Toespraak 11 november 2013 van

advertisement
Geachte aanwezigen,
Waarde collega’s uit de gemeenteraad,
Vandaag, aan de vooravond van de herdenking van 100
jaar Groote Oorlog, hebben wij met het planten van een
Lindeboom in de Lindestraat een eerste stap gezet in ons
herdenkingsprogramma dat we op 18 augustus 2014
zullen starten.
De cultuurraad verzamelde heel wat informatie over de
Eerste Wereldoorlog in onze contreien en in onze
gemeente. Meer specifiek over een massagraf gelegen
langs de Lindestraat te Bunsbeek.
De Eerste Wereldoorlog brak begin augustus 2014 uit.
Onze gemeente werd iets later getroffen, namelijk op 17
augustus, met de komst van Duitse soldaten vanuit
Neerlinter en Oplinter. De echte gevechten op 18
augustus, in deelgemeente Bunsbeek, maakten duidelijk
dat de vrede die toen al lang heerste in ons land plots
ruw doorbroken werd. Ook in andere gedeelten van onze
gemeente zijn de Duitse soldaten doorgetrokken. Dit
werd gekenmerkt door gesneuvelde soldaten en burgers,
alsook door de vele huizen die in brand werden gestoken
zoals in Kapellen en Wever.
De hevigste gevechten in onze gemeente, tussen
Belgische en Duitse soldaten, vonden plaats in
Bunsbeek. Tijdens deze gevechten zijn +/- 30 Belgische
soldaten gesneuveld op het slagveld, het gebeurde op 18
augustus 1914. Zij werden allen in een massagraf
begraven, gelegen in de Lindestraat. Een team van
Rode-Kruisvrijwilligers hebben die opdracht uitgevoerd.
Later, in 1916, werden de soldaten terug opgegraven, en
herbegraven in Houtem, Grimde en Tienen.
Vandaag hebben we met het planten van een Lindeboom
een eerste stap gezet in de ontsluiting van dit
oorlogserfgoed. Het vergroot het historische verhaal van
de Eerste Wereldoorlog in het Hageland. Daarom willen
wij - en dan bedoel ik het gemeentebestuur van
Glabbeek, de cultuurraad en het ganse verenigingsleven
- op 17 augustus 2014 dit erfgoed terug herkenbaar
maken voor het ruime publiek.
Via een officiële herdenking, de inhuldiging van een
herdenkingskruis op deze plaats, de plaatsing van
infoborden langs het slagveld en een oorlogswandeling.
In de aanloop van deze herdenking hebben we vandaag
op deze plaats in de Lindestraat, opnieuw deze
Lindenboom geplant, zoals er vroeger één stond bij het
massagraf dat echter een hele tijd geleden verdwenen
was. Een lindenboom verwijst naar ‘vrede’ en werd vaak
geplaatst na de oorlog. Ook dit stukje erfgoed hebben
we vandaag hersteld.
De gemeente Glabbeek voert vandaag op
wapenstilstand in het kader van de herdenking 19141918 het gebruik van de poppy bij de herdenking van
WO I in. Deze rode bloem-broche, een poppy genaamd,
is een symbool dat op 11 november in Engeland en in
ons land vooral enkel in de streek rond Ieper symbool
staat voor de hevige strijd die op Vlaams grondgebied
tijdens WO I werd gevoerd.
Deze poppy is een klaproos, die enkel vooral bloeit als
andere planten in de buurt dood zijn. Klaprozenzaden
kunnen immers jarenlang op de grond liggen en pas
beginnen te groeien als de nabije planten en struiken
weg zijn, bijvoorbeeld als de grond werd omgewoeld en
vervuild. De meeste klaprozen zijn altijd waar te nemen
op plekken waar slooppuin in de grond ligt. De klaproos
is namelijk een pionierssoort. Natuurlijk was de grond
rond de loopgraven in de Eerste Wereldoorlog grondig
'omgespit' en besmet door de gevechten en
bombardementen.
Luitenant-Kolonel John McCrae, een Canadeese
militaire arts, heeft honderden klaprozen op de
Vlaamse slagvelden zien bloeien toen hij in 1915 het
gedicht In Flanders Fields schreef. In onze regio is het
gebruik van zo'n poppy als symbool voor de herdenking
van de Eerste Wereldoorlog spijtig genoeg wat
onbekend, maar in onze gemeente willen we daar nu
verandering in brengen. Wat in Engeland en ver
daarbuiten herinnert aan wat in Vlaamse velden
gebeurde tussen 1914 en 1918, moet ook ons
blijvend herinneren aan die periode, en inspireren.
Dank U!
Download