samenvattingen begrippen 3 + 4 vmbo-kgt • zakboek

advertisement
aardrijkskunde voor vmbo bovenbouw
3 + 4 vmbo-kgt • zakboek
samenvattingen
aardrijkskunde voor vmbo bovenbouw • 3 + 4 vmbo-kgt
In de aardrijkskundemethode Wereldwijs gaan
we op zoek naar de antwoorden op jouw vragen
over de wereld om je heen. Dat doen we met
begrijpelijke teksten, prikkelende foto’s en
duidelijke kaarten.
Wereldwijs bestaat uit boeken en een digitale
leeromgeving (ePractice Pack). In de boeken
staat alle examenstof. Met de adviestoets in het
ePractice Pack kun je controleren in hoeverre je
de examenstof beheerst. Maar ook kun je online
lessen op je eigen niveau volgen.
Er zijn herhalingslessen waarin je de leerstof
op een leuke manier herhaalt en oefent. Als
je de adviestoets goed hebt gemaakt, kun je
direct aan de slag met de extra lessen. Dat
zijn verdiepende opdrachten waarin je zelf
op onderzoek gaat. Tot slot zijn er ook nog
uitdagende pluslessen, speciaal voor leerlingen
die overwegen straks naar de havo te gaan.
ISBN 978 94 020 0058 0
Welke route je ook volgt, je weet zeker dat
je met Wereldwijs goed voorbereid naar het
examen gaat.
begrippen
ZAKBOEK
560808
2
560808_OM.indd 2
13/06/14 14:29
Inhoud
3 vmbo-kgt
MODULE 1
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
MODULE 2
Arm en rijk
Arme en rijke Nederlanders
Arm en rijk in Nederland en Europa
Arm en rijk in de VS en Nigeria
Bronnen van energie
Hoofdstuk 4 Energie in je eigen omgeving
Hoofdstuk 5 Energie in Frankrijk en Nederland
Hoofdstuk 6 Energie, milieu en ruimte in Brazilië
MODULE 3
19
22
27
Grenzen en identiteit
Hoofdstuk 7 Grenzen en identiteit in je eigen omgeving
Hoofdstuk 8 Identiteiten in België en Nederland
Hoofdstuk 9 Grenzen en conflicten in Rusland
560808_BW_zakboek.indd 2
5
8
13
33
36
41
16/06/14 10:36
4 vmbo-kgt
MODULE 4
Water
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Water in je eigen omgeving
Nederlandse rivieren en waterproductie
Water in China en het Midden-Oosten
MODULE 5
Bevolking en ruimte
Hoofdstuk 4 Bevolkingsontwikkelingen in de wijk
Hoofdstuk 5 Bevolking en ruimte in Duitsland en Nederland
Hoofdstuk 6 De Chinese bevolking
MODULE 6
47
50
55
61
64
69
Weer en klimaat
Hoofdstuk 7 Nederlands weer en klimaatverschillen
Hoofdstuk 8 Klimaatverschillen tussen Spanje en Nederland
Hoofdstuk 9 Weer en klimaat in de Verenigde Staten
75
78
83
Begrippen
89
Register
560808_BW_zakboek.indd 3
118
16/06/14 10:36
Aan de slag met het Wereldwijs zakboek
Het Wereldwijs zakboek helpt je bij de voorbereiding op toetsen,
schoolexamens en het centraal examen. Van elke theorieparagraaf
en casusparagraaf hebben we een samenvatting gemaakt met de
belangrijkste leerstof. Naast samenvattingen bevat het zakboek twee
begrippenlijsten. Er is een begrippenlijst voor de modules van leerjaar 3
(SE) en een begrippenlijst voor de modules van leerjaar 4 (CE).
We wensen je veel succes bij het leren en hopen dat je een mooi cijfer
voor aardrijkskunde zult halen.
De samenstellers van Wereldwijs voor vmbo 3+4 vmbo-kgt
4
560808_BW_zakboek.indd 4
16/06/14 10:36
3 vmbo-kgt
Module 1
Arm en rijk
Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders
1Arm en rijk in je eigen woonplaats
In Nederland zijn er rijkere en armere wijken. Tussen deze wijken zijn
er verschillen in welvaart (economische rijkdom) en welzijn (woon- en
leefomstandigheden).
Waarin verschillen rijke en arme wijken van elkaar? Je kijkt hiervoor naar
de volgende vijf kenmerken:
1Wonen: staan er vooral duurdere koophuizen of goedkopere
huurhuizen? Hoe is de kwaliteit van de woningen? Is de
bebouwingsdichtheid hoog of laag?
2Werken: wordt er ook gewerkt in de wijk? Staan er kantoren of
fabrieken?
3Verkeer: zijn er smalle of brede straten? Is er veel of weinig verkeer?
4 Recreatie: zijn er wel of geen parken en speelplaatsen?
5
Voorzieningen: zijn er veel of weinig winkels en scholen? Is er een
bibliotheek?
Wijken verschillen ook van elkaar door de mensen die er wonen. In
rijkere wijken wonen mensen met hogere inkomens en een hogere
opleiding. Ook wonen daar meer autochtonen dan allochtonen en meer
gezinnen dan alleenstaanden.
A Negentiende-eeuwse
arbeiderswijken
B Woongebieden
1945-1970
C Woongebieden na 1970
–lange, eentonige rijen
huizen
– slechte kwaliteit
– smalle straten
–hoge
bebouwingsdichtheid
– hoogbouw in het groen
–door hoogbouw veel
ruimte voor andere
bestemmingen
–bebouwingsdichtheid
lager
– veel eengezinshuizen
–speelse, gevarieerde
bebouwing
– veel tuinen
–lagere
bebouwingsdichtheid
Bron Verschillende woongebieden in een stad.
5
560808_BW_zakboek.indd 5
16/06/14 10:36
2Veranderingen in de wijk
De samenstelling van de Nederlandse bevolking is veranderd:
–Sinds 1960 is het geboortecijfer sterk gedaald. Hierdoor was er
ontgroening.
– Tegenwoordig neemt het aandeel ouderen toe: er is vergrijzing.
–Er is gezinsverdunning. Mensen krijgen minder kinderen en er zijn
steeds meer alleenstaanden. Er zijn daarom steeds meer woningen
nodig.
– Het aandeel allochtonen is toegenomen.
Vooral de oudere wijken werden armer:
– Mensen met hogere inkomens trokken weg.
–Mensen die achterbleven, hadden lagere inkomens, een lagere
opleiding en waren vaak van allochtone afkomst.
– Voorzieningen verdwenen en de leefbaarheid nam af.
3 vmbo-kgt Module 1 Arm en rijk
Andere wijken werden rijker:
–Het stadscentrum trok rijke ouderen dankzij appartementen die dicht
bij alle voorzieningen liggen.
–Jonge paren zonder kinderen en allochtonen gingen wonen in
arbeiderswijken. Daar waren betaalbare woningen dicht bij het
centrum, met veel eetgelegenheden en winkels van allochtonen.
– Nieuwbouwwijken trekken jonge gezinnen.
Bron Verandering van de bevolkingsopbouw in Nederland.
6
560808_BW_zakboek.indd 6
16/06/14 10:36
3Herinrichting van de wijk
Nederland heeft vooral in de grote steden probleemwijken. Het gaat om:
–negentiende-eeuwse arbeiderswijken rondom het stadscentrum, met
huizen van slechte kwaliteit. Na 1980 zijn door stadsvernieuwing
veel huizen opgeknapt. Maar in veel wijken is de leefbaarheid nog
steeds niet goed;
–woongebieden van 1945-1970. Na de Tweede Wereldoorlog groeide
de bevolking snel. Er werden daarom onder andere flatwijken
gebouwd. Deze wijken trokken vooral mensen met lage inkomens. De
flats zorgen voor een gevoel van onveiligheid.
De landelijke overheid wil de probleemwijken opknappen door de
wijkenaanpak. Gemeenten werken deze plannen uit in bestemmingsplannen. Meestal maken gemeenten het woningaanbod gevarieerder
zodat er ook mensen met hogere inkomens in de wijken gaan wonen.
Gemeenten kiezen uit de volgende drie maatregelen:
1
Saneren: woningen worden gesloopt en er komen nieuwe woningen
voor in de plaats.
2
Renoveren: gebouwen worden opgeknapt en krijgen soms een
andere functie.
3
Restaureren: gebouwen met een grote waarde worden in de oude
staat hersteld.
Tot 2012
Totaal aantal woningen
2.113
– Percentage goedkope huurhuizen
94%
2012-2015
Te renoveren woningen
410
Te slopen woningen
1.083
Nieuw te bouwen woningen
1.389
Na 2015
Totaal aantal woningen
– Percentage goedkope huurhuizen
2.419
56%
Bron Een gevarieerder woningaanbod moet zorgen voor een gemengde wijk.
7
560808_BW_zakboek.indd 7
16/06/14 10:36
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa
1Verschillen in welvaart
Om verschillen in welvaart tussen gebieden te meten, kijk je naar:
–het bruto binnenlands product (bbp): het totale inkomen van een
land, of het bbp per hoofd: het gemiddelde inkomen per persoon in
een land;
–het bruto regionaal product (brp): het totale inkomen van een regio,
of het brp per hoofd: het gemiddelde inkomen per persoon in een
regio;
–de gebruiksgoederen: bijvoorbeeld het aantal auto’s per 1.000
inwoners;
–het aandeel van de bevolking dat onder de armoedegrens (twee
dollar per dag) leeft.
3 vmbo-kgt Module 1 Arm en rijk
In Europa zijn de landen in het westen en het noorden het rijkst. In het
oosten en het zuiden van Europa liggen de armere landen en regio’s.
Binnen landen zijn de gebieden rond de hoofdstad meestal het rijkst en
de gebieden aan de grenzen het armst. Dat is ook in Nederland zo.
De verschillen in welvaart zie je terug in de samenstelling van de
beroepsbevolking.
– In rijkere gebieden werken de meeste mensen in de diensten.
– In armere gebieden werken de meeste mensen in de landbouw.
Bron Brp per hoofd in de Europese Unie.
8
560808_BW_zakboek.indd 8
16/06/14 10:36
2Verschillen in welzijn
Om verschillen in welzijn tussen gebieden te meten, wordt de Human
Development Index (HDI) gebruikt. Deze index meet hoe landen
presteren op het gebied van:
1Onderwijs: is er veel analfabetisme? Welk deel van de jongeren gaat
naar school?
2Gezondheidszorg: wat is de levensverwachting? Hoe hoog is de
zuigelingensterfte?
3Levensstandaard: hoeveel goederen en diensten kunnen mensen
kopen?
In Nederland is het welzijn gemiddeld hoog. Maar er zijn ook
verschillen.
–Verschillen tussen mensen: mensen met een hogere opleiding en een
hoger inkomen hebben gemiddeld een hoger welzijn.
–Verschillen tussen gebieden: in steden zijn meer voorzieningen
dan op het platteland. Maar er zijn in steden ook meer mensen met
een lagere opleiding. Zij leven gemiddeld ongezonder en hebben
daardoor vaker welvaartsziekten, zoals hart- en vaatziekten en (long)
kanker.
Vooral in het oosten van Europa is het welzijn lager. Dit komt door een
lagere welvaart, een slechtere gezondheidszorg en een ongezondere
leefwijze.
Bron Levensverwachting bij geboorte in Europa.
9
560808_BW_zakboek.indd 9
16/06/14 10:36
3Verklaar de Europese verschillen
Noord- en West-Europa hebben een hogere welvaart dan Oost- en ZuidEuropa. Dit kun je verklaren door:
Oorzaken
Noord- en WestEuropa
Zuid-Europa
Politiek
Al lange tijd
democratie
Lange tijd
Tot 1991
dictaturen gehad:
communisme:
leiders bleven met
geweld aan de macht
streven naar zo veel
mogelijk gelijkheid
–Weinig
investeringen
in industrie en
diensten
–Vooral landbouw,
met weinig winst
–Weinig
ondernemerschap
–Weinig handel met
de rest van de wereld
–Door kleine
afzetmarkt weinig
investeringen
Economisch
–Veel vrijheid
om te
ondernemen en
te handelen
–Veel
concurrentie
Oost-Europa
3 vmbo-kgt Module 1 Arm en rijk
In het oosten van de Europese Unie (EU) krimpt de bevolking.
Dit komt door:
– een afnemend geboortecijfer;
– een hoge zuigelingensterfte;
– emigratie naar rijkere EU-landen door het lage welzijnsniveau.
Na de Tweede Wereldoorlog zijn de landen in Europa steeds meer
gaan samenwerken. De EU investeert onder andere in de economische
ontwikkeling, cultuur en onderwijs. Daardoor worden de verschillen
tussen de EU-lidstaten kleiner.
Bron Veranderingen in brp van 2000 tot 2008: de verschillen worden kleiner.
10
560808_BW_zakboek.indd 10
16/06/14 10:36
4Invloed van de EU op welvaart en welzijn
De EU streeft naar vrede, welvaart en welzijn. Daarom heeft de EU
een stimuleringsbeleid: subsidies voor de achtergebleven regio’s
(de regionale ontwikkelingsgebieden).
Binnen de EU is er vrij verkeer van personen, goederen en diensten.
Daarnaast werken de landen samen op het gebied van milieu,
immigratie en veiligheid. Door deze samenwerking hebben de lidstaten
macht moeten afstaan aan de EU.
De EU heeft voor- en nadelen voor Nederland.
De voordelen zijn:
–De grote arbeids- en afzetmarkt van de EU leveren veel banen en
handel op.
–De nieuwe EU-lidstaten ontwikkelen zich snel. Dit levert nog meer
handel op.
–Consumenten profiteren van goedkopere producten uit de nieuwe
lidstaten.
– Burgers kunnen wonen en werken in alle landen van de EU.
De nadelen zijn:
– Nederland betaalt meer aan de EU dan het ontvangt.
–Door de lage uurlonen in de nieuwe lidstaten vertrekken bedrijven uit
Nederland.
Bron Stimuleringsbeleid van de Europese Unie.
11
560808_BW_zakboek.indd 11
16/06/14 10:36
5
De ontwikkeling van Nederland
Nederland staat in de top 10 van landen met het hoogste bbp per hoofd.
De sterke economie heeft Nederland voor een groot deel te danken aan
de wereldeconomie. Nederland is namelijk een handelsland.
Nederland staat op de derde plaats van landen met de hoogste Human
Development Index (HDI). Het welzijn is dus erg hoog. Dit hebben we te
danken aan allerlei overheidsmaatregelen. Voorbeelden hiervan zijn:
– Sinds 1901 moeten huizen aan kwaliteitseisen voldoen.
– Sinds 1957 krijgen alle ouderen een ouderdomsuitkering (AOW).
– Werklozen en arbeidsongeschikten krijgen een uitkering.
– Er zijn goede ziektekostenverzekeringen.
– Het onderwijs is goed georganiseerd.
3 vmbo-kgt Module 1 Arm en rijk
Enkele veranderingen in Nederland in de afgelopen eeuw:
– In 1900 werkte ruim 60% van de beroepsbevolking in de landbouw
en de industrie. Nu werkt 66% in de diensten.
– Er zijn nu minder gebieden met een duidelijk lager brp dan de rest
van Nederland.
– De levensverwachting is gestegen.
Bron Inkomensverschillen in Nederland in 2000.
12
560808_BW_zakboek.indd 12
16/06/14 10:36
Download