen de Heer, die helaas tijdens onze stage ziek werd maar gelukkig vervanging heeft geregeld. In het bijzonder willen wij Fabiënne Warmerdam bedanken, zij trad op als vervangende arts bij wie wij konden meelopen tijdens consulten. Ook willen wij onze coördinator mijnheer van der Ende, gastpresentatoren van de demonstraties, verpleegkundige Joria, baliemedewerkers van balie 3 ‘Hematologie en Oncologie’, archiefmedewerkers en ICT ZorgDesktop-medewerker bedanken voor hun inzet tijdens onze stage. 27 Bijlage Bijlage 1 28 Bijlage 2 29 Afbeelding 1 30 Afbeelding2 31