GEBRUIK VAN DE VOORNAAMSTE

advertisement
GEBRUIK VAN DE VOORNAAMSTE BIOHULPMIDDELEN
SOORT
HERKOMST
ZEEWIERKALK
Van het zeealgenplantje
Lithothamnium Calcareum en
Corallioïdes (Bretagne).
37-45% Kalk.
4-5% Magnesium.
Kleine hoeveelheden fosfor, potas en
organische stof.
32 Soorten sporenelementen.
BASALTMEEL
Fijn gemalen vulkanisch
rotsgesteente (oergesteente).
ZEEALGENEXTRACTEN
Van levende zeewieren, opgevist voor
de Noorse kusten.
NATUURFOSFAAT
Fijn gemalen poeder uit Noord-Afrika
(Tunesië, omgeving Gafsa).
42-45% Kiezel.
Meer dan 60% organisch materiaal.
Aluminium, ijzer, kalk, magnesium,
titaan.
Enkele sporenelementen.
EIGENSCHAPPEN
Verbetert de bodemstructuur.
Maakt de bodem minder zuur.
Activeert het bodemleven met
sporenelementen.
Maakt arme, verweerde bodem
opnieuw vruchtbaar.
Regelmatige bestuiving zorgt voor
een kloeke, gedrongen groei en
stevige planten (diepgroene bladstand) en behoedt voor ziekten.
Groeibevorderende elementen :
vitaminen, hormonen, enzymen,
aminozuren waarvan algenzuur en
laminarine.
Méér dan 60 soorten sporenelementen.
Versterkend voedingsmiddel.
Te gebruiken op alle planten,
groenten, fruitbomen, bessenstruiken, sierbomen en binnenhuisplanten.
Driekalkig fosfaat met 27-32%
fosforzuuranhydride.
Kalk.
TOEPASSING
Onmisbaar in de bioteelt, zowel om
de bodemtoestand te verbeteren, als
de omzetting in de composthoop.
Gewasbestuiving.
In de stal strooien op mest om reuk
en stikstofverlies te verminderen.
Als bladvoedingsmiddel.
Tegen insecten en schimmels.
Tegen schade door nachtvorst.
Beter herstel van hagelschade.
Betere bewaring van groenten en
fruit.
Bij fosfortekort of preventief.
Tuinbouw : ca 10 kg/are.
Landbouw : 700-1000 kg/ha.
Weiland : 300-350 kg/ha.
Toepassing het hele jaar door.
Tuinbouw : gieten in de zaaivoor, voor
betere beworteling; in de
groeiperiode.
25 ml per 10 l water.
Algemeen : 4 kg/are.
Zeker voor de vlinderbloemigen, die
naast stikstof uit de lucht ook fosfor
nodig hebben.
HOOFDBESTANDDELEN
ANDERE
INTERESSANTE
BESTANDDELEN
GEBRUIK
Op bodem
(per jaar)
In composthoop
Bepoederen om de laag.
Absoluut nodig.
Eerste toepassing : uitstrooi 15
kg/are.
Nadien : verminderen tot 10 à 5
kg/are.
Toepassing het hele jaar door.
Aanbevolen voor zware kleigronden.
Bepoederen tussen de lagen,
afwisselend met zeewierkalk.
Bladbestuiving
De fijne soorten gebruiken.
Om de 2 weken afwisselend met
basalt en serpentijn.
Regelmatig bestuiven, zeker bij
tomaat, eventueel afgewisseld met
zeealgen-extract of -kalk.
Bladbespuiting
Bodembedekking
Trage, zachte werking wegens de
onoplosbare vorm van driekalkig
fosfaat.
BENTONIET
Geelachtig, fijn gemalen
kleimineraal van vulkanische
oorsprong.
60% Montmorinolliet, onder de
vorm van wateropslorpend kristal.
Ijzer, aluminium, kalk, magnesium,
potas, boor, mangaan, molybdeen,
nikkel, zink.
Verbetert de waterhuishouding van
zandgronden (absorptievermogen),
hoog ionen uitwisselingsvermogen.
Fixeert de voedingselementen
ammonium, potas, magnesium en
kalk.
Verbetert het zwelvermogen.
Bevordert het opbouwen van het
klei-humuscomplex.
Ter bevordering van (lichte) zandgronden; tegen uitspoelen en uitdrogen.
Tegen voortijdige uitputting bij
monocultuur.
25-50 kg/are, in te werken in het
najaar tot het vroege voorjaar.
Om de 2 jaar te herhalen.
Niet op zware kleigronden.
Tussen de lagen om kleihumuscomplex te bevorderen.
3-4 Kg/m² en per laag van 10 cm.
Tijdens de groei, bij groenten, bessen
en fruitbomen.
2 ml per 6 l water.
200 G/m² op iedere 5 cm dikte laag
organisch afval.
SOORT
HERKOMST
HOOFDBESTANDDELEN
SERPENTIJN
Fijn gemalen oergesteente uit Z-OZwitserland.
Ca 41% kiezel, 22-38% magnesium.
ANDERE
INTERESSANTE
BESTANDDELEN
Ijzer, kalk, aluminium.
Enkele sporenelementen.
EIGENSCHAPPEN
Bevat veel magnesium en relatief
weinig kalk.
Verhoogt de ziekteweerstand van de
gewassen.
TOEPASSING
Op te basische, meestal zware kleigronden, waar andere sporenelementen geblokkeerd worden.
GEBRUIK
Op bodem
(per jaar)
In composthoop
Bladbestuiving
Bladbespuiting
Bodembedekking
Eerste maal : 10 kg/are.
Nadien : 5 kg/are.
Om zuurtegraad constant te houden
en de planten te versterken.
LAVAMEEL
Donker, fijn gemalen vulkanisch
lavagesteente.
35-45% Kiezel.
11-17% Kalk.
11-14% Aluminium.
10-12% IJzer.
6-16% Magnesium.
2-4% Titaan.
Fosfor, zwavel, potas en sporenelementen.
Brengt veel mineralen aan.
Bevordert de bodemvruchtbaarheid.
Reguleert de waterhuishouding.
Zorgt voor stevige planten.
Verhoogt de kwaliteit en de houdbaar
heid van de vruchten.
Fruit wordt minder stippig.
Herstel van de bodemvruchtbaarheid.
VIANO-BIO, ORGAL, BIO-OSMO
Mengsel van hoorn, veren, beendervellen en bloedmeel.
Minimum 11% organische stikstof, 5%
fosfor.
BLOEDMEEL
Donkerbruin, sterkriekend poeder,
afkomstig van bloedafval.
13% Organische, snelwerkende stikstof.
BEENDERMEEL
Van beenderen, uit slachthuizen en
vilbeluik; ontvet.
15-18% Fosfor.
25-30% Kalk.
Ca 74% organische stof.
Magnesium en potas.
Veel organische stof.
Zeer waardevol om bacterieleven aan
te wakkeren en fosforgift te
verzekeren.
Brengt snelwerkende stikstof aan, die
bacteriegroei stimuleert door vlugge
afbraak van organisch materiaal.
4-5% Traagwerkende organische
stikstof .
1% Magnesium.
0,5-1% Potas.
Veel sporenelementen.
Maakt geleidelijk kalk, fosfor en
stikstof vrij.
Om geleidelijk vrijkomen van stikstof
over een lange periode te verzekeren.
In de klassieke tuinbouw, als bijbemesting tijdens perioden van stikstofgebrek.
Niet van toepassing in de biotuin.
Bij fosfortekort, als equivalent voor
natuurfosfaat.
Akkerbouw : 300-500 kg/ha.
Fruitteelt : 1000-2000 kg/ha.
Tuinbouw : eerst 50 kg/are, nadien 20
kg/are.
Bepoederen, tussen de lagen.
6-8 Kg/are, als men niet over
voldoende compost beschikt.
Niet aangewezen omdat er geen
blijvende humus gevormd wordt.
1-4 Kg/are, in de herfst of de lente.
Extragift voor peulvruchten.
2-5 Kg/m³, om de laag wat poederen.
Ter vervanging van dierlijke mesten.
Houtschors : nat 5 kg/m³, droog 7,5
kg/m³.
Stro, zaagsel : tot 10 kg/m³.
Uitstekend om fosfor bij te brengen
: 5-15 kg/m³.
Regelmatig bestuiven om de planten
te versterken : 200-300 g/m².
200-300 g per 10 l water.
Download