vision nr. 13 - MEI 2013 >> VITO bouwt mee aan een duurzame chemie Innovatieve procestechnieken als speerpunt >> Chemische sector maakt werk van waterkringlopen >>CO2 en algen als bouwstenen van een groene chemie >> Intelligent reactorsysteem voor biochemicaliën >> VITO-technologie zorgt voor doorbraak in procesintensificatie >> In de kijker >> KMO vindt vito! VITO VISION 13 - mei 2013 2 Duurzame chemie: fictie of uitdaging? D e chemische sector speelt een hoofdrol in de Vlaamse economie. Om die rol vandaag en ook in de toekomst te kunnen blijven spelen, trekt de sector voluit de kaart van duurzame chemie. Innovatieve en duurzame procestechnieken zijn daarin onontbeerlijk. Bij VITO leggen we mee de basis van duurzame chemie, vanuit een expertvisie op duurzaamheid, technologie en innovatie. Efficiënte en rendabele reacties, een weloverwogen gebruik van grondstoffen, duurzaam watergebruik, het sluiten van materiaalkringlopen en de productie van hernieuwbare chemicaliën zijn speerpunten van ons onderzoek. Fossielgebaseerde grondstoffen moeten worden vervangen door hernieuwbare grondstoffen. VITO helpt de chemische industrie in die zoektocht en ontwikkelt technologieën om van reststromen bruikbare grondstoffen te maken. Daarbij richten we ons vooral op biomassa, rest- en afvalstromen en ook op CO2 als koolstofbron voor nieuwe chemicaliën. Algen kunnen bijvoorbeeld CO2 omzetten in biomassa die waardevolle bestanddelen bevat. Ze worden dan ook meer en meer beschouwd als een bepalende grondstof voor de industrie van de toekomst. Daarnaast werken we aan een duurzame totaaltechnologie om organische reststromen en CO2 met behulp van elektrochemische conversie en hernieuwbare energie om te zetten in ‘hernieuwbare’ chemicaliën. Ook water is een (dure) grondstof voor de chemische sector. Via procesintensificatie en gesteund op vroeger VITO-onderzoek helpen we de sector waterkringlopen te sluiten, waardoor water beter en efficiënter wordt ingezet. Omgekeerd levert de chemische industrie innovatieve oplossingen en technologieën voor waterzuivering en -hergebruik. In het Europese initiatief ChemWater verenigen de watersector en de chemische industrie hun expertise om de wereldwijde wateruitdagingen aan te pakken. Duurzame chemie is geen fictie maar een opportuniteit voor Vlaanderen. Laten we er samen aan werken! Dirk Fransaer Gedelegeerd bestuurder 3 VITO VISION 13 - mei 2013 Vlaanderen ontleent zijn economische welvaart voor een groot deel aan de sterke aanwezigheid van de chemische sector. De omzet per capita uit die industrietak is nergens ter wereld zo groot als in België. Dat is te danken aan onze logistieke bases die via de havens, pijpleidingen, water- en spoorwegen deel uitmaken van de grootste chemische cluster in de wereld: Antwerp-Rotterdam-Rhein-Ruhr (ARRR). Als we die leidersrol willen behouden, dan moeten we van duurzame chemie een prioriteit maken. Veel van onze chemische bedrijven kunnen al een prima rapport voorleggen op het vlak van energie-efficiëntie en het verminderen van hun milieu-impact. Maar er is nog heel wat marge voor verbetering. Denk maar aan het verder terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen en het sluiten van water- en materiaalkringlopen. ChemWater verenigt chemische industrie en watersector Chemische sector maakt werk van waterkringlopen VITO VISION 13 - mei 2013 4 I n ons land alleen al verbruiken chemiebedrijven per jaar ongeveer 750 miljoen m³ water. Maar water wordt steeds schaarser. Daarom zoekt de industrie in heel Europa naar oplossingen om eco-efficiënt met water om te gaan. De watersector en de chemie vinden elkaar in het Europese forum ChemWater. In bijna alle chemische industrieën wordt water gebruikt in het product of productieproces. Dat betreft de productie van basischemicaliën, pesticiden en agrochemische producten, verf en lak, zeep, reinigingsmiddelen, parfums, shampoo, farmaceutische grondstoffen en oplossingen … Het lijdt dan ook geen twijfel dat de chemische industrie een grote industriële watergebruiker is. 90 procent van het water dat de sector gebruikt, komt van oppervlaktewateren en wordt vooral gebruikt als koelwater voor industriële processen. Al jaren maakt de chemische industrie werk van een diversificatie van haar waterbronnen. Zo probeert de sector de druk op de voorraden kwaliteitswater te verminderen. Niet alleen levert de chemiesector veel inspanningen om het waterverbruik fors te doen dalen; de chemische industrie biedt ook innovatieve oplossingen om de wereldwijde wateruitdagingen aan te pakken. Dat is een nieuwe invalshoek: die van ‘chemie voor water’, naast het meer traditionele ‘water voor chemie’. Het Europese forum ChemWater maakt die invalshoek concreet. ChemWater werkt aan de ontwikkeling van een langetermijnvisie en strategische acties voor de realisatie van een optimaal industrieel watermanagement. Het project wordt gefinancierd door de Europese Commissie onder het Zevende Kaderprogramma. ChemWater vloeide voort uit de samenwerking tussen het Europese Technologieplatform voor Duurzame Chemie SusChem en het Europese Waterplatform WssTP. Naast het Nederlandse onderzoekscentrum TNO, Suez Environment, Veolia en de Europese Raad voor de chemische industrie Cefic maakt ook VITO deel uit van de onderzoeksgroep. E4Water: economisch, ecologisch en efficiënt Een concreet resultaat van de strategische samenwerking tussen SusChem en het WssTP is het grootschalige onderzoeksproject E4Water. E4Water staat voor ‘Economically and Ecologically Efficient Water Management in the European Chemical Industry’. Daarbij werken negentien partners uit negen Europese landen demonstratieprojecten uit om nieuwe geïntegreerde benaderingen, methodologieën en procestechnologieën te ontwikkelen, testen en valideren. Doel: het waterbeheer in de chemische industrie efficiënter en duurzamer maken. VITO is één van de centrale onderzoekspartners in demonstratieprojecten bij de bedrijven Solvic, SolVin en Procter & Gamble. De keuze van die cases is het resultaat van een intensieve stakeholdersdialoog. Zo verzekert men de relevantie van de demonstraties voor de chemische industrie. Verwacht wordt dat de gedemonstreerde technologieën en processen het waterverbruik van een gemiddeld bedrijf met 20 tot zelfs 40 procent kunnen verminderen. De hoeveelheid afvalwater zou met 30 tot 70 procent dalen en het energieverbruik met 15 tot 40 procent. Erkenning van de waterproblematiek Inge Genné van VITO: “De Europese chemische industrie is zowel een grootverbruiker van water als een belangrijke technologische speler. Daarom is het heel zinvol dat ChemWater de chemische procesindustrie en de watersector verenigt. Samen met onze partners analyseren we mechanismen voor een snellere commercialisering van betere materialen, technologieën en processen. Zo kan de chemische sector heel wat innovatie-impulsen geven op het gebied van watertechnologie en -management. Denk maar aan een doorgedreven waterzuivering en procesintensificatie met behulp van nieuwe scheidingsprocessen, innovatieve membraanmaterialen, industriële biotechnologie, nanotechnologie enzovoort.” In Europa wordt intensief onderzoek gevoerd naar waterkringlopen, maar dat is vaak nog erg versnipperd. Om het onderzoek naar duurzaam waterbeheer beter te structureren, zet de Europese Commissie in het kader van het EU 2020-vlaggenschipinitiatief ‘InnovatieUnie’ dit jaar het Europees Innovatie Partnerschap (EIP) voor Water op de rails. Met dat EIP wil Europa de brug slaan tussen de wetenschap en de toepassing van innovatieve oplossingen in de praktijk. Inge Genné: “Het EIP voor Water is een belangrijke stap om het Europese onderzoek te rationaliseren en bundelen. Het is ook een sterk signaal dat Europa de waterproblematiek erkent. VITO werkt daar actief aan mee, als lid van het WssTP, via ChemWater en via de EIP-werkgroep binnen Cefic.” Meer info: [email protected] www.chemwater.eu – www.e4water.eu 5 VITO VISION 13 - mei 2013 Van nieuwe scheidingsprocessen tot nanotechnologie Nieuwe grondstoffen voor hernieuwbare chemicaliën CO2 en algen als bouwstenen van een groene chemie A lgen zijn de nieuwe biogrondstoffen van de toekomst. Ze kunnen gebruikt worden voor voedsel en veevoer, maar ook als chemicaliën (verven, kleurstoffen, antioxidanten, plastics …). Daarnaast kan algenproductie het CO2-gehalte in de lucht doen dalen. Ook voor Vlaanderen zijn er belangrijke opportuniteiten. VITO VISION 13 - mei 2013 6 Algen vormen als hernieuwbare grondstof een interessant alternatief voor derivaten op basis van aardolie. Ze bevatten veel waardevolle bestanddelen die moeilijk aan te maken zijn langs synthetische weg. Denk maar aan eiwitten, vetten, olie, maar ook kleurstoffen en antioxidanten. Bovendien nemen algen CO2 en nutriënten op. Niet alleen de chemische industrie volgt de laatste ontwikkelingen in het algenonderzoek op de voet; ook de (vee)voedings- en farmaceutische industrie en de energiesector tonen veel belangstelling. Vlaams Algenplatform Verschillende Vlaamse onderzoekscentra, kennisinstellingen en bedrijven zetten algenonderzoek en demonstratieprojecten op. Om die initiatieven op elkaar af te stemmen en te stroomlijnen, én om stakeholders correct te informeren over algen en algenkweek, werd het Vlaams Algenplatform opgericht. Het platform is in 2009 gestart als vrijwillig initiatief van een aantal spelers in de Vlaamse algenwereld. VITO was één van hen. Bert Lemmens van VITO: “Tot vorig jaar functioneerde het Vlaams Algenplatform dankzij de vrijwillige bijdrage van de initiatiefnemers. Sinds eind 2012 wordt het Vlaams Algenplatform gefinancierd via de nieuwe competentiepool FISCH. Hierdoor kunnen we samen met de Universiteit Gent en het Innovatiesteunpunt van de Boerenbond, die partners zijn in het project, de algen nog meer promoten en de initiatieven beter kanaliseren. Ook vertegenwoordigen we zo het Vlaamse algenonderzoek in het buitenland en treden we met een visie naar buiten om een Vlaams beleid hiervoor te ondersteunen.” VITO is een trekker in het onderzoek naar algen met focus op het oogsten, mediumhergebruik en ‘downstream processing’. Zo sloegen VITO en Thomas More Kempen (voorheen KH Kempen) voor het EFRO-investeringsproject Sunbuilt de handen in elkaar om de kweek en het gebruik van algen te ontwikkelen en toe te passen. Sunbuilt loopt nog tot eind 2013; het project moet van algen een volwaardig landbouwgewas maken en die vorm van biogebaseerde economie op de rails zetten. Het gaat om de productie van algen, de continue oogst en de verwerking tot een brede waaier van eindproducten. Die eindproducten kunnen algen zijn, maar ook extractieproducten. De reststromen van die processen zullen ook gevalideerd worden als voedings- of veevoedingsadditieven. Bert Lemmens: “Samen met Thomas More Kempen bouwen we een pilootinstallatie van 100 m² voor algenkweek. De hogeschool staat in voor het kweken van de algen; VITO optimaliseert de oogst, het waterhergebruik en de technieken om waardevolle producten uit de algen te halen. Dat zijn bijvoorbeeld (vee)voedingsadditieven, cosmetica en chemicaliën zoals omega-vetzuren, antioxidanten, kleurstoffen en organisch gebonden mineralen. De grootte van de kweekinstallatie is afgestemd op de productie van voldoende grote hoeveelheden voor labowerk en de productie van stalen voor applicatietests.” Meer info: [email protected] www.vlaamsalgenplatform.be www.sunbuilt.be Bioplastics maken uit CO2 Met de nieuwe generatie bioplastics wordt het misschien wel mogelijk om textielcomponenten te maken van afvalstromen. Zelfs CO2 kan dienen als grondstof. VITO ontwikkelt een fermentatieproces om die bioplastics te produceren. Ze zijn een goedkoop én duurzaam alternatief voor plastics van petrochemische oorsprong. Bioplastics worden gebruikt als plastic winkelzakjes of zelfs als tapijten op beurzen. Ze worden veelal gemaakt uit natuurlijke producten, zoals zetmeel gewonnen uit aardappels of maïs. Afhankelijk van de grondstoffen die gebruikt worden, kan er dus competitie optreden met de voedselproductie. Door afvalstromen te gebruiken kunnen bioplastics wél een duurzaam alternatief vormen voor plastics van petrochemische oorsprong. Er zijn dan geen landbouwproducten nodig. Zelfs CO2 kan dienen als grondstof voor bioplastics. Fermentatieproces Linsey Garcia-Gonzalez van VITO: “In het kader van een MIP-project ontwikkelen we een fermentatieproces voor de productie van bioplastics. Als uitgangspunt gebruiken we industriële afvalstromen. We onderzoeken ook welke afvalstromen geschikt zijn om bioplastics te produceren en waar die stromen beschikbaar zijn. We denken daarbij aan CO2, maar ook aan glycerol, afkomstig van de biodieselindustrie.” Het fermentatieproces optimaliseren is geen sinecure. Een belangrijke uitdaging is de dosering van waterstof in de reactie. Linsey Garcia-Gonzalez: “Het gebruik van waterstof is noodzakelijk voor de vorming van de biopolymeren, maar kan met zuurstof wel zorgen voor een knalgasreactie. Om het fermentatieproces technisch haalbaar te maken moeten we aantonen dat we onder het explosieniveau kunnen blijven.” Textielmateriaal Ook de verwerking van biopolymeren in textielmateriaal wordt onderzocht en het marktpotentieel wordt onder de loep gehouden. VITO werkt voor dat project samen met drie industriële partners: Beaulieu International Group, KH Engineering en Tessenderlo Group. Het MIP-project wordt eind 2013 afgerond. Meer info: [email protected] 7 VITO VISION 13 - mei 2013 Sunbuilt CO2 en organische reststromen als grondstof voor chemische industrie Intelligent reactorsysteem voor biochemicaliën V ITO werkt aan een totaaltechnologie om de productie van chemicaliën duurzamer te maken. Met behulp van elektrochemische conversie en hernieuwbare energie worden organische reststromen en CO2 omgezet in ‘hernieuwbare chemicaliën’. Bij de ontwikkeling van dat intelligente reactorsysteem komen diverse VITO-expertises kijken. VITO VISION 13 - mei 2013 8 Hout voor allerlei toepassingen, koolzaad voor de energiesector, chemicaliën uit algen: biomassa lijkt wel het nieuwe goud. Florian Graichen van VITO: “De biogebaseerde economie is in opgang en dat is een goede zaak. Het maakt ons immers minder afhankelijk van fossiele brand- en grondstoffen. Maar we willen de druk op biomassa niet te ver opdrijven. Bovendien is biomassaproductie niet noodzakelijk een toonbeeld van duurzaamheid. Net daarom zoeken we steeds meer naar alternatieven voor biomassa. Vooral organische afvalstromen en CO2 hebben veel potentieel.” CO2-reservoir Organische afvalstromen en CO2 zijn inderdaad overvloedig beschikbaar. Maar waar ligt het potentieel dan precies van die grondstoffen? Karolien Vanbroekhoven van VITO: “Via microbiële elektrosynthese slagen we erin om niet alleen organische afvalstromen, maar ook CO2 in chemicaliën om te zetten. Chemicaliën krijgen zo een rol toebedeeld als CO2reservoir en kunnen bijdragen tot de strijd tegen de klimaatverandering. Door die technologie zijn ook minder grondstoffen en energie nodig. We verwachten dan ook dat elektrochemische conversie meer en meer op de voorgrond zal treden in de chemische industrie.” “De bio-elektrochemische systemen die we onderzoeken, werken als volgt: als we de katalysator in een brandstofcel vervangen door een biokatalysator (bijvoorbeeld een micro-organisme) en het elektrische stroom geven, dan neemt het CO2 of een ander substraat op, dat wordt gereduceerd. Als resultaat krijg je een stroomgedreven productie van allerhande biobrandstoffen of biochemicaliën zoals methanol, dimethylether, mierenzuur en andere fijnchemicaliën.” Om CO2 elektrochemisch om te zetten naar duurzame chemicaliën ontwikkelt VITO unieke elektroden en membranen. Smart grids “Op termijn willen we individuele brandstofcellen ook opschalen naar een reactorsysteem”, zegt Patrick Vanschoubroek van VITO. “Dat systeem willen we ‘intelligent’ maken door er onze kennis over smart grids in te integreren. Het heeft geen zin om voor de werking van de reactor fossiele brandstoffen aan te spreken en dan te claimen dat het systeem duurzaam is. Het gebruik van hernieuwbare energie ligt voor de hand, maar de beschikbaarheid ervan is veel moeilijker te voorspellen dan voor fossiele brandstoffen. Een intelligent reactorsysteem wordt zo ingesteld dat het alleen chemicaliën produceert als hernieuwbare energie rechtstreeks of via buffering ter beschikking is. De ontwikkeling van zo’n reactorsysteem vraagt om een geïntegreerde aanpak, waarvoor we binnen VITO verschillende kennisdomeinen aanspreken. Die aanpak heeft op korte tijd twee patenten opgeleverd.” Meer info: [email protected] [email protected] Shared Research Center Biobased Aromatics Op 5 maart 2013 ging het Shared Research Center Biobased Aromatics officieel van start. Dat platform is een grensoverschrijdend initiatief van de Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO), VITO en de Green Chemistry Campus, onderdeel van de Biobased Delta. Het Shared Research Center Biobased Aromatics moet een antwoord bieden op het toenemende tekort aan aromaten uit de petrochemische industrie. Het Shared Research Center gaat onderzoeken hoe bioaromatische verbindingen uit agroreststromen kunnen worden ontwikkeld. Door het gebruik van hernieuwbare grondstoffen breekt het platform een lans voor een biogebaseerde economie. Binnen vijf jaar wil het uitgroeien tot één van de topinstellingen ter wereld op dat domein. Meer info: [email protected] Membraantechnologie verhoogt efficiëntie van chemische reacties VITO-technologie zorgt voor doorbraak in procesintensificatie V Veel chemische productieprocessen zijn nog gebaseerd op 19de-eeuwse methoden waarbij men batchtechnologieën gebruikt voor reacties en scheidingen. Hiermee kan men chemicaliën van een hoge zuiverheid produceren, maar de keerzijde is dat die methoden niet efficiënt zijn en veel tijd vergen. Langzamerhand worden ze daarom vervangen door meer procesintensieve technologieën. In die innovatieve systemen worden de chemische processen niet gelimiteerd door de technologie, maar door de chemische verschijnselen zelf. Dat zorgt voor een enorme toename aan efficiëntie en controleerbaarheid, waardoor er bespaard wordt op grondstoffen, energie en afvalproductie. Ook kan men zo een hogere opbrengst en kwaliteit realiseren. Solvent recycleren Een voorbeeld van inefficiënte chemische reacties zijn de zogenaamde macrocyclisatiereacties. Hoewel moleculen met een structuur van macrocycli meer gangbaar worden als actief farmaceutisch ingrediënt, is hun massaproductie erg duur en zelfs problematisch. Dat komt omdat ze in een zeer verdund milieu moeten plaatsvinden om ongewenste secundaire reacties te vermijden. VITO ontwikkelde daarom een technologie die die reacties een pak efficiënter moet maken: ‘Volume Intensified Dilution’ of kortweg VID. Roel Vleeschouwers van VITO: “Door het reactiemengsel over een membraan heen te sturen, kunnen we het solvent recycleren. Zo creëren we een verdund milieu zonder enorme hoeveelheden solvent te verspillen. Momenteel slagen we er met die techniek in om reacties tot 40 procent efficiënter te maken. We geloven dat we dat percentage nog kunnen verhogen, voor sommige reacties zelfs tot 80 procent.” Breed toepasbaar “Er zijn twee configuraties mogelijk met VID”, zegt Roel Vleeschouwers. “Een configuratie met een enkel en een configuratie met een dubbel membraan. Beide zijn erg flexibel, waardoor ze verbonden kunnen worden aan de standaardreactoren uit de chemische industrie. We spreken dan van reactoren op laboratorium- tot productieschaal.” VITO wil de technologie ook gebruiken om katalysatoren in chemische reacties te recycleren. “Ook hier zijn de eerste resultaten veelbelovend”, zegt Dominic Ormerod van VITO. “Een bijkomende verdienste van VID is dat bepaalde chemische reacties die voorheen als onproductief werden beschouwd, nu opnieuw in de kijker staan. De technologie zit nog in een experimentele fase, maar zodra die volledig op punt staat, is de kans op een brede toepassing erg groot.” Meer info: [email protected] 9 VITO VISION 13 - mei 2013 oor bepaalde chemische reacties uit de farmaceutische industrie is 6 000 liter solvent nodig om 50 kilogram product te vormen. ‘Volume Intensified Dilution’ (VID), een technologie van VITO waarvoor het patent in aanvraag is, maakt die reacties een pak efficiënter door het solvent over een membraan heen te sturen, waardoor hergebruik mogelijk wordt. VITO streeft zelfs naar een efficiëntieverhoging van 80 %. In de kijker VITO-DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2012 VITO VISION 13 - mei 2013 10 Zopas verscheen het VITO-duurzaamheidsverslag 2012, zowel in printversie als in de vorm van een eigen website. Het duurzaamheidsverslag biedt een overzicht van de werking, projecten en resultaten van VITO. Centraal dit jaar staat de fundamentele en duurzame hertekening van onze systemen om de uitdagingen van de klimaat-, voedsel-, water-, bevolkingscrisis … aan te gaan. Met vijf nieuwe – geheroriënteerde – onderzoeksprogramma’s, alle ingebed in het transitiedenken, bouwt VITO mee aan wetenschappelijk, maatschappelijk en economisch verantwoorde oplossingen voor een wereld in verandering. Zo moet een groene industrie het hebben van innovatie, van steeds nieuwere en betere technologieën. Als het erom gaat bedrijven klaar te stomen voor een groene toekomst, levert VITO een grote bijdrage tot de procesintensificatie. VITO zet bijvoorbeeld sterk in op de ontwikkeling van bio-elektrochemische systemen die, vertrekkende van reststromen, chemicaliën produceren. Schaarse ruimte en materialen goed benutten Niet alleen ruimte, maar ook materialen en grondstoffen moeten we slim gebruiken. Grondstoffeneffectieve productie en het opnieuw inzetten en recycleren van materialen – beide geïnspireerd door het levenscyclusdenken – vormen de speerpunten van een nieuw onderzoeksprogramma bij VITO. Zo zoekt VITO mee naar mogelijkheden om materialen uit oude flatscreen-tv’s te recupereren. Daarnaast optimaliseert VITO het laseroplassen, een techniek binnen de additieve vormgeving die een revolutie in de maakindustrie teweegbrengt. Duurzame gezondheid en energiesystemen van de toekomst VITO schenkt ook steeds meer aandacht aan onderzoek naar toxicologie, milieu- en biomonitoring en modellering van complexe milieugezondheidsproblemen. Zo coördineerde VITO de Europese pilootstudie DEMOCOPHES, een meetcampagne die peilt naar de aanwezigheid van mogelijk schadelijke stoffen bij inwoners van zeventien EU-landen. VITO werkt mee aan de verbetering van medische behandelingen van kanker. Het onderzoek naar eiwitten en hun interacties in een cel – het proteoom – is baanbrekend. Door die eiwitten te analyseren kan men immers meer leren over het gedrag en de groei van tumoren en zo nieuwe therapieën ontwikkelen. Natuurlijk knoopt VITO ook aan bij de nood aan innovatie op het gebied van energieproductie, -distributie en -transport. VITO zet in op slimme energiesystemen, die inspelen op de variabele opwekking van hernieuwbare energie. Zo werkt VITO mee aan gestandaardiseerde interfaces om energieverbruikende toestellen intelligent aan te sturen. Bovendien zoekt VITO samen met de KU Leuven naar valorisatiemogelijkheden voor geothermische toepassingen in gebouwen. Ook ruimte is een natuurlijke ‘grondstof’ waarmee we behoedzaam moeten omspringen. Met geavanceerde sensoren en meetplatformen draagt VITO bij tot een duurzaam gebruik van land en ruimte. SAVEWATER is daar een mooi voorbeeld van. Dat monitoringsysteem voor oppervlaktewater combineert geautomatiseerde sensoren op onbemande vaartuigen met aardobservatie. Ook de computermodellen van VITO brengen een duurzaam landgebruik dichterbij. Zo nam VITO op vraag van de Europese Unie modellen over de internationale handelsstromen onder de loep om de wereldwijde ontbossing ten gevolge van consumptie in kaart te brengen. D U U R Z A A M H E I D S V E R S LA G 2 0 1 2 Dat alles en veel meer leest u in het VITO-duurzaamheidsverslag 2012. 2 1 0 2 G ADLUSURREZVASADMI EHHE MI DASAVZERRUSULAD G 2 0 1 2 Surf naar www.vito.be/duurzaamheidsverslag2012 VITO is al jarenlang onderzoekspartner van de Vlaamse overheid op het vlak van duurzaamheid. Als inspiratiebron voor toekomstige, gezamenlijke projecten stelde VITO op 1 februari 2013 vijf onderzoekstopics voor aan zeventig medewerkers van de Vlaamse overheid. Deze topics kwamen aan bod: de transitie naar slimme elektriciteitsmeters en een intelligent elektriciteitsnet, het uitdrukken van de waarde van de natuur in euro’s, binnenshuis gerust ademhalen, drones in Vlaanderen en het gebruik van aardobservatiedata. Die inspirerende en verrassende verhalen waren ook voor de aanwezige niet-experts toegankelijk. Meer info: [email protected] STUDIEDAG SMARTKAS Ter afsluiting van het project ‘Smartkas’ werd op 17 januari 2013 een studiedag georganiseerd, met als thema ‘Gecontroleerd telen op basis van plantgedrag en energieverbruik’. Op de bedrijfssite van tomatenteler Tomaline kwamen meer dan honderd vertegenwoordigers, onderzoekers en ervaringsdeskundigen samen om de ontwikkelingen op het vlak van plantmonitoring en energiebeheer te bespreken. In het kader van het Smartkas-project werden de resultaten toegelicht van de meetcampagne op de pilootinstallaties in de proefcentra van Sint-Katelijne-Waver en Hoogstraten. Tot slot kregen de tuinders richtlijnen voor de klimaatregeling van de serre. Om duurzaam groenten te telen moet de tuinbouwsector bewust omgaan met het energieverbruik in de serre. Bovendien moet men oog hebben voor de opbrengst en kwaliteit van het product. Enkel zo kan de rendabiliteit van de glasgroenteteelt in Vlaanderen gegarandeerd blijven. Het SmartKas-project speelde hierop in door onderzoek te voeren naar energiebesparing met geconditioneerd telen te combineren met fytomonitoring om de productie en vruchtkwaliteit te optimaliseren. Het project liep vier jaar en werd gesteund door het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT). Meer info: [email protected] INNOVEREN MET MATERIALEN Bedrijven worden de laatste jaren geconfronteerd met stijgende materiaal- en energiekosten. Een doordachte inzet van nieuwe materialen en innovatieve materiaaltechnologieën is daarom cruciaal. In het boek Innoveren met materialen vinden bedrijven inspirerende voorbeelden en concrete pistes om meteen aan de slag te gaan. Bovendien maakt u in het boek kennis met de 3P-scan, een instrument waarmee u zelf uw bedrijf kunt doorlichten om duurzame materiaal-innovatie te vertalen naar de praktijk. Meerdere VITO-medewerkers leverden een bijdrage aan dat boek. OpenRaam is een initiatief van de Universiteit Antwerpen, KU Leuven - Materials Research Centre (MRC), Sirris (Collectief Centrum van de Belgische Technologische Industrie) en VITO, met steun van het 11 VITO VISION 13 - mei 2013 VITO-PROEVERTJES INSPIREREN In de kijker VITO VISION 13 - mei 2013 12 Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en de Vlaamse regering. Hun bevindingen en ervaringen vormden de basis voor Innoveren met materialen. OpenRaam wil bedrijven stimuleren om hun processen en producten duurzamer te maken via een weloverwogen toepassing van innovatieve materiaaltechnologie. U kunt het boek bestellen via: www.lannoo.be/innoveren-met-materialen. Meer info: [email protected] www.openraam.eu DETECTIE VAN PLATGEBRANDE OPPERVLAKKEN OP WERELDSCHAAL Sinds 2012 produceert VITO op basis van aardobservatiegegevens een wereldkaart van platgebrande oppervlakken. De detectie daarvan gebeurt via de dagelijkse beelden van de VEGETATION-sensor op de SPOT5-satelliet, met een pixelgrootte van een vierkante kilometer. Om de tien dagen worden de beelden verwerkt en komt er een nieuwe kaart online beschikbaar. Hiervoor werkt VITO nauw samen met de University of Leicester, die het algoritme definieerde. Momenteel is een tijdsreeks van die tiendaagse kaarten beschikbaar sinds 1999. Daardoor kunnen wetenschappers onderzoek doen naar langetermijntrends en de mogelijke impact van zulke branden op de klimaatverandering. Met die informatie kunnen overheden maatregelen nemen om het beheer van onze natuurlijke hulpbronnen te verbeteren en de CO2-uitstoot te verminderen. Meer info: [email protected] PROBA-V: MIJLPAAL IN BELGISCHE RUIMTEVAART Vijftien jaar lang hebben de VEGETATION 1- en VEGETATION 2-instrumenten aan boord van de SPOT4- en SPOT5-satellieten de wereldwijde vegetatie in kaart gebracht. Daardoor beschikken we nu over essentiële informatie over oogstvoorspelling, ontbossing, verwoestijning … De technische en wetenschappelijke realisaties uit die periode en de toekomstperspectieven worden toegelicht tijdens de Probing Vegetation Conference. Die vindt plaats op 4 en 5 juli in Antwerpen en wordt georganiseerd door BELSPO en VITO. Gedreven door het succes van SPOT-VEGETATION heeft België een nieuwe satelliet ontworpen: PROBA-V. PROBA-V staat voor ‘Project for On-Board Autonomy – VEGETATION’. In tegenstelling tot SPOT-VEGETATION is PROBA-V een microsatelliet die niet groter is dan een wasmachine. Toch kan die satelliet de aarde monitoren met een drie keer hogere spatiale resolutie: dagelijks wordt de hele wereld opgenomen in pixels van 1/3 kilometer. Die gegevens zijn onontbeerlijk voor studies over de klimaatverandering en ‘global change’. PROBA-V is gemaakt door een Belgisch consortium in opdracht van ESA, het Europees Ruimtevaartagentschap. ‘Prime contractor’ QinetiQ Space heeft samen met OIP Sensor Systems de satelliet ontwikkeld. VITO trad op als ‘principal investigator’ en ontwikkelde het gebruikerssegment. Zodra de satelliet operationeel is, staat VITO in voor de verwerking, opslag en distributie van de data en beelden. PROBA-V is de eerste missie voor globale landmonitoring die volledig ontworpen is door de Belgische industrie. Meer info: [email protected] http://proba-v.vgt.vito.be VITO heeft een overeenkomst gesloten met De Watergroep, het grootste drinkwaterbedrijf van Vlaanderen (de vroegere VMW) en het Nederlandse KWR Watercycle Research Institute. Samen zetten ze hun schouders onder toegepast onderzoek om de drinkwaterproductie te verbeteren en duurzamer te maken. Zo start in 2013 onderzoek naar een betere karakterisatie van watervoerende lagen, valorisatie van reststromen en innovatieve ontzoutingstechnieken. Resultaten van het onderzoek zullen internationaal verspreid worden, onder meer via het Watershare®netwerk van nationale waterkenniscentra. De overeenkomst stelt zich expliciet open voor bijkomende partners actief in de watersector. Om CO2-neutraal te worden tegen 2050 moet Gent inzetten op verschillende strategieën tegelijk: de effectiviteit van het bestaande beleid verhogen, een groter draagvlak creëren voor vergaande CO2reducties en focussen op innovatieve technologieën en systeemveranderingen. 13 Meer info: [email protected] www.gentsklimaatverbond.be/study/energiestudie-0 GEZONDHEIDSEFFECTEN VAN LUCHTVERVUILING BIJ KINDEREN Meer info: [email protected] GENT CO2-NEUTRAAL TEGEN 2050 Gent wil tegen 2050 een CO2-neutrale stad worden. Om die ambitie beter te kunnen monitoren liet de stad in 2009-2010 een CO2-nulmeting uitvoeren voor de emissies van 2007. Die CO2-inventaris werd in 2012 geactualiseerd met emissies voor 2009. Nu bereidt Gent een ambitieus klimaatplan 2013-2050 voor als ‘roadmap’ naar CO2-neutraliteit. In opdracht van de stad Gent ontwikkelde VITO een afwegingskader om het CO2-reductiepotentieel te evalueren. Daaruit blijkt dat het technisch haalbaar is om de CO2-uitstoot van Gent tegen 2030 te reduceren met 80 procent. Maar Gent staat voor grote uitdagingen. Er zijn zware investeringen in infrastructuur nodig, zoals de grootschalige inzet van voertuigen op aardgas onder druk (CNG) of waterstof, of de inzet van elektrische voertuigen. Die investeringen zullen bovendien enkel effect hebben als ze passen in een bredere inspanning op Europees niveau. Ook warmtenetten en de grootschalige inzet van PV en wind vereisen investeringen in het energiesysteem en/of opheffing van bestaande systemen. Het vermijden/verminderen van verkeersblootstelling bij een gevoelige groep zoals jonge kinderen moet een (beleids)prioriteit zijn. Zo besluit een studie uitgevoerd door VITO, de Universiteit Hasselt en het Provinciaal Instituut voor Hygiëne in opdracht van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie, de Vlaamse Milieumaatschappij en het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Volgens het onderzoek moet men ook extra aandacht besteden aan de luchtkwaliteit bij het (ver)bouwen van scholen. Het onderzoek nam de gezondheid van ongeveer 130 kinderen onder de loep, zowel in de lente als herfst van 2011. Ongeveer de helft van die kinderen liep school in een verkeersdrukke omgeving; de andere helft ging in een verkeersluwe omgeving naar school. De lengte, het gewicht, de bloeddruk, ontstekingsmerkers en allergische reacties werden gemeten; ook stalen van urine, ademlucht, ademvocht, neusslijm en speeksel werden genomen. Het doel: gezondheidseffecten linken aan luchtverontreiniging door verkeer. In de omgeving van beide scholen werden telkens ultrafijne stofdeeltjes (UFP), fijn stof, de zwartekoolstofcomponent van fijn stof (BC) en stikstofoxiden gemeten. Vooral BC en UFP bleken goede parameters om verkeerspollutie in te schatten. Ook werden de concentraties aan BC en NO2 op de thuislocaties ingeschat op basis van metingen. In het algemeen was er geen significant verschil tussen de meetresultaten op de speelplaats van beide scholen. Aan de voorkant van de school gelegen in een VITO VISION 13 - mei 2013 OPERAQUA: DUURZAAM WATERONDERZOEK In de kijker VITO VISION 13 - mei 2013 14 verkeersdrukke omgeving bleken bepaalde concentraties echter wel tot tweemaal hoger dan op de speelplaats die achteraan is gelegen. Het onderzoek vestigt de aandacht op de blootstelling aan luchtvervuiling bij jonge kinderen. Om die gevoelige groep te beschermen moet men bij de bouw en verbouwingswerken van scholen oog hebben voor de inplanting en maatregelen die de negatieve impact op de luchtkwaliteit kunnen beperken. Meer info: [email protected] (luchtmetingen) [email protected] (gezondheidsonderzoek) KWIKVERVUILING: EEN DURE ZAAK De aanpak van kwikvervuiling zou de Europese Unie 10 000 miljoen euro per jaar kunnen besparen. Dat blijkt uit een Europees onderzoek op basis van de DEMOCOPHES-studie over blootstelling aan milieuchemicaliën om het effect van het neurotoxine methylkwik (MeHg) op mensen in te schatten. Omdat zout- en zoetwaterdieren MeHg opslaan, loopt de mens het grootste risico op blootstelling door het eten van vis. Jaarlijks worden 1,5 à 2 miljoen kinderen in de EU geboren met blootstellingen aan MeHg boven de veilige grens van 0,58 µg/g. Bovendien zouden ruim 200 000 kinderen blootgesteld zijn aan meer dan 2,5 µg/g, het aanbevolen maximum van de Wereldgezondheidsorganisatie. Blootstelling aan MeHg tast bij mensen de ontwikkeling van de hersenen aan. Dat leidt tot een lager IQ en dus potentieel tot minder inkomsten. De maatschappelijke kosten daarvan kan men berekenen als het loonverlies per persoon tijdens zijn hele loopbaan. Daarbij houdt men nog geen rekening met andere gevolgen van hersentoxiciteit of het risico op cardiovasculaire aandoeningen. Door het inperken van kwikvervuiling zou men jaarlijks 600 000 IQ-punten kunnen winnen. Dat levert een financieel voordeel op van 8 à 9 miljard euro per jaar voor de hele EU. Die aanpak vergt echter een wereldwijde samenwerking op het vlak van beleid en reductie aan de bron. De onderhandelingen in het kader van het Milieuprogramma van de VN zijn alvast een stap in de goede richting. VITO werkte mee aan het Europese project DEMOCOPHES waarin de kwikgehalten werden gemeten in moeders en kinderen uit 17 Europese landen. Dit onderzoek werd gefinancierd door het Life+ Europese Onderzoeksprogramma (LIFE09 ENV/ BE/000410) én door de deelnemende landen. Meer info: [email protected] Smart City Event | 29 & 30 mei 2013 | Amsterdam RAI Eind mei 2013 vindt de derde editie van het Smart City Event plaats in Amsterdam. Een grootschalige Europese conferentie waar alle steden, netbeheerders, energiebedrijven, industriële organisaties en technologische partijen en kennisinstituten samenkomen om kennis te delen over het realiseren van Smart City-projecten. Amsterdam Smart City is de officiële gastorganisatie van het Smart City Event. VITO is partner van het Smart City Event. Speciaal daarom ontvangen relaties van VITO een korting van 20 % op de deelnameprijs. Meer info: www.smartcityevent.com [email protected] OPTIMALISATIETOOL VOOR BIODIVERSITEIT In het kader van het Vlaamse biodiversiteitsbeleid werd de OptimalisatieTool ontwikkeld om de natuurdoelen of specifieke instandhoudingsdoelstellingen per Natura 2000-gebied op te maken. Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), het Instituut voor Natuuren Bosonderzoek (INBO) en VITO werkten samen aan dat complexe modelplatform en software-instrument. Concreet is de OptimalisatieTool een verdere ontwikkeling van het RuimteModel Vlaanderen van VITO. Naast het ondersteunen van simulatie en onderzoek van toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen kan het ingezet worden voor een optimale invulling van de beperkt beschikbare Vlaamse ruimte. Met een resolutie van één hectare kan men landgebruik en functies in de ruimte plaatsen die beantwoorden aan een set van vooraf bepaalde (ruimtelijke) criteria. In de toekomst wordt de OptimalisatieTool uitgebreid met nieuwe rekenregels en functionaliteiten. Daardoor zou het ANB de tool kunnen gebruiken voor de ontwikkeling en implementatie van de natuurrichtplannen in de speciale beschermingszones van Vlaanderen. Meer info: [email protected] BAT4MED Het project BAT4MED wil het milieu in het Middellandse Zeegebied beschermen en de negatieve impact van vervuilende industriële activiteiten minimaliseren. BAT4MED staat voor ‘Boosting Best Available Techniques in the Mediterranean Partner Countries’ en wordt gefinancierd door het Zevende Kaderprogramma van de Europese Commissie. BAT4MED onderzoekt of men de EU-benadering van geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (IPPC) ook kan toepassen in niet-EU-landen in het Middellandse Zeegebied. Bovendien bevordert en ondersteunt het project de Beste Beschikbare Technieken (BBT) in de nationale milieuprogramma’s. VITO speelt als partner een belangrijke rol bij de technische uitvoering van het project. Eerst onderzocht BAT4MED welke industriële sectoren in de mediterrane partnerlanden de grootste negatieve impact hebben op mens en milieu. Na de selectie van de zuivel- en textielindustrie analyseerde men de huidige technieken en bijhorende emissie- en verbruiksniveaus. Bovendien wil men ook een methodologie ontwikkelen om te bepalen welke technieken de ‘beste beschikbare’ zijn. De resultaten van dat onderzoek zijn opgenomen in de BBT-sectorrapporten. De rapporten voor de zuivel- en textielindustrie kunt u raadplegen via www.bat4med.org. Meer info: [email protected] 15 VITO VISION 13 - mei 2013 U kunt gebruikmaken van die speciale korting door op het inschrijvingsformulier op www.smartcityevent.com in het opmerkingenveld de code ‘VITO’ te vermelden. Dit jaar komen praktijkcases aan bod van o.a. Anyang (Korea), Barcelona, Kopenhagen, Yokohama, Dublin, Helsinki, Londen, Manchester en diverse Nederlandse steden. Een kleine greep uit de meer dan 40 sprekers: Norela Constantinescu (Europese Commissie), Paul Bevan (Eurocities), Scott Cain (London), Carolien Gehrels (gemeente Amsterdam) en André Jurjus (Energie Nederland). In de kijker SAMENWERKING VITO-FWO UITGEBREID VITO VISION 13 - mei 2013 16 pproaching sustainability from the perspectives of engineering and multiple scientific disciplines, this book incorporates the concepts of intergenerational equity and ecological capabilities, while promoting scientific rigor for the analysis of sustainability and the use of appropriate metrics to determine the comparative merits of alternatives. The chapters are organized around the key non-technological themes of sustainable industrial chemistry and provide an overview of the managerial principles to enhance sustainability in the chemicals sector. The book strives to provide an intellectual forum and stimulus for defining the roles chemical engineers can play in achieving sustainable development. Suitable for industry and graduate education, this is the one-stop guide to greener, cleaner, economically viable and more efficient chemical industries. Genserik Reniers received his PhD in Applied Economic Sciences from the University of Antwerp, after completing a Master of Science degree in Chemical Engineering at the Vrije Universiteit Brussel. Professor Reniers lectures chemistry and prevention & risk management courses at the University of Antwerp and at the Hogeschool-Universiteit Brussel, both in Belgium. He is also visiting professor Risk Management at the Institute of Transport and Maritime Management in Antwerp. His main research interests concern technological advancement for safety and security and managerial collaboration and interaction between safety and security topics and socio-economic optimization within the chemical industry. He serves as an Associate Editor for the renowned journals Safety Science and Journal of Loss Prevention in the Process Industries. Kenneth Sörensen received his PhD in Applied Economics from the University of Antwerp in 2003. He currently works at the University of Antwerp as a research professor and chairs ANT/ OR, the University of Antwerp Operations Research Group. Kenneth Sörensen specializes in applications and theory of Operations Research/Management Science, and focuses especially on optimization in logistics. He has extensive experience in leading research projects related to this topic and currently supervises several PhD students. Kenneth Sörensen is main coordinator of EU/ME, the largest working group on metaheuristics worldwide and is associate editor for the Journal of Heuristics. Karl Vrancken, is research co-ordinator sustainable resources management and transition at VITO. He has a part-time assignment as professor at the University of Antwerp (Dept. Bioengineering), where he teaches sustainable resources management. After an education as a Doctor in Chemistry (University of Antwerp), he worked as a training and development manager in the environmental engineering industry. He has broad experience as a researcher and project manager in projects on waste management and treatment, secondary raw materials, best available techniques (BAT) and integrated pollution prevention and control. He worked as a Detached National Expert with the European IPPC Bureau in Seville (Spain), where he was the author of the BREF (BAT Reference Document) for the Foundries sector. Karl is a member of the board of PlanC, the Flemish transition arena on sustainable materials management. Since 2008 he is heading a multidisciplinary research team on sustainability assessment and transition, first as a manager, at present as research co-ordinator. Edited by G.L.L. Reniers, K. Sörensen, K. Vrancken Management Principles of Sustainable Industrial Chemistry Theories, Concepts and Industrial Examples for Achieving Sustainable Chemical Products and Processes from a Non-Technological Viewpoint Management Principles of Sustainable Industrial Chemistry De structurele samenwerking tussen het FWO en VITO voor onderzoekers op predoctoraal niveau bestaat al sinds 2009. Die onderzoekers kunnen zich via een doctoraat aan een Vlaamse universiteit verder verdiepen in onderwerpen zoals duurzame energie, groene technologie … Die samenwerking tussen VITO en het FWO wordt nu dus uitgebreid. Vanaf nu komen ook onderzoekers met een doctoraat op zak in aanmerking voor een FWO-VITO-beurs. Die geldt voor drie jaar, moet ook passen in de VITO-onderzoekslijnen en wordt samen door het FWO en VITO gefinancierd (voor ongeveer 75 000 euro per beurs). De chemische industrie heeft al een hele weg afgelegd op het vlak van duurzaamheid. Naast nieuwe technologieën is er een brede waaier van niet-technologische activiteiten. Het boek Management Principles of Sustainable Industrial Chemistry belicht duurzaamheid in de chemie vanuit een multidisciplinaire aanpak. De hoofdstukken geven een overzicht van de managementprincipes om duurzaamheid in de chemische sector te stimuleren. Het boek behandelt de geschiedenis van de sector, het management van processen binnen en tussen bedrijven en de maatschappelijke context. Zo biedt het een inzicht in nieuwe evoluties in duurzaamheidsanalyse, chemical leasing, industriële symbiose, duurzame logistiek … Reniers · Sörensen Vrancken (Eds.) Het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen (FWO) en VITO tekenden op 21 maart 2013 een overeenkomst voor meer gezamenlijke beurzen. Vanaf volgend academiejaar kunnen ook postdoctorale onderzoekers dankzij een FWO-VITO-beurs aan de slag. A Jaarlijks komen er twee extra mandaten, goed voor een gezamenlijke investering van het FWO en VITO van gemiddeld 150 000 euro per jaar. MANAGEMENTPRINCIPES VOOR DUURZAME CHEMIE www.wiley-vch.de Meer info: [email protected] Het boek wil ingenieurs, onderzoekers en managers een forum en stimulans geven om hun rol in het streven naar duurzame ontwikkeling te (her)bekijken. Het is een gids naar een groenere, schonere, economisch gezonde en meer efficiënte chemische industrie. Meer info: [email protected] Bij het begin en het einde van de testfase brengen onderzoekers van VITO de gezondheidstoestand van elke deelnemer in kaart via baanbrekende technieken. Op basis van een netvliesfoto onderzoekt men de kleinste bloedvaten van het hart- en bloedvatenstelsel. Een andere test meet ontstekingsreacties in de longen via de uitgeademde lucht. Ook evalueren de onderzoekers de motoriek, aandacht, visuele herkenning en het geheugen van de senioren. Fit-4-Life 65+ is één van de demonstratieprojecten binnen Lifetech Sensing en wordt gesteund door VITO, Flanders Smart Hub en de provincie Vlaams-Brabant. Meer info: [email protected] De testfase van ‘Fit-4-Life 65+’ ging begin april van start in het Woonzorgcentrum Gravenkasteel in SintAmands. Dat project wil de gezondheid van senioren beter op peil houden en via innovatieve oplossingen de kosten in de verzorgingssector drukken en de zelfredzaamheid van senioren verhogen. De senioren krijgen een hartslagmeter en smartphone die continu hun hartslag en bewegingspatroon registreert. De meetgegevens worden geanalyseerd en vertaald naar conditieparameters door BioRICS. De kinesitherapeuten van het woonzorgcentrum ontvangen wekelijks een gedetailleerd overzicht van de fysieke toestand van de senioren en kunnen hen zo feedback geven. Verwacht wordt dat dat hen zal aanzetten om meer te bewegen. 17 VITO VISION 13 - mei 2013 FIT-4-LIFE 65+ KMO vindt vito! i-SuPORT 14 bedrijven proeven van lasertechnologie VITO VISION 13 - mei 2013 18 Vlaanderen in Actie (ViA) stimuleert de groei naar een innovatieve, duurzame en efficiënt bestuurde Vlaamse regio. Voor het economische luik vormt het Nieuw Industrieel Beleid een overkoepelende visie op de toekomst van de industrie in Vlaanderen. Het doel: de transformatie naar een moderne industrie die groener, socialer, creatiever en innovatiever is. Om die visie te concretiseren riep het Agentschap Ondernemen midden 2012 bedrijfsgroeperingen en kennisorganisaties op om projecten in te dienen rond ‘Key Enabling Technologies’. Dat zijn sleuteltechnologieën die zo’n transformatie daadwerkelijk tot stand kunnen brengen. Eco-efficiëntiescan Het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen stelde in 2011 de resultaten van de eco-efficiëntiescan voor aan een breder publiek. Die scan werd ontwikkeld door het Agentschap Ondernemen en de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM). Een tiental havengebonden bedrijven voerde de scan uit. Bij toepassing van klassieke scheepsherstel- en reinigingstechnologieën bleek zowel economisch als ecologisch nog winst te halen. Samen met VITO werden de contouren besproken om havengebonden bedrijven hands-on te betrekken bij duurzamere alternatieven voor herstel en reiniging. De focus lag daarbij op lasertechnologie. Sirris, dat als collectief centrum voor de technologische industrie heel wat bedrijven uit de scheepsherstellingssector als lid heeft, bood aan om ook andere technologieën de revue te laten passeren. Het project i-SuPORT was geboren: ‘Sustainable Ports through Innovative Technologies’. Dat project dienden VITO, het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, Sirris en veertien met havenactiviteiten verbonden bedrijven in bij het Agentschap Ondernemen. Lasertechnologieën De focus van i-SuPORT ligt op het laserherstellassen (lasercladden) en laserreinigen van onderdelen in de haven en scheepvaart (assen, swivels, rotors, plunjers, draaikegelventiel, veiligheidskleppen …). Lasercladden is een innovatieve coatingtechnologie om hechtende, dense, metallische deklagen aan te brengen op een substraat. Doordat meerdere lagen op elkaar kunnen worden afgezet, kan men via die technologie ook afgesleten delen in 3D opbouwen op bestaande stukken. Bij laserreinigen zorgt de hittewerking van een laserbundel voor het reinigingseffect. De winsten van die Key Enabling Technologies zijn legio, zowel op het vlak van milieu en materiaalverbruik als financieel. De technologieën lenen zich bijvoorbeeld voor: • het aanbrengen van slijt- en/of corrosievaste coatings om de standtijd van onderdelen drastisch te verlengen; • het herstellen van stukken die niet meer geleverd kunnen worden; • het uitvoeren van heel complexe herstellingen van dure stukken; • het verwijderen van roest en onzuiverheden zonder straalmiddelen of solventen te gebruiken. Clusterconcept De toepassing van lasertechnologieën is geen evidente opdracht voor individuele (kleinere) bedrijven. Een meer collectieve benadering binnen de havensector heeft een grotere kans op succes. Als alle inspanningen gebundeld worden en alle spelers in de keten actief betrokken worden, kan men die transformatie samen stapsgewijs doorvoeren. Het project sluit dan ook af met een businesscase en technisch-economische haalbaarheidsstudie voor een geclusterd (fysiek of virtueel) concept. Naast ‘gebruikers’ van de technologie in Vlaamse havens en het hinterland worden ook enkele bedrijven betrokken die de technologie ‘post project’ kunnen transfereren. Het project loopt van 1 maart 2013 tot 28 februari 2016. Ook interesse in lasertechnologie of wilt u meer weten over het project? Stuur dan een e-mail naar [email protected]. Kom KIR-mixen! Kempense Innovatieraad (KIR) start overlegplatform voor innovatieve bedrijven Realiseer uw innovatie-idee met KIR-mix! Van idee tot commercieel succes is een uitdagend pad, waarbij elke stap de kans op succes kan vergroten, maar ook hypothekeren. Dat risico kan een bedrijf verkleinen door aan te kloppen bij de KIR-mix: een panel van zes à zeven adviseurs uit diverse organisaties, die graag naar u luisteren en met u meedenken. Tien keer per jaar staat de KIR-mix paraat om met innovatieve, ambitieuze bedrijfsleiders een concreet idee te bespreken. In zo’n gesprek ontdekt u welke mogelijkheden en stappen er op u afkomen en verkent u de verschillende formules om steun voor uw project te krijgen. Kennis wordt immers niet alleen gevonden in vakbladen en boeken, maar ook en voorál in netwerken van mensen. Elke KIR-mixadviseur stelt zijn eigen netwerk van experts ter beschikking om u snel en efficiënt op weg te helpen. Zo verhogen we samen uw slaagkans! Doelgroep De KIR-mix staat open voor complexe, multidisciplinaire vragen of uitdagende veranderingsprojecten, waarbij alle aspecten van innovatie benaderd moeten worden. Het betreft veelal vragen waarbij verschillende elementen relevant zijn, zoals partnersearch, arbeidsorganisatie, intellectuele eigendom, internationalisering, wetgeving, financiering, vermarkting … Hebt u een innoverend idee om uw organisatie verder te laten groeien? Denkt u aan een nieuw product, een nieuwe dienst, een andere (buitenlandse) markt ...? Maar u hebt geen tijd, te weinig financiële middelen of geen zicht op mogelijke partners? Leg uw idee voor aan het KIR-mixpanel en profiteer van de kennis van twaalf organisaties en hun netwerken! Interesse? Mail dan naar [email protected], en wie weet spant u binnenkort het hele KIR-netwerk voor uw kar! De KIR-partners zijn VITO, Innovatiecentrum provincie Antwerpen, Flanders DC, Thomas More Kempen, SCK, Agentschap Ondernemen afdeling Antwerpen, Innotek, SPK, Unizo Kempen, VKW Kempen, Voka-Kamer van Koophandel Kempen en Resoc Kempen. Voor meer informatie, kijk op www.vito.be/kmo of contacteer onze regionale accountmanagers: REGIO OOST-VLAANDEREN, WEST-VLAANDEREN: Karen Vanderstraeten [email protected] Tel. + 32 499 54 67 78 REGIO ANTWERPEN, VLAAMS-BRABANT, LIMBURG: Michel Lievens [email protected] Tel. + 32 478 48 53 96 19 VITO VISION 13 - mei 2013 Eind mei 2012 lanceerden twaalf Kempense organisaties de Kempense Innovatieraad (KIR). De KIR wil Kempense bedrijven beter ondersteunen bij hun inspanningen om te innoveren. Het doel: bedrijven en organisaties maximaal toegang geven tot alle vormen van ondersteuning, door die overzichtelijk kenbaar te maken en door te fungeren als overlegforum voor nieuwe initiatieven. Dat overlegforum doopten ze ‘KIR-mix’. VITO organiseert / neemt deel • CCS Conference (Carbon dioxide Capture and Storage) – 28 - 29 mei 2013 – Antwerpen • Smart City Event – 29 - 30 mei 2013 – Amsterdam (NL) • The Road to EnergyVille – 5 juni 2013 – C-Mine Genk • PROBING VEGETATION: from past to future – 4 - 5 juli 2013 – Antwerpen • Energiemanagement: inzicht in de energiehuishouding tot efficiënte energiebesparing – 29 – 30 augustus 2013 – Hasselt of 15 – 16 oktober 2013 – Gent • European Utility Week – 15 - 17 oktober 2013 – Amsterdam (NL) • K2013 International Trade Fair for Plastics and Rubber – 16 - 23 oktober 2013 – Düsseldorf (DE) • TNAV Aquarama vakbeurs – 17 oktober 2013 – Leuven • Eurofinish, beurs voor oppervlaktetechnologie – 23 - 24 oktober 2013 – Gent Zie ook www.vito.be/evenementen VITO VISION 13 - mei 2013 20 2 1 0 2 G A L SDRUEUVRSZDAI EAHMMHAEAI DZSRVUEURDS LA G 2 0 1 2 Surf naar www.vito.be/duurzaamheidsverslag2012 MEER INFO Kristine Verheyden Communicatieverantwoordelijke Tel. + 32 14 33 55 53 Verantwoordelijke uitgever: Dirk Fransaer, Boeretang 200, 2400 MOL Redactie: www.pantarein.be [email protected] Lay-out/druk: Drukkerij De Bie Wenst u de nieuwsbrief voortaan elektronisch te ontvangen, gelieve ons uw e-mailadres door te geven via www.vito.be/nieuwsbrief. Deze nieuwsbrief werd gedrukt op milieuvriendelijk papier. ©2013 VITO NV – Alle rechten voorbehouden VITO betracht uiterste zorgvuldigheid bij het maken, samenstellen en verspreiden van de informatie in deze publicatie. Toch kan VITO niet garanderen dat deze informatie geheel juist, volledig en actueel is en dat de informatie geen inbreuk maakt op de intellectuele eigendomsrechten van derden. VITO heeft steeds het recht om de informatie zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. VITO aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor enige directe, indirecte of gevolgschade die ontstaat door gebruikmaking van, het vertrouwen op of handelingen verricht naar aanleiding van deze informatie.