Was Janmaat een antisemiet? Janmaat werd ook antisemitisch genoemd. In werkelijkheid heeft hij nooit iets negatiefs over Joden gezegd, de Holocaust ontkend of zelfs maar het beleid van Israël bekritiseerd. In de Kamer was hij, als het over het Midden-Oosten ging, pro-Israël. Toch werd door het weekblad Elsevier een poging ondernomen hem in de antisemitische hoek te plaatsen door hem uitspraken in de mond te leggen. Het werd een media-affaire waarbij Janmaat als antisemiet in beeld kwam. Daarom is het de moeite waard er wat uitgebreider bij stil te staan. Op 22 januari 1994 verscheen een interview met Janmaat in Else­vier. Het was afgenomen door de latere Volkskrant-journalist Jan Hoedeman en de latere Elsevier-hoofdredacteur Arendo Jou­ stra.1 Het vermeende antisemitisme van Janmaat wordt in dit interview vastgesteld aan de hand van twee opmerkingen van Janmaat. Hij zou volgens Elsevier gezegd hebben: ‘Met antisemitisme trek je in Nederland geen stemmen.’ En: ‘Dat joden als nomaden trekken, 269 wil ik ze niet kwalijk nemen, maar openbare functies mogen ze dan niet bekleden.’ Het zou, in de weergave van Elsevier, naar buiten gekomen zijn toen aan de orde kwam dat andere ‘extreemrechtse’ partijen in Europa wel het antisemitisme naar voren schoven. Waarom deed hij dat dan niet? Het leverde toch stemmen op? Janmaat [in de versie die Elsevier publiceerde]: ‘Als we teveel worden geconfronteerd met ongewenste opmerkingen over de oorlog is het de vraag of we die voor lief nemen om die paar centen binnen te halen.’ Elsevier: ‘Geldt dat ook voor opmerkingen tegen joden?’ Janmaat: ‘Dat zijn volgens mij en volgens mijn partij geen bijzondere mensen. Met antisemitisme trek je in Nederland geen stemmen.’ Elsevier: ‘Anders zou u het wel doen?’ Janmaat: ‘Ik denk het niet. Je komt dan in een politiek volstrekt ongewenste hoek terecht.’ Elsevier: ‘Waarom mogen buitenlanders pas overheidsfuncties vervullen als ze drie generaties in Nederland wonen, zoals in uw verkiezingsprogram staat?’ Janmaat: ‘Neem nou het PvdA-Kamerlid Apostolou. Die zit nog steeds half met zijn gedachten in Griekenland.’ Elsevier: ‘En Hirsch Ballin, wiens vader uit Duitsland komt?’ Janmaat: ‘Die moet aftreden als minister van Justitie. Hij moet zijn kwaliteiten maar in het vrije beroep ontplooien. Hetzelfde geldt voor staatssecretaris Gabor. Die is in Hongarije geboren. Dat de vader van Hirsch Ballin als jood voor de oorlog uit Duitsland is gevlucht kan ik wel begrijpen. Maar waarom naar Nederland? Dat is nooit duidelijk gemaakt. Lag dat land soms het dichtste bij? Sprak dat land hem aan? Of was het alleen maar omdat ze hier terecht konden? Dat joden als 270 nomaden trekken, wil ik ze niet kwalijk nemen, maar openbare functies mogen ze dan niet bekleden.’ Elsevier presenteerde in een opvallend rood gekleurd tekstblok met grote letters het fragment: ‘Met antisemitisme trek je in Nederland geen stemmen.’ Het interview trok de nodige aandacht. NRC Handelsblad bracht op 20 januari een artikel met als kop ‘Janmaat wil dat “jood” Hirsch Ballin aftreedt’.2 De volgende dag bracht de krant een uitgebreid stuk, waarin onder andere stond: ‘In het weekblad Elsevier stelt Janmaat onder meer dat Hirsch Ballin zou moeten aftreden vanwege zijn joodse achtergrond.’3 Daarnaast bracht NRC Handelsblad nog een stuk waarin diverse CDA’ers zeiden dat nu de ‘morele confrontatie’ met de Centrumdemocraten aangegaan moest worden.4 Op de tv noemde Lubbers het ‘walgelijk’ wat Janmaat had gezegd: ‘Dit is niet te aanvaarden. Ik ben er zeker van dat mensen die wel eens denken dat Janmaat soms iets verstandigs zegt, zich nu van hem afkeren.’ VVD-fractieleid Frits Bolkestein eiste op het verkiezingscongres van zijn partij ‘actie’ tegen Janmaat.5 Het Landelijke Bureau Racismebestrijding (LBR) verzocht justitie om ‘opsporing en vervolging’ van Janmaat. Het Openbaar Ministerie gaf de politie vervolgens opdracht een onderzoek in te stellen om te kijken of Janmaat discriminerende uitspraken had gedaan.6 Janmaat reageerde direct na het uitkomen van Elsevier door een brief te sturen aan minister Hirsch Ballin. Daarin schreef hij onder andere: Door de journalisten is gesuggereerd dat ik uw aftreden noodzakelijk zou vinden om redenen in het artikel vermeld. Ik moet dit ten stelligste ontkennen. Getracht zal ook worden een rectificatie af te dwingen. 271 Het zal u niet verwonderen dat ik het in hoge mate betreur dat een dergelijke kwalijke uitleg mij is toegedicht. Van de desbetreffende gepubliceerde passages passen vraag en antwoord zelfs niet bij elkaar.7 Janmaat schreef ook dat hij vooraf geen autorisatie van Elsevier had geëist en dat dit hem nu speet. Aan Elsevier stuurde hij een faxbericht. Daarin noemde hij het interview ‘in hoge mate onjuist en beledigend voor zowel de CD als mij persoonlijk’, eiste hij een rectificatie en kondigde hij aan dat ‘rechtsmaatregelen voorbehouden’ waren.8 Elsevier reageerde per kerende fax, waarin werd geëist dat Janmaat zijn brief aan Hirsch Ballin terugtrok.9 Janmaat werd ook aansprakelijk gesteld voor de schade die hij met deze brief het weekblad Elsevier aangedaan zou hebben. Elsevier eindigde met: ‘Wij behouden ons (…) het recht voor de werkelijke gang van zaken te onderbouwen door openbaarmaking van een weergave van de geluidsband van het interview.’ Een merkwaardige zin, die laatste. Had Elsevier in de gepubliceerde versie dan soms niet de ‘werkelijke gang van zaken’ weergegeven? Waarom werd er eigenlijk een tweede publicatie overwogen? Welnu, dat zou uiteindelijk blijken. Die tweede publicatie was feitelijk de rectificatie waar Janmaat om vroeg! Janmaat trok zijn brief aan Hirsch Ballin niet terug, en Elsevier voerde het ‘dreigement’ uit: ‘De openbaarmaking van een weergave van de geluidsband.’10 In De Provinciale Zeeuwse Courant zei Arendo Joustra voorafgaand aan die tweede publicatie: ‘Janmaat heeft niet gereageerd op onze eis dat hij zijn ontkenningen intrekt. Daarom drukken we de integrale tekst van de ophefmakende passages af.’11 In een hoofdredactioneel commentaar bij het nummer waarin een nieuwe versie van het interview werd afgedrukt, bevestigde 272 hoofdredacteur H.J. Schoo nog eens dat Janmaat een antisemiet zou zijn: ‘Gebrandmerkt als racist is hij zich metterdaad als racist gaan uiten. Een rolvaste vertolking van dat archetype kan het klaarblijkelijk niet zonder antisemitisme stellen.’12 Maar uit die tweede versie van Elsevier bleek dat nu juist helemaal niet. Er bleek iets heel anders. Het leek nu wel om een ander interview te gaan.13 Elsevier: ‘Over joden spreekt u nooit hè?’ Janmaat: ‘Laat ik zeggen, dat zijn volgens mij en volgens de partij geen bijzondere mensen. We praten over Nederlanders als we over Nederlanders praten, maar ik dacht dat de heer Van Thijn tot een joodse minderheid behoort, wat we leuk vinden, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat we geen kritiek mogen hebben op z’n politieke optreden.’ Elsevier: ‘Maar niet omdat hij joods is?’ Janmaat: ‘Nee, nee. Maar om hetgeen dat hij doet.’ Elsevier: ‘En om het aantal generaties dat hij in Nederland zou wonen, of niet in Nederland woont, bijvoorbeeld…’ Janmaat: ‘Ik moet zeggen dat ik het totaal niet weet.’ Elsevier: ‘Hirsch Ballin.’ Janmaat: ‘… die komt hier niet…’ Elsevier: ‘Die komt uit Duitsland.’ Janmaat: ‘Ja maar die is nu katholiek geworden hè. Hahaha.’ (…) Elsevier: ‘Maar waarom mag hij het [minister, jn] niet worden vanwege dat generatiegedoe?’ Janmaat: ‘Nou, omdat wij vinden dat dat veel te snel is. Kijk, die mensen zijn naar Nederland gekomen en eh ja uit Duitsland gevlucht. Dat is wel allemaal makkelijk voor te stellen maar er is helemaal niet duidelijk gemaakt waarom naar Nederland. Lag dat dichterbij of sprak ze 273 dat aan? Dat is helemaal nooit gezegd. Of alleen maar omdat ze hier terecht konden? En als ze het hier dan weer niet bevalt, dan gaan ze ook weer verder. Dat mag dan allemaal, maar dan moet je hier geen openbare ambten gaan vervullen.’ Elsevier: ‘Dat geldt toch niet voor de joden? Nou ja, die leefden in diaspora waarin ze altijd voortgaan van het ene naar het andere land. Van Rusland naar Israël, van Israël naar Amerika.’ Janmaat: ‘Een beetje nomadentrekkers.’ Elsevier: ‘Precies.’ Janmaat: ‘Maar dat wil ik ze niet kwalijk nemen, maar dan vind ik niet dat ze in openbare functies moeten komen. Dat slaat niet op die groep alleen, dat mag Gabor ook niet. Ik weet niet of hij een jood is, maar…’ Elsevier: ‘We vroegen ons even af, want u maakt zo’n duidelijk onderscheid voor joden. Maar zoals u het nu zegt geldt dat dus ook voor die groep. Janmaat: ‘Voor die groep maken wij geen uitzondering. De mensenrechten gelden voor de joodse minderheid (als) voor iedereen, maar ze hebben niet meer rechten dan een ander. Dus als een ander dat niet zou mogen, dan mogen zij het ook niet. In Nederland geldt dit verbod helemaal niet, maar wij zouden daar een voorstander van zijn.’ (…) Elsevier: ‘U kan toch ergens anders heen?’ Janmaat: ‘Ik heb in mijn familie geen nomadenbloed.’ Elsevier: ‘Ik dacht dat uw grootmoeder joods was, geloof ik?’ Janmaat: ‘Ja maar wij zijn geen nomaden dus ik ga nergens anders naartoe.’ Elsevier: ‘Maar de joden waren toch nomaden volgens u?’ Janmaat: ‘Dat zou kunnen, dat moet u bij de joodse minderheid vragen, niet bij mij. Ik heb alleen gezegd met betrekking tot Hirsch Ballin dat hij niet zo snel minister zal worden, volgens het partijprogram. Die 274 mensen moeten eerst maar eens kijken dat ze ergens aarden. Maar je kan natuurlijk niet iemand het land laten besturen en als het misloopt dan gaat hij weer naar het volgende land toe. Laat ik zeggen: dat trekken van het ene land vanwege persoonlijke problemen is nog tot daaraan toe, maar van hoge functies moeten ze uitgesloten worden, maar gewoon hun kwaliteiten ontplooien in vrije beroepen of weet ik waar.’ Deze tweede versie van Elsevier week dus duidelijk af van de eerste versie. De twee zinnen die Janmaat tot antisemiet zouden maken, stonden er niet meer in. In de eerste versie zou Janmaat gezegd hebben: ‘Met antisemitisme trek je in Nederland geen stemmen.’ Weg. En dan: ‘Dat Joden als nomaden trekken, wil ik ze niet kwalijk nemen, maar openbare functies mogen ze dan niet bekleden.’ Ook weg. De andere media waren nu dan ook niet meer zo overtuigd van Janmaats antisemitisme als de hoofdredacteur van Elsevier dat kennelijk was. De Volkskrant was het hardst. Die bracht een nieuwsbericht onder de kop ‘Journalisten dikten tekst Janmaat aan’. De conclusie van de Volkskrant: ‘De joodse afkomst van Hirsch Ballin hebben de journalisten van weekblad Elsevier vorige week zelf in hun geruchtmakende interview aangedragen en in citaten van Janmaat ingevoegd.’14 Trouw was milder: ‘Elsevier drukt de bewuste passages nu in extenso af. Als je die vergelijkt met de uitspraken die vorige week voor zoveel deining zorgden, moet de objectieve conclusie zijn dat de soep door Elsevier heter is gegeten, dan ze door Janmaat werd opgediend. De twee interviewers hebben duidelijk zitten zuigen om Janmaat tot bepaalde uitspraken te brengen. Met name wat hij te berde had te brengen over joden en nomaden is wel erg vrij weergegeven. Over het opstappen van minister Hirsch Ballin is veel genuanceerder gesproken.’15 275 De vraag was of nu, bij deze tweede poging van Elsevier, wel echt de tekst ‘in extenso’ was weergegeven, zoals Elsevier beweerde. Justitie vroeg de banden op, en Jan Hoedeman leverde de twee cassettebandjes in bij de politie in Den Haag.16 Justitie schakelde daarop een spraakonderzoeker in om te zien of er niet met de band gerommeld was.17 Die constateerde dat tijdens de opnamen wel enkele malen de pauzeknop was ingedrukt, maar dat de opnamen niet bewerkt waren.18 De band werd hierop geheel uitgeschreven en overlegd aan het OM. Deze uitgeschreven tekst is kennelijk ook gegeven aan de advocaat van Janmaat, want hij is in zijn geheel terug te vinden in het fractie-archief. Deze volledige tekst is nooit gepubliceerd.19 Er blijkt uit dat er ook bij de tweede versie die Elsevier publiceerde geen sprake was van een ‘in extenso’-tekst. Ook die versie was verdraaid. In sommige gevallen bleken uitspraken van Janmaat zelfs door de journalisten verzonnen. Uit de volledige versie valt op te maken dat de twee journalisten Janmaat hadden verleid tot een quasi-filosofisch, quasi-informeel, gesprek over de verschillen tussen antisemitisme in Nederland en in andere landen, en over de vraag hoe het toch zou komen dat je in Nederland geen stemmen zou winnen met antisemitisme. Niet Janmaat begon over dit laatste item, zoals in de eerste versie van het interview werd gesuggereerd, maar Elsevier. Telkens weer kwamen Joustra en Hoedeman terug op de hypothetische vraag of Janmaat wel antisemitische uitspraken had gedaan als hij daarmee stemmen had kunnen trekken. Telkens weer ontkende Janmaat dat. Al die vragen van de kant van Elsevier werden door Elsevier samengevat en geïnterpreteerd tot de door Janmaat nooit gedane uitspraak: ‘Met antisemitisme trek je in Nederland geen stemmen.’ Ook die andere ‘verdachte zin’ uit het oorspronkelijke Elsevier-interview, 276 is in de volledige transcriptie niet terug te vinden: ‘Dat joden als nomaden trekken, wil ik ze niet kwalijk nemen, maar openbare functies mogen ze dan niet bekleden.’ Behalve dat Janmaat zinnen in de mond werden gelegd, werd er over het antisemitisme en de Tweede Wereldoorlog ook een essentiële opmerking van Janmaat weggelaten uit de publicatie. Want zonder dat hem hierover iets gevraagd werd, kwam Janmaat zelf met een principieel statement over hoe de Centrumdemocraten staan tegenover extreemrechtse en neonazistische bewegingen. Wel moet gezegd worden dat Janmaat het zich met zijn gebruikelijke warrige wijze van spreken ook niet makkelijk maakte. Janmaat: ‘Maar kijk, wij zijn altijd gericht geweest op wijzigen van het huidige regeringsbeleid. Wij hebben nooit, hoe ons dat ook aangewreven zou kunnen worden, ons nooit uitgelaten over al datgene voor en rond de jaren veertig. Daar houden wij ons verre van. Wij zijn niet voor herschrijving van de geschiedenis. Wij willen niet betwisten wat dat gebeurd is. Iedere oorlog is verschrikkelijk, maar die doet daar allerminst voor onder, en ja, daar praten wij niet over. Dat is achter ons. Wij hebben het over het regeringsbeleid nu. En als wij nauwe contacten met bijvoorbeeld Le Pen zouden hebben, en Le Pen begint daarover, dan moeten wij ons daar weer nadrukkelijk van gaan distantiëren. Dus, daar willen wij niet in meegetrokken worden.’ Elsevier: ‘Ja, dat begrijp ik. Ook niet met die man in Duitsland…’ Janmaat: ‘Nee, en ook niet met Dewinter, want die gaat daar ook weer oorlogs… (Onverstaanbaar.)’ Elsevier: ‘Is dat zo?’ Janmaat: ‘Jawel, laat ik zeggen die zal gewoon de Vlaamse joden… gebruiken, maar oorlogsgraven bezoeken en al die dingen. En daar moeten wij niets van hebben.’ 277 (…) Elsevier: ‘Maar die contacten met het buitenland…’ Janmaat: ‘Die houden wij af...’ Elsevier: ‘Zeker gezien hun associatie nog met die oorlog.’ Janmaat: ‘Zeker! Als ze daarover beginnen, ja dan zal het nog een hele zaak worden voor de technische samenwerking, of voor de financiële samenwerking.’ (…) Elsevier: ‘Maar over joden spreekt u dus ook nooit?’ Janmaat: ‘Nee, dat zijn, laat ik zeggen volgens mij en volgens de partij geen bijzondere mensen, dus laat ik zeggen, we praten over Nederlanders zoals we over Nederlanders praten, maar ik dacht dat de heer Van Thijn tot een joodse minderheid behoort, wat we leuk vinden, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat we geen kritiek mogen hebben op z’n politieke optreden.’ Elsevier: ‘Maar niet omdat hij joods is.’ Janmaat: ‘Nee, nee. Om hetgeen wat ie doet.’ (…) Elsevier: ‘En Hirsch Ballin?’ Janmaat: ‘Ja, nou laat ik zeggen, dit geldt niet op de persoonlijke toer. Dat zou een algemene regel zijn, dus die slaat dan ook op Hirsch Ballin. Als u dan zegt, wat mankeert er aan Hirsch Ballin, dan wil ik daar wel wat op zeggen maar ik zou niet weten of Hirsch Ballin anders was als zijn familie hier al honderd jaar leefde. Dus dat kan ik niet zeggen. Maar wij zeggen dus, dat vooral omdat men hier in Nederland een tendens heeft gehad en daar is het eerder een reactie op, dat Marokkanen en Turken burgemeester zouden kunnen worden, daar is de reactie: dan moet je een derde generatie zijn.’ Elsevier: ‘Ja, maar wacht even, mij interesseert het niet hoor, maar waarom Turken en Marokkanen niet en Hirsch Ballin wel?’ 278 Janmaat: ‘Nee, dat geldt ook voor Hirsch Ballin. Tuurlijk, als dit een algemene regel zou zijn, dan geldt het ook voor Hirsch Ballin. Waarom niet?’ (…) Elsevier: ‘Maar waarom mag-ie het niet worden vanwege dat generatie gedoe?’ Janmaat: ‘Nou omdat wij vinden dat het veel te snel is. Kijk die mensen zijn naar Nederland gekomen. En ja, uit Duitsland gevlucht, dat is wel allemaal makkelijk voor te stellen, maar d’r is helemaal niet duidelijk gemaakt waarom nou Nederland. Lag dat dichterbij? Of sprak ze dat aan? Dat is helemaal nooit gezegd. Of alleen maar omdat ze hier terecht konden?’ Elsevier: ‘Maar…’ Janmaat: ‘En als het hier nou weer niet bevalt, gaan ze weer verder. Nou, dat mag dan allemaal, maar dan moet je hier geen openbare ambten vervullen.’ Elsevier: ‘Maar dat geldt het meeste voor de joden, dus zal ik hier even…’ Janmaat: ‘Nee, hoezo?’ Elsevier: ‘Nou ja, de joden zijn altijd… voortgaan van het ene naar het andere land… Ze gaan van Rusland naar Israël, van Israël naar Amerika, van Amerika…’ Janmaat: ‘Meer nomadetrekken.’ [Opmerking: in de kantlijn van de zich in het IISG bevindende kopie van de advocaat van Janmaat, staat hier een aantekening: ‘Meer vragende vorm!’, JN] Elsevier: ‘Precies.’ Janmaat: ‘Ja, dat wil ik ze natuurlijk niet kwalijk nemen, maar dan vind ik niet dat ze in openbare functies moeten komen. Laat ik zeggen, dat slaat niet op die groep alleen, dat geldt voor iedereen. Ik vind dat 279 Gabor dat ook niet mag. Ik weet niet of hij een jood is.’ Elsevier: ‘Nee, nee, maar ik vroeg het me even af: want u maakt zo’n duidelijk onderscheid voor de joden, en ik dacht…’ Janmaat: ‘Nee…’ Elsevier: ‘Ik kom er nu pas op hoor: want ja, zoals u het zegt het eigenlijk ook voor die groep, want die trekken ook…’ Janmaat: ‘Ja, laat ik zeggen, die groep maken we toch geen uitzondering voor. Laat ik zeggen, de mensenrechten gelden voor de joodse minderheid zoals voor iedereen, maar ze hebben niet meer recht als een ander. Dus als een ander dat niet zou mogen, mogen zij het ook niet.’ (…) Janmaat: ‘Ja, dat is toch een uitmuntende democratie hier, petje af.’ Elsevier: ‘Ja, u kunt toch ergens anders heen?’ Janmaat: ‘Nou, ik heb in mijn familie geen nomadenbloed.’ Elsevier: ‘U had toch een grootmoeder die joods was, geloof ik?’ Janmaat: ‘Ja, maar wij zijn geen nomaden, dus wij gaan nergens anders heen.’ Elsevier: ‘Nou, de joden waren toch nomaden van oorsprong?’ Janmaat: ‘O, dat weet ik niet.’ Elsevier: ‘Dat zei u.’ Janmaat: ‘O, dat zou kunnen. Dat moet u maar bij de joodse minderheid vragen en niet bij mij. Ik heb alleen gezegd met betrekking tot Hirsch Ballin dat-ie niet zo snel minister zou worden volgens het partijprogramma. Ja die mensen moeten eerst maar eens kijken dat ze ergens aarden, maar je kan natuurlijk niet iemand het land laten besturen en als het misloopt gaat-ie weer naar het volgende land toe. Dat trekken van het ene land vanwege persoonlijke problemen dat is nog tot daar aan toe, maar dan wel functies moeten uitgesloten worden. Dus gewoon naar hun kwaliteiten in vrije beroepen of weet ik waar.’ 280 Keer op keer legde Janmaat uitputtend uit dat het hem niet ging om het feit dat Hirsch Ballin joods was, maar om het feit dat hij geen derde generatie immigrant was. Pas dan zou hij een bestuursfunctie mogen bekleden. Elsevier was niet geïnteresseerd. En dan blijkt er nog iets uit de uitgetypte tekst. Janmaat zou in het oorspronkelijke interview een principiële uitspraak doen: Je moet dat simpelweg niet willen, stemmen trekken met antisemitisme. Of het nu werkte of niet. De interviewers hadden Janmaat die essentiële vraag pas gesteld, nadat Janmaat hen voor de voeten had geworpen dat zij maar niet met die vraag kwamen: Elsevier: ‘Ja, maar de vraag is: als u meer stemmen daarmee zou kunnen winnen, zou u het dan wel doen?’ Janmaat: ‘Ja, maar ik moet u zeggen, die vraag is niet opportuun, dus het heeft ook totaal geen zin om daarop te antwoorden. De enige vraag die je hier moet stellen, is: is het nou principieel, of is het alleen maar omdat je zegt: ja, we halen er toch niets mee? Dat is de vraag die u moet stellen.’ Elsevier: ‘Oké en het antwoord is?’ Janmaat: ‘Nou, dat is een principieel standpunt.’ Elsevier: (Lacht.) Janmaat: (Lachend.) ‘Nee, maar dat is ook volstrekt gemeend. Wij zijn er niet voor. Wij zijn er ook niet ten aanzien van de minderheden stiekem belast met de meest vreemde ideeën om die mensen kwijt te raken. Dat is niet zo.’ Het Hof las de volledige tekst van het interview en beschikte dat er geen zaak in zat: ‘Aangezien de uiteindelijk in voormeld weekblad opgenomen tekst in meerdere opzicht afwijkt van de eerder door beklaagde uitgesproken tekst.’ Het Hof vond dat de manier van be281 vragen al te suggestief was geweest ‘met de kennelijke bedoeling beklaagde aanvechtbare uitspraken te ontlokken’. Janmaat had, volgens de rechter, in de door hemzelf uitgesproken tekst voldoende duidelijk gemaakt ‘dat hij een algemene doelstelling had en dat hij niet discrimineerde op groepen’.20 Die beschikking kwam twee jaar na de Elsevier-affaire. Toen was er allang geen belangstelling meer voor bij de media. Janmaat eiste een rectificatie van Elsevier.21 Maar het weekblad antwoordde dat met de tweede versie al was gerectificeerd.22 Die versie dus die Elsevier had gedreigd om te publiceren. De moeizaam formulerende Janmaat had de ellende natuurlijk ook deels aan zichzelf te danken. Hij ging gemakzuchtig met de pers om. Hij had, zo vertelde zijn vroegere fractiemedewerker Robert Schaap, de gewoonte om de interviews nooit te willen autoriseren: ‘Ik kan me niet herinneren dat hij daar ooit wel eens naar vroeg.’ Ook in dit geval zou Janmaat dat niet doen. Schaap: ‘Als er een journalist langskwam, zei Janmaat altijd: “Ik heb nu weer een afspraak met die en die rat.” Maar hij deed het dan toch maar weer. Hij had er nooit vertrouwen in dat het goed zou komen. Achteraf klaagde hij dan weer: “Dan ben je drie uur aan het praten en dan halen ze alleen dat zinnetje eruit.”’23 Het antisemitische imago dat Janmaat kreeg door Elsevier, vlak voor de verkiezingen, had in eerste instantie geen negatieve gevolgen voor hem. Bij de gemeenteraadsverkiezingen op 2 maart 1994 – twee maanden na de Elsevier-rel – haalden de Centrumdemocraten van Janmaat maar liefst 78 raadszetels. Een sprong vooruit, want het waren elf zetels geweest. Maar op langere termijn bleek het toch wel effect te hebben. De opmerkingen over Janmaats vermeende antisemitisme bleven lang terugkomen. Ook andere leden van de Centrumdemocraten en gemeenteraadsleden zeiden in het 282 openbaar dat ze moeite met de uitspraken in Elsevier hadden. Dit creëerde weer extra wrijvingen. Op het moment dat hij het interview met Elsevier deed, stond hij op zes zetels in de peilingen voor de landelijke verkiezingen, in andere peilingen zelfs op acht zetels. Maar bij de Kamerverkiezingen van 1994 zouden het er slechts drie worden. 283