Functionele definitie van vervoersystemen H01I6A Verkeerskunde basis Ben Immers Francesco Corman Traffic and Infrastructure Department of Civil Engineering Faculty of Engineering Katholieke Universiteit Leuven Vraag en aanbod Vervoervraag verplaatsingspatronen en achterliggende activiteitsruimten --> stellen eisen aan kwaliteit vervoersysteem Vervoeraanbod organisatie van vervoerdiensten configuratie en layout verkeersinfrastructuur incl. verkeersregelsystemen H01I6A Verkeerskunde basis 2 Afstemming vraag en aanbod vervoervraag eisen mogelijkheden aanbod vervoerdiensten eisen mogelijkheden aanbod infrastructuur H01I6A Verkeerskunde basis 3 Aanbod Vervoerdiensten onder wiens verantwoordelijkheid wie biedt de dienst aan profiel gebruiker opbouw/karakteristieken vervoeraanbod Verkeersinfrastructuur voor welke voertuigtechniek configuratie/layout infrastructuur regeling/beheersing van verkeer dat van de infrastructuur gebruik maakt H01I6A Verkeerskunde basis 4 Aanbod vervoerdiensten bestuurlijke verantwoordelijkheid nationale overheid regionale overheid gemeentes aanbieders van diensten particulier vervoer (eigen vervoer) beroepsvervoer gebruikers diensten (toegankelijkheid) besloten vervoer open vervoer gebruikers diensten (aantal vervoervragers) individueel collectief H01I6A Verkeerskunde basis 5 Indeling naar aanbieder en gebruiker van vervoerdiensten Indeling vervoeraanbod voorbeelden personenvervoer particulier beroeps besloten goederenvervoer individueel auto, carpool eigen vrachtauto collectief n.v.t. n.v.t. openbaar n.v.t. n.v.t. n.v.t. besloten individueel auto met chauffeur collectief openbaar groepsvervoer beperkt vervoer individueel taxi vrachttaxi collectief wagenladingtrein metro, treintaxi H01I6A Verkeerskunde basis 6 Aanbod verkeersinfrastructuur --> relatie voertuigtechniek en infrastructuur Vervoerdragers: lucht water land pijpleiding/buis Kenmerken voertuigen soort en mate van geleiding mate van autonomie voertuigtechniek H01I6A Verkeerskunde basis 7 Hoofdindeling vervoertechnieken continu ja geleid ja autonoom soort infrastructuur personen goederen ja lopende band pijpleiding nee 3) 3) 3) 3) rail zware rail (trein, metro) goederentrein weg metro op luchtbanden AGV andere monorail, cabinebaan kabelbaan rail lichte rail1) (tram, sneltram) havenspoorweg weg spoorbus2) p.m. personenauto, autobus bestelauto, vrachtauto nee nee ja voorbeelden ja nee andere nee weg 1) uitwisseling met zware rail mogelijk 2) uitwisseling met niet geleide (weg)techniek mogelijk H01I6A Verkeerskunde basis 3) niet mogelijk 8 Kenmerken openbaar vervoermaterieel afmetingen inrichting rijkarakteristieken (incl. motor en ondersteuning) geleiding en aandrijving kosten H01I6A Verkeerskunde basis 9 Dimensies van openbaarvervoermaterieel stelsel trein lengte breedte Hoogte nuttige één/twee [m] [m] [m] oppervlak richtingen reizigers [m] IC streek voorstads metro sneltram tram ongeleed dubbelgeleed bus stad streek geleed busje H01I6A Verkeerskunde basis 10 maxim ale lengte [m] Capaciteit van openbaarvervoermaterieel stelsel trein capaciteit plaatsen/eenheid aantal zitplaatsen aantal staanplaatsen verhouding zit/-staanplaatsen Investeringskosten IC streek voorstads metro sneltram tram ongeleed dubbelgeleed bus stad streek geleed busje H01I6A Verkeerskunde basis 11 Indeling personenvervoer naar snelheid en reikwijdte vervoermiddel H01I6A Verkeerskunde basis 12 Verkeersinfrastructuur lengte wegennetwerk verhard onverhard lengte wegennetwerk binnen bebouwde kom buiten bebouwde kom autosnelwegen autowegen overige wegen lengte spoorwegennet geëlektrificeerd twee of meer sporen geschikt voor reizigersvervoer alleen bestemd voor goederenvervoer lengte fietsnetwerk vrijliggend langs (on)verharde weg met eigen tracé H01I6A Verkeerskunde basis 13 Verkeerssysteem Snelheid maximale snelheid gemiddelde snelheid (rijtijd/weglengte) verplaatsingssnelheid (incl. voor- en natransport, wachten bij halte, parkeren, etc.) Capaciteit Kosten (investering, onderhoud, beheersing) Effecten (milieu, veiligheid, leefomgeving/ruimte) H01I6A Verkeerskunde basis 14 Snelheden van vervoerstelsels Vervoermiddel maximum snelheid (km/uur) gemiddelde snelheid (km/uur) Fiets Openbaar vervoer stadsbus tram streekbus sneltram metro voorstadsspoor sneltrein Auto binnen bebouwde kom niet-autosnelwegen autosnelwegen 30 15 50 70 80 80 120 140 12 30 24 32 60 90 50 80 100/120 301) 601) 901) 1) sterk afhankelijk van congestie H01I6A Verkeerskunde basis 15 Snelheid-tijd diagram H01I6A Verkeerskunde basis 16 Capaciteit verkeerssysteem autosnelweg binnen bebouwde kom 1500 pae/strook/uur buiten bebouwde kom 2000 pae/strook/uur autoweg binnen bebouwde kom 1000 pae/strook/uur buiten bebouwde kom 1500 pae/strook/uur dubbelspoor (per richting) personen goederen 1200 reizigers per trein 2500 ton per trein 12 treinen per uur 14.400 reizigers per uur 25.000 ton per uur rijkarakteristiek tijd-wegdiagram H01I6A Verkeerskunde basis 17 Berekening capaciteit metrostelsel H01I6A Verkeerskunde basis 18 Berekening capaciteit metrostelsel Maximum snelheid Aanzetversnelling Remvertraging Halteafstand 20m/s = 72 km/uur 1,0 – 0,33 m/s2 1,25 m/s2 800 m Rijtijd tussen twee haltes Gemiddelde haltetijd Verliestijd (wissels, seinen) Totaal Trajectsnelheid (800/90) = 63 sec 20 sec 7 sec 90 sec 9 m/s = 32,4 km/uur Treinlengte Blokafstand (remweg + reserve) Minimum treininterval 100 m 200 m 75 sec H01I6A Verkeerskunde basis 19 Berekening capaciteit metrostelsel Capaciteit per metrostel 1000 reizigers Theoretische capaciteit per spoor = (3600/75) 48 stellen per uur Theoretische capaciteit reizigers = (48 * 1000) 48.000 reizigers per uur Praktische capaciteit per spoor = (2/3 * 48.000) 32.000 reizigers per uur Factor (praktische capaciteit) wordt vastgesteld op basis van Fluctuaties in vervoervraag Ongelijkmatigheid treinbezetting H01I6A Verkeerskunde basis 20 Capaciteitsgebieden per vervoertechniek H01I6A Verkeerskunde basis 21 Inzetgebied van verschillende vervoerstechnieken H01I6A Verkeerskunde basis 22 kosten kosten voor gebruik van de weg voertuigkosten; vast en variabel vervoerkosten Kosten per vervoerde eenheid, afhankelijk van: benuttingsgraad van de weg benuttingsgraad van het voertuig bezettingsgraad van laad- en plaatsruimte grootte van het voertuig afhandelingskosten (laden/lossen, overslag, etc.) Autokosten per gereden kilometer vaste kosten variabele kosten waarvan brandstofkosten 0,25€ 0,16€ 60% 40% 0,12€ 30% H01I6A Verkeerskunde basis 23 Omgevings- en milieubelasting Verkeersveiligheid Emissies van: Fijn stof, NOx, CxHy, CO, SO2, Aër, CO2 Geluidshinder Ruimtegebruik Versnippering en verstoring van waardevolle gebieden H01I6A Verkeerskunde basis 24 Verkeersveiligheid H01I6A Verkeerskunde basis 25 Risico: aantal doden per 1 miljard voertuigkilometers (Bron: IRTAD/CARE/Eurostat) H01I6A Verkeerskunde basis 26 Ongevaloorzaken: Visie van de overheid H01I6A Verkeerskunde basis 27 Ongevaloorzaken Na enig onderzoek H01I6A Verkeerskunde basis 28 Veilige infrastructuur Uitdagingen: Significante reductie van het ongevalrisico (afname # ongevallen en afname # doden en gewonden) Vision zero Intrinsiek veilig ontwerp van de transportinfrastructuur: veiligheid is geïntegreerd in het ontwerp en gebruik van het transportsysteem Dit vraagt om een benadering op 4 niveaus Activiteiten patroon; locatie van activiteiten Structuur van het wegennetwerk (functie, hiërarchie, etc.) Ontwerp/vormgeving van netwerkcomponenten (zelfverklarende wegen; categorisering van wegen en kruispunten) Veilig verkeersmanagement (eSafety) H01I6A Verkeerskunde basis 29 Veilig voertuig? H01I6A Verkeerskunde basis 30 Milieu H01I6A Verkeerskunde basis 31 CO2 emissies per sector Belgie – 2004 (source febiac) H01I6A Verkeerskunde basis 32 Voorspelling wagenpark, voertuigkm’sen CO2 uitstoot van personenwagens H01I6A Verkeerskunde basis 33 Kosten CO2 reductie in de transportsector Reductie gemiddelde CO2 uitstoot (nieuwe auto’s): van 140g/km naar 120g/km toename verkoopprijs van een auto met €2450 Dit komt bovenop de toename van de verkoopprijs met €1200 als gevolg van de reductie naar 140g/km in 2008. Prijs per gereduceerde ton CO2: €132 - €233 Prijs op de wereldmarkt (verhandelbare emissierechten): €20 per ton CO2 H01I6A Verkeerskunde basis 34 Verwachte ontwikkeling in de aan verkeer gerelateerde emissies (source: febiac) Periode 1990-2005 Periode 2005-2015 Periode 2015-2030 Voertuig kilometers + 2,1% + 1,2% + 0,9% Greenhouse gasses (CO2) + 1,6% - 1,1% + 0,6% Koolwaterstoffen (VOC) - 8,4% - 5,7% - 0,6% Koolmonoxide (CO) - 7,1% - 5,3% + 0,2% Stikstof oxiden (NOx) - 4,5% - 6,0% - 0,3% Fijn Stof (PM10) - 5,4% - 8,8% - 3,7% H01I6A Verkeerskunde basis 35 Geluidhinder (helaas alleen gegevens voor Nederland) Binnen 10 jaar tijd zal geluidhinder in Nederland de meest ernstige bedreiging van de leefomgeving worden (bron: NRC, 13 februari 2007) Effecten (2006): 1 miljard Euro aan schade per jaar, gebaseerd op verlies aan gezonde levensjaren (Disability Adjusted Life Years (DALY)) Percentage ernstig geluidgestoorden onder de Nederlandse bevolking bedraagt ongeveer 40%. H01I6A Verkeerskunde basis 36 Geluidhinder: bijdrage van het transportsysteem H01I6A Verkeerskunde basis 37 Omvang geluidhinder tijdens de nachtelijke uren H01I6A Verkeerskunde basis 38 Uitdagingen Milieu Uitdagingen: Significante reductie van uitstoot schadelijke gassen en PM10 Significante reductie van geluidhinder (grootste bedreiging van leefomgeving!) Vision zero: 0 verkeersdoden, geen emissies; geen geluidhinder Milieuvriendelijke verkeerspatronen België: Probleem: dichtheid netwerk (km/km2): 4,8 (B), 2,8 (Nl), 1,8 (Fr,De) H01I6A Verkeerskunde basis 39 Milieu en leefomgeving Maatregelen Mogelijke maatregelen Netwerk hiërarchie (realisatie van milieuvriendelijke woongebieden) Geluidswallen, geluidschermen Wetgeving: nieuwe regelgeving (EC) inzake geluidnormen (74 dB(A) voor personenwagens en 80 dB(A) voor vrachtwagens); aandacht voor contactgeluid band/weg Kosteneffectieve vermindering van CO2 emissies door een gecombineerde insteek gericht op voertuig technologie, alternatieve brandstoffen, zuinig rijgedrag (het ‘nieuwe rijden’), bandendruk en verbeterde infrastructuur. Dieselwagens vervangen door benzinewagens Invoering kilometerbeprijzen, tijd- en plaatsgebonden beprijzen Wetgeving: nieuwe regelgeving (EC) inzake emissies (reductie van CO2 emissies met 25% (2012) = 130 g/km) H01I6A Verkeerskunde basis 40 Systeemopbouw transportnetwerken: infrastructuur functionele opbouw ontwerpcriteria ontwikkeling van infrastructuurnetwerken wegennetwerken voor autoverkeer netwerken voor langzaam verkeer ontwikkeling van openbaar vervoernetwerken H01I6A Verkeerskunde basis 41 Ontwerpdimensies Effecten Ontwerp Mobiliteit Kwaliteit Bereikbaarheid Investeringen Exploitatie Omgevingseffecten H01I6A Verkeerskunde basis Aggregatieniveau Voor iedereen Voor bepaalde bevolkingsgroepen Voor bepaalde gebieden 42 Functionele opbouw (1) 1. Vervoer- en verkeersfunctie vervoerfunctie vervoer vervoer vervoer vervoer van van van van personen goederen informatie energie verkeersfunctie stroomfunctie buffer- en stallingsfunctie uitwisselingsfunctie H01I6A Verkeerskunde basis 43 Functionele opbouw (2) 2. Bundeling schaalvoordelen: betere capaciteitsbenutting toepassing efficiëntere technologie mogelijk minder milieuschade --> gaat wel ten koste van de directheid van de verbinding Verschillende mogelijkheden om 4 kernen te verbinden H01I6A Verkeerskunde basis 44 Functionele opbouw (3) 3. Hiërarchie schaalniveau kernen: mondiaal schaalniveau (supranationaal) continentaal schaalniveau (supranationaal) communautair schaalniveau (supranationaal) nationaal schaalniveau regionaal en stadsgewestelijk schaalniveau hiërarchie kernen: type A: kernen die van belang zijn voor het beschouwde schaalniveau maar ook voor hogere schaalniveau's type B: kernen die alleen van belang zijn voor het beschouwde schaalniveau type C: overige kernen H01I6A Verkeerskunde basis 45 Kerntypologie en infrastructuurklassen G = Grootsteden R = Regionale steden K = Kleinstedelijke kernen H01I6A Verkeerskunde basis 46 Schaalniveaus in netwerken H01I6A Verkeerskunde basis 47 Verbindende en ontsluitende functie infrastructuur verbindende functie infrastructuur --> maakt vervoer mogelijk tussen kernen die op een bepaald niveau van belang zijn ontsluitende functie infrastructuur --> maakt vervoer mogelijk tussen gebieden van een lager schaalniveau enerzijds en het verbindende stelsel anderzijds H01I6A Verkeerskunde basis 48 Functies van een weg Stroomfunctie: Erffunctie: weg is schakel in wegennet; verkeer kan beschouwd worden als doorgaand verkeer functie weg is afgestemd op activiteiten gelegen aan (ontsloten door) de weg ASVV Verkeersfunctie: Verblijfsfunctie: functie van wegvak is vooral gericht op accommoderen van gemotoriseerde verplaatsingen verkeersgebieden functie van het wegvak is vooral gericht op het accommoderen van activiteiten, anders dan gemotoriseerde verplaatsingen verblijfsgebieden H01I6A Verkeerskunde basis 49 Categorisering van wegen naar gewenste functie (bron: RSV) verbindingsfunctie: wegen die herkomst- en bestemmingspunten verbinden; stroomfunctie primeert verzamelfunctie: wegen die verkeer binnen herkomstgebieden verzamelen en binnen bestemmingsgebieden distribueren; belangrijke stroomfunctie gecombineerd met erffunctie toegangsverlenende functie: wegen die rechtstreeks toegang verlenen tot de aanpalende percelen; erffunctie primeert H01I6A Verkeerskunde basis 50 Schematische voorstelling van de functies van wegen (bron: RSV) H01I6A Verkeerskunde basis 51 Categorie-indeling wegen H01I6A Verkeerskunde basis (Bron: RSV) 52 Ontwerpcriteria Voor alles kijken naar: functie weg, en weg als onderdeel van netwerk veel netwerken zijn niet gepland maar in de loop der tijd ontstaan gebruiker: wil zich efficiënt verplaatsen (omwegfactor) exploitant: efficiënt beheer en exploitatie (beperking netwerklengte) belangen milieu, leefomgeving H01I6A Verkeerskunde basis 53 Ontwikkeling van infrastructuurnetwerken elementen van netwerken schakels koppelingspunten knooppunten Uitwisselingspunten (aansluitingen, transferpunten, terminals) netwerkvormen H01I6A Verkeerskunde basis 54 Netwerkvormen Vorm netwerk is van invloed op: kwaliteit (bijv. omwegfactor) structurerende werking infrastructuur vervoerfuncties die kunnen worden vervuld Onderscheid naar: open netwerken (lineair en stervormig/radiaal) gesloten netwerken (rechthoekig of raster, cirkelvormig, driehoekig) H01I6A Verkeerskunde basis 55 Netwerkvormen Open netwerken worden toegepast indien: Vervoer is vooral gericht op centrale kern (relaties tussen nevenkernen zijn van ondergeschikt belang) Voorbeeld: TGV, rioleringsstelsel De omloopsnelheden zijn (zeer) hoog Voorbeeld: telecommunicatienetwerk, hub-and-spoke in de luchtvaart Er is sprake van een laag schaalniveau (omwegen wegen niet zwaar) Voorbeeld: vertakkingstructuur wegennet in woonwijken H01I6A Verkeerskunde basis 56 Netwerkvormen Gesloten netwerken zijn toepasbaar bij: Meer diffuse vervoerstromen tussen min of meer gelijkwaardige kernen Lagere omloopsnelheden (omweg krijgt een groter gewicht) Vervoerstromen lopen niet duidelijk in een richting H01I6A Verkeerskunde basis 57 Vergelijking netwerkvormen (Bolt) (1) (2) (3) (4) (5) = = = = = lineair of axiaal stervormig of radiaal cirkelvormig (bijzondere vorm van tangentiaal) rechthoekig of raster driehoekig H01I6A Verkeerskunde basis 58 Eigenschappen van de vijf basis-netwerkvormen H01I6A Verkeerskunde basis 59 Kenmerken van netwerkvormen 1. Radiaal of sternetwerk Centrale gerichtheid Hoge intensiteit centrum Ongelijke belasting netwerk Relatief veel omwegen bij grotere omvang Past in hiërarchisch ruimtelijke patroon H01I6A Verkeerskunde basis 60 Kenmerken van netwerkvormen 2. Raster- of gridnetwerk Relatief veel infrastructuur Spreiding van verkeer over het netwerk Gelijke benutting Omrijdfactor (m.u.v. driehoeksraster) Past bij veel kris-kras verplaatsingen in een weinig hiërarchisch ruimtelijk patroon H01I6A Verkeerskunde basis 61 Kernmerken van netwerkvormen 3. Concentrisch of ringnetwerk Relatief weinig infrastructuur Alle punten direct met elkaar verbonden Roept geen ruimtelijke hiërarchie op Kans op ‘spaken’ als straal te groot wordt Kwetsbaar door ontbreken van een alternatief Past bij ruimtelijke bundeling op de ring H01I6A Verkeerskunde basis 62 Kenmerken van netwerkvormen 4. Lineair of lijnnetwerk Relatief weinig infrastructuur Alle punten direct met elkaar verbonden Ruimtelijke verdeling zeer bepalend voor benutting Kwetsbaar door ontbreken van een alternatief Altijd 2 (doodlopende) einden Past bij ruimtelijke bundeling op een as H01I6A Verkeerskunde basis 63 Uitbouw van netwerken Vergroten bedieningsgebied van netwerken (uitbreiden) Verdichten netwerk (inbreiden) Gericht op het verkorten van omwegen en het bieden van alternatieve routes Netwerkcapaciteit vergroten Gericht op aansluiten/verbinden van nieuwe gebieden en op het faciliteren van lange-afstandsverplaatsingen Te realiseren door vergroting schakelcapaciteit en/of aanleg van nieuwe schakels Oorzaak: toename verkeersstroom, verbetering afwikkelingsniveau, hogere veiligheidseisen Netwerk robuuster maken Vergroten capaciteit kwetsbare schakels Aanleg alternatieve verbindingen/routes Gebruik alternatieve netwerken H01I6A Verkeerskunde basis 64 Uitbouw van netwerken (2) Netcapaciteit vergroten Cap. schakels vergroten verdichten uitgangssituatie Uitbreiden (‘binnen’) Uitbreiden (‘buiten’) Netwerk uitbreiden H01I6A Verkeerskunde basis 65 Hiërarchische opbouw van netwerken Maakt functiespecialisatie mogelijk Maakt bundeling van verkeersstromen mogelijk des te hoger de hiërarchie, des te groter de bundeling en des te groter de maaswijdte Netwerken zijn wel aan elkaar gekoppeld Vervoerfuncties (personen- en goederenvervoer) kunnen gebundeld en gescheiden worden vormgegeven H01I6A Verkeerskunde basis 66 Hiërarchie in wegennetten voor autoverkeer Nationaal hoofdwegennet Regionale wegennetten Stedelijke wegennetten H01I6A Verkeerskunde basis 67 Uitgangspunten voor de ruimtelijke opzet en uitbouw van hoofdwegennet Het Hoofdwegennet (HWN) is een samenhangend stelsel van wegen met een bovenregionale functie die de hoofdcentra van het land onderling en met het buitenland verbinden Het HWN verbindt min of meer rechtstreeks de bestuurlijke en economische centra (N) met elkaar en met het buitenland (bijv. omrijdfactor < 1,4) De hoofdtransportassen verbinden de stedelijke knooppunten (M, M<N) en de mainports (Antwerpen en Zaventem) met elkaar en met het achterland Een deel van de hoofdtransportassen bestaat uit achterlandverbindingen. Achterlandverbindingen bieden goede verbindingen voor het internationale vervoer tussen zee- en luchthavens en het achterland. Bij de opzet van het hoofdwegennet wordt prioriteit toegekend aan de economische functie H01I6A Verkeerskunde basis 68 Uitgangspunten voor de ruimtelijke opzet en uitbouw van hoofdwegennet (zoals opgesteld voor HWN Nederland) Het HWN is landsdekkend ; de afstand vanuit het landelijk gebied tot het HWN (ontsluitingskwaliteit) bedraagt maximaal 10 km (15 minuten reistijd = 95% bevolking en werkgelegenheid) Het HWN is een gesloten net Het HWN verloopt tangentieel t.o.v. de centra Het HWN is gebaseerd op het reeds bestaande hoofdwegennet Op het HWN is sprake van differentiatie in afwikkelingskwaliteit Capaciteitsuitbreiding vindt in eerste instantie plaats middels verbreding; aanleg van nieuwe verbindingen vereist argumentatie H01I6A Verkeerskunde basis 69 Uitgangspunten voor de opbouw van regionale wegennetten (RWN) Zij vormen een samenhangend geheel met het HWN en stedelijke wegenstelsels RWN dient ter ontsluiting van de regio (het platteland), voor de onderlinge verbinding van regionale kernen en voor de aansluiting op het HWN Langere ritten vereisen een gemiddeld hogere ritsnelheid dan kortere ritten Naarmate wegen meer penetreren in concentraties van activiteitsruimten, wordt de stroomfunctie ondergeschikt aan de ontsluitingsfunctie resp. de erffunctie Wegen van lagere orde mogen niet gaan functioneren als vervanger van wegen van hogere orde (voorkomen van sluiproutes); dit stelt eisen aan tracering en uitvoering Op doorgaande wegen door dorpskernen (doortochten) dient door aanpassing van de snelheid en wegontwerp de erffunctie te prevaleren boven de stroomfunctie. H01I6A Verkeerskunde basis 70 Stedelijke wegennetten Vormen van stedelijke wegennetten Radiale structuur (Leuven) Lineaire of axiale structuur (lintbebouwing) Raster- of gridstructuur (Barcelona) Variant Raster met diagonalen (Broadway in Manhattan, new York) H01I6A Verkeerskunde basis 71 Stedelijke netwerkstructuren Lokale hoofdwegen Wijkhoofdwegen Buurtwegen Woonstraten resp. Verkeersaders Verblijfsgebieden Visie Hans Monderman (shared space en trappetje) H01I6A Verkeerskunde basis 72 Voorbeelden van verdeling verkeer over netwerk (concentreren) Intensiteit In pae/uur A 750 H01I6A Verkeerskunde basis Geluidsbelasting In dB(A) B 2000 A B 50 50 50 50 75 80 50 50 50 50 73 Voorbeelden van verdeling verkeer over netwerk (verdelen) Intensiteit In pae/uur Geluidsbelasting In dB(A) A B A B 150 400 60 70 150 400 60 70 150 400 60 70 150 400 60 70 150 400 60 70 H01I6A Verkeerskunde basis 74 Voorbeelden van verdeling verkeer over netwerk (omleiden) Intensiteit In pae/uur Geluidsbelasting In dB(A) A B A B 375 1000 70 75 50 50 50 50 50 50 70 75 375 H01I6A Verkeerskunde basis 1000 75 Netwerken voor langzaam verkeer Algemeen: Vanwege de benodigde inspanning dienen omwegen zoveel als mogelijk vermeden te worden Ontwerpeisen voor fietsnetwerken Het netwerk moet zo goed mogelijk de wenslijnen van de verplaatsingsbehoefte volgen Het fietsnetwerk moet zeer dicht zijn (fijne maaswijdte) Het netwerk verschaft directe, rechtstreekse verbindingen naar belangrijke verkeersaantrekkende plaatsen Bundeling op hoogwaardige hoofdassen is gewenst om maximaal comfort te kunnen bieden Hiërarchie in wegtype is mogelijk maar dan gebaseerd op omvang van het gebruik Gestreefd dient te worden dat een aandeel van 70% van de fietskilometers op het hoogste netwerkniveau gerealiseerd wordt. H01I6A Verkeerskunde basis 76 Stelselmatige opbouw van netwerken betere afstemming van (infrastructuur)aanbod op de wensen van de gebruiker; efficiëntere bedrijfsvoering van de exploitant; geen verstoring kwaliteit door gebruiker uit andere segmenten (bijv. regionale files op nationale wegen); overige baten zoals veiligheid, comfort en robuustheid. H01I6A Verkeerskunde basis 77 Beperking aantal te onderscheiden stelsels omvang van de vraag; er dient voldoende vraag te zijn per onderscheiden stelsel; duidelijkheid van het systeem voor de gebruiker; indien er te veel stelsels zijn, leidt dit tot onduidelijkheid; versnippering van het landschap; te veel stelsels kunnen tot een grotere versnippering van het landschap leiden; ook het ruimtebeslag kan dan onevenredig toenemen; hogere kosten; o.a. door het wegvallen van schaalvoordelen H01I6A Verkeerskunde basis 78 Categorisering hoofd- en primair wegennet (bron: ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen) H01I6A Verkeerskunde basis 79 Selectie hoofdspoorwegennet (bron: ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen) H01I6A Verkeerskunde basis 80 Selectie hoofdwaterwegennet (bron: ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen) H01I6A Verkeerskunde basis 81 Verbindingen tussen de poorten en rechtstreekse verbindingen met het achterland (bron: RSV) H01I6A Verkeerskunde basis 82 Verbindingen tussen de groot- en regionaalstedelijke gebieden in een samenhangend netwerk met grootstedelijke gebieden buiten Vlaanderen (bron: RSV) H01I6A Verkeerskunde basis 83 Fijnmazige ontsluiting van overige stedelijke gebieden en economische knooppunten naar het samenhangend netwerk van hoofdinfrastructuren (bron: RSV) H01I6A Verkeerskunde basis 84 Principe van de indeling van de bereikbaarheidsmarkt naar schaalniveaus (bron: Beleidsplan Duurzame mobiliteit Vlaanderen) H01I6A Verkeerskunde basis 85 Verhouding tussen intensiteit en capaciteit op het wegennet van de Vlaamse Ruit H01I6A Verkeerskunde basis 86 H01I6A Verkeerskunde basis 87