Télécharger gratuitement l`article

advertisement
SCHEIDEN OM BETER TE VERENIGEN
Het initiatief van Revue Nouvelle is uiterst welkom. De politieke werelden waarin Walen en Vlamingen
leven zijn zodanig uiteengegroeid, dat zelfs overtuigde linksen nog amper op de hoogte zijn van elkaars
opvattingen. Het resultaat hiervan is dat rechts de plak zwaait in heel het communautair discours. Ik tracht
de gestelde vragen zo eerlijk mogelijk te beantwoorden, en riskeer me bovendien aan een voorstel dat totaal
afwijkt van het mislukte dialoog voor een indringende staatshervorming.
Hypothese 1 : De overmacht van het katholicisme
Het katholicisme heeft inderdaad diepe – gewelddadig historisch gegroeide - sporen getrokken in
Vlaanderen en was één van de conservatieve pijlers tot in de recente geschiedenis. Reeds vroeg- einde 19de
eeuw en begin 20ste kwam daartegen verzet binnen de katholieke wereld. Meest bekend is de figuur van
priester Daens waarvan nog een zekere invloed tot vandaag nawerkt. Men kan de ontwikkeling van de
christen-democratie beschouwen als een recuperatie beweging gericht tegen het opkomend socialisme (de
krant ‘Het Volk’ droeg als ondertitel ‘antisocialistisch dagblad’), maar dat is slechts een deel van de
waarheid. Feit is dat de christelijke arbeidersbeweging vanaf de tweede helft van de 20ste eeuw gedeeltelijk
een progressieve koers is ingeslagen, haar part heeft geleverd in de eisenstrijd, in de strijd voor de vrede en
tegen de kernbewapening en inzake de solidariteit met de ‘derde wereld’. Het is niet correct in Vlaanderen te
spreken over ‘links’ of ‘progressief’ zonder daar tenminste gedeeltelijk de christendemocratie bij te
betrekken, ook op politiek vlak, en zeker wanneer men de sociaal-democratie als norm van ‘links’ voorstelt.
Het is juist te stellen dat de socialistische wereld, geconfronteerd met de klerikale overheersing, de
Belgische kaart speelde, wat toeliet haar zwakte te compenseren met behulp van de Waalse socialisten.(Dat
was bij de start van België nog niet het geval: vader Anseele was geen enthousiast supporter van het
kunstmatig werkstuk ‘België’ van de Europese grootmachten) . Deze defensieve houding van de Vlaamse
socialisten is vandaag nog steeds aanwezig, meer dan ooit kan men zeggen. Dit is, naar mijn mening, een
van de hoofdredenen van de afkalving van de SPa. Men rekent zodanig op de hulp van de Waalse
socialisten, dat men vergeet de linkse ideeën met kracht te belijden en te verwezenlijken binnen het eigen
volk. Dit leidt zelfs tot een vijandige opstelling tegenover de eigen Vlaamse gemeenschap. Het feit dat men
te doen heeft met twee erg uiteenlopende publieke opinies in Vlaanderen en in Wallonië, maakt die
opstelling nog dodelijker voor de sociaaldemocraten. Herinneren we aan een gelijkaardige fout bij de
invoering van het vrouwenstemrecht: de Vlaamse socialisten waren er tegen omwille van de veronderstelde
dominantie van de christenen bij de vrouwen. Liever zetels dan democratie!
Dergelijke fouten heeft de christendemocratie uiteraard niet gemaakt: haar kracht en invloed berust niet op
de steun van buiten uit, maar wortelt in de realiteit van het Vlaamse volk en zijn tradities.
Hypothese 2 : De contra-productieve gevolgen van de gehechtheid aan de federale solidariteit.
Ik heb helemaal geen problemen met de solidariteit, wel met misbruik en eenzijdigheid ervan . De
bestaande solidariteit via transfers (zowel volgens de Belgische mechanismen als via de Europese) is
gerechtvaardigd als ze niet onbeperkt is in tijd met duidelijk omschreven en verifieerbare doeleinden. Niet
als ze een ongecontroleerde en onbeperkte draagwijdte heeft. Ook in Vlaanderen groeit de kloof tussen arm
en rijk. Het is normaal dat men in de eerste plaats de solidariteit organiseert binnen het eigen volk. ‘Eigen
volk eerst’ is geen uitvinding van het Vlaams Blok, maar is een universeel verschijnsel dat evenzeer binnen
Wallonië geldt en toegepast wordt. Solidariteit met het eigen volk is trouwens het begin van elke linkse
politiek. Het is een prioriteit ( die niet in tegenstelling staat tot solidariteit met andere volkeren, gezien de
welvaart van de andere volkeren een voorwaarde is tot de eigen welvaart) van elk volk zijn eigen noden te
bestrijden. Blijkbaar geldt dit niet in Vlaanderen, waar erge noden blijven bestaan terwijl men aanvaardt dat
grootscheepse ongecontroleerde hulp elders wordt besteed.
Wat me erg verwondert in uw tweede hypothese, is dat u eventuele collectieve arbeidsovereenkomsten voor
Vlaanderen beschouwt als een tekort aan solidariteit met de franstaligen. Volgens die redenering heeft een
gemeenschap niet het recht om op een democratische wijze te beslissen hoe ze haar sociale verhoudingen
regelt, aangepast aan de eigen situatie! In naam van de solidariteit zou Vlaanderen geen eigen sociale
wetgeving mogen uitwerken. Dit lijkt me noch democratisch, noch socialistisch. In feite komt dit neer op het
opeisen door Wallonië van het recht van te beslissen over de toestand in Vlaanderen binnen een federaal
België.
Ik ben evenzeer verwonderd over de evidente wijze waarop de franstaligen spreken over hun recht op
financiële solidariteit, terwijl zij het recht op politieke solidariteit met de voeten treden. De wijze waarop
franstaligen campagne voeren, als vertegenwoordigers van België, tegen Vlaanderen in internationale
instellingen is stuitend (Denk aan de Europese Raad) en wordt als dusdanig aangevoeld door de grote
meerderheid in Vlaanderen. In datzelfde kader past bijvoorbeeld de achterbakse tussenkomst van Di Rupo
bij de Nederlandse regering tegen het realiseren van de ‘IJzeren Rijn’, een aloude Vlaamse eis)
Bijten in de hand waarvan men hulp eist is niet bevorderlijk voor de wederzijdse verstandhouding.
Hypothese 3 : De instemming met de sociaal-liberale ideologie en met de sociaal actieve Staat.
Het is ongetwijfeld juist dat een belangrijke oorzaak van het electoraal verlies van de SPa verband houdt met
de afwezigheid van een eigen doctrine en de aanvaarding in de praktijk van de neoliberale opvattingen en
ook van de liberale richtlijnen bij de globalisering: privatiseren en dereguleren. Dit ligt trouwens ook aan de
bron van de huidige wereldcrisis.
De SPa en de Christen-democratie hebben ingestemd met de privatisering van de ASLK, waarmee een
belangrijk instrument van sociale politiek verloren is gegaan. Zij hebben actief meegewerkt aan de Europese
liberale eis van privatisering van de openbare dienstverlening. Tegenover dit liberaal geweld hebben zij geen
antwoord geplaatst. De sociaal actieve staat is een begrip gebleven voor theoretische discussie, niet voor de
politieke praktijk.
Dat is allemaal juist. Maar hetzelfde kan gezegd worden van de meeste andere sociaaldemocratische partijen
in Europa, en niet in de laatste plaats van de PS.
Ik denk niet dat de resoluties door de Vlaamse socialisten van het Vlaams Parlement in 1990 iets te zien
hebben met hun electorale achteruitgang. Die resoluties zijn trouwens tot hier toe dode letter gebleven. Ze
waren de uitdrukking van een overweldigende meerderheid van de Vlamingen, waarbij de socialisten zich
schoorvoetend hebben aangesloten, om ze nadien te vergeten. Er wordt zelfs niet meer gepraat binnen de
regering of het parlement over de rechtmatige eisen van meer bevoegdheden aan de gemeenschappen.
Anders is het de Waalse socialisten vergaan: zij hebben zich actief aangesloten bij de Wallingistische
stellingen, hebben er zelfs een voortrekkersrol in gespeeld. Soms heeft men de indruk van een wedstrijd
tussen de franstalige politici om het meest antivlaams te zijn. Zij vormen front met de vlamingenhaters van
het FDF. Zij hebben van Wallo-Brux een prioritaire zaak gemaakt, met de grootste minachting voor de
Vlaamse opvattingen en voor de rechten van de Brusselse Vlamingen. Zij hebben actief meegewerkt aan de
BHV- parlementaire komedie, hebben zich gemoeid met de benoeming in Vlaanderen van drie
burgemeesters die de wet hebben overtreden, enz. En toch hebben ook zij een zware electorale nederlaag
geleden in 2007.
Hypothese 4.: De culturele matrix of de verhouding tussen de arbeidersbeweging
en de rest.
Ik heb de beteken!is van deze hypothese niet goed begrepen. Als ze betekent dat de systematische
onderdrukking van de Vlaamse taal en cultuur door de Belgische overheid aan de basis ligt van een
verscherpt nationaliteitsgevoel, dan kan ik dit onderschrijven. Wat het probleem van de allochtonen hierbij
komt doen versta ik echter niet. Dit probleem is elders evenzeer aanwezig (zie bvb. Nederland, Brussel,
Frankrijk,…). Vlaanderen is in grote meerderheid gastvrij voor de allochtonen, wanneer die bereid zijn zich
te integreren. Er zijn al tientallen acties en betogingen geweest ten gunste van geïntegreerde allochtonen die
met uitzetting bedreigd worden. Problemen rijzen wanneer allochtonen weigeren zich te integreren in onze
samenleving, wanneer zij, vaak met de hulp van de overheid, getto’s vormen waardoor de autochtone
(vooral arme) bevolking zich niet meer thuis voelt en heil gaat zoeken bij de rechtse avonturiers. Het
probleem ligt trouwens niet zozeer bij Turken en Oost-Europeanen, maar vooral bij de franstaligen die zich
in Vlaanderen vestigen, vooral in de nabijheid van Brussel, en weigeren zich te integreren.
Wat van veel groter belang is voor de communautaire verhoudingen, is de bijna systematische afwezigheid
van links Vlaanderen bij de verdediging van de gerechtvaardigde Vlaamse eisen, zoals ze met quasi
unanimiteit gedefinieerd werden in 1999. De sociaal democraten beweren zich te concentreren op de
essentiële zaken, d.w.z. de economische problemen, en minder op de staatshervorming, alsof het ene los
staat van het andere. Dit gaat zo ver dat de Antwerpse lijstaanvoerder van de SPa bij de wetgevende
verkiezingen van 2007 op de vraag :”Wat met BHV?” antwoordde : “Daarvoor moet ge u tot het Vlaams
Belang wenden”!
De afwezigheid van georganiseerd links op het communautair gebied laat dit gevoelige staatkundig terrein
volledig over aan rechts, die er met vreugde zijn eigen stempel op zet. Dit is een merkwaardig fenomeen:
overal in de wereld is de verdediging van de nationale belangen een zaak van links. (Denk onder meer aan
de Basken, de Catalanen, meerdere Zuid-Amerikaanse landen… de Walen ten tijde van Renard en de
M.P.W.) In Vlaanderen laat links de verdediging van zijn nationale belangen over aan rechts.
Dat is volgens mij een van de sterkste redenen van de electorale afstraffing van de SPa. Wanneer morgen de
(grotere) zelfstandigheid van Vlaanderen een feit wordt, riskeert de linkerzijde over geen enkel platform te
beschikken van waaruit zij de sociale strijd voor een democratische samenleving met succes kan verder
zetten. Vandaar dat een aantal linkse Vlamingen zich verenigd hebben in de Gravensteengroep, met een
zeker succes.
Hypothese 5 : De Mislukking van de linkse bondgenootschappen
Het is de bedoeling van de Revue Nouvelle te trachten het dialoog aan te gaan “ niet om te trachten tegen
elke prijs de gezichtspunten naderbij te brengen, maar ten minste om een begin te maken met het vaststellen
van de meningsverschillen, vooraleer te trachten ze te boven te komen”. Ik kan dit volledig onderschrijven.
Temeer gezien men vertrekt van de volgende vaststelling : “Meer fundamenteel, denken wij dat het Belgisch
institutioneel systeem aan het einde van een tijdperk gekomen is en moet herdacht worden, tenminste indien
we het willen aanpassen aan de verschillende uitdagingen waarmee we geconfronteerd worden”.
Het heeft dus geen zin meer verder te gaan op de weg van de klassieke hervormingen, die beetje bij beetje,
meer bevoegdheden moeten geven aan de gemeenschappen of gewesten. Loodgieters kunnen hier niet meer
helpen: heel het gebouw is aangetast. Het welles-nietes spelletje is ten einde.
De voorbije twee jaar hebben overduidelijk gemaakt dat dit soort klassieke onderhandelingen zonder
resultaat blijft, en alleen de tegenstellingen versterkt. Over welk type van overeenkomst kan er dan wel
gepraat worden? Dit blijft nogal duister. Ik heb nog nergens een uitgewerkt plan gezien.
Vandaar dat ik – schoorvoetend- een totaal nieuwe aanpak durf te suggereren, om aan te tonen dat een ander
soort benadering denkbaar is, op voorwaarde dat de politieke wil ervoor bestaat
Scheiden om beter samen te werken
Gezien de bestaande regeringscoalities en parlementen niet geschikt blijken om op gebied van
staatshervorming enige vooruitgang te boeken, stel ik voor de aanpak over een andere boeg te gooien, door
de staatshervorming los te koppelen van de regeringen. Vooraleer men kan spreken over de samenwerking
van de deelstaten, moeten er immers eerst deelstaten bestaan.
In een eerste fase : Terwijl de bestaande regeringen verder regeren, wordt in beide gemeenschappen, bij
algemeen stemrecht, eenmalig een orgaan verkozen met een dubbele opdracht: het ontwerpen van een
grondwet voor elke gemeenschap, en het voorbereiden van de boedelscheiding bij onderling overleg. Een
soort gemeenschapsconstituante dus.
Dit is ongetwijfeld een moeilijke oefening (maar stellig geen voodoo!). Het resultaat kan voorgelegd worden
aan een referendum per gemeenschap.
Tweede fase: na de opdeling, de samenwerking. De organisatie van de constitutionele samenwerking tussen
de souvereine deelstaten, een samenwerking van een nieuw type, aangepast aan de huidige sociale,
economische, ecologische en culturele omstandigheden, en geleid door een paritair samengestelde
commissie, verantwoordelijk voor de coördinatie tussen beide staten en voor de materies die aangeduid
wordt als overblijvend gemeenschappelijke materie, met inbegrip van de problematiek van de interregionale
solidariteit.
Dergelijke originele manier van werken bespaart ons
het dispuut omtrent een definitie en de organisatie van federalisme;
de meningsverschillen omtrent de (kunstmatige) invoering van een federale kiesomschrijving of een nog
meer kunstmatige vorming van federale politieke partijen.
Het argument dat de internationale crisis al onze aandacht opeist
Uiteraard blijven er delicate twistpunten op te lossen, en niet van de minste, zoals onder meer:
het gaat wel om twee deelstaten, met naar alle waarschijnlijkheid een gemeenschappelijke hoofdstad;
Brussel moet een middel voor intense samenwerking worden in plaats van een twistpunt. De rechten
van de minderheden moeten afdoende beschermd worden en de taalwetten toegepast.
de grenzen tussen de gemeenschappen : daar kan volgens mij niet aan geraakt worden. Ook niet als
‘laatste keer’, omdat we al te dikwijls een ‘laatste keer’ gehad hebben’, en de francofone Brusselaars
nooit schijnen af te zien van territoriale eisen. De wijze waarop de autonome deelstaten zullen
vertegenwoordigd worden in de EU en in andere supranationale organen.
Mijn bedoeling is duidelijk te maken dat we andere wegen moeten durven inslaan, ook al vereisen die
drastische aanpassingen van onze aanpak. Als we daar niet in slagen, vrees ik dat we met het huidige
België steeds dieper in de chaos zullen geraken en dat alle inwoners van dit land het gelag zullen moeten
van betalen. Het alternatief is het ‘valse plan van de RTBF’!
Mijn voorstel is slechts een suggestie, een uitnodiging om nieuwe wegen te onderzoeken.
Het volstaat niet meer te zeggen dat we het anders moeten aanpakken, we moeten er nu ook aan werken.
De linkerzijde draagt daarbij veen zware verantwoordelijkheid.
Jef Turf
Download