SKELET: Wees er zuinig op Door: Chris Laarakker, ProstaatkankerStichting Bronnen: het prostaatboek Osteoperose Stichting Dr. Fons Ypma, uroloog te Deventer Inleiding Van jong tot oud Alle zoogdieren hebben een skelet. Mensen zijn ook zoogdieren en hebben dus ook een skelet. Je skelet geeft stevigheid en vorm aan je lichaam. Het zorgt ervoor dat je kunt bewegen en beschermt je organen. Erg belangrijk en handig dus! Net als de rest van je lichaam, leeft ook je skelet. Het groeit en verandert door de jaren heen. Kraakbeen: buigzaam, maar niet stevig Het skelet van een pasgeboren baby bestaat voor het grootste deel nog uit zachte botten het zgn. kraakbeen. Dit weefsel is goed buigzaam, wat erg handig is bij de geboorte. Maar na de geboorte van een baby moet je daar nog wel rekening mee houden. Kraakbeen is niet zo stevig. Waardoor de baby bijvoorbeeld makkelijk een hersenkneuzing kan krijgen. Extra voorzichtigheid bij baby’s is daarom geboden. Beenweefsel Als je ouder wordt, wordt je kraakbeen steeds meer vervangen door beenweefsel. Dit beenweefsel bestaat weer uit lijmstof en kalk.. Lijmstof zorgt voor de buigzaamheid van het beenweefsel terwijl kalk ervoor zorgt dat het beenweefsel stevig is. Een ideale combinatie! In het beenweefsel van jonge kinderen zit veel lijmstof en weinig kalk. Ook dat is erg handig, want daardoor kunnen kinderen vaak vallen en gewoon weer opstaan. Je botten kunnen als je klein bent wel tegen een stootje. Ondertussen groeien je botten natuurlijk ook. De uiteinden van de botten maken steeds een stukje nieuw bot aan totdat je helemaal volgroeid bent. PROBLEMEN MET HET SKELET Bij het ouder worden veranderen je botten ook. Beenweefsel van bejaarden bestaat uit weinig lijmstof en veel kalk (minder botstructuur / balkjes). Dat betekent dat als oudere mensen vallen, ze makkelijk een bot kunnen breken. Het beenweefsel is gewoon niet meer zo buigzaam. Daardoor breken ouderen vaker een heup of been als ze vallen. Op het eerste gezicht is osteoporose een typische ouderdomsziekte. Maar het eerste gezicht is nogal eens bedrieglijk, en zo is het in dit geval ook. Want de kwaliteit van ons skelet wordt goeddeels bepaald tijdens de groei in de puberteit. Beweging in de jeugd en puberteit is daarom erg belangrijk. Botten hebben kalk (calcium) nodig om sterk en stevig te blijven. Bij osteoporose verliezen de botten ‘botmassa’ (kalk en andere mineralen) en structuur(verlies van botbalkjes). Met als gevolg, dat ze broos worden. Het probleem met osteoporose is, dat u er niets van merkt zolang er geen botbreuk optreedt. U kunt al 30% van uw botmassa hebben verloren op het moment dat u 'zomaar' een bot breekt! Na een botbreuk Wanneer u wat gebroken hebt kan op basis van de röntgenfoto worden vastgesteld dat er sprake is van een botbreuk door osteoporose. Wanneer u wat breekt na het 50ste jaar is het altijd verstandig te vragen of er sprake is van osteoporose. Ook al wordt er door de desbetreffende arts niets over gezegd. De diagnose osteoporose kan op diverse manieren worden gesteld. 1. Met een röntgenfoto. Met behulp van een röntgenfoto kan men naast een botbreuk ook een ingezakte wervel goed zichtbaar maken. Ingezakte wervels kunnen voorkomen bij mensen met osteoporose. Wervelinzakkingen kunnen veel pijn veroorzaken en daarbij zal door de inzakking lengteverlies en een verkromming van de rug ontstaan. 2. Met een botdichtheidsmeting (DEXA: Dual-Energy X-ray Absorptiometry ) De dichtheid van het bot (de botmassa) kan op een betrouwbare manier gemeten worden op verschillende plaatsen in het skelet. Meestal worden de heup en de lendenwervels gemeten. Het apparaat waarmee dit gebeurt is een soort röntgenapparaat, maar de straling waaraan men tijdens het onderzoek wordt blootgesteld is erg laag. Uit onderzoek is gebleken dat osteoporose kan worden voorkomen. We kunnen er vooral zelf heel veel aan doen om onze botten sterk en gezond te houden. Als u al last hebt van osteoporose, kunnen de preventieve maatregelen helpen uw botten te beschermen tegen verdere verzwakking. Osteoporosepreventie - dus het voorkómen van botontkalking - gaat iedereen aan. Bent u nog geen 30 jaar, dan is het belangrijk om sterke botten op te bouwen. Bent u ouder dan 30 jaar, dan is het zaak uw botten stevig te houden en het verlies van botmassa tot een minimum te beperken. PREVENTIE Lichaamsbeweging (vooral wandelen) Voeding (voldoende Calcium en vitamine D) en lifestyle Gezond gewicht Hoe vaak komt osteoporose voor? Wereldwijd krijgt één op de 3 vrouwen en één op de 7 mannen boven de 60 jaar osteoporose In Nederland hebben ruim 850.000 mensen osteoporose (bron: RIVM). Iedere zes minuten breekt er in Nederland iemand een skeletdeel als gevolg van osteoporose. Bij mensen onder de 55 jaar worden geen osteoporose gegevens bijgehouden, maar osteoporose komt wel bij jongeren voor. Oorzaken van botontkalking: 1. Dalende concentraties testosteron en oestrogeen 2. Een dieet dat te weinig calcium bevat 3. Lichaam dat calcium niet goed kan opnemen, bv. ten gevolge van darmziektes (zoals de ziekte van Crohn en Coeliakie 4. Te kort aan bijschildklierhormoon 5. Tekort aan vitamine D (te weinig zonlicht) 6. Te weinig beweging of langdurige bedrust 7. Te laag lichaamsgewicht 8. Roken 9. Veranderingen in botdichtheid ten gevolge van ouderdom 10. Alcoholmisbruik 11. Langdurig gebruik van corticosteroïden (bijnierschorshormonen) Invloed van prostaatkanker en de behandeling daarvan op het skelet Testosteron is een hormoon dat nodig is om het skelet in een goede conditie te houden. Prostaattumoren hebben testosteron nodig om te kunnen overleven. Om de tumorgroei te stoppen of te verminderen moet de testosteron productie worden gestopt of de tumor afgeschermd worden van testosteronwerking. Tumoren van de prostaat hebben sterk de neiging uit te zaaien naar het skelet. Botuitzaaiingen (metastasen) hebben bij prostaatkanker een voorkeur voor het “rompskelet”; dus heupen, bekken, wervelkolom en ribben. Hormoontherapie Hormoontherapie heeft tot doel het prostaattumorweefsel af te schermen van testosteron. Dit kan door de aanmaak van testosteron te stoppen (LH-RH remmers en chirurgische castratie) en door anti-androgenen die ervoor moeten zorgen dat testosteron onwerkzaam wordt gemaakt. A. Chirurgische castratie In de zaadballen wordt het mannelijke geslachtshormoon testosteron gemaakt. De groei van prostaat(kanker)cellen is meestal afhankelijk van dit hormoon. Door deze operatie wordt het hormoonproducerende weefsel uit de zaadballen verwijderd en de testosteronproductie in de zaadbal gestopt. Deze ingreep heet een subcapsulaire orchidectomie. Hierdoor kan de groei van het gezwel worden afgeremd en kan eventuele pijn worden verminderd. B. Chemische castratie: LH-RH therapie (analogen=agonisten en antagonisten) Meest gebruikte werkzame stoffen in Nederland. Goselerine, leuproreline-acetaat, triptoreline, busereline, degarilux Deze middelen (Luteïniserend Hormoon - Releasing Hormoon, uit de hypothalamus) beïnvloeden een klier in de hersenen: de hypofyse. De hypofyse produceert het hormoon LH(Luteïniserend Hormoon) dat de zaadballen aanzet tot testosteronproductie. Door de LH-RH-analogen of -remmers toe te dienen wordt de hormoonproductie in de hypofyse stilgelegd, waardoor de zaadballen geen testosteron meer produceren. Deze middelen worden als langwerkend preparaat per injectie in de buikwand toegediend. De werkingsduur kan verschillen van één maand tot zes maanden per toediening. C. Antiandrogenen Meest gebruikte werkzame stoffen: bicalutamide, nilutamide en cyproteron Globale uitleg werking: Antiandrogenen blokkeren de werking van testosteron uit zowel de zaadballen als de bijnieren, waar ook enig testosteron wordt gemaakt. Antiandrogenen schermen als het ware het weefsel af dat gevoelig is voor testosteron. Hierdoor kan testosteron zijn werking in de prostaat niet meer uitoefenen. Antiandrogenen hebben weinig invloed op de botstofwisseling. Antiandrogenen kunnen worden gecombineerd met LH-RH analogen Behandeling van pijn door uitgezaaide prostaatkanker Hierboven zijn de behandelingen beschreven voor het geval de prostaatkanker zich uitgebreid heeft naar bijvoorbeeld lymfeklieren en/of botten. De hormonale behandeling kan prostaatkanker langere tijd onderdrukken, maar op termijn kunnen de tumorcellen ongevoelig worden voor de behandeling en weer gaan groeien. Bij een stijgend PSA in het bloed zal meestal chemotherapie als vervolgbehandeling ingezet worden. Op een gegeven moment kunnen de tumorcellen ook voor chemotherapie ongevoelig worden en stijgt het PSA opnieuw. Prostaatkanker heeft een sterke voorkeur voor uitzaaien naar het bot. De uitzaaiingen in het skelet kunnen botpijn veroorzaken, maar ook andere problemen zoals botbreuken en uitval van zenuwbanen. De breuken ontstaan, omdat het afgezette bot in de uitzaaiingen van slechte kwaliteit is en het bot verzwakt. De uitzaaiingen in wervels kunnen uitgroeien naar het ruggenmergkanaal en daar druk op het ruggenmerg uitoefenen, waardoor zenuwbanen kunnen uitvallen. Het gevolg is dat in de aangedane ledematen uitval van gevoel of tintelingen en spierzwakte kunnen optreden. In ernstige onbehandelde gevallen kan een verlamming (dwarslaesie) ontstaan. Het is belangrijk om pijn als gevolg van uitzaaiingen in het skelet te behandelen. Hiervoor staan een aantal mogelijkheden ter beschikking: Als de pijn op één of een beperkt aantal plekken in het skelet aanwezig is, verdient radiotherapie de voorkeur. De uitwendige bestraling is kortdurend en effectief. Als de pijn diffuus of verspringend in het skelet aanwezig is, is gerichte bestraling onmogelijk.Een zogeheten systemische (via de bloedbaan toegediende) behandeling heeft dan de voorkeur. Deze behandelingen zijn te verdelen in behandelingen: -gericht op de botstofwisseling in de uitzaaiingen; -gericht op de tumorcellen in de uitzaaiingen. Bisfosfonaten Bisfosfonaten zijn stoffen die de afbraak in de uitzaaiingen door botopruimende cellen (osteoclasten) sterk remmen en daarmee de pijn laten afnemen. Het skelet gaat als het ware op slot voor de tumorcellen. Een bisfosfonaat geregistreerd voor deze behandeling is zoledroninezuur. Via een infuus wordt eenmaal per 4-6 weken het zoledroninezuur in de bloedbaan toegediend. Bij de eerste toediening kan een ‘griepachtig’ beeld ontstaan, bij de latere toedieningen niet meer. Ook is er kans op schade van de nierfunctie. RANK-Ligand: remmer van de botstofwisseling Deze medicijnen zijn gericht op de botstofwisseling en remmen de botafbraak. Voor deze behandeling is het antilichaam (eiwit) denosumab verkrijgbaar. Het antilichaam is gericht tegen RANK-L, een stof die normaal de botopruimende cellen activeert. Het antilichaam vangt als het ware RANK-L weg. Het bot in de uitzaaiing wordt niet meer afgebroken en daarmee neemt de pijn af. Iedere 4 weken wordt 120 mg denosumab onderhuids ingespoten. Dit middel is ook geregistreerd om verdere botuitzaaiingen te voorkomen. Het heeft geen nadelige werking op de nieren. Radioactieve stoffen Het is mogelijk radioactieve stoffen (nucleotiden of isotopen) in de bloedbaan te brengen. Deze stoffen hebben een duidelijke voorkeur zich te binden aan sterk actief bot zoals in uitzaaiingen van prostaatkanker. De meest gebruikte nucleotiden in Nederland zijn strontium en samarium. Een voorwaarde is dat vóór toediening het bloedgehalte van rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes normaal is. Nucleotiden kunnen tijdelijk deze waarden verlagen. Strontium kan maximaal eens per 3 maanden poliklinisch via een infuus in de bloedbaan worden toegediend en samarium eens per 6 weken. Toediening kan alleen plaatsvinden in ziekenhuizen met een zogenaamde nucleairgeneeskundige afdeling. Patiënten krijgen instructies mee hoe zij in de dagelijkse praktijk met deze (lichte) radioactiviteit in hun lichaam moeten omgaan. Tijdens deze behandeling bent u geen gevaar voor uw omgeving. De bovengenoemde behandelingen kunnen ook in combinaties toegediend worden. Tenslotte is bij een (dreigende) botbreuk een chirurgische behandeling aangewezen. Als bot gebroken is of dreigt te breken kan de breuk operatief gestabiliseerd worden en kan daarmee verdere klachten en complicaties worden voorkomen. Deze behandeling wordt altijd gecombineerd met uitwendige bestraling van het betreffende deel van het bot. Deze ingrepen zijn gelukkig maar zelden nodig, meestal bij enkele patiënten in een vergevorderd stadium van het ziekteproces. De noodzaak tot chirurgische of radiotherapeutische ingrepen worden opzich als botcomplicaties beschouwd, naast botbreuken en ruggenmergbeschadigingen. Inzet chemotherapie tegen botpijn Chemotherapie kan ook bijdragen bij pijnbestrijding en (tijdelijk) stoppen van het uitzaaiingsproces. Wat kunt u zelf doen om uw skelet te beschermen? 1. Stop met roken 2. Vermijd meer dan 2 glazen alcohol per dag 3. Praat met uw dokter over uw risico op osteoporose of botcomplicaties en vraag naar de adequate behandeling hiervoor. 4. Als u een hormoonbehandeling kreeg: vraag of u Calcium-of Vitamine D-supplementen nodig heeft. 5. Beweeg en belast uw skelet (zwemmen en fietsen is uitstekend voor uw spieren maar uw skelet heeft er niet veel aan). Lopen is het beste. Verloop van afbraak botweefsel door osteoporose Ernstige aantastingen van het skelet op een scan door botuitzaaiingen.